Op zoek naar een mooi, leuk en uniek kado? Ga in nieuw scherm naar mijn schrijfboekjes en pasfotoboekjes-site.
Of bekijk de kleurrijke schilderijen-expositie van m'n broer.





Aan de oevers van de



Schelde

 Reisverslag van de route

(Versie 0.13, 3 mei 2021)

Walcheren en Noord- en Zuid-Beveland
Kats Colijnsplaat Wolphaartsdijk Oud-Sabbinge Sluis De Piet Heinkenszand Goes Middelburg Heinkenszand Baarsdorp De Groe 's-Gravenpolder 's-Heer Abtskerke Nisse Hoedekenskerke Ellewoutsdijk Borssele 's-Heerenhoek Graszode Gapinge Serooskerke Terra Maris Domburg Aagtekerke Meliskerke Grijpskerke Middelburg 's-Heer Arendskerke Schenge Kattendijke Wemeldinge Kapelse Moer Yerseke Yerseke Moer Kapelle Kloetinge Goes Nieuwdorp Lewedorp Nieuw- en Sint Joosland Ritthem Oost-Souburg Arnemuiden Vlissingen Kloetinge Goes Kruiningen Waarde Valkenisse Krabbendijke Bath

Zeeuws-Vlaanderen

Sas van Gent Breskens Hulst Graauw Axel Groede Nieuwvliet Sint Anna ter Muiden Sluis Nieuwesluis Groede Oostburg Aardenburg Breskens Zuidzande IJzendijke Waterlandkerkje Turkeye Biervliet Terneuzen Philippine Sluiskil Axel Zaamslag Terneuzen Breskens Breskens Schoondijke Zierikzee

Antwerpen en omgeving

Liefkenshoek Kallo Linkeroever Burcht Zwijndrecht Antwerpen Antwerpen Antwerpen

Bestel
De Ommelanden

De presentatie van de boekenset De Ommelanden heeft plaatsgevonden op zondag 25 september 2022 tussen 13.00 en 15.30 uur te Westerwijtwerd!

De Ommelanden maakt deel uit van de reeks Het water verbindt.

Bekijk voor meer informatie - ook over de presentatie - op Het water verbindt of bestel direct de eerste set uit deze reeks.



Ook Aan de oevers van de Schelde maakt deel uit van deze reeks en zal in druk verschijnen.

'Kruistocht in Spijkerbroek'
'Rondje om Zwitserland'
'weekendje Noord-Groningen'
'Ontdekking van de Vrije Friezen'
'Hanzesteden aan de Oostzee'
'Friesland - provincie in Nederland'
'Friesland uit het veen'
'Rondom de Gelderse IJssel'
'Binnen en rondom de Westfriese Omringdijk'
'De Ommelanden'
'Het Bildt'
Dit is alweer ons achtste reisverslag, behorend bij de Ontdekking van de Vrije Friezen en de handelende Friezen.
Het verhaal van de Friezen, dat woonde in het land tussen het Zwin en de Wezer en het literatuuronderzoek hebben bijgedragen, om de Nederlandse provincie Zeeland te gaan bezoeken.

Hieronder volgt de reis die we gemaakt hebben in 2015. Ditmaal bestond de reis uit 2 maal een week, zodat we maar liefst 16 dagen kunnen beschrijven. De eerste week behandelt de noordelijk kuststrook van de Westerschelde, dus voornamelijk de eilanden Zuid-Beveland en Walcheren. In de tweede week wordt de zuidelijke kuststrook Zeeuws-Vlaanderen bezocht. Dit jaar gaan we in het land dat nu twee eeuwen van 'de Zeeuwen' is, weer op zoek naar sporen van de Friezen uit het verleden. Hoe het hun is vergaan valt te lezen in het genoemde literatuuronderzoek bij 'Ontdekking van de Vrije Friezen'. Ook dit jaar heeft menig boekhandelaar een bezoekje van ons gehad, zodat de collectie boeken weer met een metertje is gegroeid. Tijdens de vluchtige bladermomenten in de gevonden literatuur valt op dat er nauwelijks over 'de Friezen' geschreven wordt.


Voor het gemak is de route hierbij geplaatst. Klik op de route-afbeelding voor een vergroting in een nieuw scherm. (Afhankelijk van de scherminstelling, vergroot de afbeelding op originele grootte en klik dan met de scrol op de afbeelding, zodat er niet gescrold hoeft te worden, maar de richting met muisbeweging gedaan kan worden.)
Of u klikt op de Google-maps link, om de route hierin te volgen.
Ook voor de foto's en andere afbeeldingen geldt: klik op de afbeelding voor een vergroting in nieuw scherm.
Reist u weer mee?







Dag 1: van huis naar Heinkenszand

kaart 1

Als op een gewone en niet bijzondere dag, waarin mogelijke vakantierituelen de aanvang zouden kunnen verstoren, vertrekken we dit jaar netjes bepakt met nog een zitplaats over aan ruimte. Dit jaar niet met een gepoetste wagen op pad. Ook is de tank niet volgegooid. We gaan immers niet ver van huis. Binnen een uur kunnen we op onze slaaplocatie aangekomen zijn. Uiteraard gaat ons dat niet lukken en zullen we de hele dag onderweg zijn. Om 10:40 trekken we de deur achter ons dicht en rijden om 11:23 ons vakantieontdekkingsterrein binnen. Bij Bergen op Zoom laten we ons als het ware door de Brabantse Wal naar Zeeland glijden.
We hebben tijdens het reeds gepasseerde leven al vele malen Zeeland bezocht, maar nu gaan we met andere ogen kijken.
Geheel tegen onze gewoonte in, rijden we via de snelweg A58 eerst over de Kreekrak heen en onder het Kanaal door Zuid-Beveland door, om met een grote bocht om Goes heen te rijden. Door over de A256 te rijden, kunnen we over de Zandkreek om op Noord-Beveland te komen. Deze landscheidingen zijn maar op enkele plaatsen te nemen, zodat we ons maar al te goed realiseren, dat de waterwegen hier nog steeds aanwezig zijn en we dus eigenlijk aan het eilandhoppen zijn.


      Kats
Na de Zandkreekdam nemen we de afslag naar Kats en proberen vanaf hier weer de voor ons gebruikelijke landweggetjes te nemen.
Rond het middaguur rijden we Kats binnen. Bij het kruispunt Noordlangeweg en Kerkstraat zien we het eerste beeld staan. Het is een kenmerkend beeld van de lokale illustrator en beeldhouwer
1 Lydia Klop-Steendijk, dat de saamhorigheid van het dorp Kats symboliseert. De sokkel waar het beeld op staat weerspiegelt de gelaagdheid van de bevolking door alle eeuwen heen 2. Kats telt 1 rijksmonument (met nr. 23772), het bescheiden zaalkerkje van de NHK uit oorspronkelijk de 17e eeuw.
Een vergrootte woning, waarbij in de zijmuur het oude formaat nog zichtbaar is en een woning in origineel formaat.
Nu is Kats een typisch voorbeeld van vele dorpen en steden die we gezien hebben en nog gaan zien. Het is een voorstraatdorp waarbij de opbouw van de plaats opgebouwd is uit een haven, waarvandaan de voorstraat (hier Dorpstraat genoemd) leidt naar de kerk 3 (al dan niet op een terp). Ook kent dit dorp, net als sommige andere nog te ontdekken plaatsen, verschillende geboortedata en liggingen. Door overstromingen, zijn er in dit gebied vele zogenaamde 'verdronken dorpen'. Dit zijn plaatsen die door dijkverwaarlozing, stormen en zeespiegelstijging zijn overstroomd, bij eb zijn afgebroken en elders opnieuw zijn opgebouwd. Kats komt als havenplaats voor in de 13e eeuw. In de periode 1286-1298 zijn er scheepsbewegingen met schippers uit Kats naar Hill, Newcastle, Boston, Kings Lynn of Ipswich, met -hoe kan het ook anders- scheepsladingen wol, wolvellen en huiden 4. Hierna zou deze Kats, toen Subburchdijk 5 of Suburchdike 6 geheten, verdwenen zijn door de storm van 5 november 1530 gevolgd door de Allerheiligenvloed van 2 november 1532 6, 7.
De letterlijke groei van het dorp kunnen we zien aan de huizen, wanneer we een wandeling door het dorp maken. Deze zijn zichtbaar vergroot.
We komen bij de voormalige smederij een replica van een travalje tegen, die gemaakt is door het Ambachtscentrum in Goes 8.
Zicht op de Oosterschelde.
We rijden een stukje het dorp uit om op de dijk van het Leendert Abrahampolder uitzicht te krijgen over de Oosterschelde. Het is weliswaar heiig, maar het lukt ons om zicht te krijgen op de oude vaargeulen, die gevaren werden door de binnenschippers voordat de Schelde-Rijnkanaal in gebruikt genomen was. Via het Mastgat de Oosterschelde op. Deze bocht met een lastige stroming was met slecht weer altijd een avontuur. En daarna het Kanaal door Zuid-Beveland in.
Het inpolderen van verloren gegane gebieden in de Oosterschelde werd vaak teniet gedaan door ondergraving van de dijken door de veranderde stroomkrachten van het water. Hierdoor ontstaan oever- en dijkvallen, zodat zelfs in rustig zomerweer een dijk plotseling kan instorten en doorbreken. Dit gebeurde ook met de inpolderpoging van 1853, dat dertig jaar later hierdoor teniet werd gedaan 9.
Ik, Oosterschelde

Ergens voel ik pijn
Hartverscheurend
Ik kon alleen maar stijgen
Alsof het mij niks deed
Dijken en huizen
Mensen die ik liefhad
Verwoest
Ik had schuld

Zandzakken voor huizen
Klokken die luidden
Angstaanjagend
Ik trok mij terug

Dammen en sluizen
Gevecht tegen mij
Opbouwend
Ik houd me koest
We maken kennis met het water van de Schelde, hierboven dichtelijk verwoord door de schrijfster Corinne Poleij (1969). Vanuit het gezichtsveld van de Schelde verteld ze de emotie.
We zullen deze reis nog vaak het verhaal van het water tegenkomen, op allerlei andere manieren, maar niet meer vanuit de Schelde beschreven. Daarin is Poleij uniek gebleken.
Op haar blog schrijft ze nog meer 'watergedichten'.


noten:
1. RKD explore;
2. informatiebord beeld;
3. informatiebord Kats;
4. Geschiedenis van Zeeland I, p. 142-143;
5. Hele lijst met verdronken dorpen Zeeland e.o.;
6. Wikipedia Kats (dorp),
7. Allerheiligenvloed (1532);
8. informatiebord Travalje;
9. informatiebord Oever- en Dijkvallen Kats.
internetraadpleging: 12 - 13-8-2015


Uitzicht vanaf het terras in Colijnsplaat op
Watersnood-monument en voormalig veerhuis.
      Colijnsplaat
We vervolgen onze weg via de Oost Zeedijk naar Colijnsplaat. Onderweg rijden we onder de Zeelandbrug door. We gaan even een kijkje nemen van de onderkant van dit kunstwerk.
Het gecreëerde effect is weergaloos.
Even later bereiken we Colijnsplaat waar de voorbereidingen voor
Peerock 2015 in volle gang zijn. Gelukkig is er op het parkeerterrein bij de Oude Haven nog voldoende parkeergelegenheid. Deze gedempte 'Oude Haven' leidt ons als vanzelf naar de Voorstraat. Aan het einde van deze straat zullen we later inderdaad weer de kerk vinden. Wij gaan eerst van onze eerste vakantie cappuccino genieten op het terras van Café Brasserie "De Patrijs".
Hier hebben we uitzicht op het Watersnood-monument 'Houen jongens' uit 1993 van beeldhouwer Jan Haas en het voormalige gerechtshuis / gemeentehuis 1 / Veerhuis 2. Het monument beeld de wonderlijke redding van Colijnsplaat uit tijdens de watersnoodramp van 1953. Het verhaal was dat een door de storm losgeslagen vrachtschip als golfbreker voor de coupure, een gat in de dijk, terecht kwam, zodat het een aantal mannen, die de vloedplanken en steunbeer probeerden tegen te houden, het lukte om dit vol te houden 3.
Vervolgens gaan we wandelen langs de Voorstraat en zien weer soortgelijke verhoogde en verdiepte woningen, zoals we in Kats zagen. Daarnaast ligt deze straat vol met rijksmonumenten 2. Op nummer 42 komen we langs Bistro Zeelandia, dat ons van harte wordt aanbevolen vanwege het uitstekende eten dat ze hebben tegen een schappelijke prijs.
Tegenwoordig wordt er in de Nehalennia Tempel nog van alles geofferd, maar nu zijn de bezoekers vermoedelijk toeristische schippers(kinderen).
Helaas is nog geen etenstijd, dus wij lopen door naar de kerk. We lopen het dorp uit via de Havelaarstraat en bekijken de vele producten van de "In- en Verkoophal De Volharding".
We steken de Valkreek -met daarbij De Valle- over en komen bij de molen 'Nooit Gedacht', waarachter een begraafplaats ligt, waar we even een kijkje nemen.
We lopen dezelfde weg weer terug naar "De Volharding" en lopen door de West Havenstraat naar ons eigenlijke doel van dit bezoek aan Colijnsplaat: de replica van de Nehalennia Tempel.
Hier bedankten de schippers in vroegere tijden voor een veilige overtocht . Na deze eerste kennismaking verlaten we Colijnsplaat en rijden een stukje terug over de Oost Zeedijk, om via de Molendijk -waar we 'de Oude Molen' tegenkomen- over de Noordlangeweg naar de N256, de 1e Deltaweg. De Zankkreekdam is het laatste wat we voorlopig van Noord-Beveland zullen zien.

noten:
1. Vierhonderd jaar Colijnsplaat;
2. Wikipedia Lijst van rijksmonumenten in Colijnsplaat,
3. Colijnsplaat.
internetraadpleging: 13-8-2015


      Wolphaartsdijk
Wanneer we weer in Zuid-Beveland rijden, slaan we de eerste weg rechtsaf naar een binnenweg. In dit geval gaat het om de Langeweg. Halverwege de Kaaidijk zien we tussen de diverse bomenrijen door een witte kerk opdoemen. Ietsjes verder dan de Oude Veerdijk nemen we tijd voor een fotomomentje. Het blijkt om de Nicolauskerk in Wolphaartsdijk of Wolfaartsdijk (in het Zeeuws Wolfersdiek) 1 te gaan.
We rijden de Kaaidijk verder af en naderen een merkwaardig rondachtige polder dat de naam Fredericuspolder draagt. Hierop volgen we kennelijk een geschiedenisverhaal, want de Kaaidijk wordt vervolgd door de Oude Kade om met de eerdergenoemde polder de Frederiksstraat (voorheen Havenstraat 3) op te rijden. Wij rijden meteen een oud nieuwbouwwijkje in, waarvan de straat Villa Novastraat heet. We parkeren hier de auto.
De Villa Novastraat is een vernoeming naar de Villa Nova dat hier van 1866-1910 stond, als buitenverblijf van de toenmalige burgemeester C.P. Lenshoek. Na afbraak in 1910 vinden we vele kozijnen terug in de pastorie van de Gereformeerde Kerk in de Dorpstraat 3. De kapwagen die bij de Villa gebruikt werd, vinden we terug in Museum Nienoord bij Leek in Groningen.
De Fredericuspolder kwam in 1649 tot stand op het gebied van de voormalige haven van Oostkerke (Wolphaartsdijk). Deze haven was in de 15e eeuw de enige van het eiland Wolphaartsdijk 4. Het zal mij niet verbazen dat dit ontstaan is na een dijkdoorbraak, bijvoorbeeld in 1334, in de Zuyderlands Polder na de inpoldering, dit gezien de wielvorm van de polder. Ook Wolphaartsdijk staat in het rijtje van verdronken dorpen (1334), maar is op dezelfde plek weer opgebouwd 5. Archeologisch onderzoek zal waarschijnlijk ook leuke verrassingen kunnen opleveren, gezien de havenfunctie.
We lopen via de Lepelstraat, Molendijk, Oostkerkestraat (Wolphaartsdijk heette voorheen Oostkerke) naar de Nicolauskerk. Voorheen behoorde dit gebied niet tot Zuid-Beveland, maar was het een zelfstandig eiland "Het Eyland en heerlykheit van Wolphartsdyk" 5. In 1809 werd het verbonden met Zuid-Beveland middels de Wilhelminapolder. Belangrijkste en oudste plaats is Sabbinge, waar we hierna naar toe zullen gaan.
Wanneer we voor de D.O.M. staan, valt op dat deze duidelijk op een terpje staat. We lezen dat de "eerste steen" gelegd is op 13 mei 1861 door de tweejarige Egbert Petrus Lenshoek. Waarschijnlijk het zoontje van kerkbestuurder C.P. Lenshoek (de latere burgemeester). Deze nieuwe kerk, ontworpen door de architecten Hana en Smit, staat op de plek van de voormalige middeleeuwse dorpskerk, die wegens bouwvalligheid werd afgebroken 6. Bij deze kerk staat -intussen enigszins verscholen onder de oude bomen en kleinere struiken- een duoplasbak.
Op de kaart van Hattinga (1753) zien we ook weer de opbouw van het dorp, met de (ingepolderde) haven, voorstraat en (de oude dorps)kerk.

noten:
1. Wolphaartsdijk;
2. Frederikstraat;
3. 29-30 Villa Nova;
4. Fredericuspolder;
5. Wolphaartsdijk;
6. Wikipedia kaart: Hattinga 1753;
GenealogieOnline: Stamboom Lenshoek / P.H.J. Smeets Egbert Petrus Lenshoek, Cornelis Petrus Lenshoek;
7. informatiebord Wolphaartsdijk.
internetraadpleging: 13 - 14-8-2015


      Oud-Sabbinge
We rijden via de Molendijk, Oudlandsedijk en Prins Bernhardstraat Oud-Sabbinge (voorheen Sabbinge) binnen. Hier treffen we een merkwaardige situatie aan. Een Ring zonder kerk, maar wel met een funderingsafdruk. We parkeren de auto om dit even nader te bekijken en zien in de verte iets dat lijkt op een kasteeltje. Wat is hier allemaal aan de hand?
Het informatiebord over Oud-Sabbinge verteld ons het verhaal van het dorp. Het is een van de weinige dorpen dat sinds de her bewoning (rond de 9e of 10e eeuw) immer bewoond is gebleven en niet is overstroomd.
Men gaat ervan uit dat de eerste bewoners vanuit het overbevolkte Vlaanderen afkomstig is. Sabbe zou hier de naamgever zijn van een groep of familie die hier zich vestigden. 'Inge' geeft in de toponymie het ontstaan aan tussen ongeveer 500-1000 na het begin van onze jaartelling (nOJ.) van "een collectiviteit van de lieden" of "behorend bij". Sabbe, Sabe of Sabbo zou afkomstig kunnen zijn van het Friese Saxbald
1 of van bijvoorbeeld het Oud Engelse Sabreht 2.
De bedijking en inpoldering van het eiland "Het Eyland en heerlykheit van Wolphartsdyk" vanuit Sabbinge 3, 4.

De naam suggereert dus een andere herkomst van de eerste bewoners. Het zou kunnen zijn dat deze mensen uit westen kwamen 5. En dan hebben we het natuurlijk over de Friezen, die na het vertrek van de Romeinen langzaam deze kant opkomen . Uiteraard ligt een combinatie van beiden, dus een mix-vorm, voor de hand. Immers grenzen zoals we ze nu kennen, waren er toen nog niet.
In het klein hebben we hier dan ook meteen de provincienaamverklaring te pakken. Want een logisch verband tussen Zeeland en Zeeuwen is er niet. Wel tussen Friezen en Zeeland en tussen Sueven en Zeeuwen. Immers, in deze periode lagen in deze omgeving de Friese Zeelanden tussen het Zwin en Wezer. En waren uit Oost-Holstein (de oostelijke buren van de Friezen aldaar) drie groepen Sueven verspreid geraakt over West-Europa: Zuid-Duitsland (Zwaben), Noordwest Spanje en ons huidige Zeeland 6. De suggestie dat de inwoners eigenlijk Belgen zijn is dan ook te ver gezocht, zoals ene Pieter uit Breda m.i. terecht reageert op het verhaal van Ad Beenhakker 7.

Nu we een beetje beeld hebben bij de eerste bewoners van het eiland en het ontstaan van Sabbinge hebben, willen we natuurlijk weten wat er met de kerk is gebeurd. We zien dat de kerk in ieder geval op een terp heeft gestaan. De lichte bolling in de Ring is nog duidelijk waarneembaar.
De kerk is waarschijnlijk in de 13e eeuw gebouwd en in de 15e eeuw vergroot. In de jaren 1571-72 is het grotendeels verwoest door de Watergeuzen in hun strijd tegen de Spanjaarden tijdens het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), de Opstand tegen het machtigste rijk van dat moment: het Spaanse Rijk.
Enkele onderdelen werden nadien hersteld in gebruik genomen voor andere dan religieuze doeleinden. In 1805 werd de toren afgebroken en het jaar daarop het koor, dat kennelijk als school dienst deed. In 1977 werden de fundamenten weer zichtbaar en dit heeft men opgemetseld tot wat we nu kunnen zien 8.
Rest ons een bezoekje aan het 'kasteeltje' dat een rijksmonument (23772) blijkt te zijn en bekend is als 'Hooge Huijs'. Op foto's uit 1940 staat slechts nog een hooghuis overeind 9. In 1960 is het deels teruggebracht in een mogelijk middeleeuwse vorm.
De Kasteelstraat leidt ons naar dit gebouw. Echter het gebouw is aan alle zijden -begrijpelijk- omringd door bomen en struikgewas, zodat het van de openbare weg niet te zien is. Ook vanaf de Oudelandseweg krijgen we geen blik op dit kasteel. Het gebouw is echter zeer oud. Het is rond 1250 waarschijnlijk in opdracht van Wolfert van Borselle gebouwd en zal hierna nog vele historisch belangrijke bewoners krijgen en vele malen herstelt moeten worden, tot het grotendeels in de 20e eeuw is vervallen 1.
Alle verwondering is nu grotendeels verklaard, zodat we onze reis naar ons huisje kunnen vervolgen. Wanneer we op de kaart kijken, valt het ons plotseling op dat naast de Ring (om de kerk) je eigenlijk ook een cirkel kunt trekken gebaseerd op de Kalversdijk en Kortedijk. Zou dit de omvang van de terp kunnen zijn?

noten:
1. Wikipedia Oud-Sabbinge, Meertens instituut Sabe;
2. Plaatsengids Oud-Sabbinge;
3. Wikipedia kaart: Hattinga 1753;
4. studie uitbreiding Wolphaartsdijk 2004-09-10 (def);
5. Geschiedenis van Zeeland I, p. 68;
6. Geschiedenis van Zeeland I, p. 65;
7. Sabbingers zijn Belgen!;
8. informatiebord De kerk van Oud - Sabbinge;
9. Kastelen in Nederland Sabbinge / Het Hoge huis.
internetraadpleging: 13 - 14-8-2015


      Sluis De Piet
We rijden vanuit Oud-Sabbinge de Oudelandseweg op en rijden deze dijkroute door op de Stelletjesdijk en kiezen dan de Kalversdijk. We zien dat we nu weer terugrijden naar Oud-Sabbinge, dus keren we ter hoogte van de Bokkeweg. Deze vergissing geeft ons echter een prachtig uitzicht op het 'Hooge Huijs'. We rijden weer terug en duiken de Stelletjesdijk af, de zeventiende-eeuwse polders in, om via de Westerlandpolderweg, Batterijweg, Van Strienweg en Schengeweg dit 'eiland' via Sluis de Piet te kunnen verlaten.
Onderweg komen we een boerderij tegen uit 1700, dat de volgens de kaart 'Veldzicht' (16452) heet. Dit in 1698 bedijkte Westkerkepolder is dus meteen bebouwd, nadat het veilig was om te bouwen. Het heeft gewerkt. De boerderij staat er nog steeds.

Ondanks dat we zo goed als alleen in deze polder rijden, de boeren zijn hard aan het werk op het land, worden we toch plotseling opgejaagd door 2 oudere dames, die kennelijk niet gewend zijn om hier 'toerisme' tegen te komen. We gaan maar even aan de kant, zodat ze gehaast verder kunnen.
Even later krijgen we een mooi zicht op de sluis en staan we weer stil. Deze draagt de merkwaardige naam "De Piet". Deze naam is echter een herinnering aan het kasteel dat in Westkerke stond. Dit kasteel heette 'De Piet' (ook 'Mude', 'Muiden' of 'Ter Muijden'). Tijdens de stormvloed van 1377 kon het dorp Westkerke en het kasteel niet gehandhaafd blijven. De ruïne stond nog lange tijd in het water, of de zee, tot het op 19 november 1512 door de volgende storm werd vernietigd 1.
Met de namen Oostkerke en Westkerke is het duidelijk dat Sabbinge tussen beide lag en de naamgeving vanuit Sabbinge is beredeneerd.

noten:
1. Wikipedia Sluis de Piet.
internetraadpleging: 14-8-2015


      Heinkenszand
Nu we het verrassende Het Eyland en heerlykheit van Wolphartsdyk achter ons hebben gelaten en het toch richting inchecktijd gaat, gaan we nu toch maar even zonder om ons heen te kijken richting ons verblijf.
We slingeren op de N665 diverse malen onder autosnelweg A58 door en bemerken dat er hard wordt gewerkt aan diverse toe- en afritten. Deze zijn echter nog niet klaar, zodat de A58 voor ons nog even buiten bereik blijft liggen. Na het inchecken volgt het uitpakken en inrichten van onze eigen spullen. Het loopt inmiddels ook weer richting etenstijd en we besluiten dat we dit in Goes gaan doen.

      Goes
We rijden vanaf het huisje terug naar de N254 en rijden langs 's-Heer Arendskerk, Wissekerke en 's-Heer Hendrikskinderen naar Goes. Wanneer we de centrumborden volgen komen we via de Westsingel uit in parkeergarage Westwal, waar we de auto stallen. Hier maken we een willekeurige wandeling in de hoop dat we restaurants tegenkomen. En uiteraard houden we daarbij nauwlettend de kerktoren in de gaten, dat ons hopelijk richting een marktplein stuurt. Langs of tussen de lijn kerk en haven, zijn altijd markten te vinden en hier zijn dan vaak ook de restaurants te vinden.
En na zo'n 600 meter komen we onze eerste serieuze kandidaat "Het Postkantoor" tegen. Het ziet er echter naar uit dat we aan de achterkant staan. Het ziet er gezellig en knus uit, maar het uitzicht op de steeg is wat minder. En dus togen we naar de voorkant. En jawel, de Grote Markt, met diverse restaurants. We kiezen echter voor "Het Postkantoor" en laten het ons smaken.
Na het eten lopen we via de Rijfelstraat, Vlasmarkt, Waterstraat, Bleekerstraat en Bleekveld weer terug richting de auto. Goes, een stad dat zich laat lezen aan de hand van de straatnamen. We vinden het hier nu al leuk.

kaart 1 Goes



de Brabantse Wal

"Saamhorigheid" in Kats
Lydia Klop-Steendijk


NHK-zaalkerkje in Kats


Travalje (replica)



onder de Zeelandbrug


Voorstraat, Colijnsplaat


"De Patrijs", Colijnsplaat


de Valkreek, Colijnsplaat


Nehalennia Tempel (replica), Colijnsplaat


Nicolauskerk, Wolphaartsdijk


Nicolauskerk, Wolphaartsdijk


Betonnen urinoir, Wolphaartsdijk


kerkfundament, Oud-Sabbinge


terp, Oud-Sabbinge


Hooge Huijs, Oud-Sabbinge


Boerderij Veldzicht uit 1700
Westkerkepolder


Sluis De Piet
Westkerkepolder


Grote of Maria Magdalenakerk
Goes


Rijfelstraat
Goes


Vlasmarkt
Goes






Dag 2: Middelburg

kaart 2

Vandaag kunnen we rustig aan doen, want we hebben met de zwaarste zomerstorm te maken sinds het begin van metingen en vastlegging hiervan 1, is de voorspelling.
Maar wanneer we na de lunch het weer zien opklaren en de regen stopt, gaan we toch maar richting Middelburg voor een museumbezoek. Want je weet immers maar nooit.

noten:
1. Wikipedia Storm van 25 juli 2015.
internetraadpleging: 14-8-2015


      Middelburg
Ondanks de slechte voorspellingen van het weer nemen we toch de binnendoor weggetjes, al zullen we het nu niet grondig gaan bekijken en blijft het slechts bij waarnemen. En aangezien er nog geen opritten zijn bij de autosnelweg hebben we ook niet veel keus. We rijden daarom bij het verlaten van het Vakantiepark "Hof van Zeeland" linksaf de Stelleweg op, zodat we door Graszode, langs Lewedorp en een stukje langs de autosnel naar Arnemuiden rijden. Vervolgens rijden we langs het centrum van Arnemuiden en daarom met een grote boog om een nieuwbouwwijk. Vanaf de Derringmoerweg krijgen we een mooi uitzicht op Middelburg, waarbij we kennis maken met de Lange Jan. Jammer genoeg verstoort de aankleding van industrieterrein Arnestein II aan het Kanaal door Walcheren het beeld.
Middels datzelfde industriegebied en over de Kanaalweg bereiken we de Schroebrug over datzelfde kanaal. Vervolgens schuiven we de wagen in de eerste de beste parkeergarage die we tegenkomen, de Kousteengarage.
We gaan te voet verder en zodoende kunnen we over de Sint Janvoetburg over de Binnenhaven gaan. Via de Sint Janstraat gaan we naar de Vismarkt. De aankleding van dit soort markten is gelukkig nog in enkele steden herkenbaar aan de vishal met eventuele hardstenen banken waarop de vis werd schoongemaakt en vervolgens werd uitgestald. Hier zien we echter alleen nog de overdekte galerij (
29621) met op hardstenen dorische kolommen met een vooruitspringend afslagers-gedeelte voor de veiling 1. Dat is tegenwoordig al vrij uniek, wetende dat er nog maar in 15 steden in Nederland van dit soort herkenningsobjecten staan 2.
Vismarkt, Middelburg.
Op dit pleintje vinden we het kussend meisje, Sofie van Sjer Jacobs uit 2001. Dit 2-kleurig beeld werd op 12 juni 2001 door de Middelburgse wethouder Visser vanzelfsprekend onthuld met een zoen 3.
Wanneer we de vloerdecoratie van het plein bekijken valt het op dat er een pad direct naar 't Oude Bierhuys (29007) loopt. Zou dit altijd al zo gelegen hebben of is dit een latere indeling van de Vismarkt? Opvallend is het in ieder geval wel.
We lopen snel verder, want het lijkt erop dat we het toch niet drooghouden. Via de Lange Delft bereiken we de Koorkerkstraat waar we de abdijtoren “Lange Jan" (28674) in vol ornaat zien. Met zijn 90½ meter lengte 4 is dit de nr. 11 van hoogste kerktoren in Nederland en geldt in datzelfde ranglijst als een van de oudere torens, tweede helft 14e eeuw 5 of zelfs eerste helft 14e eeuw 6.
Links van de toren betreden we het bijzondere Abdijcomplex. Bijzonder is het zeker, omdat het al eeuwenlang het centrum van de macht is. Eerst van de geestelijke norbertijner orde (vernoemd naar Norbert van Gennep) dat hier in 1121 begon en later -na de reformatie in 1574- van de wereldlijke macht toen de Staten van Zeeland hun intrek namen, tot op de dag van vandaag 7.
En daarnaast ligt het ook nog eens in het centrum van de stad en dat is voor een Abdij- en kloostergebouwen ook wel apart. Een verklaring hiervoor ligt mogelijk voor de hand, wanneer we nog iets verder teruggaan in de tijd en daarmee ook meteen de naam van Middelburg verklaren. In de 9e eeuw werden de kustgebieden en steden langs de rivieren landinwaarts regelmatig overvallen door Vikingen, Noormannen of Deense roofbenden. Hierbij gaven de Viking raids tussen 879 en 885 de doorslag. De bevolking (waaronder veel schapenhouders) op het eiland Walcheren bouwden ter verdediging tussen 885-891 op drie plaatsen ringwalburgen: Domburg (Duinburcht), Souburg (Zuidburcht) en daartussen Middelburg 8. De burgen in Oost-Souburg (waar we op dag 6 nog een kijkje gaan nemen ) en Middelburg zijn nog duidelijk op de kaart als ringwalburg terug te vinden. Het ligt voor de hand, dat je als schapenhouder ook je schapen naar een veilig onderkomen wil brengen, wanneer een voedselzoekende bende langs komt. En dus is zo'n ringwalburg binnen de ring nauwelijks bebouwd, zodat er voldoende voedsel is voor je schapen.
Voor de stichters van het klooster en abdij was Middelburg een paar honderd jaar later dus een fijne, lege en veilige omgeving om te starten.
Wij betreden echter nu gauw de ingang van wat nu de Wandelkerk is gaan heten.

kaart 2 Middelburg

In de Wandelkerk vinden we onder ander het praalgraf "van de onsterfelijke zeehelden de gebroeders Johan en Cornelis Evertsen", dat hier in 1818 op bevel van de koning is overgebracht uit de intussen afgebroken St. Pieterskerk (ook wel de Noordmonsterkerk of Oude Kerk genoemd, tegenover het Zeeuws Archief) en op last van de Staten van Zeeland is gemaakt. Beiden waren luitenant-admiralen van Zeeland en in de strijd van 1666 gesneuveld.
Verder bekijken we nog even snel de Nieuwe kerk en het Koorkerk waar we uitleg krijgen over één van de oudste orgel van Nederland. Het is helaas stemloos, omdat het speelwerk ontbreekt. Wat direct opvalt zijn de bewerkte loden pijpen. Ook het houtsnijwerk van de hoofden van de twaalf apostelen en de frontons met allerlei draakachtige figuren vallen op.
Door onze haast, vanwege ons voorgenomen museumbezoek aan het Zeeuws Museum, missen we in een nis aan de zuidzijde een fragment van de graftombe van Willem II , de rooms-koning, waarop een zwaargehavende romp van een ridderfiguur zou staan. Dit was voor Middelburg belangrijk, zodat het de keizerkroon op de toren van de Abdij kon plaatsen 9. Waarschijnlijker is het dat de graftombe van zijn broer Floris de Voogd is, al is Willem ook hiernaar toegebracht in 1282, nadat zijn zoon Floris V de Westfriezen had verslagen. Op het fragment is een jongeling met golvende haren en gevouwen handen afgebeeld als ridderfiguur in maliënkolder en wapenrok 10. Het zou bij de vondst in 1817 zichtbaar zijn gekomen, want het zat achter de muur weg gemetseld 11. Men dacht toen dat het om Willem ging.

Dit detail is afkomstig van een poster dat overal door de stad hangt en natuurlijk voor en in het museum.
De gehele foto heeft in 1991 in het september-nummer van het glossy magazine Avenue gestaan. Maarten Schets maakte onder andere deze foto voor de modereportage Zeeuw Meer Minnen. De foto is door het museum aangekocht ten tijde van de heropening in 2007. De kap is van de ontwerpster Elisabeth van der Helm en is in april 2014 ook aangekocht en was dus speciaal voor modereportage gemaakt. De kap bleek al die tijd in haar atelier gelegen te hebben. De make-upsporen van de foto shoot uit 1991 zaten er nog op. Het is de vorm van een diadeem en geïnspireerd op de Zuidbevelandsche schelpmuts.

(bronnen: Alles behalve kleren / Elly van Zutphen, (8-6-2015); Zeeuws Museum haalt Zeeuwse kap terug! (13-08-2014); Odd Magazine p. 109; Zeeuws Museum Aankopen
De tijd tikt door, dus lopen we snel naar de andere kant van het complex, door de Koorkerkhofpoort en over het Abdijplein naar het Zeeuws Museum.
Het moge duidelijk zijn (zie kader) dat een deel van de tentoonstelling over mode gaat. Er is zelfs een Handwerkplaats ingericht waarin zelf aan de slag gegaan kan worden. Mevrouw Vos (92) leert de jonge generatie ontwerpers de kneepjes van de ambachtelijke technieken, zodat deze kennis niet verloren gaat.

Daarom is onder andere de Jaktrui van Antoine Peters te zien. Maar er zijn ook diverse stoffen klederdrachten te zien en tevens afbeeldingen op diverse schilderijen, allen in vol ornaat - dus met versieringen.
Zoals bijvoorbeeld met een gouden voorhoofdsnaald, die sinds de 17e eeuw als modeartikel opkomt. En ze worden steeds groter en platter, zodat er met de rijkdom gepronkt kan worden. Bij sommigen staan zwanen gegraveerd en des te meer zwanen er op de naald gegrafeerd zijn, des te rijker de draagster.
Ook werd de naald gebruik om aan te geven of men nog vrij was, dan wel reeds gehuwd. Getrouwde vrouwen steken de naald rechts tussen de onder- en de bovenmuts, terwijl de ongehuwde vrouw het links droeg 12.

Daarnaast is er nog een WOII-thema ingericht Schieten tegen het vergeten, met aandacht voor onder andere de stadsbrand van Middelburg vanwege het bombardement op 17 mei 1940 en de belangrijke Slag om de Schelde van 2 oktober - 8 november 1944, dat Antwerpen als aanvoerhaven mogelijk moest maken 13.

Naast de tijdelijke programma's zijn er ook nog Wonderkamers, of is het verwonder, want dat kun je er ook zeker doen, je verwonderen over Huis & Handel, Leven & Dood en Macht & Pracht. Hier vind je bijvoorbeeld topstuk "Draakje op sterk water" 14.
In een andere ruimte vinden we nog een aantal originele Nehalenniastenen die, zoals we gisteren gezien hebben, bij de nederzetting Ganuenta bij Colijnsplaat in 1970 uit het water zijn gevist. Dit had tot gevolg dat er opeens bedrijven en scholen deze naam gingen dragen. Zelfs meisjes kregen de naam Nehalennia van hun ouders.
Het Meerstens Instituut meldt de volgende varianten: Nehal 5, Nehalenia <5, Nehalennia 15, Nehali <5, Nehalina <5, maar de echte getelde namen, komen niet in Zeeland voor 15.

Een bijzondere zaal is die van de enorme wandtapijten. Slechts de kleinste is met goed fatsoen te fotograferen, de anderen zijn te groot. Deze zes topstukken van tapijten vertellen het verhaal van de strijd in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) 16. De gefotografeerde tapijt van wever Hendrick de Maecht (Brussel ± 1560-Middelburg 1603 17) behandelt het Beleg van Zierikzee (najaar 1575-zomer 1576). Het is een ontwerp uit 1599 van Hendrik Vroom en geschilderd door kartonschilder Hubrecht Leyniers 18. Dit tapijt van wol en zijde komt gereed in 1603. De afmetingen van "Zierikzee" zijn 3,90 meter hoog en 3,85 meter breed 19.
Ondanks dat er best veel interessante zaken te zien is, die ook nog eens de nodige aandacht vragen, zijn we na vijf kwartieren en een kleine honderd foto's er toch helemaal doorheen gelopen, gekeken en gelezen. En dat is best snel. Het zesde kwartier wordt aan de winkel besteed, waar we o.a. het volgende oogsten:

Na deze overdosis aan informatie, is het hoog tijd voor een cappuccino met taart en even lekker zitten.
De storm heeft Zeeland inmiddels grotendeels weer verlaten, zodat we veilig en zelfs zonder uitgeklapte stormparaplu naar buiten kunnen, want het is ook weer droog geworden.
Het museum gaat dicht dus we vertrekken en lopen rustig richting restaurants. We lopen via de Korte Burg, Groenmarkt, Nieuwe Burg naar de Markt. We zien dat de meeste restaurants schuin aan de overkant zitten. Maar aan de overkant zien we De Drukkery, waar we natuurlijk nog even naar binnen glippen.
Hier scoren we toch nog een klein, maar aardig en handzaam boekje voor de vliedberg-zoekers: Vliedbergen in het Zeeuwse landschap : Symbolen van status achter een sluier van tijd van Kees Bos en Robert van Heeringen.
Zo hebben we weer een leuke dag in het vooruitzicht, want er zitten ook twee fietsroutes bij. En die kunnen wij vast wel met de wagen rijden.
We gaan snel met verder een rondje langs de verschillende restaurants lopen en worden in de Vlasmarkt het Mosselfeest Middelburg ingezogen. We wandelen de hele Vlasmarkt - of eigenlijk drie dagen lang omgedoopt tot de Mosselstraat - uit, waardoor we nog een fraai historisch tafereel voorgeschoteld krijgen, dat trouwens nog steeds prima functioneert.
Via de Beddewijkstraat en Langeviele lopen we even naar de Binnengracht om te kijken of hier nog eetgelegenheden gelegen zijn. Dit is echter niet het geval en dus lopen de Langeviele weer helemaal terug naar de Markt. Op de Pottenmarkt komen we De Vliegenier tegen, een eetcafé waar we prima een hapje kunnen nuttigen. En dat doen we dan ook.
Tijdens het eten en koffie drinken bekijken we de kaart van Middelburg en besluiten om na het eten nog even langs de oude haven te lopen, dat in vroegere tijden tot de ringwalburg liep.
De Korte en Lange Delft suggereert nog een gegraven kanaal naar de Markt. De haven heeft nu de naam Prins Hendrikdok gekregen en loopt slechts door tot het punt waar voorheen gespuid kon worden en nu Spuistraat heet. Op de kaart van Blaeu uit 1652 vinden we de Spuigracht (b) nog terug. De haven is deels gedempt en deze stukken heten Damplein en Dam. Wanneer we de cappuccino op hebben gedronken, lopen we via de Markt de Nieuwe Burg op, weer richting de Abdij. We zien nu goed dat deze straat stijgt.
Van Onder den Toren lopen we door de Reigerstraat naar het Damplein. We lopen langs de op ongeveer dezelfde plaats in 1975 nagebouwde "graanbeurs" dat nu is ontworpen als podium voor diverse kunstuitingen 20. Het gebouw heet daarom nu ook Podio del Mondo per l’Arte 20.
Koningin Emma kijk uit over dit plein met de woorden "Nederland zij groot in alles waarin ook een klein volk groot kan zijn". Dit Emma Monument is door Henk Etienne gemaakt en op 6 september 1937 onthuld 21.
Dit is een detail van de kaart Middelburgum van F. de Wit, dat hij - wegens gebrek aan het origineel - keurig heeft laten nagraveren naar de kaart van Blaeu.
Hij heeft er echter wel een aantal zaken aan toe laten voegen. Zoals de Oostkerk (C), die tussen 1648 en 1667 gebouwd was en enkele scheepjes. Ook vinden we een scheepswerf (D), waar nu net een schip van stapel is gelaten. Het schip plonst het water ophoog en opzij.
A - De Graanbeurs | B - De Stadskraan | C - De Oostkerk | D - Scheepswerf
a - Molenwater | b - Spuigracht | c - 'Oude Haven' / Prins Hendrikdok | d - Binnenhaven | e - Dokhaven | f - Buitenhaven

(bron: Atlas de Wit | Middelburg. - p. 109, 289-290
In het parkje achter Koningin Emma vinden we een liggende gedenksteen 'De voormalige stadskraan' dat op deze plek ter hoogte van de Molstraat heeft gestaan. De steen zelf was onderdeel van het voetstuk van de stadskraan dat in 1746 door Jan de Munck, stadsarchitect, werd ontworpen. Al vanaf de 14e eeuw stond hier een stadskraan (B), waarbij de schippers verplicht waren te lossen en tegen een vast tarief. Dit lossen gebeurde onder leiding van de kraanvader die de werkzaamheden liet uitvoeren door zogenaamde kraankinderen. De laatste kraan (1862) is nog te bewonderen bij de Texaco-pomp aan de Rotterdamse Kaai, zo'n 300m verderop 22.
Wanneer we de Oude Haven (c) ofwel het huidige Prins Hendrikdok zien, kunnen we ons de bruisende werkzaamheden voorstellen. Op deze plek werd ook het water gespuid (b) met water uit het Molenwater (a), met de bedoeling om de verzanding in de Oude Haven tegen te gaan.
Wanneer we rondkijken zien we een veelheid aan monumenten die grotendeels allen op de Lijst van rijksmonumenten in Middelburg te vinden zijn. We pikken er eentje uit, Het vliegendt Hert | La Rochelle uit 1575, althans dat staat op het pand geschreven (28815).
Dit pand bestaat eigenlijk uit twee panden, zoals uit de namen valt te concluderen. De ene is vernoemd naar het VOC-schip dat op 3 februari 1735 23:00 uur verging op de plaat Schooneveld, voor de kust van Vlissingen, waar ze die dag bij Fort Rammekens waren vertrokken. De naamgeving van het schip is mogelijk ontleent aan het familiewapen van de burgemeester van Vlissingen Johan van Buytenhem, tevens VOC-bewindsvoerder tijdens de bouw van het schip. Op dit familiewapen staat een 'springend hert' 23.
Dit 'klimmend hert' duidt in het verleden echter vaak op functies in de rechtsgang. Wanneer we echter de vorm van het schip bekijken, een spiegelretourschip, dan lijkt dit ook op de vorm van de kever met deze naam. Het heeft zelfs de uitstraling van de Lucanus cervus oftewel vliegend hert 24.
Het andere pand is vernoemd naar de havenplaats waarvandaan de Franse wijnen kwamen. De gebouwen stammen dan ook uit de aangegeven periode. De keldergewelven zijn nog in originele staat. In 1845 zijn beide panden samengevoegd in opdracht van de nazaten van Pieter Boddaert, die zich hier als handelaar in 1644 vestigde, en werd het voorzien van een nieuwe voorgevel, zodat we nu naar één pand kijken 23.
De keldergewelven zitten vermoedelijk onder alle pakhuizen en maken dan ook deel uit van de opslag.
Wanneer we bij de Schuitvlotstraat aankomen, zien we aan het einde van de straat de Oostkerk opdoemen. Dit is in Middelburg de eerste kerk dat door protestantse gemeenschap zelf is gebouwd. Hiervoor gebruikten ze de geconfisqueerde katholieke kerk, die ontdaan waren van alle symbolen. Er was in deze omgeving echter nog geen kerk. Bartholomeus Drijfhout (1605 - 1649) tekende voor het eerste ontwerp. Echter een jaar na aanvang van de bouw in 1648 overleed Drijfhout, die als architect, metselaar en beeldhouwer tot 1636 in Dordrecht actief was. Daarna vertrok hij naar Den Haag, waar hij in de innercircle van architecten van Frederik Hendrik (Delft, 29 januari 1584 – Den Haag, 14 maart 1647; stadhouder 1625–1647) terechtkwam. In deze klus werd hij bijgestaan door Pieter Post (Haarlem, gedoopt 1 mei 1608 - Den Haag, begraven 8 mei 1669; schilder en architect). Arent van 's-Gravesande (± 1610 - Middelburg, 1662) maakte een nieuw ontwerp, deze achthoekige koepelkerk. Echter ook hij overleed voordat het gebouw af was. Louis Jolijt bouwde het af, zodat het vanaf 6 juli 1667 in gebruik genomen kon worden. Opvallend zijn de festoenen die te zien zijn, waarvan de thema's schelpen, memento mori of zinloosheid (knekels) en het leven (bloemen en vruchten) zijn 25.
We lopen verder en gaan de brug over naar de Rouaansekaai, waar we ons op de Spijkerbrug enkele momenten vergapen aan de zeilboten die zich hebben verzameld in de Binnenhaven.
Kuiperspoort, Middelburg.
Wanneer we verder lopen wordt de aandacht getrokken door een klein poortje, waar we onderdoor gaan. We komen uit in een andere wereld, waar de stilte heerst. De Hagepreekgang en Kuiperspoort heten de steegjes waar we ons nu begeven. Eigenlijk zien we de eerste contouren van deze latere bebouwing al op de kaart van De Wit in de tuinpaden. Een paar honderd meter verderop verlaten we via de Kuiperspoort weer deze schilderachtige wereld. We lopen verder en zien hier toch ook allemaal panden uit de 16e eeuw. De Bierkaai en Londensekaai komen voorbij en vertellen zo de handelsbetrekkingen. Hier krijgen we een mooi doorkijkje voorgeschoteld op de 'Lange Jan', net na een gebouw dat toepasselijk de Hulck heet. De Hulck is een schip dat vanaf 700 nOJ. dienst doet als vrachtschip, een platbodem zonder kiel en zeil. Vanaf 1200 worden ze groter dan de Kogge .
Getijdemolen en inlaat voor Molenwater getijdemolen (l) en Spuisluis (r), Middelburg.
De Houtkaai en Turfkaai volgen en loopt over in de Nieuwe Haven, waar we kennis maken met voor ons nieuw fenomeen, de 'Schut en Keersluis' en 'Spuisluis' met 'Getijdemolen'. De bij dit complex aanwezige informatieborden geven een heldere uitleg over de functie en werking. Rond 1550 wordt voor het eerst melding gemaakt van de Spuisluis en Getijdemolen. Van de 21 Getijdemolens die in de Hollandse Delta hebben gestaan is dit een van de best bewaarde. De molen kon per getij zo'n 4-5 uur malen, vanwege het 2 meter hoogteverschil in eb en vloed. De al eerdergenoemde Molenwater (a) speelt hier de rol van houwer, een bassin waarin het water werd gevangen tijdens vloed.
Tegenwoordig is alleen nog het maalgat, de waterradkelder en het molengebouw met maalkelder nog intact, van de deels opnieuw opgebouwde complex in 1750.

De parkeergarage zit hier vlakbij, dus we kunnen weer de auto pakken en terug naar het vakantiehuisje rijden. We rijden weer dezelfde weg terug tot Arnemuiden. We nemen echter nu de weg dat - naar we aannemen - recht door het dorp gaat. Nadat we de weg oversteken waar we op de heenweg gereden hadden, komen we er al vlot achter dat dit niet het dorp zal verlaten en nemen we de eerste optie die we krijgen terug, hopend dat we niet zullen verdwalen in deze 'nieuwbouwwijk'.
We krijgen door goed te moeten kijken op de bordjes wel mee dat er in ieder geval twee musea zijn, waar we naar toe willen. Dus naar Arnemuiden moeten we nog een keertje terug.
Gelukkig zien we al snel de heenreisweg terug en rijden deze door, tot we een weg naar rechts vinden, waar we verder mee naar het oosten komen. Het blijkt een fraaie dijkweg te zijn. Op een gegeven moment rijden we langs het Vliegveld Midden Zeeland en komen daarna al vlot op de weg waaraan ook Sluis de Piet ligt (dat we gisteren gereden hebben, al lijkt dat alweer een eeuwigheid geleden). We vervolgen weer dezelfde weg als gisteren, zodat we in Heinkenszand bij Tamoil op de Noordlandseweg nog even kunnen tanken. Aangezien het morgen zondag is, hebben we verzonnen dat we die dag gaan besteden aan een rondje vliedbergen kijken.
Thuisgekomen wordt met de kaarten uit de van huis meegenomen Topografische Atlas Zeeland 1:25.000 en het net gekochte Vliedbergen-boekje een lijst met nummers geschreven, van de zichtbare bergen, die in een leuke route passen. Gelukkig geeft deze atlas ook de verhoging in het landschap aan, zodat de vliedbergen makkelijk te lokaliseren zijn.

noten:
1. Vismarkt;
2. Visbanken verrijken stadsbeeld / Wibo Burgers;
3. Kunst in Zeeland kussend meisje;
4. Wikipedia Abdijtoren,
5. Lijst van hoogste kerktorens in Nederland;
6. De Abdij van Middelburg / Jeanine Dekker (eindredacteur). - Calendarium, p. 274,
7. Woord vooraf / Harry van Waveren, p. 7 en Calendarium, p. 274;
8. Wikipedia Middelburg, Geschiedenis van Zeeland I, p. 73, 84;
9. Abdijkerken te Middelburg, p. 13;
10. De Abdij van Middelburg / Jeanine Dekker (eindredacteur), p. 166, 324;
11. Plattegrond van de grafnis met grafzerk van de Rooms koning Willem II in de Koorkerk te Middelburg: 571, Op zoek naar het lichaam van Willem II van Holland / Yuri Visser;
12. Zeeuws Museum Topstukken, 2;
13. Zeeuws Museum Schieten tegen het vergeten;
14. Zeeuws Museum Topstukken, 8;
15. Meerstens Instituut Nehalennia;
16. Zeeuws Museum Wandtapijten;
17. Zeeuwse bibliotheek De Maecht;
18. De tapijten van Zeeland / Katie Heyning, p. 129;
19. Zeeuws Museum Wandtapijten;
20. Gebiedsstudies Regionale Geografie II Groep 1 Walcheren;
21. Middelburg monumenten Graanbeurs Middelburg;
21. Wikipedia Monument voor koningin Emma (Middelburg);
22. infomatiebord De voormalige stadskraan;
23. Paleis op de Dam Historie, 't Vliegend Hert, Fort Rammekens Geschiedenis, De VOC-site Vliegend Hert, 1729, De VOC-site De Vlakte van de Raan in archeologisch perspectief;
24. Wikipedia vliegend hert;
25. Architectenweb Oostkerk Middelburg, Pieter Post; Oxford Index Drijfhout, Bartholomeus; Wikipedia Frederik Hendrik van Oranje, Pieter Post (architect), Arent van 's-Gravesande; Bovenlichten en snijramen in Nederland Festoenen.
internetraadpleging: 15 - 23-8-2015



“Lange Jan" Middelburg


Vishal, Vismarkt, Middelburg


Vishal, Vismarkt, Middelburg


“Lange Jan" Middelburg


praalgraf Johan en Cornelis Evertsen


Eén van de oudste orgels van Nederland


Zeeuws Museum, Middelburg


Bruidje uit Oud-Beijerland | olieverf op doek | 1895 - Thérese Schwartze
Zeeuws Museum, Middelburg


“Beleg van Zierikzee" - Zeeuws Museum, Middelburg


“Mosselfeest Middelburg" - Vlasmarkt, Middelburg


“De Vliegenier" - Pottenmarkt, Middelburg


Nieuwe Burg, Middelburg


Koningin Emma | 1935-1937 | Henk Etienne, Dam, Middelburg


Liggende gedenksteen 'De voormalige stadskraan' - Dam, Middelburg


'Oude haven' - Dam, Middelburg


'Het vliegendt Hert'
'La Rochelle'
Dam, Middelburg


Vlak ernaast kunnen we een blikje werpen op een keldergewelf
Dam, Middelburg


Oostkerk, Middelburg


Binnenhaven, Middelburg


'Lange Jan', Londensekaai, Middelburg


'Binnenhaven' met Turfkade (l), Middelburg






Dag 3: Op zoek naar Vliedbergen

kaart 3a

Zoals we ons gisteren hadden voorgenomen, gaan we vandaag op zoek naar vliedbergen. Maar wat zijn dat eigenlijk, vliedbergen? Gisteren hebben we kennisgemaakt met onze eerste ringwalburg Middelburg. Is dat ook een vliedberg? Of is een vliedberg een ringwalburg? Zoals we van gisteren weten, zijn ringwalburgen aangelegd als verdediging tegen de aanvallen van roofbenden. Deze zijn veelal gebouwd op de hoogste punt van een oeverwal en in een ronding van een meanderende kreek dat dienst kon doen als verdedigingsgracht 1.
Opmerkelijk is het eigenlijk wel dat een kreek als verdedigingsmiddel werd ingezet, omdat de roofbenden immers altijd over het water kwamen en dus zo naar de ringwalburg konden varen. En dit varen ging allicht sneller dan lopen met onwillige schapen.
De ringwalburg of volksburgen - zoals ze ook genoemd worden - worden geheel omringd door een gracht om aan grondstof te komen voor de wal van een paar meter hoog. Binnen de ring was de grond effen en middenin lag een kruispunt, dat de ring in vier kwartieren verdeelde. Aansluitend zaten er poorten in de wal met een walbrug over de gracht, waarop de paden van buiten aansloten.
Veelal zijn de eerste kerken vanaf de twaalfde eeuw, bij een volksburg net buiten de wal gebouwd. Dit zagen we ook in Middelburg, waar de Oude Kerk, de afgebroken St. Pieterskerk ook net buiten de ring gebouwd was 1.
Na de twaalfde eeuw volgen bedijkingen, dijkdoorbraken en overstromingen en weer herbedijkingen. Waarna weer hetzelfde gebeurde, als met de kreken die kreekruggen gingen vormen, omdat de omgeving zakt. In dit geval slipt de omgeving hoger op dan de bedijkte gedeelte. Daarmee kan het tot 1570 ingedijkte en behouden gebleven poldergebied soms wel een meter lager liggen dan de opgeslibde - en weer later bedijkte - poldergebieden eromheen 2.
Vóór alle bedijkingen werden er door bewoners kleine verhoogde bergjes gemaakt met in het midden een gat, waarin zoet hemelwater wordt opgevangen. Deze zijn nu te herkennen als een drinkput omringd door een lage wal, dat bekend staat als hollestelle. Zonder drinkput heet zo'n verhoging, dat vaak op een kreekrug is gemaakt, een stelberg 3.
Vreemd genoeg komt dit beeld sterk overeen met wat we herkennen in de bewoningsgolven van voor en na de Romeinse periode in het Friese gebied. Echter, in de Zeeuwse geschiedsvertellingen wordt er alleen maar gesproken over herders met schapen.
Bij de hierop volgende beschrijving, wanneer er gesproken wordt over uitbreiding van de bevolking, zien we echter dat zo'n stelberg en/of hollestelle kan uitbreidden tot een terp waarop de bevolking zich concentreert. Deze terpen hebben ook alle groeiverschijnselen van de terpen die we zien in het noorden van het land, namelijk veel mest - soms wel in lagen van 4 meter, in dit geval van schapen. Ook werd telkens de gebouwen telkens opnieuw over elkaar heen geplaatst. Grotere terpen met meer bewoning zijn vaak hoger. Er zijn echter ook veel kleinere en lagere terpjes te vinden waarop slechts een boerderij staat. Uit het natuurlijk proces is dit volkomen logisch. Deze kleine terpjes worden ook wel werven genoemd 3.
Tot de stormen, waterstijging en overstromingen in de 11e eeuw zijn er nog geen vliedbergen te vinden. De storm van 1014 verandert het landschap drastisch. We weten echter dat Sabbinge hierop in ieder geval een uitzondering was.
Door de natuurlijke ingrepen, was het noodzakelijk voor de mens om zich te gaan verdedigen. De intussen ontstane machtsfronten in de vorm van bisschoppen en graven gingen ook de strijd aan. Onderling en met structurele bedijkingen tegen de zee. Natuurlijk kunnen we dan bedenken dat er ook vliedbergen gemaakt werden, voor het geval het water toch over de dijken kwam. Maar dat was niet de voornaamste reden. Vooral de onderlinge strijd tussen machtliefhebbers waren de reden voor het opwerpen van deze bergen. En uiteraard volgde hierop een verdedigingstoren, ook wel mottekasteel - van hout, zoals we morgen zullen zien, wanneer we een bezoekje brengen aan het museum Terra Maris .
Kortom, een vliedberg heeft een militaire of krijgskundige functie. Vliedbergen worden dan ook Symbolen van status of Sokkels van macht genoemd. Kasteelbergen is dan ook een beter woord, zoals mottekasteel al aangeeft. Motte betekent in het Frans heuveltje 4.
Zou ons woord 'mot', wanneer we een onderlinge strijd hebben, dan hier weer van afkomstig zijn? Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden, maar het zou best kunnen. Zeker wanneer we lezen dat iemand in de mot krijgen, in de gaten hebben of doorzien kan betekenen 5. En dat is natuurlijk net de bedoeling met zo'n motteberg.
Op de Zeeuwse eilanden zijn in 1981 door Besteman 168 mottes geteld. Later onderzoek wijst uit dat het er waarschijnlijk nog meer zijn geweest. Dat het er zoveel zijn in verhouding tot de rest van het land komt waarschijnlijk door het erfrecht dat hier toen gold. Alle zonen van edelen (eigenerfden?) erfden een evenredig deel, zodat het land versnipperde. En uiteraard bouwden ze allemaal weer hun eigen motte 6.
Vele families probeerden dit natuurlijk weer samen te voegen door tactisch te huwen.
Een stins lag vanzelfsprekend aan open vaarwater en de vorm van een vroege versteende stins.
(bron: “De Bult” van Marum)
Zou ons woord 'erf' trouwens, wanneer we het over ons erf hebben, onze grond waar ons huis op staat, dan hier weer van vandaan komen?
Dit schijnt te kloppen. Vanuit het Keltisch hebben de Germaanse talen dit erfdeel tot zich genomen: Erfgenaam betekend dan ook, die het erf (de nalatenschap) neemt. Oostfries: arfe, oudfries: erve, oudnederlands (901-1000): ervi 7.
In een internetpublicatie van Kees Vos, dat naast veel juist gestelde vragen en daarbij behorende antwoorden geeft, staan ook twee zeer verhelderende beelden van deze heuveltjes in dit landschap. 8. Ook diverse ingrediënten met betrekking tot dit fenomeen komen aan bod in ons ontdekkingstocht "Ontdekking van de Vrije Friezen" , waaronder § 'Baksteen' en 'Groei'.

noten:
1. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 17,
2. p. 21,
3. p. 22-23,
4. p. 27;
5. Etymologiebank Mot, Mot, Mot van motten
6. Geschiedenis van Zeeland I, p. 176;
7. Etymologiebank Erf.
internetraadpleging: 25 - 28-8-2015
8. “De Bult” van Marum / Koos Vos: Een Stinswier bij Marum?
internetraadpleging: 20-9-2015


      Heinkenszand

Nu we weten waar we naar op zoek gaan, gaan we maar eens op pad. Omdat we eigenlijk nog helemaal niets van Heinkenszand hebben gezien, rijden we eerst maar eens door dit dorp - in een omtrekkende beweging. In een oorkonde van 6 september 1351 wordt Heinkenszand genoemd als ‘up Heynekijnssand’, waarin we de zand(plaat) van Heine ontdekken. Kijn of kien is een verkleinwoord
1, zoals we die veelvuldig in voornamen tegenkomen, waarvan de populairste Hindrikkijn of varianten hierop, is 2.
Wanneer we de Dorpsstraat inrijden, zien we al vlot een muur met toegangspoort, bijgestaan door 2 leeuwenbeelden, dat uit midden 17e eeuw stamt. De Kerkderf leidt ons naar de Blasiuskerk (9991), maar de sfeer geeft aan dat dit niet een gebruikelijk kerkpad is. Ook de gracht en het pastoriehuis creëert een aparte sfeer.
De voor- en achterzijde van de huidige pastorie, waar tot 1905 het kasteeltje of landhuis Barbestein stond, dat ook sinds 1866 als zodanig werd gebruikt.
Het informatiebord bij de kerk helpt ons uit de brand. De kerk uit 1864 staat naast de plaats waar voorheen een zeventiende-eeuws landhuis stond, dat de naam Barbestein droeg 3, toen in eigendom van de Heer Van Odijck 4, ook wel Spillebeen genoemd en gebouwd door zijn schoonvader Cornelis van der Nisse 5. De Heer van Odijck heet Willem Adriaan (I) en is naast Heer Van Odijk ook Graaf van Nassau, die de dochter van Cornelis, Elisabeth van der Nisse, Vrouwe van Heinkenszand, huwde 6.
Dit kasteeltje of landhuis is in 1905 afgebroken. Hier staat nu de pastorie. De katholieken droegen sinds 1805 de mis op in Barbestein. Vervolgens werd in 1864-'66 hiernaast een pseudobasilikale kerk met driezijdig gesloten koor, zij-apsiden en sacristie gebouwd naar ontwerp en plannen van P.W. Schrauwen. Na de inwijding in 1866 verdween de kerkfunctie uit Barbestein en kreeg het de functie van pastorie. In 1905 is het vervangen door de huidige pastorie, dat nog duidelijk verwijzingen heeft naar Barbestein 1.
In het ingrijpend herstelde kasteelpark is getracht om de belangrijkste historische structuren te behouden. We vinden hier verder een Mariagrot, dat op initiatief van pastoor Teule in 1912 werd gebouwd. Op de begraafplaats vinden we de oudste treurbeuk van Nederland. Bijzonder vinden we ook de fruitkelder.
Wanneer we verder rijden, komen we nog meer kerken tegen. Eerst de Dorpskerk, gevolgd door de Gereformeerde Kerk en wanneer we Clara's pad inrijden, de Barbesteinkerk.
We rijden deze weg uit om over de N665 te komen.


noten:
1. Historisch Heinkenszand;
2. Genealogische databases: AlleGroningers *kijn / *kien, AlleFriezen *kien, AlleDrenten *kien / *kijn, Zeeuwen Gezocht *kien;
3. Het kasteel in Nederland: Barbestein;
4. Het Centrum, 30-08-1926: Kasteelen op Zuid-Beveland, Schouwen en Tholen;
5. Het nieuws van den dag : kleine courant, 30-08-1926: Het standbeeld van Willem III;
6. Genealogie Online Elisabeth van der Nisse.
internetraadpleging: 31-8 - 3-9-2015


      Baarsdorp

We rijden de Sint Pietersdijk op en komen de Brilletjes tegen. Deze weel of wiel is dus eigenlijk een dubbele weel, waardoor de vorm op een bril lijkt. Dit zou moeten duiden op een dubbele dijkdoorbraak of overstroming. De Brilletjes - in meervoud - is echter weer vreemd, omdat het om slechts één bril gaat.
We besluiten er rechts om heen te rijden, omdat de fietser met hond voor ons linksom gaat.
Even later bereiken we onze eerste kennismaking met een vliedberg! En in Baarsdorp zijn dat er zelfs twee (
45203). Wanneer het informatiebord echter lezen, krijgen we bevestiging van wat we zien, een hobbelig landschap, waarop we in ieder geval duidelijk 'de grote' vliedberg kunnen terugvinden. Hierop zou een slot hebben gestaan van de ambachtsheer, die zich hier in 1271 vestigde.
De twee vliedbergen, met links de door 'gracht' omringde berg waarom het kasteel stond en rechts de boerderij of huis.
Verder zien we de muur dat voorheen rond het kerkhof heeft gestaan. De kerk raakt buiten dienst door de reformatie en wordt in 1880 gesloopt. Net ten Noordwesten van deze muur zouden we 'de kleine' vliedberg moeten kunnen ontwaren. Hierop zou mogelijk bewoning in de vorm van een boerderij hebben kunnen staan, al is daarvoor geen bewijs gevonden. Vreemd genoeg spreek het monumentenregister dit tegen door te vermelden dat op de een het Huis te Baarsdorp heeft gestaan en de andere een vluchtberg/kasteelberg is geweest.
In het Zeeuws Archief kunnen we een afbeelding van dit in eind 16e eeuw afgebroken 't Huis te Baarsdorp terugvinden, nadat het in 1572 is vernield tijdens de belegering van Goes 1 door Jerome Tseraerts (±1540 - Geertruidenberg, 13-09-1573) 2 en zijn Geuzen, die deze operatie vanuit Oud-Sabbinge 3 had opgezet, waar ze - zoals we inmiddels weten - ook flink hadden huisgehouden.
Van de in 1880 afgebroken Nederlandse Hervormde kerk kunnen we in het Zeeuws Archief nog een foto aanschouwen.
We gaan dit natuurlijk even van dichtbij bekijken. Een wandelpad, dat inmiddels overgroeid begint te raken - al wordt het begaanbaar gehouden door de maaimachine, leidt ons naar een hek, waar we met hulpmiddelen overheen kunnen klimmen. En zo kunnen we vrij over het terrein lopen. We bemerken inderdaad de glooiing en moeten dus wel even opletten waar we lopen. Dit is sowieso wel verstandig, gezien de distels en brandnetels, die hier ook aanwezig zijn. Nadat we de kerkhofmuur hebben bereikt, krijgen we in de gaten, dat we hier niet meer terug kunnen, zodat we dezelfde route teruglopen.

We rijden de Noordhoekweg verder naar de N669 en missen daardoor de dorpen Sinoutskerke in een bijzonder poelgebied en 's-Heer Abtskerke.
Het terpdorpje Sinoutskerke heeft ook nog een restant van een vliedberg.

noten:
1. Voetstappen Vliedbergen van Baarsdorp;
2. Wikipedia Jerome Tseraerts,
3. Beleg van Goes.
internetraadpleging: 7-9-2015

Meer info:
Wikipedia
Lijst van vliedbergen, Baarsdorp;
ReliWiki Baarsdorp, Oude Hoevenweg - Hervormde kerk;
Zeeuwse Ankers Aarden heuvels bij Baarsdorp;


      De Groe

De vliedberg van Groe.
Om de volgende vliedberg te vinden, moeten even goed opletten. Deze ligt weliswaar aan N669 richting Goes, maar groen en bebouwing ontnemen het zicht hierop. We nemen de enige weg dat tevens de naam van dit gehucht in zich draagt, de Groeweg. Hier krijgen we zicht op de vliedberg van De Groe.
De vroegere gracht schijnt hier nog enigszins zichtbaar te zijn. Deze vliedberg is ongeveer 4 meter hoog, op de grond een diameter van 30 meter en op de top 14 meter. De helling is hier sterk afgegraven en dit is gebruikt om de gracht te dempen. Bij deze zat waarschijnlijk geen (tweede) voorburg, zoals in Baarsdorp
1.

noten:
1. Cultuur Historische Monumenten Vliedbergen van Baarsdorp.
internetraadpleging: 7-9-2015


      's-Gravenpolder

De vliedberg van 's-Gravenpolder.
We rijden dezelfde weg weer terug en komen - wanneer we de snelweg A58/E312 onderdoor rijden - weer in 's-Gravenpolder. Hier ligt hemelsbreed zo'n kilometer verderop de volgende vliedberg.
Deze ligt in open veld aan de N669 en draagt de naam "Vliedberg 't Hof Blaemskinderen"
1. Hierbij wordt echter ook 's-Heer Abtskerke als locatie genoemd - net als in andere (internet)bronnen trouwens.
Kennelijk zijn de dorpsgrenzen in de loop van de tijd in de Gemeente Borsele (let op: met één-s, het dorp wordt met twee s-en geschreven: Borssele) gewijzigd. Google Maps tekent de dorpsgrenzen dusdanig dat deze vliedberg nu in 's-Gravenpolder zou liggen. Ook een kaartje in een rapport dat in opdracht van de gemeente is gemaakt, bevestigd deze indeling 2. Naast de duidelijk zichtbare vliedberg van zo'n 7 meter met daarop een lindeboom zou er op hetzelfde terrein ook een huisterp gelegen hebben. Dit zou uit 10e - 13e eeuw stammen. In een onderzoek uit 2002 is in de voorbouw een paffrath (dateert grofweg uit de elfde tot en met het einde van de twaalfde eeuw 3 ) en kogelpot gevonden 4.

noten:
1. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 41
2. De Sociale Draagkracht van Dorpen in Borsele : Leefbaarheid, sociale cohesie en community care in kleine dorpen / Amsterdam Institute for Metropolitan and International Development Studies (AMIDSt). - Amsterdam : Universiteit van Amsterdam, 2008. - ISBN 978-90-75246-81-0. - figuur 1.1, p. 12 (in opdracht van de gemeente Borsele)
3. Erfgoed Archeologie Delft Paffrath-aardewerk;
4. Cultuur Historische Monumenten.
internetraadpleging: 8-9-2015


      's-Heer Abtskerke

De vliedberg van 's-Heer Abtskerke.
De volgende vliedberg ligt echter wel in 's-Heer Abtskerke, maar in het boekje (en andere bronnen) in 's-Gravenpolder
1. Deze ligt weer hemelsbreed zo'n 1,6 kilometer verderop.
We moeten even moeite doen om deze te vinden. Er rijden namelijk auto's achter ons, die duidelijk niet op de toeristische tour zijn en wij zien niet op tijd de juiste afslag naar "de Zaaidijk", zodat we verkeersveilig gezien maar even doorrijden. We vervolgen daarom de N666 (Berhardweg Oost) om er pas bij de Schoorkenszandweg af te kunnen. Dit voert ons echter wel door 's-Gravenpolder, zodat we hiervan ook nog iets meekrijgen, al is dat niet veel aangezien we de Polderweg nemen die ons naar het begin van de Bergweg brengt. Leuk om te zien dat de verkaveling het oude land verraadt.
We rijden langzaam de Bergweg op en moeten ook langzaam blijven rijden, want het zicht wordt door struikgewas behoorlijk belemmerd. De foto in het boekje helpt ons echter om de omgeving beter te scannen, zodat we het alsnog vlot vinden.
Deze vliedberg blijkt zo'n 6 meter hoog te zijn met weer een diameter aan de voet van 30 meter. Waarschijnlijk is m'n hiermee in de 11e - 12e eeuw begonnen en gestopt in de 13e eeuw. Het is wel op een kwelderrug gebouwd. Door allerlei werkzaamheden is het behoorlijk beschadigd 2.

noten:
1. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 44;
2. Cultuur Historische Monumenten.
internetraadpleging: 9-9-2015


      Nisse

De vliedberg van Nisse.
Hemelsbreed ligt de volgende vliedberg die we gaan bezoeken, zo'n 2,3 km verderop. Het zal echter lastig blijken om deze berg in Nisse in de zomer op foto te krijgen. Het is namelijk rijkelijk beplant en staat in een particuliere tuin (A). Ook deze heeft weer een diameter van 30 meter en is 4-5 meter hoog. Ook deze heeft een kern van 11e-12e eeuw en een latere ophoging van de 13e eeuw.
Daarnaast lag naast de vliedberg een kasteel (B), waarvan we de contouren nog duidelijk op de kaart kunnen terugvinden, wanneer we het weiland op de kaart bekijken.
Waarschijnlijk is hier ook een boerderij op een werf gebouwd, waarna eind 13e eeuw - 14e eeuw het kasteel is gebouwd, dat regelmatig is verbouwd. Het kasteel is in 1875 afgebroken 1, maar was kennelijk al rond 1843 niet meer bewoonbaar. Misschien is de voorvaderlijke hoeve wel gebouwd op de plek waar nu nog een boerderij (10006) staat (tegenover de kerk). Dit is echter gebouwd als koetsierswoning, waarvan het oudste deel rond 1650 gebouwd is 2. Het is immers samen met de toegangspoort (b) van het Slot van Nisse het enige dat is overgebleven 3. In de 14e eeuw werd ook de toren (10009) van kerk (10008) gebouwd, waarna tussen 1425-1525 de gotische kruiskerk werd bijgebouwd 4. Hiervoor zal er waarschijnlijk al een kleiner kerkje hebben gestaan, want er was al voor de stormvloed van 1134 bewoning in Nisse, dat vermoedelijk is ontstaan aan de vroegere zeearm de Zwake, waaraan de Zwaakse Weel nog aan herinnerd. De Zwake kunnen we op de kaart van Claes Janszoon Visscher uit 1656 terugvinden als De Middel Swake 5.
De dichtgeslibde kreek waarop Nisse vermoedelijk is gebouwd, was waarschijnlijk zo'n honderd jaar eerder ontstaan, tijdens de vloedgolf van 1014 6. Dit zorgde waarschijnlijk ook de eerste doorbraak in de gesloten kustlijn. Aangezien deze gebeurtenis plaatsvond op 28 september (niet echt stormseizoen) en er ook sprake is dat er zelfs in Noord-Amerika sporen van een overstroming zijn gevonden, zou men ook kunnen denken aan een tsunami 7.
In een bezittingenlijst uit 1160 van Floris X van Borssele vinden we Nisse terug als Gerbernesse. Daarna volgden de heren van Kruiningen en Nisse als eigenaren 8.
Vermoedelijk is er een foutje geslopen in bron van noot 7, want Floris X is niet te vinden. Wel een Floris VIII, die in deze omgeving vele polders liet indijken rond het jaar 1160 9. Gerbernesse is wel de naam die voorkwam in oude oorkonden en geschriften, zo ook de varianten Gebernisse, Gherbrechtenesse of Gerbergnisse.
Dit werd later Ter Nisse en Nisse 6, wat terug te voeren is op een aangeslibde landneus (net als landtong) waarin de vorm van een neus herkend werd 10.
In deze combinatie kunnen we mogelijk over de landneus van Gherbrecht spreken, die waarschijnlijk vanuit het Brabantse of verder oostwaarts gekomen is.

Hoewel de kerk te bezichtigen is op zondag na dienst, zal er wel een beperking zitten aan het woordje 'na'. Of we zijn op de verkeerde zondag, dat kan ook nog, want de diensten worden hier om de week gehouden. Hoe het ook zij, de deur is helaas dicht. We kunnen daarom niet de muurschilderingen bekijken die tijdens de grote renovatie in 1920-21 zijn ontdekt. De schilderingen stammen uit de 15e eeuw, dus uit de periode van de bouw.
Ook de best bewaarde twaalf apostelbeelden bevinden zich hier. Deze zijn rond 1470 gesneden 2. Gelukkig is het ook op de site van de Mariakerk Nisse te bekijken. Jammer genoeg vinden we echter hier geen foto's van de grafzerken, waarvan de oudste uit 1444 komen. Ook de grafkelder van de familie van Borselen gaat aan ons voorbij.
Voor de kerk vinden we nog een vate, de drinkplaats, op het rechthoekig plein, dat hier al sinds de 14e eeuw aanwezig is. Verder staat hier de dorpspomp uit ongeveer 1780 en een achtzijdige muziektent uit 1932 2.

We rijden via Drieweg (N665) weer uit het dorp en nemen de afslag naar de Koedijk. Dit behoort tot de eerste beschermingsdijken rond Nisse en zeker de moeite van het rijden waard.
De omgeving van Nesse (Gerbernesse) en Zwakke - de scheiding tussen Walcheren en Beveland
situatie na 1050.

(bron: Welen in de Zak van Zuid-Beveland / Natuurmonumenten)
Deze dijk leidt ons naar de Brilletjesdijk, dat z'n naam eer aan doet, want er zijn hier diverse dijkdoorbraken geweest, met evenzoveel welen. Wanneer we langs de Groteweel rijden, laten we ons graag even het een en ander uitleggen door een informatiebord. Wie zien dat er na de vloedgolf van halverwege de elfde eeuw, geholpen de door stormen daarna, vele getijdegeulen zijn ontstaan, die dan ook vele eilanden, eilandjes en zandplaten heeft veroorzaakt. Deze werden langzaamaan weer terugveroverd door de mens en soms heroverd door het water, zoals bijvoorbeeld in 1506 en 1554, waarvan deze welen hun getuigenis nog dagelijks afgeven. De oude ringdijken uit de twaalfde eeuw om bijvoorbeeld Nesse, zijn goed zien op de kaart. Ook de "nieuwe" dijken om Heinkenszand (Heynkenssant) en Ovezande van een eeuw later staan erin getekend.
Even later zien we in de polder een evenement dat Jumpin’ de Weel heet, refererend aan de welen én de paardensport en georganiseerd is door "De Weelruiters".
We realiseren ons opeens dat het alweer 14:00 is geweest en we pas 5 vliedbergen hebben gespot. Dus maar even doorrijden en ons niet te veel laten afleiden door andere interessante zaken. En dus rijden we door Ovezande, Oudelande en Baarland. We rijden door naar Hoedekenskerke in de hoop daar iets te kunnen drinken aan het water - De Westerschelde.

noten:
1. Cultuur Historische Monumenten
2. Monumenten in Nederland : Zeeland Nisse
3. Informatiebord 'Kasteelterrein'
4. Informatiebord 'Grote of Mariakerk'
5. Zelandiae comitatus novissima tabula
6. Geschiedenis van Nisse
7. Wikipedia Watersnood van 1014
8. Dorpen in Nederland. - Reader's Digest/ANWB, 1982: Nisse, p. 290-291
9. Groot algemeen historisch, geographisch, genealogisch en oordeelkundig woordenboek : V / David van Hoogstraten, Jan Lodewyk Schuer (opzicht). - 1725-1733: Floris VIII, p. 259
10. Etymologiebank Nes.
internetraadpleging: 10 - 12-9-2015


      Hoedekenskerke

Wanneer we over de Molenstraat in Hoedekenskerke aankomen, moeten we heel even nadenken. Nemen we de Havenstraat of de Kerkstraat? We willen naar het water en dus zou de Havenstraat logisch zijn, maar de Kerkstraat ziet er zo schattig uit, dat we toch maar even hier ingaan. In deze straat rijden we opeens langs een minimuseum,
't Wienkeltje van Wullempje. En dan hebben we natuurlijk nog nauwelijks een keuze. Hé, de kerk... en we parkeren hier de auto om een kijkje in 't Wienkeltje te nemen.
't Wienkeltje was ooit van Willem de Bart (1900-1980), die het had overgenomen van z'n grootmoeder Neeltje de Bart-Lavooij. We gaan dus terug in de tijd, wanneer we dit museum betreden. Terug naar de jaren 30-50 van de vorige eeuw.
Zuid-Bevelandse Klederdracht
Rooms-Katholiek

Protestant

De zwarte, op de Zuidbevelandsche schelpmuts geïnspireerde creatie van Elisabeth van der Helm, die we gisteren zagen, kunnen we inderdaad hiermee goed vergelijken.
Hierin kan naast van elkaar onderscheidende kenmerken (plaats en religie), ook de bindende factor van de bevolking - vergeleken met andere 'volken' of 'culturen' - herkend worden.
We worden hartelijk ontvangen door de vrijwilligers die hier vandaag aanwezig zijn. De sfeer is meteen al gemoedelijk en de bekende herkenningsgeluiden van de bezoekers (wij dus) laten zich al gauw uit de kelen ontsnappen.
De diverse soorten snoepgoed, blikjes en andere gebruiksvoorwerpen laten ons merken, dat we langzamerhand bij een wat oudere generatie gaan horen. Onze gastvrouwen nemen ons mee naar de woonkamer, keuken en buitenruimte. We bekijken alles en bespreken de opvallende objecten met de begeleiders, die het van de benodigde uitleg voorzien. Veelal zijn de spullen gedoneerd door de lokale bevolking. Zo liggen er ook 'eigen' spullen tussen, van (groot)ouders. We krijgen daarmee een lokaal geschiedenislesje, hoe de wereld toen hier draaide en wat voor persoonlijke gevolgen dit had. En zo is een gesprek over de veranderingen in wereld, de gevolgen voor onszelf en welke bijdrage we hieraan geven, opeens aanwezig in het winkeltje van Willem. Dit vinden we een van de charmes van zo'n intiem museum en dit is immers ook het doel van een museum.
De klederdracht, de verschillen in religie, het creëren van deze arbeidsintensieve kledingstukken en daarmee kostbaar, komt ruimschoots aanbod. Niet voor niets wordt de Zuid-Bevelandse dracht als enige als heel kostbaar geduid 1.
Uit het winkeltje kopen we natuurlijk enkele producten. Het sommetje wordt vanzelfsprekend uitgerekend op een lei - waarvan we zelf ook eentje meenemen.
Wanneer we na drie kwartier weer vertrekken, begint het licht te miezeren en lopen we snel naar de wagen.
Tekening grafzerk Willem de Vriese van Ostende.
(bron: De Nederlands Hervormde Kerk van Hoedekenskerke en haar geschiedenis / Th. van Doeselaar (samensteller). - Hoedekenskerke, 1985. - p. 10)
De kerk, Sint Joris (9995) slaan we vanwege de tijd over. Aan de vreemde vorm van deze kerk is te zien, dat het schip en de toren zijn verdwenen, zodat we het oudste gedeelte uit 1280 missen. Deze zijn in 1782 ingestort en niet meer herbouwd 2.
Helaas zien we daardoor niet de bijzondere en waarschijnlijk ook van andere kerken - uit verdronken dorpen - overgebrachte grafzerken. Eentje moet hier toch even genoemd worden. Het is er namelijk een van Willem de Vriese van Ostende (1429 - 29 maart 1462). Deze ligt recht voor de preekstoel en is de mooiste en best bewaarde grafzerk van de kerk. Hij was in Vinninge, Ostende en Hoedekenskerke ambachtsheer. Zijn eerste vrouw Margriete van Arnemuiden, de dochter van Gillis van Arnemuiden, ligt hier ook begraven. Zij was ruim tien jaar eerder overleden, in 1449. Haar zeer geschonden grafsteen ligt in brokken onder de kerkbanken. Willem en Margriete kregen twee zonen, Willem en Jan (van Ostende). Willem hertrouwde met de veel jongere Janne van Renesse van Lichtenberg (?-1489).
Ondanks dat de grafzerk van Willem het best bewaard is gebleven, houdt dit niet in dat de heraldische schilden er nog ongeschonden op staan. Ook deze zijn verwijderd bij het begin van de Franse revolutie in 1795. Door een oude tekening uit 1510 weten we hoe dit eruit heeft gezien 3, 4.
Vinninge (vermoedelijk 1530) en Ostende (winter 1520/1521) behoren bij de 'verdronken dorpen' van Zeeland 5.
Over Vinninge, Vinninghen is men er echter nu van overtuigd dat het niet door het water is 'verzwolgen' en zeker niet in 1530. Er werd daarna nog begraven (1561) en nieuwe pastoor aangesteld (1570), werd het nog (binnendijks) op een kaart getekend (1573) door Christiaan Sgrooten en staat de kerk nog genoteerd op een lijst (1582) van geestelijke goederen. Het ligt meer in de lijn dat de in de 15e eeuw gestichtte Hoedekenskerke (Oidekenskerke) langzaamaan Vinninge heeft ingelijfd 6.

Wij rijden alsnog via de Havenstraat en Nieuwe Veerweg naar de Westerschelde. Hier komen we uit bij de voormalige Veerhaven, nu Haven de Val geheten. Deze naam suggereert dus dat ook hier een dijkdoorbraak is geweest, met als gevolg een weel, dat onbedijkt dienst doet als haven.
We vinden hier bovenaan de dijk een spoorwagon waarin Marco Harthoorn sinds juli 2014 7 zijn Compagnie Surf en Turf heeft gevestigd, waar we - eventueel op het (nu overdekt) terras - iets kunnen drinken en eten. Wij gaan vanzelfsprekend voor de cappuccino's (zoals we het thuis ook maken, met eigenhandig geklopte melk) en appeltaart. En aangezien het nu zelfs een beetje regent gaan we lekker in deze oude treincoupé zitten. We ontdekken dat op de dichtstbijzijnde drooggevallen zandplaat van de Platen van Ossenisse een groep zeehonden ligt. Met de op het terras aanwezige verrekijker kun je ze eventueel dichterbij halen. Met een fotocamera met zoom lukt dat trouwens ook goed.
Nu de vochthuishouding weer op orde is, gaan we op zoek naar de laatste paar vliedbergen voor vandaag.

Wanneer we weer benedendijks rijden zien we waarom we bij Compagnie Surf en Turf in een treincoupé hebben gezeten. Hier beneden zit namelijk een station voor de route van de Stoomtrein Goes - Borsele, waarmee je in authentieke museumtreinen vervoerd kan worden.

Wij rijden zo hoog mogelijk, dus voornamelijk over de Zeedijk naar Ellewoutsdijk.

noten:
1. Klederdrachten : De schoonheid van ons land / Cas Oorthuys (foto's) en José Rozenbroek (tekst), p. 156;
2. Hoedekenskerke Protestantse Kerk Historie;
3. De Nederlands Hervormde Kerk van Hoedekenskerke en haar geschiedenis / Th. van Doeselaar (samensteller). - Hoedekenskerke, 1985. - p. 10;
4. Dorpsraad Hoedekenskerke Willem de Vriese van Oostende;
5. Orisant Verdronken dorpen in Zeeland;
6. Zeeuwse Ankers Verdwenen Vinninghen : niet verdronken maar overvleugeld / Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland;
7. PZC, 17 juni 2014 Nieuw dijkpaviljoen bij Hoedekenskerke / Frank van Cooten.
internetraadpleging: 12 - 13-9-2015

kaart 3b


      Ellewoutsdijk

Waterstapeling | 2001 | Gegoten aluminium, graniet | 100x100x160
Wies de Bles
Ellewoutsdijk.
Het is te merken dat het al wat later op dag is. Kennelijk rijden we over een weg, dat door lokale bewoners ook als woon-werkverkeer route wordt gebruikt. Gezien het tempo van het af en toe achteropkomend verkeer is het wijs dan even aan de kant gaan staan, zodat deze in hun eigen tempo verder kunnen.
Bij het vakantieoord Scheldeoord is in 2007 een kavel omgebouwd tot nieuwe natuur, als natuurcompensatieproject Westerschelde
1.
Wanneer we Ellewoutsdijk zijn aangekomen, stoppen we bij het Gemaal Hellewoud. Hier vinden een bijzonder werk van Wies de Bles (Scheveningen, 24-03-1941). We zullen vast nog meer werk van deze De Bles tegenkomen, omdat ze namelijk in deze omgeving werkzaam was van 1988 tot 2008, toen ze woonde in ons vakantieplaats Heinkenszand (gemeente Borsele) 2.
We kunnen hier ook met een trap de dijk op om zoals het informatiebord ons verteld de schorren bekijken. Deze liggen, wanneer we op de dijk staan, richting het oosten. Dit geeft een goed beeld van het ontstaan van dit gebied. Een schorgebied ligt buitendijks en bestaat uit aangeslibd land dat begroeid is met zoutminnende planten.
Verder krijgen we mee dat ten westen van ons een voormalig Fort uit 1834 staat. Recht voor ons ligt het haventje.
Aan de overkant zien we duidelijk Terneuzen liggen, waar we volgende week hopen te vertoeven. De twee woontorens Waterfront van Roodbeen Architectuur steken 75 meter de lucht in en dat kun je zien 3.
Het Fort laten we ook voor wat het is en rijden het dorp in. Hier moeten we meteen alweer even stoppen, want er staat hier een boerderij (526869) waar je "niet om heen kunt", zonder het te zien. Het oudste gedeelte en daarmee nog originele zijgevel van de woning is van voor 1600. De andere delen zijn later verfraaid of verbouwd 4. De laatste verbouwing, in 1764, is waarschijnlijk in opdracht van Geerard Hollestelle gedaan en zorgde voor de huidige vorm 5.
Toen we net een foto op het hoogste punt van de Nieuwendijk een foto maakten van het fort, vroegen we aan een jongeman, dat net omhoog kwam fietsen, om hij misschien wist, waar de opgegraven boerderijresten zouden liggen. We keken vanaf hier uit over nieuwe natuur ten compensatie van de N62, dat hier in de buurt onder de Westerschelde doorgaat. Bij de graafwerkzaamheden in 2002 zouden resten van boerderijen zijn gevonden, die duiden op bewoning van 100-200 nOJ. Dus ten tijde dat hier de Menapiërs hier woonden.
Na enig peinzen van de jongeman (wat natuurlijk niet geheel vreemd is voor iemand van zijn leeftijd), wist hij wat we bedoelden en vertelden ons dat het daar was, wijzend op het nieuwe natuur. "Maar", zei hij er meteen bij, "jullie moeten wel omrijden, want de slagbomen zijn dicht. Zie je die weg daar," wijzend op de Trenteweg, "die moet je helemaal uitrijden en dan linksaf de dijk weer op en deze kant oprijden."
We bedankten de jongen hartelijk voor zijn uitleg.
Vanwege deze interessante optie, vergeten we ons te verdiepen in Ellewoutsdijk, waarvan de geschiedenis al in 11e eeuw begon. Uiteraard op een vliedberg en tussen twee kreekruggen. Deze vliedberg is nog nauwelijks te zien. Ook laten we het verhaal van Zorgvliet, van baggeraar J.C. van Hattum, dat hier gronden verwierf in 1881. En dat op deze gronden daarvoor een middeleeuws kasteel 'Huis van Ellewoutsdijk' op zijn burchtheuvel heeft gestaan, waarvan de ruïne in 1822 is afgebroken 5. Dit alles laten we letterlijk links liggen. En zo rijden we als blinde kippen naar de T-splitsing dat de naam Coudorpe draagt. Hier rijden we de N62 over en gaan de Zeedijk op. Bij de diverse informatieborden staan we even stil en komen tot de conclusie dat er 13 jaar na de opgravingen niets meer te zien is.
Ons Vliedbergenboekje helpt ons weer op weg en wijst ons er fijntjes op dat we de Coudorpsche berg nog niet hebben gezien, terwijl dat toch een flinke bult is.
Coudorpsche berg - Coudorpe / Driewegen vanuit Ellewoutsdijk.
Vreemd, want het zou aan de Trenteweg moeten liggen, waar we net gereden hebben. Soms blijken de dingen zo dichtbij te staan, dat je ze over het hoofd ziet. Dat was ook ditmaal het geval.
Om te kijken waarom we deze overduidelijk aanwezige berg over het hoofd hebben gezien, rijden we even een stukje verder om te keren, om nogmaals vanuit Ellewoutsdijk te komen aanrijden.
We zijn gerustgesteld. Vanaf deze kant valt het niet echt op dat dit een berg is.

noten:
1. Nieuwe Natuur Sint Jacobspolderweg;
2. Wies de Bles;
3. Roodbeen Architectuur - Woningbouw Waterfront Terneuzen;
4. informatiebord Boerderij Zorgwijk;
5. Monumenten in Nederland : Zeeland : Ellewoutsdijk Boerderijen.
internetraadpleging: 13 - 14-9-2015


      Borssele

Berg van Troje
Borssele.
Wij rijden dus maar gauw verder naar de volgende vliedberg, de Berg van Troje, dat een klein drie kilometer verderop ligt. Dit zou het paradepaardje van de Zeeuwse kasteelbergen moet zijn
1. We zijn dan ook erg benieuwd wat we aantreffen. Want bij het woord Borsele denk je al gauw aan kerncentrale. Met enige reserves rijden we dus die kant op. We hadden uiteraard ons wel een beetje ingelezen, zodat we wisten dat we ons niet zouden moeten laten leiden door onze gebrekkige kennis en vooringenomenheid.
Wanneer we de berg vinden, is deze ook begroeid met veel knotwilgen die flink groen zijn.
Het informatiebord verteld in kort het verhaal, dat in de 11e eeuw begon met een woonterpje van zo'n drie meter hoog. Rond 1200 werd de terp verhoogd en werd er een houten mottekasteel op gebouwd. In deze 13e eeuw werd het nogmaals verhoogd en werd er zelf een stenen ringmuur omheen gebouwd met daarom heen een gracht. Aan het einde van deze eeuw kwam er alweer een einde aan dit mottekasteel wegens de twisten tussen de Hollanders en Vlamingen 2.
Op de kaart van Christiaan Sgrooten uit 1573 zien we de gevolgen van de overstromingen in 1530 door de Sint-Felixvloed van zaterdag 5 november (bijna de naamdag). Er werden grote stukken land afgestaan aan het water 3.
Dit werd al snel gevolgd door de Allerheiligenvloed van 1532, wat ook dit gebied -naast de rest van het uitgestrekte waddengebied tot aan Nord Friesland- geen goed deed 4. Deze vloed werd gevolgd door eentje op 13 januari 1552, die we kennen als Sint-Pontiaansvloed. Ook hier werden stukken duin weggeslagen in bij Borssele liepen de polders onder 5. Achttien jaar later werd met een alles vernietigende kracht nog eens dunnetjes overgedaan, waarmee het begin van het ontstaan van het Verdronken Land van Saeftinghe werd begonnen. Om de schade te herstellen viel niet mee in deze periode 6 van de Reformatie (1517) en de Spaanse bezetting wat resulteerde vanaf 1568 in de 80-jarige oorlog . Ook de ringmuur om de Berg van Troje werd hierdoor aangetast en stortte deels in de gracht 2.
De Baronie van Borselen
De stad Goes kreeg in 1615 de rechten in handen van het gebied van onder ander het in 1530/32 verdronken dorp Monster. Toen de herbedijking op 10 mei 1616 gereed was, werd het reeds verzonnen plan uitgevoerd om een nieuw dorp op deze plek te maken. Precies zoals we het nu nog steeds kunnen terugvinden. Een simpele rechthoek met de namen van Noordsingel, Oostsingel, Zuidsingel en Westsingel met daarbinnen een bijna gecentreerde kruis, met dezelfde straatnamen: Noordstraat, Ooststraat, Zuidstraat en Weststraat. In het midden worden de straten van elkaar gescheiden en in verbinding gebracht door het Plein. Oorspronkelijk liepen de Noord en Zuidstraat tot wat nu Plein heet, maar de Oost en Weststraat waren wel met elkaar verbonden. Nu is rondom het plein een versteend rechthoekig stratenpatroon gelegd. De Oost en West verbinding zal ook de verklaring zijn dat dit in 1761 zo goed als volgebouwd is, zoals we op de Grondteekening van het dorp Monster in de Barronnye van Borssele uit 1761 kunnen zien 7.
We zetten de wagen even op het Plein bij de vijver in een parkeerhaven, zodat we kunnen rondlopen. De vijver is hier natuurlijk ook weer een vate of vaete 8, een drinkplaats met zoet water. Ook staat hier op het Plein een muziektent, zoals we bijna in elk dorp tegenkomen. Wat in dit gebied ook erg opvalt zijn de zwart geteerde houten schuren met een witte omlijning van de deuren en eventuele ramen. Maar vooral de deur valt door z'n vorm op. Buiten het rechthoekige dorp zagen we er ook weer een.
Op de hoek van de Weststraat met het Plein vinden we waarschijnlijk een van de oudste gebouwen van dit dorp. Het komt volgens de jaarankers uit 1639 en in 1616 is dit dorp gesticht. Bekend was echter dat er 6 jaar na de stichting, in 1622, al 43 huizen stonden.
Hiertegenover staat het (voormalige) viskot, dat oorspronkelijk gebruikt werd voor de visafslag en nu zeer waarschijnlijk als leugenbankje gebruikt wordt. De lijst met drie vaasjes waarop "Hoort - Ziet - Zwijgt" staat geschreven, spreekt immers boekdelen.
'Spelende kinderen' | 1986
Anton Beysens (1922)
Borsele. 9
Ook zien we hier een beeld van een bank waarop een jongetje een meisje een kikker laat zien. Dit beeld van Anton Beysens komt uit 1986.
We lopen een rondje om het plein en zien diverse aparte gebouwen, zoals bijvoorbeeld nummer 63.
Wanneer we het dorp weer verlaten komen we nog een bijzondere boerderij tegen. Hierbij valt de 'blinde' voorkant en zijkant op. Daarnaast zien we metselvlechting in de schuur. De voorkant van deze boerderij heeft zo wel iets weg van een steenhuis, zoals we ze op vorige vakanties zagen. Al heten ze toen stins of states.

Intussen is het de hoogste tijd geworden om naar iets te eten te zoeken. We rijden nog even naar de Honte (Westerschelde), zoals de vaargeul hier nog steeds heet, naar de Hoek van Borssele. De geul loopt hier in stijl af van -10 naar -45 meter, waarbij nog een meer met diepte van -55 meter te vinden is 10. Daarna rijden we via de Ossenweg weer de polder in en zien nog even de befaamde centrale liggen.

noten:
1. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 42-43;
2. informatiebord Cultuurhistorisch monument Berg van Troje;
3. Wikipedia Sint-Felixvloed (1530),
4. Allerheiligenvloed (1532),
5. Sint-Pontiaansvloed,
6. Allerheiligenvloed (1570);
7. De oude kaarten van Zeeland : Stad en dorp, land en water in vier eeuwen cartografie / Aad de Klerk. - Zwolle : WBooks, 2015. - ISBN 978-94-625-8077-0. - p. 86-87;
8. Dorpen in Nederland. - Reader's Digest/ANWB, 1982: Borssele. - p. 58-59;
9. Borssele;
10. ANWB Topografische Atlas Nederland : 1:50.000. - Den Haag : ANWB Media, 2010. - ISBN 978-90-18-03070-4. - p. 234.
internetraadpleging: 18 - 19-9-2015


      's-Heerenhoek

Dorpstraat - Heerenstraat
's-Heerenhoek
Enkele minuten later bereiken we 's-Heerenhoek. Wanneer we over de Kuijpersdijk rijden zien we beneden de Benedenstraat en Heerenstraat lopen, waar we bij de Heerenstraat eetgelegenheden ontdekken. We rijden nog even door - op zoek naar de kerk en centrum. We vinden een tamelijk nieuwe Katholieke kerk, de
Heilige Willibrordus. Deze is tussen 1873 en 1874 gebouwd en ingewijd door bisschop Mgr. G.P. Wilmer op 20 augustus 1874 1.
Een andere kerk kunnen we niet vinden, zodat we tot de conclusie komen dat we bij de dijk moeten zijn voor een hapje eten. De geschiedenis leert dat dit dorp langzaamaan bijna geheel katholiek is geworden. Het Nederlands Hervormde kerkje werd in 1672 gebouwd. Door het verhuizen van de hervormde gemeenschap werden er vanaf 1934 slechts een eredienst per maand gehouden. Tenslotte was er niemand meer, zodat de deur in 1970 op slot ging. We kunnen de kerk nu aanschouwen in het Openlucht Museum in Arnhem, waar het in 1988 weer is opgebouwd nadat het in 1985 steentje voor steentje is afgebroken 2.
De in 1988 naar het Openluchtmuseum overgeplaatste kerk.
foto: Barend Mulder
Het kerkje werd donderdag 26 mei opnieuw geopend, door De Gaay Fortman. Geen van de aanwezige oudere inwoners van 's-Heerenhoek kon zich de ordentelijkheid van de huidige inrichting herinneren. Het gebouw en interieur was dan ook behoorlijk vervallen en verdeeld geraakt toen het nog aan de Benedenstraat 7 te 's-Heerenhoek stond. Zo werd het orgel bijvoorbeeld in de provincie Friesland opgespoord 3.
We rijden terug naar de Heerenstraat en kiezen Café-Bar Walk-Inn om te gaan eten. Dit café is sinds 11 december 2010 Eetcafé De Meiden geweest 4, maar draait sinds 2 mei 2015 weer onder de oorspronkelijke naam 5.
Aan de muur hangen oude beelden van het dorp en ook oude kaarten. Twee hiervan zijn hier te zien met beelden van het heden, die we maken wanneer we weer vertrekken.
Een kwartiertje later draaien we de deur van ons vakantiehuisje weer open en maken nog even een lekker bakje eigengemaakte cappuccino met lekkers erin, waarna we een rustige en lange avond op de bank hebben.
We hebben dit ook wel even nodig omdat we vandaag weer veel hebben gezien. En we kunnen dan op ons gemak bedenken wat we morgen gaan doen.

noten:
1. R.K. H. Willibrordusparochiekern ‘s-Heerenhoek Geschiedenis van de parochiekern;
2. Wikipedia 's-Heerenhoek;
Krantenbank Zeeland: PZC, 3 april 1993 Huub Limonard (70) naar streekverhalenfestival; PZC, 11 februari 1984 's-Heerenhoeks kerkje verhuist naar openluchtmuseum in Arnhem;
3. Krantenbank Zeeland: PZC, 27 mei 1988 Kerkje 's-Heerenhoek in Openluchtmuseum geopend;
ReliWiki ,s-Heerenhoek, Benedenstraat 7 - Hervormde Kerk;
4. PZC, 02 december 2010 Bar Walk-inn verder als De Meiden;
5. facebook Café Bar Walk-Inn.
internetraadpleging: 20-9-2015



Mottekasteel op vliedberg


R.K. St.-Blasiuskerk, Heinkenszand


Mariagrot bij R.K. St.-Blasiuskerk, Heinkenszand


Treurbeuk bij R.K. St.-Blasiuskerk, Heinkenszand


Fruitkelder bij R.K. St.-Blasiuskerk, Heinkenszand


Kerkhofmuur, Baarsdorp


hekwerk, Baarsdorp


wal en 'gracht', Baarsdorp


glooiing in perspectief, Baarsdorp


Afwateringskanaal
loost op Biezelingsche Ham


Weiland waar Slot van Nisse stond
Grote of Mariakerk
Nisse


Toegangspoort
Slot van Nisse


Grote of Mariakerk


vate, muziektent, dorpspomp
Nisse


Koedijk, Nisse


Groteweel, Brilletjesdijk, Nisse


Sint Joris
Hoedekenskerke


Museum 't Wienkeltje van Wullempje
Hoedekenskerke


Marskramerkist van Willem


de rekening


Haven de Val
Hoedekenskerke


Compagnie Surf en Turf
Hoedekenskerke


vanzelfsprekende doch originele tafeldecoratie
Compagnie Surf en Turf
Hoedekenskerke


zeehonden op de Platen van Ossennisse
vanaf Hoedekenskerke


Motorwagen / railbus
Goes-Borsele
vanaf Hoedekenskerke


Stoomtrein Goes-Borsele
vanaf Hoedekenskerke


Nieuwe Natuur, Scheldeoord.


Haven, Ellewoutsdijk.


Fort, Ellewoutsdijk.
Op achtergrond Terneuzen.


Boerderij Zorgwijk.
Ellewoutsdijk.


Langs de Zeedijk.
Driewegen.


Coudorpsche berg - Coudorpe
Driewegen.


Berg van Troje met voorburcht, 13e eeuw 2


witte deuromranding (9951)
Borssele


woonhuis uit 1639 (9947)
Borssele



Borssele


dwarshuis (9953)
Borssele


waterstaatskerk, 1852
Borssele


vate
Borssele


Viskot, 1832 2 (9954)
Borssele



Borssele






Dag 4: Walcheren

kaart 4

We hebben voor vandaag Walcheren op het programma gezet. Domburg is daarbij een doel, vanwege Nehalennia en als een van de drie burgen op dit (voormalig) eiland. We zijn benieuwd wat we hiervan nog terug kunnen vinden.


      Graszode
Aangezien we richting het westen gaan rijden, komen we allereerst weer door het gehucht Graszode. En aangezien dit woord van levensbelang is gebleken, de afgelopen millennia en we op de radio er een verhaaltje over hoorden, gaan we er nu maar even dieper op in.
De Vrooneweg en de Oude Zandweg hebben we al gereden en dat gaan we nu ook weer doen. Het zijstraatje Graszode nog niet. Ook het tot de verbeelding sprekende Roverweg hebben we nog niet bereden. Graszode zou De Hosvazze in het lokaal dialect zijn
1, maar ook De Gosvazze 2.
Van dit soort lettertransities houden we wel. Gosvazze betekent graszode en gos betekent gras. Vas betekent echter ook graszode en daarnaast betekent vazze ook zode of graszode. Daarentegen is er ook nog een ander Zeeuws woord, namelijk zôôie. En dit betekent plakken vette klei voor het dijken. Deze uit de schorren gestoken stukken hebben een afmeting van 15:15:20 3.

We rijden via Lewedorp richting Arnemuiden, waar we tegen onze vakantieprincipes, de snelweg oprijden. Maar zoals al eerder gezegd, soms kun je niet anders. De N57 biedt ons sinds 2011 een aquaduct als kanaalkruising met het Kanaal van Walcheren 4. En zo rijden we eenvoudig om Middelburg heen.

noten:
1. Wikipedia Graszode (Borsele),
2. De Hosvazze;
3. Woordenboek der Zeeuwse Dialecten : Jubileumeditie / Ha.C.M. Ghijsen. - Amsterdam/Brussel : Elsevier, 1974. - p. 283, 1035, 1195;
4. Wegenwiki N57 (Nederland).
internetraadpleging: 21-9-2015


      Gapinge
Om niet te lang met het overige vakantieverkeer in aanraking te hoeven komen, slaan we voor Serooskerke rechtsaf naar Gapinge. Gapinge suggereert - net als Sabbinge - een iets ouder dorp te zijn dan de andere. De terp (
46013) waarop de kerk staat, bevestigd deze vermoedde bewoning tussen de 9e en 10e eeuw dan ook.
Onze reisgidsjes 'Zeeland' van de ANWB, Marco Polo en Capitool weten niets te melden over deze plaats. Wanneer we de wagen bij de kerk parkeren, vinden we een informatiebord over deze torenkerk. "De kerk dateert uit 1216", vermeldt het bord.
Hiermee wordt waarschijnlijk bedoeld, zo merkt voorzitter Braam van de Vereniging "Dorpsraad Gapinge" terecht op, de eerste vermelding op 5 februari 1216 van Gapinge in de bevestigingsoorkonde van het Kapittel van Sint Pieter 1 (Pieterskerk Utrecht). Hier geeft de als Lotario dei Conti di Segni geboren (Gavignano, 1160/1161) en als Innocentius III gestorven (Perugia, 16 juli 1216) 2 paus het bisdom Utrecht zeggenschap over de kerk van Gapinge 3 en bijbehorende tienden 1.
Hieruit volgt vanzelfsprekend dat het bestaan ouder is.
De toen nog van hout gebouwde kerk viel daarvoor onder de parochie van de Noordmonsterkerk in Middelburg 3, die we als de afgebroken St. Pieterskerk zijn tegengekomen op Dag2 .
De oudst bekende pastoor heette Johannes Gapingakercka, volgens een acte uit 1266 4, ook geschreven als Gapinghakerka 5. Twee maanden later gebruikt hij zijn zegel in groene was om samen met andere een verzoek van parochiegrensscheiding te laten bevestigen door de bisschop van Traiectum 6 (Utrecht). Hierdoor weten we ietsjes meer over het dorp, want het gebouw zelf is van later datum. De toren is gebouwd rond 1400. Daarna werd een eindje verderop, ook in de 15e eeuw - het koor gebouwd. Rond 1500 werd tussen de toren en het koor het schip gebouwd.
Dit is de eerste maal dat we twee separaat van elkaar staande gebouwen verenigd zien worden middels een schip. Vaak was de toren als eerste gebouwd van baksteen, vuur en vijand bestendig, zoals ook hier dus het geval was. Hier werden de belangrijkste zaken bewaard. De op schrift vastgestelde zaken, maar ook het voedsel, wat m.i. dan ook een vergeten element is in het hele vliedbergen-verhaal. Het hebben van voedsel is ook een vorm van macht en maakt een 'heer' ook belangrijk en gaf hem aanzien.
Is het misschien mogelijk dat om deze toren ook een gracht lag? En aan de andere kant van de gracht de stenen kerk in vorm van het koor? Mogelijk werd vervolgens de gracht gedempt. Tussen beide gebouwen kon vervolgens met het schip het gebouw worden afgemaakt, zoals we het nu zien. Want, zo vermeldt het bord, deze kerk is een van de weinige die de tachtigjarige oorlog vrijwel ongeschonden is doorgekomen.
Opmerkelijk is het kruis in de muur van het schip boven het in de volksmond genoemde Noormannenpoortje, de Noordingang, ten teken dat het een RK-kerk betreft 7. Wanneer we deze Noorddeur doortrekken naar de andere kant, de Zuidingang, dan vinden we deze echter niet. Op enkele oude foto's 8 zien we aan de westkant van het halverwege de toren aangebouwde schip een ingang.
Op de zelfgemaakte foto kunnen we duidelijk de verschillende onderdelen terugvinden: koor, schip en toren. De muur tussen het koor en schip - dat duidelijk door het zadeldak te zien is - scheidt nog steeds beide zalen. Het schip wordt nog steeds als ontmoetingsruimte gebruikt en het koor voor de kerkdiensten en dat is al sinds jaar en dag zo 9. Helaas is de kerk op het moment van onze aanwezigheid gesloten, zodat we de twee zestiende-eeuwse grafzerken 4 die hier liggen niet kunnen bekijken. Mogelijk komen ze zelfs uit de dertiende en veertiende eeuw en hebben ze ingegraveerde voorstellingen 10.
Wel kunnen we aan de buitenkant bij de steunberen van het koor nog enkele versieringen zien, die we bij het schip niet meer tegenkomen. Dit versterkt duidelijk de verschillende bouwtijden van de drie onderdelen.
Over de oorsprong van deze plaats wordt heel voorzichtig en verwonderd door enkele internetbronnen gesproken over Gabo, een Friese naam, die de stichter zou kunnen zijn. En dan zou het dorp erg oud zijn 11. Maar zoals we al bij Sabbinge hadden geconstateerd, de uitgang 'Inge' geeft in de toponymie het ontstaan aan tussen ongeveer 500-1000 nOJ. van "een collectiviteit van de lieden" of "behorend bij" aan. Gabo heeft volgens de Friese namenlijst de schrijfvarianten Gabe, Ghabe. Deze naam kan verbijbelst worden tot Gabriël, en ook quasi-verlatijnst tot de namen Gabius en Gabinus. Gabema als familienaam is hiervan afgeleidt 12. Kortom, niets om je over te verbazen, wanneer je weet dat met het vertrek van de Romeinen, andere volken of stammen, waaronder de Friezen, dit gebied in trokken.
Een andere naamverklaring voor Gapinge is "zij die aan het gat (gaping) woonde" 13.
We lezen in ons Vliedbergenboekje dat Gapinge maar liefst twee vliedbergen heeft 15. We rijden even naar de Schellachseweg om deze te bekijken.
Er is echter nog een derde berg bekend en deze bevindt zich ten westen van de Vriezenveenseweg 16. Op dezelfde kavel lag ook ooit nederzetting (tussen 900-1249) 17. Bij het verlaten komen we nogmaals langs een straat, dat ons op het verkeerde been zet. De straat Vriezenveenseweg, met een zijstraat dat Hof Vriezenveen 14 is gaan heten, zou kunnen verwijzen naar een veengebied dat ontgonnen is door Friezen. Dit klopt echter en zou gezien de eerste naamoorsprong van deze plaats ook onlogisch zijn. Deze naam komt veelal voor op plekken waar ze van oorsprong niet woonden, maar bijvoorbeeld op uitnodiging ergens gaan venen.
Deze Vriezenveenseweg dankt zijn naam aan de bevolking van het Overijsselse dorp Vriezenveen, dat de bevolking van Gapinge na de inundatie van 3 oktober 1944 heeft voorzien van noodhulp bij de wederopbouw 3.

noten:
1. De kerk en de Nederlanden : archieven, instellingen, samenleving / E.S.C. Erkelens-Buttinger, P.A. Henderikx, H.L.Ph. Leeuwenberg, P.H.D. Leupen, Ph. Maarschalkerweerd, C.L. Verkerk (red.) m.m.v. L.P.W. de Graaff, D.T. Koen. - Hilversum : Verloren, 1997. - ISBN 90-6550-558-X p. 99-100;
2. Wikipedia Paus Innocentius III;
3. Mail 15-1-2016 / J. Braam (voorzitter Vereniging "Dorpsraad Gapinge");
3. Mail 15-1-2016 / J. Braam (voorzitter Vereniging "Dorpsraad Gapinge");
13. Vereniging "DORPSRAAD GAPINGE" : De geschiedenis van Gapinge;
internetraadpleging: 18-1-2016

4. Informatiebord "Geschiedenis van de torenkerk van Gapinge";
5. Zeeuws Archief : 27 Onze Lieve Vrouwe Abdij te Middelburg, 1189-1578 51: 1266 September;
6. Zeeuws Archief : 27 Onze Lieve Vrouwe Abdij te Middelburg, 1189-1578 52: 1266 November;
7. De uithangteekens, in verband met geschiedenis en volksleven beschouwd / Jan ter Gouw, Jacob van Lennep. - Amsterdam : Gebroeders Kraay, 1868. - p. 293;
8. het Geheugen van Nederland Gapinge: Hervormde kerk;
9. Monnikenwerk / W. Staat Kerkgeschiedenis;
10. Geschiedenis van Zeeland I, p. 324;
11. Wikipedia Gapinge;
12. Friesche Naamlijst / Johan Winkler, p. 114 Gabe;
14. Vereniging "DORPSRAAD GAPINGE" : Foto's van het dorp Gapinge Hof Vriezeveen;
15. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 38;
16. Archeologie in de gemeente Gapinge, Gapinge;
17. Archeologie in de gemeente Gapinge, Dorpsstraat;
internetraadpleging: 22 - 23-9-2015


      Serooskerke
We rijden dezelfde weg weer terug naar de N57, die we oversteken en rijden Serooskerke binnen. Opmerkelijk genoeg rijden we naar het noorden over de Noordweg naar de kerk, zodat deze Noordweg ten zuiden van de kerk ligt. Dit is natuurlijk vreemd en hiervoor is dan ook een andere verklaring. Deze Noordweg begint op de markt in Middelburg als Lange Noordstraat naar het noorden. Via de Korte Noordstraat, Noordsingel en Noordweg komen we door Brigdamme en Sint Laurens, zoals we deze weg ook gereden hebben en komt uit in Serooskerke bij de kerk, waar het verder zal gaan naar de kerk in Oostkapelle.
Johanneskerk, Serooskerke
's-Heerenhoek
Bewoning van dit gebied is er al zeer lange tijd. Aan de Molenweg heeft archeologisch onderzoek uitgewezen dat hier een nederzetting was in de periode 1-50 nOJ., vanwege vondsten van divers aardewerk
1, 2. Even verderop lag dan zo'n 1200 jaar later weer een vliedberg 3.

Wij moeten ons helaas beperken tot de dingen die we met eigen ogen kunnen zien, zoals de Johanneskerk. Deze kerk is wel te bezichtigen, maar niet nu. We merken op, dat ook in de zijmuren van deze kerk de Noord- en Zuiddeur zijn dichtgemetseld.

noten:
1. Geschiedenis van Zeeland I, p. 44;
2. Archeologie in de gemeente Veere, MOLENWEG;
3. Archeologie in de gemeente Serooskerke, SEROOSKERKE;
internetraadpleging: 23-9-2015


      Terra Maris
Wanneer we weer het dorp verlaten en op de N287 (nog steeds de Noordweg) naar Oostkapelle rijden, merken we dat we niet alleen zijn. Via een éénrichtingsverkeer-circuit worden we door het dorp geleid en komen we uit bij de kerk. Vanaf daar kunnen we over de Domburgse weg naar onze volgende stop, het museum
Terra Maris. Hier kunnen het Zeeuws landschap van het jaar nul tot nu ontdekken. En in de tuin staat een namaak vliedberg met mottekasteel, waarvan bij het begin van Dag3 al een afbeelding te zien is.
Wanneer we de auto op een betaald parkeerterrein van het museum zetten, blijken we een van de weinigen te zijn.
We betreden het gebied dat onderdeel is van Het Zeeuwse Landschap. Hierop vinden we eerst het kasteel/lusthof "Westhove", waar je tegenwoordig - net als in vroegere tijden - een drankje kunt drinken, een hapje kunt eten en kunt overnachten. Immers diverse mensen als Floris (V), Karel (de Stoute) en Karel (V) deden dit ook al. Laurent Vital schreef immers dat Karel (V) hier volop genoot van zee en strand, toe hij hier in 1517 logeerde 1.
Het kan zijn dat op deze plek al in het jaar 836 een mottekasteel stond 2. Bewoning was er rond deze tijd in verschillende woonkernen 3. In 1277 komt de naam Westhove in ieder geval in de archiefstukken voor, want de abten van Middelburg hadden hier een buitenverblijf 2. In de toegangstoren van het huidige kasteel zijn nog resten terug te vinden van de donjon 4. De Tachtigjarige oorlog ging hier niet zonder strijd voorbij. De Watergeuzen namen het af van de Spaanse bezetters en staken het in brand 2 om te voorkomen dat het weer een broeinest zou kunnen worden.
In de 17e eeuw werd het weer opgebouwd door Zeeuwse kooplieden en werd er in de volgende eeuw een koetshuis, stallen en oranjerie bijgebouwd 2. Tegenwoordig bevindt zich in de oranjerie het museum, dat we nu gaan bezoeken. Maar eerst gaan we even wat drinken.
Terra Maris is een klein museum, dat zich vooral richt op kinderen en hun zo wegwijs maakt in de geschiedenis. Met enkele maquettes wordt deze geschiedenis mooi uitgebeeld. Maar ook het dierenrijk van het water, land en lucht komen uitgebreid aan bod, zodat deze goed bekeken kunnen worden.
Ook is er buiten genoeg te bekijken.
De landschapstuin laat je op de 2½ ha (= hecto-are of ook wel hectare genoemd) diverse Zeeuwse landschapstypen meemaken. Dit is een gebied van 250 x 100 m. Daarnaast kun je natuurlijk ook een bezoekje brengen aan de vliedberg met mottekasteel. Zodoende krijg je meer gevoel bij het geheel en kun je van het uitzicht genieten. Dit zal er rond 1200 beter hebben uitgezien, want nu staan er toch iets meer bomen die ook hoogte hebben gekregen, zodat een horizon ontwaren nog een hele klus is.
Na een rondje tuin nemen we vanzelfsprekend nog even de winkel mee, waar we nog enkele interessante titels vinden.

noten:
1. Geschiedenis van Zeeland I, p. 336;
2. Informatiebord "Kasteel Westhove";
3. Geschiedenis van Zeeland I, p. 80-81;
4. Geschiedenis van Zeeland I, p. 177;
internetraadpleging: 23-9-2015


      Domburg
Wanneer we weer van het parkeerterrein rijden, is het nog een dikke kilometer naar de volgende, bij Domburg. Het is even slikken, want we zijn in het toeristisch gebied beland. Na veel mazzel op dit parkeerterreintje, er reed er net eentje weg, toen wij al het rondje hadden gemaakt, gingen wij ons in het gewoel begeven.
Eerst moeten we nog een stukje langs de Domburgseweg lopen, waar we op nummer 12 een Villa (
508061) uit 1885 tegenkomen. Dit gebouw is opgetrokken in neorenaissance architectuur-stijl, dat in deze periode - 1875-1915 - als een passend eigen 'nationalistische' bouwstijl werd omarmd. In deze periode was men namelijk ook al op zoek naar de eigenheid van de natie en identiteit en het teruggrijpen naar op 'onze' Gouden eeuw, lag voor de hand 1. We horen in ons achterhoofd de echo van iemand die terugverlangde naar de VOC-mentaliteit 2.
Wanneer we het eerste pleintje - waar ooit een kapel heeft gestaan - naderen, begrijpen we de drukte. Er is markt, vanaf hier tot en met aan de Weststraat. Nadat we rustig afgewacht hebben, totdat de ov-bus z'n lastige draai richting strand had gemaakt, staken wij de weg over en lopen de Schuitvlotstraat in. Veel historische taferelen hoeven we niet te verwachten in deze drukte en met kraampjes bezaaide straten, al geeft dit natuurlijk wel 'dezelfde' drukte en sfeer als eeuwen geleden. De reden dat we de Schuitvlotstraat inlopen heeft twee redenen. Ergens in deze straat bevindt zich een VVV en daarnaast zijn we benieuwd naar wat we nog terug kunnen vinden van het einde van de waterverbinding tussen Middelburg en Domburg. Het heet immers niet voor niets de Schuitvlotstraat.
Dat voor heel Domburg de mogelijkheid bestaat, om de huidige situatie te vergelijken met de oude kaart Caerte ende afbeeldinge der stede ende heerlijkckheijt van Dombvrgh [...] Anno 1648, is natuurlijk een interessant gegeven 3. Maar het beleven van zo'n oude stad is natuurlijk op zich al een ervaring. We weten immers al van de vondsten die een jaar eerder zijn gedaan dan het maken van de kaart, in januari 1647. Toen werden de Nehalenniastenen voor de kust van Domburg gevonden. Hierover is ook een paragraaf gewijd in het literatuuronderzoek . Ook de handelsrelaties worden hierin besproken .
Maar we beginnen met het oudste onderdeel, de ringwalburg, dat samen met Middelburg en Souburg tussen 885-891 gebouwd zou zijn. Volgens De Klerk, auteur van De oude kaarten van Zeeland, is dit niet meer terug te vinden in het huidige stratenplan 3. En dat kunnen we allemaal wel beamen. Maar met de gegevens die we wel weten, kunnen we misschien toch een rondje tekenen op de moderne kaart, om een indruk te krijgen hoe de vork mogelijk ongeveer in de steel heeft gezeten. We weten uit Middelburg, dat de kerk net buiten de burg gebouwd is. Daarnaast vinden we op de oude kaart het perceelbezit. Hierbij staan naast de namen van de eigenaren, ook een perceel 3 met de volgende beschrijving: de wal van Jan Florisz. Codde. Deze percelen liggen ten zuiden van de Domburgseweg, ongeveer vanaf nr. 4 tot Het Maereltje (waaraan op deze hoek onze villa op nr. 12 staat). Aan de achterkant grenzen ze ongeveer aan de straat dat heel toepasselijk Duinenburg heet 3. Wanneer we de archeologische opgravingen hierbij betrekken ontstaan er vanzelf een soort ovale cirkelvorm 4. Niet zo prachtig rond, zoals ons geschetst is in Middelburg en Souburg, maar wel duidelijk rondachtig. De presentatie van het archeologische onderzoek houdt echter de wal wel mooi rond 5.

Verklaring kleuren: Grijs = de Ringwal; A (rood) = Archeologisch onderzoek; Groene lijnen = de richtingstraten; Blauwe lijnen = de Domburgsche Watergang naar Middelburg.

De vorm van de wal van Domburg zoals het mogelijk tussen 885-891 nOJ. gebouwd is.
Net als in Middelburg vinden we hier de Noord- en Zuidstraat en West- en Ooststraat. De richtingstraten zijn echter een eindje naar het westen verschoven, wanneer we rekenen dat het ingetekende kruispunt bij het Groentje / Boterkapel op dat moment het 'centrum' was. Mogelijk is men in latere tijden de - buiten de wal geplaatste - kerk als midden gaan zien en daarmee de straatnamen mee hebben laten schuiven. De huidige Badstraat heette in 1648 de Kleine Noordstraat. De Noordstraat was toen de Lange Noordstraat.
De kerk ligt nu evengoed niet als een ring in het midden, want hierop komen de Jan Tooropstraat (als Noordstraat) en Stationstraat (als Zuidstraat). Een beetje gekunsteld blijft het, ook nu nog.


Hoe goed we ook kijken, water vinden we niet in of naast Schuitvlotstraat. We merken wel dat de weg glooiend afloopt.
Op de plek waar de Domburgsche Watergang 6 zou moeten beginnen, vinden we schuin aan de overkant van de straat wel de VVV. Het valt ons op, wanneer binnen rondlopen, dat we de meeste titels al voorbij hebben zien komen. Wat we ook voorbij hebben zien komen, maar dan op de tv bij Omroep Zeeland - waarnaar we natuurlijk dagelijks kijken - is het programma Lees het Landschap. Kijk, daar houden wij nu van. En laat hiervan nu een Dvd'tje liggen.
Verder vinden we nog enkele andere titels. De dame van de VVV is erg behulpzaam met het helpen van ontdekken van nieuwe titels. Helaas hebben we ze net al gekocht of hadden we ze al. Op het verre geschiedenisvlak kan ze ons niet helpen, wel op de WOII-geschiedenis. Ze komt dan ook met een bunkerroute van de Atlantikwall aanzetten.
Wij lopen weer terug naar het centrum en lopen bij het Groentje de markt op. De (halve) cirkel die mede door Boterkapel gevormd wordt, blijft een interessant gegeven. Eigenlijk vormde dit in vroegere tijden de ring (van het ringdorp), waar waarschijnlijk het midden lag, met drinkplaats etc.
Een andere historisch element, van veel latere datum komen we tegen wanneer we in de Ooststraat door nieuwsgierigheid een steegje in worden getrokken. Hier blijkt het Marie Tak van Poortvliet Museum Domburg te zitten. Dit is vernoemd naar kunstverzamelaarster, antroposofe en landbouwpionierster Marie Tak van Poortvliet (1871-1936) en is sinds 1994 hier gevestigd. Dit museum herbergt werk van diverse kunstenaar uit haar tijd, zoals Jan Toorop, Ferdinand Hart Nibbrig en vriendin Jacoba van Heemskerck, om er enkele te noemen. Daarnaast is er ook ruimte voor hedendaagse kunstenaars met eigen tentoonstellingen. Op dit moment (29 maart – 8 november 2015) is er MET DE NATUUR ALS LEERMEESTER - DE KUNSTENAARSKOLONIE SCHWAAN te zien. Behalve op maandagen (vandaag), want dan zijn ze gesloten.
Op de hoek van de Oost- en Noordstraat vinden we onze eerste waterpomp, op de plek waar het ook op de kaart uit 1648 staat. Het staat op de kaart voor het Stathuijs 3 uit 1567 7 (13202). Sinds 1975 zit De Pagter Antiek & Interieur hier gevestigd.
Even verder zien we de kerktoren, maar de kerk is hiervandaan niet meer te bereiken, vanwege de kraampjes. We duiken daarom even de Kerkstraat in om op de hoek met de Kerkstraat, de kerk volledig in zicht te krijgen. De toren (13205) en het kerkgebouw (13203) hebben ook hier weer een verschillende ontstaansgeschiedenis en momenten: 1250 (toren) en 1300 (kerkgedeelte). In het geschiedenisverhaal van de Protestantse Gemeente te Domburg wordt gesteld dat deze op de plek stond van de kerk van "Domburg buiten de burg" (west Domburg). Er waren namelijk toen twee parochies 8. Dit bevestigd dan weer het geschetste beeld van de burg. Vanwege het feit dat Domburg een van oudste badplaatsen is en een schilders bolwerk, komen we ook deze kerk vele malen als geliefd onderwerp tegen. De bekendste is te bewonderen in het Gemeentemuseum Den Haag en is in 1914 gemaakt door Piet Mondriaan. Daarvoor had hij het ook al getekend (1910), deze is ook te zien in het Gemeentemuseum Den Haag.
Vader Johan en Mies Drabbe in de tuin te Domburg.
Jan Toorop | 1898 | zwart krijt met potlood en pastel op papier 9 | 24 x 31 cm 10 (Collectie H.F. Elout)
Verderop in de Weststraat komen we langs een voormalig koetshuis (508059). Een informatiebord vermeldt dat tussen 1903-1955 schilderes Mies Elout-Drabbe (1875-1956) en haar man Paul Elout (1875-1956) hier woonden. Beiden waren een stimulans voor het kunstzinnige klimaat in Domburg. Zij werd ook wel Moen genoemd en was vriend en leerling van Jan Toorop. Ook Mondriaan heeft haar beïnvloed 11.
We slaan rechtsaf de Weverijstraat in. Op de kaart uit 1648 liggen ten westen van deze straat de Bleeckerijen op een eigen perceel ingetekend, zodat we hierin een soort van logische volgorde kunnen waarnemen op dit 'industrieterrein' van weleer. We vinden hier ook enkele huizen die, wanneer ze gerenoveerd worden er mooi uitzien.
We lopen verder door de huidige Duinstraat, waarna we nog door slechts een duinenrij hoeven om bij de zee uit te komen. Dit was zo'n 350 jaar wel anders. De kaart uit 1648 laat ons zien dat in deze periode de duinenpartijen stukken breder waren, zodat een wandelingetje vanaf de Weststraat naar het strand toch wel zo'n 750 meter was in plaats van de 300 meter nu 3. De duinen waaien langzaamaan weg en de zee komt daarmee steeds verder landinwaarts te liggen. Dat dit al lange tijd gaande is weten we natuurlijk al, gezien de vondsten van de Nehalennia-tempel. Deze ligt nu een paar honderd meter zeewaarts.
Badende vrouw - 1996
Hansje den Hollander
De Baadster

We lopen over het op deze laatste duinenrij gelegde Boulevard van Schagen en genieten van de zee, wind, duinen en de gebouwen die af en toe opduiken.
Bij de Badstraat lopen we het dorp weer in en vinden het enige dat nog aan heel vroeger doet herinneren, een Nehalenniaweg en Hotel Nehalennia.
Op de hoek van de Badstraat naar de Domburgseweg vinden we een toepasselijk beeld van Hansje den Hollander (Oostkapelle, 1942) 12.
Gezien de tijd wordt het voor ons echter tijd om verder te rijden, want we zullen vandaag niet de enige zijn.
We verlaten Domburg via de Roosjesweg, die in het verlengde van de Schuitvlotstraat naar het zuiden gaat. Mogelijk komen we nog water van de Domburgsche Watergang tegen.

noten:
1. Architectuurgids Delft Neorenaissance, 1875-1915;
2. YouTube Balkenendes VOC-mentaliteit;
3. De oude kaarten van Zeeland : Stad en dorp, land en water in vier eeuwen cartografie / Aad de Klerk. - Zwolle : WBooks, 2015. - ISBN 978-94-625-8077-0. - p. 50-51;
4. Archeologie Erfgoedthesaurus Domburg: Wal-/vluchtburcht;
5. Walcherse Archeologische Dienst opgraving 'de Duinburg', Brochure opgraving Vikingen in Domburg, WAD presentatie Zeeuwse Amateur-Archeologen-Dagen Wonen in de Duinburg;
6. Topografische Atlas van Zeeland : Schaal 1:25.000 / Thomas Termeulen, Rob Kersbergen (samenstelling). - Landsmeer : Uitgeverij 12 Provinciën, 2014. - ISBN 978-90-77350-78-2. - p. 25-26;
7. Wikipedia Stadhuis van Domburg;
8. Protestantse Gemeente te Domburg Geschiedenis;
9. Zeeuwse Ankers Kunstenaars in Domburg;
10. Jan Toorop;
11. Wikipedia Mies Elout-Drabbe;
12. RKD explore;
internetraadpleging: 24 - 26-9-2015


      Aagtekerke
Met de Roosjesweg rijden we zo Aagtekerke binnen. Dit blijkt ook een kerkringdorp te zijn. We stoppen even op het Dorpsplein. Op het informatiebord lezen we het merkwaardige verhaal van deze Dorpskerk (
28105).
Dorpsplein, Aagtekerke
Zoals we bij Domburg al lazen, waren daar twee parochies. De kerk van de ene "Domburg buiten de burg" hebben we kunnen zien. De andere kerk van "Domburg binnen de burg", dat bij het Groentje stond, werd daar afgebroken. Met het bruikbare materiaal werd deze kerk in 1327 ten laste van de Middelburgse abt in Aagtekerke gebouwd en net als in Domburg gewijd aan de heilige Agatha, een martelares uit de Romeinse tijd. Vandaar ook dat dit dorp zo heet. Door vernietiging in de tachtigjarige oorlog is er van deze kerk ook niets overgebleven 1. Dit gebeurde tijdens het Beleg van Middelburg in 1572-1574. De oudste gedeelten van toren (28106) komen echter wel uit het begin van de 15e eeuw 2.
We maken even een korte wandeling over dit plein en zien dat de panden er allemaal prachtig verzorgd bij staan, wat een tal van fotogenieke momenten oplevert. Daarna bezoeken we nog snel even een sluitende dorpswinkel. Zo'n winkel wens je elk dorp toe, waar geen winkel meer is.
We vinden hier echter ook geen eetgelegenheid, dus stappen we weer in de wagen en rijden een stukje verder over de Prelaatweg richting Sint-Jan ten Heere, waar we op de gedetailleerde kaart langs de Geschieresweg een vliedberg zien staan. We slaan echter net een weg te vroeg af en rijden daardoor over de Rapenburgweg naar Meliskerke.

noten:
1. Informatiebord Dorpskerk Aagtekerke;
2. Wikipedia Aagtekerke;

internetraadpleging: 27-9-2015



kerk
Meliskerke

huisjes
Meliskerke
      Meliskerke
Als grens tussen Aagtekerke en Meliskerke wordt een kreek gebruikt. De Westkapelse Kreek, ontstaan na een Brits bombardement op de dijk, met het geslaagde doel om het land onder water te zetten, om zo de bevrijding eenvoudiger te maken
1, staat in verbinding met de West-Rapenburgsche Sprink, dat hier de grens vormt tussen beide dorpen. Deze Sprink staat ook weer in verbinding met de Domburgse Watergang.
Wanneer we Meliskerke naderen zien het dorp duidelijk op een verhoging liggen. Aangezien de meeste wegen en dorpen op oude kreekruggen liggen, zal Meliskerke geen uitzondering zijn. De kerk - voor de reformatie Sint-Odulphuskerk - zien we behoorlijk uit het lood geslagen, zo'n 60 cm 1.

noten:
1. Wikipedia Westkapelle (Nederland);

internetraadpleging: 27-9-2015


      Grijpskerke
We gokken erop dat we in Grijpskerke - als iets grotere plaats - een restaurant tegenkomen. Wanneer we ernaartoe rijden, blijkt ook de grens naar Grijpskerke een watergang te zijn. En ditmaal zelfs de Domburgse Watergang.
Prompt rijden we in Grijpskerke over de Schuitvlotstraat. We rijden meteen door naar de kerk en komen langs de straat met naam Bergwei. Even ontstaat er verwarring over deze straatnaam, immers wei = weg in Friesland. Maar we zijn in Zeeland...

Michaëlskerk
Grijpskerke

Assiebak
Grijpskerke
Op het plein zien we niets dat op een restaurant lijkt. Wel vinden we een Assiebak, waar men in vroegere tijden - vóór het tijdperk van de gaskachels - de as kon storten
1. Er staan er twee aan de Kerkring, waarbinnen de Michaëlskerk (28113) staat. De eerste stenen kerk werd waarschijnlijk al rond 1190 gebouwd. En daarvoor zal er al een houten kerk hebben gestaan. Gripeskercke of Gripescerce is dan ook al lang bewoond gebied. Onder deze naam wordt het rond 700 al genoemd. Maar ook voor de Romeinse tijd waren hier al mensen 2. Men gaat ervan uit dat de naam of van een persoon met de naam Gripe 3 komt of van Friese woord gariep dat landstreek betekend 4. Herkenbaarder wordt het om het als garijp of garyp te schrijven - al blijft de uitspraak hetzelfde - en de betekenis te omschrijven als ga=landschap en ryp=zandrug of strook 5, wat dan neerkomt op de al vaak genoemde kreekrug. Grijpskerke ligt immers op een kruispunt van 2 kreekruggen. En zo kunnen we de volgende plaats in het rijtje plaatsen.
De maag wint het momenteel van de geschiedenis en dus rijden we snel door. Wanneer we de Hondegemsweg naar de N57 rijden, zien we nog het prachtig kasteeltje 't Munnikenhof, iets waar we normaal gesproken voor stoppen, maar nu even niet. 't Kasteeltje was een tijdlang een buitenplaats van Jacob Cats 5 (Brouwershaven, 10 november 1577 – Den Haag, 12 september 1660), die dichter, jurist en politicus was. Hij is geen familie van de heren van Cats, van het eerste dorpje Kats , waar we de vakantie mee begonnen.
noten:
1. informatiebord Assiebak;
2. Grijpskerke info Historie,
3. Informatie over Grijpskerke;
4. Wikipedia Grijpskerke,
5. Garijp;
6. Jacob Cats (dichter);

internetraadpleging: 28 - 29-9-2015


      Middelburg
Op de N57 zien we enorme file staan, maar gelukkig voor ons niet naar Middelburg, maar richting de kusten, zodat we vlot naar het Damplein kunnen rijden en daar de auto parkeren. Gelukkig is er plaats genoeg, alle toeristen kwamen we net tegen.
Verleidt door de beeldengroep boven de Gistpoort - ook wel Ankerpoort of Blauwpoort genoemd
1 - van Oswald Wenckebach, die dit beeld van beeld Rooms-koning Willem II in 1955 maakte 2, lopen we ernaartoe. Het beeld we mogen opvatten als een eerbetoon. De poort werd ergens begin 16e eeuw gebouwd, na de grote stadsbrand van 1492 1.

Mexicaanse fajita, kip, groenten, tortilla, crème fraîche, salsa, guacamole, wedges
Sea Salad, gamba’s, gerookte zalm, mosseltjes, sla, cherrytomaatjes, komkommer, paprika, kappertjes, limoendressing
Cityclub Zanzi Bar
Middelburg
Met stevige pas lopen we door het Abdij om het even terug te halen in onze herinnering. We groeten het Zeeuws Museum en lopen onder poort door naar Balans en Korte Burg. Op de hoek met de Groenmarkt vallen we bijna over een gevelrestant van de Lange Delft 64 "De Dolfijn" waarin sinds 1898 het Provinciale Bibliotheek was gevestigd, dat door een Duits bombardement op 17 mei 1940 werd verwoest 3. Het ligt hier als symbool van "steen des aanstoots". Via de Nieuwe Burg lopen we naar de Markt, waar we Cityclub Zanzi Bar uitkiezen om te gaan eten. Binnen treffen we een bijzondere aankleding aan.
Het eten ziet er goed uit en smaakt ook uitstekend, dus een prima plek om te eten.

Plaquette Wederopbouw
Middelburg

En hier waren we ook wel even aan toe, na een volle dag. Tot besluit een cappuccino, waarna we weer voldaan, rustig naar de wagen wandelen. Onderweg komen op de Korte Delft 57 nog een opmerkelijke muursteen tegen, die we niet meteen kunnen plaatsen. Het stelt de Middelburgse adelaar als een Phoenix voor, dat het herrijzen van het nieuwe pand in 1940 symboliseert, nadat het door de Duitse bombardement van 17-5-1940 door vuur was vernietigd 4.

In de al schemerig wordende avond rijden we over een inmiddels bekende weg terug naar ons tijdelijk verblijf, waar we verder uitbuiken en de oogst van vandaag bekijken.

noten:
1. informatiebord Gistpoort;
2. Wikipedia Oswald Wenckebach;
3. Traces of War Monument "De Explosie" Middelburg,
3. Plaquette Wederopbouw Middelburg;

internetraadpleging: 29-9-2015



bord Graszode


kerk, Gapinge


kerk, Gapinge


vliedberg Schellachseweg, Gapinge


Johanneskerk, Serooskerke


praathuis, Serooskerke


kasteel/lusthof "Westhove", Domburg


miniatuur "eerste bewoning", Terra Maris


miniatuur "veenwinning / moernering", Terra Maris


uitzicht vanaf het mollekasteel, Terra Maris


Villa uit 1885, Domburg


Schuitvlotstraat, Domburg


waterput (hoek Noord- en Ooststraat), Domburg


het Stathuijs (voormalig), Domburg


Nederlands Hervormde kerk, Domburg


Koetshuis (1883)
Villa De Wael
Domburg


Weverijstraat, Domburg


Weverijstraat, Domburg


strand, Domburg


Zicht op Domburg vanaf Boulevard van Schagen


Zicht op Domburg vanaf Boulevard van Schagen


NH dorpskerk, Aagtekerke


Dorpsplein, Aagtekerke


Duinenrij tussen Westkapelle en Zouteland
(landzijde)


West-Rapenburgsche Sprink
stroomafwaarts


West-Rapenburgsche Sprink
stroomopwaarts


Domburgse Watergang
richting Domburg


Domburgse Watergang
richting Middelburg


Travalje, hoefstal of kluister
Grijpskerke


Gistpoort
Middelburg


'De explosie' - 17 mei 1940 (1988)
Middelburg






Dag 5: Zuid-Beveland benoorden A58

kaart 5a

We merken dat de eerste week alweer behoorlijk gevorderd is, maar dat we nog grote delen van dit schiereiland nog niet hebben bezocht. We moeten dus keuzes maken en sommige plekken ongezien laten. Mede geïnspireerd door het programma Lees het Landschap blijven we vandaag op Zuid-Beveland en bezoeken we de dorpen en het veengebied ten noorden van de A58. Hiermee bedoelen we dan de dorpen die in delen van de gemeenten Goes, Kapelle en Reimerswaal liggen. De meeste dorpen liggen op of nabij oude kreekruggen en worden daarnaast waarschijnlijk meer zeewaarts beschermd door een dijk dat na de zware stormvloed van 1134 en voor 1147 is aangelegd 1.

noten:
1. Geschiedenis van Zeeland I, p. 93.


      's-Heer Arendskerke
Aangezien wij onder de A58 verblijven, rijden we eerst naar de andere kant van de A58 en bereiken kort daarop 's-Heer Arendskerke.
We parkeren de wagen op de Torenring. De Torenring is een opvallende naam voor een ringstraat waarbinnen de kerk en dus ook de toren staan. Echter, zoals we intussen geleerd hebben, staat deze toren er vaak (veel) eerder. Dus deze naam lijkt veel oorspronkelijker dan de Kerkringen of ander kerk gerelateerde staatnamen. Dat zal straks ook blijken.

Meerdere malen vergrootte woning, Torenring
's-Heer Arendskerke
Allereerst vallen enkele woningen op. Ze ogen klein en uit de jaren 30 of 50. We krijgen echter een mogelijkheid om een stukje verder de geschiedenis in te kijken, wanneer we tussen twee woningen de muur kunnen zien. We zien de stenen en vorm van de oudste bouw, zoals we het ook in Kats
zagen.
De oorspronkelijke grote van deze woning liep waarschijnlijk tot de gele steentjes (zie foto). Daarna zien we de lijnen van de gele steentjes gevolgd worden door ruwe rode stenen, dat tot driekwart van de huidige hoogte doorgaat, om vervolgens waarschijnlijk aansluiting naar beneden te vinden in de lijn van de oudste gele steentjes. Daarna volgt nog een nieuwe verhoging met gladde rode stenen. Mogelijk is er toen ook nieuwe pui gemetseld, maar misschien is dat ook wel gedaan tijdens het vervangen de dakpannen, die misschien uit de jaren 70 van de vorige eeuw stammen.
Kortom de Torenring ziet er jonger uit dan dat ze in werkelijkheid is.
Het informatiebord van de Petruskerk geeft aan, dat men er van uitgaan dat de toren oorspronkelijk is.
De parochie is in de 12e eeuw gesticht door heer Arend met de buijk, zoals Arend van Schenge genoemd werd 1. Arend kwam ook als Aernout of Arnoud voor, zoals we uit andere benamingen van dit dorp kunnen halen: Aernoutskerke, Ser Arnoudskerke en Sraskerke 2.

Naast deze torenring heeft ook een (waarschijnlijk) oudere terp gelegen, dat hiervandaan zo'n vierhonderd meter naar het zuidoosten ligt, tussen de (oude) Landweg en nieuwbouwwijk Bewestenwege. Deze vliedberg bestond rond 1150 zeker uit een hoofdburcht en voorburcht en was volgens berekeningen zo'n 13 meter hoog.

"t vervallen slot van Schengen in Zeeland"
bron: KB - Het Geheugen: Schoemaker Atlas Schengen in Zeeland

"t vervallen slot van Schengen" / A. de Haen
bron: Fries Museum PTA333-004
Tussen beide burchten lag een gracht, met een breedte van 20 meter en een diepte van 1,7 tot 3 meter 3. De gronddiameters van de burchten waren respectieve 50 en 30 meter 4. Voor een grondverzetter waarschijnlijk een koud kunstje op dit exact uit te rekenen hoe diep de gracht moet zijn om voldoende grond voor de bergen te hebben. Tegenwoordig is het nauwelijks meer te zien. Slechts een verhoging van een halve meter is zichtbaar achtergebleven, want de Poelberg 4 is rond het jaar 1875 afgegraven. De stenen van het kasteel dat op de burcht was gebouwd, zijn voor dijkversteviging gebruik, toen het kasteel al vervallen was 5 en hiervan is zodoende dus ook niets meer terug te vinden.

Opmerkelijk is dat dezelfde ruïnetekening in het Friese Skingen wordt gebruikt voor de ruïne van De Wobbemastins .

Wat over het algemeen gold voor plaatsnamen met kerke in de naam, voorafgegaan door een persoonsnaam, geld dus ook voor 's-Heer Arendskerke. De stichters van de kerken wilden - net als de andere bouwers van de Eigenkerken in de dorpen langs de Noordzeekust - ook de zeggenschap houden over de parochie en de aanstelling van geestelijken, alsmede dit recht erfbaar houden. Hierdoor ontstond er natuurlijk frictie tussen deze ambachtsheren die hun welvaart middels de kerk tentoonspreiden en de moederkerk van de nieuwe parochie die er niets aan macht bij kreeg 6.
Daarnaast zien we vanaf de Torenring een voorstraat naar de (voormalige oude) haven lopen waar we ook de oude zeedijk terugvinden. Deze straat, de Vermetstraat, heeft voorheen andere namen gehad, zoals de Dorpstraat, Langestraat en wat natuurlijk ook weer tot de verbeelding spreekt, de Noordstraat.

noten:
1. Informatiebord Petruskerk;
2. Informatiebord 's-Heer Arendskerke;
3. Geschiedenis van Zeeland I, p. 176;
4. Wikipedia Poelberg ('s-Heer Arendskerke),
5. 's-Heer Arendskerke;
6. Geschiedenis van Zeeland I, p. 156;
7. Toponymie van de Gemeente ’s-Heer Arendskerke : (tot de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1970) / W.P. den Toom. - Goes, 2004. - p. 5, 14;

internetraadpleging: 3-10-2015


      Schenge
We komen vaak de Heren van Schenge tegen. Maar hoe moeten we dit zien?
De Schenge was het water tussen de eilanden Zuid-Beveland en Wolfaartsdijk, na de doorbraken van 1134 en voor de inpolderingen. Nu vinden we echter alleen nog smalle stukken water als Wester-Schenge en Ooster-Schenge, waartussen De Perponcherpolder als scheiding ligt met daarbij Planketent als kruispunt-gehucht.

De Heren van Schenge of de familie Van Schengen hebben hun naam dus geleend van dit water. De gebroeders Arnold en Hendrik van Schengen worden voor het eerst genoemd in 1198 en zijn mogelijk de naamgevers van 's-Heer Arendskerke, dat we hierboven bespraken en 's-Heer Hendrikskinderen, dat hieronder volgt.
Hiervoor wordt in 1147 voor het eerst over De Heren van Schengen gesproken.
En dan hebben we nog Wissekerke dat tussen beide dorpen ligt. De kerk van dit dorp is de oudste en wordt in 1216 genoemd. Hierna lezen we in 1267 voor het eerst van de kerk in 's-Heer Hendrikskinderen en daarna, zo rond 1275-1280 van de kerk in 's-Heer Arendskerke 1. Deze heren hadden - net als overal in dit gebied van water en veen - het recht van op- en aanwas, oftewel Recht van opstrek 2, zodat het bezit van deze familie flink kon uitgroeien, mits er natuurlijk geïnvesteerd werd in de aanwas.
De Schenge wordt in 976 Zuider-Zuidvliet genoemd. In deze periode was er waarschijnlijk al bewoning op de al genoemde kreekrug dat tussen Kloetinge en ’s-Heer Arendskerke, waarop een terp was gebouwd. Deze werd verhoogd na de vloeden van 1014 en 1134. De vloed van 1014 zorgde tevens voor het doorbreken van de kreekrug die daarvoor tot en met Walcheren liep 3.
In dit landschap vinden we vermoedelijk stukken oude zeedijk terug in de vorm van de stukken Oude Rijksweg.
Wanneer we via de Vermetstraat 's-Heer Arendskerke verlaten, vinden we niets terug van dit alles, behalve de dijk. Het nieuwe land is anders ingericht. Nieuwe N-wegen en kaarsrechte spoorlijnen komen we tegen en daartussen industrie (Eindewege) met summiere bewoning. We rijden dwars door de Schenge, het westelijk ingepolderde deel, over de Domeinplaatweg, dat vanwege de naamgeving overduidelijk in bezit was van de Domeinen, de Staat 4. Ten tijde van deze inpoldering gold duidelijk het Recht van opstrek niet meer.
We rijden over een wirwar van dijken en komen bij een dam in de Schenge, waar we uitzicht hebben over de Ooster-Schenge. De wind scheert ons om de haren wanneer we even uit de auto gaan. Hier waait het, hard.

Naast uitzicht over de Schenge, zien we ook de torens van Goes. Meestal kun je deze nauwelijks zien, omdat je er te dicht bij staat.
Het lukt ons niet om met de auto langs de Ooster-Schenge en dus over de Oude Zeedijk te rijden, omdat het een onverharde weg is. En dus rijden we naar de N254 om naar 's-Heer Hendrikskinderen te rijden. Hier rijden een rondje om de kerk en zien geen mogelijkheid om een goede foto van de kerk te maken, zodat we snel doorrijden naar de N256, waarmee we om Goes heen rijden, via Wilhelminadorp over de Kattendijkse dijk (de oude zeedijk) naar Kattendijke.

noten:
1. Toponymie van de Gemeente ’s-Heer Arendskerke : (tot de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1970) / W.P. den Toom. - Goes, 2004. - p. 5;
2. Wikipedia Recht van opstrek;
3. Toponymie van de Gemeente ’s-Heer Arendskerke : (tot de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1970) / W.P. den Toom. - Goes, 2004. - p. 9;
4. Toponymie van de Gemeente ’s-Heer Arendskerke : (tot de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1970) / W.P. den Toom. - Goes, 2004. - p. 35;

internetraadpleging: 4-10-2015



kerk op terp - Kattendijke
      Kattendijke
De kerk van Kattendijke staat overduidelijk op een terp. Het dorp is waarschijnlijk vernoemd naar de katwilg, dat de twijgen leverde voor de aanleg en versteviging van de dijk. De dijk die er tevens voor zorgde dat de Deesche Watergang afgedamd werd. Deze was in 1134 ontstaan tijdens de vloedgolf dat jaar. En zodoende maakte het ook het ontstaan van Kattendijke in de 11e eeuw mogelijk. De eerste kerk werd ±1251 gebouwd. Het huidige gebouw heeft nog een aantal elementen uit die periode. Deze parochie viel onder de kerk van Kloetinge.
Een eeuw eerder - in 1135 - vestigden zich iets ten zuiden van Kattendijke zich Cisterciënzers
2 monniken uit Lissewege 3 (Vlaanderen) van de “Abdij ter Doest 2” in een klein klooster. De boerderij “de Monnikenhof” staat nu op deze plek 1. Omstreeks 1190 werden Kattendijke en omgeving beveiligd met een grote dijk, die aangelegd werd door deze Cisterciënzer monniken. Deze heet nog steeds Monnikendijk 2 en wij zullen er straks overheen rijden richting Kapelle.
De huidige kerk is gebouwd rond 1404 en de achthoekige toren is gebouwd in 1640.
Een leeuwenkop als sluitsteen trek de aandacht bij de ingang van de kerk. Wanneer we goed kijken is dit er echter op aangebracht, samen met de steen aan de onderkant. Het is namelijk aan de boven over het baksteen gemetseld. Dan rijst natuurlijk wel meteen een aantal vragen. Is het een leeuwenkop? Moet het de tetramorf van Marcus voorstellen? En wat heeft het in zijn bek? En waarom is dit boven de ingang geplaatst, waar iedere kerkbezoeker onderdoor loopt?

Vanaf de Monnikendijk, de watertoren en toren van Kloetinge

De weg naar Kapelle leidt ons over de Monnikendijk en door fruitboomgaarden. Op een gegeven moment krijgen we weer vrij uitzicht over de velden. We kijken over de graanvelden naar de horizon en zien twee punten in de lucht steken. Het gaat om de watertoren van Goes en de toren van de Geerteskerk van Kloetinge. De watertoren is 63 meter hoog en heeft een apart ontwerp van de Breemse industrieel Carl Francke (Magdeburg, 30-06-1843 - Bremen 7-2-1931) 4 vanwege de stalen open skelet. Daarboven zit een betonnen kuip met een stalen binnenwand, waarin het water zat. Tegenwoordig is het omgebouwd en wordt het gebruikt als kantoorruimte. Het staat aan de 's Gravenpolderseweg in Goes sinds 1912 5.
Op de Geerteskerk in Kloetinge komen we vandaag nog terug , wanneer we een van de oudste dorpen van Zuid-Beveland, Kloetinge, een bezoekje brengen.
We rijden door naar Kapelle om vervolgens meteen weer richting het noorden te rijden, naar Wemeldinge.

noten:
1. Het dorp Kerk;
2. Geschiedenis van Goes en omgeving Kattendijke;
3. Monnikenwerk Herbedijken Kattendijke was monnikenwerk / W. Staat;
4. Wikipedia Carl Francke,
5. Watertoren (Goes 's Gravenpolderseweg);

internetraadpleging: 4-10-2015


      Wemeldinge
We krijgen intussen ontzettend veel zin in een bak koffie, maar zijn tot nu toe nog niets tegengekomen. In Wemeldinge zullen we vast iets tegenkomen, want we zijn hier zo'n 3½ jaar geleden al eens geweest en weten waar we ongeveer moeten zijn. Dat is ook de reden waarom we de kerk en vliedberg, dat net buiten het huidige dorp ligt, overslaan. We rijden er in een boogje omheen, wanneer we over de kreekrug (Wemeldingse Zandweg) en Blauwhuisweg naar het huidige centrum rijden. Hier vinden we Hotel Wemeldinge, dat gelukkig open is op het moment dat we aankomen. We gaan op het terras zitten en krijgen daar onze cappuccino's met een bolus en halen herinneringen op.

Maartenskerk op terp - Wemeldinge
We hebben toen, 3½ jaar geleden, de vliedberg nog redelijk goed door alle begroeiing heen kunnen zien. Het was in april en het voorjaar was nog maar net 2 à 3 weken bezig. Het is met z'n kleine 11 meter de hoogste van Zeeland
1.
De Maartenskerk staat ernaast en we kunnen op de toegangshekken lezen dat het ongeveer uit 1200 stamt. Het is duidelijk te zien dat deze kerk ook op een terp ligt, wat ook voor de hand ligt. Wemeldinge eindigt immers op 'inge' en zou dus een stichtingsjaar van ongeveer 500-1000 nOJ. moeten hebben.
Wemeld zou dan afkomstig zijn van Werimbald, verkort tot Wimald. Voorheen werd gedacht aan de naam Winiwald. We zouden in ieder geval op bezoek zijn bij de mannen van Wimald, een moedige en krachtige bewaker 2.
Wemel als mannelijke voornaamvorm en Wemeld (met varianten Wemela, Wemele en ook Wemel) als vrouwelijke voornaamvorm komen in het Oud-Fries gewoon voor en zijn afkomstig van het vrouwelijk Welmoed, Welmoet, Wellemoed. Deze vorm zou als (in het Nederlands) Welmoedje ook nog voorkomen in de gebieden Zaanstreek, Waterland en West-Friesland 3.
Ons Vliedbergenboekje benoemt de kerkterp als een kasteelberg, wat wordt ondersteunt door archeologisch onderzoek, uit de periode dat de kerk gerestaureerd werd 1. Dat dit elkaar niet hoeft te bijten, komt door de bebouwingsvolgorde van de objecten.
Naast de kerk, aan de andere kant, zou ook nog een vliedberg hebben gelegen, dat zelfs 14 meter hoog was, maar inmiddels helemaal is verdwenen 2. De drie vliedbergen (uit de periode na 1050 tot 1499) lagen allen ten zuidoosten van de huidige Kerkweg. Ten westen van deze vliedbergen en Kerkweg, ter hoogte van de verdwenen vliedberg zou in het bosschage een huisterp (900 tot 1949) hebben gelegen, gezien de hoeveelheid vondsten steengoed en aardewerk.
Ook in het midden van de straten Hoogeweg, Kerkweg en Kortstraatje zou een vliedberg (725 tot 1249) hebben gelegen met de naam Berg van Overwerve.
Naast vele andere opgravingen met nog onbekend resultaat, is ieder geval het klooster (archeologische datering: 1250 tot 1499) dat tussen de Wemeldingse Zandweg en Biezewegje lag, wel noemenswaardig 4.

In het oosten van Zuid-Beveland is deze Maartenskerk, samen met de kerk in Yerseke, waarschijnlijk de oudste 5. Wanneer we naar het zijaanzicht van de kerk kijken, valt op dat hier ook boven de deur van de kooraanbouw een kruis hangt, zoals we ook in Gapinge hebben gezien.

De koffie en bolus zijn op, dus hoogste tijd om naar Yerseke te gaan.

noten:
1. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 41;
2. Wikipedia Wemeldinge;
3. Friesche Naamlijst / Johan Winkler, p. 431 Wemel;
4. Archeologie in de gemeente Wemeldinge;
5. Geschiedenis van Zeeland I, p. 148;

internetraadpleging: 4 - 5-10-2015


      Kapelse Moer
Via de Brede- en Lurpseweg verlaten we Wemeldinge, waar we slingerend door de fruitboomgaarden rijden.

Circa 1860. Een van de weinige opnames van het graven met kruiwagens, lorries en paarden van het Kanaal door Zuid-Beveland
Bron: Bertus Verijzer / 150 jaar Kanaal door Zuid-Beveland
Eigenlijk moeten we hier de Postweg (N670) opgaan, dat Kapelle met Yerseke verbindt. Maar wij rijden nog even een stukje rechtdoor, de Tekenburgseweg in om met een landweggetje te belanden in het Kapelse Moer. Eigenlijk moeten we spreken over het Kapelse Moer en Yerseke Moer, want het is (of was) één gebied, dat echter bijna kaarsrecht wordt doorsneden door het Kanaal door Zuid-Beveland. Dit kanaal waarmee men in 1850 is begonnen te graven en in 1866 gereed kwam is ongeveer 9 km lang. In de 80er jaren
1 van de 20ste eeuw is het kanaal verbreed, tot wat het nu is. Volgend jaar bestaat het 150 jaar en dat gaat gevierd worden 2.
Het gebied is al eeuwen onderwerp van de scheppen en andere graafinstrumenten. Sinds het bedijkt is in de 11e - 12e eeuw, werd het door de mens voor diverse doeleinden gebruikt. Meest ingrijpende is waarschijnlijk het uitgraven van het veen voor het winnen van zout, de moernering, geweest. Dit betekende voor de eigenaren van deze industrie rijkdom. Zout was immers grote tijd het witte goud.
Dit gebied is een van de weinige gebieden dat beschouwd wordt als 'oudlandgebied'. Hier vindt men nog veenlandschap met veeneilanden, tussen verzande kreken, klei op veen en klei op ingeklonken veengronden.
Afgegraven veengronden met toegedekte kleigronden, die door onnauwkeurig werken tot hoogteverschillen hebben geleid. De kreekruggen, drinkpoelen en meidoornhagen in het hobbelige gebied laat de laatste stukken authentiek polderland zien 3 uit de vroege middeleeuwen. En dat willen we natuurlijk met eigen ogen aanschouwen, want veel dichterbij kunnen we niet bij de voetsporen van onze verre voorouders komen.
Tegenwoordig is het een belangrijkgebied als rust- en foerageergebied voor weidevogels, ganzen en zwanen en door de bijzondere samenstelling van de diverse gronden is er een grote diversiteit in de aanwezige begroeiingen 3.

Na het beleven van deze gronden moeten we over dezelfde weg terug naar de Postweg, dat ons over het Kanaal door Zuid-Beveland brengt.
We stoppen echter nog even bij de brug, omdat we hier een prachtig uitzicht hebben. De Postweg ligt er indrukwekkend bij evenals Kapelle, waar we later vandaag nog zullen komen. Maar eerst gaan naar Yerseke.

noten:
1. Van Oord Werkendam Verbreding kanaal door zuid beveland;
2. Kanaal 1866;
3. Natura 2000 gebieden Yerseke en Kapelse Moer;

internetraadpleging: 6-10-2015


      Yerseke
Wanneer we de brug over zijn gereden, zijn we in Yerseke. We rijden nu over de Postweg langs de Yerseke Moer. Maar eerst rijden we naar het dorp.
We zoeken natuurlijk ook hier weer de kerk op, al valt dat nu niet mee. Gevoelsmatig duurt het te lang voordat we de kerk vinden. Maar, opeens staat het er en zetten we de wagen op het Kerkplein. We lopen de weg terug richting de VVV.

ALS QVIRY VLASMA HIER GODS WOORDT LEERDE
WERD ICK BEGONNE DOCH SWAERLYCK VOLENT
DE KERCKMer DIE MET HEM MYNE VAL KEERDE
WAERE INGEL GOVPVT, ADOLPH VA OOSTEE BEKENT
1603

Waarschijnlijk is deze Adolph van Oosten - zoals het later werd geschreven - overleden op 2-5-1632 1
Nog geen paar meter gelopen, trekt de ingang van de St. Odulphuskerk meteen onze aandacht vanwege de tekst dat hier is ingemetseld.
De geschiedenis van deze kerk is er een dat ver terug gaat. Onderzoek geeft een fraai beeld weer, dat het waarschijnlijk met een houten kerk begon. Tijdens een restauratie rond 1900 vond men een hergebruikte bintbalk, met daarop het jaartal 1218 en het merk van de bouwmeester. Onderzoek van de ROB in 1948 legde de funderingkloostermoppen van 320 x 140 x 85 mm van een kleine eenbeukige kerkje met een vijfzijdig gesloten koor bloot. Dit metselwerk duidt op de 13e eeuw
. Deze kerk was gewijd aan Sint Odolphus 2. Daarna volgt een bloeiperiode in de 15e eeuw met een grote uitbreiding. Het koor had een lengte van 15 meter en een breedte van 10 meter, het schip 32 bij 18 meter en het transept waren 27 bij 8. In de 16e eeuw kwam de neergang door waarschijnlijk oorlog en wateroverlast. Herstel kon door het kleiner geworden gemeenschap niet gedaan worden, zodat zelfs het schip helemaal verdween. Zodoende kwam de toren los van het koor 3, getuige een achttiende-eeuwse gravure.
Yerseke is dan ook een van oudere bewoonde plaatsen - samen met Wemeldinge - op Zuid-Beveland, zoals we al ontdekt hadden. Een eerste schriftelijke melding van Yerseke komt voor als Gersicha in het jaar 980. Het staat als plaatsnaam vermeldt in het diploma van de Duitse koning Otto II 2 (955 - Rome, 7 december 983) 4.
Dit Gersika/Gersicha is waarschijnlijk de naam van kreek, of een afgeleide daarvan, dat de kreekrug werd waarop het gebouwd is 5. Daarvoor werd het mogelijk Gerselre 6 of Gersake genoemd. Dit zou dan kunnen duiden op Gêrs als (uit het Fries) in gras of van de persoon Gersiko 7. Gersake lijkt ook wel op Gêrsate (het originele geschreven stuk is niet ingezien), zodat we dan uitkomen op het Oudfriese sitte, wat zitten of wonen betekend, dus een stuk bewoond grasland 8.
We lopen nu maar gauw weer verder, want anders blijven we hierbij te lang staan. Op de hoek vinden we de VVV, waarin ook het Oosterscheldemuseum gevestigd zit, dat je alles over de oesterteelt verteld. Het pand waarin ze zitten is in 1914 gesticht en ontworpen door de architect F.G.C. Rothuizen uit Goes.
We lopen verder over de Noordzandstraat en Kaaistraat naar de Havendijk. Wanneer we op het kruispunt Noordzandstraat, Kaaistraat en Damstraat, de Damstraat inkijken, waar op de hoek de Boekhandel plus van Hoekman zit, zien we nog net de op 28 maart 1886 in gebruik genomen nieuwbouwkerk van de Gereformeerde Kerk Yerseke 9.
Natuurlijk lopen we ook nog even bij Hoekman binnen. Hier vinden diverse zeer interessante titels. We beperken ons echter, omdat we nog maar net aan de wandel zijn en mogelijk de vele kilo's steeds moeten meesjouwen. Hoge hoeves op gelaagd land van Gerard Smallegange, dat in november 2014 in de middeleeuwse kerk van Nisse werd gepresenteerd, kunnen we echter niet laten liggen 10.


Oesters in nat pakhuis en mosselvangst op Yerseksche Oesterbank
Vanaf de dijk hebben we zicht op de Oosterschelde, de haventjes, de natte Oesterpakhuizen en hun werkplaatsen en loodsen. Het is hierbij zeker aan te raden, wanneer men er iets meer van wil zien, om even een bezoekje te brengen aan de Oesterij, waar het familiebedrijf Dhooge inzichtelijk heeft gemaakt hoe het bedrijf werkt. Er kan hier gekeken, geroken en geproefd worden. Er is hier ook gedacht aan cultuurhistorisch inzicht met de vestiging van een aantal klapbanken, waar men diverse verhalen kan horen. Dit is een ankerplaats van Zeeuwse Ankers, de culturele biografie van Zeeland. Hier maken we kennis met de koenkelpot en beluisteren we het verhaal.
Een liedje, ondersteunt door het geluid van dit wonderlijke instrument, is te horen in "Ik heb zo lang met de koenkelpot gelopen" 11.

Koenkelpotten en de liedjes
Deze omgeving van haven en putten zijn tussen 1874 en 1883 aangelegd 12.
Wanneer we weer teruglopen via de Schuttershof en Wijngaardstraat, zien we op de hoek tegenover het VVV-gebouw een beeld staan van de koenkelpot. Op de sokkel staan op drie van de vier zijden de teksten van de gezongen liedjes. De vierde zijde geeft uitleg over dit fenomeen. Het ontwerp is van Wim Bakker en staat hier sinds 18 augustus 2000.
We lopen even terug in de straat, om plaats te nemen op het terrasje van 't Hoekje van Yerseke, want we waren wel even toe aan een stoel en enkele verfrissingen.
Vanaf het terras zien we duidelijk de kreekrug lopen, althans de hoogteverschillen. Wanneer we de straat verder bekijken valt de opmerkelijke dakconstructie van het winkelpand van Woonservicewinkel Van Strien op. De overkapping over de stoep heeft geen ondersteuning en geeft daarmee een bijzonder effect, alsof de gehele dak zweeft.

Na deze pauze lopen we weer naar de auto om onze reis voort te zetten. Maar eerst doen we nog een poging om de kerk in z'n geheel op de foto te krijgen. Door een onderbreking in de heg - is dit toevallig dat het hier zit? - lukt dat aardig, maar niet helemaal.

noten:
1. Krenten uit de pap : Genealogische overpeinzingen n.a.v. acten uit RAZE 2038 t/m 2042 van notaris Levendale / P.A. Harthoorn, p. 17 - nt. 24;
2. Hervormde Gemeente Yerseke Ontstaansgeschiedenis,
3. Het kerkgebouw;
4. Wikipedia Keizer Otto II;
5. Yerseke;
6. Yerseke;
7. Plaatsnamen en hun betekenis Ierseke;
8. Wikipedia Sate;
9. Gereformeerde Kerk Yerseke Geschiedenis;
10. Boerderijenstichting Zeeland (BSZ) Boekpresentatie Hoge hoeves op gelaagd land;
11. Nederlandse Liederenbank koenkelpot, koenckelpot, foekepot, rommelpot; Zeeuwse Ankers: Rommel- of koenkelpot
12. Informatiebord 'Welkom bij de Yerseke Oesterputten;

internetraadpleging: 7 - 10-10-2015

kaart 5b


      Yerseke Moer
Enigszins omrijdend verlaten we Yerseke en vinden we uiteindelijk een weg dat ons naar de Yerseke Moer voert.
Zoals voorspeld ziet het er natuurlijk uit. Door zoutwinning en daarbij behorende grondverplaatsing 'ontstond het chaotische landschap met zijn plassen, slenken, zoekwegen en legakkers'
1. Deze oudlandpolders dankt zijn karakteristieke landschap aan 'hoger gelegen kreekruggen en laaggelegen kommen, drinkputten' en door de moernering ontstane grillige verkavelingen. Het is het grootste poelgebied dat bewaard is gebleven 2.
Wanneer we dit stuk landschap vergelijken met het Kapelse Moer-gedeelte, dan lijkt dit ruiger en natter te zijn. Beiden liggen echter op zo'n -1.0 m tot -1.4m NAP.
Vanaf 1 juli tot 1 november is er een wandelroute van 2½ km te lopen. Daarbij kan de route dus drassig zijn, zodat gepast schoeisel aan te raden is. Vanzelfsprekend kan men hier ook kleine of grote grazers tegenkomen. Deze route start bij het kruispunt Reeweg x Schelvrijwegeling 3.
dakpannen als beschoeiing Everseweg, Yerseke Moer
Vanaf het moment dat men de moernering iets professioneler ging aanpakken, werden de kavels rechte stroken evenals de kanalen voor het afvoeren van overtollig water en natuurlijk de zout bevattende turf. We zien tot onze verrassing dat ter versteviging van de kades van deze kanalen zelfs dakpannen werden gebruikt. Deze komen uit de periode dat de oesterteelt de pannen niet langer als kweeksubstraat - collecteurs - kon gebruiken. Zo worden ze toch nog nuttig gebruikt. En zoals alles in vroegere tijden, werd alles hergebruikt 4. Dit zou inhouden dat deze pannen hier nog niet zo lang liggen, omdat de kweekmethoden tegenwoordig mosselschelpen gebruiken. Waren we naar het Oosterscheldemuseum gegaan, dan hadden we daar het antwoord gevonden op de vragen van het waarom? en hoezo?
De oesterkwekerijen bestaan hier sinds ongeveer 1870 en hiervoor waren in 1885 al 20 miljoen dakpannen ingezet. Rond 1930 waren dit er nog slechts 20 duizend 5.
Dit zou kunnen inhouden dat vanaf ongeveer 1930 (of eerder mocht de ontwikkeling een glijdende schaal betreffen) de vele miljoenen dakpannen beschikbaar kwamen. Tegenwoordig worden mosselschelpen gebruikt als collecteurs in plaats van de dakpan. Het wordt echter niet duidelijk wat tegenwoordig betekend.
De winter van 1962-63 was erg streng, zodat bijna alle oesters stierven (>95%). Het aantal consumptieoesters ging daardoor van 30 miljoen naar bijna 0 6 7. Ook het mogelijk afsluiten van de Oosterschelde - in verband met de Deltawerken, bewerkstelligde dat veel kwekers stopten 8. Dus dit zou ook een moment kunnen zijn dat de aanwezige en al tijden overbodige dakpannen aan de markt aangeboden kon worden. Dit wordt bevestigd door een zinsnede uit een interim rapportage die verhaalt dat dit het einde inluidde van 'het collecteren van het kleine oesterbroed op gekalkte dakpannen, die in rijen werden uitgezet op de bodem van de Oosterschelde. Dit was in elk geval een zeer arbeidsintensieve methoden en bleek ten slotte een niet meer rendabele onderneming' 6. Ook betekende dit het einde van de "pannenboeren" en "de witkalkers van de collecteurs" 9.

Wanneer we de andere kant opkijken, zien we een fraai eilandrijkje op een perceel, waarna we grensstraat tussen Hansweert en Yerseke bereiken, de Reeweg. Deze rijden we richting het noorden en via de lange oprit van Schelvrijwegeling bereiken we weer de Poststraat die ons naar Kapelle brengt.

noten:
1. Zeeland / Bartho Hendriksen. - Marco Polo. - Houten : Van Reemst/Uniboek, 2002. - ISBN 90-410-1668-6. - p. 66;
2. Zeeland / Bartho Hendriksen. - Capitool. - Houten-Antwerpen : Van Reemst/Uniboek/Spectrum, 2012. - ISBN 978-90-475-1868-6. - p. 17, 135;
3. het Zeeuwse landschap Yerseke Moer;
4. Trouw 04-07-2015 Paradijs op zoute grond / Monica Wesseling;
5. Oosterscheldemuseum Oestercultuur;
6. Publicatiedatabank IenM Maricultuur achter de Oosterschelde-kering / [Projektgroep MARIOS]. - [Ministerie van Landbouw en Visserij, Directie van de Visserijen ism Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Deltadienst], 1984. - p. 45;
7. De Tijd De Maasbode, 16-03-1963 Vorst en zand zaaiden dood en verderf op de banken van de Oosterschelde;
8. Wikipedia Oesterteelt;
9. De Tijd De Maasbode, 18-03-1963 Niet alle Zeeuwse kwekers buigen het hoofd;

internetraadpleging: 11 - 12-10-2015


      Kapelle
We parkeren de wagen in een parkeerhofje aan de Ooststraat.
Ons oriëntatiepunt, de voormalige Onze-Lieve-Vrouwekerk, de huidige hervormde kerk zorgt er in dit geval voor dat we een belangrijk en waarschijnlijk naam gevend onderdeel van deze samengaande plaatsen missen. Maalstede is vernoemd naar de heren die hier een vliedbergje met een verdedigingstoren/mottekasteel hadden, dat later vervangen werd door een imposant stenen kasteel
1. Hiernaast stond ook een kapel, dat voor de naam - volledig gezegd - Kapelle ter Maalsteden zorgde. De uit Vlaanderen afkomstige heren Van de Maalstede dragen dus bij aan het tweede gedeelte van de naam. Later is het centrum op een natuurlijk wijze verplaatst naar de Kerkplein 2, waar wij als vanzelfsprekend naar toe zijn gereden.
Aan de andere kant, in Eliwerve, missen we de glooiing van een meter van een andere vliedberg, de Duivelsberg, dat vanaf de Noordweg nog te zien is.

Bij de kerk vinden we een borstbeeld van Annie M.G. Schmidt (Kapelle, 20-05-1911 – Amsterdam, 21-05-1995 5), gemaakt door Frank Rosen (Amersfoort, 16-03-1946 6) en gemaakt in 1991. Dit is een grotere uitvoering (35 cm 7) van het beeldje dat uitgereikt wordt bij de jaarlijkse Annie M.G. Schmidtprijs.
Het eerste jaar van de prijs gaat het echter om een originele zeefdruk van Frank Rosen 8.
Het beeld heeft een opmerkelijk bestaan. Op 21-11-1991 9 is het beeld, door de maker een bronzen portret genoemd, onthuld in het Letterkundig Museum 10. De opdracht kwam immers ook van het Letterkundig Museum 11. Dit was ten behoeve van Annie M.G. Schmidt-prijs. Dit beeld van klei had Rosen, na de eerste poseersessie bij Schmidt thuis laten staan. Vanzelfsprekend met een plastic zak er omheen tegen uitdroging 13. Ze had kennelijk gekeken hoe het eruit zag, want ze vond het maar niets. Rosen zou haar overtuigen dat hij toch ook geen half gedicht van haar aan anderen liet lezen en vervolgens ging afkeuren.
Vervolgens is het beeld op 12 november 2009 onthuld voor de kerk op het Kerkplein 12. Een dikke maand later, op 22 december was het al gestolen 13. In april van 2010, nadat alle hoop op terugkrijgen was vervlogen, werd een kopie van dit beeld geplaatst 14.
Naar dit beeld kijken we nu.
Achter dit beeld staat de huidige Hervormde kerk. Deze Onze-Lieve-Vrouwekerk heeft - net als vele andere in deze omgeving - een familie of zoals in dit geval een groepje samenwerkende families als stichters van deze kapittelkerk. Om een kapittel te stichten moest men over een flink vermogen beschikken. In 1503 beschikten de voornaamste ambachtsheren, waaronder Boudewijn van Bourgondië (1446-1508 15) over voldoende middelen om tot stichting over te gaan 16.
Echter, de kerk is veel ouder. Zoals het informatiebordje duidelijk maakt, vinden we op deze plek nog resten van de eerste tufstenen versie. Zowel toren (23483) als kerk (23482) staan op de monumentenlijst.
Wanneer we zelf een rondje om de kerk maken zien we her en der opvallende, opmerkelijke en interessante dingen. Wanneer we aan de achterzijde van de kerk tussen de zuid- en noordkoor kijken, zien we een hekje. Hierachter bevindt zich de aansluiting van beide koren. Aan de noordkoor valt op dat hier twee ingebouwde uitsparingen zitten in een dikke muur, zoals we aan het raaminval erboven kunnen zien. De bogen van de uitsparingen lopen echter niet helemaal gelijk. Zitten hierachter grafnissen? Helaas zal de kerk voor ons gesloten blijven, zodat dit voor ons een vraag blijft.
Door hetzelfde hekje heen, zien op de wand van de zuidkoor een ruitenteken ingemetseld. Eerst met zwarte stenen, vervolgens een laag rood en afgesloten met weer een zwarte steenlaag. Dit ruitteken is dus ingemetseld in het oudste gedeelte - zo rond 1300 - van deze kerk. In de noordmuur van het schip (1400-1475) en elders zijn nog meer kleinere ruiten te vinden 17. Deze figuren zijn gemaakt van bakstenen die verglaasde kopkanten hebben. Van deze decoratieve figuren zijn er drie te vinden, waarvan deze in de meest noordelijke zijde van de zuidkoorsluiting (zie foto) de grootste is. Een ander, zit in de zuidwand van het ditzelfde koor boven het oostelijke schilddak van de consistorie. De ander zit boven de deur van de zuiderkapel. Het gaat hier niet om een ruit, maar om een kruis in x-vorm. Deze x-vorm staat bekend als Andreaskruis 18. Maar ook komt deze vorm voor in de veel meer voor de hand liggende Oudfriese runen - als onderdeel van de Anglofriese runen 19 en het algemeen Germaanse Futhark 20. In de oude futhark is de zevende rune de Gebo of Gibu, de G-klank en wordt als X-teken weergegeven. Dit betekent geven, gift (in cadeaus) of gave (van talent) 21. Verder staat dit symbool voor de godin Gefn, die volgens de legende Seeland uit Zweden lostrok 22.
Zeker weten doen we het echter niet, waarom deze tekens aangebracht, maar het kunnen voorchristelijk tekens zijn tegen onheil en ander vormen van volksbijgeloof 18. Er wordt zelfs gedacht - aangezien het veelal gaat om eigenkerken en torens - dat als de ruit een teken was van vruchtbaarheid, dat het een teken van autonomisme is, wij zijn hier van geslacht op geslacht heer en meester in de stad 23.

Wanneer we bij de toren komen, door zijn 65 meter de hoogste van Zuid-Beveland, zien we de imposante en enige overgebleven middeleeuwse van baksteen gemaakte toren, dus inclusief spits. Het onderste gedeelte komt uit de eerste helft van de 14e eeuw 17.

Twee zandstenen versieringen op de toegangspoort omlijsting uit 1427.
Onze-Lieve-Vrouwekerk, Kapelle
Het heeft een zandstenen omlijsting uit 1427 24. De omlijsting bevat een aantal versieringen die nauwelijks vanaf de grond goed te zien zijn. De twee onderste echter wel.
Vanaf de grond is het natuurlijk ook een genot om naar deze toren te kijken. De vier torentjes die op de hoeken van de toren rusten. De mooie ronde traptoren, dat langs zijn grote broer voor de toegang op de diverse verdiepingen zorgt. Deze heeft sleuven, die lijken op de bekende schietgaten, al lijkt het in dit geval ook belangrijk om een beetje frisse lucht en licht binnen te kunnen krijgen. Ook de balustrade op de toren is zeker een kijkje waard, zodat de mooie afwerking van de hoeken opvalt. Dan valt ook op hoe de hoektorentjes overeenkomen met de grote spitstoren.

Aan de andere kant staat het gemeentehuis van Kapelle met daarvoor twee beelden waarin superkort de geschiedenis van Kapelle wordt uitgebeeld. Eerst het Kapelle van de lakenwever en dan opgevolgd door de fruitteler. Beide beelden zijn van Philip ten Klooster (Semarang, Indonesië, 20-02-1909 - Veere, 02-09-1969) 25. De beelden zijn rond 1964 vervaardigd 26.
De opgegeven sterfdatum is echter twijfelachtig, aangezien de beeldhouwer waarschijnlijk op zondagmiddag 24 augustus 1969 is verdronken vlakbij de Haringvreter, een plaat in het Veerse Meer. Ooggetuigen hadden een drijvende man naar beneden zien zakken, naast een motorzeilbootje met draaiende aanhangmotor 27. Ruim een week later, 2 september, werd zijn lichaam gevonden 28.
We zullen deze periode meer werk van hem tegenkomen.

Ook bevat het Kerkplein opmerkelijke gebouwen, die zeker de moeite van aanschouwen waard zijn. Ter illustratie vinden we op 35-37 een rond 1870 gebouwde dokterswoning dat een halve eeuw later werd gesplitst in 2 woningen. Hier springen vooral de gietijzeren versiering van een bloem met takken boven de deuren en ramen in het oog 29.
Veel verder dan het rondje om de kerk komen we niet en daarmee doen we Kapelle te kort, want er valt hier dus veel te zien en te ontdekken.
Maar de tijd schrijdt voort. Wij lopen nog even de Weststraat in en vinden hier prompt een boekhandel genaamd Lectori, een bij Blz. aangesloten boekhandel.
We vinden twee bijzondere en interessante titels die we meenemen.
Hoogste tijd om verder te rijden.

noten:
1. Wikipedia Kapelle (Zeeland);
2. Nederlandse Hervormde Kerk te Kapelle, historische gegevens Het ontstaan van de parochie Kapelle;
3. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 44;
4. Buma Annie M.G. Schmidtprijs;
5. Wikipedia Annie M.G. Schmidt;
6. RKD Frank Rosen;
7. Frank Rosen bronzen portretten,
8. De Telegraaf, 30-03-1992 Annie M.G. Schmidtprijs naar 'Terug bij af';
9. Leidse Courant, 21-11-1991, p. 18 Borstbeeld Annie Schmidt in Letterkundig Museum / Gé Ansems;
10. Frank Rosen publicaties;
11. het Parool, 23-12-2009 Beeld Annie M.G. Schmidt gestolen;
12. PZC, 12-11-2009 Buste Annie M.G. Schmidt onthuld;
13. PZC, 22-12-2009 Buste Annie M.G. Schmidt ontvreemd;
14. PZC, 13-04-2010 Nieuwe buste van Annie M.G.;
15. Wikipedia Anna van Bourgondië (-1508);
16. Geschiedenis van Zeeland I, p. 301;
17. Bovenlichten Onze-Lieve-Vrouwe kerk te Kapelle;
18. De geheimen van de kerke van Kapelle onthuld : van Onze-Lieve-Vrouwekerk tot huis voor het Woord / G.J. Lepoeter. - Goes : Heemkundige Kring De Bevelanden, 1996. - ISBN 90-70298-23-6. - p. 27;
19. Wikipedia Anglofriese runen,
20. Runen,
21. Gebo,
22. Gefion;
23. Bovenlichten Middeleeuwse metseltekens 1.3-1 Zeeland, waarbij het gebruikte begrip chauvinisme is vervangen door het in mijn ogen beter van toepassing zijnde autonomisme, Interview Ben Veldstra over metseltekens;
24. Zeeland / Ronald Stenvert, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Chris Kolman, Piet van Cruyningen. - Monumenten in Nederland [9]. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2003. - ISBN 90-400-8830-6 Kapelle;
25. RKD Philip ten Klooster;
26. de Bibliotheek Zeeuwse Bibliotheek Philip ten Klooster - Kapelle;
27. De waarheid, 25-08-1969 Zeilboot onbemand gevonden;
28. PZC, 19-07-2008 Bewogen levens breed verbeeld;
29. Kleine monumenten in Kapelle - Biezelinge - Eversdijk en Schore / M.J. de Regt. - Goes : Heemkundige Kring ’De Bevelanden’, 2004 Kapelle, p. 11, 30-31;

internetraadpleging: 13 - 17-10-2015


      Kloetinge
Via een omweg - waardoor we door Dijkwel rijden - komen we op de N289 die ons naar Kloetinge zal brengen. We zien de Geerteskerk al vanuit de verte.
Vanwege de uitgang 'inge' van Kloetinge, hoort het ook tot een van de oudste dorpen van Zuid-Beveland. Tegenwoordig is het grotendeels een rijksbeschermd dorpsgezicht. En dat is er ook aan af te zien.
De naam zou afkomstig zijn van kloeten of kluiten waarmee de terp of wierde is opgebouwd 1. Hierop vinden we de Geertesplein en weer daarop de Geerteskerk. Ten noorden van de kerk vinden we de bekende vate op het marktveld. Ten oosten van de vate, achter de bebouwing en voor het jachthuis ligt een vliedberg van nog bijna 5 meter hoogte, maar is niet vanaf de openbare weg te zien. Om deze vliedberg ligt nog grotendeels een gracht 2. De website Voetstappen.nl geeft een fraai beeld van dit geheel.
De terp, we noemen het ook maar zo, aangezien hier een woning met deze naam staat, varieert rond het plein in de hoogte van ruim 2 tot ruim 3 meter aan de zuidoosthoek 3.
Ook het Dorpen in Nederland-boek bevestigd het beeld dat deze kerkringdorpen veel overeenkomsten hebben met de terpdorpen in de huidige provincies Friesland en Groningen 4. Gezien de leeftijd en ontstaansgeschiedenis is dit natuurlijk niet zo vreemd.
De naam verklaring van Cloetinge of Clotinge is dan ook afgeleid van een persoon met de naam Chlodowig of Clotho 4, al wordt dit weer niet bevestigd door de Friesche Naamlijst.

Wij parkeren de wagen net buiten het beschermde gebied op de Schimmelpenninckstraat, tegenover het steegje dat ons naar de toegangstrap van de kerk leidt. En we zien ook meteen het hoogteverschil. We lopen een rondje (met de klok mee) om de kerk en komen na de vate - dat volgens het Historische paden Kloetinge-informatiebord een overblijfsel is van een vroegere haven - het geboortehuis van Buys Ballot tegen.
Deze pastorie - zijn ouders waren predikant Anthony Jacobus Buys Ballot en Françoise Geertruida Lix Raaven - bevat een herinneringsplaquette met zijn profiel, dat hier is ingemetseld, nadat een fors monument, dat op 22 september 1934 werd onthuld op het noordelijk deel van het kerkhof, wegens uitbreiding van het Marktveld werd gesloopt 5.
Op de plaquette lezen we dat hij 10 oktober 1817 werd geboren als Christophorus Hendricus Didericus Buys Ballot. Op 3 februari 1890 overleed hij. Zijn belangrijkste en wereldwijd bekendste prestatie is de naar hem vernoemde Wet van Buys Ballot, dat handelt over de afwijkende luchtstoom. Op het noordelijke halfrond is de luchtstroming tot een bepaalde hoogte naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links.
Na diverse beroepingen van vader, kwam het gezin terecht in Zaltbommel waar hij het gymnasium bezocht. In 1935 ging hij in Utrecht studeren, eerst letteren, later bètavakken. In 1844 promoveerde hij in de natuurkunde met zijn proefschrift Disquisitio physica inauguralis de synaphia et prosaphia 6.
De zomervakantie ervoor - in 1843 - schreef hij grotendeels het vreemdste werk dat hij geschreven heeft: ‘Schets eener Physiologie van het onbewerktuigde rijk der natuur’. Dit werk kon rekenen op flink veel tegenwerking van zijn professoren. Het moest daarom nog 5 jaar wachten tot het gepubliceerd kon worden 7.
Het in 1934 onthulde portretplaquette is gemaakt door de beeldhouwer Pieter Puijpe 8 (ook wel geschreven als Puype 9) uit geboren (13-09-1874) Souburg en vanaf 1900 werkzaam vanuit Apeldoorn, waar hij ook overleed (31-10-1942) 10. Ook van hem zullen we nog meer werk tegenkomen deze vakantie. De plaquette werd mogelijk ná 4 februari 1965 11 en vóór 24 mei 1967 verplaatst naar de gevel van de pastorie 12.

Lindelaantje dat leidt naar de deur in de tussentravee en twee deurtjes onder de wijzerplaat van de oostwand van de toren, Geerteskerk, Kloetinge
Twee witte duiven op een balustrade van de noordwand van de toren en deurtje in de ui van de toren, Geerteskerk, Kloetinge
De Geerteskerk is gewijd aan Gertrudis van Nijvel, die leefde van 626 tot 659 13.

Ook in deze kerk kunnen we weer twee Andreaskruisen of Gebo rune-tekens vinden en tevens een ruit-teken. Op de foto is schuin rechtsonder het raam moeizaam een Gebo te ontwaren.
We lopen nog even de Jachthuisstraat in. Toen we namelijk Kloetinge binnenreden over de Schimmelpennickstraat, zagen we in een flits dat dit zijstraatje wel een authentiek uitzag.
Net als dat deze straat duidelijk afloopt, zien we halverwege de straat ook nog een wandelpad richting het park gaan, dat ook weer duidelijk afloopt. Hiermee is de terp duidelijk zichtbaar.
We lopen hierna meteen door naar de auto om naar Goes te rijden, waar we een hapje gaan eten om deze dag af te sluiten.

noten:
1. Wikipedia Kloetinge, dit klinkt een beetje summier en past niet geheel in het tot nu toe gevolgde naam patroon;
2. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 42;
3. De Geerteskerk te Kloetinge : IJkpunt in de dorpsgemeenschap / G.J. Lepoeter. - Goes : Heemkundige Kring De Bevelanden, 2003, p. 11-afb 4;
4. Dorpen in Nederland. - Reader's Digest/ANWB, 1982: Kloetinge, p. 212-213;
5. De Geerteskerk te Kloetinge : IJkpunt in de dorpsgemeenschap / G.J. Lepoeter. - Goes : Heemkundige Kring De Bevelanden, 2003, p. 83;
6. Universiteitsbibliotheek Utrecht Catalogus;
7. C.H.D. Buys Ballot 1817-1890 / E. van Everdingen. - Den Haag/Antwerpen : Daamen / De Sikkel, 1953 p. 28;
8. Zeeuwse Ankers: Christophorus Buys Ballot, meteoroloog uit Kloetinge Monument en medaille;
9. Wikipedia Pieter Puijpe;
10. RKD Pieter Puijpe;
11. Het Vrije Volk 04-02-1965 Grondlegger weerbericht overleed 75 jaar geleden;
12. Monumentenregister 16436;
13. De Geerteskerk te Kloetinge : IJkpunt in de dorpsgemeenschap / G.J. Lepoeter. - Goes : Heemkundige Kring De Bevelanden, 2003, p. 17;

internetraadpleging: 17 - 18-10-2015


      Goes
Tien minuutjes later parkeren we de wagen op het parkeerterrein van de Oostwal. We verbazen ons erover dat hier een echte wal staat. En vanaf hier vallen we van de ene verbazing in de andere. Wat een prachtige toegang tot de haven van Goes. Je voelt dat je de geschiedenis in wandelt. En dat is toch wel gek, dat we dit niet zo op Dag 1 ervaarden, terwijl we er slechts een 50 meter vandaan zitten. De sfeer is duidelijk indringender. Misschien zijn dit de gevolgen van het ingrijpen van een enkeling als Maarten van Doorn (1924-2008)
1, die hiervoor in 1990 de Culturele Prijs Goes ontving en in 2009 postuum een boom bij de Grote of Maria Magdalenakerk. Veel beeldbepalende gebouwen zijn dankzij hem blijven bestaan 2.
We lopen de Pyntorenstraat in. Die naam alleen al. Hier stond al zeker vanaf 1485 een verdedigingstoren op de stadmuur 3. Via de gebogen en nauwe Sint Jacobstraat komen we bij de Blaauwe Steen die ons naar de Grote Kade brengt. De Blaauwe Steen gaat zeker een dijk op, want we stijgen wanneer we richting de Kade lopen. De verklaring van deze bijzondere straatnaam ligt waarschijnlijk in een stenen kadetrap dat hier ooit heeft gelegen 4.
De haven ligt er glorieus bij. Weliswaar ligt het nu helemaal vol met moderne plezierjachten en zeilboten. Ze zullen ongeveer dezelfde volume hebben gehad als toen niet zo lang geleden, de schepen bruin waren in plaats van wit. Een informatiebord van "Cultuurhistorisch Goes - Wandelnetwerk Hart van Zeeland" bevestigt dit met De stadshaven met beurtschepen.
We lopen de Grote Kade op om te kijken waar de restaurants zijn. Aangezien dit het oudste deel van Goes zal zijn, valt hier veel ouds te zien. Je blijft foto's maken, maar dat bevordert niet het tempo. En dus beperken we ons. De Rose uit 1537 valt op door z'n leeftijd, door z'n naam en door zijn bouwstijl. De geschiedenis gaat leven wanneer we er een oud verhaal op kunnen plakken. Wanneer we er van uitgaan dat de huisnaam De Rose een unieke is voor Goes, dan kunnen Joris Bucquet (geboren omstreeks 1550) hier als waard plaatsen, die op 18 november 1595 45 jaar was en als expert getuigde over de kwaliteit van witte bordeauxwijn, dat in opdracht van Lievin Rose, waard in ‘t Caetspel te Goes gekocht was bij Geleijn van Rijckeghem, koopman in wijnen te Middelburg 5.

Strafgevangenis, Albert Joachimkade, Goes
We lopen snel verder over de Grote Kade en komen bij de Sint Maartenbrug. Hier krijgen we zicht op de Haven van Goes. Dit vaarwater (volgens het informatiebord voorheen de natuurlijke kreek De Korte Gos waarin we natuurlijk meteen de naam verklaring voor Goes in zien) leidt de schepen het centrum uit. Hier zien we vooral veel nieuwbouw staan. Wanneer we een stukje verder lopen, de Albert Joachimkade op, zien we rechts voor ons herkenbare Justitiële gebouwen, waaronder de Strafgevangenis uit 1858 6. De vormgeving van de letters met punt en kader is dezelfde als die we vorig jaar zagen in Veenhuizen en Frederiksoord .

Een stukje verderop zien we de tot woningen verbouwde houtloodsen (16271 - 16272). Voordat deze houten loodsen als houtloodsen rond de tweede helft van de 19e eeuw in gebruik werd genomen, diende ze enkele decennia als touwslagerij met pakhuis. Daarvoor hoorde het waarschijnlijk bij een boerderij 7.
verbouwde houtloodsen,
Albert Joachimkade, Goes

We lopen via de al eerdergenoemde Sint Maartenbrug terug aan de andere kant van het water. De heet toepasselijk de Kleine Kade. De huisjes zijn ook stukken kleiner. Het gaat om de behuizing van de schippers en vissers uit de 16e en 17e eeuw, aldus het informatiebord, waarop ook valt te lezen dat het pand op nummer 43 een hele bijzondere is. Dit is namelijk een pand uit 1489 met een Getijdemolen. En zoals we uit Middelburg weten, zorgde dit ervoor, dat de haven niet dichtslibde. Net als in Middelburg, was hiervoor ook een watervoorraad nodig. Deze vinden we achter dit pand in de vorm wat nu de Achterhaven heet.
Vanaf de Getijdemolen worden de panden ook weer groter. Op de Turfkade, natuurlijk is deze hier ook, vinden we zeker grote panden, waarin we ook restaurants kunnen vinden. Voor de volgende kade, de Bierkade geldt hetzelfde. Ook zijn hier enige kleine terrasjes aan het water. Wanneer we de verschillende menukaarten bekijken, kunnen we daarmee wel uit de voeten. We lopen echter nog even verder en gaan de Koningstraat in. Halverwege dit straatje komen we een klein poortje tegen, dat naar de Vuilstraat leidt.
De Vuilstraat is het laatste straatje dat volgens het Masterplan Binnenstad verfraaid is met een natuursteenbestrating. Het is op 22 september 2012 weer feestelijk heropend 8.
Ons oog is inmiddels gevallen op het restaurant Rio Santa in de Magdalenastraat, waar we nu recht op aflopen. Dit restaurant presenteert zich als een Zuid-Amerikaans restaurant.
We laten het ons smaken.

noten:
1. PZC 10-10-2008 Stadsvernieuwer riep slopershamer in Goese binnenstad een halt toe;
2. Info Goes 22-04-2009 Boom voor Maarten van Doorn;
3. Gemeentearchief - Geschiedenis van Goes en omgeving - Straatnamen Pyntorenstraat,
4. Blaauwe Steen;
5. Krenten uit de pap : Genealogische overpeinzingen n.a.v. acten uit RAZE 2038 t/m 2042 van notaris Levendale / P.A. Harthoorn. - p. 70 Troebele wijn in troebele tijden;
6. Zeeland / Bartho Hendriksen. - Capitool. - Houten-Antwerpen : Van Reemst/Uniboek/Spectrum, 2012. - ISBN 978-90-475-1868-6. - p. 127;
7. Wikipedia Houtloodsen (Goes);
8. Gemeentearchief - Nieuws Opening Vuilstraat;

internetraadpleging: 18 - 19-10-2015



toren Petruskerk
's-Heer Arendskerke


schipaanbouw Petruskerk
's-Heer Arendskerke


Ooster-Schenge
Planketent


Grote / Maria Magdalenakerk en Heilige Maria Magdalena (r)
Goes


(opgebracht decoratief) leeuwenkop als sluitsteen ingang kerk
Kattendijke


haakwerk om boom "wildhaken"
Kattendijke


zicht op watertoren van Goes
vanaf de Monnikendijk


zicht op de Geerteskerk van Kloetinge
vanaf de Monnikendijk


Vliedberg, Wemeldinge


Maartenskerk, Wemeldinge


Maartenskerk (zijaanzicht), Wemeldinge


Hotel, Wemeldinge


Kapelse Moer


Kapelse Moer


Kapelse Moer


Postweg, Kapelle


kerk, Yerseke


Gebouw op tegels, huisvesting van huidige VVV, Yerseke


Gereformeerde Kerk, Yerseke


Loodsjes om oesterputten, Yerseke


Oesterputten, Yerseke


Vissersschepen, Yerseke


Dakconstructie, Woonservicewinkel Van Strien, Yerseke


kerk, Yerseke


Yerseke Moer


Yerseke Moer


Annie M.G. Schmidt (1911-1995),
Frank Rosen


Zuid- en Noordkoor
Achterzijde Hervormde Kerk, Kapelle


Noordkoor
Achterzijde Hervormde Kerk, Kapelle


Zuidkoor
Achterzijde Hervormde Kerk, Kapelle


Toren, Kapelle


De Lakenwever | 1964
Philip ten Klooster
Kapelle


De Fruitteler | 1964
Philip ten Klooster
Kapelle


N289 richting
Kloetinge
vanaf de Abbekindersezandweg


'De Terp' uit 1838
Kloetinge


De Geerteskerk
Kloetinge


de vate
Kloetinge


Geboortehuis en

herinneringsplaquette Buys Ballot
Kloetinge


Geboortehuis Buys Ballot gefotografeerd.
Prachtige rode beuk.
Kloetinge


Pyntorenstraat
Goes


Sint Jacobstraat
Goes


Sint Jacobstraat
Goes


Haven
Goes


De Rose - 1537
Grote Kade
Goes


Haven (bij Sint Maartenbrug)
Goes


Vuilstraatpoortje
Koningsstraat
Goes






Dag 6: Ritthem - Oost-Souburg - Arnemuiden

kaart 6a

Het wordt vandaag waarschijnlijk een dag van heen en weer rijden. Dit komt voornamelijk omdat we vandaag alleen nog 's middags van de musea in Arnemuiden kunnen genieten. En dus zullen we het reisschema hierop moeten aanpassen en zullen we ervoor moeten zorgen dat we rond 14:00 klaar staan.

We bekijken daarom deze ochtend het gebied ten zuiden van Arnemuiden.


      Nieuwdorp
In het gisteren in Yerseke gekochte boek Hoge Hoeves op gelaagd land komen we een meestoof tegen
1. Deze Meestoof 'Nederland' staat in Nieuwdorp. Aangezien dit bij ons om de hoek ligt zal dit onze eerste stop worden.
Meestoof 'Nederland', Nieuwdorp
Waarschijnlijk dienen we eerst het interessante van een meestoof uit te leggen, immers deze industrie is sinds de uitvinding van kleurstoffen op chemische basis rond 1880 in Duitsland niet meer relevant.
Op een meestoof werden de wortels van de meekrap verwerkt tot rode pigmentpoeder. De basis voor de beroemde Friese mantel pallium Fresonicum die niet alleen in gebruikelijk natuurlijke schapekleuren grauw, bruin en zwart voorkwam, maar ook in rood (meekrap) en blauw (wede). Zodoende gaat deze kleurstof al mee sinds de Friese periode. Ook de Zeeuwse klei bleek geschikt en kreeg in 1845 de ruimte om eindelijk te groeien. In 1845 werden namelijk de Rijksvoorschriften in het voordeel van de concurrentie beslecht. Hierdoor stonden in Zeeland zo'n 60% van de 132 stoven, de fabrieken waar de meekrap werd verwerkt tot rode kleurstof. Dit liep echter uit op een drama, vanwege de uitvinding van de chemici Carl James Peter Gräbe (Frankfurt am Main, 24-02-1841 - Frankfurt am Main, 19-01-1927 2) en Carl Liebermann (Berlijn 23-02-1842 - Berlijn, 28-12-1914 3) in 1868, die anthraceen uit steenkoolteer wisten te bereiden. Pakhuizen en meestoven waren overbodig geworden, handelaren waren hun handel kwijt en boeren en arbeiders raakten hun werk kwijt. Leegloop van deze gebieden waren het gevolg.
Dat daarvoor ook veelvuldig met dit product werd gewerkt, blijkt ook wel uit de vele regels die er geschreven zijn. Deze zijn terug te lezen in de diverse keuren, waarin de voorschriften over de teelt, de oogsttijd, de verwerkingsprocedures en de kwaliteitseisen die aan het eindproduct werden gesteld, waren opgenomen. De oudste bekende keuren stammen uit 1441 (Bergen op Zoom), 1449 (Goes) en 1480 (Reimerswaal) 4.

Meestoof 'Nederland', Nieuwdorp
We rijden daarom via Graszode over de Roversweg naar de Nieuwe Kraaijertsedijk. Hier krijgen we de achterzijde met de tot woning omgebouwde 'droogtoren' van de Meestoof 'Nederland' in het vizier. Ook vanaf het vervolg van de route, de Schippersweg zien we de meestoof goed. De meestoof zelf staat natuurlijk aan de Stoofweg.
Deze meestoof werd voor de eerste maal gebouwd door twee boeren, Bastiaan Remijn en Willem Hoondert, in 1826. In 1860 brandde de gehele koude stoof af, dit is het lange achterliggende gedeelte van zo'n 57 meter. In 1873 ging het nogmaals in vlammen op en nu inclusief de wortels. Na de herbouw was de droogtoren in 1897 aan de beurt. Nadat het complex voor diverse andere activiteiten werd gebruikt, kwam ook hierin uiteindelijk de klad in en viel het gebouw in verval. Tot een nakomeling van een van de oorspronkelijke bouwers het pand, Peter van Dijke, het pand heeft gerestaureerd inclusief de oude houten schoorsteen 1.

We rijden over de Stoofweg door naar de Kasteelweg en via de Lewedijk naar het dorpje Nieuwdorp zelf. We laten ons verleiden door de straatnaam Ring om deze in te rijden en komen vast te staan doordat we de vuilniswagen voor ons zijn werk aan het doen is in het zeer compacte en volgebouwde centrum.
Nadat we weer elk ons weegs kunnen gaan, rijden we terug over de Lewedijk naar de Schenkeldijk.

noten:
1. Hoge Hoeves op gelaagd land / Gerard Smallegange. - Goes : De koperen tuin, 2014. - ISBN 978-90-76815-32-9. - p. 43-44;
2. Wikipedia Carl Graebe,
3. Carl Liebermann;
4. Meekrap vroeger en nu / Anneke van Dijk-van der Peijl. - [Tholen] : Vereniging van Zeeuwse Musea, 1998. - ISBN 90-70417-01-4. - p. 7-8;

internetraadpleging: 23-10-2015


      Lewedorp
We gaan over de Noord Kraayertsedijk tot we bij de Oude Veerweg komen. Hier zien we in de verte bunkers uit WOII in de Zeedijk van de Jacobpolder. Hierbij realiseren we ons dat we nu in een relatief zeer jong poldergebied komen. De Quarlespolder is van 1949 en de Nieuwe Polder is van 1962
1. Dat verklaart dus ook deze bunkers op deze plek. Ze liggen op een kustlijn. Hier begint op 31 oktober 1944 een heftige en tevergeefs aanval van de vijfde Canadese infanteriebrigade op de Sloedam 2.

De Sloe was sinds eeuwen het vaarwater en de scheiding tussen Walcheren en Zuid-Beveland, dat de Westerschelde met de Schenge verbindt.
Wij kunnen slechts nog een restantje terugvinden. Aan beide zijden is het havengebied geworden. Aan de noordzijde een jachthaven en aan de zuidzijde een vernieuwde haven voor Vlissingen.
Wij rijden eigenlijk nu om deze zeehaven heen. Via de Qualespolder rijden de Oud-Sint Jooslandpolder in.

noten:
1. Wikipedia Sloe;
2. Liberation route De aanval op de Sloedam begint;

internetraadpleging: 23-10-2015


      Nieuw- en Sint Joosland
Via de Binnendijk rijden we naar de prachtige Boomdijk - dat z'n naam eer aandoet - waar we een mooi exemplaar van de kop-hals-rompboerderij uit 1948 van Mesu tegenkomen. Op zich is dit wel opmerkelijk, omdat we deze vorm voornamelijk in Friesland en in het westen en noorden van de provincie Groningen tegenkomen 1. Ook de leeftijd van de boerderij is opmerkelijk aangezien de Oud Sint Joosland Polder sinds het verzanden van de Sloe in 1631 ingepolderd werd 2. De boerderij zou tevens de naam ‘De Eendragt’ dragen 3, maar dat kunnen we vanaf hier niet zien. Er is wel een luchtfoto bekend van deze jonge hofstede.
We rijden deze Boomdijk helemaal uit en komen uit in het gehucht Oudedorp. Hier volgen we enkele dijken als de Stelledijk, Koedijk en Trekdijk naar Ritthem.

noten:
1. Wikipedia Kop-hals-rompboerderij,
2. Nieuw- en Sint Joosland;
3. Nieuwlandse Zaken: Geschiedenis: Wandeling door de Nieuwlandse Polders / P.J. de Visser Deel 3,

internetraadpleging: 24-10-2015


      Ritthem
Nadat we de N662 zijn overgestoken, rijden we over de Rammekensweg naar de kerk. Vlak voor de kerk vinden rechts een bunker uit WOII en daarachter ligt de vijf meter hoge vliedberg Berglust
1 2 (46095) met gracht 3.
Ook aan het water van de Zuidersluis watergang heeft een vliedberg met gracht gelegen ter hoogte van Nieuwe Erve 4.

De kerk (37848) behoorde bij de parochie dat schriftelijk in 1271 werd vermeld. De toren bevat prachtige elementen van dertiende-eeuws baksteengotiek. Aan de voorkant van de toren kunnen we eveneens twee ruiten van geglazuurde stenen vinden. Daarboven nog eens een groter ruit gevormd door 4 ruiten, met in alle 4 hoeken nog eens 4 kleine ruiten. Ben Veldstra van 'Bovenlichten' noemt deze kerk met stip de aller lieflijkste 5.
De ambachtsheren van Riethem krijgen op 6 mei 1424 van Hertog Jan van Beyeren de vrijheid om een willekeure te zetten tot tien ponden, en te water, en te land schulden te vorderen, en breukige lieden te vatten, mits die den Rentemeester van Bewesterscheld te leveren 6.
Het Gemeentearchief Vlissingen verklaard de naam van Ritthem daarom als plaats waar riet groeit. Immers, de bewoners - de Friezen - gebruikten het woord hem om iets als (woon)plaats aan te duiden 7.
Tijdens het Beleg van Middelburg in 1572-1574 werd ook deze kerk verwoest. Het informatiebord vermeldt verder dat in 1611 het schip werd herbouwd ten koste van het koor, dat helemaal werd afgebroken.
De kerk staat aan de Weverstraat. In het verlengde hiervan vinden we nog een Bleekstraat. Beide straten suggereren dat hier ook een vlasverwerkende industrie is geweest.
Een andere straat, de Rammekensweg, brengt ons naar het oudste zeefort van Europa, het zestiende-eeuwse fort Rammekens 8. Karel V had vanwege het dichtslibben van de Arne, in 1531 toestemming gegeven om een alternatief te graven om de haven van Middelburg bereikbaar te houden. Dit resulteerde in een kanaal dat in 1535 klaar was. Deze Kanaal van Welzinge zou uiteindelijk tot 1817 de verbinding tussen de haven van Middelburg met het Sloe vormen 9. Tegenwoordig rijden we er met onze auto's over: de Nieuwlandseweg en N57 (Ring-Oost).
Ter verdediging van deze belangrijke vaarroute - Middelburg was tot ongeveer 1675 na Amsterdam de machtigste VOC-stad 9 - werd op de hoek van het Sloe en Westerschelde Fort Rammekens, ook wel Zeeburg genoemd, in opdracht van de toenmalige landvoogdes Maria van Hongarije gebouwd 10. Een detail uit de kaart van Walcheren uit het Atlas van Loon geeft mogelijk hierbij enige verheldering 11.
Fort Rammekens in 1648 - Joan Blaeu
Op een van de strekdammen - of zijn het golfbrekers? - bevindt zich vreemd genoeg een kleine bewoning. Een tekening op een informatiebord verklaart het huisje.
Een ander informatiebord "De Rede van Rammekens", verklaart het hoe en waarom. Schepen wachten hier, vanwege de goede ligging, op een goede wind. De meeste mensen bleven zolang in het fort. Ook kon hier eenvoudig nieuw proviand gehaald worden. Geladen schepen konden hier in kleinere schepen worden overgeladen.
Eerder lag er op deze plaats, Blanckertshoek, een blokhuis 10. Mogelijk gaat het echter om hetzelfde en lag er op dat moment nog geen blokhuis. Karel V tekent namelijk op 29 april 1547 te Gent een stuk dat commissie geeft aan J. Sijm. Magnus als rentmeester van den impost voor het maken van een blokhuis op Blanckaertshoek. 2 mei 1547 maakt Maria van Hongarije, landvoogdes, te Gent een instructie op het officie van J.S. Magnus, als rentmeester van den impost voor het blokhuis op Blanckaertshoek 12. Het ontwerp van deze constructie was, evenals het jaar later gereedkomende Keizersbolwerk te Vlissingen 13, van de Italiaan Donato di Boni Pellezuoli 14. De basis voor dit ontwerp is de vorm van een ruit 10.
Donato di Boni Pellezuoli komt ook voor als "Donato di Boni Pellizuoli" 17 of als "Donato de Boni di Pellezuoli" 10. Hij zou afkomstig zijn uit Bergamo 10. Zijn leeftijd is onbekend, maar zijn geboortejaar zal tussen 1490 en 1500 16 liggen en zijn sterfjaar tussen 1556 16 en 1557 15. Hoewel Donato di Boni de eerste was voor Karel V, zond deze toch begin jaren 50 een andere Italiaan, Giovanmari Olgiati 15 of Giovanni Maria Olgiati (Milano, ±1494 – Milano, 18-10-1557) 18 naar de Nederlanden om de verdedigingswerken te controleren. Met in zijn kielzog de jonge Sébastien van Noyen, ook wel als Sebastiaan van Noyen (Utrecht, 27-3-1523 - 3-6-1557) geschreven 15.

Nadat we de auto op daarvoor gecreëerde parkeerplaats aan de haven hadden geparkeerd, liepen we eerst door een soort verwilderd parkachtig gebied. Het water dat we tegenkomen zijn restanten van de oorlogsinundatie van Walcheren in 1944 20. We krijgen al echter snel het fort in de gaten. Het eerste dat we zien en opvalt is de boogvormige uitsparing in de muur. Hieraan kunnen we zien dat het fort in de loop van de tijd vele veranderingen heeft ondergaan. Deze uitsparing duidt op een dijk dat hier ooit gelegen heeft. De dijk liep dus onder het fort door of het fort is over de dijk heen gebouwd.
We hadden nu ongeveer over de toegangsbrug met acht bogen moeten lopen 21. Het water en de brug zijn echter vervangen door zand. Ook zal er een ophaalburg voor de poort hebben gezeten. De bovenkant de kroonlijst is namelijk in drieën verdeeld. Wanneer we deze uitsparingen of sleuven naar beneden volgen zien we twee plukken groen uit de muur komen. Hier zitten gaten die we ook aan de binnenkant van de poort kunnen zien. De uitsparingen en gaten dienden waarschijnlijk voor de kettingen van de ophaalbrug. Het is waarschijnlijk dat het ontwerp oorspronkelijk voor iets anders bedoeld is geweest, aangezien deze aanpassingen niet bij het ontwerp passen en zodoende pas zijn aangebracht toen het hier als poort ging dienen. Onder de sluitsteen met daarop een bebaarde en besnorde beeldgezicht, dat staat voor waakzaamheid, zou nog het jaartal van 1547 gelezen moeten kunnen worden 21.

Wij treffen de poort gesloten en lopen weer terug naar de wagen. Tijdens de wandeling zien we auto's verder de dijk op rijden. En we volgen hun voorbeeld naar de in 1990 verzwaarde dijk dat voor het fort is aangebracht 22. Zodoende hebben hoog uitzicht over het hele gebied. Het fort ligt overzichtelijk voor ons en ook krijgen we uitzicht over de haven en de Westerschelde.

noten:
1. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 39;
2. Archeologie in de gemeente Ritthem;
3. Archeologie in de gemeente Ritthem;
4. Archeologie in de gemeente Ritthem;
5. Bovenlichten Ritthem (Walcheren);
6. Groot charterboek der graaven van Holland, van Zeeland, en heeren van Vriesland : beginnende met de eerste en oudste brieven van die landstreeken, en eindigende met den dood van onze graavinne, vrouwe Jacoba van Beijere; zynde zoo met de verschillende leezingen der onderscheidene afschriften, als met eenige korte aanmerkingen opgehelderd, verzaameld, en in orde gebragt / Frans van Mieris. - Te Leyden, : by Pieter vander Eyk, 1753-1756. - p. 723;
7. Gemeentearchief Vlissingen Naam en wapen van Ritthem;
8. Zeeland / Bartho Hendriksen. - Capitool. - Houten-Antwerpen : Van Reemst/Uniboek/Spectrum, 2012. - ISBN 978-90-475-1868-6. - p. 112;
9. Wikipedia Kanaal van Welzinge;
10. 'Versterckt Zeeland' / P. Stockman, P. Everaers; Jeannine Christiaansen, Robert van Dierendonck, Aad de Klerk, Berit Sens, Arnold Wiggers, Wim Scholten, Robbert Jan Swiers (redactie); Afdeling Voorlichting: R.J. Swiers (eindredactie); Kees de Jonge (illustraties)]. - Cultuurhistorische reeks. - [Middelburg] : Provincie Zeeland, 2001. - ISBN 90-71565-61-0. - p. 117
11. Geheugen van Nederland Walachria, Zelandiae Cisscaldinae Insvla Occidentalis;
12. Inventaris van het Oud Archief der Provincie Zeeland / J.P. van Visvliet. - Middelburg : Van Benthem en Jutting, 1878
Deel II. Chronologische tafel van de charters en oorkonden der graaflijke regering 1119-1574. - p. 367-368
2842 en 2845;
13. Wikipedia Fort Rammekens;
14. De geschiedenis van de Verdedigingsbouwkunde / Tjalling C. Damen p. 6;
15. L’urbanisme d’Hesdin et de Charlemont Villes neuves du 16ème siècle : Mise en pratique de théories idéales / Nathalie Dereymaeker. - p. 54;
16. Les cahiers de l'urbanisme, décembre 2002, n° 42. - Les villes neuves en Belgique / Philippe Bragard p. 65;
17. In 't land van belofte: in de nieue stadt : ideaal en werkelijkheid van de stadsuitleg in de Republiek, 1580-1680 / Ed Taverne. - Maarssen : Schwartz, 1978. - ISBN 90-6179-024-7 p. 439;
18. Wikipedia Giovanni Maria Olgiati;
19. Dizionario Biografico degli Italiani - Volume 79 (2013) Olgiati, Giovanni Maria;
20. Stee aan zee Excursie Rammekenshoek;
21. Fort Rammekens : Een poort naar de toekomst / Jacoline Vlaander. - Vlissingen : Den Boer | de Ruiter, [2013]. - ISBN 978-90-70174-83-5. - p. 18;
22. Fort Rammekens : Een poort naar de toekomst / Jacoline Vlaander. - Vlissingen : Den Boer | de Ruiter, [2013]. - ISBN 978-90-70174-83-5. - p. 71;

internetraadpleging: 24 - 25-10-2015


      Oost-Souburg
Na het turen over de Westerschelde krijgen we zin in een bakje koffie. Deze kunnen hier echter niet krijgen en dus rijden we naar onze derde en laatste ringwalburg van Walcheren, Oost-Souburg. Vanwege diverse wegwerkzaamheden en eenrichtingsverkeer hebben we enige moeite om iets geschikts te vinden. Maar nadat we Kanaalstraat inrijden keren onmiddellijk onze kansen, die we meteen aangrijpen. Bij Café Bellevue vinden we een terras in de zon. We bestellen en krijgen onze cappuccino's. Vanaf het terras zien we de goed functionerende Molen De Pere staan. Deze ronde stenen stellingmolen is tegenwoordig een korenmolen. Het staat hier waarschijnlijk al sinds 1725, gebouwd op de vier teerlingen
1 van zijn voorganger Korenmolen van West-Souburg, een standerdmolen 2, dat hier mogelijk al rond 1500 heeft gestaan. De recent ontdekte funderingsblokken, de al genoemde teerlingen, zouden hiervoor aanleiding geven 3. De Pere is vernoemd naar de eerste eigenaar en opdrachtgever voor de bouw, de ambachtsheer Cornelis van Pere 4.
Na de koffie lopen de Kanaalstraat in. Halverwege de straat, zo ter hoogte van de Braamstraat, zien we het gebouw waarin Omroep Zeeland gevestigd zit.


gereconstrueerd dorp Haithabu Museum.

Even later zien we de Ringwalburg van Oost-Souburg. Deze ziet eruit zoals het waarschijnlijk bedoeld en gemaakt is. Leeg. Slechts gras kunnen we hier vinden. Alleen de gracht ontbreekt in dit plaatje. Die ontstond immers vanzelf, om de wal van 12 - 6 meter breed en 3 meter hoog te maken. Het blijkt om 4000 m3 grond te gaan, zo rekent het informatiebord ons voor. De gracht - nu vervangen door straat, weg en pad - zou toen ongeveer 15 meter breed zijn geweest.
Wanneer we dezelfde helling in de gracht hebben als dat van de wal, dan zal de gracht een dikke 2 tot 2½ meter diep geweest zijn.
Volgens datzelfde informatiebord blijkt er echter tussen ongeveer de jaren 900 en 975 bewoning te hebben plaatsgevonden, dat uit 10 tot 12 woningen bestond. In 1994 zijn de wal, de paden en de poort opnieuw gemaakt, gebaseerd op het onderzoek van de Rijksdienst voor het Oudkundig Bodemonderzoek (ROB), dat hier tussen 1969 en 1983 heeft plaatsgevonden 5. De bewoning zal er ongeveer zo hebben uitgezien, zoals we het als reconstructie hebben gezien in Haithabu . Dit doet ook erg denken aan de andere ringwalburgen die we tijdens die vakantie hebben gezien. Zoals Alt Lübeck (Liubice) of het Archäologisches Freilichtmuseum van Groß Raden . Ook hier vinden we - mogelijk ter illustratie - de bebouwing. Mogelijk heeft dit net als in Oost-Souburg slechts enige tijd geduurd.


Een reden om er toch replica-huisjes op te zetten is waarschijnlijk, dat er dan iets te zien is. Ook wij zijn na enkele minuten uitgekeken. Hiermee hebben we de drie ringwalburgen van Walcheren gezien. De andere twee zien we mogelijk een andere keer. De ringwalburg van Oostburg in Zeeuws-Vlaanderen staat in ieder geval voor volgende week op het verlanglijstje. De ringwalburg van Burgh op Schouwen komt vast nog een andere keer. Maar mogelijk zijn er nog meer ringwalburgen hier. Monumentenzorg laat ons weten dat er mogelijk in Kloetinge (!), Maasland, Naaldwijk, Rijnsburg, Velsen (Velserburg) en Castricum (Oudburg) ook ringwalburgen liggen uit dezelfde periode 5. Dat hebben we dan weer mooi gemist in Kloetinge.
Aangezien de Kanaalstraat ook een winkelstraat is, lopen we nu al winkelend terug naar de auto, zodat we daarna naar Arnemuiden kunnen. We moeten echter wel weer een stukje route rijden, die we bij aankomst ook al gereden hebben, om zo Oost-Souburg te kunnen verlaten.

noten:
1. Molendatabase 900: De Pere,
2. 13649: Korenmolen van West-Souburg;
3. Voorganger molen De Pere moet er al rond 1500 hebben gestaan;
4. Met fraai gerestaureerde molen 'De Pere' is het vreemd gesteld;
5. Fotosite Souburg Archeologie-De Burcht;
6. Jaarboek Monumentenzorg 2004. Op weerstand gebouwd. Verdedigingslinies als militair erfgoed. - Zwolle/Zeist : Waanders Uitgevers / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 2004: Burgen en burchten uit aarde en hout : De vroegste middeleeuwse versterkingen van ons land / Jan van Doesburg, Peter Schut. - p. 57

internetraadpleging: 27-10-2015


      Arnemuiden
We komen uit op de snelweg, dus rijden we die dan maar even naar Arnemuiden. Twee afritten verder zijn we er al. Even later parkeren we de wagen langs de Schuttershof.
Aan het begin van de Langstraat - hier liggen de musea waar we naar toe willen - vinden we eerst enkele beelden.
Het eerste beeld is een uit 30 mm staalplaat gesneden 2D visleurster van IDNA, een coöperatie van ruimtelijke ontwerpers. Het IDNA-lid Kris van der Werve is voor deze 2D beelden in Arnemuiden verantwoordelijk in samenwerking met Mojca Kuijpers en Gertrude van de Ketterij, die dit kunstproject in 2013 draaiden
1. Op de achtergrond - van de andere kant bekeken - vinden we nog een schip 2. Even verderop loopt Poes Molly met een gestolen vis in d'r bek 3.
We lopen langs Molly de Langstraat in op zoek naar het museum. Deze straat is in 2012 geheel opgeknapt en op vrijdagmiddag 21 september feestelijk heropend. Hierbij zijn ook de buitenschilderijen onthuld van buitenschilderijen van Wannes van Belzen 4. Zo'n 150 meter verderop vinden we het 't Uusje van Eine. Hier spreken we iemand van 't Uusje, die ons uitlegt, dat we alle drie musea met 1 kaartje kunnen doen, want aan de overkant zit het Historisch Museum Arnemuiden en aan het einde van de straat zit de andere die op ons lijstje stond, het Historisch Scheepswerf C.A. Meerman. En aangezien de overkant nog net niet open is en we daar het kaartje kunnen kopen of bij de Scheepswerf, lopen we eerst maar naar de Scheepswerf.
Zodoende komen we om de hoek eerst de kerk tegen waar we de tweede visleurster tegenkomen. Zij draagt de werktitel Visloopster en heeft in Arnemuiden de sokkeltitel Arnemuidster visleurster gekregen. Dit werk is van Gerard Brouwer, is 130 cm hoog en staat hier sinds 2003 5.

Onderweg naar de ingang van de Scheepswerf komen we nog een aantal informatieborden tegen die ons in ieder geval ook vertellen over de Visleurster. Omdat de visverkoper meestal de vrouw was spreken we van de Visleurster. Zij liep met 2 geblokte speciale rieten manden met vis aan een juk naar Vlissingen en Middelburg om daar de vis te verkopen. In deze manden konden tot 25 kilo vis. Later werd het verkoopterrein uitgebreid met Brabant en zelf Limburg, waar ze dan wel met de trein naar toe gingen.
Dat zal dan lekker geroken hebben, zo'n treinritje.
De informatieborden vertellen natuurlijk ook het verhaal van Arnemuiden, dat een stad is en geen dorp. Het kreeg immers in 1574 stadsrechten, als een genoegdoening van Willem van Oranje voor de vernietigende strijd dat ook hier heeft plaatsgevonden. Ditmaal waren het de Spaanse troepen die het dorp op 8 mei 1572 verwoesten, vanwege de keuze die Arnemuiden voor Willem van Oranje hadden gemaakt.
Vanaf dat moment kon de stad weer opgebouwd worden en maakte een mooie en welvarende periode door dat tot de verzanding van de haven in 17e eeuw duurde. Hierna nam navenant de rijkdom af en rond 1800 omsloeg naar armoede.
Wist Arnemuiden met de stadrechten onder het 'juk' van Middelburg uit te kunnen groeien, de armoe en afsluiting van het Sloe - en daarmee een open zeeverbinding - zorgden ervoor dat de vissers onder andere in de armen van Vlissingen werden gedreven, waar ze in hun eigen enclave met eigen gewoonten en klederdracht gingen wonen en werken 6.
De kerk van de Hervormde Gemeente die we net op de Markt zagen, staat hier nog niet zo lang. Het is de opvolger van de Kruiskerk die we op talrijke kaarten van Arnemuiden zien staan. Ook in de straat komen we het op een schilderij tegen dat ondertekend is door Joh. van Belzen.
We mogen - na het bestuderen van het gezin Van Belzen en het bericht over de heropening van de straat - er vanuit gaan dat Joh. van Belzen staat voor Johannes van Belzen (19-03-1904 - 02-04-1987), ook wel Wannes Spreeuwe genoemd 7. Dat verklaard waarom hij Wannes van Belzen wordt genoemd in het heropeningsartikel.
De eerste steen van een begin van de Kruiskerk, werd op 9 mei 1505 gelegd als de kapel van Sint Maarten, ook wel bekend als de kapel beneden den dijk. In 1545 werd het parochiekerk. Na het omwaaien van de houten toren in 1557, was er geen bescherming meer tegen weer en wind, zodat het na zeven jaar zo bouwvallig was geworden dat de klokken uit het klokkenhuis vielen en men genoodzaakt was om in 1564/65 te beginnen met nieuwbouw, dat de vorm van de kruiskerk zou krijgen. Ook de jaren daarna krijgt het gebouw allerlei ellende over zich heen, terwijl het waarschijnlijk nog steeds niet echt afgebouwd was. In 6e juni 1566 was er een grote brand in Arnemuiden, in 1572 de verwoesting door de Spanjaarden, 7 maart 1582 raast een storm over de stad, waardoor de voorgevel instort en raakt het z'n toren weer kwijt en is het gebouw behoorlijk beschadigd. Rond 1675 en 1704 zijn er grote renovaties van diverse onderdelen nodig, terwijl er nauwelijks financiën zijn. Opmerkelijk is de opmerking van 18 februari 1756, dat de muren van de kruiskerk scheuren door een aardbeving! Vanaf april 1758 wordt er wederom een grote renovatie uitgevoerd. Na de beeldenstorm in 1567 is het op 20 maart 1795 de beurt aan de mensen van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap en over de oppermacht van het volk om ook gelijkheid in en aan de kerk te bewerkstelligen door alle wapens te verwijderen. In 1809 houden de Engelsen nog meer huis in de kerk, terwijl ze de Fransen verjagen.
Het onweer van 26 februari 1853, met blikseminslag en brand, luidt definitief het einde van de Kruiskerk in. De gemeenschap is intussen verarmd en de kerkgangers verdeeld, ook over het kunnen van den Leraar, die schijnbaar alle lust om te kerken ontneemt.
10 mei 1857 wordt er voor de laatste keer gekerkt. Voordat het wordt afgebroken - veel materiaal wordt hergebruikt in de nieuwe kerk - maakt J. Bourdrez een afbeelding van de kruiskerk, die in steendruk is uitgegeven 8. Een gelijkend variant is hiervan door Van Belzen geschilderd.
Als de klok van Arnemuiden

Als de klok van Arnemuiden
Welkom thuis voor ons zal luiden
Wordt de vreugde soms vermengd met droefenis
Als een schip op zee gebleven is

Wendt het roer! We komen thuis gevaren
Rijk was de buit, maar lang en zwaar de nacht
Land in zicht! En onze ogen staren
Naar de kust, die lokkend op ons wacht

Als de klok van Arnemuiden
Welkom thuis voor ons zal luiden
Wordt de vreugde soms vermengd met droefenis
Als een schip op zee gebleven is

Rijke zee, waarvan vissers dromen
Want jij geeft brood aan man en vrouw en kind
Wrede zee, jij hebt zoveel genomen
In jouw schoot rust menig trouwe vrind
'Als de klok van Arnemuiden' is geschreven door Dico van der Meer (Dirk Coenraad, Harlingen, 23-01-1897 12:00uur - Hilversum, 1-1-1951 10:00uur) 9. Zijn ouders waren Dirk van der Meer en Hiske Agatha Kuhlman 10. Echter, het oorspronkelijk lied en muziek was van Hendericus Mengers, mogelijk uit Sebaldeburen (gemeente Grootegast in provincie Groningen) waar hij toen bij zijn ouders woonde. Hij speelde dit lied voor de oorlog (WOII) op z'n accordeon samen met enkele maten. Naar verluid is hij al enige jaren geleden overleden. Het Historische Vereniging Arnemuiden zou het leuk vinden om meer van deze man te weten te komen, zodat hij postuum geëerd kan worden 11.
Wanneer we echter heden in de diverse databases gaan zoeken vinden we geen Hendericus Mengers in Sebaldeburen, wel is er een Henderikus in 1958 in Sebaldeburen op z'n 73ste overleden. Zijn vrouw Wilhelmina Folgerts overleed daar 4 jaar later. Wanneer we het gezin van deze twee bekijken, blijkt dat Henderikus uit Ulrum komt en Wilhelmina uit Den Andel. Ze trouwden op 31-05-1912 in Baflo en gingen kennelijk in Houwerzijl (gemeente Ulrum) wonen waar ze twee kinderen kregen: Jantje in 1913 en Henderikus op 17-10-1914 12. Nu was Hendericus in 1948 ongeveer 35 jaar 11. Dan zal hij dus ongeveer in 1913 geboren moeten zijn. Laat 1914 dan een acceptabel geboortejaar zijn, aangezien dit de enige is die in aanmerking komt. Wanneer we vervolgens hierop doorzoeken, vinden we zijn begraafplaats op Begraafplaats Beekbergen. Hij is op 59-jarige leeftijd overleden op 16-05-1974.
Het familiebericht van de familie voor het overlijden van vader geeft aan dat in 1958 beide kinderen nog ongehuwd waren 14.
Rond 1928 zijn er kennelijk verhuisplannen, want pa zet het huis met 9 are grond in Hauwerzijl te koop (of eventueel te huur) 15.
Hauwerzijl of Houwerzijl staat te boek als vliedorp. Dit komt van het Oudfries 'fliach-hêm', een plek waar men bij hoogwater kon verblijven 16.
Nadat er voor de nieuwbouw op 31 maart 1858 door de burgemeester C.J. Baars de eerste steen gelegd is, ontstaat er binnen negen maanden een nieuw gebouw, dat 19 december 1858 in gebruik genomen wordt. Later krijgen ook de bekende klokken Jhesus en Maria uit 1518, gegoten door Peter Wagaveijns/Waghevens en 1583, gegoten door Peter van der Gheyn weer een plek in de toren 17. Ook het carillon kwam er weer te hangen, maar wegens geldgebrek werd het in 1885 verkocht aan een Middelburgse handelaar, die het vervolgens doorverkocht aan het Rijk. Deze zorgde ervoor dat ze belanden in de torens van het Rijksmuseum te Amsterdam, maar zij lieten ze na 1962 vervangen, nadat was gebleken dat een paar hergoten klokken door Petit & Fritsen geen verbetering was. Arnemuiden was in de veronderstelling dat hun carillon verloren was en was bezig met een 'nieuwe'. Toen bleek dat het Rijks ze wel in langdurige bruikleen wilde geven werd besloten om deze weer te herinstalleren, zodat weer sinds 1964 deels de originele carillon in de toren hangt 18.

Scheepswerf
Wanneer we aan het einde van de Langstraat de Zuidwal bereiken vinden we daar ons
Historische Scheepswerf C.A. Meerman, waar we even kijkje gaan nemen. Ook hier hangen weer een aantal informatieborden, zodat al snel weten dat de familie Meerman een van de vier scheepswerven met een zeer lange historie en grote productie is. De werf van Meerman is begonnen in 1763, de werven van Verras in 1837, De Klerk in 1846 (beiden Zeeuw-Vlaanderen) en Van Duivendijk in 1872 in Tholen.
Deze werf is echter niet door de familie Meerman in 1763 begonnen. Pieter Boers uit Sliedrecht staat als vergunninghouder te boek voor een scheepstimmerwerf met sleehelling. Datzelfde jaar gaat Jacobus Meerman uit Biezelinge waarschijnlijk meewerken. Na enkele tusseneigenaren, komt het in 1786 in handen van Jacobus. Dit familiebedrijf houdt tot 2003 stand.
In de jaren moest er ook - een verloren - strijd gevoerd worden voor een open zeeverbinding. Zo werd in 1818 nog pogingen ondernomen om het vaarwater uit te diepen. In 1887 wordt tot het graven van het Arnekanaal overgaan 19. Dit zorgt nu voor de scheepvaartverbinding. Het gedeelte ter hoogte van de beweegbare spoorbrug is de oude Arne, die wel mee werd gekanaliseerd 20. Eigenlijk heet het water hier Verbreed Kanaal door de oude Arne 21.

Nollie Hallensleben en Jacintha Dirkx de Willigen
Specialiteit voor de werf is de Hoogaars. Binnen vinden alle gereedschappen, machines, houtonderdelen die nodig zijn voor het bouwen van dit mooi gelijnde en snelle schip.
Door de intrede van de motoren, verliest ook dit schip - net als alle zeilschepen van dat moment - de strijd tegen de modernisering. In 1962 wordt de laatste Hoogaarts voor de pleziervaart afgeleverd. Nu kan de werf nog mooi dienstdoen voor onderhoud en als historisch cultureel erfgoed.

Wij zijn niet de enige die hier van alles vastleggen. Wanneer we weer het laatste gebouw uitkomen zien we dat een aantal schilders plaats heeft genomen tussen de schepen die op de wal staan, om hier de kleuren, vormen en licht te schetsen, tekenen en schilderen.

We lopen via de Langstraat en komen - eigenlijk vanzelfsprekend - schilderwerk van de familie Caljouw tegen.
Even later komen we aan bij ‘t Uusje van Eine. Dit is een huismuseum dat een beetje vergelijkbaar is met de sfeer van 't Wienkeltje van Wullempje in Hoedekenskerke . Maar, ‘t Uusje van Eine heeft een prachtige verrassing in petto voor de historisch/archeologisch geïnteresseerde bezoeker. Het huisje van Hendrik, dit is ‘t Uusje van Eine, is gesitueerd in een negentiende-eeuwse woning met attributen uit de 19e en 20e eeuw. Ook hier zien we toch weer veel herkenbare dingen.
Bijzonder is dat diverse poppen-bewoners met allerlei kleding aanwezig zijn, om het geheel alledaags aan te kleden.
Wanneer we bij de naaiende dames komen ligt daar opeens een krantenartikel met de titel Labadie, labeda, labedonia, een artikel uit Trouw van 18-05-2002 van Lodewijk Dros. Dit hebben we eerder gezien! Vorig jaar in Wiuwert . Het artikel vertelt het verhaal van de kerk, de mummies en de stichting van een religieuze commune in navolging van Jean de Labadie.
Rijst de vraag, waarom ligt dat artikel hier. Hier is een eenvoudige verklaring voor, dat ook beschreven staat in het artikel. De Labadie is op uitnodiging van mede Anna Maria van Schurman (1607 – 1678) naar Middelburg gekomen. Haar broer Johan woonde bij De Labadie en zodoende had zij van hem gehoord. Al gauw speelde jalousie de métier de minder succesvolle predikanten van de nieuwe nationale kerk hun parten, zodat De Labadie en zijn gevolg, waar onder Anna Maria, moesten vluchten. Via Veere en andere plaatsen streken ze neer op de Thetinga-state van de drie freules Van Aerssen.
Dit stukje 'Zeeuwse aandeel' in dit verhaal zal de verklaring zijn, dat het artikel hier ligt.

Van deze verrassing dalen we helemaal af naar de kelder waar de volgende verrassing wacht. Deze gewelven-kelder uit de 16e eeuw, lag helemaal volgestort met aarde, klei en puin. Maar dat is niet het enige. De zorgvuldig, emmer voor emmer leeggehaalde kelder gaf ook vele scherven, eeuwenoude tegeltjes, aardewerk, pijpen, kogels, een enkel muntje, flessen Spaanse wijn en schoenzolen prijs 21. Maar hiervoor werden door talloze mensen 5200 emmertjes grond afgevoerd. Daarna werd er langdurig gepuzzeld met al die stukjes porselein en aardewerk om er weer iets van te maken. Zelfs de bezoekers kunnen een handje helpen in dit monnikenwerk.

Wij gaan echter naar de overkant, naar ‘t Stadthuys, waarin het Museum Arnemuiden gevestigd is. Hier hangt duidelijk een andere sfeer. De opzet is ruimer en het ziet eruit als een museum, zoals we van een museum verwachten. Ondanks de Welkomspagina op de site is het op de begane grond gelukkig een tamelijk 'saaie opstelling', inclusief de benodigde uitleg, zodat we goed geïnformeerd door de zalen kunnen lopen.


Museum Arnemuiden.

En een verdieping hoger liggen de zaken inderdaad anders. Hier worden, net als in ‘t Uusje aan de overkant, situaties uitgebeeld.
Maar voorlopig raken we beneden nog niet uitgekeken.
We bekijken uitvoering de maquette van de stad, waarvan Ludovico Guicciardini - een geschiedschrijver uit Florence (Juni 1523 - Antwerpen, 22 Maart 1589) 23 - schreef dat de rede het middelpunt van Europa was 24.
Zo sterk kunnen we het niet terugvinden in de diverse Italiaans- 25 en Franstalige 26 drukken van zijn stadsbeschrijvingen. Wel kunnen we vinden dat de rede in heel Europa bekend en zelfs beroemd was: ma ha porto famosissimo per tutta l'Europa of in het Frans: mais son port est tre-fameux par toute l' Europe. We hebben het dan over schepen uit Spanje, Portugal, Frankrijk, Engeland die meerdere keren per jaar de rede aan doen, zodat ze soms rijen dik voor Arnemuiden liggen. We moeten dan denken aan 30 tot wel 50 schepen tegelijkertijd.
Sommige drukken van de boeken van Guicciardini bevatten prachtige kaarten van de gebieden en steden, waaronder deze bekende van Arnemuiden.

Bijzonder zijn ook de vele leren schoenen en lappen die er gevonden zijn. Er zijn zelf enkele driehoekige lapjes gevonden (linker schoenenfoto). Dit zijn zogenaamde wreefbanden, die behoren bij houten overschoenen, de trippen of ook wel patijnen of iets minder sjiek, slijkschoen worden genoemd 27.

Trip, hout en leer
uit: Het Hof van Nederland museum Dordrecht
Deze trip kwamen we een week eerder tegen in een ander museum. Het laat zien hoe de trip eruitziet. Zo kunnen we ons goed voorstellen hoe je op deze hoge instapschoen, schone schoenen kon houden.

Op een portret van Jan van Eyck uit 1434, waarop een Brugges stel staat, vinden we een mooi geschilderd paar en gestileerde trippen. We kunnen op de hak en voorzijde nog de moddersporen van een cm diepte zien 28.

Door deze wreefbanden kon men hierin met de fraaie puntschoen of laars stappen, om zo deze te beschermen tegen de modder, drek of vochtigheid op straat. De tripsluiting bevat een lapje met een lip en de ander met een inkeping, dat door een metalen pen werd gesloten.
Het heeft wel iets weg van badslippers.
De slijkschoen heeft aan de onderkant een metalen ring op twee staanders zitten, om zo voldoende hoogte en grip op het wegdek te houden 27.
We komen verderop diverse versierselen tegen. Onder andere strikken met parels die men hier in de Walcherse kuststreek aan de krullen droeg 29. Deze van zichzelf indrukwekkende strikken kwamen ook voor met waaiers of in dubbele strikformatie. De talrijke poppen die we overal tegenkomen vertonen diverse mogelijkheden.
Ook het boekbeslag uit de eerste helft van de 15e eeuw ziet er mooi uit.
Van geheel andere orde is het noemen van Kenau Symonsdochter van Hasselaer (1526-1588), die hier vanaf 1575 drie jaar heeft gewoond. Tevens heeft de familie Wiltschut hier ook indruk achtergelaten als rijke en machtige familie, zo rond 1700.
Kortom, er is hier ook weer veel te zien. Maar misschien zijn drie musea achterelkaar toch net even teveel van het goede. We bereiken tegen vieren ons verzadigingspunt wat beelden en indrukken betreft. We besluiten daarom maar naar Vlissingen te gaan om daar te gaan eten. En dus lopen via de Langstraat weer naar de auto om via de snelweg A58 naar de kust te rijden.

noten:
1. Kunstproject Arnemuiden / IDNA Identiteit van Arnemuiden,
2. Visleurster en schip,
3. Poes Molly;
4. Zeeuwse Regio 16-09-2012, 17:05 uur Feestelijke opening Langstraat Arnemuiden;
5. Gerard Brouwer Bronzen beelden;
6. Wikipedia Arnemuiden;
7. Historische Vereniging Arnemuiden - Beeldbank Het gezin van Johannes van Belzen en Maria van Belzen-de Ridder;
8. Historische Vereniging Arnemuiden De oude kruiskerk van Arnemuiden / J. Adriaanse;
9. De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 03-01-1951 In memoriam Dico van der Meer;
10. Centraal Comité 1945 Harlingen Het eerste feest, Alle Friezen nr. 21;
11. Historische Vereniging Arnemuiden - Algemeen Liedjes over de klok van Arnemuiden;
12. Alle Groningers Wilhelmina Folgerts;
13. Online Begraafplaatsen 3.0 Henderikus MENGERS;
14. Nieuwsblad van het Noorden 08-08-1958 Henderikus MENGERS;
15. Nieuwsblad van het Noorden 21-02-1928 H MENGERS;
16. Wikipedia Vliedorp;
17. Historische Vereniging Arnemuiden De grote oude klok uit 1518 / J. Adriaanse;
18. Jos van Belzen Het carillon;
19. Gemeente Middelburg Valorisatie Arnemuiden ideeënboek, p. 9;
20. Beeldbank Historische Vereniging Arnemuiden De uit 1872 daterende spoorbrug over het Arnekanaal in een winterlandschap;
21. RWS ZEELAND Saneringsvisie Kanaal door Walcheren / H.L.A. Sonneveldt, C.A. Schmidt, D.S. Beerda, C.J. Meeuse. - p. 9;
22. Familie van de Ketterij Foto (o)pa en (o)ma;
23. Biographisch woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - Haarlem : J.J. van Brederode, 1862 Deel 7: Ludovico Guicciardini, p. 546-7 ;
24. Museum Arnemuiden Europort anno 1570;
25. Descrittione di M. Lodovico Guicciardini di tutti i Paesi Bassi, altrimenti detti Germania inferiore / Lodovico Guicciardini. - Anversa : Silvio, 1567 p.209 A8;
26. Description de touts les Pays-Bas, autrement appellez la Germanie Inferieure, ov Basse Allemagne / Lodovico Guicciardini; François de Belleforest. - Amstelodami, apud I. Ianssonium, 1625. - Description De Ramve GoogleBooks - Early European Books;
27. Biekorf. Jaargang 75. Slijkschoenen;
28. National Gallery. - detail Arnolfini portret / Jan van Eyck, 1434 trippen of patijnen;
29. Klederdrachten : De schoonheid van ons land / Cas Oorthuys (foto's) en José Rozenbroek (tekst), p. 148;

internetraadpleging: 29-10 - 6-11-2015


      Vlissingen

kaart 6b

Met een grote boog bovenlangs het oude gedeelte van Vlissingen verdwijnen we op de Spuistraat de parkeergarage De Fonteyne in. Wat een contrast met een uurtje geleden.
Daarbij is het wel grappig te bedenken, dat op de plek van deze garage vroeger de schepen lagen. De functie is wat dat betreft dus enigszins hetzelfde gebleven.
Verder wordt het zoeken naar historische overeenkomsten. Want vanzelfsprekend is Vlissingen ook van oude komaf, al zijn er pas vanaf 1247 de eerste geschriften bekend. Maar de naam Vlissingen - met -inge aan het eind naam - geeft eigenlijk al een ouder bestaan aan. Het is echter onduidelijk vanwaar deze naam komt. Twee varianten zijn er bekend die handelen over een fles, waarvan een afspeelde in de 7e eeuw toen Sint Willibrord hier aan land kwam en de ander gaat over de monnik Jacob van Dreischor die hier in 967 het veer aan de Vlesse bezocht.
De meest voor de hand liggende is, gezien de geschiedenis , de Deense variant, waarbij het woord vles voor getijde staat 1.

Ondanks dat de stad nieuw overkomt is de lijst met rijksmonumenten best wel lang. En er prijken ook gebouwen uit de 16e eeuw op, zoals de Keizersbolwerk uit 1548 (448989), met vernoeming naar Karel de V. De vissershaven, het enige authentieke watergedeelte van de stad dat nog steeds aanwezig is heeft nog stenen beschoeiing en ommuring uit 1443 (37833). De Walstraat, die nu op een plek ligt waar vroeger de haven doorliep vanuit de Vissershaven, is bijna 'hofleverancier' van diverse oudere panden. Deze zijn gebouwd vanaf 1600. Helaas zullen wij niet zover de stad bekijken. Zelfs voor de Grote of Sint-Jacobskerk (37752) uit de 14e eeuw op de Oude Markt hebben we geen tijd meer. Maar aangezien de kerk in 1911 door een brand bijna volledig is verwoest 2, zullen wij hieraan dus ook niet veel missen 3.
Daarnaast zijn er nog twee vliedbergen buiten het centrum te vinden: De Bergweg (46093) en Pauwenburg (46094) 4.
Maar het eerste wat we tegenkomen is toch de kerk.
Roosje

Proeven voor het verstand, den smaak en het hart / Jacobus Bellamy. - Dordrecht : Jan de Leeuw en Jan Krap Az., 1790
p. 132 (119): Roosje, een vertelling
Over het schoonste Zeeuwse meisje.
Wij lopen echter 'straight ahead' over het Bellamypark naar de kust. Voor een pand met de naam Edenburg, gebouwd in 1771 (37583), zien we een beeld van een jongeman die al staande iets aan het schrijven is in een boekje. Het is een eerbetoon aan de dichter in het algemeen. Daarom staat het ook hier in het Bellamypark, vernoemd naar dichter Jacobus Bellamy (aka Zelandus), die hier - in het pand dat nu het Stadscafé de Dighter herbergt - geboren is op 12 november 1757 en overleed in Utrecht, 11 maart 1786 en wiens werk Roosje, een vertelling het bekendst is 6.
Opvallend zijn de duidelijke broekplooien die kunstenares Berry Holslag de Dichter van het park gaf. Dit wordt herkend als iemand met een strak kruis 7. Gezien de plaats van de plooien lijkt me dit echter een onjuiste conclusie.
Holslag is geboren in Den Haag op 28-08-1947 en werkt voornamelijk als keramist 8.

En wat zien we even verderop? Het standbeeld van Michiel de Ruyter (37831). Deze is gemaakt door Louis Royer (Mechelen, 19 juni 1793 - Amsterdam, 5 juni 1868 9) in 1841 10. We lopen ernaartoe, over het al genoemde Keizersbolwerk, want het beeld staat hier op het bolwerk. Na hier van het uitzicht over de Westerschelde en Noordzee genoten te hebben, lopen we weer terug.
Opeens zien we piraten uit het venster van een gebouw komen. Ach, het blijkt om het pand van 'Het Arsenaal' - een piratenattractiepark - te gaan.
Dichterbij zien en horen we een loodsboot van de Zuiderburen de loodsbotenhaven binnenkomen. Deze heeft net een loods van een uitvarend schip gehaald. Volgende week zullen ook live het aan boord gaan van de loods op een zeeschip kunnen aanschouwen. Dat alleen al lijkt ons een klus.

Ondertussen lopen wij recht af op het (voormalig) Beursgebouw (37624) uit 1635. Tegenwoordig is het een restaurant waar je onbeperkt tapas kunt eten. Dit is mogelijk een optie om straks te gaan eten. We willen eerst nog even over de Nieuwendijk lopen om te kijken wat men daar te bieden heeft op dit gebied.

Naast een aantal restaurants in mooie panden vinden we ook een pand uit 1641 dat de naam Lampsinshuis (37715) draagt. Het informatiebord verteld ons dat hier de zeer rijke familie Lampsins woonde. Zij waren de werkgevers van een nog jonge Michiel de Ruyter. Tegenwoordig zetelt hierin het Zeeuws maritiem muZEEum, dat wij, gezien het tijdstip en de verzadiging helaas laten schieten. Het gebouw is bijna het enige exemplaar van het Hollands classicisme in Zeeland.
Even verderop komen we op een nieuwbouw-gebouw een herdenkingsteken tegen, dat vermeldt dat hier Betje Wolff op 24-7-1738 is geboren. Elizabeth Wolff-Bekker is een bekende briefroman-schrijfster 11, zodat de uiting van dit herdenkingsteken Briefwisseling Aagje Deken en Betje Wolff van Jan Haas ook meteen verklaard is. Het toont namelijk het vouwproces in vier stappen van een brief in 'enveloppevorm'. Jan Haas is 26 oktober 1941 in Batavia geboren 12, en kennen we ook van het beeld van Dirk IV dat in Dordrecht staat. Tegenwoordig wordt er op wetenschappelijk niveau ook meer aandacht geschonken aan dit vouwen van de brieven, omdat iedereen - tot de uitvinding van de enveloppe door Bewer in 1835 - wel een eigen variant verzon, met beveiligingsmethodieken, de zogenaamde letterlocking 13 14.

We lopen dezelfde weg weer terug en besluiten na bestudering van de diverse menukaarten bij het Beursgebouw tapas te gaan eten. En goede keuze blijkt, wanneer we plaats hebben genomen. We kunnen telkens enkele gerechtjes aankruisen die vervolgens worden gebracht. Zo draagt dit meteen bij aan het tegengaan van voedselverspilling, immers je stopt op het moment met het bestellen van de hapjes, zodra je genoeg hebt. En dat dit onrechtvaardig zou overkomen, omdat wanneer je weinig eet - zoals wij - dus net zo veel betaald als iemand die misschien wel twee keer zo veel eet, is natuurlijk niet een argument. Je betaalt immers nauwelijks iets voor het voedsel zelf. Je betaalt voor het aanwezige personeel, de huur van het pand etc. etc.
We lopen na afloop dezelfde weg terug naar de wagen. Ook rijden dezelfde weg naar de snelweg, waar we bij Arnemuiden de N665 vervolgens, zodat we de nieuwe tunnelbuizen onder de N62 - waar we telkens door heen rijden - op de foto kunnen zetten.

noten:
1. Wikipedia Vlissingen - Naamgeving,
2. Grote of Sint-Jacobskerk (Vlissingen),
3. Lijst van rijksmonumenten in Vlissingen (plaats);
4. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 37, 39;
5. Wikipedia Jacobus Bellamy,
6. Omroep Zeeland Dichter Bellamy terug in Vlissingen;
7. Tzum : literair weblog Nieuws: Dichter met strak kruis onthuld in Vlissingen;
8. RKD Berry Holslag;
9. Wikipedia Louis Royer,
10. Standbeeld Michiel de Ruyter (Vlissingen),
11. Standbeeld Michiel de Ruyter (Vlissingen);
12. RKD Jan Haas;
13. Volkskrant 5-11-2005, p. 25 Oude briefgeheimen onthuld / Sander van Walsum; Museum voor communicatie Geheimen 17e eeuwse brieven eindelijk onthuld
14. Signed, Sealed, & Undelivered A Postal Treasure Trove;

internetraadpleging: 7 - 8-11-2015



bunkers Zeedijk van de Jacobpolder
Lewedorp


restant Sloe - Sloekreek
Lewedorp


Kop-hals-rompboerderij ‘De Eendragt’
Oud Sint Joosland Polder


Protestantse Kerk
Ritthem


Toren met diverse ruittekens
Protestantse Kerk
Ritthem


Nisjes met bakstenen driepasjes
Protestantse Kerk
Ritthem


Restant WOII-inundatie 1944
Rammekens


boogvormige dijkuitsparing
Rammekens


Een vervallen
Rammekens


Symbool van waakzaamheid
Rammekens


Toegangspoort in renaissancestijl
Rammekens


huidige staat
Rammekens


Westerschelde voor
Rammekens


Café Bellevue
Kanaalstraat
Oost-Souburg


Molen De Pere
Kanaalstraat
Oost-Souburg


Omroep Zeeland
Kanaalstraat
Oost-Souburg


visleurster
Arnemuiden


Visloopster
Arnemuidster visleurster
Arnemuiden


Kerk Hervormde Gemeente
Arnemuiden


Kruiskerk
Joh van Belzen
Arnemuiden


Arnekanaal
Historische Scheepswerf
Arnemuiden


Arnekanaal
Historische Scheepswerf
Arnemuiden


Arnekanaal
Historische Scheepswerf
Arnemuiden


In gesprek met schilders bij
Historische Scheepswerf
Arnemuiden


Schilders bij
Historische Scheepswerf
Arnemuiden


Arnekanaal
Historische Scheepswerf
Arnemuiden
Lange Jan
Middelburg


Langstraat
Arnemuiden


Hoogaars Arm.48
Jac. Caljouw
Langstraat
Arnemuiden


‘t Uusje van Eine
Arnemuiden


‘t Uusje van Eine
Arnemuiden


‘t Uusje van Eine
Arnemuiden


‘t Uusje van Eine
Arnemuiden


‘t Uusje van Eine
Arnemuiden


‘t Stadthuys
Arnemuiden


strikken met parels


Boekbeslag


Winkel


Grote of Sint-Jacobskerk
Vlissingen


'Dichter van het park' / Berry Holslag
Vlissingen


standbeeld van Michiel de Ruyter
Vlissingen


Het Arsenaal
Vlissingen


Het Arsenaal
Vlissingen



Vlissingen


geboorteplaats Betje Wolff
Vlissingen


viaduct N62 Stelleweg
Heinkenszand






Dag 7: Goes

kaart 7

Vandaag is de laatste volle dag dat we hier nog zijn. We hebben daarom de keuze gemaakt om vandaag te besteden aan Goes en morgen, wanneer we weer bepakt uit het huisje vertrekken, zigzaggend naar het oosten te zullen rijden om daarvan ook nog een beetje beeld te krijgen. En vandaag maar eens rustig aan met de musea en meer shoppend buiten lopen, want in Goes kun je alle kanten op.
Maar eerst gaan we nog even kijken in Kloetinge, om te kijken of we daar kunnen vinden wat we gemist schijnen te hebben.


      Kloetinge
Omdat we niet van het rijden van twee keer dezelfde weg houden - al is dat op een gegeven moment wel moeilijk op vol te houden - is het soms ook beter om het gewoon wel te doen. Ditmaal gaan we toch even een stukje over de snelweg om bij knooppunt de Poel over de A256 door het industrieterrein naar Kloetinge te rijden. Moeten we dus niet doen, want we raken geheid de weg kwijt. En inderdaad, dat gebeurde dus ook, door simpelweg één afslag te laat naar links af te slaan. Maar uiteindelijk kunnen we toch het rondje Tervatenseweg - Noordeinde gaan rijden.
Zou men hiermee de ringwalburg bedoelen? Het is wel een erg groot ovaal van circa 2½ km, zo 600m breed en 750m hoog. Ook de Geerteskerk zou dan mogelijk zelfs binnen de ring staan. Een andere optie is dat dit de buitenring van een nooit voltooide terp is - in de zin dat alle huisterpen aaneengesloten werden. En zou dan ook nog binnenring in de buitenring te ontdekken moeten zijn. Er zijn te weinig archeologische gegevens beschikbaar om hierover iets zinvols te zeggen 1.
Het meest in het oog vallen nog de dijk en de weg, dat we op het kaartje in het groen hebben aangegeven. Daarnaast valt ook op dat aan de noord- en oostkant geen gegevens zijn, of te wel hier is nog niet onderzoek gedaan. Mogelijk is het zinvol om - indien mogelijk - eens op enkele logische plekken een prikje te maken.
Wanneer we het rondje gemaakt hebben, kunnen we op z'n hoogst her en der een huis of boerderijterp terugvinden van geringe hoogte. Wel hebben we zelf het idee dat we op een dijk of verhoogde weg te rijden.

De boerderij (op de foto) uit de 18e eeuw heeft een vrijstaand bakhuisje, zoals we op de voorgrond kunnen zien 2.
We zijn hier niet echt veel wijzer van geworden en dus rijden we snel door naar Goes.

noten:
1. Archeologie in de gemeente Kloetinge;
2. Monumenten in Nederland : Zeeland Kloetinge, p. 145;

internetraadpleging: 9-11-2015

De gelopen wandelroute in Goes
We beginnen met de lichte kleur.

      Goes
We parkeren de auto maar weer op de Oostwal en lopen meteen door naar
Het Postkantoor om te lunchen.

Hoewel het goed toeven is in Het Postkantoor en het buiten niet echt aantrekkelijk is, gaan we toch maar naar buiten. We lopen - onder de paraplu - over de Grote Markt richting het Historisch Museum de Bevelanden. Wanneer we op de Singelstraat aankomen blijken beide kerken open te zijn en dus nemen we even een kijkje binnen.
Eerst lopen bij de Heilige Maria Magdalena (507881) binnen. De Rooms Katholieke kerk is nog niet zo oud. Het is tussen 1906 en 1908 gebouwd, naar een ontwerp van de architecten A.A.J. Margry, Jos. Margry en J.M. Snickers. De muurschilderingen zijn in de jaren 40 gemaakt door Pieter Geraerdts. Dit werd - ook weer door Geraerdts - gevolgd in de jaren 60 door de glas-in-loodramen.
Pieter Geraerdts, geboren als Petrus Christina Wijnandus Cornelis in Velp (Rheden) op 5 juni 1911 en overleden te Leiden op 20 maart 1978, had zich bekwaamd als beeldhouwer, glasschilder, schilder en wandschilder. Hij was zijn langste periode 1951 - 1969 werkzaam in Warmond, net boven Leiden 1.
Hierna brengen we een bezoekje aan de Grote of Maria Magdalenakerk. De oorsprong van deze kerk zal begonnen zijn met een tufstenen zaalkerkje in 1150-1200. Door groei, verbouwingen, brand en her- en verbouwingen is hiervan niets meer te zien. De status van kerk heeft het gebouw niet meer en ook ontbreekt het op de lijst van het cultureel erfgoed.
Michiel Nauta Zoekhulp
Historische Plattegrond Goes

Vanwege de vele objecten die hieronder genoemd worden is het handig deze snel in het vizier te krijgen met dit hulpmiddel. Wel moet voor onze oriëntatie de kaart met -90 graden gedraaid worden, zodat de haven naar boven wijst.

Wij gaan dus snel verder naar het Historisch Museum de Bevelanden. Dit streekmuseum laat Noord- en Zuid-Beveland zien, maar heeft ook wisselexposities. De Combinatie-wisselexpositie bestaat uit een selectie Merk- en Stoplappen uit het Burgerweeshuis Amsterdam en tevens zijn er Mangeldoeken te zien. De selectie Merk- en Stoplappen leest als een familiegeschiedenis, omdat het lappen van één familie betreft en zodoende de anekdotes van moeder op dochter worden overgedragen. De Mangeldoeken komen uit Duitsland met motieven in jacquard damast geweven.
Daarnaast vinden we Zeeuw in da Hoed met een overzicht hoeden voor mannen, vrouwen en kinderen. Hierbij is er aandacht voor een aantal bekende regionale makers van de afgelopen eeuwen. Ook is er aandacht voor het heden met de hoed van Racoon-zanger Bart van der Weide.
De eerste zaal die we vervolgens tegenkomen is die van de Schutterijen. Hier komen we het verhaal van de mannen en hun gebruiken, wapens en gereedschappen tegen. Zelfs staan ze op levensgrote schilderijen afgebeeld.
Vervolgens komen we een zeer oud torenuurwerk tegen, dat in 1553 wordt genoemd. Het zat toen in een kapel dat ongeveer bij de Geldeloozepad (Geldeloze Pad) tussen de zoutketen stond. Na de afbraak van de kapel werd het in de Nieuwe Poort (1566-1855) geïnstalleerd, dat voor het klapbruggetje was gebouwd. Hierna werd het ingebouwd in het voormalige Getijkorenmolen Het Soup'uus aan de Kleine Kade tot het in 1979 naar het museum kwam.
Hierna komen er ook andere poorten in zicht. We zien door de ogen van de schilder Gerard Braam van beide kanten de Ganzenpoort en Oostpoort vlak voordat ze zijn afgebroken zo rond 1850. Van beiden herinneren nog slechts de straatnamen aan deze poorten, te weten de Oostsingel, bij de Sint Maartenbrug waar we op Dag 5 liepen en de Ganzenpoortstraat, waar we later vandaag nog zullen komen.



Oostpoort en Ganzepoort (onder)
rond 1850 | Gerard Braam

Historisch Museum
de Bevelanden
Goes
Gerard Braam
Gerard Braam (ook wel geschreven als Geerard en Geerhard) is de zoon van de Goese stadstekenmeester Willem Braam (±1780
2/81-) en Katharina Seybel 4, ook geschreven als Seijbel 5. Hij is op 11 juni 1805 in Goes geboren en ook te Goes overleden op 18 juni 1890 3.
Geerhard huwde op 10 mei 1832 met Pieternella Justina Ewoud (Middelburg, ±1804 - Goes, 03-04-1870 4). Pieternella is geboren in Middelburg als dochter van Marinus Erwoud en Maria Frederika Cruque, die beiden al waren overleden toen het huwelijk werd voltrokken 6. Dit huwelijk werd waarschijnlijk voltrokken met een buik van 5 maanden, dus zichtbaar, want op 13 september 1832, zo'n drie maanden later werd Catharina Maria geboren. Ze woonden toen in Wijk 6, nr. 2 7.
In hetzelfde huis werd anderhalf jaar later hun eerste zoon, Marinus Willem Braam geboren 8. Marinus leefde slechts 13 dagen en overleed op 6 april 1834 9.
Op 13 juni 1839 kreeg Pieternella Joostina Emond een dochtertje met Gerard, die ze Wilhelmina Kornelia noemden 10. Zij zal ongehuwd op 78-jarige leeftijd op 6 maart 1918 te Goes overlijden 11.
Een dik jaar later, op 28 oktober 1840, kreeg Pieternella Joostina Emond op het adres wijk C, nr. 230, nog een dochtertje met Gerard, die ze Christina noemden 12. Maar ook Christina komt al snel te overlijden. Ze is pas 10 maanden wanneer ze sterft op 16 augustus 1841 13.
Op 17 augustus 1842 krijgen ze in Wijk A, nr. 58, een doodgeboren kind 14.
Op 21 maart 1844 wordt in hetzelfde huis hun volgende kind, Willem geboren 15. Deze Willem sterft echter ongehuwd op vijfentwintigste jarige leeftijd op 20 december 1869 16.

Gerard volgde zijn vader in 1846 op aan de stadstekenschool. Hij had namelijk een academische opleiding genoten op Academie in Antwerpen tot 1831. Deze werd gestaakt vanwege de Belgische opstand. Hij behaalde alsnog zijn diploma voor beeldende kunsten in 1844 in Amsterdam. De rest van z'n werkzame leven bleef hij werkzaam op de stadstekenschool. In deze jaren legde hij dus ook vele beelden van Goes en omgeving vast 3. Hij was als het ware de stadsfotograaf, waarvan het fijn is dat je iemand met deze talenten binnen de poorten hebt.
Zo tekende hij o.a. in 1830, dus in zijn jonge jaren, o.a. de Stadstekenschool waar zijn vader werkzaam was 17. Verder tekent hij op de Beestenmarkt, waar wij later ook nog zullen lopen en fotograferen, de Latijnse school 18.
Maakte Gerard Braam alleen topografische werken? In oktober 1860 maakte hij in ieder geval een koe met een merkwaardige vlek, waarin eventueel een knielende zwangere vrouw gezien kan worden 19.
Vader Willem biedt in juli 1836 aan, om het gedane voorstel van de commissaris van politie en de agent van kazernering om tot een nieuwe wijkindeling met vernummering van de panden te komen, om voor 60 gulden deze werkzaamheden uit te voeren 20. Met de conversie naar nieuwe wijkindeling in 1920 weten waar deze door Willem aangebrachte nummeringen en daarmee de woonadressen van zijn zoon Gerard 21.
1832 Wijk 6, nr. 2. Deze indeling heeft vader Willem overgeschilderd, het is echter nog onduidelijk waarin.
1840 wijk C, nr. 230 is de huidige bovenwoning Lange Vorststraat 48a, boven de KPN-winkel, waar we later vanmiddag nog langs zullen lopen.
1842 Wijk A, nr. 58 is de huidige St. Adriaanstraat 4, waar we op Dag 1 langs liepen. Ze zijn toen eigenlijk van de ene kant naar de andere kant verhuisd en volgden daarmee slechts de rechte stratenlijn Papegaaistraat (dat een vernoeming is naar het huis de Papegaye 35 of "t Papegayken" 36 of "De Drie Papegaayen" 37, dat hier op de hoek met de Lange Kerkstraat staat. Op het pand boven "Hebbes" is nog een ingemetselde gevelsteen met de papagaaien te zien 38) - Grote Markt - Sint Adriaanstraat. Tegenwoordig huist hier - in de Sint Adriaanstraat - het Kruidvat.

Bij een volgend vitrinekastje vinden we de Meekrapwortel, waarover we al in Nieuwdorp het een en ander te weten zijn gekomen. Maar hier zien we waar het om draait. De wortel, gebroken, fijngestampt en enkele monsterflessen met de poeder.
Al gauw wordt de aandacht getrokken door allerlei opgravingsmateriaal, waartussen wel een heel bijzonder object ligt. Het staat op de lijst als Romaanse fratskop of een "Greenman". Deze is gevonden bij het Hospitium van het Cisterciënzer vrouwenklooster Onze Lieve Vrouwekamer te Emelisse (Noord-Beveland).
Dit is de derde keer dat we een afbeelding tegenkomen met daarop een Greenman. De andere twee malen waren in Kimswerd Ga naar Dag 8
Kimswerd
Reisverslag
Friesland - provincie in Nederland aan de buitenzijde van de Laurentiuskerk en in Akkrum Ga naar Dag 8
Akkrum
Reisverslag
Friesland uit het veen in de Hervormde Terptsjerke.
Wat weten van deze Hospitium van het Cisterciënzer vrouwenklooster Onze Lieve Vrouwekamer te Emelisse?
Bij de oprichting in 1223 bij Noorddijk onder Emelisse werd gebruik gemaakt van de verworven gronden van de abdij Ter Doest, die we ook al in Kattendijke tegenkwamen. Dertien jaar later, in 1236, werd het toegelaten tot de cisterciënzer orde 22. Tussen 1291 23 of 1299 en 1302 werd het klooster verplaatst naar Waterlooswerve in de parochie Oost-Domburg, dat later Aagtekerke ging heten 22.
Halverwege de dertiende eeuw ontstaat er vanwege de intrede van grotere schepen, de handelskogges met een diepgang van 3 meter, een behoefte aan havens met diepere vaargeulen en daarbij ontstaat als vanzelfsprekend ook de behoefte aan gasthuizen. Deze waren bedoeld voor de zieke reizigers en vreemdelingen. In deze periode ontstonden ze onder andere in Aardenburg (1258), Hulst (1253), Middelburg (1271), Domburg (1271), Zierikzee (1271) en ook dus in Emelisse 24.
Emelisse lag dus op Noord-Beveland, maar is verdwenen. Het komt voor het eerst in 1216 voor in geschriften, waarna het tussen 1530 en 1532 verdween, vanwege stormvloeden 25. Heel Noord-Beveland, wat op dat moment bewoond was, werd ontruimd en heeft zo'n 70 jaar gedreven, onder water gelegen. In de zomer van 1598 werd de eerste polder weer teruggewonnen 26. Om Emelisse te kunnen plaatsen moeten we ons eerst realiseren dat Noord-Beveland er anders uitzag dan nu. Het oude Noord-Beveland was een van de oudste eilanden en bestond door afdamming van de Wijtvliet tussen 1208 en 1247 uit twee samengevoegde delen. Ten westen van de Wijtvliet waren al de plaatsen Kampen (dat via Kampveer, nu Veere heet en al sinds 936 bekend is), Nieuwland, Soetelingekerk, Gerolfsdijk en Wissekerke. Aan de oostelijke kant lagen Kats, Welle, Koninxhem, Nieuwerkerk, Emelisse, Noorddijk en Hamersté 27. We moeten daarom Emelisse ergens ten zuidwesten van Colijnsplaats moeten zoeken 27. De Emelissedijk onder Colijnsplaat doet ons daaraan herinneren.
De vraag blijft echter waar deze 'Greenman van Emelisse' of 'Jack in the Green' nu precies gevonden is?

Even verderop komen we weer leren schoenzolen tegen. Ook vinden we hier tweemaal gedeelten van een 'Nehalennia'-steen. Van de tweede met leesbare tekst bevinden zich ook nog stukken in Leiden. Zodoende komt men tot de mogelijke vertaling van dit altaarstuk:
Haven van Goes
Links zien we de zoutketen en meestoven. Rechts zien we nog net de Nieuwe Hoofdpoort.
rond 1840 | (toegeschreven aan) Gerard Braam
Historisch Museum | de Bevelanden | Goes
Aan de godin Nehalennia
van Septiminus
uit Casalea,
handelaar.
Gelofte ingelost.
Gaarne en met reden.

Hierna komen we in de geschiedeniskamer van Goes.
Nadat de bewoners in 1417 toestemming hebben gekregen van Jacoba van Beieren om een gracht met poorten om hun woongebied te graven en te bouwen, verdwijnt het dorpse karakter van Goes. In 1554 verwoestte een grote brand - dat begon in zoutkeet - een kwart van de stad aan voornamelijk de noordzijde van het centrum. Dit is ten noorden en noordwesten van de Grote Markt. De herbouw die vervolgens wordt gepleegd is te herkennen aan gebouwen in de renaissancestijl. Van 1569-1576 zijn er veel Spanjaarden in de stad, vanwege de plaatsing van een Spaans garnizoen. Hierbij moeten ons dus naast militairen ook hun gezinsleden voorstellen, zodat er een plotselinge bevolkingsgroei plaatsvond, met alle economische reuring van dien 29. De vestingwerken worden versterkt en zodoende zijn ze met hulp van Spaansgezinde inwoners of onder dwang in staat de diverse aanvallen van de Geuzen in 1572 af te slaan, die - zoals we intussen weten - door o.a. Jerome Tseraerts vanuit Oud-Sabbinge zijn opgezet.

Hierop volgend komen we een justitieel apparaat tegen dat hier een klapper wordt genoemd en gebruikt werd door de klapperman. Elders wordt het een klepper en klepperman genoemd en zo kennen we ook bijvoorbeeld het klepboek - waarin alle onvolkomenheden, boeten en uitspraken (van de rechter) werden genoteerd. Deze nachtwaker zorgde dus voor de nachtelijke veiligheid. Dit kon hij ook eventueel doen met een ratel, zoals we ook mooi geïllustreerd zagen in Hindeloopen Ga naar Dag 7
Hindeloopen
Reisverslag
Friesland - provincie in Nederland, als houtsnijwerk boven de deur van de wachtkamer.

Het laatste opvallende stuk of stukken, dat we hier nog even wilden laten zien, want het zijn er zoveel die om aandacht vragen, zijn stukken die behoren bij een spel.
In 1772 wordt namelijk een kolfsociëtiet Prins Willem van Oranje opgericht in de uit 1594 stammende en gelijknamige herberg aan de Nieuwstraat De Prins van Oranje, met uiteraard de bedoeling om de Kolfsport te gaan beoefenen. Doel van het kolfspel is om met een zware leren bal met behulp van een kolfstok - ook wel slaghout of de kliek genoemd - via de paal naar een vlak achter de andere paal te krijgen. De exacte spelregels zijn te aanschouwen in een Kolfdemo van de Webmuseum Colf & Kolf. De palen komen uit 1772. In deze periode waren hier 3 kolfbanen 30. Tegenwoordig waakt de Koninklijke Nederlandsche Kolfbond (KNKB) over deze sport 31.
Natuurlijk is ook hier weer een zaal met aandacht voor de klederdracht. En ook zijn er poppenhuizen te bewonderen.
Voordat we dit museum verlaten, gaan we natuurlijk nog even langs het museumwinkeltje "De kleine Bazar", waar we het de vrijwilligster niet makkelijk maken, omdat we natuurlijk de boeken van de bovenste plank graag willen bekijken. Uiteindelijk vinden we diverse spulletjes die we graag meenemen.
Nadat dit allemaal is betaald en ingepakt, willen we eigenlijk gaan, maar eigenlijk willen we ook nog wel iets drinken. Gelukkig komen we nog door museumcafé, waar we weer een cappuccino met iets lekkers nemen. Hier treffen we ook Hans Oomen, directeur van dit museum aan, samen met enkele andere medewerkers en natuurlijk complimenteren we hun met deze fraaie streekmuseum, waarop we in gesprek raken over deze en andere musea en geschiedenisverhalen. Vanwege onze interesse adviseert hij ons, om zeker volgende week een kijkje te gaan nemen in het vernieuwde Erfgoedmuseum "Het Warenhuis", museum het land van Axel.

Tijdens het gesprek met een van de vrijwilligers blijkt ook dat we zeker nog langs de boekhandel moeten gaan, wanneer we dat leuk vinden en ze wijst ons globaal de weg. We proberen de aanwijzingen zo goed en kwaad als het gaat op te volgen, maar zijn toch al vlot de weg kwijt. We hadden waarschijnlijk de Klokstraat in moeten gaan, maar wij lopen de Kreukelmarkt op. We vervolgen de route richting de plek waar de Ganzepoort ooit stond. We komen hier op de Keizersdijk echter ook een boekhandel tegen: De Koperen Tuin. En tot onze verbazing, zeker geen kleine, met een mooie collectie geschiedenisboeken, waaronder ook eigen uitgaven, aangezien het tevens een uitgeverij is. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat de eigenaar, Manda Heddema, wederom is genomineerd voor de titel Boekverkoper van het Jaar. Ze zal deze titel niet verzilveren, zal later dit jaar blijken 32.
Wij vallen echter wel in de prijzen, al moeten we wel rekening houden met de te vervoeren kilo's, want we moeten nog een stukje lopen, vermoeden we.
We lopen de Ganzepoortstraat en Lange Vorststraat in, waar we langs het huis van Gerard Braam zullen lopen zonder dit op te merken. We laten ons verleiden om nog een aantal winkels te bezoeken en besluiten afgeladen eerst maar naar de auto te lopen, want op deze manier gaat het niet langer.
Wanneer we de boel gelost hebben, lopen we dezelfde weg terug naar de route om de weg richting het noordwesten te volgen. Hier ligt nog een hoekje dat we niet gezien hebben. Via de Magdalenastraat belanden we op de Beestenmarkt.
Hier komen we halverwege het plein de waterpomp (16275) van de Grote Markt uit 1774 van architect A. Vervoort tegen, die hier in 1853 ter vervanging van de houten pomp naar toe verplaatst werd.
Dit plein werd sinds 1580 eeuwenlang als marktruimte gebruikt. Jaarlijks werden er enkele keren een paarden en runderenmarkt georganiseerd. Vóór 1580 hoorde deze ruimte als kloosterhof bij het kloostercomplex van de Kruisbroeders, die hier tot 1578 zaten. Maar ook dit klooster werd tijdens de al genoemde grote stadsbrand grotendeels beschadigd, aldus het informatiebord 13 van het Cultuurhistorisch Goes - Wandelnetwerk Hart van Zeeland.
Het laatste restje van dit klooster komen we in het hoekje tegen, links van de Brouwerijpoort.
Het Kruisbroedersklooster werd in 1429 vanuit het klooster Clairlieu te Hoei (Huy) gesticht 33. Dit ligt aan de Maas zodat het makkelijk met het scheepvaartverkeer te bereiken was. Het Goese stadsbestuur, bij monde van de baljuw Wolfert van de Maalstede, kwam tot het initiatief van de stichting. Men had namelijk behoefte aan religieuzen van onbesproken gedrag, die in staat waren om de zielzorg te verzorgen, fatsoenlijk konden preken - naar het schijnt waren de meeste kapelaans hiertoe niet in staat - en konden biechthoren. Na het graven van de gracht en omwalling in 1418 was hier nog een hoop vrije ruimte, waarvan in deze hoek een gedeelte werd geschonken aan het kloostervolk 34.
We lopen verder de Nieuwstraat in en vervolgen de weg naar het Stoofplein. Hier hebben we zicht op de daken van de schuren aan dit plein, waarvan de woningen met de voordeur aan de Ossenhoofdstraat staan. De hoger liggende daken van de aan de overzijde gebouwde woningen zien we ook, evenals de nog hogere panden die daaraan direct vast gebouwd zijn. Deze panden hebben de voordeur aan de Turfkade en daarmee aan de haven. Dit levert een fraai dakenparade op.
We kunnen door een steegje naar de Ossenhoofdstraat en lopen richting de 's Heer Hendrikskinderenstraat. Op de hoek van beide straten komen we nogmaals een waterpomp (16319) tegen, ook uit dezelfde periode 39.
We lopen langs de Turfkade terug richting de Grote Markt en winkelen hier nog wat, tot het tegen zessen loopt. Tijd om onze laatste avondmaal van deze eerste week op te gaan zoeken. Het wordt wederom "het Postkantoor", waar we ook geluncht hebben.
Na het eten verlaten we de stad via de Lombardstraat, waar we op een van de oudste panden van Goes stuiten aan het begin van de Oude Vismarkt (16372). Even verderop lopen we langs de poort uit 1776 van het oude gasthuis. Het kloostergasthuis was bestemd voor arme passanten. Of er tussen beide panden een oorzakelijk gevolg verband is, verteld het informatiebord 5 (van het Wandelnetwerk) niet. Immers, aan het begin van de Oude Vismarkt staat het pand met de vroegere naam Der stede Spilhuys. Hier stonden panden waar men al sinds de 14e eeuw kon dobbelen en met het kwaakbord gespeeld kon worden, dus het plaatselijke gok- en amusementshuis. De uitbaters Pieter van der Belle en Adriaan Sceppers werden na het overlijden van Gwijde van Blois (? - 22-12-1397) bevestigd op 24 januari door de graaf van Holland, Albrecht, zodat zij de entreegelden ontvingen 40. Veelal was dit spelen op kwaakborden (ook Quakelbord of Queekbret, waarschijnlijk vergelijkbaar met het Tiktakbord) verboden, vanwege het spelen om geld en het daardoor uit de hand lopen van de gemoederen 41. Tegenwoordig huist hier El Torro.

Even later lopen we alweer op het parkeerterrein van de Oostwal. Hier zien we op een voormalige blinde muur een schitterende postduif, dat Stefan Thelen (aka Super A) hier dit jaar, in het kader van Beelden aan water maakte 42.

noten:
1. RKD Pieter Geraerdts;
2. Open Archieven Registratie te Goes;
3. de Bibliotheek Zeeuwse Bibliotheek Geerard Braam;
4. Zeeuwen Gezocht Pieternella Joostina Emond,
5. Pieternella Joostina Emond,
6. Pieternella Joostina Emond,
7. Pieternella Joostina Emond,
8. Pieternella Joostina Emond,
9. Gerard Braam,
10. Gerard Braam,
11. Pieternella Joostina Emond,
12. Gerard Braam,
13. Pieternella Joostina Emond,
14. Pieternella Joostina Emond,
15. Pieternella Joostina Emond,
16. Pieternella Joostina Emond;
17. Historie van Goes Stadstekenschool, voormalige schutterij St. Sebastiaan, 1830,
18. Latijnse school,
19. Koe;
20. Historie van Goes: Stadsbestuur (1833 - 1839) Wijkindeling;
21. Gemeentearchief: Wijkomnummering Goes huisnummers 1920;
22. Geschiedenis van Zeeland I, p. 161-162;
23. VU Faculteit der Geesteswetenschappen: Kloosterlijst OLV-kamer. Waterlooswerve;
24. Geschiedenis van Zeeland I, p. 101, 262;
25. Hele lijst met verdronken dorpen Emelisse;
26. De oude kaarten van Zeeland : Stad en dorp, land en water in vier eeuwen cartografie / Aad de Klerk. - Zwolle : WBooks, 2015. - ISBN 978-94-625-8077-0. - p. 39;
27. Beschrijving der Nederlanden. - p. 564;
28. Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 13 oktober 1934 | pagina 2 Emelisse;
29. Wikipedia Garnizoen;
30. Webmuseum Colf & Kolf Kolfbanen 'ooit' in Nederland en overzeese gebiedsdelen;
31. Koninklijke Nederlandsche Kolfbond KNKB Home;
32. PZC Manda Heddema van boekhandel De Koperen Tuin in Goes grijpt naast titel boekverkoper van het jaar;
33. Een schamele landstede : Geschiedenis van Goes tot aan de Satifactie in 1577 / C. Dekker. - Goes : De Koperen Tuin, 2002. - ISBN 90-76815-10-0. - p. 507,
34. p. 506-508;
35. p. 183 noot 20;
36. Rechterlijke Archieven Zeeuwse Eilanden (Raze): 1750 31/33;
37. Gemeentearchief Papegaaistraat;
38. Kerninventarisatie Gevelstenen: Goes Papegaaistraat;
39. Wikipedia Waterpomp;
40. Een schamele landstede : Geschiedenis van Goes tot aan de Satifactie in 1577 / C. Dekker. - Goes : De Koperen Tuin, 2002. - ISBN 90-76815-10-0. - p. 137, 196;
41. De volksvermaken / Jan ter Gouw. - Haarlem : Erven F. Bohn, 1871. - p. 39;
42. PZC 08 mei 2015 De duif is terug in Goes;

internetraadpleging: 12 - 18-11-2015



Tervatenseweg
Kloetinge


Heilige Maria Magdalena Kerk, Goes


Meekrap
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


'Greenman'
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


leren schoenzolen
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


'Nehalennia'-steen
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


'Nehalennia'-steen
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


Goes 1417-1560
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


Houten klapper (18e eeuw)
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


slaghout/de kliek
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


palen (1772)
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


Museumcafé met Hans Oomen
Historisch Museum de Bevelanden, Goes


Waterpomp - Beestenmarkt
Goes


Kruisbroedersklooster - Beestenmarkt
Goes


Dakenrijen - Stoofplein
Goes


waterpomp - Stoofplein
Goes


Het Postkantoor
Goes


Gasthuispoort (1776)
Goes


Duif van Stefan Thelen
Goes






Dag 8: via Kruiningen, Waarde, Krabbendijke en Bath naar huis

kaart 8

De laatste dag is aangebroken. Dit houdt in, dat we voor ons doen vroeg op moeten staan en onze hebben en houden moeten inpakken en inladen. Ook het huisje wordt weer netjes afgeleverd. En het gaat allemaal erg vlot, zodat we al ruim voor negenen uitgezwaaid worden door het uitzwaaiteam van het park. Makkelijk is dat, we hoeven ons niet meer administratief af te melden en allerhande zaken te regelen.
Omdat we nog even naar Oost-Souburg rijden, komen nog langs een bijzonder beeld in Lewedorp, dat we nu meerdere malen hebben gezien. Nu gaan we er maar eens voor stoppen.
Het gaat om het beeld De Verwondering van Wies de Bles uit 2006. We zien hier een schaap dat met een gedraaide kop omhoogkijkt, de hemel in. Van haar kwamen we ook al werk tegen op Dag 3 in Ellewoutsdijk .
En verwonderen doet dit kunstwerk zeker, zoals we kunnen lezen in de krant, waarin koppen staan als Schaap Lewedorp laat zich goed reinigen, Schaap van Lewedorp heeft 'gelammerd', Schaap van Lewedorp blijft inspireren 1.
Wanneer we uit Oost-Souburg terugrijden, blijven we maar even op de snelweg A58 rijden, om aan de overkant van het Kanaal door Zuid-Beveland te komen.

noten:
1. PZC Schaap Lewedorp laat zich goed reinigen. - 31 juli 2007,
Schaap van Lewedorp heeft 'gelammerd'. - 29 maart 2008,
Lewedorpse voetballers laten schaap meefeesten. - 29 april 2008,
Schaap van Lewedorp blijft inspireren. - 21 mei 2008,
Nieuwe outfit voor het Schaap van Lewedorp. - 25 augustus 2009,
PZC - monnikenwerk Lewedorp ontstond min of meer toevallig / W. Staat. - 25 januari 2012;

internetraadpleging: 19-11-2015


      Kruiningen
Nadat we aan de ander kant van het kanaal zijn gekomen, gaan we meteen de snelweg af en rijden we naar Kruiningen, ooit beroemd van de veerdienst Kruiningen - Perkpolder. Tot 15 maart 2003 zou deze dienstdoen 1. Een dag eerder, op 14 maart 2003 is namelijk de Westerscheldetunnel geopend 2.
Wanneer we weer de toren bij de kerk hebben gevonden, zetten we de wagen op de Markt. We zien dat De Korenbeurs net bezig is met het in orde brengen van het terras en wijst ons op het zonnigste plekje binnen nu en een paar minuten. We bestellen ons gebruikelijke lekkernijen en kijken om ons heen. Het weer is weer opgeklaard, dus het zonnetje zal zo vanachter het gebouw zichtbaar worden. Het plein ziet er nog erg nieuw uit. En dat klopt ook, want het is 15 juli 2015 vanaf 11:00 feestelijk geopend en een half uur later vond de officiële opening plaats door Wethouder Sinke 3. Er werd vanaf 30 maart 2015 zo'n 3½ maand aan gewerkt 4. Wij zijn dus mooi op tijd.
De kerk daarentegen staat nog in de steigers, dus die laten we even voor wat het is. Na de koffie lopen we even door het dorp en zien enkele mooie panden staan. Maar echt oude zaken zien we niet, terwijl de uitgang op -inge van de plaats toch suggereert dat de geschiedenis van Kruiningen vóór het jaar 1000 en in de Friese periode begonnen moet zijn. De Geschiedenispagina van de Dorpsraad Kruiningen stemt ons echter niet gerust. De belangrijkste tijdsmarkering is de recentste, die van vóór en na de Ramp. En dan hebben we het natuurlijk over de Watersnoodramp van februari 1953 5.
Maar in een inventarisstuk van het archief van Kruiningen lezen we de bevestiging dat Kruiningen ook genoemd wordt in de 10e eeuw, dus samen met Wemeldinge, Yerseke, Kloetinge, Goes, het oude Borssele en Sabbinge. Het is dan ook een van oorspronkelijk eilandjes van het later gevormde Zuid-Beveland. En aangezien dit een hoogte was, een kruin, is hiermee ook meteen de naam verklaard, een hoogte aan een water(uitgang), waarbij het water waarschijnlijk een kreek is.
Fascinerend is de beeldvorming dat er rond 1800 ongeveer honderd veerdiensten actief waren, aangezien Zeeland nog geheel uit eilanden bestond. Dit beeld veranderde pas na 1867 met de aanleg van de Kreekrakdam 6. Het is dan ook niet vreemd dat we dan lezen dat Antwerpse vishandelaren in Kruiningen, naast andere plaatsen, vis kwamen kopen in de 13e eeuw 7. Na de periode 1530-1532, die van de grote overstromingen, namen naast de oude grondbezitter, een grote groep rijk geworden kooplieden en handelaren uit Antwerpen en Mechelen de herbedijking van dit gebied op zich. In de twee decennia daaropvolgend waren hier zeker 133 personen mee bezig 8. Een ander persoon, met name Karel (V, tevens keizer), was alert genoeg om zijn grond- en moerrechten met bakens af te zetten, zodat dit later herkenbaar terug te vinden is. Er werden dan ook 12 bakens of extra hoge palen rondom een punt geplaatst, dat de naam Kubbeclaertshouc [sic, een naam dat we nergens terug kunnen vinden] droeg. Zodra het land weer droog was gevallen, waren deze Wilde Moeren herkenbaar als zijn bezit 9. Maar, zoals we intussen weten, is het nooit meer land geworden. De Opstand en de politieke en militaire ontwikkelingen waren hier mede debet aan 10.
De kleine boeren hadden na de overstromingen het nakijken, die waren hun land kwijt 8. Dat voelt niet echt rechtvaardig. Maar ook de ambachtsheren van de 'verdronken dorpen' raakten bijvoorbeeld hun visrechten kwijt, ondanks dat zij en hun erfgenamen ze tot in de 19e eeuw claimden 10.
Voor het oude dat tevens nog bestaat, moeten we toch bij de Johanneskerk te zijn. Gelukkig is er een digitale excursie die we kunnen volgen. De kerk (32417) heeft de gebruikelijke verbouwingen gehad, waardoor het huidige gebouw gedateerd staat als 15e-16e-eeuws. De toren (32418) is daarentegen uit de 14e eeuw 11.
De kerk en toren hoorden bij het kasteel dat hier ooit ook stond. Vandaar dat achter de kerk en parallel aan de (Oude) Rijksweg een Slotstraat loopt. Er staat hier echter nog wel een boerderij dat de naam "Het Slot" draagt. Men had vanaf het kasteel een onderaardse gang naar de kerk gemaakt, dat nu vanaf de kerk tot de boerderij loopt. De funderingen van het kasteel liggen nu onder wat het "Parkje Kruiningen" is gaan heten.
Arie van Steensel heeft van het kasteel op pagina 392 nog een fraaie tekening (1694) opgenomen in zijn boek Edelen in Zeeland: macht, rijkdom en status in een laatmiddeleeuwse samenleving.
Ook deze kerk bevat weer een aantal metseltekens, waaronder enkele bollen-kalvariekruizen, een ruit, een x-kruis en een x-kruis met een cirkel om de middel, waarbij het bovenste vlak niet doorgetrokken is, zodat het lijkt alsof deze aan de achterkant van het x-kruis verdwijnt 12.

Uiteraard willen we ook nog even kijken bij de veerhaven van Kruiningen. De weg er naartoe is duidelijk veranderd, maar zo te zien nog niet helemaal af. Aan de rand van de dijk is nieuwbouw gepleegd. Deze bewoners kunnen genieten van het uitzicht over de Westerschelde met het scheepvaartverkeer naar en van Antwerpen. De kom zal langzaam dichtslibben en een natuurlijk strandje ontwikkelen.

We rijden verder langs de dijken van de Westerschelde richting Waarde. We rijden over water bij Meulwaeter, dat er bijzonder uitziet. Een vreemde tweedeling in het water, alsof het middenstukje land een functie heeft. Even later rijden we door het groen het van Natuur- en Recreatiegebied Inkel, dat enkele spoelgaten - we kennen dit ook met de woorden weel, wiel of kolk - heeft. Deze zijn ontstaan vanwege de dijkdoorbraken in 1953. En zo is Inkel ook een blijvend natuurmonument van die ene storm 13.
Wanneer we op de dijk komen zien we naast de schapen, die je hier ook overal tegenkomt, een tekstmonument met een hoog allertheidsgehalte, dat doet denken aan Vta skilu wi Frisa vse lond halda mith thrium tauwon, mith tha spada and mith there bera and mith there forke uit het Riustringer Codex 14, dat één van de lessen in het bijhorende literatuuronderzoek is , dat in het Oud-Fries dezelfde strijd weergeeft Tegen de zee toe moeten wij Friezen ons land beschermen met drie werktuigen, met de schop en met de berrie en met de greep.
Het volgende staat hierop namelijk geschreven:

1 februari 1953

gedenkt geleden leed en smart
gedenkt ook betoonde moed en hart
weet dat vandaag of morgen
de natuur voor nieuw gevaar kan zorgen
zorgt steeds gereed te zijn voor nieuwe strijd
blijft bij de dijken waakzaam t'allen tijd

Waterschap Noord- en Zuid-Beveland

1 februari 1993


Opmerkelijk hierbij is dat wanneer we met enkele losse zinnen op het internet gaan zoeken, er geen resultaat gevonden wordt. Zou het dan tegen dovemans oren geschreven zijn, omdat we denken veilig te zijn?

noten:
1. Wikipedia Veerdienst Kruiningen-Perkpolder;
2. Westerscheldetunnel Bouw;
3. Gemeente Reimerswaal: Herinrichting Markt en Snellemarkt Kruiningen Nieuwsbrief 13 - 13 juli 2015;
4. Gemeente Reimerswaal: Herinrichting Markt en Snellemarkt Kruiningen;
5. Dorpsraad Kruiningen: Geschiedenis;
6. Gemeente Reimerswaal: Inventaris van het archief van de gemeente Kruiningen 1583-1969;
7. Geschiedenis van Zeeland I, p. 141,
8. p. 269;
9. De oude kaarten van Zeeland : Stad en dorp, land en water in vier eeuwen cartografie / Aad de Klerk. - Zwolle : WBooks, 2015. - ISBN 978-94-625-8077-0. - p. 16-17;
10. Geschiedenis van Zeeland I, p. 206;
11. pgkruiningen: Johanneskerk;
12. Bovenlichten De Johanneskerk van Kruiningen;
13. Den Inkel recreatie Natuur- en Recreatiegebied Inkel;
14. Lichaam, eer en recht in middeleeuws Friesland : een studie naar de Oudfriese boeteregisters / Johannes Adrianus Nijdam 2.2 Het land, p. 236-237;

internetraadpleging: 20 - 21-11-2015


      Waarde
We rijden verder onder langs de dijk naar Waarde en treffen hier een compact bebouwd dorp aan, waarbij het de schijn heeft dat de kerk in tuinen van de omringende bewoners staat. We parkeren de auto langs het Parkzicht om dit nader te bekijken.
In het parkje zelf komen we een werk tegen van Frida van Overbeeke-Verschuur, waarvan verder weinig bekend is
1, dat hier op 24 december 2004 is geplaatst, wat op zich een opmerkelijke datum is, met kerstavond en winterdag in ons achterhoofd. Het draagt de naam "Kinderen met geit".
We lopen een rondje om de kerk - met de klok mee - en steken daarom een merkwaardig stukje straat door. Het heet nog Raadhuisstraat en komt uit op de Groene Kruisstraat. Het gevoel zegt dat dit stukje niet een echte straat is. We merken op dat er aan de voorkant van de toren nog een torentje net boven de daken van de voorliggende huizen uitsteekt. Zal dit een traptoren zijn, dat we wel vaker aan de buitenkant zien? We krijgen er niet echt zicht op. Even verderop krijgen we zicht op de achterkant van de kerk dat gewijd was aan Maria en de Jacobus de Meerdere. Echter, eerst werd de toren (32426) gebouwd. Deze werd rond 1400 gebouwd. Bij de bouw werd al rekening gehouden met de aanbouw van de kerk (32425).
Waarde - een verkorte benaming voor de schor Wilmarswaarde - lag op het eiland Rilland, dat weer tussen de Honte en Hinkelinge lag. Op het punt waar de Hinkelinge in de Honte overgaat ligt Waarde.
Waarde en zijn voormalige buurdorp Valkenisse (waarover straks meer) hadden het zwaar met het water. Het is dan ook talloze malen in watersnood verkeerd, voor Valkenisse uiteindelijk met slechte afloop, het verdween. Maar ook Waarde stond zelfs weer blank in 1953 2.
We lopen verder via de Mauritsstraat en komen via de Raadhuisstraat weer terug. Onderweg komen we nog een merkwaardig bouwwerk tegen, dat vermoedelijk vele (historische) momenten kent. Daarna volgt een bouwwerk uit 1909 met Art Nouveau elementen van architect W. Sterk uit Schore (dat net boven Hansweert ligt) dat er dus wel in een keer stond: het Gemeentehuis (511380). De lokale aannemer M. Kopmels tekende voor de bouw. Beide gebouwen hebben echter zo hun eigen schoonheid.
Wanneer we terug zijn gekomen bij de auto, rijden we via de Meezeweg het dorp uit om via Oostdijk naar Krabbendijke te rijden. Halverwege de Meezeweg zetten we de auto even in z'n achteruit. Zagen we dat nou goed? Ja, dus (zie foto).
We rijden verder over de Puthoekseweg en lezen tijdens het rijden in ons Zeelandboekje van Capitool bij Waarde over het onder de dikke modderlaag verdwenen dorp Valkenisse. Dat is waar ook, we wilden daar ook nog even een kijkje nemen, maar een ANWB-bordje naar een eeuwen geleden verdwenen dorp komen we natuurlijk niet tegen. Dus op het kruispunt met de Meidoornweg gaan we even stoppen om een nieuwe route te zoeken. Bijkomend voordeel van dit stilstaan is, dat we vanuit deze kant een mooi beeld van een oprijlaan krijgen met hekpijlers.
We besluiten via de Meidoornweg het dorp weer te gaan benaderen en weer naar dezelfde dijk te rijden waar we op reden, voordat we Waarde binnen reden. We komen zo ook nog een molen tegen dat De Hoed heet en veel weg heeft van de oudste vorm die we in Nederland kennen, de standerdmolen. Er gaan een aantal verhalen de ronde over de deze molen. De molen staat hier sinds 1 april 1989. Echter de geschiedenis van deze molen is vele malen langer. Zo stond het vanaf 1857 in Kruiningen 3. Daarvoor stond het in Gent en droeg het de naam Rode Roe (of soortgelijke benamingen). De oudste vermelding is tot nu toe 1366 4. Hoewel niet alle onderdelen origineel zijn, hebben we hier toch met een zeer bijzonder exemplaar te maken.
Adri Cornelisse, Ko Kodde en Jan Bakker zijn de molenaars op vrijwillige basis, die de molen op de zaterdagmiddagen laat draaien. Het is dan ook voor bezoek open, zodat de bezoekers de breedste standerdmolen van Nederland qua kastgrootte zelf kunnen aanschouwen 3.
Valkenisse
Hier zien de omgeving van Valkenisse, een luchtfoto in combinatie met bonnebladen en dijkpalen.
bron: GeoWeb
Wanneer we weer door het dorp gereden zijn en op de dijken aanbeland zijn, kiezen we eerst de dijk die ons naar het haventje van Waarde brengt. Onze hoop om vanaf hier zicht te krijgen op het verdronken gebied gaat al snel verloren, vanwege de dijk die het zicht belemmerd. Wel illustratief is het haventje, dat nu grotendeels is drooggevallen.
We rijden de Havenstraat weer terug en nemen de haarspeldbocht naar de Schaarweg.

Valkenisse
Op het Zusterzand worden we onaangenaam verrast door omhooggewerkte zand en kleimassa's. We zijn terechtgekomen in de uitvoering van de dijkverhoging dat beschreven, aangevraagd en onderzocht is in het Projectplan Emanuelpolder
5, dat we via de Gemeentesite 6 hadden kunnen weten, omdat daar de diverse documenten zijn in te zien. Jammer genoeg ontbreekt het rapport 69 van ArteFact!, al wordt wel de samenvatting weergegeven. Ook de Koninklijke Bibliotheek heeft Waarde - Emanuëlpolder; verdronken dorp Valkenisse, Gemeente Reimerswaal; archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen / G.P.A. Besuijen. - Artefact! rapport 69; ISSN 2213-7424. - ArteFact! Advies en Onderzoek in Erfgoed, 2013 nog niet als beschikbaar staan.
Aangezien men bezig is, zal de verwachting zijn dat men hier niet in het beschermde gebied, dat het verdronken Valkenisse nu is, aan het werken is. Gelukkig hebben we het boek over Valkenisse al op Dag 5 in Kapelle gescoord, zodat we nog uitgebreid kunnen lezen over de vondsten.
Het extra hoge uitzicht, dat deze ophopingen geeft, geeft ons ook een hoger uitzicht. We zien echter alleen het groen van het natuurgebied en een van de twee strekdammen, waartussen de beschermde zone ligt. Verder kijken we over de Schelde, over het andere, veel grotere natuurreservaat Verdronken land van Saeftinghe, waar we ons - gezien de uitgang -inge - nu al op kunnen verheugen. Aan de horizon zien we dan uiteindelijk de twee torens van de kerncentrale van Doel en de kranen van de haven van Antwerpen.
Ook de droogvallende zandplaten kunnen we nu goed zien en zien de overgebleven - niet doodlopende - vaargeul, waar zowel de kleine binnenschippers (vanuit de sluizen van Hansweert) en de grote zeeschepen (vanaf zee) door moeten varen om bij Antwerpen te komen. Een fraai gezicht geeft ook de vele tinten groen, die de grassen in het natuurreservaat geven. Door de verschillende kleurstelling kunnen we de wanden van de kreken ontdekken en daarmee dus de kreken.
Erg lang kunnen we hiervan niet genieten, aangezien de bergjes een onaangename geur verspreiden en het hier tevens stikt van de mugjes, vliegjes en andere moerasinsekten.

noten:
1. RKD Frida van Overbeeke-Verschuur;
2. Hervormde Gemeente Waarde / G.J. Lepoeter;
3. Molendatabase De Hoed;
4. Molenecho's Rode Roe-molen;
5. Scheldestromen Projectplan Emanuelpolder;
6. Gemeente Reimerswaal Vergunning archeologisch monument (Schor van Waarde);

internetraadpleging: 20 - 22-11-2015


      Krabbendijke
We rijden dus maar gauw verder en rijden via Gawege Krabbendijke in. Hier zien we in de Dorpsstraat
De Echte Bakker Hirdes, met een terrasje, dus deze kans om te lunchen grijpen we met beide handen aan.
Het ziet er allemaal nog nieuw uit, dus een verbouwing ligt voor de hand. En dat klopt. Ze zitten hier sinds 2011. 24 november ging de bakkerswinkel open 1. Het blijkt dat hiervoor in dit pand Hotel Café Restaurant 'De Koophandel' gevestigd zat en dat ooit J.G. Joosten en daarvoor A.L. Verburg hier de scepter zwaaiden 2. C. Sinke zat er in ieder geval in 1945 3. Zoals vaak in een klein dorp met zo'n pand, is het lastig om dit vol te houden. De wereld veranderd, het wordt niet meer gebruikt voor veilingen, vergaderingen en andere soortgelijke zaken, zoals we bijvoorbeeld nog in 1963 en 1976 zagen 4. Hierna volgde een poging van een uitzendbureau om het tot pension om te bouwen, maar dat liep uiteindelijk spaak 5.

Wanneer we verzadigd zijn en voldoende hebben gezeten, kunnen we weer aan de wandel. We lopen even een stukje het Dorpsstraat in en zien meteen al twee soortgelijke dwarspanden staan. Beiden staan als enige woonhuizen op de monumentenlijst (32414 en 32413). Nummer 79 is in de periode 2004-2005 gerestaureerd. Beiden zijn aan het eind van de 18e eeuw gebouwd.
We lopen een klein blokje rond. Zo komen we door de Nieulande- en Poststraat en via de Noordweg komen we weer bij de auto uit. Bij de Zorgcentrum Ter weel zien we nog een beeld van een 'Zeeuws trekpaard met moeder en zoon'. We kunnen helaas niet ontdekken uit welk jaar dit komt en van wie dit werk is.
Wanneer we weer bij de auto zijn gekomen, verlaten we met Ronnie Tober en Marijke Uit Krabbendijke 6 via Oostweg het dorp.

noten:
1. PZC Bakkerij Hirdes uit Krabbendijke neemt intrek in oude herberg;
2. Club van Suikerzakjesverzamelaars in Nederland CKB6-krabbendijke-01, CBS56-krabbendijke-03;
3. Vrije stemmen uit de Ganzestad, 29-03-1945 Dagdienstbode;
4. De Tijd De Maasbode, 09-01-1963 vergadering op de vlucht voor stinkende walm, Het vrije volk, 28-08-1976 veiling woonhuis;
5. Raad van State Uitspraak 201009655/1/H1;
6. Krabbendijke in beeld / Kees Wittenbols;

internetraadpleging: 22 - 23-11-2015


      Bath
Via de N289 rijden we door de Stationsbuurt, dat z'n bestaan te danken heeft aan het spoor dat hier ligt, vergelijkbaar met de aanleg van een sluis in een kanaal, dat ook altijd voor handel en groei zorgde, zolang het duurde. Hierop volgt Rilland, een dorp dat de naam draagt van het dorp dat hier enkele kilometers zuidelijker vandaan lag. Een aardig verhaal in dit kader is de herwinning van de Reigersbergschepolder. Daarvoor begon men met plannen in 1754 om het opnieuw te gaan bedijken. Door onenigheid tussen de ambachtsheren (de burgemeesters van toen) en een staking op 25 mei 1773 van de driehonderd Oostfriese polderwerkers die ontevreden waren over het te betalen loon, liep de bedijking niet erg soepel. Met behulp van militairen werd de staking gebroken en de polderwerkers weggestuurd. In 1782 werd Rilland gesticht.
Wij rijden echter er vlot doorheen en gaan naar Bath of Fort Bath. Hoewel Bath ook al eeuwen bestaat en lange tijd standhield tegen het water, redde ook Bath het uiteindelijk niet. In de tijd dat Rilland verdween rond 1530, lag Bath - als Het Bat - nog droog op een klein driehoekig poldereilandje samen met Hinkelenoord en Agger - als Den Agger. De rest ten noordwesten hiervan was onder water komen te staan
1.
Zoals gezegd werd het gebied in 1773 weer ingepolderd en droog gemaakt. Zo'n 15 jaar later werd door de Raad van State opdracht gegeven om hier een fort te bouwen ter bewaking van dit oostelijk gebied van Zuid-Beveland en het bewaken dan wel het belemmeren van de scheepvaart van en naar Antwerpen 2, kortom net zoals men het de afgelopen eeuwen daarvoor ook al gebruikte.
Wij rijden via de Walstraat en Lillostraat even door de fortstraten, waarna we naar de dijk rijden. Hierbij verwijst de Lillostraat naar Lillo, het zuster-fort Lillo-fort, dat een eindje verderop aan de Schelde ligt. Tegenwoordig ligt het geheel ingeklemd door de Antwerpse haven. Het grondgebied ligt nu dus in België. Sinds 1959 wordt het o.a. behuisd door het Poldermuseum Lillo, een streekmuseum.

richting Tholen

richting Antwerpen
We verlaten via de Bathseweg Bath en eindigen deze eerste vakantieweek met de brug over de Kreekrak, de Schelde-Rijnverbinding.

noten:
1. De oude kaarten van Zeeland : Stad en dorp, land en water in vier eeuwen cartografie / Aad de Klerk. - Zwolle : WBooks, 2015. - ISBN 978-94-625-8077-0. - p. 16-17;
2. Wikipedia Bath (Nederland);

internetraadpleging: 22 - 23-11-2015



huisje 'Hof van Zeeland'
Heinkenszand



Lewedorp


Bouwraadhuis
Kruiningen


Hoofdstraat
Kruiningen


Hoofdstraat
Kruiningen


Schotwal
Kruiningen


Veerhaven
Kruiningen


vlaszaaddozen?
Veerhaven
Kruiningen


monument 1 februari 1953-1993
Kruiningen


schapen op de dijk
Waarde


Frida van Overbeeke-Verschuur
Waarde


Waarde


Gemeentehuis
Waarde


Oprijlaan
Waarde


Standerdmolen De Hoed
Waarde


Bij het haventje
Waarde


Het haventje
Waarde


Valkenisse
Waarde


Droogvallende platen
Valkenisse
Waarde


tinten grasgroen
Valkenisse
Waarde


monument Moerbeihof
Krabbendijke


'Zeeuws trekpaard met moeder en zoon'
Krabbendijke


gracht van fort
Bath


'Vrije Evangelische Gemeente'
Bath


'Keb wak wouw'
Bath






Dag 9: van huis via Sas van Gent naar Breskens

kaart 9

Met even een weekendje thuis, waarin de gebruikelijke activiteiten plaatsvinden, gaan we aan het begin van de week weer weg. Het voordeel van zo'n weekendpauze is dat je ook maar voor een week aan spullen nodig hebt, dus kleiner en lichter bepakt.
We reizen deze week af naar Zeeuws-Vlaanderen. Op de kaart van Nederland is het ook altijd te zien als een eiland. Het ligt echter vanzelfsprekend vast aan Vlaanderen, het Vlaams Gewest en specifieker aan de provincies West-Vlaanderen met de hoofdstad Brugge en Oost-Vlaanderen met de hoofdstad Gent. Hier wonen dit jaar 23,7% (10,5 + 13,2%) van de Belgische bevolking op 19,9% (10,2 + 9,7%) van de beschikbare oppervlakte. Dus grofweg een kwart van de bevolking woont op een vijfde van het land. Dit is het directe achterland van Zeeuws-Vlaanderen 1.
Het is een prachtige dag en dat merken we ook op de snelweg, wanneer we weer richting Zeeland rijden. En we zijn niet de enige. Een file voor het knooppunt Zoomland waar de A58 en A4 gaan samenkomen is het gevolg. En zo schuiven we met z'n allen langs Bergen op Zoom richting Zuid-Beveland. Wanneer blijkt dat de file zich voortzet naar Goes, Middelburg en kust, vervolgen wij de A4 in plaats van de A58. We rijden daardoor vlak bij Lillo de toltunnel Liefkenshoektunnel in.
Dit is dan weer een vernoeming naar het fort dat aan de overkant van fort Lillo ligt, namelijk fort Liefkenshoek, die samen de verkeerstromen op de Schelde moesten controleren. Het maakte dan eigenlijk niet uit voor welke heersende partij op dat moment. Deze geschiedenis van laatste kwart van de 16e eeuw tot 80 jaar later en daarna ook nog vele strijdmomenten, zullen dit gebied voor altijd tekenen. De sporen in het landschap die dit heeft veroorzaakt zijn minstens zo herkenbaar als de herkenbare sporen van het water. Want ondanks het feit dat we dit land niet meer als een eilandenrijk herkennen, het is er wel degelijk een.
Aan de andere kant van de Schelde rijden we dus langs fort Liefkenshoek. Hier vinden we al gauw weer de aansluiting op de E34/N49/A11, die we bij knooppunt Kemzeke bij Tromp gaan verlaten. Hier rijden we verder richting Hust. Eerst over de Vlaamse N403 en aansluitend op de Zeeuwse N290.

de Cathalina bij de kade van Scaldis lijn in Antwerpen
Bij Hulst vervolgen we de N258, N62 en N683, waarmee we het Kanaal Terneuzen-Gent treffen, waar we tevens familiaire banden mee en herinneringen aan hebben. Overgrootmoeder Cathalina Adriaansen (1852-1916) is hier geboren en hier op 6-6-1876 gehuwd met Leendert Kanters tevens naamgever van het schip Vrouwe Cathalina, een omgedoopt schip uit 1885 dat eerst Vrouwe Jacoba heette. Op dit schip wordt dochter Cathalina (1891-) geboren. In 1905 komt Leen Kanters met een nieuw schip Cathalina. Dochter Cathalina trouwt op 05-09-1910 met Willem Marie Cornelis van Baalen . Zij zullen later op dit schip gaan varen. In 1927 laat Willem zijn eigen Cathalina bouwen. Deze Cathalina wordt vervolgens overgenomen door Willem zijn zoon Leendert van Baalen . Hierop heeft dochter Heleen tot haar zesde gevaren met haar ouders. En dus wordt Sas van Gent onze eerste stop vandaag.

noten:
1. Wikipedia Provincies van België en Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

internetraadpleging: 26-11-2015


      Sas van Gent
Om Sas van Gent binnen te komen dienen we eerst over het Kanaal Gent-Terneuzen (of het Kanaal van Gent naar Terneuzen) te geraken. Het verhaal van dit Kanaal begint na de verzanding van 't Zwin, zodat de al eerder gegraven kanaal de Lieve van Gent naar Damme/Brugge ook in het verval raakte. Er werd een nieuwe gegraven, de Sasse vaart, dat van Gent via de Braakman naar de Westerschelde liep. Na het afronden van de sluis of sas werd de sluis op 4 april 1563 officieel en feestelijk geopend, waarna het gehele traject bevaarbaar was. Deze datum is dan ook de officiële geboortedag van Sas van Gent. Een haringschuit uit Dordt is het eerste schip dat hier door de sluis vaart. Schipper Pieter Jacobsz Soetemelck uit Lekkerkerk is daarmee de eerste die rechtstreeks naar Gent voer. Tijdens de wielerronde van Sas van Gent, ging in 1980 een nazaat van hem in het geel als eerste over de finish in de Stationsstraat. Hij had eerder dat jaar de Tour de France gewonnen: Joop Zoetemelk
1.
We rijden over de brug dat 320 meter overspant en dat tussen 1965 en 1969 gebouwd is. Het heeft een draaibrug-constructie van 155 meter, dat 4 tot 5 uur per dag openstaat om de 55.000 schepen die er jaarlijks langskomen, door te laten 2. Wij hebben geluk, want wij kunnen doorrijden, al hadden we hier best even legaal willen stilstaan om foto's te maken.

Muurschildering (1958) van Robert de Caluwé (SvG, 6 mei 1913 - Myllyjärvi, 21 april 2005 3) in het gemeentehuis, waarin de vesting Sas van Gent gesitueerd is rond 1750.
Hierop zien we alle belangrijke objecten met naam aangegeven, zodat oriëntatie op de huidige kaart beter gaat.

We rijden via de Oostpoortweg naar de rotonde waar we driekwart om heen rijden om langs het oudste gedeelte - de eerste sluis - te rijden. Hiervan is vanzelfsprekend geen drup water terug te vinden, maar de inrichting van de openbare ruimte wil toch iets van de historie uitbeelden.
We parkeren de auto aan de Westkade en wandelen het gezellig uitziende Gentse straat in. Even later lopen we over de Markt naar de Maria Hemelvaartskerk of Cuyperskerk (509986). Deze kerk - dat in 1892 in gebruik werd genomen - is een ontwerp van Joseph Cuypers 4 (Roermond, 10 juni 1861 – Meerssen, 20 januari 1949 5) dat architectuurhistorische waarden heeft omdat het een zeer zeldzaam voorbeeld is van een betongewelfconstructie in deze bouwperiode 6. Typerend hoe de waardering in de loop van de tijd kan veranderen, immers tijdens de bouw werd het gebruik van cementijzer - zoals toen het gewapend beton werd genoemd - wat toen voor het eerst werd toegepast voor een gewelf, afgedaan als "nep" en "kitsch" 4.
Tijdens het fotograferen van het gebouw werden we vanaf de fiets toegeroepen of we het gebouw niet wilden kopen, want het staat te koop. "Voor 1 Euro is het van je." Dat zou natuurlijk best bijzonder zijn. Volgens de makelaar moet het toch nog € 139.000,- k.k. opleveren. En daarnaast is het natuurlijk een groot pand 815 m² op 1.140 m² grond en dat vergt natuurlijk ook de nodige onderhoud met bijbehorende financiën 7.

De locatie van De Stuiver 8 is uiteindelijk vergraven tot kanaal en tegenwoordig resteert hiervan slechts een haventje voor motorboten.

Op de voorkant van de kerk vinden we een plexiglazen plaat als memoriam aan Conrada Haast. Zij was een zuster van de pastorie de Moriaen dat aan de linkerkant van de kerk was gevestigd. Zij overleed op 5 oktober 1866 aan cholera, nadat ze aan een schippersfamilie hulp had verleend die aan de Stuiver in quarantaine lag. Er braken in deze periode regelmatig cholera-epidemieën uit, sinds de handel met het Verre Oosten weer op gang was gekomen. Cholera of braakloop, een infectieziekte van de darmen, ging gepaard met hevige diarree en daardoor veel vochtverlies, kon in de periode van deze epidemie - 1866-1867 - nog niet genezen worden. Zuster Conrada zal de schippersfamilie verzorgd hebben door de personen te verwarmen met wollen dekens, heet zand en kruiken met warm water 9. Dat het een van heftige epidemieën was dat zo'n miljoen slachtoffers in Europa kostte, blijkt wel aan de naam dat deze vijfde epidemiegolf kreeg, triomf des dood 10.
Wat kunnen we over Conrada Haast nog terugvinden?
Wanneer we gaan zoeken in Zeeuwen Gezocht op 'Haast' en 'Sas van Gent' vinden slechts drie records, waarbij van alle drie toevallig de datum op 5 oktober 1866 staat, de sterfdatum van Conrada Haast. We hebben dus een mooie vangst. Bijzonder is het om te lezen dat het om Laurina Haast gaat. In haar overlijdingsakte staat dat ze 40 jaar was toen ze overleed. Ook vermeldt het haar ouders: Joannes Haast en Dijmphna van den Berg. Ze is geboren in Wouw.
Er is ook nog een Memorie van Successie van haar. Hierbij wordt bij opmerkingen vermeld: Religieuze 14. Dit alles bevestigd dat het hier echt om Conrada Haast gaat.
Ze zal dus rond 1826 geboren zijn.
Een internetzoekvraag naar haar ouders levert slechts uitbreiding van schrijfvarianten op met enkele jaren van hun:
Joannes Haast: (1776-1829) Johannes Baptist Haast, gedoopt 3 juni 1776 in Roosendaal (NB), overleden op 26 mei 1829 te Roosendaal en voor de tweede maal gehuwd op 14 februari 1825 te Wouw (NB) met 15 16;
Dijmphna van den Berg: (1783-1859) Dijmphna van den Bergh, geboren 13 december 1783 in Oostelaar, gedoopt 13 december 1783 in Wouw (NB), overleden 19 augustus 1859 in Wouw (NB) 15.
Wanneer we nogmaals met enkele gegevens gaan zoeken op het internet met de losse woorden "Haast Berg 1776 Roosendaal 1825 Wouw" vinden we meer gegevens van haar vader. We leren dat hij ook in Roosendaal is overleden op 26 mei 1829 en van beroep tapper was. Hij was tweemaal getrouwd. Eerst met Laurina van Oers en daarna dus met Dimphna van den Berg 16.
Met Laurina (ook Laurentia) huwde hij op 07-07-1799 in Roosendaal 17. Verder weten we van Laurina dat ze waarschijnlijk rond 1777 in Hoeven is geboren en is overleden op 9 mei 1824 18. Hoewel bij deze bron de echtgenoot als Jan Janse Haast op het extract van Etten-Leur gemeld staat, waar datum overleden 15-05-1824 is 19, is deze periode aannemelijk omdat Johannes het jaar daarop hertrouwt. Hij heeft diverse kinderen gekregen tussen 1800 en 1813 die dus tussen de 24 en 11 jaar oud zijn bij het overlijden van hun moeder.
Wat het effect op Dijmphna is wanneer hun vader en haar man na zo'n drie jaar komt te overlijden in 1829 is natuurlijk moeilijk te zeggen. De stiefkinderen zijn dan tussen de 27 en 14/15 jaar, terwijl haar eigen kind - onze Conrada / Laurina - een peuter is.
In de Nederlandsche Staatscourant verschijnt woensdag 5 september 1866 een bijvoegsel met een overzicht van alle maatregelen die de besturen van de 112 gemeenten in Zeeland hebben genomen. Nadruk ligt hier op het schoonmaken en houden van lijf, leden, huis en omgeving en gebruik van schoon water 11. Waarschijnlijk was zuster Conrada de enige en laatste die overleed aan cholera in Sas van Gent die week 12. In december van dat jaar blijkt dat er tot dan toe in Zeeland 372 zijn 'aangetast' door de cholera, waarvan er 239 personen zijn overleden. Er blijkt slechts 1 persoon te zijn overleden aan de cholera in Sas van Gent, zodat we kunnen aannemen dat de schippersfamilie het dankzij de goede zorgen van zuster Conrada het heeft overleefd 13.

In de jaren 50 van de 20e eeuw was De Stuiver een goede plek voor de botersmokkel, aangezien het tussen de Nederlandse en Belgische douaneposten bevond 20.

Intussen hebben we behoefte gekregen aan ons natje en droogje. We worden op onze wenken bediend, want in de Ooststraat vinden we De Gastronoom. Wanneer we weer een beetje zijn bijgekomen, besluiten we verder te wandelen. We lopen de dijk op en komen weer uit op de Westkade. We steken de weg over om aan de waterkant te lopen en zo beter zicht op de panden te krijgen. Aan de overkant treffen meteen een beeld aan van de Schepentrekker. Deze functiebenaming kennen we ook als scheepsjager. De Scheepstrekker is gemaakt door H.J. de Bliek in 1976. De plaat is onthuld vanwege de 1e schepentrekkersfestival op 19-06-1992. Het verschil tussen de jager en trekker zou kunnen zijn dat deze trekker het schip slechts door de sluis hielp 21. Maar dit is misschien een lokaal iets. Een mogelijkheid is, dat alleen hier bij de sluis van Sas van Gent het schip getrokken hoefde worden omdat er voldoende ruimte was om te zeilen. Mogelijk is het invoeren van een scheepstrekker het vervolg op het Reglement dat de Raad van State hier op 24-6-1695 heeft in laten voeren om schade aan de sluis te voorkomen. Kennelijk waren er wantoestanden in deze periode dat het nodig was met om strenge maatregelen inclusief boetes te komen 22. Elders wordt met het begrip scheepsjager, scheepstrekker, paardenjager, schuitenjager en in Vlaanderen boottrekker bedoeld dat een schip langs een kanaal getrokken wordt. Het begrip is dus misschien een lokale variant hierop, want dit begrip is minder gebruikelijk. Ook voor een scheiding tussen de twee begrippen scheepsjager en scheepstrekker, waarbij de trekker zelf het schip trekt en bij jager het paard, is nauwelijks grond voor gevonden 23.
Op 18 en 19 juni 1994 vond dit festival voor de derde keer plaats 24. Het valt hierbij wel op dat en het Reglement en beide genoemde festivals allen in juni plaatsvinden.
Hubrecht Jan de Bliek is geboren in Schoondijke (Oostburg) op 31-12-1911 en overleden in Terneuzen 18-02-2001 en maakte als aquarellist, schilder en beeldhouwer voornamelijk figuurvoorstellingen 25.

De gelopen wandelroute in Sas van Gent.
Wanneer we bij de Oostdam aankomen vinden we bij de voetgangersingang van het parkeerterrein Keizer Karelplein een toeristische route. We besluiten deze route op onze eigen wijze te volgen.
Aan de overkant van de straat zien we een statige pand De Drij Passagiers en Den Reijsenden Man. Dit zag er in de 1974 erg anders uit en het is daarna weer bewoonbaar opgeknapt 26.
Tussen de beide wegen komen we het uitgebreide carnavalsmonument 't Beetje aan de Westkade tegen. Eerst stond hier 11 jaar lang helemaal alleen het symbool van de Betekoppenstad Sas van Gent. Dit was toentertijd geschonken door de 4x11-commissie. In 2012 werd het omringd met 'een soort geschiedenismuur', ditmaal geschoken door de 5x11-commissie aan het einde van het jubileumjaar. De muur bestaat uit vijf glazen panelen met per periode diverse carnavalsfoto’s. De panelen zijn gemaakt door Sas Glas. De panelen werden onthuld door burgemeester Jan Lonink om precies 14:11. Hieraan voorafgaand had de wethouder Frank van Hulle verteld over het afgelopen jubileumjaar. Daarna werd het glas geheven op het komend carnaval 27. Jammer genoeg viel het doek voor de eerste vlakglasfabriek in Nederland 1½ jaar later, waar de laatste werknemers ook werden ontslagen 28. Een hard gelag voor alle werknemers van dit innovatieve en bij iedereen bekend bedrijf, wanneer we een aantal werken opsommen, waarin we hun glas kunnen terugvinden: het Operahuset in Kopenhagen, de luchthaven van Luik, het Witte Huis (parlementsgebouw) in Moskou, het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum (waarschijnlijk in Nederland het meest bekende!), het World Trade Center in Rotterdam en het ministerie van VROM (nu Infrastructuur en Milieu) in Den Haag 29.
We lopen verder langs De Drij Passagiers en Den Reijsenden Man en komen op de hoek een pand tegen dat in een paar mooie tinten groen is geschilderd, met in een fraai lettertype geschreven het Schippershuis op de voorkant. Dit schept geen enkele verwarring op deze manier. Gaan we nog even terug in de tijd naar het dubbelhuis De Drij Passagiers en Den Reijsenden Man. Tot 1665 heten ze Het Schippershuijs en Den Reijsenden Man.
Maar ook het Schippershuis droeg verschillende namen. Het pand is waarschijnlijk gebouwd rond 1620 en heette in 1670 Den Hoorn, in 1682 werd het Den Eenhoorn, waarna in 1684 De Posthoorn ging heten. Datzelfde jaar, dus in 1684, werd het ook Het Schippershuijs genoemd om vervolgens weer in 1689 Den Hoorn genoemd te worden 30.
We lopen de straat verder in en komen bij de Kloosterstraat een fraai stukje historisch vernuft tegen, een Watergetijdemolen. Zoals we intussen begrijpen uit de voorafgaande week hebben vele kustplaatsen zo'n watergetijdemolen in de stad. Deze molen is aan het einde van de 17e eeuw, in 1698 gebouwd en heeft ruim 100 jaar z'n werk gedaan. Wanneer de stad weer eens belegerd werd verving het de drie korenmolens, die door wind werden aangedreven. Op de door het eb- en vloedwater aangedreven rad was een ondergrondse graanmolen aangesloten, waarbij ook een bakkerij was ondergebracht. Op de muurschildering van Robert de Caluwé is de Bakkerij en 's Lands Korenmolen met de waterpoort en het netwerk van water mooi te zien.
Grappig is dat we tegenwoordig verrast worden bij het NOS (16-06-2015, 12:01) met bijvoorbeeld Oosterschelde krijgt getijdencentrale, waarbij "Voor het eerst gaat in Nederland commercieel energie uit eb en vloed geproduceerd worden." of filmpjes op YouTube als bijvoorbeeld Getijden Energie 3D-Model.
Op het hoekje met de Brandspuitstraat in een miniparkje krijgen we middels zes informatiepanelen de ontstaansgeschiedenis van Sas van Gent tot ons. Ze zijn geïllustreerd met mooie kaarten van het Stads- en Rijksarchief Gent.
We lopen verder naar de Kleine Markt, dat op de muurschilderingskaart ook wordt aangeduid als Spaanse Markt. De Klijne Markt, zoals het ook werd geschreven in de 17e eeuw, lag een beetje in het midden van het Spaans of "Duijtsch" Quartier. De Brandspuitstraat en het zo te lopen straatje Grootmajoorstraat, maakten hiervan ook onderdeel uit. Dit is een zeer oud gedeelte van het lage Sas van Gent 30. Wij kunnen daarvan echter niets van terugvinden en kijken slechts oplettend naar de naambordjes of we familienamen herkennen.
We komen uit bij de laatste nog zichtbare bolwerk dat de naam Generaliteit heeft gekregen.
De geschiedenis van de Tachtigjarige oorlog en de oorlogen die daarna volgen zal door het gehele Zeeuws-Vlaanderen z'n verhaal vertellen. We vinden bij dit Bolwerk het verhaal dat grofweg begint met een vernietigende aanval op Sas van Gent - zoals we vorige week ook regelmatig tegenkwamen - door de Watergeuzen op 21 mei 1572. In 1577 was de schade weer hersteld en was het zelfs uitgebreid tot vesting. In opdracht van Alexander Farnase, die toen de hertog van Parma was, werd Sas van Gent in 1583 heroverd.
Dit werd mogelijk gemaakt met hulp van de hoogbaljuw van het land van Waas, Servaas van Steelandt (1533 - 6-9-1607), dat hij vervulde in de perioden 1562-1576 en 1579-1604. Dit voormalige Waasgouw en later Waasland ligt tussen de Schelde in het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Farnase rukte namelijk uit het zuiden op met zijn leger vanaf Ieper, tussen de twee grote steden Brugge en Gent door naar de sluis Sas van Gent. Zijn plan was om tussen Gent en Antwerpen te overwinteren en daarna beide steden te veroveren. Dus in het land van Waas. En dus had van Steelandt een probleem. Hij koos voor vrede met Spanje en gaf daarmee Farnase toegang tot Waasland en alle onderhoud en onderdak dat Farnase nodig had om de rest te veroveren. Van Steelandt bleef ook nu weer hoogbaljuw. Hiermee kan van hem gezegd worden dat hij op z'n minst met alle te verwachten succesvolle winden meewaaide. Anderen kunnen dat beschouwen als verraad 31 of het spel van zogenaamd succesvol overleven.
Twee generaties verder - dus weer opgegroeid onder Spaans gezag - staat Frederik Hendrik van Oranje (Delft, 29-1-1584 – Den Haag, 14-3-1647 32) op 28 juli 1644 voor de poort van Sas van Gent. Na een dikke maand van beleg, op 5 september 1644 gaven de Spanjaarden zich over. Wederom werd de vesting verder uitgebouwd en versterkt tot een van de sterkste van Europa.
Tegenwoordig is dit bolwerk dus een restant van eeuwenlange strijd.
We lopen met een boog om dit bolwerk heen door over de Kerkhoflaan, naar de begraafplaats te lopen in de hoop bekende namen tegen te komen. Helaas is het hek gesloten, zodat er niets anders op zit om via de Paardenvest en Westdam het rondje af te maken en iets minder afgeleid naar de haven terug te lopen. Wanneer we via het bruggetje de overkant, de Oostkade bereiken zien we op de Westkade enkele mooie panden staan. Een ervan heeft een gevelsteen met daarop de gouden dorpspomp en de tekst "De gulden fonteyne" 1645. Even verderop komen we een iets jonger exemplaar tegen met Art Nouveau-achtige kenmerken.
We besluiten om door de Veerweg verder lopen omdat het er zo sfeervol uitziet. Het brengt ons vanzelfsprekend naar de waterkant. We bereiken een gedempte sluis, dat ooit groter was dan de eerste, maar nu weer ingehaald is door modernere opties. De gedempte sluis is opgeknapt en ligt er strak bij. Wanneer we onder de verkoelende bomen verder lopen, zien we tussen het bosschage de lange stenen perceelafscheidingsmuur lopen. Het laatste pand hadden we zeker ook al waargenomen toen we over het bruggetje van de Westkade naar de Oostkade liepen. We zien het nu van de achterkant en die is minstens zo mooi, zo niet mooier. Het Hertog van Marlborough-huis (33042) is tijdens Open Monumentendag te bezichtigen. Dit pand is in 1648 gebouwd door Alexander Feris, een kanonnier en timmerman, die minstens 20 panden gebouwd heeft. De huidige bewoner, V+G Architekten heeft het pand volledig gerestaureerd, zoals we in het boekje kunnen lezen. In een dikke half jaar in 2006 was 95% gereed. Daarna zijn de vele puntjes op de i gezet, zodat het geheel in 2008 klaar was.
De naamgeving van het pand is gedaan door bewoner Pieter Neteson Janszoon in 1724, waarschijnlijk ten ere aan de Hertog van Marlborough, die toen al was overleden en er dus zelf ook nooit gewoond heeft. Deze hertog, John Churchill (Devon, Ashe House, 26 mei 1650 – Windsor Lodge, 16 juni 1722), inderdaad familie van, kreeg zijn titel van de schoonzus van Willem III, Anna Stuart, die toen koningin was van Engeland. John vocht namelijk ook mee aan de zijde van Willem 33.
We lopen onder de bomen vandaan de zon weer in en vinden het haventje dat nu plaats biedt aan een aantal historische schepen. We zien onder andere de Emmanuel liggen. Dit Kanaaleiland heeft de aflopen 10 jaar de nodige opknapbeurten en bestemmingsveranderingen gehad. Wij treffen een ruime punt van het eiland aan dat is ingericht voor campers. De wandelboulevard heeft een maritiem thema dat wordt begeleid met talloze informatiebordjes. We lopen weer terug via de Oostdam en hebben zodoende langdurig zicht op het pand dat we al hierboven besproken hebben De Drij Passagier - Den Reijsenden Man.
Wanneer we weer bij de Oostkade zijn, lopen we deze weer terug naar het bruggetje. Onderweg komen we langs het voormalige protestantse kerk, nu Het Kerkje genoemd, waarvan de geschiedenis in 1648 met een imposante kruiskerk begon. Deze vinden we ook terug om de muurschilderingskaart van De Caluwé. Tegenwoordig huist hier het reclamebureau Recht door zee, dat het Kerkje na tien jaar leegstand in 2007 van de ondergang redde. Omdat ze werken en wonen wilden combineren is er ook woonruimte gecreëerd. Hiervoor werd - hoe kan het ook anders bij een reclamebureau dat bruist van de originele ideeën - op 4 februari 2009 de 5385e steen gelegd door Madelief en Peer.
In de hal van de kerk hangen de memorabele gebeurtenissen die ook op de site van het Kerkje te zien zijn. En aangezien de mensen hard aan het werk zijn, gaan we ze natuurlijk niet storen.
Op de hoek van de Veerweg zien we nu de ingemetselde steen van De Vyfhoeck. In dit voormalige dokterspraktijk / woonhuis uit 1905 bevindt zich nu een woonhuis en de gelijknamige webwinkel met antiek en brocante.
Dorstig geworden van deze wandeling lopen we weer naar het bruggetje waar aan de overkant Café De Rijnvaart zit. We kiezen een mooi plekje uit op het terras waar we ons verfrissend drankje kunnen drinken.

We kunnen echter niet vreselijk lang blijven zitten op het terras, want we zijn immers op weg naar ons tweede vakantiehuis van deze vakantie. De auto staat gelukkig dichtbij, aan de overkant van de weg, zodat we na het afrekenen ook vlot weg kunnen rijden. We rijden langs het kanaal weer terug door het centrum en rijden de rotonde half, zodat we rechtdoor rijden. We volgen de N252 richting Terneuzen. Net na het kruispunt komen we het Industrieel Museum tegen, maar dit laten we even aan ons voorbij gaan.
Bij de afslag naar Zandstraat gaan we van deze weg af. Over de Zandstraat kunnen we naar Phillippine, waarna we verder langs de huidige Belgisch-Nederlandse grens rijden over de Dijckmeesterweg. De vormen van de diverse (land)weg, dijken, sloten, kanalen en plasjes die we vanaf deze weg kunnen volgen, brengt een verwarrend beeld. Het ene moment zijn het strakke, rechte, hoekse vormen om afgewisseld of overgenomen te worden door ronde, natuurlijke vormen en vice versa. Het landschap laat zich hier niet eenvoudig lezen, vanwege de vele (deels) zichtbare lagen die het heeft. Na de Issabellahaven en Spanjaardsweg heet de weg Issabellaweg. De gehuchten waar de langs of doorheen rijden dragen namen als Kapitalen Dam, Pyramide, Ponte-Avancé en Ponte. Ook rijden we met deze Issabellaweg langs de Linie of Passageule. Bij Ponte worden we als het ware gedwongen om bij IJzendijke de N61 (dan wel de parallelbaan voor het langzame verkeer) te gaan volgen. Deze sinds eind 2014 vernieuwde weg met gescheiden banen is een zeer vlotte verbindingsweg in Zeeuws-Vlaanderen. We rijden dan ook vlot naar Schoondijke en Breskens.
En het moet gezegd worden. Tijdens het rijden van deze route bekruipt iets bekends het gevoel. Strakke blauwe hoge hemel met daaronder in de verte af en toe een dijk met een rij populieren, met daarachter weer een rij op een kronkelende dijk en als je mazzel hebt krijg je een doorkijkje zodat een derde nog kleinere rij zichtbaar wordt. De blik is ook hier naar het noorden gericht en daarmee het licht van achteren komend. Het Hoogeland, de noordelijkste streek in de provincie Groningen, is waaraan dit doet denken.
Laten ze nu in IJzendijke een dijk uitspreken als diek, terwijl het in Phillippine dijk is 34. De verbinding is bij deze gemaakt (dan wel hersteld). Ook De Meijer beschrijft een soortgelijke herkenbare, maar andere ervaring, wanneer ze van Groede naar Oostburg rijdt 35.

noten:
1. Heemkundige Kring Sas van Gent De geschiedenis van Sas van Gent;
2. Rijkswaterstaat Draaibrug te Sas van Gent / Joop van Houdt;
3. Helsingin Sanomat Robert de Caluwé / Tuomas Kaseva;
4. Wikipedia Maria Hemelvaartskerk (Sas van Gent),
5. Joseph Cuypers;
6. Monumentenregister: Monumentnummer 509986;
7. VBO Makelaar Markt 4;
8. WatWasWaar Topografische Militaire Kaart 1857;
9. Onze gewesten (1600-1830) Kiezen tussen pest en cholera;
10. In de ban van de cholera : Brugge en Gent in 1866 / Nele Verbaeys. - Gent : [s.n.], 2008. - p. 25/121;
11. Nederlandsche Staatscourant 05-09-1866 Bijvoegsel;
12. Rotterdamsche courant 18-10-1866 Opgaven betreffende de Cholera over de week van 30 september tot 6 october 1866.;
13. Middelburgsche courant 16-12-1866 Middelburg 15 December.;
14. Zeeuwen Gezocht Haast;
15. genealogieonline Dijmphna van den Bergh / A. Havermans;
16. Genealogie van Dirwyf Joannes Baptist Haast / George van Eekelen;
17. BHIC Joannes Haast;
18. genealogieonline Laurina van Oers / Kees van Beers;
19. BHIC Laurina van Oers;
20. PZC 3-1-2007 Soms ruziën werkt goed voor briljanten echtpaar;
21. de Bibliotheek Zeeuwse Bibliotheek Sas van Gent;
22. Nederlandsch Placaat- En Rechtskundig Woordenboek, Volume 5 Sas van Gent p. 644-665
23. Binnenvaarttaal ~jager;
24. de Bibliotheek Zeeuwse Bibliotheek 15763;
25. RKD Hubrecht Jan de Bliek;
26. Beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed De Drij Passagiers en Den Reijsenden Man;
27. PZC 08 november 2012 Uitbreiding carnavalsmonument Sas van Gent; Zie Zeeland 11 november 2012 Carnavalsmonument in Sas van Gent onthuld door burgemeester Lonink;
28. Omroep Zeeland 04 04 2014 Sas Glas gaat dicht, 89 man op straat;
29. Zeeuwse Anker 27 februari 2015 De glasfabriek in Sas van Gent (729e bekijker);
30. Heemkundige Kring Sas van Gent. - Van Sluis tot Stad - 16 juni 2015 Het laatste deel / E. de Roo;
31. Heemkundige Kring Wissekerke 1980, 3 Servaas van Steelandt, heer van Wissekerke en hoogbaljuw van Waas / A. Maris;
32. Wikipedia Frederik Hendrik van Oranje,
33. Hertog van Marlborough, John Churchill, Anna van Groot-Brittannië;
34. Tussenland : Een reis door Zeeuws-Vlaanderen / Rachel de Meijer. - p. 18,
35. p. 107-108;

internetraadpleging: 27-11 - 3-12-2015


      Breskens
In Breskens gaat het vanzelfsprekend weer niet vanzelf, omdat we een afslag te vroeg van de weg af gaan en zodoende verplicht worden alvast een stukje van het dorp mee te nemen. Na wat keren en draaien vinden we uiteindelijk de weg die ons naar
Droompark Schoneveld brengt.
Bij aankomst melden we ons en krijgen de nodige uitleg en andere benodigdheden om hier een week te kunnen vertoeven.
Het blijkt dat we in een huisje zitten dat zo'n 220 meter van de duintop verwijderd is. En daarna is het bij vloed nog een kleine 200 meter dat we in zee staan.
Maar eerst gaan de wagen uitpakken en het huisje inruimen, zodat alles weer klaar is voor bewoning. Dit houdt voor de verandering ook in dat we alle ramen even flink tegen elkaar open moeten zetten, want binnen warmt het snel op, wanneer de zon schijnt. Mogelijk ligt hier geen zonwerend-materiaal, als lichtkleurig grind of water op het dak, dan wel een natuurlijke groendak. Dat zou al een hoop hitte schelen.
Wanneer we klaar zijn en "ingeburgerd" zijn, lijkt het ons wel wat om aan het strand ergens iets te gaan eten.
En dus bereiden we voor op een strandwandeling. Een eerste blik vanaf de duintop geeft natuurlijk een verrassend nieuwe uitzicht. We kijken zo over het 5 kilometer brede Westerschelde naar Vlissingen. En natuurlijk hebben we zicht op de Noordzee. Dus we hopen dat we hier nog mooie zonsondergangen zullen vinden.
Maar eerst lopen we over het strand, langs en door het water richting Breskens. Al gauw naderen we het eerste strandpaviljoen, maar daaraan lopen we voorbij, want we zijn nog net aan de wandel. Vervolgens naderen we de Veerhaven van de pont Vlissingen-Breskens. Hier eindigt ook de duinenrij en word langzaam opgevangen door muur dat meteen als herdenkingsteken wordt gebruikt voor de vele drama's die hier hebben plaatsgevonden. Zo lezen we bijvoorbeeld 1943 Atlantikwall op de bovenste rand van deze dijkversterking. Hiervoor is in juni-juli 2012 vijftigduizend kubieke meter klei afgegraven in een gebied dat daarna Waterdunen zal gaan heten 1.
Om in Breskens zelf te komen moeten we natuurlijk om het haventje heenlopen en dus moeten we dit pas verhoogde dijk op.
Aan de andere kant van de haven blijven we op dezelfde hoogte lopen. Er is hier namelijk veel keus waar je naar toe wilt. We zijn nu eigenlijk al bij Breskens zelf aangekomen en besluiten daarom maar even in het dorp zelf te kijken, hoe het zit met het aanbod. We komen hier ook een beeld tegen van Dirk van Hecke dat zijn draaiende handtekening laat zien. Het gaat om het werk Versluierd dat hier sinds 2010 staat. Het beeld is tijdens een feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van het 500-jarig jubileum van het vissersdorp op vrijdag 11 juni 2010 officieel overgedragen aan het dorp 2. Dit beeld is ook al eens geëxposeerd geweest in het recreatiedomein De Brielmeersen in Deinze 3 dat aan de Leije ten zuidwesten van Gent ligt.
Naast het maken van beelden van diverse materiaalsoorten maakt hij - samen met enkele vrienden - deel uit van een historische ambachtengroep, nadat hij zich was gaan verdiepen in de middeleeuwen 4.
We lopen via de Promenade verder en gokken ergens ten hoogte van 'Strandpaviljoen Breskens aan Zee' dat we hier naar beneden kunnen lopen om ergens in het centrum uit te komen. En inderdaad, via de Strandstraat komen we uit op het Spuiplein. En hier is voldoende keus in restaurants, bistro's etc. Maar we zijn duidelijk niet de enige die willen eten. We lopen het rijtje af en vinden bij Cafe Centraal / Bistro de Buurman het eerste lege plekje op het terras. En vanzelfsprekend wordt er 'uit de zee gegeten'.
Na het nemen van onze gebruikelijke cappuccino's lopen we weer naar ons huisje.

We blijven even een poosje kijken bij gezellig potje jeu de boules, dat echter wel professionnelle gespeeld wordt. En dat wordt natuurlijk ook met de mond beleefd. Op de hoek van het plein vinden we nog een herinneringsbeeld aan 1 februari 1953, dat hier op 3 april 1993 is onthuld. Het heet Het verwoestende water en is van de hand van Jan Goossen.
Om een beetje in de buurt te blijven van onze 'heen' route - we hebben geen kaartje meegenomen - lopen we terug via de vermoedelijke parallel aan de Promenade lopende Boulevard. En inderdaad, wanneer we de straat hebben uitgelopen, volgt na de bocht een weg ophoog, de dijk op. En we zijn weer bij het haventje. We blijven nu op het hoogste punt van de dijk en later duinen lopen, dat de Noordzeeroute gaat heten. Wanneer we de haven voorbij zijn volgen we met deze dijk eerst de contouren van het Fort Frederik Hendrik, onder een andere naam door Napoleon gebouwd rond 1809 en dat deel uitmaakte van de 'Positie van Breskens'. Daarnaast vinden we hier een kaart van de overstroming in 1953 en de aangelegde dijken daarna. Ook een beeld geeft nogmaals de herinnering weer.
Een paar honderd meter verder kunnen we alweer met de trap van de duin af en zijn we weer bij het huisje, waar we ons overgeven aan het nietsdoen.

noten:
1. Waterschap Scheldestromen Grondtransport verzwaring dijk Veerplein van start;
2. Gemeente Sluis Gemeente draagt 3 beelden over aan Breskens;
3. Brielmeersen - Deinze / Guido De Vliegher Dirk Van Hecke;
4. ArtPro Art Dirk Van Hecke;

internetraadpleging: 4 - 5-12-2015



brug over Kanaal Gent-Terneuzen
Sas van Gent


Kanaal Gent-Terneuzen (richting Terneuzen)
Sas van Gent


Westkade
Sas van Gent


Westkade (richting Gent)
Sas van Gent


Zuidstraat/Gentsestraat
Sas van Gent


'Maria Hemelvaartskerk' of Cuyperskerk
Sas van Gent


'De Scheepstrekker'
Sas van Gent


'1703 De Drij Passagier - Den Reijsenden Man 1671'
Sas van Gent


'bétekop'
Sas van Gent


'Schippershuis'
Sas van Gent


'Watergetijdemolen'
Sas van Gent


'De gulden fonteyne'
Westkade
Sas van Gent


Westkade
Sas van Gent


Veerweg
Sas van Gent


Het Hertog van Marlborough-huis
Sas van Gent


historische haven
Sas van Gent


historische haven
Sas van Gent


wandelboulevard
Sas van Gent


De Drij Passagier - Den Reijsenden Man
Sas van Gent


Het Kerkje van
Recht door zee
Sas van Gent


De Vyfhoeck van 1650
Sas van Gent


De Vijfhoeck van
de fam. Hoogstad
Sas van Gent


Café Restaurant 'De Gevangentoren'
vanuit Breskens


containerschip
Breskens


Dijkverstreking 2012
Breskens


Terminal veer Vlissingen-Breskens
Breskens


Versluierd | Dirk van Hecke
Breskens


jeu de boules
Breskens


'Het verwoestende water' | Jan Goossen
Breskens


Breskens






Dag 10: Hulst en Axel


kaart 10

Het weer ziet er veelbelovend vandaag. Vanuit het westen komt een strakblauwe lucht onze kant op.
Jammer genoeg hebben we verzonnen om vandaag naar de vestingstad Hulst te gaan en voordat de bewolking daar is weggetrokken, zijn we wel een paar uur verder. We rijden de snelste en makkelijkste route N61 - N62 - N258 naar Hulst en komen daar binnen drie kwartier aan.


      Hulst
We parkeren de auto net buiten de vesting op een bijna leeg parkeerterrein op de Steensedijk. We vragen ons echter af of we hier ook moeten betalen. We zien een automaat staan en lopen ernaartoe. Omdat we kennelijk staan te klooien bij de automaat, besluit een flatbewoners ons uit de brand te helpen. Hij roept ons vanaf zijn balkon toe dat het vrij parkeren is. Alleen in het weekend is het betaald parkeren. Daar komen we goed mee weg. Beter was natuurlijk geweest dat we een
folder van de gemeente Hulst over het parkeren ergens hadden mee genomen. We bedanken de bewoner hartelijk en lopen terug naar de auto om onze spullen te halen.
We worden aan de overkant van de straat opgewacht door Boze soldaten van Gerard Brouwer. Brouwer (Leiden, 21-10-1951 1) geeft zelf Staatsen en Spaansen als titel aan het beeld. Het is hier in 2005 geplaatst 2.
We wandelen langs de Buiten en Binnenvest over de Stationsweg naar de toegangspoort van de vesting. Hier is meteen al van alles te zien op cultuurhistorisch gebied. Hierbij wordt ook onze leesvaardigheid op de proef gesteld. Wanneer je weet hoe je dit moet lezen is het echter geen probleem meer. Naast de Gentsepoort vinden we nog een werk van Gerard Brouwer. Dit werk draag de naam Tamboer en Vaandeldrager.
Het Reynaertmonument uit 1938 van Antoine Damen (Bergen op Zoom, 1902) dat we naast de poort zien, is op 12 september 1938 onthuld, zo kunnen we lezen op het zijpaneel met de bijzonder gebeitelde tekst, dat beeldhouwer Luc Ingels in het voorjaar van 2011 heeft schoongemaakt en opnieuw heeft uitgekapt 4.
Het is echter niet op deze plek onthuld. Het stond namelijk tot 1945 op de Markt 5.
Markt is echter een aanduiding die we niet kunnen plaatsen in Hulst. In de diverse kranten kunnen we lezen dat het monument op maandagochtend 12 september 1938 is onthuld op het Koningin Wilhelminaplein 6. We kunnen echter ook het Koningin Wilhelminaplein niet meer plaatsen. Wel vinden we op de voorpagina van het Middelburgsche Courant van 30 november 1925 dat de Wilhelminastraat in een spoedeischende vergadering op donderdag de 26e november is gewijzigd in Burgemeester Frans van Waesberghestraat. Vervolgens werd tevens de Houtmarkt gewijzigd in de Koningin Wilhelminaplein 7.
Wat is hier aan de hand, is de burgemeester plotseling overleden? Nee, Frans van Waesberghe komt pas te overlijden op 4 april 1934 8. Er was iets anders aan de hand. Op 21 augustus had hij tijdens de vergadering laten weten dat hij - de Burgemeester - op 1 september zijn taken zou neerleggen op doktersadvies 9. Met zijn gezondheid zou het daarop niet echt beter gaan. Vandaar de Gemeenteraad vervolgens achter gesloten deuren verder wilde praten over welk eerbetoon ze voor de Oud-Burgemeester konden laten maken 7.
De wandelroute door Hulst.
Een verrassing hebben ze in ieder geval afgesproken. Namelijk een straatnaam naar hem vernoemen.
Men wilde waarschijnlijk niet geheel zonder Koningin Wilhelmina, vandaar dat de Houtmarkt hiervoor opgeofferd is.
Vreemd genoeg was echter al twee jaar eerder, in 1923, bekend dat er iets heel anders aan de hand was met de burgemeester en dat kreeg kennelijk in de zomer van 1925 politieke consequenties. Er waren namelijk in 1923 verkiezingen geweest en dat ging er niet helemaal fraai aan toe. Twee personen stonden hier tegenover elkaar, notaris H.A. van Dalsum en burgemeester Van Waesberghe. Van Waesberghe had volgens Van Dalsum art. 78 van de kieswet misbruikt. Het College van Gedeputeerde Staten van Zeeland kwam eraan te pas en zij verklaarde op 28 juli 1923 een stemming voor de gemeenteraad van Hulst nietig ‘wegens bedrog aan de zijde van de partij van burgemeester F. van Waesberghe’ 9.
En dit was dus ook de werkelijke reden van het aftreden van de burgemeester. De straatnaam bleef en bestaat echter nog steeds.
Maar waar is het Koningin Wilhelminaplein gebleven? Enkele jaren na deze naamwisseling breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Op 3 januari 1942 doet het Generalkommissariat für Verwaltung und Justiz de melding de deur uit dat alle namen van de levende leden van het koningshuis uit het straatbeeld moesten verdwijnen 10. En zo verdween dus weer het Koningin Wilhelminaplein. Aannemelijk is dat het weer Houtmarkt is gaan heten, want zo heet het nog steeds.
Na de bevrijding werd op 18 mei 1945 besloten om deze naamwijzigingen ongedaan te maken 10. Dat is in dit geval kennelijk niet gebeurd.
En zo weten we dan nu dat het Reynaertmonument dus in 1938 op het huidig zo genoemde Houtmarkt is onthuld.

Maar wat heeft Hulst met Reynaert de Vos? En waar gaat dat verhaal eigenlijk over?
Om met laatste te beginnen. Het verhaal gaat in het kort over het volgende:
Reynaert de vos ontbreekt op de hofdag waar alle andere dieren wel aanwezig zijn. Reynaert zou te veel misdaden hebben gepleegd. Hij wordt gedagvaard en drie dieren worden erop uitgezonden om hem te halen, die hij een voor een weet te misleiden. Met de laatste gaat hij echter mee. Na de veroordeling tot de galg, spreekt hij nog eenmaal tegen het koninklijk paar, die hij weet te overtuigen dat hij een staatsgreep tegen hun heeft weten te verijdelen. Wanneer hij op 'pelgrimstocht naar Rome' gaat, vinden vele dieren de dood die kwaad over hem spraken en verworden tot schoenen, tas en eten. Dan wordt het bedrog duidelijk en er wordt een sconinx vrede over Reynaert uitgesproken: vogelvrij 11.
Over de auteur van het verhaal bestaat geen zekerheid, maar men vermoed - gezien de inhoud - dat het om een raadsman of griffier moet gaan uit Gent of omstreken. Zijn naam zou Willem zijn, zoals uit de laatste regels zou blijken. Hier vormen de eerste letters van deze regels een acrostichon, dat ‘bi Willeme’ vormt. Het verhaal wordt gedateerd rond 1260 12.
Omdat het verhaal zich ten noorden van Gent, in het Waasland en in Hulsterambacht afspeelt, zo worden bijvoorbeeld Hulsterlo (Nieuw-Namen), Absdale en Elmare, de uithof van de Sint-Pietersabdij ten zuiden van IJzendijke genoemd, is Hulst zich sinds de twintigste eeuw Reynaertstad gaan noemen 12.

Uiteraard willen we ook de vestingstad op geëigende manier betreden en dus lopen we door de iets gekromde poort de stad in. Via de Gentsepoort en winkelstraat Gentsestraat lopen we richting het Grote Markt en Sint Willibrordus Basiliek, het midden van de stad. Halverwege de straat worden we verleidt om een bezoekje te brengen aan Boekhandel Remortel. Binnen kunnen we het niet weerstaan om De Staats-Spaanse linies : Monumenten van conflict en cultuur van Jan J.B. Kuipers aan te schaffen, want linksom of rechtsom zullen we ons toch een beetje moeten verdiepen in deze bizarre sneden in het landschap van Zeeuws-Vlaanderen.
Bij de Grote Markt aangekomen zien we weer een Reynaert-beeld. Hierop staat vermeldt Als de vos de passie preekt van (Chrétien 13) Chris Ferket (Stekene, 6-9-1929 - 18-6-2009). Hij was dichter en beeldhouwer en daarbij voornamelijk de Reynaertkunstenaar, maar ook Reynaertvorser, die zelf een vos was, vanwege zijn kracht om burgemeesters en wethouders warm te maken voor zijn beeld in hun gemeente. Zo ook de creatie waar we nu voor staan, waarvan een latere variant midden in de Oudemanskreek in Sint-Jan-in-Eremo staat 14. Ferket beeldt hier de variant op het spreekwoord ... boer pas op je ganzen uit. Hij benadrukt hier nog meer - door juist met dit beeld naast de basiliek te staan - de hypocrisie van het passiepreken. De oplopende brugdelen - dat verwijst naar de brug van Waterland-Oudeman - is een altaar. De heilige vos - hij draagt immers een gouden aureool - staat onbeschaamd in al zijn naaktheid, waarbij zijn edele delen goed zichtbaar zijn, de ganzen op te wachten. Ze lopen zo hun ongeluk tegemoet 15.
Linksachter dit beeld zien we nog een stukje van een ander beeld, die we daarna op de foto zetten. Dit beeld draagt de titel Het Beduimelde Boek en is van de Luc Inghels. Dit is dezelfde als Luc Ingels, die we hierboven al tegen kwamen. Luc is geboren in Biervliet op 30-3-1956.
Ook klikken we de Basiliek, het stadhuis en het café op de foto en bij de laatste gaan we straks maar eerst even lunchen voor dat we verder gaan. We merken op dat hier ook het eten vanuit een ander etablissement komt. Dit hadden we gisteren in Breskens ook al waargenomen.
Maar eerst nog even naar de Sint Willibrordus Basiliek. Het ANWB-informatiebord vermeldt ons de hoogtepunten van dit gebouw, dat begint rond 1200. Het is aan de voet van een vroegere burchtheuvel gebouwd. Van Hulst is echter bekend dat het al rond 1100 een hoofdplaats was van de gelijknamige schoutambacht, waar ook de oudste parochiekerk stond 17. Dat deze plaats al een oudere historie heeft dan de schriftelijke documenten weergeven ligt voor de hand, aangezien het aan een kreek lag, die we van bovenaf nog enigszins in het landschap kunnen terugvinden. Over deze zeegeul met naam Saxvliet vinden we in Hulst, maar buiten de vesting, nog een verwijzing de Saxhavenstraat. Deze kreek liep zo ongeveer langs de Oude Vaart richting Stoppeldijk. Ten zuiden van Vogelfort en Oude Stoof liep het naar Kampen waar het in verbinding stond met de Westerschelde 18. In die periode zag de wereld er anders uit, want de huidige Westerschelde bestond toen nog niet. We hebben het dan ook over de Honte, een in oostelijke richting afstromende gedeelte naar de Schelde 19. Nu we weten dat Hulst voor de scheepvaart van die tijd aan goed bruikbaar lag, zal het ons ook niet verbazen, dat het begin van Hulst inderdaad rondom een kunstmatig opgeworpen aarden heuvel is gebouwd, zo halverwege de Steenstraat 20. Deze plek is ook een logische, zullen we later vandaag zien, wanneer we de deels uitgegraven en opnieuw ingerichte havens gaan bekijken. Nu stopt het water bij de Vismarkt, maar toenertijd liep het door zo richting Frans van Waesberghestraat en Vestdijkstraat.
In de 9e eeuw komt Hulst al voor als Hulstum. Op een kaart Francorum primae sedes van Olivarius Vredius zou het geschreven staan. Het ontgaat ons. Evenals de schenking van keizer Otto III van het "Castrum Hulst" aan de bisschop van Utrecht in 892, zoals het in de kronieken zou staan.
Tijd om dingen te gaan bekijken die we wel kunnen zien. De Sint Willibrordusbasiliek wordt op 31 mei 2009 door de jury (maar vooral door de stemmers) van NCRV.Plaza verkozen als de mooiste kerk van Nederland 21. De basiliek heeft elementen van Brabant- en Scheldegotiek. We blijken echter na een rondje gemaakt te hebben, alweer vlot klaar.

Na het lunchen lopen we terug naar de auto om weer vrije handen te krijgen en ons beter te kleden op de intussen verbeterde weersomstandigheden. We besluiten een stukje van het bolwerk te gaan bewandelen. Eerst komen we langs het Oranje Bolwerk, dat nu fungeert als parkeerplaats. We lopen door tot de Houtenkwartier waar we de trap naar beneden nemen naar de Vestdijkstraat. Het mooie aan deze verhoogde wandeling is toch wel het uitzicht. Bovenaan bij de Houtenkwartier hebben nog zicht op de twee torens van twee gebouwen die tegenover elkaar staan in de Steenstraat. En daar lopen dan nu ook naar toe. En de voorste en kleinste toren huist onder andere de VVV. Die is echter gesloten.
Het pand aan de overkant is gelukkig wel open. Hierin huist namelijk het Museum 'De Vier Ambachten' Hulst. Aan de onderwerpenbasis van dit streekmuseum liggen de Cisterciënzers, Reynaert en de Vesting. Wij komen binnen op het moment dat er net een nieuwe wisseltentoonstelling is, dat te zien is van 1/8 - 8/11 en dat draagt de titel De Hattinga‘s laten in hun kaarten kijken!. Laat er dit jaar nu ook een intekening zijn voor een nieuwe uitgave van de Hattinga-kaarten met betrekking tot Zeeland, de Hattinga Atlas Zeeland.
We gaan dus enthousiast geworden naar binnen. Meteen bij binnenkomst worden we opgewacht door twee van de vele vrijwilligers die dit museum heeft, waarmee ook meteen een geintje gemaakt wordt. Dat is ook een van de leuke elementen aan streekmusea in het algemeen, de menselijke maat en de contacten.
Na een korte uitleg over wat we waar kunnen vinden, beginnen we in de kamer met Hattinga-materiaal. Het eerste document dat opzien baart is de reispas of -brief die Willem Tiberius en zijn zoon David Willem Hattinga hadden gekregen om overal vrij te mogen reizen en daarbij indien nodig op hulp van de desbetreffende officieren mochten rekenen. Ondertekend op 30 juli 1747 in opdracht van Willem Karel Hendrik Friso (Leeuwarden, 1 september 1711 – Den Haag in Paleis Huis ten Bosch, 22 oktober 1751). Deze Willem IV was hier sinds het voorjaar ook aangenomen als (Erf)stadhouder van Zeeland. Deze stadhouderschap begon met zijn geboorte in 1711 alleen geldend voor Friesland, waarna de rest van de staten volgden, zodat hij de eerste Erfstadhouder der Verenigde Nederlanden werd voor de korte periode 1747–1751 21. Dus tot het moment dat hij om 2 's nachts op die 22 oktober zijn laatste adem uitblies, zo lezen we in dezelfde vitrinekast. En zo liggen hier diverse andere brieven en documenten, waaronder de opdracht in 1752 - van Willem V - voor het maken van 'Den Zeeuwschen Atlas'. Deze kwam in 1755 gereed, waarbij het meeste werk door beide zonen was verricht en zo ook de presentatie door hun beiden werd gedaan 22. Vader werd dat jaar burgemeester van Hulst voor 2 jaar en nog eens van 1760-1761 23.
Vader Willem Tiberius Hattinga werd op 17 januari 1700 geboren in Leek, Stad en Lande (het huidige provincie Groningen) en overleed in Hulst op 12 november 1764. En zoals we in de Sint Willibrordusbasiliek zagen is hij hier ook begraven. De Oudheidkundige Kring 'De Vier Ambachten' heeft een mooi overzicht gemaakt over de Hattinga's.
Dissertatio medica, inauguralis, de peste ... / Wilhelmus Tiberius Hattinga, Friso. - Lugduni Batavorum : Johan Arnold. Langerak, 1724
Willem Tiberius Hattinga huwde in Lillo in 1728 de domineesdochter Anna Maria Coutry. Ze krijgen twee zoons: David Willem Carel ook wel Coutry (Lillo, 7-4-1730 - Hulst, 4-1-1790) en Anthony (Lillo, 17-6-1731 - Den Bosch, 7-8-1782). Dit drietal zijn dus de makers van deze kaarten.
In de andere kamer vinden we ook nog materiaal en kaarten. De doctorsbul van Willem die hij op 18 januari 1724 kreeg na het schrijven van zijn proefschrift De Peste is daarbij natuurlijk ook mooi om te zien. Wanneer we zien dat het getekend is door de Rector Magnificus Willem Jacob 's Gravesande en zijn promotor Herman Boerhave - beiden wereldwijde bekende wetenschappers op dat moment - dan weten we dat hij in goede handen was.
Verder vinden we deze kamer allerhande meetinstrumenten om de kaarten te maken.
Maar achter de eerste kamer waar we waren, is ook nog een ruimte waar aandacht is voor kledij en sieraden. Veel is herkenbaar en zoals gebruikelijk weer net even anders. Hier zien we de diverse soorten stoffen en men is drukdoende op allerlei zaken uit te zoeken. Bij de sieraden komen we ook herkenbare zaken tegen. Weliswaar hebben de klederdrachten van Walcheren, Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen onderling niets gemeen. De opbouw is wel hetzelfde.

Cadzandse pronk - 'De Vier Ambachten' - Hulst
Ook veranderingen kunnen soms vreemde uitingen leiden. Kijken we naar de Cadzandse pronk, dan ziet dat er prachtig uit. Echter door de komst van de Cadzandse muts, hangen slechts de bengeltjes of pampels, de lovertjes nog zichtbaar buiten de muts over het randje. Daarnaast zien we oorbellen van Hulst, waarvan de dracht helemaal is verdwenen. Ook fraai zijn de oorbellen die gedragen worden in de rouw 24.

Wanneer we weer teruglopen naar de tweede zaal met de bul van Hattinga, valt ons oog op de vuurplaats met aan weerszijden een tegeltableau. Deze waren voorheen te vinden in een boerderij van de familie D'Haens aan de Standertmolenstraat in de Willem Hendrikspolder in Zandberg 25. Later vandaag zullen we hier nog doorheen rijden.
De beide tableaus bestaan uit 24 tegel van 12 hoog bij 2 breed. Op de onderste 4 tegels zien we een mooi fantasieomgeving. Hierbij is vanuit een wachthuis of redoute een vuurpan in de mast gehangen, waaruit rook komt, zodat in de wijde omgeving en op andere wacht- of kerktorens dit gezien kon worden en er eventueel gehandeld kon worden als er specifiek gevaar was.
Er waren dan ook diverse signalen met het rook te maken, door bijvoorbeeld 6 maal aan het touw van de mast te trekken, dat een bepaalde golfslag in de rooklijn zal veroorzaken. Tevens kon er gebruik gemaakt worden geluidsignalen met behulp van hoorns en overdag konden er ook nog zeilen gehesen worden 26. En dit lag dan langs de hele Staats-Spaanse linie verspreid.
Vanuit deze zaal kunnen we naar de achterplaats, waar we onder andere een travalje tegenkomen, naast diverse vondsten. In de schuur komen de inmiddels bij ons bekende vlas en bijbehoren attributen tegen en tevens een klompenmakerij.
Wanneer we weer in het hoofdgebouw zijn gaan we met de torentrap eerst naar de kelderverdieping, waarin - heel toepasselijk - de archeologische vondsten worden tentoongesteld. De verdieping zelf is bouwkundig gezien ook al leuk om te zien.

houten voorraadpot - 'De Vier Ambachten' - Hulst
Van de vele opgegraven objecten laten we hier een paar voor ons opvallende zien. Van de vele potten en aardewerken voorwerpen is de braadviool wel een fraai voorwerp. Het woord en de vorm hebben we nog niet eerder gezien. Dit voorwerp is echter niet opgraven, maar betreft een gift. Het gaat om een hazepan of zoals we het tegenwoordig schrijven hazenpan. Dit is een braadslee of braadpan waar men een haas in zijn geheel kan braden. Een ander bijzonder voorwerp dat we hier tegenkomen is een houten voorraadpot. Deze is gevonden tussen de binnenvest en buitenvest en stamt ongeveer de 10e-11e eeuw. Het heeft later dienst gedaan als emmertje.
Ondanks dat het bijzonder is om nog lederen producten in redelijke staat uit de grond te halen en zeker als het om een zeer slijtbaar product als schoenen gaat, komen we ook hier weer een paar lederen schoenen tegen.
Ditmaal zijn het kinderschoenen, die afkomstig zijn uit Oud-Hontenisse - een verdronken dorp in 1509-1511. Ook een ander vervoersmiddel komt voorbij. In een apart kastje kunnen we diverse glissen zien, waarbij uitleg wordt gegeven hoe ze ondergebonden moeten worden en hoe ze te gebruiken zijn.
We verlaten deze ruimte door dezelfde torentrap op te gaan en nu meteen twee lagen ophoog klimmen. Onderweg ontdekken we het geheim van het torentrappenbouwen. We zien door twee punten tussen de treden het stralende zonlicht schijnen. Hieruit blijkt dat de lagen treden dus eigenlijk niet op elkaar rusten. De muur en het midden zijn de punten waar het om gaat. Mogelijk is slechts de dikke muur het bevestigingspunt, zoals we andersom - in het midden - heden ten dage ook bij metalen wenteltrappen zien.
Door de voeg lijkt het altijd alsof het een geheel is, maar dat is dus niet zo.
We komen vervolgens uit in de themakamer van Reynaert, waar we veel, heel veel afbeeldingen tegenkomen van Reynaert. Vervolgens komen in een zaal met informatie over Hulst, het thema de Vesting. Hier vinden we de portretten van alle Hattinga gezinsleden. Ook vinden we hier allerhande materialen om goed kantoor te kunnen houden, zoals bijvoorbeeld een verzegeltang.
Een kleurrijke maquette van de vestingstad ontbreekt ook niet.
Sinds 1795 begeven we ons in de Bataafsche Republiek, vandaar dat we een ingelijste Publicatie van Gelijkheid, Vrijheid, Broederschap aan de wand tegenkomen.
Wanneer we nog verder naar boven zien we nog iets merkwaardigs in de traptoren, maar daarover straks meer. We belanden nu op de zolder van het gebouw en zoals wel vaker met een zolder, treffen we hier ook een overvloed aan spullen.

Een eenstaartploeg (links) uit de 16e eeuw, waarbij b) de ploegschaar een plak grond los snijdt en a) de riester het omgooit.
Rechts zien we enkele dotjes met meekrap geverfd wol.
'De Vier Ambachten'- Hulst
Deze spullen staan echter redelijk goed gesorteerd en her en der is er uitleg, zodat het toch een educatief onderhoud wordt. We vinden hier voornamelijk materiaal, gereedschap uit eind 19e tot jaren 60-70 twintigste eeuw, want we herkennen ook het een en ander. Ook vinden we hier schoolspullen, zodat de juf-modus ook even tijdens de vakantie aan mag.
Wanneer je zo tussen alle hulpmiddelen loopt, vraag je je af hoe je in vredesnaam zonder kunt. Eigenlijk zijn het allemaal stuk voor stuk tijdbespaarders, wanneer je tóch deze klussen moest doen. Wat bijvoorbeeld te denken van een houten plank met daaronder evenredig van elkaar vier houten taps toelopende blokken. Het geheel zat vervolgens vast aan een steel. Best een groot ding. Ik zie mezelf zo weer lijntjes trekken om er - afhankelijk van het doel - vervolgens haaks nogmaals overheen te gaan, of eventueel herhalen om een iets diepere geul te maken. Je hebt meteen de juiste afstand tussen de aardappelen, boontjes etc. en je weet waar je de stokken kunt plaatsen. Kortom tijdbespaarder. En daarna kon het weer een jaar lang aan het plafond hangen.
We vinden hier ook weer informatie over de meekrap - er ligt hier een dun boekje over. We lezen op een van de kaartjes dat er in het Land van Hulst ook een tiental meestoven stonden.
(met de klok mee) Sint Willibrordusbasiliek en toren van VVV-pand


De plek van de haven en Molen op Molenbolwerk
Van een aantal zijn nog de namen bekend: Orangestoof (Walsoorden), Eendragt en Goede Hoop (Kuitaert), tot Welzijn van ons Land (Lettenburg, Kuitaert), Stoomzigt (bij "Rust Wat"), Dullaert (bij "Molenhoek" in de Stoofpolder) en Domein meestoof. Van de laatste is onbekend waar dit stond, maar dit zal een staatseigendom geweest zijn. Daarnaast zijn er nog een aantal waarvan de naam onbekend is, maar waarvan men wel weet dat er een gestaan heeft: Aan de Drogen Dijk en twee aan de Hengstdijk (Oude Stoof en Kampen).
Kortom, op deze zolder kun je wel een paar uur rondkijken, mocht je geïnteresseerd zijn in gereedschappen voor kleurstoffen, tuin, hout, schilderwerk etc. etc. Wij gaan weer een stukje verder en gaan helemaal omhoog, de toren in, waar ons een mooi uitzicht wacht over historisch Hulst.
Op de terugweg naar beneden valt het meteen weer op. We komen houten treden tegen. Het blijkt dat een heel tussenstuk aan natuursteen ontbreekt. Dit is opgevuld door hout.
De opgedane kennis van het geheim van de trap komt nu meteen van pas, om te begrijpen hoe dit precies werkt.
De volgende vraag Waarom bestaat een gedeelte torentrap uit hout? stellen we wanneer we weer beneden bij de uitgaan staan. Maar deze vrijwilligers moeten ons het antwoord schuldig blijven.

We nemen afscheid van het Refugium ter Duinen en lopen verder de Steenstraat in. We lopen langs een waterpomp en zien in het volgend pand Refugium van Cambron dat ook van de Cisterciënzer monniken is geweest, metseltekens zitten. De tekens van de in de 19e eeuw door de familie Pierssens bewoond pand wordt omschreven als mogelijke 'Odalrunen'. Hier vinden een ruit-teken, bestaande uit vier kleine ruittekens, de Inguz of Ingwaz, dat licht betekend 27. Daarnaast vinden we tweemaal de Othala-teken (een x met een ^ erop), dat eigendom met status quo van de familie of rol in de gemeenschap betekend 28.
Even verderop komen we weer op de Grote Markt uit, waar we even wat gaan eten en drinken op het terras van Café-Restaurant Het Bonte Hert.
Na een aangenaam verpozen gaan we weer verder. We lopen langs de Rijckenborch, dat oorspronkelijk is gebouwd als gouverneurshuis van de Kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Kortrijk. Gevolgd door het stadhuis met hallentoren. Via de Cornelis de Vosplein komen we op de Houtmarkt waar het Reynaertmonument dus in 1938 voor het eerst werd onthuld. Daarachter vinden de Protestantse kerk.
We lopen over de Kleine Bagijnestraat naar de Zoutstraat waarna we weer de dijk oplopen om een stukje van de vestingbouw mee te krijgen. Ook vanaf hier hebben we overzicht over de stad. We zien een golvend dakenpatroon aan ons voorbij trekken wanneer we langs de Galgebolwerk naar de Molenbolwerk lopen. Hierop zagen we al de molen staan, toen we bovenin de toren van het museum stonden.
Vervolgens staan we bij de "Dubbele poort" en zien we een gedeelte van de oude haven en aan de andere kant de ruïne van een versterking. Met een rondje om de ruïne krijg je een mooie indruk van de grote van deze sterkte. Ook openbaren zich de dikte van de muren en krijgen we enigszins een beeld van de complexiteit van dit gebouw.
Naast de ruïne komen we het beeld Ravelijn tegen van Kathleen Verhegge en Ronald de Maet. Het verbeeldt de overgave in het kader van de strijd tussen de Spanjaarden en de Staatsen. Hier vinden we ook een bord met daarop de volgende "raadselachtige" tekst:
die lezer van dit mach sien ende dencken in wat desolaetheyt alle religiosen ende andere goede menschen tot deseer tyd geweest zijn...
br. Wouter

We lopen verder langs de blootgelegde kademuren van de oude haven en zien uitleg aangebracht van de werkgroep Archeologie Hulst. Ook op hun site besteden ze hier aandacht aan in het artikel De Haven van Hulst. Twee ingemetselde aanzichten van de haven anno 1560 en 2012 geven aan hoe het er uitzag.
Ook weten we nu dat de haven bij Vismarkt doorliep. In het artikel De vischbrug weer even in beeld krijgen we even een mogelijkheid om de oude brug te zien, dat hier nog steeds onder de grond ligt bij de Steenstraat/Overdamstraat. Wij lopen het straatje de Visbrug in om via de Kloostergang en Vestdijkstraat uit te komen op de verhaalde burgemeestersstraat Frans van Waesberghestraat.
Halverwege deze straat komen we een steeg tegen, waarvan Hulst er wel meerdere heeft binnen de poorten. We lopen er toch even in op de sfeer te proeven. Hoewel we hier iets anders aantreffen dan de volgebouwde Kuiperspoort in Middelburg , kunnen we ons voorstellen dat het daar er voorheen ook zo heeft uitgezien.
Even later bereiken weer de auto. Een blik op het gebouw van de Bierbrouwerij "De Halve Maan" verteld ons dat deze helaas is gesloten.

We verlaten de vestingstad en proberen een stukje van de hieraan bevestigde liniedijk en forten of schansen met bijbehorende water De Moerschans of een van de vele kreken Zandbergsche of Rotte Kreek te volgen. Maar het zal lastig blijken om deze Linie van Communicatie met de auto te rijden. Met de fiets of wandelend gaat dit het beste. In deze linie staan de Fort Moerschans of Moervaert, dat gebouwd is in 1591, gevolgd door Fort Grote Rape (1586) en Fort Zandberg (1586). Hierop volgt later de modernere Batterij Boerenmagazijn uit 1785 29.
We rijden met een zuidoostelijk boog om het oude centrum van Hulst heen en rijden via de Zoutestraat naar het oosten. Bij de Moerschansstraat, doen we een poging om de Moerschans te bereiken, maar dat lijkt schier onmogelijk. En dus vervolgen we de Zoutestraat. Bij de Kijkuitstraat zien de we de bomenrij die op de Liniedijk staan. Rechts daarvan heeft de Fort Grote Rape gestaan.

noten:
1. RKD Gerard Brouwer;
2. Wikipedia Lijst van beelden in Hulst;
3. RKD Antoine Damen;
4. PZC 26 maart 2011 Reynaert krijgt een grote beurt;
5. Zeeuwse Ankers Reynaert de vos [1115e kijker];
6. De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 13-09-1938 De sluwe vos nu nog geprezen Reinaerdt-monument te Hulst onthuld;
7. Middelburgsche Courant, 30 november 1925 Uit Zeeuwsch-Vlaanderen OD;
8. GENi Franciscus Josephus Ludovicus Maria van Waesberghe;
9. De plaats van het geloof in het leven van Hendrik Albert van Dalsum (1868-1944): De worsteling van een liberaal katholiek met geloof en moderniteit Tilburg / J.H.J. de Kort. - Tilburg : Zuidelijk Historisch Contact, 2009. - ISBN 978-90-70641-87-0. - p. 375-377
10. NPS De Oorlog Straatnamen aanpassen
11. Reynaert genootschap Het Reynaertverhaal, korte inhoud;
12. Letterkundig Museum Willem die Madoc maakte;
13. d'Euzie : Tijdschrift van de Heemkundige kring Stekene / Heemkring Stekene Index op de publikaties van de Heemkundige kring d'Euzie / Jos Blanckaert, Luc Tirez, Guy De Brant;
14. Tiecelijn. Jaargang 22. Jaarboek 2 In memoriam Chris Ferket (1929-2009) / Marcel Ryssen. - p. 460-462;
15. Tiecelijn. Jaargang 13 Chris Ferket: een vos op zijn Balegems / Marcel Ryssen. - p. 146-155;
16. RKD Luc Ingels;
17. Geschiedenis van Zeeland I, p. 102 18. Wikipedia Saxvliet;
19. Honte;
20. Gemeente Hulst - Archeologiebeleid gemeente Hulst Deel B: Toelichting beleidskaart;
21. folder Sint Willibrordus basiliek Hulst : "Mooiste Kerk van Nederland";
22. Wikipedia Willem IV van Oranje-Nassau;
23. Hattinga Atlas Zeeland Over de Atlassen;
24. Klederdrachten : De schoonheid van ons land / Cas Oorthuys (foto's) en José Rozenbroek (tekst), p. 57, 152;
25. Dorpsraad Graauw Ontstaan van de polders rondom Zandberg;
26. Nederlandsch placaat- en rechtskundig woordenboek, deel 4, 1795 Landwacht, p 37;
27. Wikipedia Inguz (rune),
28. Othala;
29. Staats & Spaans in de clinch : Forten en linies in de grensregio / Werkgroep Recreative Kaarten. - 2012 Linie van Communicatie;

internetraadpleging: 4 - 18-12-2015


      Graauw
Even verderop rijden we Zandberg in en staan we opeens op de Standertmolenstraat. Hier aan de overkant van de Theenaertstraat in de Willem Hendrikspolder zou in boerderij van de familie D'Haens dus het tegeltableau met daarop de brandende vuurpannen aan de schouw bevestigd zijn geweest. Wij rijden deze Theenaertstraat in naar Krabbenhoek waar we de bulten zand van het voormalig fort Zandberg terug zullen vinden. De natuur heeft deels het gebied, waarschijnlijk met hulp van de bewoners het land weer in bezit genomen.
Wij krijgen intussen wel weer zin in een koffie of ander drankje en eventueel een restaurant waar we alvast even kunnen toeven om later wat te kunnen eten.
En dus rijden we door naar Graauw. We moeten nu ook in de buurt zijn van Het verdronken land van Saeftinghe. Maar gezien het tijdstip van 17:00 uur is dit niet meer het moment om daaraan een bezoekje te brengen. In Graauw zien we ook niets wat open is. En dus rijden we door over de Meloweg naar Duivenhoek. Hier bestuderen we maar eens onze gedetailleerde kaarten en zien hoe groot en uitgestrekt dit gebied is. Op Kloosterzande na, lijken de kleine woonkernen ons niet te kunnen voorzien van een restaurant, althans dat is onze inschatting. Aangezien we net uit Hulst komen, waar we zeker wel kunnen eten, valt deze ook af. We besluiten daarom om naar Axel te gaan om daar een hapje te gaan eten. Kunnen we meteen ook even kijken of we de aangeraden museum "Het Warenhuis" kunnen vinden.
Zodoende keren we de wagen op de Meloweg en rijden dezelfde weg weer terug naar Hulst. Bij Hulst vervolgen we de "ringweg" rechtsom en blijken daardoor op de N290 te kijken. We hadden echter ook hier op een parallelweg kunnen gaan rijden, zodat we de mogelijkheid zouden hebben om een landelijke weg naar Axel te kunnen gaan rijden. Deze optie is op de N290 vanzelfsprekend uitgesloten. We vervolgen daarom de weg over de N258 tot we in Axel aankomen.


      Axel
Zoals gebruikelijk rijden we naar de toren om het centrum te vinden. We vinden de directe route van de N258 via de Kinderdijk en Kanaalkade, waarna we over de Nassaustraat en Evertsenstraat op de Walstraat uitkomen. Hier zien we de toren weer en veel parkeerplaatsen, zodat we concluderen, dat we hier in het centrum zijn aangekomen. We parkeren de wagen en lopen richting de toren. Het museum "Het Warenhuis" wordt geen probleem om te vinden, want daar staan we recht voor. Nu nog een restaurant.
Bij het passeren van de toren komen we erachter dat deze bij het gemeentehuis hoort. Opmerkelijk genoeg heeft er een gat in toren gezeten, alsof er een kogel doorheen is gegaan. Nu vinden we het opgevuld met een lichtere tint geel met daarop leesbaar "19 september 1944", waarbij het dus gaat om een gedenkmonument, waarbij de 4 mei herdenkingen plaatsvinden
1. We verkennen de Markt, stukje Gentsevaartstraat, Kerkstraat, Noordstraat, Passage en Kerkdreef. We komen wel eetgelegenheden tegen, maar ze zijn gesloten. We vragen aan een man op een fiets of hij misschien een open restaurant weet. Toevallig genoeg is deze inwoner zelf ook op zoek. Kennelijk bezoeken we Axel op rustdag voor restaurants. Hij heeft zelf ook nog niets kunnen vinden, maar weet ons wel een adres te geven dat wel open is, maar daarvoor moeten we wel weer in de auto. En dus lopen we langs het winkelcentrum en parkeerplaatsen naar de auto. Met het doel om weer naar het begin van onze Axel-entree te rijden, de rotonde Kanaalkade / Kinderdijk. Hier vinden we Restaurant "Het wapen van Axel" oftewel Mia’s Wapen van Axel. Het blijkt een goede keuze.
Het eten is er prima, evenals de sfeer en het personeel. Hoewel het met nagerechten altijd uitkijken is, maken we in de vakantie hierop een uitzondering, gezien de meters die we dagelijks maken. En crème brûlée is daarbij veruit favoriet. En de crème brûlée die bij Mia’s Wapen van Axel geserveerd wordt komt daarbij absoluut op de eerste plaats. Waarschijnlijk komt de smaak beter tot z'n recht, waar de geur ook het geheel versterkt en dat is bereikt door het niet koud uit de koeling te serveren, maar ook de crème brûlée even van de kou af te halen tot een licht lauwe temperatuur, maar niet te warm, want het contrast in temperatuur tussen beiden moet natuurlijk wel blijven. En dat bereik je niet alleen door het suiker te karamelliseren, tenzij de vanilleroom uit een dunne laag bestaat, dat voldoende warmte ontvangt tijdens het karamelliseren. En dat was hier perfect.
De Grote Kreek
Na onze gebruikelijke cappuccino's lopen we weer buiten. Voor de deur vinden we een beeld van een Zeeuws paard dat in 1963 door de 25-jarige Josje Esselman (Bandung, Java, 1938 2) is gemaakt. Omdat we hierachter water zien, lopen we even een stukje de Kinderdijk op en vinden aan de andere kant De Grote Kreek. Deze staat via de Axelsche Kreek, de Spuikreek, de Bronkreek en de brede Otheense Kreek in verbinding met de Westerschelde. Uiteraard is dit tegenwoordig beveiligd met een uitwateringskanaal en een sluizencomplex, zodat we het geheel onder controle hebben. Op oudere kaarten uit de 17e eeuw kunnen Axel terugvinden op het eiland Het land van Axel, dat afgescheiden werd door Den Brakman, het kanaal van Axel en het Helle Gat. Dit zal ook van grote invloed blijken en blijven op de bevolking.
Wij bewonderen ons vooralsnog slechts dit wonderlijke krekengebied. Ook wanneer we een eindje verder zijn gereden en weer even stoppen voor een beeldje kunnen dit krekengebied goed volgen. Het beeldje van mej. Gerritsen, zoals op het beeld staat, maar voluit Jophine, Josephine of Fien Gerritsen heet (Nijmegen, 06-03-1937 3) draagt de naam Moeder en kind en komt uit 1964. Opmerkelijk is dat dit beeld is gemaakt in opdracht van de familie Pot, dus een particuliere opdracht, bij de realisatie van de nieuwbouwwijk ter verfraaiing van Axel.
We besluiten de dag door nog een klein stukje langs de Axelsche Kreek te rijden, waarna we via de nieuwe N62 en N61 naar Breskens en ons huisje rijden.

noten:
1. Nationaal Comité 4 en 5 mei Axel, Bevrijdingssteen;
2. RKD Josje Esselman;
3. RKD Jophine Gerritsen;

internetraadpleging: 18 - 19-12-2015



Staatsen en Spaansen | Gerard Brouwer
Hulst


Buitenvest
Hulst


Reynaertmonument / Antoine Damen
Hulst


Tamboer en Vaandeldrager | Gerard Brouwer
Hulst


Gentsepoort
Hulst


Als de vos de passie preekt / Chris Ferket
Hulst


Sint Willibrordus Basiliek
Hulst


Stadhuis
Hulst


Café Boozz
Hulst


Het Beduimelde Boek / Luc Inghels
Hulst


Sint Willibrordusbasiliek
Hulst


Grafsteen Hattinga
Sint Willibrordusbasiliek
Hulst


Nassaubolwerk
Hulst


Vestdijkstraat
Hulst


reisbrief
'De Vier Ambachten'
Hulst


bul Hattinga
'De Vier Ambachten'
Hulst


oorbellen uit Hulst
'De Vier Ambachten'
Hulst


rouwbel
'De Vier Ambachten'
Hulst


braadviool
'De Vier Ambachten'
Hulst


leren kinderschoen
'De Vier Ambachten'
Hulst


glissen
'De Vier Ambachten'
Hulst


torentrap
'De Vier Ambachten'
Hulst


Reynaert als pelgrim
'De Vier Ambachten'
Hulst


verzegeltang
'De Vier Ambachten'
Hulst


Gelijkheid, Vrijheid, Broederschap
'De Vier Ambachten'
Hulst


de torentrap
'De Vier Ambachten'
Hulst


Museumgebouw Refugium ter Duinen
'De Vier Ambachten'
Hulst


zandwal - Hulst


'de haven' - Hulst


Ravelijn - Hulst


'haven' - Hulst


Keldermanspoort
Hulst


'haven' - Hulst


Liniedijk bij Fort Grote Rape - Hulst


Fort Zandberg - Graauw


Bevrijdingssteen - gemeentehuis
Axel


Mia’s Wapen van Axel
Axel


no. 1 crème brûlée
Mia’s Wapen van Axel
Axel


Zeeuws paard | 1963 | Josje Esselman
Axel


Moeder en kind | 1964 | mej. Gerritsen
Axel






Dag 11: Groede, Nieuwvliet, Sint Anna ter Muiden en Sluis

kaart 11

Vandaag gaan we maar eens een dagje shoppen. Sluis is daarvoor een uitgelezen plaats. Hiervoor kunnen we eerst nog even een kijkje nemen in Mude, het huidige Sint Anna ter Muiden. Hier komt namelijk Johan Crabbe (Mude, ±1280 - Berwick, 1333) vandaan. Over deze avonturier, koopman én piraat is al veel geschreven en gefantaseerd . Genoeg reden om te kijken hoe deze plek eruitziet.
De weg naar Sluis blijkt ook nog een aantal leuke historische verrassingen voor ons in petto te hebben.
Onze reisboekjes vertellen ons dat het 'Rodekruisdorp' Groede zeker de moeite waard is om te bezoeken, omdat het de Tweede Wereldoorlog vrijwel ongeschonden heeft doorstaan en we hier dus nog de zeventiende-eeuwse sfeer kunnen proeven.


      Groede
Onze eerste stop dit ritje is dus in Groede, wanneer we tegen tienen ons huisje verlaten. We parkeren de auto op een parkeerterreintje van de Monnikenstraat, naast de voormalige RK Sint Bavokerk. Deze kerk is in 1863 gebouwd door architect P. Soffers. Het is in 2004 voor het laatst gebruikt als kerk
1. Tegenwoordig herbergt het tweedehands spullen, zoals we later zullen zien, wanneer we weer teruglopen naar de auto.
We lopen via de Schuitvlotstraat naar de Markt, waar we de Grote Kerk (31516) aantreffen. Zoals meestal herbergt dit soort gebouwen de geschiedenis van de plaats waarin het staat. En dat geldt zeker voor Groede, dat zoals vermeldt, de verwoestende effecten van water en oorlogen goed heeft doorstaan, zodat het verhaal zich ook goed laat vertellen.
Uiteraard begint het verhaal van Groede voordat hier een toren en kerk staat. Groede kent twee met de hand opgeworpen verhogingen die onder de noemer Motte/kasteelheuvel/vliedberg vallen en zijn daarmee ook de enige die in deze omgeving bekend zijn. Slot Zaemslach ligt in een westelijk weiland aan de Scherpbierseweg, waar in een scherpe bocht van deze weg aan de oostelijke zijde een klooster heeft gestaan en nu ook een weiland is 2. Dit terrein is ook omgracht en behoort bij de lagere vliedbergen, maar is duidelijk vanaf de weg zien 3. Het ziet er tegenwoordig uit als een glooiing 4.
Beiden hoorden rond 1435 bij het Hof van Zaemslach dat op dat moment van Floris was 5.
Wanneer we later Groede verlaten, krijgen we nog even zicht op de andere vliedberg, de Meyenberg 6 aan de Nieuwvlietseweg, waarop een boerderij staat. Hoewel deze niet meer zichtbaar is als vliedberg, is het er toch zeker een.
Ook op de Markt zijn vondsten van vroegere bewoning gedaan. Graafwerkzaamheden in oktober 2001 op het kruispunt Markt en Molenstraat hebben de restanten van een terp vastgesteld. Hier zijn ook een aantal voorwerpen naar boven gekomen, zoals een priem/els, een muntgewicht, een naainaald, een speld en een sieraad van metaal 7.
In de dertiende eeuw werd in dit gebied begonnen met het bouwen van stenen kerken en torens, nadat men in volle vaart buitendijks het land ging inpolderen 8. De toren die we hier op de Markt aantreffen is nog volledig 14e-eeuws, al is de spits wel een replica, want deze brandde er in 1949 volledig af. Aan het kerkgebouw zitten nog elementen uit de 13e eeuw 9.
De inundaties tijdens de tachtigjarige oorlog hebben deze omgeving geen goed gegaan, het werd hierdoor bijna geheel ontvolkt, zodat water en wind vrij spel hebben. Welk effect iets niet onderhouden heeft zullen we later vandaag nog zien voordat we Sluis binnenrijden. Alleen de toren heeft dit geweld doorstaan. De kerk kon ook als verloren worden beschouwd. Met het Twaalfjarig bestand (1609-1621 11) keerden de kansen voor dit gebied. Jacob Cats (1577-1660), dichter, advocaat en landdelver - we kwamen hem al even tegen op Dag 4 in Grijpskerke - ging in deze periode aan de slag met het opnieuw inpolderen van de gebieden. Alle markeringstekens van voormalige eigenaren waren inmiddels verdwenen en dit maakte alles erg ingewikkeld. In deze periode werden ten behoeve van de administratie van belastingen de perceelsgrenzen vastgelegd en getekend in een zogenaamde ommeloper, een pre kadastraal register 12, zodat met het omgekeerd opmeten men weer tot ongeveer dezelfde kavels kon komen. Uiteraard gooiden nieuwe kreken en andere ontstane geulen op sommige plaatsen roet in het eten.
Zelandicarum Insularum Una Cum Limitibus Earum Descriptio 1573 / Christian Sgrooten (bron: Brusselse Atlas)
1571 - Adegem op de kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (bron: Kaart van het Brugse vrije)
Maar men is er uitgekomen. Met een "eeuwig durende concessie" is het recht van bedijking van de kerk van Groede overgedragen aan de polder Groede en Baenst. De polder betaalt hiervoor jaarlijks - en nog steeds - ƒ 700 (€ 317,65) voor de predikant, ƒ 100 (€ 45,38) voor de voorlezer (en voorheen ook nog eens ƒ 100 voor de stokman) 13. Groede - of zoals we op de kaart uit 1573 kunnen lezen, Moerkercken - lag voor de inundaties ook al op een eiland. Pieter Pourbus (Gouda, ±1523 - Brugge, 30 januari 1584 14), fynschilder, had in 1562 van het bestuur van het Brugse Vrije de opdracht gekregen om het rechtsgebied van het Brugse Vrije in beeld te brengen. Op dit ruim 3 x 1½ m grote doek zijn deze eilanden ook fraai zichtbaar. Omdat deze al vlot beschadigd was geraakt, werd schilder Pieter Claeissens gevraagd een kopie te schilderen, zodat we het tegenwoordig nog steeds in volle glorie kunnen aanschouwen 15. Jacob Cats, we komen hem als beeld tegen op de Markt - je kunt zelfs bij hem aanschuiven wanneer je je eigen stoel meeneemt, liet een twaalftal polders bedijken. Dit waren (1) de Oude Groedsche polder, (2) Nieuwe Groedsche- of Oude Yvepolder, (3) de Blokspolder, (4) de Tuinpolder, (5) de Isenpolder, (6) de Oudepolder, (7) de Stoutepolder of Zoutepolder, (8) de Prostpolder (9) de Gerard de Moorspolder, (10) de Kleine Gerard de Moorspolder, (11) de Cletemspolder en (12) de 's Gravenpolder.
Wanneer we ons moeten voorstellen dat ook deze polders steeds met vloed onder water liepen, dan lijkt dat schier onmogelijk. Wanneer we dan ook lezen dat deze inpolderactie maar van korte duur was, omdat het tijdens de voortgang van de oorlog weer geïnundeerd werd, moet dit toch haast wel invloed hebben op iemands gemoedrust.
We schuiven toch maar even aan bij de stilzwijgende Jacob Cats naast de kerk, om ons af te vragen wat hij van zijn achteraf overbodige inpoldering vindt. Zou dit nog invloed hebben gehad op zijn latere carrière als pensionaris van Middelburg en Dordrecht en raadspensionaris van Holland, waarbij hij tevens negen jaar grootzegelbewaarder was. Deze functie legde hij neer op 27 september 1651 16. Mogelijk kunnen we in zijn schriftelijke werken - die hij mede schreef onder zijn pseudoniemen Iacobus Adrianus Brey en Jacobus Felinus 17 - een antwoord vinden.
Klagende Maeghden en Raet voor de selve Alle Maeghden van Hollandt door de Maecht van Dordrecht gunstelijck toegeeygent / J. Cats. - Dordrecht : M. Havius, 1633 (bron: Koninklijke Bibliotheek)

Over zijn drijfveren dicht hij onder andere:
Ik schuwde stadsgewoel en koos het eenzaem veld,
Want daar was toen ter tijd mijn wezen op gesteld.
Ik leefde zonder staat, en voor mijn eigen zelven,
Ik schiep een groote lust om land te doen bedelven,
Om, buiten alle zorg, te rusten in het groen,
Ook als ik ledig was, genegen iets te doen:
Ik las, ik dichtte, ik schreef, ik maakte zinnebeelden
18

In Proef-steen van de Trou-ringh dicht hij in Twee verkracht, en beyde getrout het trieste beeld dat deze tijd veroorzaakt heeft:
Men vint geen ware trou, geen reynen handel meer,
De jeught is buyten tucht, de vrouwen sonder eer.
19

In Spiegel van den ouden ende nieuwen tijt staan een aantal Leersame sin-spreuken, zodat we begrijpen in welke denkfase hij is aanbeland:
Dickwils siet men, dat de sotten
Met de wijse lieden spotten;
Maer wie sich na wijsheyt stelt,
Laet de gecken ongequelt.

Mogelijk zou hij verwijzen naar andere zakelijke titels, die hij geschreven heeft, zoals ten tijde van zijn werkzame periode in Dordrecht: Klagende Maeghden en Raet voor de selve Alle Maeghden van Hollandt door de Maecht van Dordrecht gunstelijck toegeeygent. De beste raad in deze is waarschijnlijk, raadpleeg de Koninklijke Bibliotheek, want deze herbergt er vele.
Het beeld van Jacob Cats is trouwens gemaakt door Jozef van Mierlo (Wateringen, 1946 20) die hier ook werkt en woont. Later deze week zullen we nog meer werk van Jozef van Mierlo tegenkomen in Sluiskil. We nemen afscheid van Cats en gaan de kerk maar eens van binnen bekijken. Onderweg komen we nog een informatiebordje tegen over het ontstaan Groede. Schriftelijk komen we Groda, zoals deze begroeide aanwas of schor die we nu Groede noemen voor het eerst in 1239 tegen. In 1364 spreekt men over een parochie Moorskerke, welke een vernoeming is naar de dijker Gerard de Moor. Van hem zijn we de polders tegen gekomen op de kaart. Later zullen we Moorskerke dus tegenkomen als Moerkercken op de kaart.
De kerk werd in 1613 een Hervormde kerk, waarbij de uit Wallonië afkomstige gevluchte Hugenoten de zuidelijke beuk kregen, dat met een muur werd afgescheiden en zodoende dienst kon doen als Waalse kerk.

Bij binnenkomst van de kerk komen we meteen in aanraking met de verdwenen kerk van Nieuwerkerke, dat iets ten zuiden van Groede heeft gelegen aan de gelijknamige kreek in de met (2) aangegeven Nieuwe Groedsche- of Oude Yvepolder. De kerk heeft net iets onder de 2 - bij de witte molenkruis en wapen - gestaan. Men heeft daar nog een aantal aan de kerk gerelateerde stenen gevonden. Waaronder een grafsteen van ene De Coster Janszoon, die op 22-2-1471 gestorven was. R. van het Westeinde uit Biervliet vond hier een kwart van een doopvont, dat hij op 6 mei 2010 meldde bij SCEZ 21.
In het koor vinden nog een 15e-eeuws grafsteen. Op dit fraaie grafsteen staan Jacob Baudius en Anna van Baenst afgebeeld als edelman en vrouw. Jacob Baudius had in zijn tijd een burcht op de nu vrijwel onzichtbare vliedberg waar nu de hofstede Meyenberg / Meijenberg staat en toen Schonewalle heette. Hij was staatsraad van Filips de Goede (Dijon, 31 juli 1396 – Brugge, 15 juni 1467) die hier graaf was van 1433-1467 22 en Karel de Stoute (Dijon, 10 november 1433 – Nancy, 5 januari 1477) die Filips opvolgde van 1467-1477 23. Hij liet aan de kerk vele landerijen na 24. Anna van Baenst verklaart in ieder geval de naamgeving in de polder Groede en Baenst. Hoewel het niet helemaal duidelijk of zeker is, lijkt het waarschijnlijk dat deze familie voorheen Van Cadsant - dus afkomstig van Cadzand - is. Op dit naastgelegen eiland werden ze vanaf de 13e eeuw de Baenst genoemd. Ze waren specialisten in het indijken van gebieden en werden hierdoor - net als Jacob Cats later - grootgrondbezitter en behoorlijk rijk. Ook werkten ze in opdracht voor kloosters en abdijen. Hun invloed verspreidde zich over de Brugse Vrije en daarmee kregen ze ook in Brugge invloed en aanzien 25. En om deze reden is het dus niet vreemd dat Jacob en Anna met elkaar huwden.
Wanneer we de kerk weer verlaten, komen we nog een informatiebordje over een familie tegen die aan de wieg van de Brugse Vrije hebben gestaan, de familie Nesles. Hun familiewapen werd overgenomen, dat al sinds 1224 bekend is, voor het gebruik als het wapen van "het Vrije van Brugge". Tijdens de Opstand (oftewel de tachtigjarige oorlog van 1568-1648) viel Brugge in 1584 in handen van de Spanjaarden. Hierdoor verlieten vele schepenen (de wethouders) Brugge en omgeving. Zij traden toe tot de Unie van Utrecht en werden door de Staten-Generaal benoemd tot het College 's Lands van den Vrijen. Hiermee wordt het Vrije van Sluis bedoeld dat tot 1587 nog niet veroverd was door de Spanjaarden. Ook hiervoor werd hetzelfde wapen als wapen van "het Vrije van Brugge" gebruikt. Het gemeentewapen van Groede is hetzelfde als die van het Vrije van Sluis. Groede maakte dan ook deel uit van zowel het Vrije van Brugge als het Vrije van Sluis.
We lopen via de Markt de Noordstraat in en komen middels de Blekestraat in de Slijkstraat. De Slijkstraat bestaat voornamelijk uit Het Vlaemsche Erfgoed, dus een soort museumstraat, dat teruggaat naar de eerste helft van de 20e eeuw. Ondanks dat we er nu al enkele hebben gezien deze vakantie, nemen we toch weer een kijkje. We nemen een kaartje bij de Erfgoedwinkel en komen hier later nog even terug, want ze hebben ook een heleboel tweedehands boeken, dus we moeten ook nog even snuffelen.
En vervolgens lopen we het straatje door, langs de Oude Bakkerij, de Grutterswinkel, de Schoenlapperij, de Smidse, de Kapsalon, de Timmerwerkplaats en Schilderswinkel. In de laatste twee, dat in dezelfde pand zitten, zijn we iets langer bezig. De diverse basiskleurstoffen trekken de aandacht, evenals de nodige lettertypes die de schilder onder de knie moest krijgen. In de Timmerwerkplaats treffen een bouwtekeningenboekje aan voor onder andere de kruiwagen. Hier lezen we op het draaggedeelte het woord Burrie. Dit woord burrie of berrie spreekt meteen tot de verbeelding, want dit zijn wij ook tijdens de vakantie in Nord Friesland tegengekomen . In het Friese recht, wat toen gold, lezen we:
Thet is Frisesk riucht
Vta skilu wi Frisa vse lond halda mith thrium tauwon, mith tha spada and mith there bera and mith there forke waarin bera het Oud-Fries voor berrie is. Hier staat dan ook Tegen de zee toe moeten wij Friezen ons land beschermen met drie werktuigen, met de schop en met de berrie en met de greep. Hieruit begrijpen we dat de berrie de 'baar' of 'draagbaar' betekent en mogelijk dus zonder wiel is en daardoor dus geen kruiwagen is.
We slaan de Natte Pij even over, want dan kunnen we daar op de terugweg mooi even iets gaan drinken. Dit blijkt ook meteen ook het laatste onderdeel in deze straat te zijn. We werpen nog even een blik in de Molenstraat en zien nog twee fraaie panden. De Salix Hove en een pandje uit 1638. Wanneer we weer terug willen, zien we echter op de hoek ook nog een boekenwinkel Duo Duo Boek en Beeld zitten. Maar deze is gesloten.
'Red Rain' | Edwin de Smet (en Wilma van der Lee)
Daarnaast zien we echter schilderijen in de etalage hangen bij EdeSART-Kunst en Design en hier staat de deur wel open. Hier maken we kennis met Edwin de Smet, een schilder die het mysterie van de Liefde combineert met natuurelementen en dit met pure emotie op het doek zet, zoals we bij het werk 'Red Rain' - dat met hem op de foto staat - ook kunnen zien. Naast hem zien we Wilma van der Lee. Zij schildert ook en toevallig hebben we eergisteren nog bij haar in de Dorpsstraat in Breskens voor de etalage gestaan.
Het wordt daarom ook een gezellig gesprek over kunst, verschillende smaken en de (Europese) kunstcontacten, waarbij Edwin ons langs de diverse objecten en schilderijen leidt en hierover uitleg geeft.

Hierna wordt het hoogste tijd voor een drankje bij 'de Natte Pij', waarbij het ook opletten wordt, want in dit pand zitten tevens het Gelagkamer, de Beeldentuin, de Nutsbibliotheek en de Textielwinkel. Maar vooralsnog letten we meer op de menukaart, waar we kiezen voor een traditionele Zeeuwse koffie met Groese-paptaart, dat in Groede en omgeving erg bekend is.
Tijdens het koffiedrinken dringen langzamerhand de beelden in de beeldentuin aan ons op. Hierna bekijken we op ons gemak het textiel in de Textielkast waarna we in het Gelagkamer uitkomen. Dit was in vroegere tijden vaak niet meer dan een huiskamer. Hiernaast ontdekken we de Nutsbibliotheek waar we iets langer moeten kijken om een indruk van de titels te krijgen.
Deze ruimte wordt gevolgd door de Textielwinkel.
We lopen vervolgens weer terug naar de Erfgoedwinkel om te kijken of hier nog iets tussen de tweedehands boeken staat. We vinden een toepasselijke titel van J.Th. Balk Nederland : van water tot land. Daarnaast komen we er nog achter waarom de Groedenaren papvreters worden genoemd. De combinatie met door ons net genuttigde paptaart ligt vanzelfsprekend voor de hand. Tijdens de Baemesse kermesse kwamen alle boeren naar de kerk van Groede om hun pacht te komen betalen. Daarna werd traditioneel de paptaarten gegeten.

Na dit uitstapje - dat toch iets langer duurde dan gedacht - lopen we weer naar de wagen. Wanneer we weer bij de voormalige RK Sint Bavokerk komen, gaan we toch even een kijkje nemen. Er zijn veel religieuze objecten te vinden, maar ook vele andere gebruiksvoorwerpen. Gelukkig kunnen we ons beheersen en lopen nu echt naar de auto.
Zoals al gemeld komen we bij het verlaten van Groede ten zuiden van de Nieuwvlietseweg de onzichtbare terp Meyenberg tegen waar onder andere Jacob Baudius in de 15e eeuw gewoond heeft.

noten:
1. ReliWiki Groede, Schuitvlotstraat 15 - Bavo;
2. Archeologie in de gemeente: Groede, Slot Zaemslach vondsten;
3. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 45;
4. Vliedberg Groede Scherpbierse Weg / Zeelandia;
5. Ancestors / Ton van Heusden: Groede Het Hof Zaemslach;
6. Archeologie in de gemeente: Groede, Markt vondsten;
7. Archeologie in de gemeente: Groede, Markt vondsten;
8. Geschiedenis van Zeeland I, p. 97;
9. Ned. Herv. Kerk Groede / G.J. Lepoeter (eerder verschenen in Bulletin / Stichting Oude Zeeuwse Kerken. - oktober 1985), met illustratieuitbreiding / fam. Van Vliet-Jacobs. - 1986, p. 3;
10. Ned. Herv. Kerk Groede / G.J. Lepoeter, p. 4;
11. Wikipedia Twaalfjarig Bestand;
12. Viermaal Groede in kaart 1542, 1613, 1746 en 1821 / Dirk de Vries. - Groede : Stichting Grote Kerk Groede, 2012. - p. binnenkant omslag;
13. Ned. Herv. Kerk Groede / G.J. Lepoeter, p. 6-8;
14. Wikipedia Pieter Pourbus;
15. De oude kaarten van Zeeland / Aad de Klerk, p. 26-29;
16. Wikipedia Jacob Cats (dichter);
17. Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) Jacob Cats;
18. Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) Al de werken van Jacob Cats : met eene levensbeschrijving van den dichter / Jacob Cats. - Den Haag : Koninklijke Bibliotheek, [2014]. - Volksuitgaaf. - Schiedam : H.A.M. Roelants, [1870]. - p. 2;
19. Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) Al de werken van Jacob Cats : met eene levensbeschrijving van den dichter / Jacob Cats. - Den Haag : Koninklijke Bibliotheek, [2014]. - Volksuitgaaf. - Schiedam : H.A.M. Roelants, [1870]. - p. 360;
20. RKD Jozef van Mierlo;
21. Zeeuws Erfgoed, jaargang 9, september 2010 - 03 Romaans doopvont uit het verdronken Nieuwerkerke / Hans Jongepier. - p. 24;
22. Wikipedia Filips de Goede,
23. Karel de Stoute;
24. Ned. Herv. Kerk Groede / G.J. Lepoeter, p. 15, 18;
25. Wikipedia De Baenst;
26. Etymologiebank Berrie (draagbaar);

internetraadpleging: 18 - 22-12-2015


      Nieuwvliet
Even later bereiken we Nieuwvliet. Aan de verkavelingen is duidelijk te zien dat hier de twee eilanden van Groede/Oostburg en Cadzand door een kreek gescheiden zijn geweest.
Een wit oud pand trekt onze aandacht en daarom verlaten we bij de rotonde de N675 om de Sint Bavodijk op te rijden. Het witte pand verteld dat het gebouwd is in 1529 en dus de hele tachtigjarige oorlog (1568-1648) te hebben doorstaan.
Aan de overkant bij het bankje staat een merkwaardig gedenkteken. Het ziet eruit als een zeer versleten duivelskop, maar het informatiebordje noemt het een 'Leeuwekop'. Deze arduinsteen is hier op 9 januari 1988 onthuld. Het zou gevonden zijn en onderdeel uitgemaakt hebben van de glooiing van het kruishoofd. Deze uitleg roept echter meer vragen op, dan dat het antwoorden geeft. Arduinsteen is een kalksteensoort met een blauwgrijze kleur, zoals we kunnen zien. Het wordt ook wel blauwe hardsteen, hardsteen, blauwsteen, kolenkalksteen of petit granit genoemd en komt veelal voor in de Belgische Ardennen, maar ook in groeven in Ierland
1. Het blad Scheldestromen van het Waterschap komt ook niet uit dit raadsel. De auteur van het artikel, Arjan Goossen, stelt echter wel een paar goede vragen: "Waarom maakte een gebeeldhouwde steen deel uit van een waterkering, waar hij voor bijna niemand zichtbaar was? Was de steen ooit onderdeel van een gebouw?" 2
Wanneer we op de kaarten kijken, vinden we de aanduiding van Kruishoofd ergens tussen de Adornispolder en Baanstpolder (vroeger natuurlijk als Baenst geschreven - van de familie van Anna van Baenst). Ook vinden de Verdronken Zwarte Polder 3.
Nieuwvliet - ook Sinte Pier geheten, naar het verdwenen dorp dat hier 2,2 km westelijker heeft gelegen - is grotendeels de inpoldering van het water dat de twee eilanden Cadzand en Groede/Oostburg van elkaar scheiden. Jan Adornis, een Brugse koopman, begon in 1527 met de inpoldering van de Sint Janspolder. In 1602 werd de Groote Sint Annapolder ingepolderd. Dit begint ten noorden van de Sint Janspolder en volgt de kreek. Het huidige Nieuwvliet ligt hierop gebouwd. Zodat alles eigenlijk jonger is dan 1602. Het oudste gebouw dat nu nog bestaat is de Protestantse kerk en stamt dan ook uit 1658 4.
Hieruit moeten we dus concluderen dat de Sint Bavodijk bij de Stoute- of Zoutepolder (Oude Polder) behoord 3, waarop Jacob Cats nog enige landerijen had.
Men spreekt op het informatiebordje over een glooiing. Goossens heeft het over een strekdam als glooiing van het Kruishoofd als strandhoofd om de stroming te breken 2.
Het zou echter ook nog kunnen dat in de polders van het verdwenen eiland Wulpen heeft gestaan...
Waar is deze kop eigenlijk gevonden?
Wanneer we de Dorpsstraat inrijden, rijden we al vlot voorbij een steegje dat ons een blik gunt op de Protestantse kerk.
We rijden gauw weer verder en komen weer op de Provinciale weg naar Sluis. Ter hoogte van het Uitwateringskanaal Wielingen bevindt zich het einde van het Eiland van Cadzand en komen we terecht in de huidige Zwinpolder, waar voor de verzanding en inpoldering het Zwin lag.

noten:
1. Wikipedia Blauwe hardsteen;
2. Scheldestromen, Lentenummer 2014 De steender wijzen? / Arjan Goossen, p. 23;
3. Topografische Atlas van Zeeland : Schaal 1:25.000 / Thomas Termeulen, Rob Kersbergen (samenstelling). - Landsmeer : Uitgeverij 12 Provinciën, 2014. - ISBN 978-90-77350-78-2. - Nieuwvliet, p. 60;
4. Wikipedia Nieuwvliet;

internetraadpleging: 22-12-2015


      Sint Anna ter Muiden
Aan de ene kant lag Sluis en aan de andere kant Sint Anna ter Muiden of Mude, zoals het voorheen heette. Ondanks dat Sluis tegenwoordig veel groter is, was Mude voorheen als voorhaven van Brugge zeker niet onbemiddeld. We zien dan ook van verre de enorme toren uit de 14e eeuw. Om bij Mude te komen moeten we even een stukje door Sluis rijden en bereiken via de Sint Annastraat de stad, dat nu slechts nog de uitstraling heeft van een historisch dorpje.

We hebben het vaker gezien, de opkomst van een dorp met een haven, dat groter wordt omdat er elders problemen ontstaan met verzanding van de scheepsvaartroute. Mude zou hiervan profiteren, hierdoor groeien, stadsrechten krijgen, aangevallen worden door vijanden (de Engelsen, de Sluizenaars, de troepen van Aartshertog Maximiliaan). Door de bijbehorende plundering wordt er niet geïnvesteerd in onderhoud van de vaarwegen, die vervolgens verzanden, waarna de achteruitgang inzet. Hier overheen komt dan de alles vernietigende tachtigjarige oorlog waarna slechts de toren overbleef. En nu zien de latere dorpsopbouw. De kaart met Staatse plannen uit 1604 schets dit beeld ook sprekend.
Wij komen aangereden vanuit Sluis, waar je over de hoofden kunt lopen. Een groter contrast kunnen we niet krijgen wanneer we de auto bij de toren (33961) van Mude parkeren.

Dit dorp is in volledige rust en staat zo goed als volledig op de rijksmonumentenlijst 1. En dat maakt het zeer fotogeniek. Deze veranderingen houdt ook in dat we echter niets over Johan Crabbe de avonturier, koopman én piraat van rond 1300 zullen terugvinden. Het weerhoudt ons echter niet om een rondje om en in het dorp te maken. De foto's zullen het verhaal moeten dragen in deze.

noten:
1. Wikipedia Sint Anna ter Muiden;

internetraadpleging: 22-12-2015


      Sluis
Wanneer we weer terugrijden over de Sint Annastraat naar Sluis komen we halverwege een voorbeeld tegen wat de gevolgen zijn van het niet onderhouden van - in dit geval - een particulier monumentaal pand (
509259) met bijbehorend toegangshek (509260). Dit complex wordt ook wel La Pommerai of Het Hoompje genoemd en is in 1909 door Baron Cox gebouwd en vervolgens door "Zusters der Kindheid van Maria" bewoond werd. De zusters gaven hier aan geestelijk gehandicapte kinderen onderwijs. Wegens stopzetting van de subsidies en veranderende onderwijsregels werd dit complex in 5 september 1986 gesloten. Rond 2000 is het verkocht aan een projectontwikkelaar die het zou renoveren en er appartementen in zou maken. Het staat nu zo'n 30 jaar leeg, waarvan 15 jaar in handen van de overheid en 15 jaar in handen van een particulier 1. Hoe het pand er momenteel aan toe is, is aanschouwelijk te maken middels een filmpje 2.
De natuur groeit gewoon door, ook door kapotgaande daken, wegens door storm afgebroken takken. Zaden komen uit in dakgoten. Klimplanten overwoekeren muren en ramen, lichten dakpannen op. Dit zorgt weer voor waterschade, vocht, waardoor ook weer planten binnenshuis kunnen gaan woekeren. Dit is het resultaat van menselijk handelen, waarbij de ene partij (zonder dwingende macht, maar wel met weerhoudende macht) de andere partij (zonder macht, maar wel eigenaar, geldschieter en wilsbekwaam) elkaar in stand houden en er niets gebeurd. Een prachtig voorbeeld hoe regeltjes en rechten fijntjes voor destructie kunnen zorgen.
Gelukkig komt men er in de meeste gevallen wel goed uit, zoals we telkenmale aan alle fraaie panden kunnen zien.
Gezien de drukte in Sluis, zal men er daar ook in geslaagd zijn om de laatste destructieve aanvallen van de geallieerden op 11 oktober 1944 in WOII te herstellen. Tijdens deze bombardementen werd de stad grotendeels verwoest waarbij alleen 61 burgerslachtoffers vielen. De bezetter had zich in de omwalling verschanst en bleef ongedeerd. Op 1 november gaven ze zich over aan de Canadezen 3.
We parkeren de auto op een van de commerciële parkeerplaatsen en geven ons over aan het toeristisch shopgebeuren van Sluis.

Sluis nam van Sint Anna ter Muiden het succes over en diende ook lange tijd als voorhaven van Brugge. Halverwege de 15e eeuw was dit ook weer over wegens de verzanding. Hierna vervulde Sluis een belangrijke rol tijdens de Tachtigjarige oorlog. Van 1587 tot 1604 was in het Spaanse handen.
Opmerkelijk is dat Damse Vaart - zoals wij het nu zien liggen - pas in 1858 af was en op 21 en 22 september feestelijk werd geopend, zodat er eindelijk van de Kaai van Sluis schepen konden varen Brugge. Het laatste stuk van een paar minuten varen heeft vele jaren op zich laten wachten, want dit jaar (2015) wordt het 200 jarig jubileum van de Damse Vaart gevierd. De Standaard wijdt er een bijlage aan. De PZC reageert dat het vooral een Belgisch feestje is.
Dit was bij de opening in 1858 wel anders, toen de Belgische genodigden en eregasten onder een met Nederlandse en Belgische vlaggen versierde ereboog doorliepen waarop de schone spreuk stond De dankbaarheid kent geene staatsgrens; heel de aarde is haar vaderland 4. Jammer dat deze gedachte niet verder komt, dan deze tijdelijke feestelijke spreuk.
Aan de Kaai vinden we een standbeeld van Johan Hendrik van Dale (Sluis, 15 februari 1828 – 19 mei 1872). Hij is de grondlegger van de Dikke Van Dale het Groot woordenboek der Nederlandse taal. Frappant is dat zijn ouders uit het nabijgelegen Oost-Vlaamse Eeklo wegvluchtten toen zijn moeder zwanger van hem was, wegens een net uitgebroken pokkenepidemie en zodoende in Sluis terecht kwamen en dat hij juist aan die ziekte op 44-jarige kwam te overlijden.
Het beeld is in 1924 geplaatst en gemaakt door Pieter Puijpe. Met hem hadden we in Kloetinge al kennis gemaakt.

Hierna betreden we het winkelgebied en geven we ons over aan de shoppingmode.
We sluiten de dag af bij het Griekse restaurant Elia, dat onder rook van het herstelde Belfort aan de Groote Markt ligt. Hierna brengt de N675 ons weer bijna in een rechte lijn naar ons huisje.

noten:
1. Sluis online Het Hoompje;
2. You Tube Het hoompje klooster sluis sint anna ter muidene / Haunting Ghost Nederland;
3. Wikipedia Sluis (stad);
4. Algemeen Handelsblad, 24-09-1858 Sluis, 21 Sept.;
5. Wikipedia Johan Hendrik van Dale;

internetraadpleging: 22-12-2015



(voormalige) RK Sint Bavokerk, Groede


Grote Kerk, Groede


Jacob Cats | Jozef van Mierlo | 2005
Groede


grafsteen De Coster Janszoon † 22-2-1471
Grote Kerk, Groede


Romaans doopvont (fragment)
Grote Kerk, Groede


Waterdunen-project
Grote Kerk, Groede


grafsteen Jacob Baudius - Anna van Baenst
Grote Kerk, Groede


De Drie Koningen
Groede


Molenstraat
Groede


Slijkstraat
Groede


Grutterswinkel
Slijkstraat - Groede


Schoenlapperij
Slijkstraat - Groede


Kapsalon
Slijkstraat - Groede


Timmerwerkplaats
Slijkstraat - Groede


Schilderswinkel
Slijkstraat - Groede


Burrie - Timmerwerkplaats
Slijkstraat - Groede


Salix Hove
Molenstraat - Groede


1638
Molenstraat - Groede


Groese-paptaart met speciale Zeeuwse koffie
Slijkstraat - Groede


Nutsbibliotheek
Slijkstraat - Groede


Erfgoedwinkel
Slijkstraat - Groede


pand 1529
Nieuwvliet


Leeuwenkop
Nieuwvliet


kerk Hervormde Gemeente
Nieuwvliet


veertiende-eeuwse toren
Sint Anna ter Muiden


Sint Anna ter Muiden


Sint Anna ter Muiden


Sint Anna ter Muiden


Sint Anna ter Muiden


Het Hoompje
Sluis


toegangshek Het Hoompje
Sluis


Damse Vaart
Sluis


J.H. van Dale
Sluis


Damse Vaart
Sluis






Dag 12: Oostburg en Aardenburg

kaart 12

Vandaag hebben we onze zinnen gezet op een stad iets ten oosten van Sluis, namelijk Aardenburg. Het wordt namelijk aangeprezen in onze reisgidsjes als een zeer oude leefgebied, met vervolgens Romeinse sporen en daarna weer bewoning vanaf halverwege de middeleeuwen. Uit deze periode zouden nog sarcofagen met beschilderingen bestaan.
Onderweg komen we langs Oostburg, aan een zijarm van het 't Zwin gelegen en met een ringburgwal. Hoewel dit veelbelovend klinkt, worden we er meteen voor gewaarschuwd, dat het oude centrum in oktober 1944 tijdens een bombardement grotendeels is verwoest.
Onderweg nemen we de opgedane kennis van gisteren mee en staan hier dan ook bij stil wanneer we iets tegenkomen.


      Nieuwesluis
Wanneer we weer de Langeweg richting het westen oprijden zien we net het Vehicles Carrier-zeeschip Glovis Century langs de dijk varen. We zien het duidelijk ver boven de dijk uitsteken. Hiermee worden de verhoudingen van zeeschip en de hoogte van de dijk in een oogopslag zichtbaar. De Glovis Century is namelijk grotendeels onzichtbaar. Daarnaast is men zichtbaar bezig de dijk aan het verhogen. En zoals we sinds gisteren weten zal het niet meer lang meer duren voordat deze weg wordt 'weggespoeld' door het 'natuurproject Waterdunen', waarbij het gewonnen zand voor de dijkversteviging wordt gebruikt. En zo ontstaat hier een nieuw krekengebied, terwijl het elders is in gepolderd.


      Groede
We komen echter - wanneer we vandaag deze route volgen - diverse authentieke kreken tegen, al zijn deze waarschijnlijk ook her en der vernauwd tot de omvang van wat het nu heeft. Zo komen we iets ten zuidoosten van Groede de Baarzandse Kreek tegen.
Even later naderen we de gisteren besproken Scherpbierseweg en zien we de restanten van de vliedberg waar ooit Slot Zaemslach heeft gelegen.
Even verderop komen we de Nieuwkerksche Kreek tegen. Aan de oostelijke zijde lag de kerk van Nieuwerkerke waar tussen de restanten van de kerk de grafsteen van De Coster Janszoon is gevonden. Deze hebben we gisteren in de kerk van Groede kunnen aanschouwen.
Een paar honderd meter verderop komen we De Reep tegen. Dit her en der uitgediept en enigszins gekanaliseerde kreek is een restant van kreek dat ontstaan is na inundering van de Oude Yevenepolder door de Geuzen, om de Spaanse troepen tijdens de Tachtigjarige oorlog tegen te houden. Echter later is het ook door natuurgeweld onder handen genomen. Hierbij ontstond bij de Henricusdijk een dijkdoorbraak, waarvan de Henricusput, een wiel, weel of kolkgat, nu ook nog zichtbaar is. Deze geul was tijdenlang nog een zeeverbinding voor Oostburgse zeevaart 1. Aan de oostzijde van De Reep zien we in de verte de dijken slingeren - die zoals eerder gememoreerd gemarkeerd worden door populieren. De eerste dijk is de Krabbedijk.
Aan de westzijde zien de Ringdijk verhoogd lopen. De Scherpbierseweg komt hier op uit. Hier zien we duidelijk de restanten van de kreek nog liggen.

noten:
1. Wikipedia De Reep;

internetraadpleging: 26-12-2015


      Oostburg
Ook de Henricusdijk komt hier bij de buurtschap Scherpbier samen, dat deel uitmaakte van de Linie van Oostburg
1, ten tijde van de Tachtigjarige oorlog. De Redoute Scherpbier werd in 1633 2 of 1634 3 gebouwd. We komen de restant van deze Staatse Redoute tegen wanneer we verder rijden over de Maaidijk richting Oostburg. Net voordat de dijkweg een flauwe bocht naar rechts maakt, zien we rechts de lichte verhoging waar deze veldschans heeft gestaan.
Wij rijden deze Maaidijk helemaal uit en komen de bijzondere beschilderde watertoren tegen. In deze voormalige watertoren, zijn twee wooneenheden gecreëerd die nu bewoond worden door Henk Niggebrugge en door "Neeltje de Best en Wim de Lange met hun hond Dantebeest". Deze 55 meter hoge toren is een ontwerp van A.J. van Eck en is tussen 1948-1950 gebouwd. Op initiatief van Johnny Beerens (Oostburg, 1966) kon hij in 1995 zijn in 1993 ingediend plan gaan uitvoeren om hier zijn kunstwerk De Bron te gaan schilderen 4. Door hemzelf wordt dit werk Levensbron genoemd 5. Twintig jaar later, in juni 2014, was het aan restauratie toe. Goed gedocumenteerd krijgen we meer inzicht in de verborgen inhoud van de druppels die uit de scheur lekken. Zo zien we in de druppels de branding en reflectie van de andere druppels. Op de onderste druppel kunnen we een spiegelbeeld van Beerens terugvinden, als eenwording met en signatuur van deze muurschildering 6.
We rijden - onbekend als we zijn in Oostburg - rechtdoor de Philipsweg op en nemen hier de eerste weg naar rechts. Daarna nemen we de Grote Beer en Melkweg, waar we linksaf de Tragelsingel inslaan. Hier zetten we wagen aan de kant, vlakbij een bruggetje over de singel, dat ons volgens de wegenkaart naar de kerken en naar we aannemen het centrum zal brengen. We lopen het brugstraatje Breijdelstraat in en worden met hekwerken tegengehouden. We worden over een schoolplein geleid, dat - gezien de graffiti-teksten - binnenkort samen met de gebouwen onder de sloophamers zal verdwijnen.
We lopen achter het koor van de Sint Eligiuskerk langs en komen uit op de Sint Eligiusplein. Hier maken we kennis met de naoorlogse herbouw. Het ontwerp van deze kerk is van architect F. Mol en werd tussen 1947 en 1949 gebouwd. De toren van 33 meter is in 1956 gebouwd 7. Op het plein vinden we een beeld uit 1962, gemaakt door Eduard Speyart van Woerden (Zutphen, 28-11-1924 8, 9) dat de eerste geloofsprediker Eligius in het jaar 650 moet uitbeelden, zo meldt de pilaar waar het op staat. Oostburg werd in het jaar 616 door Eligius bezocht en in 830 kreeg het 'bezoek' van rovende Noormannen 10. Over de achtergronden is al het een en ander geschreven in het literatuuronderzoek met soms bijzondere interpretaties .
Bij Oostburg, schriftelijk in 949 vastgelegd als Castrum Osburch 11, was al rond 880/890 een ringwalburg aangelegd 12. Het had een binnenste diameter van 150 meter 11. De omtrek van deze ringwalburg kunnen we globaal nog terugvinden in de straten. Een kaart van Van Deventer uit 1560 geeft enigszins een beeld van deze ringwalburg, wanneer we het op een moderne kaart projecteren. Hiernaast waren er kleine nederzettingen op terpen als Locwirde en Cumbingascura 13. Deze laatste staan vervolgens ook als een van de weinige op de monumentenlijst (524078). We zullen er aan het einde van de dag op de terugreis nog ongezien langsrijden, wanneer we over de Commerswerveweg rijden. Het ligt hier vlak naast, namelijk in het hoekje met de Oude Haven en Mosterdweg 14. In Combingascura kunnen we de schuur van de mensen van Kumbo terugvinden, later de wierde in plaats van schuur 15.
Zelfs de huidige straatnaam doet, hoewel aan de persoonsnaamzijde erg verbasterd, nog een duit in het zakje met Commerswerveweg. Immers werven - zoals ze langs de kustgebieden van Vlaanderen tot Oost-Friesland worden genoemd - zijn door bewoners verhoogde woonplekken om droge voeten te houden. De archeologen noemen het terpen 16.

We zijn intussen van Destombestraat naar de Markt gelopen, waar we zien wat nieuwe inrichting na volledige destructie kan bewerkstelligen. Er werden naar verluid 500 bommen en 60.000 granaten door de geallieerden afgeworpen om de vijand weg jagen, ten kostte van 124 van de 2800 inwoners, die hierbij de dood vonden 17. Stedebouwkundige F.H. Klokke heeft hier een twee haaks op elkaar staande pleinen gerealiseerd als nieuwe kern. Verder werd een nieuwe richting ingeslagen - in plaats van herbouw van de oude architectuur - met de bouw in 1952-1953 van het Kantongerecht, naar een ontwerp van Gijsbert Friedhoff en Mart Bollen.
Echter met het verdwijnen van de functie, staat ook het gebouw zelf op losse schroeven. Monumentenzorg voor naoorlogse (rijks)gebouwen was er nog nauwelijks, vanwege de beperkte aantal jaren dat een gebouw er nog maar staat. Voor het Kantongerechtsgebouw is zoals we zien een herbestemming gevonden, zodat dit gebouw er als toonbeeld voor naoorlogse architectuur nog staat en waar - naar we mogen aannemen - ook de sgrafitto van de allegorie op Vrouwe Justitia van Philip ten Klooster - we kwamen hem al eerder tegen in Kapelle - nog op de halmuur te vinden is 18.
Vijftig jaar na de naoorlogse wederopbouw, dat ongeveer duurt tot 1965, komen we uit in 2015. In dit jaar zou het pas in aanmerking kunnen komen voor een monumentstatus. Vele gebouwen zijn - na gewijzigde behoefte - inmiddels onder de slopershamer verdwenen, daar is geen oorlog voor nodig. Zeeland en met name Zeeuws-Vlaanderen zou wegens haar eeuwenoude frontlinie een toonbeeld van steeds weer vernieuwde architectuur kunnen zijn. Oostburg heeft er een ambitieplan, met een aantal bijlagen (2, 6) voor gemaakt.

We lopen over de Markt naar de Burchtstraat en bekijken onderweg alle vormen die we hier als straatobjecten staan. Alles is anders dan we gewend zijn. De cirkelvormen in de straat komen aan het einde van Markt groot terug waarbij het met een golf van de Burchtstraat gebroken wordt. Hierop volgt een waterpartij van de Eenhoornplantsoen, dat omringd is met diverse vormen en een beeld van Eenhoorn. Deze Eenhoorn is 29 november 1952 19 onthuld en markeert het einde van de wederopbouw. Het beeld is gemaakt door Liesbeth Messer-Heijbroek (Amsterdam, 25 april 1914 – Breda, 6 november 2007) 20, geïnspireerd door de herberg De Eenhoorn dat hier in 1713 werd gevestigd 19. Ze heeft mede de hand gehad bij de ontwikkeling van het Ledeltheater aan het Ledelplein waarin we later nog een kijkje gaan nemen 21.
We lopen hier ook even bij Petra en Nellie naar binnen, waar het gezellig toeven is. En na hulp bij het zoeken in de toch wel volle voor-ieder-wat-wils-winkel beperken we deze pas begonnen wandeling met een - na zal blijken - een alleraardigst boekje met de aansprekende titel Tussenland ~ Een reis door Zeeuws-Vlaanderen van NOS-redacteur Rachel de Meijer, waarin ze wil laten zien dat Zeeuws-Vlaanderen meer heeft te bieden dan de omschrijving 'Zeeuws-Vlaanderen is een onbeduidend plattelandsgebied met boerderijen en een paar chemische fabrieken' van de Lonely Planet-gids. Dat deze omschrijving van LP vanzelfsprekend niet klopt, zijn we naar drie dagen hier vertoeven wel achter.
Ook de 'Kleine biografie van het roerend religieus erfgoed in de H. Eligiuskerk te Oostburg' Erfgoed te Boek van N.M.P. Peterse met bijbehorend Jubileumbrochure 1949-2009 kunnen we niet laten liggen.
We gaan vervolgens op het terras van Eigenwijs even wat eten en drinken.

We steken de Markt schuin over en lopen een straatje in dat via het Kerkplein naar de Burgemeester Erasmusstraat gaat. Hier op het hoekje vinden we een merkwaardige steen. Het betreft een grenspaal, in dit geval een stoeppaal 22 met daarop een jaartal 1672. Zal dit dan een van de weinige eeuwenoude objecten zijn, dat WOII wel heeft overleefd?
Wanneer we uitkomen bij het Ledelplein en Oprit komen we Zus & Zo tegen. Zoveel cadeauartikelen onder een dak, daar moeten we ons 'even' aan vergapen. Na een klein uurtje zijn we hiermee klaar.
We lopen verder naar het Raadhuisplein, dat ook weer is vormgegeven. Naast het Danseresje, gebeeldhouwd door Hans Claessen (Tilburg, 2-7-1925 - 14-8-1995) en gegoten door Ernest Joachim (Maarssen, 24-12-1949) in 1995, vinden we her en der kleurrijke fietsen met bloemen aangekleed. Ook aan de overkant van de weg, bij het gemeentehuis staan ze onder een boom.
Aan een van muren vinden we een op doek gespannen schilderwerk, met daarop afgebeeld een licht geabstraheerd landschap met in de lucht een aantal gezichten. Een daarvan draagt een hoed, dat wegwaait. De grap van dit werk vinden we buiten het kader.
Vanaf hier krijgen we ook zicht op de gereformeerde kerk in en op de Molenberg. Op deze plek stond voorheen de molen. De kerk is een ontwerp van A. Rothuizen en P.J. ’t Hooft en is tussen 1947 en 1949 gerealiseerd. Wanneer langs de kerk lopen, komen we uit op de Oude Stad. In de wederopbouwplannen van Klokke wordt deze vooroorlogse straat gehandhaafd. De klassieke trapgevel is er echter wel een uit 1950, maar is daarmee toch een van de weinige. We besluiten deze bijzondere straatnaam Oude Stad verder te lopen. We komen uit op de Zuidzandsestraat.
Deze straat gaat in het westen over in Oude Haven. Dus het zou best eens kunnen dat we met de Zuidzandsestraat een voormalig havengebied te pakken hebben. Er liggen namelijk nog meer straatnamen die dit vermoeden stimuleren: Het Schuttebocht, Schuttebochtlaan, Veerhoeklaan en Veerhoekpolderweg. Diverse kaarten bevestigen dit ook.
Via de Zuidzandsestraat lopen we weer terug naar de auto. Halverwege de straat komen we De Kringloop tegen, die we natuurlijk even binnenlopen. Aan de Ledelplein lopen we nog even binnen bij Het Ledeltheater uit 1953 naar ontwerp van L.W. Rosenkranz. Hierin bevindt zich ook een VVV-informatie- en folderpost.
Tijdens de wandeling valt toch wel op dat er een hoogteniveau zit in de diverse straten. We durven hieraan echter geen conclusies te verbinden.
Middels dezelfde weg als we gekomen zijn lopen we nu weer terug, tot we weer bij de wagen zijn.
We gaan op weg naar onze volgende plaats via de Bakkersstraat, Bakkersdam, Appelstraat en Sint Pietersdijk: Aardenburg.
Maar voordat we op de Bakkersstraat komen, rijden we eerst over de Grotendam dat de huidige Groote Gat tegenhoudt. Voorheen lag in deze oude kreek (Melkenkreek) de Oude Brugse Vaart. Deze is hier tussen 1501-1505 gegraven om Brugge een vaarweg naar open zee te geven. Hier aan de overzijde van de dam ligt sinds 1604 de nu weer enigszins zichtbaar gemaakte schans Nijevelt of Nievelt, vernoemd naar de bouwer Abraham van Nievelt 25. Deze dam werd hier in 1652 26 gebouwd. Tussen 1613-1623 en 1701-1702 werd de Brugse Vaart als Linie gebruikt 27.
Even later rijden we langs en over een stukje van de al eerder genoemde Linie van Passageule, die bij Pyramide begint en hier eindigt.

noten:
1. Wikipedia Scherpbier;
2. Staats & Spaans in de clinch : Forten en linies in de grensregio / Werkgroep Recreative Kaarten;
3. De Staats-Spaanse linies : Monumenten van conflict en cultuur / Jan J.B. Kuipers. - Vlissingen : Uitgeverij den Boer | de Ruiter, 2013. - ISBN 978-90-79875-44-3. - p. 213;
4. Wikipedia Nieuwe watertoren (Oostburg);
5. Johnny Beerens Muurschilderingen,
6. Herschildering muurschildering Watertoren juni 2014;
7. Orgels in Nederland Oostburg, Sint Eligiuskerk;
8. RKD Eduard Speyart van Woerden;
9. Reformatorisch Dagblad Het kapitaal van de adel;
10. Verdwenen havens van Zeeland : Een historisch-geografische verkenning / P.J. Huijbrecht. - Zierikzee : Stichting Museumhaven Zeeland / Woordenwinkel, 2006. - ISBN 978-90-76286-07-5. - p. 20;
11. 'Versterckt Zeeland' / P. Stockman, P. Everaers. - p. 16;
12. Geschiedenis van Zeeland I, p. 61;
13. Gemeente Sluis Cultuurhistorie;
14. Archeologie in de gemeente: Oostburg Commerswal, TERP COMMERSWAL;
15. Volkoomen - Plaatsnamen. Plaatsen, steden, dorpen en hun betekenis Kommerswerve;
16. Geschiedenis van Zeeland I, p. 92;
17. Gemeente Sluis : Wederopbouw Oostburg: Kwaliteiten en kansen Bijlage 2;
18. Bulletin KNOB, 1996, 95-1 Luctor et Emergo : Een voorzet voor het post-MIP aan de hand van twee bedreigde hoogtepunten uit het oeuvre van rijksbouwmeester Gijsbert Friedhoff / Bernadette van Hellenberg Hubar, Wies van Leeuwen. - p. 24-33;
19. de Bibliotheek Zeeuwse Bibliotheek Eenhoorn;
20. Wikipedia Liesbeth Messer-Heijbroek;
21. Architectuurgids Liesbeth Messer-Heijbroek;
22. Het geheugen van Nederland Stoeppaal in het Erasmusplantsoen te Oostburg;
23. RKD Hans Claesen,
24. Ernest Joachim;
25. De Staats-Spaanse linies / Jan J.B. Kuipers. - p. 214;
26. Wikipedia Brugsche Vaart;
27. De Staats-Spaanse linies / Jan J.B. Kuipers. - p. 95;

internetraadpleging: 26-12-2015 - 5-1-2016


      Aardenburg
Wanneer we over de Appelstraat door de Groote Boompolder rijden zien we Aardenburg al liggen. Zo te zien staat de toren in de steigers.
Bij de Sint Pietersdijk rijden we parallel langs de zeer tot de verbeelding sprekende Heirweg - een middeleeuwse of misschien zelfs een Romeinse weg. Hier weer naast vinden we de Oude Biezenkreek
1.
We rijden rechtdoor en komen via de Oude Kerkstraat uit op de Markt, waar we terrasjes zien en daarom de auto hier maar parkeren. De Markt heeft een bevreemdende uitstraling. Door de zwaar bebladerde bomen in groene en bruine kleuren is het onder de bomen donker, terwijl het nieuw (2006) aangelegde hart van het plein vol met symboliek is opgebouwd en omringd. Het hart van het plein refereert aan het Romeinse verleden, dat wordt omringd door de middeleeuwen (vierkante pleinvorm), de negentiende eeuw (de bomenrij) en twintigste eeuw (een kiosk en gedenkteken) 2.
Ook de gebouwen rondom het plein komen uit diverse perioden. Dit alles verklaard de verwarrende uitstraling dat hier - wanneer we in het midden staan - in een straal van 30 meter op je af komt.
Aardenburg heeft dan ook een lange geschiedenis van minstens 8000 jaar. Herkenbaar wordt het ten tijde van de Romeinen - waar we later nog het een en ander van tegenkomen in de stad 3. Tot ze rond het jaar 275 verdwenen, werd het gebied vervolgens zo'n vierhonderd jaar overgelaten aan de grillen van eb en vloed. In 707 is geschreven bewijs van het bestaan van deze plek, al wordt het dan Rodenburg, burcht aan het riviertje Rudannâ genoemd. Mogelijk hebben de invallen van de Noormannen invloed gehad op de uitbreiding van de verdedigbaarheid van deze plek. In de loop der tijd veranderde de naam in Aardenburg. Ten tijde van de overwinning van Robrecht de Fries in 1071 waren daar ook mensen bij uit Aardenburg.
Topjaren waren er in de dertiende en veertiende eeuw als goede buur van Brugge en Gent in de Vlaamse Hanze van Londen met vooral goederen als turf en laken. In 1280 en 1307 werd het even stapelplaats van de Duitse Hanze.
Na verwoesting door volksleider Frans Ackerman en zijn mannen in 1383, tijdens de opstand tegen graaf Lodewijk van Male, was de glorietijd over voor Aardenburg 4. Frans Ackerman (Gent, ± 1330 - 22 juli 1387) werd na de ondertekening op 18 december 1385 van de Vrede van Doornik en daarmee de herstelde Gentse privileges, enkele jaren later als wraakactie voor de dood van zijn vader vermoord door de zoon in de Sint-Pietersabdij 5. Vader Zeger van Hezele (de tweede zoon van Jan en Sibilla Haveskerke) had waarschijnlijk een conflict met dodelijk afloop op 22-7-1387 gehad met Frans Ackerman 6, die dus daarna zelf vermoord werd.

In de inleiding van Aardenburg van alle kanten verwoord de voorzitter van Stichting Cultureel Aardenburg Jan I. Pleijte onze bevreemdende en verwarrende gevoel met 'Zij [de Aardenburgers] verbazen zich vooral over de verbazing van anderen', waarmee wij gerust gesteld worden door het feit dat we dus niet de enigen zijn. We kijken eens rustig om ons heen en zien in het midden van 'het Romeinse verleden' als 4 poortwachters de beeldengroep uit 2010 van MaRf (Oostende, 01-1951) Vergeten namen, vergeten gezichten. Een opmerkelijk beeldenpartij bestaande uit 4 vrouwen, waarbij de 'kledij' onder andere is opgebouwd uit de handafdrukken van 36 lokale kinderen. Het is een eerbetoon aan alle anonieme bewoners van Aardenburg door de eeuwen heen die hun bijdrage hebben geleverd aan de opbouw van deze plek.
Een eerbetoon aan een bekende Aardenburger vinden we heel toepasselijk in de bomenring - dat symbool staat voor de negentiende eeuw - waar een obelisk het zijaanzicht en naam van George August Vorsterman van Oyen (1843-1915) draagt. Zijn belangrijkste bijdrage bestond uit het zijn van hoofdonderwijzer, archivaris, dagbladuitgever, landbouwdeskundige en lid van het bestuur (op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau). Zijn vrienden - die dit monument voor hem oprichtte - vonden hem facile princeps erat, gemakkelijk de eerste, getuige een tekst op deze gedenknaald.
Wanneer we de Marktstraat inlopen op weg de toren, zien we een soort opslagpand staan dat een grappige verdeling heeft op het dak. We zien deze indeling ook vaak op boerderijen, waarbij het voorste woongedeelte donker geglazuurde dakpannen heeft, gevolgd door stal/schuur met rode dakpannen. In dit geval gaat het voor beide pannen niet op.
We lopen de Sint Bavostraat in en krijgen de toren (6881) in het vizier, dat inderdaad in de steigers staat. We lopen via de schaduwzijde een rondje om de kerk en mogelijk komen we een ingang tegen. Onderwijl kunnen we even de grove geschiedenislijnen van dit gebouw op een rijtje zetten.
Op de plaats van de kapel, dat naast de oude burcht lag, is het begin van de Sint-Baafskerk (6880) gebouwd 7. Dit zou gebeurd zijn door monniken van de Sint-Baafsabdij van Gent in 959 8, al stelt het diploma van Lotharius uit 966 dat er in Aardenburg alleen een moederkerk (Mariakerk) en een kapel (de latere Sint-Baafskerk) waren 7. Deze Onze-Lieve-Vrouwekerk (Mariakerk) was een eigenkerk 8. De Sint-Baafskerk, een vroeg-Romaanse gebouw, had een bijzonder klaverbladvormig koor, waarbij de drie bladen uitkwamen op het driebeukig schip. De twee zijbladen waren echter wel afgesloten van de zijbeuken 9.
Rond 1025 was de Sint-Baafskerk een zelfstandige parochiekerk geworden 8, al menen anderen dat dit pas tussen 1266 en 1279 gebeurde 10. In 1202 werd de kerk 'verwoest' 9 door brand 11. Hierna werd de kerk opnieuw opgebouwd - vanzelfsprekend op de restanten die er nog waren en vanwege de groei en het succes van Aardenburg aan de schepenzijde met het dubbele verlengd in, wat we nu Schelde-gotiek noemen 12. Bijzonder zijn ook de beide traptorentjes die op de grens van beide stijlen gemaakt zijn in de Schelde-gotiek-stijl, maar hier niet vierzijdig of rond zijn, zoals meestal het geval is in de Schelde-gotiek9, 12.
De gouden eeuw van Aardenburg liep door tot in de 14e eeuw, zodat er halverwege deze eeuw wederom een uitbreiding plaatsvond 10. Hierop volgden de eeuwen van vernietiging, beschadigen, branden, plunderingen tot en met het einde van de Tweede Wereldoorlog, waaruit het gebouw zwaar beschadigd kwam. Na de bevrijding zorgde uiteindelijk een storm op 28 december 1945, dat de tot gatenkaas geschoten toren, omwaaide. De restauratie van dit gebouw zou tien jaar in beslag nemen, van 1947-1956 13.

Wanneer om het koor zijn gelopen, komen we het laatste werk van de in 2009 overleden Chris Ferket (Reynaertkunstenaar) tegen. We kwamen in Hulst ook werk van hem tegen. De onthulling van dit Koor van Bach, een naam dat gegeven is door Jan Pleijte van de Stichting Cultureel Aardenburg 14, op 17 juli 2009 om 19.00 uur 15, heeft Ferket zelf niet meer meegemaakt. Het verhaal gaat dat hij zijn eigen hoofd - wij denken de negende van rechts - tussen de 28 hoofden van deze koorleden heeft geplaatst. Typerend voor Ferket zijn ook de ganzenkoppen op de uiteinden van dit stuk.
Dit Koor van Bach is een eerbetoon aan allen die de traditie van de uitvoering van de Matthäuspassion op Palmzaterdag hebben ondersteund. In 1954 werd deze traditie, die teruggaat tot 1870, in Aardenburg aangewakkerd en tot 1973 brandend gehouden door de organist-dirigent Piet van Egmond. En nog steeds wordt elk jaar dit stuk van Johann Sebastian Bach (1685-1750) hier opgevoerd en behoort volgens de Stichting Bach-Comité Aardenburg - zonder overdrijving - tot de wereldtop.

We lopen verder langs de laatste aanbouw en komen halverwege het huidige gebouw de ingang tegen, dat ons naar het oudste gedeelte brengt. Hier struikelen we bijna over de graftombes die er her en der staan. Tijdens de renovatie in 1947-1956, werd tijdens graafwerkzaamheden in 1949 een graf blootgelegd met een beschildering aan de binnenkant. Later werden er nog meer gevonden en een deel - dat wat we hier zien - heeft men naar boven gehaald en laten staan, zodat we deze nu kunnen aanschouwen 13.
Nadat we een kleine bijdrage en enkele brochures hebben betaald, gaan we deze wonderlijke expositie bekijken.
Het valt niet mee om een eerste indruk te krijgen. Het gebouw zelf, de graftombes, de op de vloer en aan de muur uitgestalde kunstvoorwerpen, de grafstenen, ze vragen allemaal aandacht. Vooral de ingelegde grafstenen lopen grote kans om gemist te worden, wanneer we onwillekeurig het zicht gaan volgen. We besluiten een structureel zigzaggende route te gaan volgen, zodat we alle objecten tegenkomen. Ook hier laten we slechts enkele objecten zien, omdat het anders te veel wordt.
Om de 'sarcofagen' of grafkelders zonder beschadigingen bovengronds te krijgen, werden ze aan de buitenkant eerst met gewapend beton verstevigd en vervolgens zo goed mogelijk geconserveerd. Na twintig jaar blijken de kleuren er toch op achteruit gegaan te zijn, zodat we nu eigenlijk naar kopieën kijken van de originele kleuren die meteen bij de opgraving zijn vastgelegd in het archief van de ROB. Verder hebben ze allen een dakraamwerk gekregen 16. De eerste die we hier tonen betreft een 'priestergraf', dat te herkennen is aan het kruis, dat gemaakt is van een levende boom, een takkenkruis. Alleen de priester mocht zo'n kruis hebben 17. We zien hier dat alle wanden beschilderd zijn. Wetende dat men in de middeleeuwen binnen 24 uur begraven werd, kunnen we ook bedenken dat er razendsnel gewerkt moest worden. Eerst moest het grafkuil gegraven worden waarin de muurtjes gemetseld werden. Vervolgens werd dit snel voorzien van een pleisterlaagje. In deze krappe ruimte van 45 x 55 x 180/210 cm moesten de schilderingen - zeer waarschijnlijk ook nog bij kunstmatig licht - worden aangebracht. Men gaat ervan uit dat schilders in het graf werkten, waar ze geen steun hadden aan de nog natte wanden. Tijdelijk verdieping ten behoeve van de werkhouding van de schilders wordt uitgesloten. Ook werd er geen gebruik gemaakt van sjablonen. Tijdens het kopiëren is namelijk gebleken dat eerst de tekening werd ingekrast, wanneer - waarschijnlijk door een tweede (leerling)schilder - de vlakken werden ingekleurd. Vervolgens kon de eerste het afmaken door de zwarte lijnen aan te brengen 18.
Een ander meer voor de hand liggende werkhouding is plat op buik liggen, eventueel op planken, boven het graf. Een beetje schilder is namelijk wel in staat om schildering 'op de kop' aan te brengen. Zodoende ligt hij zichzelf niet met zijn eigen lichaam in de weg en kan ook het kunstlicht, dat men op de bodem van het graf heeft staan, goed weerkaatsen op het witte pleisterwerk.
De volgende beschildering beeldt Maria uit, die op een stenen bankje met betegeling zit. Jezus staat op haar schoot. Hier komt de wederzijdse liefde tussen moeder en kind tot uitdrukking. Bijzonder op deze afbeelding zijn de korenaren op Maria's schoot. Dit zou het oerbeeld van de moedergodin of moeder Aarde kunnen voorstellen 19.
De dakconstructie van de kerk laat hier fraai zien waarom dit deel het schip heet.
Op de vloer zien we een speciale vorm van kantwerk. Het heeft de vormen van de onderkant van het vrouwelijk lichaam. Hierachter vinden we aan een pilaar een wit vrouwspersoon aan het kruis.
Ondertussen komen we een grafsteen van zuster Godelieve tegen. Deze is na de sloop tijdens de Tachtigjarige Oorlog van de Mariakerk hiernaartoe verhuisd. De Mariakerk behoorde bij de Graauwzusterklooster dat tussen de Eedeweg en Kloosterpad lag en tijdens diezelfde oorlog werd verwoest. Op deze zogenaamde Kloosterwei (330191) liggen nog de beschermde restanten.
Op de grafsteen van zuster Godelieve staat verder te lezen dat ze is gestorven op 17 juli 1549 en 2 jaar Moeder is geweest van het klooster. Ze was een dochter van Joerys Paelding.
Er liggen hier meer grafstenen die na de verwoesting van de stad in 1944 omgekeerd als stoepsteen werden teruggevonden en met de restauratie van de kerk hier weer leesbaar werden neergelegd 20.
Ten slotte nog 2 fresco's die we terugvinden in de sarcofagen. Wederom een met Maria en het kindje Jezus. Wat bij deze vooral opvalt zijn de grote bloemen met daarbij de vele gekruiste kruizen. Deze zijn zowel in het zwart met een dunne kwast aangebracht en daarnaast tegelijkertijd met de grote bruine bloemen.
De andere betreft weer een priestergraf met daarop Jezus aan het kruis. Dit kruis is weer gemaakt van levend hout van de wereldboom. Bovenin zien we de zon en maan afgebeeld als zinnebeeld voor Christus en Maria. Opmerkelijk is hoe Jezus hier aan het kruis hangt. Je zou hierin de Man-rune kunnen zien 19. Deze Mannaz is de twintigste rune van het oude futhark, dat een symbool is voor de maatschappelijke orde, elkaars steun 21. De vorm lijkt echter meer op de Y-vorm van , de Elhaz, dat ook Algiz of Eolh wordt genoemd. Dit is de vijftiende rune van het oude futhark, dat eland betekent. Deze rune symboliseert een levensboom en bescherming 22, waarmee het dus ook overeen komt met de levende wereldboom waaraan Jezus hangt.

Een bewerkte versie van "Aardenburg" (versie 0.6, 1 juli 2016), is opgenomen in de nieuwsbrief Moensiana / Peter Altena, Ans J. Veltman-van den Bos (redactie). - Nijmegen : Stichting Petronella Moens, De Vriendin van ’t Vaderland, 2016
De titel van dit artikel is Een reisverslag van een eerste bezoek op 6 augustus 2015 aan Aardenburg, pagina 26-37.
Dit manrune kruis of gaffelkruis, ook wel furcakruis 23 genoemd, dat de Latijnse taalvariant is 24, wordt nog steeds gebruikt op de rugzijde van de kazuifels 18.
Nadat we onze tour hebben afgerond, krijgen we nog mini-college bij de bijzondere priesterstenen die bij de uitgang staan.
Hierna lopen we weer naar buiten en maken ons rondje om de kerk af. Hier komen we een beeld van Petronella Moens (Kûbaard, 16-11-1762 - Utrecht 3-1-1843) tegen, dat gemaakt is door Ineke Ekkers, een op dat moment in Kûbaard Ga naar Kûbaard
reisverslag Friesland provincie in Nederland werkzame beeldend kunstenaar. Dit beeld is hier sinds 19 mei 2001 te bewonderen. Ekkers is zeer duidelijk in de boodschap die ze wil uitdragen. Om dit te begrijpen moeten we iets meer vertellen over Petronella. Toen haar moeder (Maria Albertina Lyklama Nijholt, 1732-1766) in het kraambed overleed in 1766 van haar zusje Baukje Maria, verbleef Petronella enige tijd bij haar oom en tante Erfstee die in IJzendijke woonden. Hier kreeg de roodvonk (toen scharlakenkoorts genoemd) en kinderpokken. Velen stierven hieraan, maar zij overleefde en genas, maar met blijvende schade aan het zicht: ze was de rest van haar leven zo goed als blind 25 of slechtziend. Van haar vader (Petrus Moens, 1732-1803, predikant) leerde ze schrijven. Ze blijkt over een uitstekend geheugen te beschikken en blijkt verbaal zeer beschaaft. Toen ze 23 was, won ze haar eerste literaire prijs voor haar gedicht ‘De waare Christen’. Zij dicteerde haar teksten en haar vriendinnen of een schrijfjuffrouw schreven haar teksten op, zodat ze een oeuvre van meer dan honderdvijftig titels heeft achtergelaten 26. Teveel hier om op te noemen dus.
Maar eentje De Vriendin van ’t Vaderland, een eigen (politiek) tijdschrift - dat volgens haar inleiding de lezers niet zou vermoeien met politiek, al zitten we midden in de omwenteling en de zoektocht van de Bataafsche Republiek! - moet hier toch even genoemd worden. Ekkers wil met dit beeld weergeven dat het eigenlijk niet gaat om het feit wat Petronella Moens in al die documenten heeft geschreven. Veel belangrijker vindt ze het feit dàt ze heeft geschreven. Hiermee vertelt ze dat wat voor drama je ook overkomt, het gaat er vervolgens om wat je ermee doet. Laat je het erbij zitten en leg je je erbij neer of leer je jezelf een andere manier van uiten of wat dan ook aan, waarmee je terugkomt. Het persoonlijke onverzettelijke is het verhaal van dit beeld 25.
Ze moest wegens geldgebrek tot op hoge leeftijd doorschrijven 26, getuige de nieuwe uitgave van bijvoorbeeld Eenige gedichtjes voor kinderen, als klein geschenk in 1841 dat we bij de Koninklijke Bibliotheek met auteur 'Moens, Petronella' als laatste boek tijdens haar leven kunnen vinden.
Ter afsluiting van haar leven, kunnen we nog even teruggrijpen op de rede en het daarbij uitgegeven boekje "Gedachtenisrede, uitgesproken in de Evangelisch-Luthersche Kerk te Utrecht ... Door Johannes Decker Zimmerman", waarbij de uitgeverscorrespondentie dat het "Aan den lezer" vervangt, ook lezenswaardig is.

De Drie Bomen van Rembrandt Harmensz. van Rijn uit 1643
bron: Zie onder Rembrandt

Trois arbres van Matthy Piebes uit 2002
Zie onder MatArt Pasfoto- & Schrijfboekjes collectie
We verlaten het terrein van de kerk, maar kijken eerst nog even achterom om het fraaie toegangspad te aanschouwen. Halverwege het pad valt echter ook nog iets anders op... de drie rode beuken aan de Ruiterskwartier. Deze doen onmiddellijk denken aan De Drie Bomen van Rembrandt en Trois arbres van Matthy Piebes.
We maken het rondje om de kerk af en lopen vervolgens weer over de Marktstraat naar het Archeologisch Museum, dat we uiteraard even bezoeken. Hier komen we ook weer de nodige dingen tegen uit de Romeinse tijd. Zo ook een bekende: een Nehalenniasteen. Op deze staat volgens het museum: Deae Nehalenniae Vegisonivs Martinvs Cives Secvanvs Navta V S L M (Votum Solvit Libens Merito). Dit betekent vrij vertaald: "Aan de godin Nehallenia, Vegisonius Martinus uit het land van de Sequani reder heeft zijn gelofte ingelost, gaarne en met reden", een tekst zoals we het intussen vaker hebben gelezen. Bijzonder is wel dat deze Martin uit de omgeving van Besançon kwam. Besançon is een stad dat goed beschermd in een schiereilandkronkel van de rivier de Doubs ligt. Hiervandaan komen we via de Doubs - Saône - Le Rhône in de Middellandse Zee uit. Of dit de gebruikelijke route was voor deze schipper vergt meer onderzoek.


Aan de wand komen we ook weer een bekende kaart tegen. Hierop staat precies het detail van de kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus dat de toevoeropties van en naar Brugge laat zien, nadat 't Zwin aan het verzanden was. We zien hier Brugge linksonder en 't Zwin in het midden boven. Er ligt een vaarroute om het eiland van Cadzand heen, dat later als Nieuwvliet ingepolderd wordt. Daaronder zien we Oostburg liggen aan het vaarwater 'de Oude Brugse Vaart' dat naar de Schelde gaat.
En zo liggen ook hier weer talloze objecten die om aandacht vragen en worden er nog verhalen verteld omtrent de verdronken dorpen, de situatie van Aardenburg in de Middeleeuwen, het ontstaan en opgravingen van de kerk met natuurlijk ook aandacht voor de beschilderde graftombes.
Wanneer we weer beneden zijn en nog even een gesprekje voeren met de medewerkster komen er nog twee brochures tevoorschijn waar we blij van worden. Deze Op verkenning door Aardenburg door G.A.C. van Vooren en Opgravingen en vondsten : Romeins Aardenburg door J.A. Trimpe Burger geschreven boekjes gaan natuurlijk mee.
Van dat laatste boekje kunnen we al meteen gebruikmaken, wanneer we een stukje verder zijn gelopen, de Burchtstraat in. Hier vinden de vorm van een romeins poortgebouw, zoals men in 1976 heeft ontdekt en blootgelegd. Daarna is het weer toegedekt en 2.80 m hoger - het huidige maaiveld - gereconstrueerd met wat we nu zien: Een deel van de fundering van de poort van de verdwenen castellum - de Porta principalis sinistra. Men gaat ervan uit dat de bouwmaterialen, na de nieuwe bewoning rond de 11e eeuw, langzaamaan zijn 'hergebruikt' 27. Hoe zo'n complete Vita Romana eruit heeft kunnen zien, laat een maquette zien die hier ook te aanschouwen is 28. Wanneer we verder lopen naar de Zuidstraat, komen we op de hoek het hoofd tegen van Jan Nieuwenhuijzen . Dit beeld is gemaakt door Hans Luchies in 2003. 29. Op 14 mei 2007 is bij de Doopsgezinde Kerk in Edam een soortgelijk beeld onthuld 30. Jan Nieuwenhuijzen (Haarlem, 1-9-1724 - Amsterdam, 24-2-1806) zou eerst 'boekverkooper' worden, maar volgde zijn hart op vierendertigste leeftijd, toen hij doopgezinde predikant werd. Eerst in Middelharnis, gevolgd door Aardenburg en Monnikendam. Wijs geworden als predikant was hij overtuigd geworden van de christelijke deugden en richtte hij - toen hij medestanders vond in Monnikendam - de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen op 31. Hij was van 1763-1771 predikant in Aardenburg 29. Na zijn overlijden zijn er ter nagedachtenis enkele redevoeringen uitgesproken: Redevoering ter gedachtenis van den eerwaarden Jan Nieuwenhuyzen, stichter der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen: benevens de gezangen en dichtstukken voorgedragen den 9. april 1806, bij gelegenheid van het lijkfeest door het departement Haarlem der gemelde Maatschappij gevierd door Cornelis Scholl van Egmond (1777-1838) en door Coenraad Wertz de Redevoering ter gedachtenis van Jan Nieuwenhuijzen, leeraar der Doopsgezinden te Monnikendam, stichter der Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen : uitgesproken bij gelegenheid der algemeene vergadering dier Maatschappij, den 13den van Oogstmaand, 1806.
Maar ook in andere plaatsen werden redevoeringen gehouden: Leiden - 12 Mei 1806 en Gouda - 9 Augustus 1806.
Jan Roemer heeft voor de jeugd nog hetzelfde jaar van zijn sterven een geschrift doen uitkomen dat de titel Het leven van Jan Nieuwenhuyzen, oprigter der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, voor de jeugd heeft gekregen. Voor zijn dood heeft hij een Gouden Eerpenning gekregen tijdens de algemene vergadering van 1788. De aanbieding speech en het dankwoord kunnen we nalezen in Bij het overhandigen van den gouden eerpenning.

We lopen via de Busschieterstraat naar de Weststraat. Dit is de straat met de oudere en soms fraai gedecoreerde panden, waarvan we slechts een hier laten zien, De Gouden Eikel. Over dit pand uit 1646 gaat het verhaal dat Maurits van Nassau (1567-1625) 32 hier na de mislukte poging om Oostende te veroveren vanaf 12 mei 1604 verbleef, toen hij Aardenburg in handen had gekregen. Hiervandaan belegerde hij tussen mei en augustus van dat jaar de stad Sluis. Geschiedkundig kan dit (een pand uit 1646, waarin iemand verblijft die in 1625 is overleden) natuurlijk niet kloppen, maar hiervoor zal vast een passend antwoord te vinden zijn, wanneer onderzocht wordt hoe deze vork precies in de steel zit.
We lopen naar de fraaie Kaaipoort die aan de andere kant er nog fraaier en bijzonderder uit blijkt te zien. Deze poort is al vrij oud, maar zoals we het hier zien, stamt het ongeveer uit 1650 en maakte het onderdeel uit van de Staatse Vestingstrategie. Hiervoor maakte het deel uit van een ander vestingstelsel, namelijk die van Gwijde van Dampierre (±1226 – Compiègne, 7 maart 1305 33), die deze poort in 1299 liet aanleggen. De haven van Aardenburg lag daardoor buiten de stad. De Oude havenkom is nu een plein geworden met de toepasselijke naam Kaai, maar door middel van divers steengebruik is het sinds de herinrichting van 2002 weer goed te herkennen als een voormalige haven 34.
We lopen vervolgens weer terug door de hele Weststraat, omdat we de straat nog slechts voor de helft hadden gezien. Onderweg komen we het voormalige pand van het Weeshuis uit 1624 / 1631 tegen. Maar ook een mooie 19de-eeuwse voorkant van de doopsgezinde kerk Het Lam uit 1636. Aan het einde van de straat komen we een merkwaardig beeld tegen van P.Nand.R. uit 2008, dat de naam Nike - de Griekse godin van de overwinning - draagt. Dit is een verwijzing naar de munten en ring die hier gevonden zijn, waarop zij stond afgebeeld. In het beeld van Nand Huyghe wordt zij gesymboliseerd door de vleugel 35. P.Nand.R. staat voluit voor de fictieve firmanaam Publi Nand Ria van Nand Huyghe (Landskouter, 25-5-1948) 36.

Hoewel er voldoende of beter geformuleerd méér uitspanningen zijn aan de Kaai, lopen we toch via de Marktstraat terug naar de Markt, waar de auto staat om hier op een terras te gaan zitten. Na zoveel indrukken hebben we wel weer even behoefte gekregen aan een drankje. We schuiven aan bij Hotel – Bistro – Tearoom Rudanna Castra om even bij te komen. Wanneer we Aardenburg van alle kanten doorbladeren en afvinken wat we hebben gezien van datgene dat hierin besproken wordt, dan hebben we 18 punten van de 42 aangeboden items gezien en ervaren. Kortom, Aardenburg is iets te veelzijdig om op één dag te doen.
Aangezien de tijd ook vordert, besluiten we ook om hier aansluitend een hapje te gaan eten, zodat de chef z'n Scampi en Stoverij mag klaarmaken voor ons.

Na het eten rijden we op ons gemak via de N251 langs de Krabbeschans bij Draaibrug, waar we de N253 richting Oostburg vervolgen. Hier rijden we over de Commerswerveweg langs de besproken terpen Locwirde en Cumbingascura. Wanneer we bij Schoondijke uitkomen rijden we over N676 naar ons huisje bij Breskens.

noten:
1. Topografische Atlas van Zeeland : Schaal 1:25.000 / Thomas Termeulen, Rob Kersbergen (samenstelling). - Landsmeer : Uitgeverij 12 Provinciën, 2014. - ISBN 978-90-77350-78-2. - p. 87;
2. Aardenburg van alle kanten : Een wandeling langs de natuur, de monumenten en de cultuur van een historische stad / Arco Willeboordse; Jan Pleijte, Carlien de Backere (redactie). - Aardenburg : Stichting Cultureel Aardenburg, 2014. - p. 14;
3. Aardenburg van alle kanten / Arco Willeboordse. - p. 3;
4. Op verkenning door Aardenburg / G.A.C. van Vooren. - [s.l.] : [s.n.], [z.j.]. - p. 3-4;
5. Wikipedia Frans Ackerman;
6. Repertorium van de Vlaamse adel : (ca. 1350-ca. 1500) / Frederik Buylaert. - Historische monografieën Vlaanderen, 1. - Gent : Academia Press, 2011. - ISBN 978-90-382-1851-9 p. 355;
7. Op verkenning door Aardenburg / G.A.C. van Vooren. - p. 15;
8. Geschiedenis van Zeeland I, p. 151;
9. Meer dan 1000 jaar Sint Baafs Aardenburg / J. van Hinte, W.P. Dezutter. - eerste druk 1974. - Aardenburg : Kerkvoogdij van de Nederlandse Hervormde gemeente Aardenburg, 2008. - p. 6;
10. Aardenburg van alle kanten / Arco Willeboordse. - p. 15;
11. Zeeuwse Ankers Sint-Baafskerk in Aardenburg;
12. Meer dan 1000 jaar Sint Baafs Aardenburg / J. van Hinte, W.P. Dezutter. - p. 12;
13. Op verkenning door Aardenburg / G.A.C. van Vooren. - p. 17;
14. PZC, 21 juli 2009, 08:22 Koor van Bach zingt lof culturele week;
15. Stichting Cultureel Aardenburg Aardenburgse Zomerkunsten 2009;
16. Meer dan 1000 jaar Sint Baafs Aardenburg / J. van Hinte, W.P. Dezutter. - p. 13;
17. Meer dan 1000 jaar Sint Baafs Aardenburg / J. van Hinte, W.P. Dezutter. - p. 19;
18. Meer dan 1000 jaar Sint Baafs Aardenburg / J. van Hinte, W.P. Dezutter. - p. 15-16;
19. Meer dan 1000 jaar Sint Baafs Aardenburg / J. van Hinte, W.P. Dezutter. - p. 19;
20. Meer dan 1000 jaar Sint Baafs Aardenburg / J. van Hinte, W.P. Dezutter. - p. 9;
21. Wikipedia Mannaz,
22. Wikipedia Elhaz;
23. Winkler Prins Encyclopaedie / E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann, H.R. Hoetink (hoofdredactie). - Twaalfde deel Keh-Loc. - Amsterdam : Elsevier, 1951. - p. 403;
24. Synonymia latino-teutonica : (ex etymologico C. Kiliani deprompta) : Latijnsch-Nederlandsch woordenboek der XVIIe eeuw / uitg. door Emile Spanoghe. - 3 delen. - Antwerpen [etc.] : Buschmann [etc.], 1889-1902. - Deel 2, p. 53 Furca;
25. Petronella Moens;
26. Huygens ING: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland Moens, Petronella (1762-1843) [13/01/2014];
27. Opgravingen en vondsten : Romeins Aardenburg / J.A. Trimpe Burger. - Aardenburg : Gemeentelijk Archeologisch Museum, 1992;
28. Aardenburg van alle kanten / Arco Willeboordse. - p. 20,
29. p. 21, 52;
30. Bericht van ’t Nut. - Zevende jaargang, 2007 Het Nut leeft voort in het beeld van Jan Nieuwenhuijzen, p. 4;
31. DBNL auteurs Jan Nieuwenhuijzen, p. 4;
32. Wikipedia Maurits van Oranje,
33. Gwijde van Dampierre;
34. Aardenburg van alle kanten / Arco Willeboordse. - p. 29-30,
35. p. 22;
36. p.NAND.r Bio & CV;

internetraadpleging: 6 - 16-1-2015


      Breskens
Ruim voor zonsondergang komen we hier aan, maar uiteindelijk is de tijd daar, dat de zon in de Noordzee zal verdwijnen. En dat gaan we bekijken vanaf een duintop. Wanneer we naar dit spektakel gaan kijken, kunnen we dit - zoals uit de foto's blijkt - op vier verschillende manieren bekijken, waarbij sommigen elkaar op bepaalde punten kunnen bestrijden in schoonheid of juist niet.







Zonsondergang 6-8-2015 Breskens



Waterdunen in wording
Nieuwesluis


Baarzandse Kreek
Groede


Nieuwkerksche Kreek (westen)
Groede


Nieuwkerksche Kreek (oosten)
Groede


De Reep (westen)
Groede


De Reep (oosten)
Groede


Ringdijk
Oostburg


restant kreek
Oostburg


Levensbron | 2014 | Johnny Beerens
Oostburg


Sint Eligiuskerk
Oostburg


(voormalig) Kantongerecht
Gijsbert Friedhoff | Mart Bollen - Oostburg


hoek Markt-Burchtstraat
Oostburg


Eenhoornplantsoen
Oostburg


Eenhoornplantsoen
Oostburg


1672
Oostburg


Gemeentehuis
Oostburg


Gemeentehuis
Oostburg


gereformeerde kerk
Oostburg


woonhuis (1950)
Oostburg


Aardenburg


Markt
Aardenburg


Vergeten namen
Markt - Aardenburg


Vergeten namen
Markt - Aardenburg


Vergeten namen
Markt - Aardenburg


Marktstraat
Aardenburg


Het koor van Bach | 2008 | Chris Ferket
Aardenburg


priestergraf
Sint Baafskerk
Aardenburg


'Maria met de korenaren'
Sint Baafskerk
Aardenburg


schip - dakconstructie
Sint Baafskerk
Aardenburg


?
Sint Baafskerk
Aardenburg


graf zuster Godelieve
Sint Baafskerk
Aardenburg


vrouw aan het kruis
Sint Baafskerk
Aardenburg


Maria en kind Jezus met herkruist kruis
Sint Baafskerk
Aardenburg


priestergraf met maan en zon
Sint Baafskerk
Aardenburg


Petronella Moens
bij Sint Baafskerk
Aardenburg


toegangspoort
Sint Baafskerk
Aardenburg


3 rode beuken
Ruiterskwartier
Aardenburg


Nehalenniasteen
Archeologisch Museum
Aardenburg


Fallussymbool
Archeologisch Museum
Aardenburg


gietmal
Archeologisch Museum
Aardenburg


Romeinse castellum
Aardenburg


Jan Nieuwenhuijzen
Aardenburg


De Gouden Eijkel
Aardenburg


Kaaipoort
Aardenburg


Kaaipoort
Aardenburg


voormalige haven
Aardenburg


Nike | P.Nand.R. | 2008
Aardenburg


Scampi en Stoverij
Rudanna Castra
Aardenburg






Dag 13: Zuidzande - IJzendijke - Biervliet - Terneuzen

kaart 13

Vandaag gaan we naar de plaatsen die worden ontsloten door de nieuwe weg N61. Om op de N61 te komen, nemen we de bekende route over Groede naar Nieuwvliet. Hier gaan we de N675 af, om naar het zuiden te rijden. Daarom komen we zo door Ter-Moere en Akkerput.


      Zuidzande
Hierna rijden we Zuidzande binnen. Deze plaats, met z'n paar straten, blijkt toch een dorpje met karakter te zijn. En dus nemen we een kijkje. De naam Zuidzande verraad dat we op het zuidelijkste puntje - blijkt zuidoostelijkste puntje te zijn - van het voormalig eilandje van Cadzand aangekomen zijn.
Zuidzande was ooit een van vele kleine Zwinhaventjes. Deze lag tegenover het kanaaltje dat Oostburg toegang gaf tot 't Zwin. Zuidzande is vernoemd naar de plaat Zuudzand dat hier in 't Zwin lag. Het kent daarmee ook een woeste geschiedenis, dat tot tweemaal toe is 'verdronken' en vervolgens weer opgebouwd in de jaren 1617 en 1670
1.
Vandaag ziet het er stralend uit. We hebben de auto in de Dorpsstraat gezet en lopen naar het Dorpsplein, waar het druk oogt. Er komt net een hele stoet auto's - achter een groot landbouwvoertuig - aan gereden vanuit de Mariastraat. Dus hebben we even de tijd voor 'kapotte stoel' als kunstobject en een omgebouwde kerk in Restaurant Céleste. Aan de overkant vinden we een hotel met de naam De Rode Leeuw. Wanneer we ons weer omdraaien zien we opeens een tot Straatbieb omgetoverde telefooncel. Zoiets hadden we een paar jaar geleden ook al eens gezien in Itzehoe . Een ideaal object om voor zoiets te gebruiken. Echter, zoiets komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. In het najaar van 2014 was er al een tijd op dit plan gebroed 2. En het is blijkbaar net voordat de zomer begon gerealiseerd: 23 mei 3.
Een (namaak)pagina uit een "handschrift"-boek dat kleurrijk verlucht is, verklaart een van de initiatiefnemers van dit project. De boekbinder Frits Baars van Boekbinderij "Knooppunt 44". Hij woont een eindje verderop in de Dorpsstraat en aangezien we toch een stukje van Zuidzande willen bekijken lopen we de Dorpsstraat in. Al gauw zien we het hoekpand van de boekbinder en we spreken hem - nieuwsgierig geworden - aan, wanneer we hem buiten zien lopen. Na een kort voorstelrondje met interesse-uitleg tot het boekbinden, laat hij ons het een en ander van zijn werk zien. Zijn levensloop van docent - boer - boekbinder is bijzonder te noemen. Zijn laatste omslag kwam voort uit de behoefte om zelf een bepaald boek in te binden. Dit verlangen is vaker een reden om iets te gaan leren, weten we. Zo is ook het pasfotoboekje ontstaan.
Maar je hebt boekbinders en Boekbinders. Frits Baars heeft zich op vele manieren geschoold - van Antwerpen tot Utrecht - en is dan ook Boekrestaurateur én Boekbinder. Daarnaast heeft hij - zo blijkt uit een rondgang door zijn atelier - voldoende fantasie om compleet nieuwe vormen te ontwikkelen en uit te voeren. Uit zijn Posts blijkt ook zijn grote liefde voor deze ambacht en voor het materiaal waarmee hij werkt. Een genot om naar te luisteren en te kijken.
We wensen hem alle succes met zijn mooie producten, wanneer we weer verder gaan.
We rijden nog even de Mariastraat in en brengen een bezoekje aan een oude schuur van rond 1800, waarin nu Atelier "De Test" gevestigd zit. Hier kunnen we ook even op het terras zitten en wat eten en drinken en ondertussen naar 'een groot assortiment hand vervaardigde keramiek van een groot aantal kunstenaars'. Uiteraard bekijken we ze even later ook in de tuin en in de schuur. We zien dat er niet alleen unieke werken staan, maar ook keramiek van 'dertien in een dozijn'.
We rijden weer terug naar het dorp en rijden rechtdoor richting Oostburg. We komen nu door Oostburgsche Brug en rijden over de straat waar de Oude Haven van Oostburg lag, voordat we de N253 bereiken. Hier bij Oostburgsche Brug, aan het einde van de Oostburgse haven lag van 1604 tot 1673 de fort Hans Vrieseschans, vermoedelijk vernoemd naar de kapitein Hans Vrieze die hier met zijn vendel een Spaans ontzettingsleger terugsloeg. Omdat Sluis (op dat moment nog Spaans) onder beleg lag van de Staatsen, stuurden de Spanjaarden via Oostburg een ontzettingsleger. Maar omdat Hans met zijn compagnie dit tegenhield kon Sluis teruggewonnen worden 4.
Bij de N253 gekomen, nemen we weer de Commerswerveweg (en vergeten weer naar links te kijken waar het terpje Cumbingascura ligt).
We rijden de N253 uit en vervolgen de N61 naar IJzendijke.

noten:
1. Verdwenen havens van Zeeland / P.J. Huijbrecht. - p. 20;
2. PZC 26 november 2014 Zuidzande krijgt eigen bibliotheek;
3. Facebook Dorpsraad Zuidzande Straatbieb Zuidzande;
4. informatiebord streekmuseum Stichting Het Bolwerk;

internetraadpleging: 21-1-2016


      IJzendijke
IJzendijke is als vorm nog steeds te herkennen als vestingstad (1573), dat verbonden is in de Linie van Oostburg. Deze IJzendijke (Ysendyck) was een eerste opzet na de overwinning van de hertog van Parma in 1583, aldus het informatiebord, dat we meteen tegenkomen, wanneer we de wagen nabij de Markt hebben geparkeerd. Simon Stevin breidde dit uit nadat Maurits van Nassau IJzendijke weer heroverde in 1604. Een eeuw later werd het door Menno van Coehoorn aangepast vanwege de Spaanse Successieoorlog waarin gepoogd werd, de Zonnekoning (Lodewijk XIV van Frankrijk) te verhinderen dat hij ook het Spaanse Rijk (waartoe ook de Zuidelijke Nederlanden nog toe behoorden) ging regeren. Daarna werd het voornamelijk door diverse partijen veroverd of bezet, Frankrijk (halverwege 18e eeuw), Frankrijk (einde 18e eeuw). De vesting werd na 1805 in Nederlandse handen opgeheven als vesting, al werd tijdens de afscheiding van de Zuidelijke Nederlanden van 1830-31, het nog wel door de Noordelijke Nederland ingezet als zodanig. Daarna verdween grotendeels de vesting. Rond 1950 zijn er weer enkele zaken in oude toestand gebracht.
Hiervoor was er iets ten zuidoosten van de huidige IJzendijke ook een plaats met dezelfde naam. Deze werd voor het eerst in 1046 genoemd. Het maakte deel uit van de Londense Hanze, maar had ook veel last van de stormen en overstromingen van 1375, 1376, 1408 en 1437, waarmee het verdween.
Het noemen van Isendijcke in 1046 was in relatie met een kapel. In 981 zou er ook al een vermelding te vinden zijn. Het zou ongeveer 2 km ten noordoosten van de huidige plaats gelegen hebben aan een kreekje, de Elmare, dat ten westen langs Biervliet in verbinding stond met de Honte
1. Het was in de 11e eeuw - samen met de andere havenplaatsen Aardenburg, Oostburg, Axel en Hulst - de hoofdplaatsen van de gelijknamige ambachten. Ze groeiden in de twee eeuwen daarop uit in steden. Voor IJzendijke kwam de eerste vermelding als stad in 1238 2. Hier moet echter niet te veel bij voorgesteld worden, evenals als de handel op Londen. Het betrof voornamelijk de lokale handel uit de ambacht en omgeving. Dit bleek ook na de overstromingen van deze ommelanden. De handel kwam volledig stil te liggen. Na de Elisabethvloed was het voor Oud-IJzendijke dan ook afgelopen.
Ter herinnering staat er op deze plek een paal van arduin steen, dat hier op 2-11-1619 geplaatst is 1: "Hier is op den 2 november 1619, ghestelt eenen arduynen paalsteen ter plaetsen daer eertyts gestaen heeft 'oudt Ysendijke'" 3. Na de vele inunderingen en andere overstromingen is deze echter uit het zicht verdwenen.
We kunnen het mogelijk plaatsen in de huidige Amalia- of Ameliapolder, maar het zou ook zo'n honderd meter vanaf de dijk in de Zachariaspolder gelegen kunnen hebben 4.
Archeologisch is hier geen onderzoek gedaan of over vastgelegd. Wel is iets zuidelijk sporen uit deze periode van een kerk gevonden 5. Daarnaast suggereert onvruchtbare of minder vruchtbare stukken grond vaak ook op voormalige bebouwing of anderszins onderbrekingen. In dit gebied zien we hiervan delen duidelijk aanwezig zijn.
Dit alles is echter weggesleten en weer opgevuld met een dikke laag klei.
Wij betreden dus het IJzendijke 2.0 dat vanaf de 17e eeuw weer echt startte. Het plein Markt heeft ook echt nog deze uitstraling, zoals we bijvoorbeeld aan het pand zien, waarin het Restaurant De Lausanne nu gevestigd is. En zo staan er meer panden. We lopen eerst maar even een oriëntatierondje door IJzendijke.
We staan eigenlijk meteen oog in oog met Prins Maurits aan een schaakbord, met levensechte schaakstukken. Hierop komen later nog even terug. Dit beeld is gemaakt door Guido Metsers 6 (Hulst, 11 december 1940), dat in 2004 gemaakt is en op 15 mei onthuld 7. Vanzelfsprekend nemen we even aan de Spaanse zijde plaats om het onderspit te delven en een toeristische foto te maken.
Op het pand hierbij vinden we een gevelsteen dat doet denken aan de gelaarsde kat, maar nu heeft het een zwart-wit boevenpakje aan en torst het een kogel aan zijn been. Van origine was het pand, een voormalige schoenenzaak, De Gelaarsde Kat getooid met een gevelsteen De Gelaarsde Kat, zoals de gevelstenen-verzamelsite ook laat zien. De nieuwe eigenaar wilde hier in 2014 een nieuwe bistro creëren: Le Cachot, met een dikke knipoog naar 'het cachot' waarin hij gezeten heeft op verdenking van betrokkenheid bij de Kasteelmoord in Wingene 8. Echter, een bistro zit er nu nog niet in.
Aan de overkant van de Markt komen we het streekmuseum van Stichting Het Bolwerk tegen, een museum waarin vooral aandacht is voor Tachtigjarige oorlog, maar ook tipt het aan de 2000 jaar "snijvlak van land en water" en menselijke vijanden. Hier komen we later nog terug, eerst gaan we de benen strekken.
Via de Gouverneurstraat en Kerkstraat komen we uit bij de kerk. Deze is - tot onze verrassing - gewoon open. De toren van deze Nederlands Hervormde kerk staat scheef aldus een krantenartikel die we - wanneer we naar binnen zijn gegaan - tegenkomen. The legendary Pol van de Vijver verteld hierin dat het wel om 15 procent gaat en dat is dus vijf procent meer dan die in Pisa 9. Nu houden we zelf ook wel van overdrijven, maar 15 procent. In werkelijkheid staat de toren van Pisa 3,9 graden uit het lood en daarnaast zijn er ook nog vele andere die een paar graden meer uit het lood staan, weten we uit een vorig reisje . En van zo dichtbij valt er eigenlijk helemaal niets te zien, dus zal het van een afstand en vanuit de juiste hoek bekeken moeten worden. Van sommige dingen moet je ook geen item maken, wanneer je ook andere zaken kunt inzetten om aandacht te krijgen.
Deze kerk (31532) is tussen 1612-1614 gebouwd en is bijvoorbeeld de eerste kerk in Zeeland die speciaal voor de protestantse diensten gebouwd is. Vervolgens is het tussen 1656 en 1659 vergroot. De grafzerken die in de vloer in de kerk liggen zijn hier allemaal nog gaaf.
We lopen een rondje - de Rozemarijnstraat - om de kerk, lopen langs De Vier Heemskinderen in de Landpoortstraat weer richting de Markt. Onderweg passeren we panden die fraai gerestaureerd zijn, maar ook nog authentiek uitziende schuren. Beiden hebben zo hun schoonheid.
Bij de Markt gekomen, lopen we een groot gedeelte de Koninginneweg op. Hier is het flink uitkijken met wat we links en rechts zo tegenkomen. Ter hoogte van de Biestraat krijgen we de korenmolen (31531) van IJzendijke in beeld. De Witte Juffer, waarmee de nieuwe eigenaar het in 2009 eindelijk een naam gaf, werd hier in 1841 als een grondzeiler gebouwd, waarna het tot de huidige stellingmolen is omgebouwd. Tussen 1931 en 1965 was het 'onttakeld'.

Menno van Coehoorn (Britsum, maart 1641 - Den Haag, 17 maart 1704)
Aan de andere kant zien we aan de toren in Verlengde Molenstraat een enorme spin tegen de muur lopen. Bij de volgende zijstraat de Schuttersstraat zien we wanneer we ons omdraaien een schilderij met daaruit komend de rest van het schilderij, zodat je met deze middeleeuwers aan tafel kunt eten en drinken. Het schilderij is gemaakt door Joost Heeren. Hierop staan een aantal verwijzingen naar historische en museale doeken. Tijl Clement maakte het beeld 3D door een bijpassende zit te maken 10.
We lopen de Verlengde Molenstraat in, merken het hoogteverschil op - wat een restant is van de Molenveste. Bij de Molenstraat nemen we de Hoogstraat, waar we het huis Inde Swarte Leeuw uit 1657 (althans de gevelsteen) tegenkomen.
Op de Markt gekomen, lopen we naar het streekmuseum. Hier worden van harte welkom geheten en wordt ons uitgelegd hoe de routing werkt en dan worden we uitgenodigd om te beginnen met een kortdurende film. Hiervan maken we natuurlijk gebruik.
In de eerste kamer die we vervolgens bezoeken, worden we aanschouwd door niemand minder dan Menno van Coehoorn (Britsum, maart 1641 - Den Haag, 17 maart 1704).
Nieuwe vestingbouw
Menno van Coehoorn
We kwamen hem ook al eens in Wijckel tegen. De kerk aldaar bevat namelijk zijn praalgraf.
Hier ligt veel van zijn vestingbouwkundig werk. Eén van zijn internationale bestsellers uit 1685 was dan ook Nieuwe vestingbouw, Op een natte of lage Horisont. Het museum legt het in een klein filmpje van een paar minuten uit.
In een andere zaal vertelt een soldaat, als deelnemer in de tachtigjarige oorlog, hoe het eraan toe ging en hoe de leefomstandigheden waren. Hij wordt omringd met wapens en ander materiaal uit die periode.

Met kaarten worden vele situaties duidelijk gemaakt. Zo komen we ook de kaart Kaarte van Staats Vlaanderen met de oude en nieuwe limiten van W.T. Hattinga uit 17 april 1747 tegen, waarop de nodige tijd gekeken kan worden, hoe bijvoorbeeld het water liep en je dus van A naar B kon varen in deze periode. Maar ook fort namen, als bijvoorbeeld de bij Zuidezande genoemde Hans Vriese F(ort) en de bedijkte polders met hun namen.
Doel van deze kaart was echter om het nieuwe verdedigingsplan van Menno van Coehoorn met behulp van inundaties, te laten zien. Hiervoor dienden wel allerlei dijkwerken aangepast te worden. Dit plan, zoals op deze kaart uitgewerkt, werd nimmer uitgevoerd.
Nadat we alle zalen hebben bekeken komen we weer terug in de laatste zaal waar ook een boekwinkeltje te vinden is.... en kleren. En dat konden we natuurlijk niet laten. Dus even snel omgekleed voor een foto. Deze zeventiende-eeuwse gewaden zijn zo waarheidsgetrouw mogelijk gemaakt op basis van historische documenten in het Aardenburgs atelier Ensaid.
En vervolgens natuurlijk de boeken bekijken. Helaas zijn niet alle boeken te koop, zoals het boek met de overduidelijke en verklarende titel Scharnierend Gewest, waarmee alles is gezegd, zodat de ondertitel 200 jaar Zeeuws-Vlaanderen 1814-2014 slechts de periode verduidelijkt. Maar er zijn voldoende andere interessante titels op voorraad, zodat we toch met een aantal de deur uitgaan.

En na een museumbezoek is het weer de hoogste tijd voor een drankje. We lopen naar de schakende Prins en kijken nog eens goed naar de stukken, want in het museum werden we daarop gewezen. En inderdaad, er zitten opmerkelijke stukken tussen, naast het feit dat allen personages voorstellen uit de zeventiende eeuw. Ter illustratie laten we er hier twee zien.
Na deze speurtocht nemen we plaats op het terras van Café La Porte d'Or om onze dorst te lessen.

Na deze verfrissingen gaan we weer verder naar onze volgende bestemming, (het eiland van) Biervliet.

noten:
1. Verdwenen havens van Zeeland / P.J. Huijbrecht. - p. 23;
2. Geschiedenis van Zeeland I, p. 142-143;
3. Het Rijksarchief in België : Kaarten : Catalogus van de Kaartenverzameling van het Rijksarchief te Gent / P. De Reu Figurative kaart van de groote en kleine Soute polders, Maria polderken, Oranjen polder en Emilia polder, gelegen tusschen Ysendyke en Biervliet;
4. Tussen Afsluitdammen en Deltadijken / [M.P. de Bruin en] M.H. Wilderom. - [Vlissingen] : [Wilderom], 1961-1973; Deel 4: Zeeuwsch Vlaanderen / M.H. Wilderom. - ISBN 9070027410 1/2, p. 107 - 2/2, p. 363;
5. Archeologie in de gemeente: IJzendijke kerk;
6. Wikipedia IJzendijke,
7. Wikipedia Guido Metsers;
8. PZC 17-4-2014 (update 24-8) Oud-gevangene opent bistro 'Le Cachot' in IJzendijke;
9. De Scheve toren van IJzendijke / Ronald Verstraten (in: De Stem);
10. StaatsPareltjes IJzendijke, Zeeland, Aan tafel!;

internetraadpleging: 21 - 24-1-2016


      Waterlandkerkje
Wanneer we IJzendijke uitrijden naar de N61 en op de kaart IJzendijke aanduiden dat we er geweest zijn, zien we dat Waterlandkerkje hier vlakbij ligt, maar wel de andere kant op dan Biervliet. Aangezien we intussen al op de rotonde rijden is het een split second decision om nog een rondje te rijden om de juiste afslag naar Waterlandkerkje te gaan rijden.

We worden begroet door Hildegonda, de zeemeermin. Volgens een legende werd ze door een visser uit Oostburg gevangen. De visser wilde haar tentoonstellen in de stad om er zo aan te verdienen. Een voerman uit Waterlandkerkje het had zien gebeuren en de smeekbeden van de zeemeermin niet ingewilligd zag worden door de Oostburgse visser, redde haar, waarna ze wegzwom. Boeren uit de omgeving kwamen op het rumoer af en daar verscheen ook Hildegonda nogmaals. Ze sprak toen haar profetie uit dat Waterlandkerkje nog lang een klein dorp zou blijven, maar ooit zullen de bewoners het dorp eendrachtig tot groei brengen.
Wie de maker van het beeld is, is onduidelijk. Het
YouTube-filmpje van Johan Faes (een van de bewonersgroep "Eigen wijzen") waaruit duidelijk wordt dat het beeld hier op dinsdag 19 oktober 2011 in de stromende regen is geplaatst, ontsluierd ook de "geboorteplaats" waar ze op zaterdag 4 juni 2011 gehaald is. Heist op den Berg is de plaats en Medussa voor 'Authentieke historische materialen en curiosa' de winkel.
De kerk heeft - samen met het dorp - een bijzondere geschiedenis. De informatieborden vertellen ons dat het protestantse verhaal begint in 1553, in de voormalige katholieke Sint Nicolaaskerk, dat ooit zo'n drie kilometer zuidelijker lag. Door inundaties en rooftochten van beide legers verviel dit pand. Een eenvoudig zaalkerkje werd op deze plek in 1674 voltooid en stond toen op Staats grondgebied. Hierna volgden de gelovigen, zodat het dorp Waterlandkerkje ontstond. Het is vernoemd naar de kerk in de oude heerlijkheid Waterland.
Bij de ingang van de kerk vinden we een beeld van de eerste protestantse predikant Johannis Stuerbout van de voormalige katholieke kerk. Het verhaal gaat dat tijdens de kerkdienst van 25 november 1668 er acht Spaanse soldaten de kerk bezochten. Dit bleek echter niet een vreedzaam bezoekje te worden. Ze sleurden de predikant van het preekgestoelte en verwonden z'n ledematen en z'n hoofd, waarbij ze tevens zijn linkeroor afsneden. Ook beroven ze de kerkgangers van hun sieraden en worden ze gedwongen om zich te ontdoen van hun kleren. Als jachttrofee houden ze het oor. Dit was een wraakactie ten spijt van de Geuzen.
Op 21 januari 1669 bezwijkt de predikant alsnog aan zijn verwondingen. Na een eerdere niet geslaagde poging de daders op te sporen, volgt opnieuw een onderzoek, waarbij men meer succes heeft. Er worden twee daders gevonden (Pierre d'Aldenhove en Jacques Caudrelier) en na hoop op een zekere strafvermindering vertellen ze wie de leider was: Martin Brockelmans, die echter nooit gevonden gaat worden. De twee gevonden helpers vinden de strop.
En nu staat er een eikenhouten beeld sinds 8 december 1984, waarop Johannis Jesaja 61:1-3 aanwijst: „De Geest des Heren HEREN is op mij, omdat de HERE mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen een jaar van het welbehagen des HEREN en een dag der wrake onze God; [...].
Het beeld werd gemaakt door de oude dorpstimmerman en de Breskense pastoor (dus Katholiek) Omer Gielliet 1.
Wanneer we het kerkje betreden vinden we een expositie van het werk van Ankie Kienhuis en Nel Henneke. Beide dames zijn ook aanwezig. Dat vanzelfsprekend een gesprekje uitlokt. Vooral de keramiek van Ankie trekt ons aan. En ondanks dat de vorm per figuur allen 'hetzelfde' zijn, verschillen ze in kleur en uitstraling en zo wordt het toch nog even goed selecteren, welke voor ons het aantrekkelijkst is.
Nadat het beeldje keurig is ingepakt ter bescherming van onze autorit vertrekken we nu echt naar Biervliet.

noten:
1. Reformatorisch Dagblad, 26-08-1992 De spijt van de geuzen in 1668 / J. P. Sinke. - p. 18;

internetraadpleging: 24 - 26-1-2016


      Turkeye
En dus rijden dezelfde weg - de Turkeijeweg - weer terug, tot we het gehucht Turkeye tegenkomen. Ja, dan moeten we er ook even doorheen rijden. Maar waarom heet dit gehucht eigenlijk zo?
Het maakte onderdeel uit - als sterkte - van de Linie van Passageule, met schansnamen Groot Turkeye, Klein Turkeye en Konstantinopel. Het is een verwijzing naar een aantal mogelijke gebeurtenissen. Het verwijst naar de vriendschappelijke relatie tussen de jonge Republiek en het Ottomaanse Rijk. De sultan was namelijk de eerste die de Republiek erkende, waarna er in 1612 officiële betrekkingen worden aangeknoopt
1. Dit kan ook een gevolg zijn van de inname van Sluis op 19 augustus 1604, na drie maanden beleg door de Staatse troepen onder leiding van Maurits. Het bleek namelijk dat de drie à vierduizend goedbewapende Spanjaarden bij het vertrek op 20 augustus ook zo'n 1400 slaven, waarvan de meeste Turken waren, bij zich hadden 2. Het verhaal gaat dat er zo'n 1500 galeislaven (roeiers), waaronder vele Turcken in Sluis achterbleven, waarna de slaven allen werden vrijgelaten en de Turken terug hebben laten keren naar het Ottomaanse Rijk 3.
Het Ottomaanse Rijk en het Staatse leger hadden een gemeenschappelijke vijand, namelijk de Spanjaarden. Door deze slaven terug te laten keren, zou het deze grote wereldrijk mogelijk gunstig stemmen.
Al eerder hadden Geuzen en protestanten de leuze Liever Turks dan paaps tot de hunne gemaakt, vanwege de (godsdienst- en gewetens)vrijheid die in het Ottomaanse Rijk gold, mits er maar belasting werd betaald. Dit in tegenstelling tot de intolerantie van de Spaanse heerser Filips en de beloften schendende paus 4.
In deze periode (1565-1579) ontstond de tolerantiegedachte in de hoofden van de mensen, dat het toelaten van verschillende religies de enige manier is om rust en vrede in het land te krijgen. De Geuzenpenning bestaat dan ook uit een halve maan 5.
In 2012 werd de 400 jaar Turks-Nederlandse betrekkingen gevierd en tevens bezoeken regelmatig (Nederlandse en Turkse) Turken Turkeye.
Ondanks de weinige bewoners komt er toch nog een bekend geworden bewoner vandaan. Op een boerderij bij Turkeye (officieel IJzendijke 6) kwam op 13 maart 1942 Herman Wijffels ter wereld 7.
Via de andere straten, Zandstraat en Oudemansdijk, rijden we weer verder in de richting van Biervliet. Op de Oudemansdijk bereiken we al gauw de Linie of Passageule. Even voordat we de N61 oprijden, komen we er bij Ponte nog een keer over.

noten:
1. De Staats-Spaanse linies / Jan J.B. Kuipers. - p. 52;
2. p. 58;
3. Stichting Dorpsraad Waterlandkerkje De spijt van de geuzen in 1668 / J. P. Sinke. - p. 18;
4. Corte beschrijuinghe van de strenghe belegheringhe ende wonderbaerlijcke verlossinghe der stadt Leyden in Hollandt / Jan Fruytiers Pagina Fol. 18.|E ij;
5. Wikipedia Liever Turks dan paaps;
6. Wikipedia Herman Wijffels;
7. Stichting Dorpsraad Waterlandkerkje Gehuchten van Waterlandkerkje; liever Turks dan paaps;

internetraadpleging: 26 - 27-1-2016


      Biervliet
We rijden Biervliet via de Weststraat binnen en hier komen we halverwege een fraaie schuur tegen, waarbij de hoge deuren niet naar binnen zijn verwerkt, maar recht met de zijmuur. Men heeft hier voor een verhoging van het dak gekozen. Via de Oude Stad en Hoogstraat rijden we naar de Kerkstraat, waar we de auto parkeren. Dit ligt midden in de Staatse vesting, dat hier tussen 1589-1593 gebouwd is. Alleen de noordwestelijke bastion met daarop de molen De Harmonie is nog een restant van deze vesting. Fort Biervliet ligt in het noordoostelijk deel van het middeleeuwse Biervliet
1, dat zijn eerste vermelding zo rond 984 zag 2. In het jaar 1183 volgden de stadrechten Filips van den Elzas 3 (1142 – bij Akko, 1 juni 1191), die toen de graaf van Vlaanderen was. Hij is onder andere een achterkleinzoon van Robrecht de Fries 4).

De Kerkstraat en Hoogstraat vormden in het midden van de 17e eeuw beiden het centrum van het dorp, aldus het bord dat we op het hoekhuis in de Kerkstraat kunnen lezen. We lopen een stukje naar de Molenstraat en krijgen zo de kerk redelijk goed in het vizier. We zien dat hier ook een paadje het bastion afgaat. Voor de aardigheid lopen we even naar beneden om een beeld te krijgen van de hoogteverschillen. En die blijken best fors te zijn. Via de Beukelstraat kruizen we de Noordstraat en gaan verder met de Singel die met een bocht op de Havenstraat uitkomt. De Havenstraat is hierbij dus in traditionele zin dus de Ooststraat. Op de Markt vinden we het beeld voor Willem Beukelsz., waarbij het waarschijnlijk is dat het Gillis in plaats van Willem zou moeten zijn. In het Latijn wordt Gillis namelijk geschreven als Guillielmus en dit zou, wanneer men alleen een afkorting ziet, verward kunnen worden met Willem. Deze Gillis Buekels van Hughenvliete is ook niet de uitvinder van het haringkaken, maar zou er samen met Jacob Kien van Oostende wel voor gezorgd hebben dat het ook in deze omgeving aan wal kwam. Immers, het kaken zelf gebeurde op zee (en dat was misschien wel nieuw), waardoor met minder zout de haring langer bewaard kon worden 5. Het beeld staat hier al sinds 1958 toen het onthuld werd. Het is gemaakt door Philip ten Klooster 6. We kwamen al eerder werk van hem tegen in Kapelle en Oostburg .
Vrijdag 5 september 1958 zal het 1.70 meter hoge beeld op 1 meter voetstuk komen te staan, meldt de Friese Koerier op voorhand 7. CdK A.F.C. de Casembroot onthulde het beeld, waarbij de burgemeester A.C. Kostensé een toespraak hield, waarbij hij ook de vele vraagtekens liet horen omtrent het kaken en de betekenis van Willem hierin. Het is dat ook meer een huldeblijk aan alle vissers van Nederland. De CdK memoreert in zijn toespraak aan het bericht dat Karel V zelfs nog aan zijn graf, hier in Biervliet, zou hebben gestaan vlak voor zijn vertrekt naar Spanje 8.
We lopen nog een stukje verder over de Markt en komen bij het begin van de Hoogstraat waar Het Oude Raedthuys staat. Het 'Stichting Behoud Monumenten' heeft in het dorp diverse foto's uit vroegere tijden geplaatst, zodat we het verschil kunnen zien.
Via de Hoogstraat zijn we zo weer bij de auto en verlaten we via de Noordstraat Biervliet.
Vlak voor de Baarsekreekweg ontstaat er opeens een aparte sfeer op straat. Het lijkt wel alsof we over een bruggetje rijden, maar er zijn plotseling ook veel bomen, zodat de weg schaduwrijk is. Tussen de bomen zien we achteraf een grote kerk staan. En we zijn er weer voorbij. En zoals zo vaak tijdens de vakantie wordt het 'spijt van'-zinnetje uitgesproken. En dus keren we om en rijden terug naar een punt waar we weer kunnen keren om vervolgens op het parkeerplaatsje voor de kerk te stoppen. Deze voormalige bij de H. Maagd Maria Onbevlekt Ontvangen parochie horende Rooms-Katholieke kerk is nog niet zo oud. Er werd vanaf 1857 aan gebouwd en in 1858 werd het ingewijd. Sinds enkele jaren valt het onder de Emanuel-parochie 6. De kerk straalt uit dat het niet meer als zodanig gebruikt wordt. De laatste dienst was er tot begin dit jaar 9. Het kerkhof achter de kerk - dat niet meer in gebruik is - is door vrijwilligers in 2008 opgeknapt 6. De sfeer is hier voelbaar.

We rijden weer het licht in en kiezen de dijk die De Braakman scheidde van de Wilhelminapolder, de Nummer Zevenweg. Deze brengt ons naar de Scheldedijk, waar we op een gegeven moment in de gelegenheid komen om deze op te wandelen voor vergezichten over de Westerschelde, dat als een van de grootste natuurgebieden van ons gebied geldt. Immers, we vinden hier een uitgestrekt gebied met eb en vloed en daardoor telkens weer overspoelde en droogvallende platen, zoals de Hooge en Lage Springer die we voor ons zien liggen omringt met het zilte water.
Maar ook langs de dijken vallen hele stukken tijdens eb droog. Hier groeit en bloeit allerlei zoutminnende planten en is voor vogels een waar voedselparadijs. Dat de mens hier met schepen en zelfs industrie aanwezig is, maakt eigenlijk niets uit.

noten:
1. De Staats-Spaanse linies / Jan J.B. Kuipers. - p. 215;
2. Biervliet : tussen eb en overvloed / Barbara Van den Bossche, Rinus Willemsen. - Terneuzen : Gemeente Terneuzen, 2010. - ISBN 978-90-804637-4-5. - p. 13,
3. p. 23;
4. Wikipedia Filips van de Elzas;
5. Biervliet : tussen eb en overvloed / Barbara Van den Bossche, Rinus Willemsen. - Terneuzen : Gemeente Terneuzen, 2010. - ISBN 978-90-804637-4-5. - p. 37-38;
6. Biervliet Bezienswaardigheden;
7. Friese koerier : onafhankelijk dagblad voor Friesland en aangrenzende gebieden, 08-08-1958 Gedenkteken voor haringkaker;
8. De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 06-09-1958 Willem Beukelszoon te Biervliet herdacht;
9. PZC, 26-12-2014 Laatste kerstmis in rooms-katholieke kerk Biervliet;
10. Tussenland : Een reis door Zeeuws-Vlaanderen / Rachel de Meijer. - p. 17-18;
11. Wikipedia Terneuzen (stad);
12. Geschiedenis van Zeeland I, p. 92;

internetraadpleging: 27 - 28-1-2016


      Terneuzen
We rijden verder over de dijken die ooit zijn aangelegd om stukken land vrij te houden van het water. Deze voeren ons uiteindelijk weer naar de N61/N62, waarmee via de nieuwe tunnel onder het Kanaal Terneuzen - Gent kunnen doorrijden, waarna we de lange Guido Gezellestraat - waarop alle nieuwbouwwijken van Terneuzen uitkomen - naar het oude centrum gaan rijden. Aan de Scheldeboulevard kiezen we een parkeerterrein uit en parkeren we de wagen. Tijd om Terneuzen te verkennen.
Zoals intussen gebleken is hebben we te maken met een ontstaansgeschiedenis van na de stormen van de 12e eeuw, toen dit gebied veranderd was in een eilandengebied. Het Land van Axel was zo'n eiland. De Meijer deelt daarom Zeeuws-Vlaanderen grofweg in Het Land van Cadzand in het westen, Axel in het midden en Hulst in het Oosten, allen eilanden. Nu zijn het respectievelijk de gemeenten Sluis, Terneuzen en Hulst. Hulst - als dicht bij Vlaanderen liggende eiland - levert voornamelijk afstammelingen van Vlammingen. Terneuzen de oorspronkelijke eilandbewoners en Cadzand de vluchtelingen uit katholiek Europa, en daardoor van alle gezindten protestant en daarmee gematigd. Het Land van Axel / Terneuzen werd aangevuld met vluchtelingen van Walcheren en Zuid-Beveland en daarmee strenger in de gereformeerde leer. Hulst daarentegen bleef voornamelijk Rooms-georiënteerd
1.
We begeven ons nu dus op het voormalige eiland van Het land van Axel of de huidige gemeente Terneuzen. Terneuzen werd in andere tijden ook wel als Ter Nose, Ter Neuze en Ter Nessen geschreven. Met Ter Nessen wordt herkenning van de naam duidelijk, namelijk nesse of nisse betekent zoiets als landtong 2 (zoals uitgelegd bij Nisse op Dag 3 ). Nadat er huis- en dorpswerven in deze omgeving werden gemaakt - zoals we intussen gezien hebben - ontstonden er in de 11e eeuw grotere omdijkte gebiedjes en daarmee de naam van een persoon gecombineerd met dic of dijk. Vreemdijke of Vroondijke was hiervan een voorbeeld in 1114 3. Dit werd ook geschreven als Vremdijke, Vroondijk, Vremdic, Frondic, Vrandic 4. Dit lag ook op deze langtong. Hier lag vermoedelijk rond 1375 een kapelletje voor zeevarenden, dat bij de parochie Vremdyc of Willemskerke hoorde 2. Het verdween tijdens de stormen van de 15e eeuw in 1488 4.
Het werd gebruikt als overslaghaven ten tijde van de Oostvaart. De goederen moesten hier over de dijk overgeladen worden van de binnenvaartschuitjes naar de zeeschepen. Na deze vergane 'glorie' zou met de komst van de Westvaart een nieuwe haven en zelfs handelsperspectief ontstaan in de turf. De volgende haven lag aan het laatste deel van een geul dat onder een stuk Burgemeester Geillstraat lag op de plek waar later het Kantongerecht - dit is tegenwoordig het Stadcafé 't Gerecht, tevens restaurant - zou worden gebouwd. Er werd echter niet gewerkt aan een succesvol handels- en havengebied, zodat de gebouwde faciliteiten langzamerhand weer vervielen.
Pas in de twintigste eeuw werd - vooral ten behoeve van Gent - het kanaal en de sluizen steeds vergroot, waarbij langs het kanaal ook voor Terneuzen havens werden aangelegd, voornamelijk voor overslag naar kleinere schepen en het spoor.
Met dit in ons achterhoofd lopen we eerst het wandelgedeelte van de Scheldeboulevard op, met uitzicht over de Westerschelde. Hier vinden we ook de Internationale kunstexpositie in de open lucht Beelden op de Scheldeboulevard met tijdelijke en vaste onderdelen, dat sinds 2000 5 gestart is.
Sommige zijn zo intrigerend, fraai, mooi en boeiend, dat het vanuit elke hoek en met andere belichting weer andere emoties oproept, zoals bijvoorbeeld opgaat voor het vaste beeld van de uit Nazareth afkomstige Stef Orti (pseudoniem van Stefaan Mortier) Uitkijkend.

Schelde Eb

Teruggetrokken
gromt zij in haar
golven...
De dijken rusten
het één oog geloken
naar wat komen kan

In een opening in het beeld De Dijk van Ronny Ivens (24-09-1951) vinden we deze tekst over de altijd aanwezige dreiging van de vloed.
Een volgend beeld is van Brigitta C uit Evergem en draagt de titel Dame met Arend. Hierna volgt een beeld van P.Nand.R - waarvan we gisteren ook al iets tegenkwamen . Dit werk laat inderdaad zijn handtekening zien met het overduidelijk aanwezige blauw met tekst. Het heet Doorway with a view. Tenslotte laten we hier nog Bewegende Rust van Stefaan Ponette (Ronse, 12-2-1939) uit Kwaremont (Kluisbergen) de revue passeren.
Hier verlaten we de Boulevard en gaan het centrum in. We zien namelijk een kerktoren tussen de huizen door verschijnen. Dit stukje straat draagt ook de naam van Burgemeester Geillstraat, maar hieraan zijn geen huisnummers verbonden en is dus eigenlijk een soort 'tussendoorstraatje'. Wanneer we 'rechtdoor' lopen, de Burgemeester Geillstraat richting de Markt op, valt een bepaald soort architectonische element op. Het komt niet veel voor, maar voldoende om op te vallen. Ronde ballen bij schoorstenen of op de top van trappenhuizen.
Wanneer we op de Markt uitkomen, gaan we eerst even een terrasje pakken bij Grand Cafe Ter Nose.
Hierna lopen we een rondje om te kijken waar we kunnen eten en belanden uiteindelijk toch weer bij Ter Nose. We gaan echter nu wel binnen zitten.
Wanneer we ruim na zevenen weer vertrekken, wandelen we nog even een stukje door Terneuzen om "uit te buiken". We lopen door de Bakkerijstraat en werpen een blik in de Brouwerijstraat. Hier kun je ook een terrasje nemen met een goede, eerlijk en originele Bocca Coffee bij Luwak van de gebroeders Simons. Ze doen alles zelf: selecteren, inkopen, verschepen, proeven, branden en verpakken.
We komen vervolgens uit op de winkelstraat Noordstraat, waar we al vlot de Boekhandel van de Sande tegenkomen. En aangezien de winkels nog allemaal open zijn, gaan we nog gauw even binnen kijken. Er liggen een hoop intussen bekende titels op de regio- en/of geschiedenisplank. Veel tijd om alles door te spitten is er echter niet, maar er valt wel een titel op die waarschijnlijk nog goed van pas gaat komen. Antwerpen : Biografie van een stad, waaraan velen een bijdrage hebben geleverd en waarvan Inge Bertels, Bert de Munck en Herman van Goethem naast eigen bijdragen, tevens de editors zijn. Deze nemen we dus maar wel alvast mee. Hans van de Sande vertelt bij het afrekenen dat het inderdaad ook een goed geschreven boek is. Na afloop loopt hij al pratend mee naar de deuropening.
We lopen verder de Noordstraat in. Voordat we afslaan de Korte Kerkstraat in, draaien we ons nog even om en nemen de winkelstraat nog even in ons op. We zien aan het eind van de straat de toren van het voormalige stadshuis dat in 1594 7 is gebouwd, tien jaar nadat het stadsrechten had gekregen 8. Nu staat dit gemeentelijk monument (0715/WN093 9) te koop 7.
Door de Korte Kerkstraat krijgen we zicht op een andere toren, namelijk die van de neogotische katholieke kerk Sint Willibrorduskerk, dat in 1849 werd gebouwd en in gebruik werd genomen. Het is echter in 1969 gesloopt 10 tot spijt van een voorbijlopende bewoner. Het werd voor het laatst gebruikt op 27 oktober 1968. De sloop werd echter noodzakelijk gevonden door het verzakken van de bodem vanwege de aanleg van de nieuwe grote zeesluizen in het Kanaal van Gent naar Terneuzen, waaraan vanaf 1963 werd gegraven en gebouwd en dat op 19 december 1968 feestelijk in gebruik werd genomen 12. De toren, die in 1912 naast de kerk werd gebouwd, is - zoals we kunnen zien - behouden 10.
We lopen om de toren en onder bomen door, die de voormalige kerk moeten voorstellen 2.
Dit leidt ons naar een "tussenstraatje" dat bij de Nieuwediepstraat hoort en gaan verder door het in het in verlengende liggende Kerksteeg, waarna we met een trapje op de Lange Kerkstraat uitkomen. Dit toch wel erg onaantrekkelijke stukje straat - waarschijnlijk doordat de bevoorrading van de winkels hier plaatsvindt en er dus nauwelijks aandacht en zorg aan de pui is besteed - moeten we toch even doorlopen om weer op de Korte Kerkstraat uit te kunnen komen. Via een stukje Nieuwstraat lopen we richting een nieuwbouw winkelcentrum dat intussen aan het dichtgaan is. Dit stukje Nieuwstraat bevat de nodige uitgaansgelegenheden. Wij vervolgen onze route via de Arsenaalstraat en de Burgemeester Geillstraat naar de Walstraat. Op de hoek vinden weer een mooi exemplaar van een bol. Ditmaal verfraait het een schoorsteen. We lopen verder de Walstraat in, maar komen erachter dat we nu in een doodlopend gedeelte komen. In de hoek zien we echter nog wel een pand met een bijzonder fraai trappentoren, dat bij een pand aan de Scheldekade behoort. Wanneer we een doorgaande weg zoeken zien we op een hoek een mooi pand van rond 1920 van de voormalige Coöperatieve Boerenleenbank, de voorloper van de Rabo 13. Deze staat gelukkig wel op de gemeentelijke monumentenlijst (0715/WN110) 9.
Via de Spuistraat komen we weer uit bij de parkeerterreinen, zodat we weer naar ons huisje in Breskens kunnen rijden.

We rijden nu terug via de sluizen en staan prompt voor dichtgaande slagbomen. De automobilisten achter ons keren en rijden via de andere sluisbrug naar de overkant. Wij spelen de toerist en gaan kijken wat er zoal gebeurd.
Tijdens de graafwerkzaamheden in de jaren 60 van de vorige eeuw, die dus schadelijk bleek voor de kerk, werden deze werkzaamheden wel verzwaard door de vondst van een prehistorisch bos. Deze was - verstikt door het alsmaar doorgroeide veen - hier ten onder gegaan 14. In enkele stukken prehistorisch hout zijn de jaartallen 1733 en 1973 gesneden ter herinnering aan de 780 Salzburger emigranten die in 1733 als vluchteling aankwamen op land van Cadzand. Zij waren gevlucht voor de fel roomse Salzburger vorst en aartsbisschop Leopold Anton von Firmian 15.
Uiteindelijk ligt het binnenvaartschip binnen de sluis en kunnen we verder. Bij de Westsluis volgen we echter wel het doorgaand verkeer, om middels de N-wegen weer vlot bij ons huisje te zijn.

noten:
1. Tussenland : Een reis door Zeeuws-Vlaanderen / Rachel de Meijer. - p. 17-18;
2. Wikipedia Terneuzen (stad);
3. Geschiedenis van Zeeland I, p. 92;
4. Hele lijst met verdronken dorpen Vremdijke;
5. Aabeel Tentooonstellingen;
6. Standbeelden.be Belleman;
7. Faasse & Fermont Noordstraat 39 TERNEUZEN;
8. Geschiedenis van Zeeland I, p. 255;
9. Wikipedia Lijst van gemeentelijke monumenten in Terneuzen (plaats);
10. Terneuzen.com Eerste steen Willibrorduskerk verloren gegaan;
11. Orgels in Zeeland Terneuzen, (voormalige) Sint Willibrorduskerk;
12. Wikipedia Kanaal Gent-Terneuzen;
13. Rabobank Geschiedenis;
14. Geschiedenis van Zeeland I, p. 29;
15. Reformatorisch Dagblad, 13 maart 1973 Herdenking Salzburger emigranten in Groede, p. 2;

internetraadpleging: 27 - 31-1-2016



Hotel de Rode Leeuw
Zuidzande


Straatbieb
Zuidzande


Frits Baars
"Knooppunt 44"
Zuidzande


Atelier "De Test"
Zuidzande


Markt
IJzendijke


'De Prins' - Markt
IJzendijke


'De Prins' - Markt
IJzendijke


'De Gelaarsde Kat'
Markt
IJzendijke


'De Prins' - Markt
IJzendijke


Hervormde kerk
IJzendijke


Rozemarijnstraat
IJzendijke


Landpoortstraat
IJzendijke


Molen de Witte Juffer
Biestraat
IJzendijke


Verlengde Molenstraat
IJzendijke


Schutterstraat
IJzendijke


Hoogstraat
IJzendijke


Stichting Het Bolwerk
Markt
IJzendijke


Stichting Het Bolwerk
Markt
IJzendijke


Stichting Het Bolwerk
Markt
IJzendijke


Café La Porte d'Or
Markt
IJzendijke


"Hildegonda"
Waterlandkerkje


Waterlandkerkje
Waterlandkerkje


Ds Johannis Stuerbout
Waterlandkerkje


Ankie Kienhuis
Waterlandkerkje


Turkeye


Linie of Passageule
Turkeye


Linie of Passageule richting IJzendijke
Turkeye


Weststraat
Biervliet


hoek Kerk- en Hoogstraat
Biervliet


NH kerk
Biervliet


noordwestelijke bastion
Biervliet


Rooms-Katholieke kerk
Biervliet


Zicht op Dow
Westerschelde


'De Dijk'
Beelden op de Scheldeboulevard
Terneuzen


'Dame met Arend'
Beelden op de Scheldeboulevard
Terneuzen


'Doorway with a view'
Beelden op de Scheldeboulevard
Terneuzen


'Bewegende Rust'
Beelden op de Scheldeboulevard
Terneuzen


Bollen
Burgemeester Geillstraat
Terneuzen


Brouwerijstraat
Terneuzen



Terneuzen


voormalig Stadhuis
Terneuzen


Nieuwstraat
Terneuzen


Bol schoorsteen
Terneuzen


Walstraat 7 Boerenleenbank
Terneuzen


Scheldekade 20 (achterzijde)
Terneuzen


Buitenhaven Oostsluis
Terneuzen






Dag 14: Philippine - Sluiskil - Axel - Zaamslag - Terneuzen

kaart 14

Wanneer we vandaag - tegen halfacht - wakker worden, merken we dat we het tempo iets naar beneden moeten schroeven. We gaan het toeren beperken tot de middag. En zo kunnen we op ons gemak even naar de 'campingwinkel', ontbijten, koffiedrinken en lunchen. Het reisverhaal van Rachel de Meijer wordt uitgelezen, waarin we intussen bekende plaatsen en herkenbare beelden tegenkomen. Omdat we nog twee volle dagen hier hebben en nog steeds niet het nieuwe museum Het Warenhuis in Axel hebben bezocht, gaan we dit in ieder geval vandaag wel doen. En omdat we toch die kant op gaan en ook de mosselstad Phillippine nog niet hebben aangedaan, beginnen we met deze plaats waar Rachel de Meijer ook veel herinneringen heeft liggen, naast de plaats waar we weer gaan dineren. En zo zullen we belanden in het midden van haar boek, als exacte leeftijdsgenoten en deels herkenbaar levensloop.


      Philippine
Via de N61 rijden we naar ons eerste doel Philippine. We verlaten de weg bij Mauritsfort - een duidelijker vernoeming kunnen we niet krijgen - dat in 1588 gebouwd is tegenover het Spaanse schansje St. Philip, dat gebouwd is in 1583 tegen aanvallen vanaf het water
1 door de Geuzen 2. Philippine zou zijn naam danken aan Filips de Schone 3 (Brugge, 22-6-1478 - Burgos, 25-9-1506 4). In 1505 gaf Filips aan ridder Jeronimus Laurijn - die aan zijn hof werkzaam was - de opdracht, een octrooi, om een nederzetting te bouwen aan de zuidelijkste oevers aan de Braakman. Het jaar daarop werd het gebied eromheen ingepolderd, dat de naam Philippinepolder kreeg 5.
Veel plezier hebben ze er niet van gehad, want de St. Felixvloed van 15 november 1530 zorgde voor veel schade in dit gebied en zo verdween ook deze investeringen. Een tweede Phillippine werd gebouwd door Alexander Farnase, de hertog van Parma - zoals gezegd in 1583 - maar ditmaal als schans op een vooruitstekende punt van de Philippinepolder, vernoemd naar de schutspatroon St. Philips 2, de St Philipsschans 5. Dit zal dan afkomstig zijn van Sainct Philippine 6, als vernoeming naar de Apostel Filippus of Philippus 7, echter in geen enkele patroonheiligelijst komt Philippine voor 8.
Na enkele veroveringen over en weer, kwam het in september 1633 na een aanval van Willem Frederik van Nassau in Staatse handen 5.
Van dit alles zullen we niets meer dan een straatnaam tegenkomen die hieraan nog herinnerd. Wij komen aan bij de Philippinekanaal, dat nu nog als afwateringskanaal dient sinds de Braakman op 16 juli 1952 is afgesloten naar maanden vechten tegen de sterke eb- en vloedstromen 9. De bedijking tussen wat toen ten westen de Mosselpolder en ten oosten de Kanaalpolder is gaan heten, waardoor het scheepvaartkanaal ontstond werd in 1899/1900 opgeleverd 10, dat tot de afsluiting van de Braakman in 1952 een getijdekanaal was.
Onder de indruk van het familieverhaal in het boek van De Meijer, rijden we een klein stukje langs het kanaal. Al vlot komen we de beschreven Villa Billy tegen, een familiehuis waar generaties aan verbonden zijn. Bijzonder, of speciaal voor degenen die het kennen en er uiteindelijk afscheid van moeten nemen. Hoe herkenbaar.
Aan de kop van het kanaal kunnen we staan en hebben we uitzicht over het water, waar de kleine 140 schepen en bootjes met PI als letters kwamen aanvaren en roeien om de mosselen te lossen. Philippine is mosselstad. En nog steeds worden hier ladingen toeristen naar toegebracht om in een van de vele restaurants dit zilte product te verorberen. Wanneer we in het centrum komen is het beeld van de mossel ook het eerste wat we zien. Dit Mosselmonument Philippine werd ontworpen door J.C. van Driel en onthuld op 6-7-1988 door Wisse Dekker en Nancy Cornelis, de mosselkoningin.
Van Driel heeft enkele maanden gewerkt aan dit drie meter lange gebeeldhouwde mossel. Hij gebruikte voor zowel het beeld als de sokkel polyester en glasmatten. Voor de afwerking werd een topcoat en polyesterverf aangebracht. In aansluiting werd de wijn gekozen die dit jaar het beste bij de mossel past gekozen: Pinot d'Alsace 11. We parkeren de auto naast de mossel op een parkeerplekje, zodat we een rondje door het dorp kunnen maken.
We wandelen de Havenstraat in en vinden op het Philipsplein de mosselrestaurants. De terrassen zitten vol en iedereen is aan de mossel. Bijzonder.
Wanneer we richting de Vaartstraat lopen, komen we de RK-koepelkerk H. Maria-Hemelvaart tegen. Hier is na verwoesting in WOII van de voormalige kerk in 1954 nieuwbouw gepleegd met dit als resultaat (530896).
We lopen verder de Posthoornstraat op, tot we buiten de bebouwde kom komen, maar zien geen visuele kenmerken meer van wat voorheen een vesting was. Wanneer we weer teruglopen via de Gendsebreedstraat, vinden we hier aan het begin de oude Kerk Maria-Hemelvaart die tussen 1862-1924 als zodanig dienst deed en daarna het patronaatsgebouw. Later zaten hierin een verswinkel en een slagerij.
Wanneer we tussen de tafeltjes van het tot terras omgebouwde Philipsplein door kijken zien we daar een ander bijzonder monument. Een Oostenrijkse grenspaal van ongeveer 1720 / 1770 (33047). Dit gaf toen de scheiding of grens aan tussen enerzijds de Noordelijke Nederlanden of Republiek der Verenigde Nederlanden, ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden of de Verenigde Provinciën en anderzijds de Zuidelijke Nederlanden of Oostenrijkse Nederlanden, ook wel Keizerlijke Nederlanden genoemd, waarbij de grens ongeveer liep langs de huidige grenzen van Zeeland, Noord-Brabant en bij Gelderlander verder naar het Noorden. Sommige gebieden langs de Maas in de huidige provincie Limburg vielen deels bij de een, deels bij de ander, evenals stukken in Noord-Brabant en Gelderland ook bij de Oostenrijkse Nederlanden hoorde 13.
Aan de overkant staat het voormalig stadhuis en lagere school uit 1869 (509987) dat De Schotse Hoek genoemd wordt. Fraaie vormgeving heeft het hoekje meegekregen door het benedengedeelte schuin af te ronden, waaraan mogelijk de naamgeving van het pand te danken is.
Tijdens een wandeling met gids In slach om 'e buorren door Langweer kwamen een soortgelijk hoekje tegen. Deze was voorheen recht, maar door de komst van automobielen en vrachtwagen, ontstond er zowel aan het gebouw als de wagens steeds schade, zodat er voor deze oplossing was gekozen.
We breiden het rondje iets uit door de Weststraat in te lopen, waarna we de eerste afslag naar rechts nemen - het rondje moet ook weer niet té groot worden. Dit brengt ons echter wel naar een plek waar een van de oudste kerken van Philippine stond. Nu staat er de Hervormde Kerk, gebouwd in 1900 ter vervanging van z'n gesloopte voorganger (509987). Een element uit de begintijd is hier echter - na vele omzwervingen en avonturen - nog terug te vinden. Op 4 juni 2005 werd de in 1638 door de Middelburgse Klokkengieterij Michael Burgerhuys in opdracht van Jonkheer Hendrik van Tuyl van Serooskerke, Stadscommandant van Philippine, gegoten klok weer officieel in ontvangst genomen, ditmaal door een verre nazaat van de voormalige opdrachtgever, baron van Tuyl van Serooskerke 14. In het toegangshek van de kerk staat met witgeschilderde tekens Anno 1646 geschreven. Dit valt op de foto zo goed als weg in de witte achtergrond van de kerk.
We steken nog even de Kasteelstraat over en komen uit bij een parkje bij de Havenpoortstraat. Hier vinden we nog een herdenkingsmonument aan de zelfstandigheid van deze plaats van 1505 tot 1970. Middels de Visserslaan komen we weer bij de wagen uit, zodat we weer verder kunnen rijden.

noten:
1. De Staats-Spaanse linies / Jan J.B. Kuipers. - p. 216;
2. Verdwenen havens van Zeeland / P.J. Huijbrecht. - p. 25;
3. Tussenland : Een reis door Zeeuws-Vlaanderen / Rachel de Meijer. - p. 70;
4. Wikipedia Filips I van Castilië;
5. Tussen Afsluitdammen en Deltadijken / M.H. Wilderom. - Deel 4, p. 378;
6. Wikipedia Philippine;
7. heiligen.net Filippus Apostel;
8. Wikipedia Beschermheilige, Lijst van plaatsen in Nederland met hun patroonheiligen, Lijst van plaatsen in België en Luxemburg met hun patroonheiligen; heiligen.net Philippine;
9. Tussen Afsluitdammen en Deltadijken / M.H. Wilderom. - Deel 4, p. 189-190,
10. p. 182;
11. Nederlands dagblad, 13-07-1988 Mosselmonument in Philippine onthuld, p. 6;
12. ReliWiki Philippine, Gentsebreedstraat 1 - Maria Hemelvaart 13. Wikipedia Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Oostenrijkse Nederlanden;
14. Protestantse Gemeente Philippine
internetraadpleging: 3 - 5-2-2016


      Sluiskil
We rijden over de al eerder gereden Zandstraat - maar nu in tegenovergestelde richting - naar Sluiskil. Maar wat moeten wij in Sluiskil? Ook nu werden we getriggerd door het bezoekje van De Meijer aan Sluiskil. Er valt namelijk toch wel het een en ander te zien in Sluiskil
1. En tot onze verrassing ontdekken we hier tenslotte nog iets zo algemeen, dat we dit eigenlijk nog nooit op een informatiebord hebben kunnen lezen en daarmee trendsetter kan worden in lokale bijzonderheden dat voor iedereen herkenbaar is.
Maar wat weten eigenlijk van Sluiskil, behalve wat we in Tussenland hebben gelezen? Geschiedenis van Zeeland tot 1550 zwijgt. Zelfs Wikipedia zwijgt over de ontstaansgeschiedenis van Sluiskil 2. Ons Capitool reisboekje vermeldt dat het is ontstaan ten tijde van de aanleg van het Kanaal van Gent naar Terneuzen in 1825 3. We vinden ook geen aansluiting in Nederland als Polderland, waarin vermeld wordt dat het nieuw scheepvaartkanaal van Gent naar Neuzen in 1827 gereedkwam 4.
Een eerste bericht over Sluiskil vinden we in het Vlissingsche courant van 28 september 1837. Het betreft een advertentie, waarin wordt aangekondigd dat er 140 schapen worden verkocht "aan de Herberg van Louw de Backer op Sluiskil, gemeente Westdorpe" 5. Hiermee wordt echter niet bedoeld dat Louw de Backer de schapen kocht, maar dat het in zijn herberg verkocht gaat worden. Het volgende bericht uit dezelfde krant van 23 mei 1839 verhandelt over een herverdeling en splitsing van strijdkrachten 6 in verband met de Belgische Revolutie (1830-1839) 7. De Middelburgsche courant vermeldt op 7 september 1839 een aanbesteding van het Amortisatie-Syndicaat (een Staatinstituut die alle Domeinen beheerde met het doel om de Staatsschulden te saneren), om onder andere in het gedeelte tussen de Beneden-Sluis van Sas van Gent en de dubbele draaibrug van Sluiskil van het Kanaal van Neuzen te gaan uitbaggeren 8.
Om deze kanaal te maken waren op 14 mei 1825 zo'n vierduizend werklieden aan het graven 9, terwijl er een maand eerder - op 15 april - het er nog 'maar' drieduizend waren 10.
We kunnen ons zo voorstellen dat hiervoor een compleet dorp als huisvesting georganiseerd dient te worden. Echter, deze arbeiders hebben nauwelijks een aandeel gehad in de groei van Sluiskil. Vanaf 1648 - na inpoldering van de Koegorspolder ontstond er enige bewoning in dit nog naamloze omgeving. Rond 1825 waren er zo'n 70 bewoners, dat in 1829 was aangegroeid tot 112, dus in vier jaar tijd de helft erbij.11. Het ligt wel voor de hand dat er allerlei handelaren en ambachtslieden op zoveel arbeiders in de omgeving afkwamen.
Men is met de (voorbereidende) werkzaamheden op maandag 11 april begonnen. Zestienhonderd arbeiders zijn bezig om het Axelsche Gat te bedijken 12.

Bij de uitbreiding van het kanaal in de jaren 1963-1967, verdwijnt het hart uit Sluiskil. De tweehonderd woningen, winkels, een kerk en een school zijn, zoals de bewoners het zeggen "in het kanaal gevallen". Ze zijn gesloopt 2, evenals nog zo'n honderd andere woningen, boerderijen en bedrijfspanden langs het traject 13.
Dat verklaart de redelijk jonge huizen van Sluiskil wanneer we het dorp inrijden. Het centrum vinden is vervolgens ook een lastige. We volgen enkele lange rechte straten om af en toe een zijstraat in te rijden om vervolgens weer een lange rechte straat te nemen die parallel loopt aan de vorige. En na verloop van tijd krijgen iets in het zicht dat lijkt op een centrum. Er staat een kerk, een winkel, een hotel. Voordat we die kant oprijden zien we iets anders. Een monument voor een neergestort vliegtuig. De vliegenier Lt Erwin Boudry (schuilnaam Pierre Borudy; 21-7-1918 - 17-9-1944) is hier op 17 september 1944 uit de lucht geschoten en is hier vlakbij neergestort, aldus het informatiebord. We rijden de Baljuwlaan verder in. Dit blijkt de beeldenroute te zijn, want even voorbij de kerk komen we een volgend beeld tegen. Een beeldborst van Honoré Colsen. Hoewel het informatiebord het verhaal verteld, heeft de ondernemersvereniging een uitgebreid levensverhaal over hem geschreven. Een leven dat in 1958 alle kranten haalt, wanneer hij strijdt voor vrije veren voor de Zeeuwen. En uiteraard horen we hem bij de uitbreiding van het kanaal in "Een dorp op de snijtafel".

Aan het einde van de straat vinden nog een borstbeeld van iemand met een internationale impact. Het gaat om de eerste in Nederland geboren ruimtereiziger Lodewijk van den Berg. Lodewijk vertrok na zijn TU Delft studie naar de VS en moest vanwege zijn gevoelige onderzoek aldaar, staatsburger worden. Daardoor ging hij als staatsburger van de VS de ruimte in. Van 29 april tot 6 mei 1985 verbleef hij daar. Ook over Lodewijk van den Berg heeft de ondernemersvereniging een boeiend levensverhaal samengesteld.
Maar ook de pers volgde dit in de periode vanaf 12 april op de voet.

We rijden de Baljuwlaan terug en nemen vervolgens de Nieuwe Kerkstraat. We waren hiernaar verwezen omdat we aan een voorbijkomende inwoner gevraagd hadden of er in Sluiskil nog een kerkhof of begraafplaats aanwezig was. Aan het einde van de straat vinden we het. Nadat we deze bekeken hebben, zien we op het grasveld een locomotief, dat de naam Miljoenentrein heeft gekregen. Het verhaal bij dit 'beeld' is dat vluchtende Duitse troepen met deze en later nog vier andere met een totale lengte van zo’n anderhalve kilometer hier voor de brug stil kwamen te staan. De trein werd onklaar gemaakt en verlaten. De volgende ochtend kwamen de inwoners de trein met alle bruikbare en waardevolle zaken leeghalen.
Aan de overkant naast de ingang van de begraafplaats, vinden we nog een informatiebord. Hierop staat de verrassing van het nieuwe fenomeen, een verhandeling over de dijk de Dolfsendiek. De dijk is in 1807 aangelegd en daarna gepacht, ter begrazing, door Dolf David (1855-1941). Met een kleine onderbreking is de pacht sindsdien van vader op zoon overgegaan, tot het per 1-1-2002 door Oscar David definitief werd opgezegd. De dijk is voor menig Sluiskillernaar de plek geweest om door de duisternis omringd als verliefd stelletje te vertoeven, om samen naar de sterrenhemel te kijken.
Wij gaan nog even een kijkje nemen vanaf het Minister Lelyplein naar het pontje, dat hier op en neer vaart naar de overkant van het Kanaal, waarna we het dorp verlaten om naar Axel te gaan.

noten:
1. Tussenland : Een reis door Zeeuws-Vlaanderen / Rachel de Meijer. - p. 66-67;
2. Wikipedia Sluiskil;
3. Zeeland / Bartho Hendriksen. - p. 151;
4. Nederland als Polderland : Beschrijving van den eigenaardigen toestand der belangrijkste helft van ons land, tevens bevattende de topografie van dat gedeelte met de voornaamste bijzonderheden, toegelicht door kaarten en teekeningen / Dr. A.A. Beekman. - Zutphen : W.J.Thieme & Cie, 1932. - 3e druk. - p. 289;
5. Vlissingsche courant, 28-09-1837 Verkooping van Schapen;
6. Vlissingsche courant, 23-05-1839 Nieuwstijdingen Nederland;
7. Wikipedia Belgische Revolutie;
8. Middelburgsche courant, 07-09-1839 Amortisatie-Syndicaat;
9. Leeuwarder courant, 20-05-1825 Nederlanden;
10. Utrechtsche courant, 18-04-1825 Nederlanden;
11. Samen Sterk Sluiskil Het ontstaan van Sluiskil;
12. Nieuws- en advertentie-blad voor de provincie Drenthe, 26-04-1825 BRUSSEL, den 15 april;
13. De waarheid, 30-11-1963 Kanaal in 1968 gereed;

internetraadpleging: 6-2-2016


      Axel
Maar om in Axel te komen moet ook wij eerst het Kanaal over. We kiezen ervoor om nu met de brug naar de overkant te komen en nemen de Spuiweg en Spui om bij Axel te komen. We rijden zo langs de diverse uitstulpingen van de Otheensche Kreek met namen als de Bronkreek, Spuikreek, Gat van Pinte, Groote Dulper. We rijden zo door gemeenschappen als Spui - waar Tonnie 'Broeder' Dieleman is opgegroeid
1, Magrette en Vaartwijk voordat we over de Nieuwedijk Axel inrijden. We zetten de wagen weer op ongeveer dezelfde plaats als vorige keer en lopen eerst even naar Grand Café Cambrinus om op het terras iets te eten en te drinken.

Het Warenhuis
Museum Land van Axel


gemeentehuis
Axel

We hebben hier prachtig uitzicht op Het Warenhuis, het streekmuseum van Land van Axel, waar we zo naar toe gaan en het gemeentehuis. Het pand van het museum zit deels in een prachtig Jugendstil of Art Deco stijl-pand (508103) of zoals het beschreven staat in het monumentenregister "in late overgangsarchitectuur" gebouwd in 1920. Het iets oudere woonhuis annex warenhuisje uit 1909 aan de Markt op no. 2a (531514) valt aan de buitenkant iets minder op. Maar wie bijvoorbeeld houdt van deze begin twintigste eeuw stijlen zal van het interieur verrukt zijn. De panden, woning en warenhuis waren namelijk van Clement Benedictus Antheunis, opgeleid tot meester-schilder en meester-decoratieschilder. Hij is, kunnen we rustig stellen, lekker losgegaan in beide panden in een stijl dat op het snijvlak ligt van eclecticisme en Art Nouveau 2.
In deze panden zitten, samen met een nieuwbouw-gedeelte, het streekmuseum van Land van Axel dat voorheen "streekmuseum Het Land van Axel" heette en nu "Het Warenhuis". Het is sinds 15 januari 2015 geopend. De officiële opening vond op 27 maart plaats 3.

Dit voormalige eiland is, zoals we gisteren al bij Terneuzen hebben gezien en dat op hetzelfde eiland ligt, een soort hervormde enclave omringd door vaste land met overwegend katholiek georiënteerde bewoners.
Maar Axel is ouder dan het ontstaan van dit eiland. Axel maakte deel van de vijf plaatsen die middels kreken in verbinding stonden met het Zwin en Westerschelde. Rond 1100 was het een schoutambacht 4.
Het bestond echter al langer. Boudewijn IV - met de Baard (± 980 - 30 mei 1035), graaf van Vlaanderen (988-1035) 5 liet in een kroniek Axla opnemen als een klein plaatsje met haventje. Dit Axla zou kunnen duiden op "eksterbosje" of "kasteel aan het water". Het ook nog een naam van een 'Viking' kunnen zijn die hier een vesting heeft gesticht.
In 1183 krijgt het van Filips van de Elzas (1142 – bij Akko, 1 juni 1191), graaf van Vlaanderen (1168-1191) 6 zijn stadsrechten 7.
Uit de naamgeving gaan we nú niet uitkomen, dus lopen we maar van het terras naar het museum.

We volgen - na binnenkomst en betaling - eerst een van medewerkers, Georges Thielman, die al met twee andere bezoekers naar de voormalige woning zijn gelopen. Hij wijst ons op de diverse schilderwerkzaamheden, welke er zijn gerestaureerd of deels zijn gerestaureerd en aanvullend gereproduceerd. Dus volgen we de aanwijzingen van plafond, naar deur, naar wanden en plinten om vervolgens naar de vloer te kijken, waarbij we alweer half in een andere kamer staan, waar hetzelfde gebeurd. Tijd om lang te kijken is er niet. Om enigszins een indruk te krijgen hebben gelukkig nog enkele foto's, waarvan we hierbij twee laten zien.
In het voormalige warenhuis / supermarkt kon je van alles kopen, van levensmiddelen tot kleding, van papier tot speelgoed, van huishoudelijke artikelen tot zilverwerk en natuurlijk verf. Ook beschilderde hij allerhande objecten in opdracht voor de bewoners, zoals bijvoorbeeld de rijtuigen. Tegenwoordig zijn er talloze kunstenaars bezig om motoren en auto's van allerlei fraaie beelden te voorzien. Clement Benedictus Antheunis deed dat zo'n eeuw geleden dus ook al.
In de diverse etalages zien we in het museum nog allerlei koopwaar liggen. En ook hier is er van alles beschilderd en geschilderd. Ook decoreerde hij het plafond met marouflages. Het museum telt er 21 stuks 2. We laten er eentje zien omdat deze een voor ons bekend beeld schetst, de Riva degli Schiavoni in Venezia. Zal hij ze op locatie geschilderd hebben of vanaf een schets van aldaar? Of heeft het hij het van een ander plaatje of foto overgenomen?
Wanneer we in een volgende zaal komen - het nieuwbouw gedeelte - mogen we hier een film bekijken over de geschiedenis van de omgeving. En dat is zeker de moeite waard om even te doen.
Daarna komen een kist met vier sloten tegen. Deze replica verbeeld de kist van Privilegiencouffre vanden vier Ambachten
Daerinne gheconservaert ende bewaert werden de privilegien ende usantien vanden vier Ambachten vanden Graafven ende Gravinnen vanden Graafschepe van Vlaanderen
.
De reden van de vier sloten is een algemeen fenomeen. Ieder ambacht, dorp of gemeenschap die met andere zaken deelde bewaarde hun belangrijke overeenkomsten en rechtsteksten in een kist, dat bewaard werd op de veiligste plek - een stenen gebouw. Dat was dus vaak in de toren bij de kerk. Hier werd namelijk ook vaak recht gesproken. In sommige kerken zien we hiervoor nog speciale stoelen of plaatsen ingericht. De kerk was in de beginperiode dan ook vaak het dorpshuis van de gemeenschap en omdat het 'eigenkerken' waren, ook zelf betaald door de gemeenschap.


porseleinen hondjes - Het Warenhuis - Axel

Deze hondjes vielen meteen op, omdat we ze 29 april 2013 ook al waren tegengekomen in het schippersmuseum Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela.
Deze sierhondjes, gemaakt porselein hebben vele namen. Van het algemene schoorsteenmantelhondje, schippershondje, Lerwick-hondje tot de aanduiding hoerehondjes 8.
Zeelieden die weer terugkwamen van hun - veelal haring - vaart bij Shetland, namen deze in Staffordshire, England massa geproduceerde porseleinen hondjes mee voor hun lief. Deze werden dan veelal op de schoorsteenmantel geplaatst.
Het kwam echter voor, werd ons in het Kapiteinshuis verteld, dat ze ook wel in de vensterbank stonden. En daar kreeg het een andere betekenis. Was de zeeman weer eens langdurig van huis, dan kon de vrouw dit signaleren door de hondjes zodanig te draaien dat ze beiden naar buiten keken. Zo wist de minnaar dat de kust veilig was. Wanneer de man des huizes weer thuis was, keken de hondjes weer naar binnen.
In Engeland werden deze 'Shetland spaniels' 9 met een soortgelijke signalering in verband gebracht met dames van lichte zeden 10. De hondjes hadden een dubbelfunctie. Allereerst was het een dekmantel om de 'winkel' binnen te wippen, voor de aanschaf van zo'n prachtig koppeltje. Daarnaast het beschreven signaal dat wanneer ze de kamer in keken, de dame bezet was. Keken ze naar buiten, dan was ze vrij 11.
De kist was beveiligd met net veel sloten als er deelnemende gemeenschappen waren, zodat deze alleen geopend konden worden, wanneer alle dorpsvertegenwoordigers tegelijkertijd aanwezig waren. Tegenwoordig zien we dit ook nog steeds bij banken en kluizen, waarbij en de bank en de huurder een (van elkaar verschillende) sleutel hebben.
Ook Axel kende net als Aardenburg beschilderde grafkelders, getuige een fragment uit ongeveer 1380 die hier tentoongesteld wordt.
Het museum is voornamelijk georiënteerd op de 19 en 20e eeuw. We zien daarom vanzelfsprekend ook de nodige kleurrijke klederdrachten voorbijkomen. Ook huishoudelijke zaken en inrichting van het huis passeren de revue. Bovenop een kast zien we twee schoorsteenmantelhondjes.
Een prachtig verhaal valt er te lezen over een schitterende beker, die de Britse koningin Victoria (1819-1901 12) als dank schonk aan een familie naar aanleiding van een merkwaardige gebeurtenis. Tevens blijkt dat de koningin goed overweg kon met potlood en penseel getuige enkele schetsen die ze maakte van dezelfde familie.

In de zaal vinden we een binnenzaal, waarom heen afbeeldingen met tekst en uitleg staan over bijvoorbeeld de werktijden van de eerste knecht of meid op een boerderij. Hierbij natuurlijk een aangeklede knecht en meid, zodat we meteen zien hoe ze gekleed liepen. In een modern gegoten timecircle zien welke arbeid ze verrichten en hoe laat en hoe lang ze dit doen. Dit in het kader Een dag in het leven van. In een keurig staafgrafiek zie we hoeveel ze verdienden.

Karnton
Het Warenhuis - Axel

Broodtrog
Binnen in de 'binnenzaal' zien we vervolgens de machines en attributen die het personeel gebruikten om hun werkzaamheden uit te voeren. Toevallig loopt Georges Thielman hier ook rond en legt het een en ander uit wanneer we iets meer willen weten over een bepaald item.
Verderop is er aandacht voor de polders in Het land van Axel, zoals een prachtige kaart van het gebied rondom Zaamslag (waar we later nog zullen komen), gemaakt door cartograaf Johannes Wissche rond 1649-1650. Al die nieuwe polders werden natuurlijk bewerkt, zodat landbouw gepleegd kon worden. Ook in het museum vinden we een keurig overzicht van alle zaden en zaadjes die in deze contreien gezaaid en geoogst werden.
Dit alles legde voor de investeerders geen windeieren, zodat de boeren welvarend werden en dit konden laten zien in hun klederdracht. In diverse moderne schilderijen wordt ons duidelijk gemaakt hoe dit eruit zag. Een nieuwe trend van de jeugd was ook de omhoogkomende schouderpartijen. De oudere generatie moest hiervan natuurlijk niets hebben.
Ter illustratie een van de schilderijen, een schilderij van Heleen Mieras (Axel, 25-01-1948 - Utrecht, 18-08-2005 13) Axelse boerin op de rug gezien uit 1983.
Even verderop vinden we allerhande vervoersmiddelen, zoals een hondenkar of bokkenkar en een slee. Ook vinden we Zeeland afgebeeld op kaart, zoals deze van "Het Graafschap Zeeland" uit de 17e eeuw. Deze Zeelandia Comitatus is een ingekleurde versie van Willem Janszoon Blaeu uit 1647.

Wanneer we nog een blik werpen in het nieuwbouw-gedeelte, dan zien we een fraai en rustig beeld met toch veel objecten. Ook kunnen we op elk vitrineraam een geprojecteerde film bekijken zoals te zien is op de foto. Hierbij kunnen we het geluid beluisteren met een 'luisterhoorn'.
Wanneer we weer bij de ingang komen, zien we dat er ook nog allerlei interessante zaken in het museumwinkeltje liggen. Grote vreugde ontstaat wanneer hier ook het boekje van Anneke van Dijk-van der Peijl Meekrap vroeger en nu gevonden wordt. Dit boekje hebben we namelijk al zien liggen in het streekmuseum 'De Vier Ambachten' in Hulst, maar dan als onderdeel van de collectie.
Dit exemplaar is te koop en dus is de keuze snel gemaakt. Daarnaast ligt er een uitgebreid naslagboek over Biervliet.

Een paar dagen geleden hebben we al door Axel gewandeld. We hebben toen echter de Axelse Stadmolen (molendatabase 861) uit 1750 gemist. Deze staat nog steeds op de laatste bastion van Axel, die nog enkele meters hoog is en een zodanige vorm heeft. We lopen dus nog even een klein rondje door Axel en komen daardoor nog een paar mooie pandjes tegen.
Vervolgens rijden we nu maar weer naar Terneuzen om hiervan nog ietsjes meer te zien. We kunnen er dan ook meteen een hapje eten.
Zodoende lopen we weer naar de auto en rijden dezelfde weg via Vaartwijk weer terug.

noten:
1. Landinwaarts Broeder Dieleman 15:10-21.15;
2. Het Warenhuis Het gebouw;
3. PZC Museum Het Warenhuis Axel 15 januari open;
4. Geschiedenis van Zeeland I, p. 102;
5. Wikipedia Boudewijn IV van Vlaanderen,
6. Filips van de Elzas,
7. Axel (plaats) - Geschiedenis;
8. Maritien Digitaal Schippershondje, Eén stel schoorsteenmantelhondjes;
9. Shetland Museum Wally dog;
10. Historische Vereniging Noordoost Friesland Engelse hondjes op Friese schoorsteenmantels;
11. Geschiedenis van de Wadden : de CANON van de Waddeneilanden / Anne Doedens, Jan Houter. - Zutphen : WalburgPers, 2015. - ISBN 978-90-5730-429-3. - p. 84;
12. Wikipedia Victoria van het Verenigd Koninkrijk;
13. Geneaweb 3205118;

internetraadpleging: 6 - 9-2-2016


      Zaamslag
Halverwege Vaartwijk en Magrette kunnen we een afslag nemen naar Zaamslag. En we hebben tenslotte vakantie, dus nemen we die afslag. Van deze polder hadden we een fraaie kaart zien hangen in Het Warenhuis. Het is een kaart van cartograaf Johannes Wissche uit 1649-1650.
Het uitlegkaartje in het museum vermeldde tevens dat deze Zaamslag niet de eerste was. Het middeleeuwse Zaemslach is verdwenen in de golven.
We rijden over de kaarsrechte Axelsestraat - N684 - naar boven en komen daar de uitlopers van de Otheensche Kreek tegen, de Groote Dulper, bij de Poolse Brug de Kleine Dulper.
Ons Vliedbergenboekje vermeldt de Torenberg in Zaamslag, waarop in 1385 een toren is gebouwd. De heuvel zelf stamt vermoedelijk uit begin 13e eeuw 1. De Archeologie in de gemeente geeft in de leeftijd ook geen verduidelijking. Het noemt naast de Torenberg ook nog de Torenhoeve, dat aan de Voorburcht gelegen zou hebben 2.
Vaak wordt een nieuw dorp aan de rand van de nieuwe polder gebouwd, dus nabij water. In dit geval kwam het nieuwe Zaamslag midden in de drooggevallen polder te liggen. Aannemelijk is dat het enige zichtbare van Zaemslach, de Torenberg 3, samen met enkele andere onderdelen 4, hiervoor de reden was.
De toren en alle andere nog aanwezige bouwsels zijn verder afgebroken, toen men na herbedijking van het dorp Zaamslag in 1649 weer opnieuw ging maken. De toren is in 1697 geheel gesloopt 5.
Aangezien er dus niets te zien is aan deze bult - we hebben er intussen genoeg gezien - lopen we een ander klein rondje vanaf het Plein - Terneuzensestraat (deze straat moeten we dus straks hebben, wanneer we naar Terneuzen willen), Drie Schouwenstraat en Rozemarijnstraat. Op de hoek komen we het Schelpenmuseum - een particulier museum - tegen, waar ook de archeologische objecten uit Zaamslag te bekijken zijn. Helaas zijn we op een verkeerd moment hier, want het museum is slechts beperkt toegankelijk.
En dus rijden we verder naar Terneuzen.

noten:
1. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 45;
2. Archeologie in de gemeente: Zaamslag Torenberg en Torenhoeve;
3. De oude kaarten van Zeeland, p. 66-67;
4. Informatiebord Zaamslag;
5. Heemkundige Vereniging Terneuzen Torenberg Zaamslag / Edwin Hamelink;

internetraadpleging: 10-2-2016


      Terneuzen
We parkeren de wagen weer op een van de parkeerterreinen en lopen vervolgens naar het zuiden over de Stadhuisplein, waar we een scheepvormig Stadhuis zien en over de Bokken. Hier vinden we het beeld van Chris Ferket De Commeren, dat hier in 2011 geplaatst is. Over dit beeld is veel niet bekend. Wanneer het gemaakt is, blijft bijvoorbeeld in nevelen gehuld. Het wordt ook (De drie heren) genoemd
1. Nu zal je denken drie heren... maar er staan vier hoofden op het beeld. Wel zien we drie gouden driehoeken. Dit zou ook de drie heren kunnen verbeelden. En zoals uit het verhaal van Reynaert blijkt waren er drie heren die Reynaert zeer haatten. Dit waren de wolf (Ysingrijn) en Tybeert (de kater) en heer Bruun (de beer) 2.
Mogelijk zijn de vier hoofden van andere mensenfiguren uit Van den vos Reynaerde. Misschien zullen we er ooit achter komen.

Vanaf het bruggetje tussen de Bokken en Herengracht krijgen we zicht op de Vliegende Hollander van Piet Griep. Dit beeld moet de thuishaven van de kapitein van dit schip, Willem Van der Decken, een blijvende herinnering maken. Dit schip kwam in noodweer terecht, nadat het op eerste paasdag was uitgevaren en kwam nooit meer terug 3. De kapitein zou daarom eeuwig als enig levend wezen op dit spookschip ronddobberen, terwijl zijn bemanning dood en stil hun taak uitvoerden 4.
Het verhaal uit 1839 is oorspronkelijk van Frederick Marryat (10 juli 1792 - 9 augustus 1848) die het schreef met de titel The Phantom Ship 5, al zijn ook eerder van anderen publicaties verschenen waarin ingrediënten van ditzelfde verhaal staan 6. Piet Griep uit Terneuzen ontwierp dit werk, het symbool van Terneuzen 7 dat hier sinds 1972 in het water staat 8. Het ontwerp is uitgevoerd door De Feijter 9.

We lopen verder door De Jongestraat naar Markt waar we weer een hapje gaan eten. Hadden we echter een eindje over de Herengracht doorgelopen, dan hadden we het toelichtingsbord voor het spookschip kunnen lezen. En vervolgens hadden we het oudste gedeelte van Terneuzen nog even kunnen bekijken, wanneer we via het Brugpad, Tuinpad en Kandeelstraat naar de Noordstraat waren gelopen. Via de Kersstraat waren we dan ook op Markt uitgekomen.

We rijden vervolgens na het eten weer naar ons huisje aan de kust.

noten:
1. KunstinZeeland.nl De Commeren;
2. Over de vos Reynaert (1966) (in: Tiecelijn, nr 20, 2007);
3. VVV Zeeland De Vliegende Hollander;
4. Gemeente Terneuzen Terneuzen stad van de Vliegende Hollander;
5. Wikipedia Frederick Marryat,
6. De Vliegende Hollander (volkskunde);
7. PZC, 18 november 2015 Beeld Vliegende Hollander in Terneuzen bezwijkt onder vogelpoep;
8. Zeeuwse Ankers, 23 maart 2015 De Vliegende Hollander in Terneuzen / Redactie;
9. René en Peter van der Krogt De Vliegende Hollander;

internetraadpleging: 10 - 11-2-2016


      Breskens
Nadat we over de bekende N-wegen weer thuis waren gekomen en een eigen bakje koffie hadden gedronken, lopen we toch weer even naar de duintoppen om te kijken naar een nieuwe zonsondergang. We zijn duidelijk niet de enige.

Zonsondergang 8-8-2015 Breskens



Philippinekanaal
Philippine


Mosselmonument
Philippine


Heilige Maria Hemelvaart
Philippine


voormalig patronaatsgebouw
Philippine


Oostenrijkse grenspaal
Philippine


Stadhuis (voormalig)
De Schotse Hoek
Philippine


Hervormde kerk
Philippine


Erwin Boudry
Sluiskil


Honoré Colsen
Sluiskil


Lodewijk van den Berg
Sluiskil


Miljoenentrein
Sluiskil


Dolfsendiek
Sluiskil


woonhuis
Het Warenhuis
Axel


woonhuis
Het Warenhuis
Axel


winkel - marouflage
Het Warenhuis
Axel


winkel - etalage
Het Warenhuis
Axel


Kist
Het Warenhuis
Axel


Klederdracht
Het Warenhuis
Axel


Haard
Het Warenhuis
Axel


Axelse boerin op de rug gezien | 1983 | olieverf op doek | Heleen Mieras
Het Warenhuis
Axel


overzichtje
Het Warenhuis
Axel


Stadsmolen
Axel


Bastionstraat
Axel


Stationsstraat
Axel


Betonnen urinoir
Zaamslag


Rozemarijnstraat
Zaamslag


Schelpenmuseum
Plein - Zaamslag


Stadhuis
Terneuzen


De Commeren | Chris Ferket
Terneuzen


Vliegende Hollander
Terneuzen


Waterdunen in wording
Breskens


Waterdunen in wording
Breskens


strand
Breskens






Dag 15: Breskens

kaart 15

Na een rustige ochtend besluiten we 's middags het rumoer van de laatste Visserijfeesten Breskens 2015-dag mee te nemen. Het is een bijzondere, want dit is het laatste jaar dat het vanuit de oude vismijn wordt gevierd. Dit gebouw - voor de visafslag en veiling - is hier in 1953 gebouwd en geopend. Het zal worden afgebroken om ruimte te maken voor appartementen. Het uitzicht zal in ieder geval prachtig zijn, wanneer de livebeelden van de webcam aanschouwen.


      Breskens
We wandelen over de duintopppen naar het centrum van Breskens waar aan de haven en in het centrum de visserijfeesten plaatsvinden. Uitgangspunt van de feesten is nog steeds het gratis visje kunnen pakken in de vismijn, als je geduldig in de rij wilt staan. Daarnaast is er volop allerhande vis te koop. Verder draaien de kroegen, cafés en restaurants volop mee, is er kermis, livemuziek en een braderie. Ook kun je onderweg diverse acts tegenkomen. In de haven liggen natuurlijk de diverse schepen, waarvan sommige bekeken kunnen worden.
Maar voordat wij zover zijn, komen we eerst weer langs de veerhaven van Breskens. Hier zien we weer drie bomen naast elkaar.
Wanneer we over de Boulevard het centrum bereiken, lopen we even over het Oranjeplein om te kijken, tot hoever dit feest reikt. Tot en met dit plein dus.

11 september 1944
Breskens
We lopen verder via de Koningin Emmastraat, waar we op het eind aan de Molenwater of Steenoven een monument zien ter nagedachtenis aan 11 september 1944, toen bij een geallieerd bombardement 183 burgerslachtoffers de dood vonden. Johan Provoost tekende voor het ontwerp
1. Hij maakte de bombardement zelf mee als dertienjarige en het heeft hem niet meer losgelaten 2.
Bij de voorbereidingen van deze geallieerde aanval was het een en ander misgegaan. De daarvoor afgeworpen waarschuwingsbiljetten bleken niet bij de burgers in Breskens gekomen te zijn, maar bij de Belgische kust, dus de aanval kwam voor de bewoners als een complete verrassing.
De Duitse troepen hadden zich namelijk hergroepeerd om met materiaal en al naar de overkant verscheept te worden, nadat op 4 september Antwerpen was gevallen. Doordat de geallieerden ook niet de rest van Zeeuws-Vlaanderen meenamen in de verovering, hadden ze niets aan de Antwerpse haven, omdat de monding van de Schelde nog geheel in Duitse handen was. Dit was de opmaat naar de Slag om de Schelde 3, één van de grootste operaties tijdens de tweede wereldoorlog 4.
Dit jaar legde Johan Provoost, inmiddels 83, een krans op 4 mei tijdens de nationale oorlogsherdenking op de Dam in Amsterdam, namens en voor alle burgerslachtoffers die zijn omgekomen in de tweede wereldoorlog 5.

Veertig meter verderop staan we tussen de braderiegangers. Het leven bestaat uit contrasten, zullen we maar zeggen.
We lopen eerst een stukje bovenlangs, om bij een begin van de braderie te komen. Hiervandaan hebben een moment een mooi overzicht over de Handelshaven. Wanneer we de trap naar beneden zijn afgedaald komen we op de Keerdam waar de braderie begint. Deze schuifelen bij tijd en wijle rustig mee met de stroomsnelheid van dat moment. Wanneer we voorbij de Middenhavendam komen, lopen we naar het water om naar de schepen te kijken. Het eerste schip dat we zien is het reddingsschip (in ruste) Carlot. Het oogt - zo op het eerste gezicht - als een zeer smal schip. Wanneer we echter de specificaties van dit schip bekijken, dan snappen we meteen waarom dit soort reddingsschepen bijzonder zijn. Ze hebben een zelf richtend vermogen, wat inhoud, dat wanneer alle deuren gesloten zijn, het schip in 6 seconden weer in haar normale stand ligt. Het is dan eigenlijk ook niet meer mogelijk - vanwege de grote opdrijvende kracht van de “luchtbel” in het stuurhuis - dat het nog kan omslaan. Het biedt ruimte aan 120 geredden en heeft een maximumsnelheid van 10,6 knopen, dit is ongeveer 19 km/u.
Het schip is in 1960 gebouwd en bekostigd uit een nalatenschap van mejuffrouw C.M.J. Meyer. Zij heeft aangegeven dat het schip Carlot zou gaan heten 6, vernoemd naar haar geliefde hond 7.


Brood en vis | 1997 | Johnny Beerens
Breskens
Aan de lange steiger in de Vissershaven vinden nog enkele vissersboten. Om deze en wat ze aan land brengen draait het allemaal tijdens deze dagen.
Wanneer we naar deze steiger lopen, komen we langs Cor's Bootwinkel, waar net paling aan een speet wordt geregen en vervolgens gerookt gaat worden.
Aan het einde van de steiger hebben we een mooi en vrij zicht op de graansilo, waarop Johnny Beerens in 1997 een 22 bij 27 meter groot schildering heeft aangebracht, dat de titel Brood en vis heeft meegekregen. Johnny Beerens waren we al eerder tegen gekomen in Oostburg .
Wanneer we de details op zijn site bekijken, dan neemt de bewondering voor zijn kunnen alleen maar toe. Je kunt immers niet bij elke haal even op een afstand bekijken, tot welk effect het heeft geleid. Ook zien we hier wat ogenschijnlijk van een afstand verborgen blijft.
Bij het teruglopen over de steiger krijgen we beter zicht op de Sanya Lan van het Chinese Team Sanya van de Volvo Ocean Race met Mike Sanderson als schipper 8, dat naast de Carlot ligt. We gaan verder langs de kade en komen bij de Vismijn, dat hier sinds 1953 staat. En naar het schijnt is dit ook de laatste keer dat het feest vanuit hier wordt georganiseerd.


Visserijfeesten Breskens 2015. - Omroep Zeeland (Gepubliceerd op 10 aug. 2015)

Aan het einde van de kade krijgen we een mooi doorkijkje op de Westerschelde. We moeten nu wel langs de kade blijven lopen, want de grote onderdelen van de kermis staan hier. Intussen willen ook wij wel een hapje en een drankje en nemen plaats op het terras van De Dukdalf.

We vervolgen de braderie tot we de mogelijkheid krijgen om over de dijk te komen en lopen vervolgens verder over de Scheldekade.
Via het winkelcentrum aan de Weegbrugweg lopen we naar het uitzichtpunt aan de Promenade, waar we enige momenten van het uitzicht genieten onder het genot van een ijsje.
Hierna begeven we ons nog eenmaal in de drukte van de Visserijfeesten, door ons langs de terrassen en podia op het Spuiplein te murwen. We slagen er zelfs nog vlot in om een drankje te scoren bij een van de bars, waarna we ons langzaamaan uit de voeten proberen te maken. Ook hier staan diverse kermisattracties, waarbij het soms erg vermakelijk is om te kijken hoe diverse mensen van jong en oud het marteltuig vrijwillig ondergaan.
Aan het einde van mensenmassa vinden we Ons Zeeuwske - een Culturele cadeauwinkel - van Jolanda Weemaes, voor zeg maar Zeeuwse hebbedingetjes. En ook wij moeten natuurlijk nog iets hebben.

kauw-paar
Breskens
Aan het begin van de Dorpsstraat vinden de expositieruimte van Wilma van der Lee. Haar hadden we in Groede ontmoet, tijdens het bezoekje aan EdeSART .
Na de Dorpsstraat volgen we de Langestraat het dorp uit. Halverwege deze straat komen we bij een winkelcentra, een zeer luxe - namelijk dubbele - opgang voor een kauwengezin tegen.

Hoewel het nog vroeg is, lopen we - nadat we even thuis zijn geweest - toch maar alvast naar het strand, om te kijken of we daar iets te eten kunnen vinden. We lopen al gauw tegen het strandpaviljoen Loods Tien op.
Prima plek om van het uitzicht te genieten en - naar blijkt - ook om te drinken en te eten. En dus genieten we voor de verandering van de dingen die om ons heen gebeuren. We zien achtervolgingen van speedboten, die zo snel gaan, dat je nauwelijks de tijd hebt om je fotocamera te pakken en aan te zetten, want dan zijn ze alweer uit het zicht verdwenen.
Loods Tien
Breskens
Wat ook vlot gaat, maar toch met een beduidend lager tempo, zijn de 'halsbrekende' toeren van de loodsen die aan boord van de zeeschepen worden gebracht. Hun dagelijks werk, maar het ziet spannend uit.
Het eten en drinken komt in prettige tussenposen, zodat het een aangenaam vertoeven wordt.
Na enkele heerlijke cappuccino's gaan we het strand op voor een wandelingetje langs de branding richting de vuurtoren Nieuwe Sluis (31526).

Telkens wanneer ergens langs de Schelde lopen, komen we ze tegen. Bakstenen. Zelden zijn ze zo hoekig zoals ze in onze huizen zitten. Ook nu komen we er weer een aantal tegen.

baksteen
Breskens
Hoelang zullen deze door de stroming en branding heen en weer zijn geschoven tot ze gingen rollen en hoelang zullen ze gerold hebben om zo uit zien, zoals bijvoorbeeld deze? Een eeuw? Vijf eeuwen? Zou er weleens onderzoek naar gedaan zijn, naar de leeftijd van deze stenen?
Ook een interessante vraag zou zijn, waar deze steen oorspronkelijk vandaan zou komen. Een voor de hand liggende suggestie is natuurlijk uit een van de verlaten dorpen, die 'verdronken' zijn. Maar is dat ook zo?

vuurtoren
Breskens
De grenzen zijn veelal vaag. Dus waar zo'n steen precies vandaan komt, met welke stroming, dat vergt de nodige kennis van allerlei zaken. We zitten hier - wanneer we op de kaart kijken - op de scheiding van de Noordzee en Schelde.

kreek
Breskens
Voor het zeewater maakt dat echter niet uit. Tot ver in België gaat het water op en neer met vloed en eb.

We wandelen om de vuurtoren heen en lopen via de asfaltweg weer terug de duin op. Hier zien we kreekachtige sloten, die opgedroogd zijn - een beetje eender als bij de Yerseke Moer. Verrassend genoeg zien we in de verte de hazen lopen. Gelukkig blijven ze ook af en toe stilstaan.
Wij lopen langzaam over de duintop naar ons huisje en zien de ondergaande zon een lange schaduw van ons voor ons afwerpen. Mooi gezicht.

lange schaduw
Breskens
Wij gaan alvast alles inpakken, voor zover mogelijk, want morgen gaan we weer naar huis.
Ter afscheid van deze vakantie krijgen we nog een fraai vuurwerkshow mee, vanwege de afsluiting van de Visserijfeesten 2015.

noten:
1. Traces of War Oorlogsmonument Breskens;
2. Voor hen bleef het voor altijd stil… / Ellen Lock (in: Pensioen- en Uitkeringsraad Magazine, juni 2009. - p. 20-23);
3. Zeeuwse Ankers, 06 oktober 2014 Bombardement Breskens, 1944 / redactie;
4. De Slag om de Schelde Dagboek in een tijdlijn;
5. PZC, 30 april 2015 Johan Provoost uit Breskens legt krans in Amsterdam;
6. Oude Reddings Glorie Carlot;
7. Paper Modelers Dutch SAR Lifeboat ¨Carlot¨, 1:67 Scalee;
8. Wikipedia Volvo Ocean Race 2011-2012;

internetraadpleging: 13-2-2016



Drie bomen
Breskens


braderie
visserijfeesten 2015
Breskens


reddingsboot ¨Carlot¨
visserijfeesten 2015
Breskens


diverse vissersschepen
visserijfeesten 2015
Breskens


Cor's Bootwinkel
visserijfeesten 2015
Breskens


¨Sanya Lan¨
visserijfeesten 2015
Breskens


havenmonding
Breskens


visserijfeesten 2015
Breskens


duin - strand - zee
Breskens


PKN-kerk
Breskens


expositieruimte Wilma van der Lee
Breskens


Garnet Ace
Breskens


Garnet Ace
Breskens


strand
Breskens


vuurtoren
Breskens


hazen
Breskens


vuurwerk
visserijfeesten 2015
Breskens






Dag 16: Zierikzee

kaart 16

De vakantie is weer ten einde en we gaan weer richting huis. Het huisje wordt leeggeruimd en schoongemaakt en de wagen ingeladen. Het beddengoed en (gescheiden) vuilnis wordt weggebracht. Het ontbijtje en de koffie zijn genuttigd. Rest ons de sleutel en pas af te geven bij de receptie, zodat we het park kunnen verlaten.
We rijden weer naar de intussen vertrouwde N-weg.


      Schoondijke
Hier komen we de eerste rotonde tegen dat ons eventueel naar Schoondijke kan, maar zijn we daar niet al geweest? We hebben Schoondijke nu al zo vaak op een richtingbord zien staan, dat we het ons niet een-twee-drie voor de geest kunnen halen. En we rijden alweer verder... Gelukkig biedt ons extern geheugen, de ANWB Topografische Atlas Nederland vlot uitkomst. Schoondijke staat nog niet gekleurd op de kaart, dus daar zijn we nog niet geweest. De herkansing nadert, want er komt een tweede rotonde aan, waarmee we ook naar Schoondijke kunnen komen. En dus nemen we de Lange Heerenstraat, het dorp in. Bij de volgende kruispunt dat bestaat uit een rotonde, midden in het dorp bij Hotel de Zwaan, gaan we de Dorpstraat in. Het is hier erg ruim opgezet. Brede middenstraat met aan beide zijden een ventweg.
We weten even niet wat we hiermee moeten en besluiten maar weer om te keren en rijden dezelfde weg terug naar de N-weg.
Deze rijden we echter niet op, maar we rijden rechtdoor - over de parallelbaan van de N253. Aan deze weg - nog steeds de Lange Heerenstraat - ligt namelijk als het goed is een Boerderij- of Landwinkel. Al vlot zien we
Landwinkel Risseeuw-van 't Westeinde verschijnen.
Aangezien we toch nog boodschappen moeten doen, kunnen hier natuurlijk het nodige vers krijgen. Maar ook de streekproducten en dan hebben we het over Zeeuwse wijnen, bieren en huisgemaakte jam liggen te lonken, waaronder de producten van Kookboerderij Spennekot. Gezien de unieke smaken van bijvoorbeeld de jammen, verheugen we ons zeer op de Peren jam. Ook van de nergens tegengekomen bieren nemen we er nu wel een aantal mee, zodat we nog langdurig de smaken kunnen proeven van dit land.
Nadat het allemaal een stoot- en slingervrij plekje heeft gevonden in de auto gaan we weer verder met de terugreis.


      Zierikzee
Op de kaart vinden we geen plaatsnamen meer die we persé gezien willen of moeten hebben, zodat we al vlot over de N61 langs IJzendijke en Biervliet rijden. Even voorbij Hoek krijgen we de aansluiting op de N62, die ons naar de Westerscheldetunnelweg brengt, waar we nu wel doorheen gaan rijden. En zo rijden we langs diverse plaatsnamen op Zuid-Beveland, die ons nu alles zeggen. Vóór Goes besluiten we naar Noord-Beveland te rijden over de N256, zodat we ook nog even over de Zeelandbrug (waar we onder gestaan hebben) kunnen rijden. Deze Zeelandbrug - vanaf de bouw tot 13 april 1967 nog Oosterscheldebrug geheten
1 - brengt ons aan wal van het voormalige eiland Schouwen. Beter gezegd, we komen aan land op Schouwen-Duiveland op de plek waar voorheen - toen we nog spraken van Schouwen en Duiveland - de Gouwe beide eilanden scheidde 2.
De mooie kaart van Christiaan Sgrooten Zelandicarum uit 1573 geeft dit mooi weer.
We rijden door tot we met de N59 en ring om de oude stad heen kunnen rijden, waar - heel handig - aan de noord- en westzijde diverse parkeergelegenheden gemaakt zijn bij de oude toegangswegen en -poorten van de stad. Wij kiezen een parkeerhaven bij de Scheldestraat.

Sint-Lievensmonstertoren of Dikke Dom - Zierikzee,
met daarvoor de Zeelandbrug.
Vanaf de dijk van de Leendert Abrahampolder bij Kats .
Zodra we bij de gracht gekomen zijn, maakt Zierikzee een imposante indruk. Zeker met de enorme dikke toren die we door de Weststraat goed kunnen zien. De Sint-Lievensmonstertoren wordt daarom ook wel de Dikke Dom genoemd 3. De toren hoorde - weliswaar er niet aan vast gebouwd - bij de Sint-Lievensmonsterkerk, maar deze brandde in 1832 volledig af. We kijken nu dan ook naar zijn neoclassicistische opvolger dat tussen 1835-1848 gebouwd is, de Nieuwe Kerk 4.
We lopen verder door de Meelstraat op zoek naar een bakje koffie. We komen echter eerst het Stadhuismuseum tegen. Deze blijkt echter op dit tijdstip nog dicht te zijn, maar dat vinden we niet erg. We schuiven snel het steegje Maarstraat in en vinden op het hoekje van het pleintje - al heet het straatje hier Verrenieuwstraat - een terrasje waar we een cappuccino kunnen krijgen.
Het nieuw uitziende pleintje heeft vele verhalen te vertellen.

De wandelroute door Zierikzee.

Na ons rustmomentje lopen we weer verder door de Meelstraat, waar we net voorbij het museum twee oude panden tegenkomen, die de namen De Haene (40726) en Roomen (40748) dragen. De eerste wordt in de volksmond ook wel Tempelierenhuis genoemd en dit is het pand met de oudste gevel van Zierikzee, dat moet teruggaan tot de veertiende eeuw. Leuk om tegenover 700 geschiedenis te staan.

De Haene
Zierikzee

Roomen
Zierikzee
Zoals wel vaker met de volksmond, berust dit echter op een echo uit het verleden, waarbij het tragische lot van de zo eens gevierde en roemruchte orde indruk had gemaakt op de bevolking.
Het verhaal was namelijk dat alle tempelheeren waren vermoord op één nacht. Alle, op twee na, deze waren namelijk in een bordeel en ontsnapten hierdoor aan het noodlot van hun makkers 5.
Op 2 mei 1312 werd door de paus een bull Ad providi vicarii uitgevaardigd 6, waarin deze tempelieren-orde in alle landen werd opgeheven. De genoemde redenen waren onder andere de onzedelijk, naast een aantal andere waaronder de ruwe vrijgeestigheid, onchristelijkheid en heerszucht.
Aannemelijk is - zoals gebruikelijk door andere heersers met dezelfde hebbelijkheden - dat concurrentie de ware redenen waren voor deze opheffing. In tegenstelling tot bij de andere ridderorden - waar hetzelfde voorkwam - werd geen opheffing over uitgesproken.
Bekend was dat deze Tempelieren-orde de Franse koning haatte. Zodoende speelde de angst van zowel de koning als de paus dat ze mogelijk in hun territorium macht zouden verkrijgen ten kostte van henzelf, zodat ze dus deze ban uitspraken om zichzelf te verdedigen. De andere ridderorden profiteerden hiervan, want zij kregen de tempelgoederen in handen 5.
Het pand aan de overkant is veel jonger en is gebouwd in de zestiende eeuw, dus van zo'n 200 jaar later. Dit zou toenertijd gebruikt en bewoond zijn door de goud- en zilversmeden.
We slaan af de Dam op en vervolgen de route met de Schuithaven en Lange Nobelstraat. We merken dat we het oude centrum uit gaan lopen en gaan met 2 keer rechtsaf weer terug. Via een (betaald) parkeerplaats komen we uit bij de Hoge Molenstraat. Hier stuiten we op - hoewel een stuk 'nieuwer' - een paar aardige pandjes, waaronder een die voorheen dienst deed als Garage van C. van de Bout. Dit staat in een fraai lettertype vermeld in de betonnen vloer van de zolder (gemeentelijk monument 1676/203).

Kaart van Zierikzee, 1649
We lopen om het hoekje de Schuithaven weer in. Op het kruispunt met de Dam lopen we de Mol op.
De opbouw van Zierikzee is nu ook een stukje duidelijker geworden. De Dam, samen met vermoedelijk de Schuithaven waren de afsluitingsdam in de kreek dat in verbinding stond met de Gouwe. Hierachter lag als een voorstraat de Meelstraat naar de kerk. Vermoedelijk lopen we op de Mol en Havenplein in het laatste gedeelte van de intussen gedempte haven. De kreek werd waarschijnlijk ingeperkt door aan beide zijden een dijk. De Hoge Molenstraat zou een dijk kunnen suggereren.
Het verhaal over het ontstaan van Zierikzee wordt beperkt doordat er van vóór de 11e eeuw geen archeologische vondsten zijn gedaan. Waarschijnlijk is de naam Zierikzee weer - net als de voorgaande plaatsen - een samenvoeging. In dit geval van Zierik en Ee, waarbij Zierik de naam van een persoon is die zich hier kwam vestigen aan het water Ee 7. Op een kaart van Schouwen gemaakt door A.J.F. Fokker vinden we Serixe met stichtingsjaar 849, zodat we dezelfde klank hebben, maar een op het oog een heel andere naam, Serix. Dezelfde kaart laat ook zien dat de kreek schuin naar het noordwesten doorloopt tussen vermoedelijk de Verrenieuwstraat en de Hem en verder 8 tot er in 1220 ook hier een dam wordt geplaatst, Sint Anthoniesdam. Hier wordt tevens een getijdemolen geplaatst, getuige de huidige straatnaam Watermolen als vervolg op de straat Sint Anthoniesdam. Deze watermolen heeft de oudste vermelding van Nederland. Mogelijk worden er ook bezittingen in een oorkonde van 976 van de abdij van Sint Baaf in Gent beschreven als Creka, dat in of bij Zierikzee zou kunnen liggen 7. Dit Creka lijkt wel erg op kreek, dus dit zijn net als Ee erg vage aanduidingen. Gelukkig zijn er meer bronnen. De oorkonde uit 976 vermeldt kennelijk meer. Het complex dat (later) aan te duiden is als Zierikzee wordt Creka et Papingalant genoemd. En dan hebben we het dus over het land van Papinga (duidelijk Fries, lijkt me) en het water (de kreek), dat aan de Gouwe ligt, waar voldoende ruimte was om 900 schapen te kunnen laten grazen. Hierbij behoorde ook een kerk. Deze eigenkerk was gewijd aan de verzonnen heilige Lieven of Levinus, een niet bestaand persoon, zodat deze kerk in Zierikzee dus de unieke naam Sint-Lievensmonsterkerk heet, waarbij het begrip monster aanduidt, dat het om een vroege centrale kerk gaat 9.
Dezelfde kaart van Fokker laat ons ook weten, dat er in ieder geval 19 'vluchtbergen' zijn geweest 8, waarvan er nu nog twee te zien zijn 10.


's Grave steen
Zierikzee

Havenplein 3, 1909
Zierikzee
Bij de overgang tussen Mol en Havenplein vinden we twee fraaie panden - naast de vele andere. 's Grave steen of Gravensteen aan de Mol op 25 is een voormalige gevangenis, dat hier ruim vijf eeuwen als zodanig werd gebruikt. Tot 1923 was het in gebruik als huis van bewaring. De bouw van dit gebouw is in 1524 begonnen en duurde tot 1526. Het ontwerp is van Antwerpse bouwmeester Harman van Aecken. Het was een vervanging van een eerder gevang dat te bouwvallig was geworden, waarvan de bouwaanvang in 1358 was begonnen 11.
Het tweede gebouw is van een geheel andere orde. Deze is van circa een eeuw geleden en is erg kleurrijk.
Wanneer we weer een stukje verder lopen zien we de torens van de Gasthuiskerk (40591) met daarvoor een beurs (40592) om overdekt handel te kunnen drijven. Dit kwam in 1652 gereed. Boven op de beurs is een uitbreiding van de Gasthuiskerk te vinden. De reden van de bouw was plaatsgebrek in de kerk waarvan de geschiedenis al in de 14e eeuw begint met het gasthuis voor arme vreemdelingen en zieken. De kapel werd uitgebreid en steeds kwam er meer behoefte aan binnenruimte. In 1651 werd nogmaals een uitbreidingsplan goedgekeurd, ten koste van de particuliere panden die er voor stonden 12, zoals we nog goed op de kaart uit 1649 kunnen zien.
Enkele monumentale panden verder krijgen we het Vrijpoortje (40595) te zien, dat in 1643 werd gebouwd 13.
Samen met het naastgelegen pand De Witte Swaen is het door de waternoodramp van 1953 ingestort. In de zomer van 1954 werd er door de gemeente geld uitgetrokken voor herbouw van beide panden 14.
De poort geeft toegang tot de straat 't Vrije. Aan het einde van de 15e eeuw heette het ook al zo 15. Een eeuw later werd het ook aangeduid als int Vrije 16.
Aan de overkant zien we een huisaanduiding Dbrouwery in de Eenhore uit 1639 (40576). En zo gaat het maar door in dit havengebied, dat dus te veel panden kent om hier even te laten zien. In het parkje van de Havenpark vinden we een beeld van Job Baster, een geneesheer en botanicus die hier woonde en werkte op nummer 35. Job Baster (Zierikzee, 2 april 1711 - 6 maart 1775) werd bekend van onder andere het werk Natuurkundige uitspanningen, behelzende eenige waarneemingen over sommige zee-planten en zee-insecten, benevens derzelver zaadhuisjes en eijernesten en de introductie van de goudvis, Kin-Yu 17, waarvan in het boek op pagina 83 ook een fraai ingekleurde illustratie bestaat 18. Hierbij is het beeld ook verklaard, dat hier sinds 1-12-2007 staat en geplaatst is door de lokale Rotaryclub. Het beeld stond eerder al in de Mosselboomgaard, voorheen Zonnehof, waar het op 13 augustus 1976 werd onthuld 19. Ad Braat (Roosendaal, 18-1-1919 - Zierikzee, 31-1-2000) 20 is de beeldhouwer van dit beeld en vond het leuk om Baster pratend tegen de vissen af te beelden, omdat het bekend is dat hij dit in werkelijkheid ook deed. Als alternatief voor een echte vijver maakte Braat een kleine variant als basisplaat. Zodra het een beetje geregend had, bleef er een beetje water in staan, zodat het net lijkt alsof de koppen van de vissen echt boven het water uitsteken 21.
Na alle gedempte stukken haven, komen we uiteindelijk uit bij de Oude Haven, waar we én water én schepen zien. En er zitten een aantal authentieke oudjes tussen, beheerd en onderhouden door Museumhaven Zeeland. Wanneer we bij de ingang van de steiger komen, zien we dat we een korte rondvaart kunnen maken. Het is natuurlijk een geweldig idee om een stukje van Zierikzee vanaf het water te zien. Dus dat gaan we meteen doen en laten de beelden voor zich spreken.







Zeer inspirerend is zo'n rondvaart met een peilvlet, waarbij alles nog imposanter overkomt.
Wanneer we weer aan land zijn gebracht, zien we vanaf de Kraanplein de patriciërswoning met de huidige naam de Mossele, dat het sinds 1988 heeft. Het is als de Mossel begonnen eind 16e eeuw 22. Het heeft aan alle strijdlustige lieden en machthebbers wel een keer onderdak gegeven, waaronder Karel V, Willem van Oranje en Christoffel de Mondragon, aldus het informatiebord.
Wanneer we weer via het park op het plein komen moeten we natuurlijk even naar binnen bij Boekhandel De Vries [sic] op nummer 14. Hoewel we binnen de kortste keren een stapeltje kunnen selecteren, lijkt het ons op dit moment niet verstandig. Eentje - hoewel groot - nemen we wel alvast mee.
Bij het Stadhuis museum, dat we vervolgens bezoeken, kunnen we het mooi in een kluisje stoppen.
In dit museum worden de beelden weer verder aangevuld. Zo zien we bijvoorbeeld hoe de handel en keuring van de meekrap plaatsvond. Ook van bijvoorbeeld het lossen op het Kraanplein, waar voorheen (zie volledige kaart 1649) de kraan stond, wordt middels een olieverfschilderij in beeld gebracht, waarmee niet de suggestie gewekt wil worden dat het hier om een tafereeltje uit Zierikzee gaat. Het schilderij van 74 x 91 cm is waarschijnlijk in de eerste kwart van de 18e eeuw gemaakt, door een onbekende schilder. Er wordt gesuggereerd dat het om het haventje van Viane zou gaan. Viane is een voormalig buurtschap dat nu onder Ouwerkerk valt. Mocht dit zo zijn, dan zien we in de verte de toren van Ouwerkerk 23 24.


Stadhuis museum - Zierikzee
Schelpenbuffet / Job Baster
In een andere kamer komen we Job Baster weer tegen, maar nu omdat hij ook een schelpenbuffet gemaakt heeft. Dit decoratieve werk - dat samengesteld is uit vele verschillende schelpen, hoorntjes, koraal en gehoorbeentjes van vissen van all over the world - is 318 cm hoog, heeft een breedte van 232 cm en is 21 cm dik 25. Hoewel er her en der stukjes ontbreken, zijn ook de details erg fraai om te bekijken. Naast het verzamelen en de sortering van alle soorten en maten, getuigd de gecreëerde compositie met diverse beelden van kunstzinnige inslag en uitdrukkingsvaardigheid, naast beheersing van de materie.

detail
Een bijzonder boekenstilleven komen we in een andere ruimte tegen. Op het eerste gezicht een stilleven zoals we vaker zien, tot we de details beter bekijken. Merkwaardig wordt het wanneer we het achterste houten paneel beter tot ons laten doordringen. Het lijkt wel of het hier om een verlijmd stuk hout gaat. We zien zelfs duidelijk een vingerlas-verbinding, een uitvinding van nog niet zo lang geleden. Kijken we hier dus naar een 'recent' schilderij?

Veel tijd om er lang bij stil te staan nemen we niet, want onze aandacht wordt getrokken door uitleg over de verwerking van de meekrap tot de befaamde rode kleur pigment.

De alizarine of alizarinerood - het rode kleurpigment uit de meekrapwortel - staat hier tentoongesteld in een glazen potje met daarop de datum 1/10-'58, waarbij het dus een verrassing blijft uit welke eeuw het komt. Gezien het potje, zal dit 1958 zijn. Ernaast liggen enkele dotjes wol die geverfd zijn met deze kleurstof. Hiernaast vinden we een kar met daarop de geoogste meekrapwortels.
Een maquette maakt de drie te nemen stappen in het proces van de meestoof duidelijk. Deze is vergelijkbaar met de meestoof die we in Nieuwdorp zagen. In het midden wordt de geoogste meekrap per eigenaar opgeslagen, dit wordt de Koude Stoof genoemd. De rechterkant de Toren, verzorgt de droging, dat tweemaal plaatsvindt. Onder de vloer is een oven, de Oude Man, gemaakt die de temperatuur hoog houdt. Dit is ook een reden waarom de meestoof een redelijke kans op brand had, zoals al eerder is gebleken. Na de eerste droging wordt het op de dorsvloer in stukken geslagen met een vlegel, waarna het gezeefd wordt en ontdaan wordt van ander ongeregeldheden. Helemaal rechts wordt de tweede droging gedaan op de Ast of Eest met hete lucht, dat wederom uit een oven komt, het Varken. Helemaal links wordt het door een rosmolen fijngestampt.

Even verderop wordt het proces van een ander zeer belangrijk product uit de (vroege) middeleeuwen uit de doeken gedaan.

In het literatuuronderzoek staan ook op diverse plaatsen enkele beschrijvingen van zoutwinning . Hierin staat ook een link naar deze interessante film over onder meer zoutwinning in de middeleeuwen.
Het schilderij vertoond het beeld waarop men bezig is zout veen of darink te delven. Hiervoor wordt eerst de toedekkende laag klei weggehaald, waaronder het veen ligt. Dit werd op het droge land op een speciale manier gestapeld, zodat het lucht gedroogd werd. Na droging werd het verbrand, waarbij we ervan uit gaan dat deze verbranding gebruikt werd ter verdamping van de laatste fase. De as die er overblijft na de verbranding heet darink-as of zel-as. Bij de laatste fase wordt het zel-as geraffineerd tot wit zout. In dit proces verdampt men onder andere het water.
Het getoonde darink, as en zout zijn in 2011 opgedolven en bewerkt door het AWN datzelfde jaar.
Alle producten werden meestal vervoerd in tonnen. Om de verschillende eigenaren van de diverse tonnen te onderscheiden werden huismerken op de tonnen aanbracht. Ook de vissers deden aan deze merktekens. Om voor derden duidelijk te maken welk teken van welke vissers kwamen, werd er een overzicht gemaakt met daarop de tekens en daarbij geschreven de naam. De gebruikte tekens hebben veel overeenkomsten met de rune-tekens en bestaat dan ook uit lijnen die elkaar kruisen in een bepaalde hoek.
We vinden in dit museum naast vele andere onbesproken items - maar minstens even interessant - ook nog twee objecten die thuishoren bij de criminaliteit-bestrijding. We doelen dan op de stenen der wet en de klepper. De klepper hebben we al uitgebreid besproken in Goes . De getoonde klepper komt uit de 19e eeuw en heeft een dikte van zo'n 9 cm. Het plankje waar het heen en weer bewegende onderdeel zijn geluid op maakt, heeft een lengte van 38 cm. Het handvat met scharnieronderdeel is 32 cm lang. Zierikzee had in 1775 twaalf mensen in dienst als nachtwaker. Zij hadden hun wachthuis in de Korte Sint-Jansstraat. In 1893 werden deze nachtwakers met hun lawaaiige rondgangen vervangen door politieagenten 26.
Werd men in vroegere tijden voor een klein vergrijp als schelden, ruzie maken, kwaad spreken of beledigen veroordeeld, dan volgde hierop - meestal tijdens een drukke markt of andere dagen met veel mensen op de been - de uitspraak met bijvoorbeeld als lijfstraf een bepaalde route moeten lopen met deze stenen der wet of schandstenen. Het geheel weegt zo'n 28 kilo en hing zichtbaar om de nek, zodat je eer en goede naam een behoorlijk deuk opliep, afgezien nog van het feit dat je lichaam dit al snel geen pretje meer vindt 27.
Dit museum heeft weliswaar niet een uitgebreide museumwinkel - het is meer een rondom de entree-kassa gebouwde vitrinekastencirkel - er liggen wel erg leuke dingen in, die we niet kunnen laten liggen. Hieronder natuurlijk het tentoonstellingsboekje met begeleidende verhalen en een fors en uitgebreid geschiedenisverhaal van beide eilanden.

Met wederom vele kilo's in de hand lopen we terug naar de auto. We lopen echter wel eerst weer even naar de Dam, zodat we ook de hele winkelstraat Poststraat meekrijgen. Halverwege komen we een authentieke muziekwinkel tegen MarmurGo+, met cd's en vinyl in de etalage. Nieuwsgierig geworden naar de muziek van Tonnie 'Broeder' Dieleman op Alles is ijdelheid uit het boekje van Rachel de Meijers Tussenland, hier maar even een poging wagen. Helaas! Wel ontstaat er een mooi gesprek met de beide ondernemers Marijke Folkertsma en Louis Kleingeld over de vakantie, het leven, vrijheid en de muziek.
We lopen verder de Poststraat uit en gaan toch nog even een blik werpen in de Nieuwe Kerk. In het parkje staat ook nog het een en ander aan kunstobjecten. En we vinden er ook nog een beeld van Pieter Mogge - we kwamen hem al tegen in het museum, een vermogend man, want hij liet na zijn dood in 1756 420.000 gulden na voor het stichten van een universiteit. Vreemd genoeg is deze wilsuitvoering er nooit van gekomen, wegens politiek gekissebis en concurrentiestrijd. In plaats daarvan is het geld besteed aan monumentenzorg en de oprichting van De Nieuwe Visscherij met een vloot met 16 schepen. Beeldend kunstenares Marian van Puyvelde (St. Michielsgestel, 1922) maakte dit beeld met veel plezier 28, dat op 14 november 2008 is onthuld 29. Pieter Mogge (Zierikzee, 29-12-1698 - Den Haag, 6-11-1756) was vermogend vanwege de erfenissen van zijn vader en zijn kinderloze oom Ockersse en kreeg zo de heerlijkheid Renesse en Dreischor in bezit, waardoor de weg naar allerlei bestuurlijke functies open lag 30.
Na een rondgang werpen we ook nog even een blik in de Dikke Dom. Hier vinden nog een oude aanblik 'vanaf zee', zoals we dat zelf ook hebben kunnen ervaren, tijdens het boottochtje.

Hierna rest ons niets anders dan naar de auto te lopen om weer naar ons eigen huis te rijden, waarmee ook deze vakantie tot een einde is gekomen.

noten:
1. Wikipedia Zeelandbrug,
2. Gouwe,
3. Sint-Lievensmonstertoren,
4. Nieuwe Kerk (Zierikzee);
5. Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de hervorming / W. Moll. - Arnhem : Is. An. Nijhoff en Zoon, 1867. - II, Tweede Stuk., p. 135-137;
6. Geschichte des Ordens der Tempelherren : Nebst Bericht über seine Beziehungen zu den Freimaurern und den neuern pariser Templern / Ferdinand Wilcke. - Zweite Band. - Halle : Schwetschke'schei Verlag, 1860. - Beilage 7 Päpstliche Bulle, die Templer in allen Landen zu ergreisen, p. 434-437;
7. Zierikzee, Stad aan de Oosterschelde Het Ontstaan;
8. De Rand van 't Land : Waterschapsgeschiedenis van Schouwen en Duiveland / J.L. Kool-Blokland. - Werken 13, ISSN 0168-7182. - Middelburg : Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 2003. - ISBN 90-70534-36-3 p. 21;
9. Geschiedenis van Zeeland I, p. 75, 148;
10. Vliedbergen in het Zeeuwse landschap, p. 33;
11. Zierikzee, Stad aan de Oosterschelde ’s Gravensteen;
12. Hervormde Gemeente Zierikzee - gewone wijk De Gasthuiskerk;
13. Gids voor Zierikzee en de eilanden Schouwen en Duiveland : met 22 platen. - Conrad collection on Dutch waterways / Jan Frederik Willem Conrad, 504. - Zierikzee : [s.n.], 1881 p. 18;
14. De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 12-06-1954 p. 8;
15. Historie Orisant Akte voor schepenen van Zierikzee met verklaring Cornelie Coole Jacobszoonsdr;
16. Zierikzee : RAZE 3851b f46v/3-4 en f85v/2;
17. Wikipedia Job Baster;
18. De Goudvissen van Job Baster / Frans de Jong december 24, 2010;
19. Zierikzee, Stad aan de Oosterschelde Job Baster-beeldje;
20. RKD Ad Braat;
21. De Telegraaf, 15-08-1992 BEELD SPRAAK / Els Roes;
22. Gemeente Schouwen-Duiveland Lijst van huisnamen in Zierikzee;
23. De kajak van Zierik en andere verhalen : Voorwerpen uit de collectie van Stadhuismuseum Zierikzee / Betty Blikman, Peter Priester; Peter Priester (redactie); Eric Bontekoe, Karel Buijn, Peter Priester, Adri Verburg, Ivo Wennekes (fotografie). - Zierikzee/Voorburg : Stadhuismuseum / Stichting Uitgeverij Clinkaert, [2015]. - ISBN 978-94-9008404-2. - p. 70-71;
24. Plaatsengids Viane;
25. Zierikzee, Stad aan de Oosterschelde Schelpenbuffet (Job Baster 1711-1775);
26. De kajak van Zierik en andere verhalen / Betty Blikman, Peter Priester. - p. 118-119,
27. p. 40-41;
28. Zierikzee, Stad aan de Oosterschelde Pieter Mogge standbeeld;
29. Omroep Zeeland Standbeeld Pieter Mogge Zierikzee;
30. Zierikzee, Stad aan de Oosterschelde Mr. Pieter Mogge (1698-1756);

internetraadpleging: 14 - 22-2-2016



het huisje
Breskens


Zeelandbrug


Sint-Lievensmonstertoren
Zierikzee


Nieuwe Kerk
Zierikzee


Stadhuismuseum
Zierikzee


pleintje Verrenieuwstraat
Zierikzee


Garage C. van de Bout
Zierikzee


Gasthuiskerk
Zierikzee


't Vrijpoortje
Zierikzee


Dbrouwery in de Eenhore
Zierikzee


Job Baster
Zierikzee


Oude Haven
Zierikzee


Oude Haven
Zierikzee


Oude Haven
Zierikzee


traphek 'de Mossele'
Zierikzee


Stadhuis museum
Zierikzee


Stadhuis museum
Zierikzee


Stadhuis museum
Zierikzee


Stadhuis museum
Zierikzee


Stadhuis museum
Zierikzee


Stadhuis museum
Zierikzee


Stadhuis museum
Zierikzee


Darink
Stadhuis museum
Zierikzee


Darink-as
Stadhuis museum
Zierikzee


wit zout
Stadhuis museum
Zierikzee


klepper
Stadhuis museum
Zierikzee


schandstenen
Stadhuis museum
Zierikzee


Pieter Mogge
Zierikzee


Zierikzee






Dag 17: van huis naar Zwijndrecht

kaart 17

Een klein jaartje verder in de tijd rijden we weer - net als op Dag 9 - door de Liefkenshoektunnel voor € 6,- (incl. 21% BTW à € 1,04). Vorig jaar hadden we te laat in de gaten dat meteen na de tunnel een afslag ligt, die je naar fort Liefkenshoek kan brengen. Vandaag niet, vandaag nemen de afslag - 11 Waaslandhaven-Noord - op tijd.


      Liefkenshoek (Kallo - Beveren)
Helaas hebben we nog steeds geen gedetailleerde routekaart van België kunnen vinden, zodat we 'blind' rijden. We zijn duidelijk nog niet gewend aan de andere kleurstelling van de verkeersborden, want we herkennen niet zo snel een richtingsbord naar het fort. En dus rijden we een extra stukje om op de juiste route te komen. En dat extra stukje geeft precies de indruk weer, waar we nu zijn, een industriegebied, waar kennelijk alles altijd grijs en lelijk moet zijn.
Maar al gauw rijden we de Ketenislaan in. Een smalle weg, dat voornamelijk door fietsers wordt gebruikt.
Wanneer we tegen twaalven de wagen aan de verdedigingswal parkeren is er nog genoeg plek. Het water in de gracht ziet er groen uit, zoals alles hier opeens groen is. Een groene oase tussen het grijs.
Wanneer we in de poort staan, ontgaat ons het informatiebordje met plattegrond van het fort niet. We vervoegen ons dan maar meteen bij de informatiebalie, waar we uitgebreid uitleg krijgen over het terrein. Ook is er voldoende documentatie voorhanden, zodat we op de terugweg nog zeker even naar binnen moeten. Nu nemen we slechts het hoogstnodige mee.
Omdat hier een grote plattegrond van de omgeving hangt, nemen we hiervan maar even enkele foto's, zodat we - mocht het nodig zijn - onszelf weer op de kaart kunnen terugvinden.
Maar eerst gaan we onszelf verliezen in het museum dat in de kat gevestigd zit, zoals het gehele bouwwerk nu 'gemeenzaam' genoemd wordt. Eigenlijk is de kat een verhoging om er een geschut op te plaatsen. De bouw van deze bomvrij en halvemaanvormig cavalier is in 1811 begonnen in opdracht van Napoleon en was klaar in 1813. Nu zijn de 12 lokalen van 13,50 meter diep en met een gemiddelde breedte van 6 meter ingericht met allerhande veelal historie uitbeeldende of verklarende situaties. De buitenmuren zijn 1 meter dik en de binnenmuren 80 cm. Opgemerkt moet worden dat de vijandelijkheden vanaf het water wordt verwacht, immers de deuren zitten aan de binnenkant van het gebouw, de landzijde, terwijl de schietgaten aan Scheldezijde zitten
1. De eerste variant van het fort werd echter door de Antwerpenaren ontworpen om de Scheldevaart vrij te houden. Hierbij werd het gevaar dus vanaf land verwacht. Dit gevaar moest dus met een linie aan verdedigingswerken langs de Schelde veilig gehouden worden 2.
Antwerpen was halverwege de 16e eeuw op Parijs na de grootste stad ten noorden van de Alpen en had daarmee ook de grootste concentratie hervormden naast de 55% katholieke inwoners. De Spaanse kroon wilde dit weer naar 100% brengen. De hertog van Parma, Alexander Farnese (1545-1592) werd aangesteld als militair bevelhebber om dit klusje te klaren. Hij gebruikte per stad de strategie "insluiting op afstand of omsingeling". Voor Antwerpen dus zaak om zijn levensader, de Schelde, vrij te houden. Daarom bouwde Antwerpen vanaf 1577 de diverse schansen langs het water. Liefkenshoek was er een van 3. De schans werd tussen 1577 en 1583 op Liefkenshoek gebouwd en vervolgens werd het omgebouwd tot een fort 4.
Hieruit blijkt dat Liefkenshoek daarvoor al bestond. Er voeren vóór 1571 twee veren vandaan. Een ging naar de overkant, naar Lillo en de andere voer op Antwerpen. De in 1516 ingedijkte Sint-Annapolder produceerde vele producten die afgevoerd moesten worden. En dus was hier in de hoek van de polder op de dijk een kleine gemeenschap. Hiermee hebben ook meteen het laatste gedeelte van de naam verklaard. In het eerste gedeelte Liefkens moeten we geen plekje van of voor geliefden zien, zoals vaak uit vertalingen gehaald kan worden, maar kan gezien worden als de naam van een geul of kreek. Deze kreek was wellicht de scheiding tussen de schorren van Harnesse of Heirnesse (Doel) en Ketenisse. Liefkens is dan ook waarschijnlijk een vervorming van Liefkene of Liefkinne. En 'kene' of 'kinne' is geulvariantaanduiding en tegenhanger van de 'nisse' of 'nesse', de landtong of nat laagland en zouden van Friese herkomst zijn 5.

Wanneer we de eerste ruimte betreden komen we uit in het landschap van de 16e eeuw. Met grote kaarten wordt duidelijk gemaakt hoe de strijd gevoerd werd. De doorgestoken dijken zorgen voor een waterlandschap en de strijd richt zich op stukken dijk met schans. Om overzicht te krijgen is het zaak om de telkens verkregen nieuwe situaties goed vast te leggen om juiste nieuwe beslissingen te maken.
Een volgende ruimte stelt ons verrassend voor de keus om je te spiegelen aan de situatie en keuzes te maken die door deze religie- en vrijheidsstrijd ontstonden. Letterlijk word je gevraagd welk pad je kiest. Diverse antwoorden zullen naar diverse uitgangen en je eigen verzonnen verhalen leiden.
Een overzicht van kennis en instrumenten ten behoeve van de geneeskunst staan weer opgesteld in een volgend ruimte.
Om te ervaren hoe er 's nachts gevaren moest worden op een houten schip is er een nagebootst, dat krakend en bewegend je laat oriënteren op de sterrenhemel.
Een situatiekaart van Peter Verbist uit 1656 laat de omgeving van het Land van Waas en Ambacht Hulst zien na de beëindiging van de Tachtigjarige Oorlog. De vele nieuwe kreken die op deze kaart te zien zijn, zijn het gevolg van de dijkdoorstekingen in voorliggende jaren. Na het aanleggen van een nieuwe Scheldedijk zullen de meeste kreken niet meer als zodanig terug te vinden zijn in het landschap.
Dat er soms uit nog vroegere tijden wel sporen worden teruggevonden zien we in een andere ruimte. Hier wordt uitgebreid aandacht besteed om het verhaal van de Koggen van Doel te vertellen. Op 14 september 2000 hield een graafmachine - die bezig was aan de nieuwe Deurganckdok - plots op met zijn werkzaamheden. Het had net een grote hap genomen uit een groot houten voorwerp!
20 januari 1998 had de Vlaamse regering groen licht gegeven om tussen het Fort Liefkenshoek en het dorp Doel op de plaats waar ooit de Deurganck of het Grote Gat dat verbonden was met de Schelde weer open graven en de grootste getijdendok ter wereld te bouwen. Het effect van het getij zullen we later nog zien bij de Kallosluis en Linkeroever.
Dit enorme project werd hier - op deze site - stilgelegd. De Archeologische Dienst Waasland (ADW) krijgt acht weken de tijd om te doen wat ze moeten doen om het schip te redden. Het schip is ongeveer 21 meter lang en 7 meter op z'n breedst. De constructie is overnaads en met strengen mos gedicht. Het schip wordt volledig gestript om het in de juiste omstandigheden te kunnen bewaren. Desalniettemin wordt het een race tegen de klok. De onderzochte eikenhouten balken vertellen ons dat ze waarschijnlijk in de winter van 1325-1326 in Neder-Saksen zijn gekapt.
De werkzaamheden aan het dok worden hervat, zodat het eerste deel op 6 juli 2005 door koning Albert II kan worden geopend.
En zo wordt in deze zaal diverse historisch belangrijke en opmerkelijke zaken bij elkaar gebracht en het verhaal verteld, waarbij natuurlijk ook het verhaal van Hanse betrokken wordt. De Kogge van Doel heeft intussen een eigen plekje gevonden en zal in een maritiem museum op het Eilandje te Antwerpen te zien zijn vanaf 2023 6. We gaan ervan uit de dit het MAS zal zijn.
Uit dezelfde periode vinden we informatie over de veendorpen in deze regio en hoe het vervenen in z'n werk ging.
(zie hiervoor eventueel ook de diverse hoofdstukken over de Noord-Nederlandse situatie in het literatuuronderzoek: Turfhandel , Ontstaan turfcompagnieën , Nieuwe turfcompagnieën en Totale turfproductie en de reisverslagen Friesland uit het veen en Ontdekking van de Vrije Friezen - Moordorf .)
Vervolgens wordt er aandacht gevraagd voor het zinnetje "Up dien moer in die wostine?" uit Van den vos Reynaerde. In de Eerste Herman Heyse-lezing komen we dit zinnetje ook tegen in het in Tiecelijn geplaatste artikel De Reynaertplaatsnamen liegen.

Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk, Doel
Moer is waarschijnlijk een verwijzing naar een plek die de eerste toehoorders van dit verhaal herkennen. Moer is een technische term van de 13e-eeuwse moerontginning in Vlaanderen. Of dit ook voor 'wostine' geldt, blijft onduidelijk 7.

Na het museumbezoek maken we een wandeling over de aarden wallen van het fort. Hier krijgen we het uitzicht te zien over het gebied dat 'verdedigd' moest worden. In de verte zien we het onder vuur liggende Doel, dat zo goed als verlaten is ten behoeve van de uitbreiding van de Antwerpse haven. De toren van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk staat er nog ongeschonden bij. Het is dan ook tussen 1996 en 1998 nog grondig gerestaureerd na schade door verzakkingen. Dit komt omdat de kerk op palen staat die slechts 7 meter de grond in gaan, terwijl de vaste grond 4 meter dieper ligt 8. Bijzonder vreemd dat dit soort vergissingen halverwege de 19e eeuw nog voorkwamen.

Schelde, Lillo
URI: 10838
Wanneer we doorlopen naar de Scheldezijde van het fort, zien we inderdaad de Schelde. We kijken nu rechtstreeks op het door Ph. Goossens in 1913 ontworpen Tolhuis 9. Een eindje verderop zien we - wanneer we ons best doen - slechts de Schelde, de oever en een bomenrij. Onmiddellijk daarachter wordt de haven weer zichtbaar. Ook aan de andere kant van het fort ontkomen we niet aan de haven. Het fort is dan ook omringd door de haven.
Wanneer we het dalletje inlopen krijgen we zicht op de kat.
Na de volgende hoek krijgen we goed zicht op een bastion. Wij lopen echter niet verder dan het uitzichtpunt en enkele bunkers van de voorlaatste oorlog. De twee overgebleven bunkers zijn tijdens de WOI door de Duitsers gebouwd. Een derde werd tijdens WOII door de Duitsers of vlak daarna door de Belgische Zeemacht afgebroken ten behoeve van de uitkijktoren 10. Hier lopen we weer naar beneden. Hieruit kunnen we concluderen dat bij elke strijd deze plek weer ingezet wordt in de strijd, al was het maar om militairen te stationeren.

Op het terras bij de Taverne, Fort Liefkenshoek.
Na zoveel indrukken is het de hoogste tijd voor een hapje en drankje. En dat is geen enkel probleem, want in de Taverne is dit te verkrijgen. Wij zoeken een plekje uit in de schaduw en laten alles rustig op ons inwerken.

Na het toiletbezoek gaan we natuurlijk nog even terug naar de museumwinkel die in een van de twee voormalige poortgebouwen of wachtlokalen gevestigd zit en in 1844 gebouwd zijn 11.

Hier zien we een deel van Lillo en Liefkenshoek van (J.M.G.) Han Leune in. Het beschrijft de zaken overzichtelijk en nauwkeurig tot in detail. Hoewel de prijs per deel reuze mee valt, is de uitgebreidheid iets te veel van het goede, voor de globale doelstelling die we beogen. En zo laten we de kilo's van deze kloeke delen niet meewegen in het niet aanschaffen.
De vier delen (in acht banden) zijn inmiddels - aangevuld - ook online beschikbaar op de site van Han Leune:

Deel 1

Deel 2 opzet, bronnen, afk, overzicht, a-b, c-f, g-k, l-o, p-s, t-z

Deel 3a, 3b, 3c

Deel 4.



We vinden hier nog wel een verhalend geschreven boekwerkje van Herman Cools, Raymond Van Meirvenne dat kort - en dus beter bij onze doelstelling past - het verhaal van Het Fort Liefkenshoek te Beveren verteld. Daarnaast nemen we ook het cartografisch boekwerkje mee over Groot-Beveren.
Gezien de tijd - het loopt alweer richting drieën - gaat ons plannetje om naar Antwerpen te rijden om daar te gaan eten, niet meer door. Vandaag blijven we aan deze kant van de Schelde, in de provincie Oost-Vlaanderen (al op Dag 9 geïntroduceerd ), in het Waasland of Land van Waas en eigenlijk de gemeente Beveren. Achteraf zal blijken dat de vork toch weer anders in de steel zit, maar daarover later meer.
Hoogste tijd om een stukje rivier en omgeving te bekijken, waar de familie jaren voer met de Cathalina.
Vanaf het Fort rijden we de hele Ketenislaan over en stoppen af en toe even om op de dijk te klimmen om te kijken hoe de Schelde erbij ligt.
Vlak voordat we de tweede - flauwe - bocht inrijden, ter hoogte van de Katoen Natie moeten we toch onze eerdere statement dat een industriegebied altijd grijs en lelijk moet zijn, terugnemen. Hier zien we rode gebouwen, die aandoen als kantoren. We vinden hierin de unieke feestlocatie met restaurant Bebronna en de afvalverwerker Indaver nv Singelberg. Voor deze gebouwen valt meteen het werk van Wim Delvoye op. Dit kunstwerk, met de schijnbare tegenstrijdigheid - hiermee wordt niet bedoeld onze opmerking over industrieterreinen en de schoonheid van de kunst - dat typerend is voor Delvoye, laat een van z'n 'Twisted Works' zien. Een eigen verdraaide versie van de Brabofontein. Grappig detail zijn de verdraaide toeristen - waarvoor Fernand Huts (Antwerpen, 18 juni 1950) en zijn vrouw Karin figureerden - die onderaan het beeld zitten en met miljoenen anderen in de loop der jaren met het beeld op de foto zijn gegaan. Dit beeld heeft Wim Delvoye (1965) in opdracht gemaakt van Katoen Natie i.c. Fernand Huts, de eigenaar 13.

Bedrijfsfilm "The Difference" van Katoen Natie is an inspiring corporate film about the passion of Katoen Natie to go to extremes for its customers.
bron: Katoen Natie Corporate Film, 29 nov. 2013 | 15.498th viewer
Dit roept natuurlijk de vraag op, wat de Katoen Natie is. De Katoen Natie hebben een 'spannende' bedrijfsfilm gemaakt om te laten zien wat ze zijn en kunnen: een wereldwijde logistieke onderneming die naast de distributie ook iets kan doen met datgene wat ze vervoerd hebben. Precies de zaken die historisch gezien de Friese handel ten tijde van de Angelsaksische geestelijke Ælfric, beoefenden, al was Ælfric het er zo'n duizend jaar geleden niet mee eens dat er voor vervoer betaald moest worden, het voegde immers niets toe.
Zover gaat Katoen Natie niet terug in de tijd - het begon als coöperatie (een veem of heropgerichte gilde) in 1854 - maar ze hebben wel een historisch besef die ze sinds 2003 duidelijk laten gelden. Niet alleen in het (eigen) historisch erfgoed, maar ook - zoals we kunnen zien - in hedendaagse kunst.
De boodschap van de bedrijfsfilm is helder.
[Spoiler Alert]
Hoewel het gezien kan worden als een "spoiler", moet er toch iets gezegd worden over de laatste zin van de film. "Ze wilden het terugsturen, kun je dat geloven?" is een fantastische zin die zo goed als het literatuuronderzoek samenvat. De vertegenwoordiger van de staat spaart kosten noch moeite om de burger van dienst te zijn, terwijl het eerlijke en goed georganiseerde bedrijfsleven de meest simpele actie onderneemt om hetzelfde voor elkaar te krijgen 14.
[/Spoiler Alert]

Op de foto die vanaf Fort de Perelweg is genomen zien we de kade die toegang geeft tot de Kallosluis. Hier zien we het hoogteverschil tussen eb en vloed. Ook krijgen we een indruk hoe hoog de kade is. Vergelijk de hoogte met de hoogte van de auto's die er staan. De schippers hebben een behoorlijk klus wanneer ze bij eb de kade op willen. Zeker kleine schepen zullen hier dan ook niet aanleggen bij eb. We begrijpen dan ook welke krachten er viermaal daags langs komen met die metershoge watermassa's en hoe slim ze deze voorheen met getijdemolens omzetten in energie, zoals we in Middelburg, Goes, Sas van Gent en Zierikzee zagen.

noten:
1. Het Fort Liefkenshoek te Beveren / Herman Cools, Raymond Van Meirvenne. - Kleine cultuurgidsen. - Gent : Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium, 2005. - ISBN 90-74311-52-0, p. 58;
2. Het Fort Liefkenshoek te Beveren, p. 6;
3. Het Fort Liefkenshoek te Beveren, p. 9-13;
4. Het Fort Liefkenshoek te Beveren, p. 72;
5. Het Fort Liefkenshoek te Beveren, p. 69-71. Naast een verwijzing naar de voornaamste eigenaar, zijn er suggesties ontstaan dat het een verwijzing naar de liefde is. Op de vertalingen van diverse kaarten zijn ze terug te vinden: Fort Coin des Amoureux, Fort de l'Amour, Darling's Corner, Canton de Amor. Serieus te nemen heemkundigen zijn echter Rijkhard Van Gerven met 'streek aan de Liefkinne', waarbij 'kine, kene of kane' een geul of kreek is; J. Mansion met 'Lief, Lieve' als waternaam; Jozef De Wilde met aanvullend 'ken, kene of kine' als (grote of brede) waterloop; Maurits Gysseling ook aanvullend met 'kene dat keen betekent' wat vervolgens kreek betekent. Deze mannen komen dus allen op ongeveer hetzelfde uit.
In Deel 1 van Lillo en Liefkenshoek van J.M.G. Leune vinden we geen aanvulling, alleen verwijzende informatie naar Cools en Van Meirvenne;
6. Agentschap Onroerend Erfgoed Een onderdak voor de Kogge;
7. Tiecelijn. Jaargang 6 (1993), p 85-94 De Reynaertplaatsnamen liegen / Rik Van Daele;
8. Wikipedia Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk (Doel);
9. Agentschap Onroerend Erfgoed Tolhuis;
10. Het Fort Liefkenshoek te Beveren, p. 59-61;
11. Het Fort Liefkenshoek te Beveren, p. 55, 60-61;
12. Het Fort Liefkenshoek te Beveren, p. 65;
13. Kunst op wandelafstand van Bebronna De fontein van Kallo; Wim Delvoye Twisted Works; Kunst en Cultuur sponsoring in de eenentwintigste eeuw De Brabofontein van Wim Delvoye; if then is now, 28 april 2015, 10:50 uur Wim Delvoye: over een knaapje dat het schilderen wilde leren / Stefan Beyst; Wikipedia Fernand Huts, Katoen Natie;
14. Wikipedia Katoen Natie; Katoen Natie, a Global Partner; De oude Antwerpse haven Linkeroever van Zwijndrecht–Burcht tot de Nederlandse grens, Samenwerkende maatschappijen;

internetraadpleging: 25 - 30-9-2016



      Kallo (Beveren)
We rijden de Kallosluis over en komen uit in Kallo, waar we snel doorheen zullen rijden - besluiten we - vanwege de tijd.
De Melkader in Kallo, vanaf de Melkaderbrug uit 1952.

(stroomopwaarts)

(stroomafwaarts)
Bij de brug over de Melkader stoppen we even om het op beeld vast te leggen. Hier valt ons opeens op dat onder een betonnen constructie nog een waterloop is. Dit draagt de naam Bazeput, althans zo het de 'waterplas' een eindje verder op. Het water staat hier duidelijk hoger. Eigenlijk heet deze waterloop Watergang van Kallo
1 of Waterloop van de hoge landen 2.
Het verhaal achter de Waterloop van de hoge landen kennen we nu (nog) niet.
Bazeput en de waterloop dat hierbij hoort, hoort volgens GoogleMaps kaart 1 niet bij de gemeente Beveren. Het hoort ook niet bij Zwijndrecht GoogleMaps kaart 2 of Antwerpen GoogleMaps kaart 3. Aangezien de vele havenwateren in de haven van Antwerpen niet bij Antwerpen hoort, is het vermoeden dat dit onder een hogere overheid zal vallen - net als de Schelde.
Het lijkt echter op een voorraadbak met water om een kanaal te kunnen doorspoelen, om verzanding tegen te gaan of het waterpeil op voldoende hoogte te houden. Mogelijk komen we hier later nog op terug, aangezien de Melkader nu te boek staat als een gekanaliseerde voormalige kreek.

De Strijd van Aquarius | 2006 | Luk Van Soom
Even verderop staan we stil in het midden van het dorp. Hier vinden een beeld dat "De Strijd van Aquarius" heet en een herinnering vormt aan de strijd tegen het water en de veerkracht van de bewoners van Kallo na de watersnood uit 1953 3. Luk Van Soom (Turnhout, 27-10-1956 4) maakte dit beeld in 2006 5.
Achter dit beeld staat het voormalig gemeentehuis van Kallo, dat in 1911 gebouwd is. Het wordt tegenwoordig onder andere gebruikt als bibliotheek. Er zijn vergaderzalen voor de lokale verenigingen. Een van de zalen heeft een schilderij aan de muur hangen dat de dood van Maurits van Nassau voorstelt 6. Tijdens de Slag bij Calloo op 21 juni 1638 kwam de enige zoon van Willem van Nassau (Dillenburg, 12 augustus 1592 – Rheinberg, 18 juli 1642), Maurits-Frederik van Nassau om het leven. Hij was toen zeventien 7. Het schilderij is van Jan Frans Verhas (Dendermonde, 9 januari 1834 - Schaarbeek, 31 oktober 1896) 8.
We vervolgen de hoofdweg. Waren we hier linksaf geslagen, het Hoog-Kallostraat in, dan hadden we nog een blik op de Fort Sint-Marie kunnen werpen. Fort Sint-Marie is zeg maar de Spaanse tegenhanger van Liefkenshoek, toen deze in Staatse handen was 9.
Onze route brengt ons eerst langs de Sint-Pietersstraat waar we uitzicht hebben op de Parochiekerk Sint-Petrus en Paulus (erfgoed URI ID 17343) en vervolgens leidt het ons langs een nieuw natuurgebied "Rietveld Kallo" 10.

noten:
1. Geoportaal Vlaanderen Kallo;
2. Inventaris Onroerend Erfgoed Parochiekerk Sint-Petrus en Paulus;
3. Standbeelden.be De Strijd van Aquarius;
4. Standbeelden.be Luk Van Soom;
5. Luk Van Soom De Strijd van Aquarius;
6. Gemeente Beveren Voormalig Gemeentehuis (Kallo);
7. Wikipedia Kallo, Slag bij Kallo;
8. Wikipedia Jan Verhas; BALaT - Belgian Art Links and Tools De slag van Kallo
9. Wikipedia Fort van Sint-Filips; Fortengordels Fort Sint-Marie
10. Port of Antwerp Een groene gordel rond Kallo; Gemeente Beveren Een groene gordel rond Kallo;

internetraadpleging: 30-9 - 1-10-2016



      Linkeroever
We vervolgen de N450 door Melseledijk en Melsele en aansluitend naar de N70 die ons door Zwijndrecht voert en naar de Linkeroever.
Wanneer we Zwijndrecht verlaten zien we achter de viaduct waaronder de E34 doorrijdt, het eerste zichtbare bewijs dat we het middeleeuwse Antwerpen naderen. De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal doemt hier op aan de horizon. Dat deze vork echter anders in de steel zit, zullen we morgen zien.
Vanwege een blokkade op de weg slaan wij linksaf richting het strand van Sint-Anneke van de Linkeroever. Wij zijn overduidelijk niet de enige. Wanneer we de Esmoreitlaan uitrijden en verdergaan over de Gloriantlaan staat het bomvol met auto's. Wij rijden rustig voort en proberen een parkeerplekje te vinden op een van de twee parkeerpleinen. Op de tweede en grootste vinden we voor onze 'iets smallere' wagen voldoende plaats. Rond dit tijdstip vertrekken ook al weer veel mensen.
Tweehonderd meter verderop maken we kennis met dit voor Antwerpen beroemd strandje. De Antwerpenaars komen hier langs de dijk flaneren of zonnen op het gras of zandstrand en komen mosselen eten. Zwemmen is er vanzelfsprekend niet bij, daarvoor stroomt de Schelde in beide richtingen (eb en vloed) veel te hard, dus levensgevaarlijk
1. Ruim een eeuw geleden - in de belle époque - was het hier ook al druk en stonden hier deftige ontspanningsoorden als het casino, jachthavenclub SRNA en een gebouw gelijkend het Parijse Palais du Trocadéro. Men liet zich hiernaartoe varen met de veerboot. Deze gebouwen waren in het eerste jaar van WOI al in puin geschoten door de Duitse strijdkrachten 2. Wij gaan eens kijken welke sfeer wij hier terugvinden. Onze agenda is echter ook weer dubbel, want met het schip de Cathalina werd natuurlijk in de oude havens van Antwerpen gelost en geladen. Vanaf de Linkeroever hebben we natuurlijk mooi zicht op de sluizen en de oude stad.
We lopen eerst een stukje dijk door het gras en zien inderdaad mensen op strand liggen en aan de waterkant. We vervolgen onze wandeling over de Wandeldijk en merken dat de geluiden die uit de diverse horecagelegenheden komen niet onderdoen voor de Amsterdamse Jordaan. We verwachten elk moment een André Hazes-nummer te horen.
Aan de andere kant krijgen we de Royerssluis - ook wel Rooiesluis - in het oog, gevolgd door de Kattendijksluis of kortweg Kattendijk. Bij de laatste sluis zien we vele veranderingen en nieuwbouw.
Vanaf dit punt krijg we ook zicht op het nieuwe aanbouw - of beter gezegd - bovenbouw van het havengebouw op de voormalige brandweerkazerne (een beschermd gebouw en nu volledig gerestaureerd: het Nieuw Havenhuis van het Gemeentelijk Havenbedrijf aan de Siberiastraat. Het bootvormig ontwerp is van de Brits-Iraakse Zaha Hadid en er is een kleine vier jaar aan gewerkt om het te realiseren. Het is dan ook nog maar net af (juni 2016). De feestelijk opening: 23 september 2016 en naar de pas overleden Zaha Hadid zal hier een plein vernoemd worden, waaraan dit pand dan staat 3.
We lopen verder over het strand naar de ponton en zien de oude loodsen van de Rijnkaai, die zo zien zijn omgebouwd in horecagelegenheden. Daarachter zijn diverse flats verrezen en we zien het Mas - Museum aan de Stroom, die we vanzelfsprekend vanbinnen gaan bekijken, een dezer dagen.
Wanneer we bovendijks langs de ponton zijn gelopen en weer naar het strandje zijn afgedaald, kunnen we nog een stukje verder lopen. Aangezien dit stukje strand hier alleen bij de ponton bereikbaar is en iets lager ligt dan de rest, moeten we nu wel even het water in de gaten houden, want dat stijgt.
Het levert echter wel een schitterend beeld op van het oude centrum van Antwerpen, met links het Loodswezengebouw.

het Loodswezengebouw, met daarvoor een deel van de 3,2 kilometer lange poëtische woordenstroom van (onder andere) Peter Holvoet-Hanssen en het monument Gesneuvelde Zeelieden. Achter het aangemeerde schip ligt het Marguerie Schuilhaven.
Aan de waterkant ontwarren we een stuk tekst "..terlanders vloeiend daar, onze kinderkopzorgen hier' 'Ik bracht mijn havenwerker zijn vergeten brood' 'terwijl ... ". Deze tekst hoort bij een poëtische woordenstroom / gedicht van 't Stad van 10 juli 2011 en ook wel "Welkom Pierewaaiers" genoemd kan worden. We hebben deze tekst te danken aan de stadsdichter Peter Holvoet-Hanssen i.s.m. vormgever Jelle Jespers, die hierbij hulp kregen van de Jongerenstadsdichter Yoni Sel en gebruik maakt van het wandelgedicht van Herman J. Claeys die in 1991 zijn stuk al op de waterkeringsmuur schilderde.
Dit stukje tekst maakt deel uit van 'vers' 3 4.
Voor het Loodswezengebouw vinden we ook het monument voor de Gesneuvelde Zeelieden 5 in beide WO. Het beeld is gemaakt door Simon Goossens 6. Vanaf de Schelde ziet de basis eruit als een gestileerde scheepsboeg. De pyloon is negen meter hoog en hierop staat een kleurrijke rood beglaasde lantaarn. Het zeemansleven vinden we terug in de aangebrachte bas-reliëfs van roer en telegraaf 7. Het Marguerie Schuilhaven of Margueriedok, vernoemt naar de bedenker en promotor Ludovicus Marguerie (1821-1889) van dit dokje voor roeiboten die bijvoorbeeld contact onderhielden met aankomende of voor anker liggende zeil- of stoomschepen. Ze brachten de benodigde documenten heen en weer als waterklerken of dienden als pontje tussen schip en wal. Het kleine getijdedokje met hardstenen kaaimuren heeft een sterk oplopende scheepshelling met een haarspeldbocht erin 8.

korrellagen van het strand op de Linkeroever
Op het strandje zien we van een afnemende tij de zeer verfijnde eenmalige sporen terug. Als een Canyon-wand, door het langstrekkende water bijna op zandkorrel-niveau uitgevreten, liggen hier de lijnen zichtbaar als een zeer tijdelijk natuurverschijnsel. De Fucellia maritima uit wiervliegen-familie 9 gedragen zich als toerist en lopen gevaarlijk langs de richels. De natuur maakt zijn eigen schoonheid en wist het geruisloos uit om weer nieuwe zandsculpturen te creëren.
Het stijgende water dwingt ons weer de dijk op te gaan en zo komen we langs de Molen van Sint-Anneke of de Molen van 't Veertje. Deze standerdmolen - dat oorspronkelijk aan het einde van de achttiende eeuw gebouwd is - heeft een gesloten voet. Oorspronkelijk stond het in het gehucht het Veertje in Kwaadmechelen, waar het bekend was onder de naam Molen Zels - een vernoeming naar de laatste eigenaren-familie - tot het in 1937 moest verdwijnen, omdat het Albertkanaal gegraven werd 10. Vermoedelijk is de Vertjenstraat - op het hoekje met het kanaal Dessel-Kwaadmechelen - nog een blijvende herinnering aan dit gehucht.
We lopen nog even een stukje langs de Jachthaven Antwerpen.

de forten en schansen langs de Defensieve Dijk
"Antwerpen?", vragen we ons af, "is de Schelde dan niet de (natuurlijke) grens tussen de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen?"
We lezen in ons pas aangeschaft Beveren aangekaart, dat er op 19 maart 1923 de wet is gewijzigd waarmee de grenzen anders zijn komen te liggen. Zodoende vallen Zwijndrecht en Burcht onder de provincie Antwerpen. De Stad Antwerpen kreeg daarop de punt met de Linkeroever binnen haar stadsgrenzen. Dit op de voorwaarde dat er tunnels onder de Schelde zouden komen. De Waaslandtunnel en Sint-Annatunnel werden in september 1933 feestelijk ingehuldigd 11.
De grens is nu de 'rechte lijn' die de N419 langs de Zwijndrechtse forten trekt. De stad Antwerpen heeft zich daarmee in feite achter de Linie Blokkersdijk (1592-1646) verschanst met de (verdwenen) forten Blokkersdijk (1592, 1646), Laarfort (1638) en fort Burcht (1576, 1584) 12 en de provincie Antwerpen achter de forten Kruibeke (1870), Zwijndrecht (1870) via de Defensieve Dijk (1870) met de Schans Halve Maan (1870) en Put van Fien naar het al veel oudere en al eerdergenoemde Fort Sint-Marie (1584, 1832, 1850) 13.
Een interessant gegeven is dat ook voor deze jachthaven geldt dat men rekening moet houden met hoog- en laagwater. Voor vandaag en morgen is het:
laagwater / hoogwater / laagwater / hoogwater om
0:08 (-0,29) / 5:32 (5,71) / 12:21 (-0,11) / 17:54 (5,66)
0:53 (-0,37) / 06:10 (5,77) / 13:03 (-0,12) / 18:32 (5,66)
De keersluis van de haven gaat daarom globaal gezegd zo'n uur voor hoogwater open en sluit zo'n drie kwartier na hoogwater. Men blijft echter afhankelijk van de dagelijks van elkaar verschillende opties die de natuurelementen maanstand, windrichting en windkracht bieden. 14.
We moeten ons hierbij realiseren dat er dagelijks viermaal zo'n zes meter hoogteverschil optreedt!

We wandelen via de Thonetlaan terug naar de wagen en rijden - om ons alvast te oriënteren - naar de Sint-Annatunnel. We rijden verder over de Beatrijslaan en staan even stil bij de Galgenweel, dat we inmiddels meteen herkennen als een water na een dijkdoorbraak.
Even verderop vinden we de Burchtse Weel. Van beide wielen is het onduidelijk wanneer ze zijn ontstaan. Mogelijk moeten we hierbij ook de Geusenweel 15 betrekken om de zoektocht naar het antwoord te bespoedigen, het ligt immers aan de andere kant van de verdedigingslinie Blokkersdijk en dat kan geen toeval zijn, lijkt ons.

We gaan even een stukje terug in de tijd, naar het moment dat de Honte en Dollaert of Dullaert met elkaar in vaste verbinding komen te staan 16. Dit had een effect op de opstuwing van het water. De route Noordzee - Antwerpen was korter geworden en daardoor steeg het water bij vloed met ongeveer een meter. Dit had voor- en nadelen, zoals we later zullen zien. Het nadeel nu, was dat de reeds aangelegde dijken hier niet tegen bestand waren en zodoende volgden vele overstromingen, ook in de polders van Waasland of Land van Waas.
De reeds bestaande veendorpen met hun polders - zoals we op een kaartje "De middeleeuwse veendorpen" in het museum in Liefkenshoek zagen - kregen het zwaar. Sommige gebieden kregen juist extra kleilagen, waardoor ze hoger kwamen te liggen dan de polders die standhielden.
Het belangrijkste onderdeel van het Waasland was het Land van Beveren. Nadat de Vikingen, Noormannen of Deense roofbenden (zie hierboven) waren vertrokken, kwamen de Friezen uit het noorden en maakten hier kleine nederzettingen, waarbij de veengronden en daarbij behorende zoutwinning de benodigde handel en economie opgang bracht. Nederzettingen als Verrebroek (met de Sint-Laurentiuskerk uit de 15e eeuw), Meerdonk (dat parochiaal onder Vrasene viel), Vrasene zijn hiervan een voorbeeld. Hoewel de naamsverklaringen niet eenduidig zijn, ging de gedachte bij Verrebroek in eerste instantie uit van een 'ver gelegen moeras', vanuit de Friese situatie bedacht. Anderen denken meer aan moeras aan een (voormalig) stroompje 'Verre' - dat dan misschien wel ook als een ver stroompje verstaan kan worden - of het verwijderd moeras. Hoe deze laatste begrepen dient worden, wordt niet vermeld. Verwijderd kan immers betekenen dat alle veen is verdwenen, maar het kan ook als ver verlegen gezien worden 17.
Het landschap van kreken en rivieren, gebieden van eb en vloed, de wereld van dan weer water en dan weer land, daar kunnen de Friezen mee leven. Juist. Vandaar dat we ze in deze omgeving vanaf ongeveer de zevende eeuw nOJ kunnen vinden benoorden de lijn Oostende - Brugge - Gent - Schelde, de streken die we kennen later gaan herkennen onder de naam 't Land van Waas, 't Meeltjesland, 't Vrije van Brugge 18.
Zoals we inmiddels aannemen zijn de graafschappen die na de 9e eeuw langzaamaan ontstaan, in eerste instantie geen geografische gebieden, maar een netwerk van volgelingen van die graaf of koning, waarbij de vrije volgeling zich alleen met hun bewoners (familie etc.) committeerden 19.
We laten alle oorsprongmythes, legendes en fantasieën uit de middeleeuwen voor wat ze zijn 20. Odo versloeg de Noormannen rond Parijs. Boudewijn vertoefde in de leeggeroofde woestenij van de oude Vlaanderengouw of Flandria en beloofde voortaan trouw aan Odo die daarmee de eerste koning werd van deze groep. Boudewijn (II, de Kale, overleden in 918) werd daarmee in het jaar 888 met zijn Vlaanderen een vazalstaat van Odo (Neustrië, ca. 852 - La Fère, 3 januari 898) in West-Francië 21. Al dienen we 'staat' met een korreltje zout te nemen, want die bestonden nog lang niet. Overal binnen deze gebieden roeren zich vrije mannen die zich binden of tot eerste binnen een grote groep verkozen worden . Slechts het grondbezit van dezen die hierbij betrokken zijn maakt onderdeel uit van het geografisch gebied en dit is bij verre van een geheel of aaneensluitend gebied.
Zoals we intussen weten zijn de Friezen sterk in moerassige gebieden, om dit tot leefbare gebieden te maken, waarvan Verrebroek een voorbeeld is. Ook deze vrije mannen breidden langzaam uit op een andere manier. Uiteraard verdedigden ze zich zoals ze zich altijd verdedigen, wanneer ze werden aangevallen. In overeenstemming met de graven van Vlaanderen hielden ze dus het land veilig en waren daarmee vazallen van deze graven. Vanuit hier werden ze - middels en met behulp van huwelijken uit de Heren van Amstel en Heer van het Land van Aalst en Waas - de heren van Beveren. We zitten dan al aan het einde van de twaalfde eeuw. Het land van Beveren wordt echter al genoemd in een document van 965. Ook was het Land van Beveren toen groter dan de huidige Beveren. Doel, Kallo, Kieldrecht en Verrebroek behoorden er naast Beveren zelf natuurlijk bij. Maar ook met gedeelten van Haasdonk, Melsele, Meerdonk, Vrasene en Zwijndrecht. Daarnaast hadden de heren nog iets te zeggen over gebieden in Land van Waas, zoals stukken centrum van Sint-Niklaas, Lokeren Sombeke en Belsele - de route langs de Oude Durme. Ook voor hun gold dat de gebieden niet aaneengesloten lagen. De heren konden vrij lang (tot 1334) hun eigen koers varen, totdat de heerlijkheid Beveren werd verkocht aan Lodewijk (II van Nevers, de graaf van Vlaanderen, die op zaterdag 26 augustus 1346 omkwam in de strijd tegen Edward III, van Engeland), al hielden de ze wel bestuurlijk een aparte status, met andere woorden, er veranderde nauwelijks iets, behalve de onderkenning dat het onderdeel was van Vlaanderen en niet van een van de andere strijdende partijen 22. Dit leidt ons - om dit tijdreisje kort te houden - langs de opstandige (handels)steden in Vlaanderen, langs bijvoorbeeld Brugse Vrije tot de strijd tussen de Spanjaarden en Staatsen in de Tachtigjarige oorlog waar we nu zijn aanbeland.
De tekst op de titelpagina in het aangehaalde Het land van Waas van Adolf Siret is ook net zo veelzeggend: "Het Land van Waas was nooit veroverd geworden, en was het rijkste land dat men kon vinden. De kronijkschrijver Jacobus Du Clercq." 17.


bron en link naar Rijksmuseum Amsterdam

bron en link naar Rijksmuseum Amsterdam
De Staatse troepen
De Spanjaarden
We komen dan - in het museum - al snel uit bij het Beleg van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585 onder leiding van Farnese. Om Antwerpen volledig te kunnen omsingelen moet hij ook de Schelde afsluiten richting de Noordzee, waar de aanvoer van levensmiddelen voor Antwerpen vandaan komt. Hij verzint een bijzonder plan met bijzondere methoden om de Staatse troepen letterlijk te omzeilen. Naast de vele door de Staatse troepen gemaakte inundaties, laat Farnese er ook een aantal maken, zoals we goed kunnen zien op de kaarten. Op de onderste kaart is goed zien welk gebied in het bezit is van wie.
Farnese wil de Schelde afsluiten met een schipbrug. Om materiaal te kunnen laten aanvoeren moet hij gebruik maken van de Schelde die in handen is van de Staatse troepen. Daarom maakt hij een short-cut. Bij Burcht laat hij een gat in de Scheldedijk maken en creëert hiermee een nieuwe waterweg. Later zullen de Staatsen aan hun zijde een verdedigingswerk bouwen om dit te stoppen. Farnese vervolgt zijn werkzaamheden door middel van het aanleggen van de Parmavaart. Ook in de Blokkersdijk zit een gat evenals de dijken rondom fort Kallo, dat eerder is veroverd. Zo is er een tijdelijke vaargeul stroomafwaarts gemaakt om alle bouwmateriaal aan te kunnen voeren 23. Het verhaal van de brug van Farnese en de verovering van Antwerpen wordt ook in het museum in Liefkenshoek verteld.
We zien ook andere gaten in de Scheldedijk. Onder andere tegenover Antwerpen, aan de rechterzijde, wat mogelijk duidt op de Galgenweel.
Tegenwoordig wordt op dit meertje veel gezeild.
De Burchtse Weel (onderdeel van stad Antwerpen) is omgetoverd tot een nat natuurpark dat gecontroleerd meedeint op eb en vloed, waarmee een klein slikken- en schorrengebied ontstaat 24.

noten:
1. De Schelde : van bron tot monding / Patrick Meire, Dinska Amery, Misjel Decleer. - Antwerpen, Universiy Press Antwerp, 2015. - ISBN 978-90-5718-380-5. - p. 160;
2. Antwerpen : Biografie van een stad / Inge Bertels, Bert De Munck, Herman Van Goethem (editors). - Antwerpen : De Bezige Bij, 2010. - ISBN 978-90-8542-314-0 (tweede druk 2011). - p. 372;
3. Interbuild - Projecten Nieuw Havenhuis, Feestelijke opening nieuw Havenhuis;
4. Antwerpen boekenstad - Stadsdichters Peter Holvoet-Hanssen - Welkom Pierewaaiers;
5. Het Eilandje - Stadsvernieuwing in Antwerpen Monumenten in de wijk Oude Dokken;
6. Standbeelden.be Gesneuvelde zeelieden;
7. Inventaris Onroerend Erfgoed - Monument voor de gesneuvelde zeelieden: URI ID: 211161;
8. Wikipedia Margueriedok; Inventaris Onroerend Erfgoed - Tavernierkaai: URI ID: 113005;
9. American Insects Seaweed Fly; entomologische berichten, 74 (1-2) 2014 Wiervliegen / John T. Smit, p. 9 - kader 1
10. Molenecho's Antwerpen, Antwerpen;
11. Beveren aangekaart : Groot-Beveren in vijfeeuwen cartografie / Freddy Buys, Carine Goossens, Magda Kegels. - Beveren : Hertogelijke Heemkundige Kring "Het Land van Beveren", 2005. - p. 8;
12. De Staats-Spaanse linies / Jan J.B. Kuipers. - p. 224;
13. Fortengoldels Fort van Kruibeke, Fort van Zwijndrecht, Defensieve Dijk, Schans Halve Maan, De Staats-Spaanse linies / Jan J.B. Kuipers. - p. 223, Fort Sint-Marie;
14. Jachthaven Antwerpen getijden, Mail 7-10-2016 / Jan Derboven (Hoofdhavenmeester, Jachthaven Antwerpen Linkeroever);
15. België in kaart : de evolutie van het landschap in drie eeuwen cartografie / Marc Beyaert, Marc Antrop, Philippe De Maeyer, Christian Vandermotten, Claire Billen, Jean-Michel Decroly, Claire Neuray, Thérèse Ongena, Stéphanie Queriat, Isabelle Van den Steen, Benjamin Wayens. - Bruxelles/Tielt : Institut géographique national / Lannoo, 2006. - ISBN 978-90-209-6816-3. - p. 18-19. Op de Kabinetskaart van J. De Ferraris 1770-1778 staan de wielen vermeldt met nrs 8a-c;
16. Plan milieueffectrapport - Masterplan Antwerpen - Technisch deelrapport : Monumenten, landschappen en materiële goederen in het algemeen / Ewald Wauters; Marc Van Dyck (MER-coördinator). - p. 15-16. - Mei 2005 Versie: Definitief (paginaondertitel: Bouwkundig erfgoed, Landschappen en materiële goederen in het algemeen); Wikipedia Honte, Braakman. Dit is waarschijnlijk een geleidelijk proces geweest, aangezien er door verschillende bronnen verschillende jaartallen en stormen worden genoemd. De benaming van de huidige Oosterschelde als oude Schelde in een schriftelijke bron in 1318 suggereert echter dat er daarvoor al een nieuwe route is ontstaan, al dan niet van tijdelijke aard.;
17. Wikipedia Verrebroek, Meerdonk, Vrasene; Het land van Waas / Adolf Siret. - Sint Nikolaas : drukkerij J. Edom, 1870. - Verrebroek p. 319-326, Vrasene p. 327-333;
18. Koudenburg De Franken, de Friezen en de Saksen, die citeert uit "De Franken, de Friezen en de Saksen : Onze voorouders / J. Claerhout. - p 37-56 (in: Het Belfort, jrg 1. - Gent, 1886)." We lezen hier hoe een mix van deze 'stammen' voor de bevolking van Vlaanderen heeft gezorgd. Een aanwijzing voor de aanwezigheid van de Friezen is, dat Eligius Friezen bekeerde. Eligius hoorde bij het Bisdom Doornik en is nooit naar Zeeland of Holland getrokken (p. 39-40). En zo gaan de opschreven getuigenissen door. Pertz, Richthoffen, Henschenius, Alberdingk-Thijm, Vredius, Winsemius en Ubbo Emmius stapelen de voorbeelden op, waarbij ik de taaie geaardheid niet onvermeld wil laten. Ook de waarneming (op p. 48) dat West-Vlaamse vrouwen, in 't Noorden van Brugge, oorijzers dragen, dat alleen gedragen wordt door bevolking (in het huidige Nederland) dat van de Friezen afstamt.
19. Friese graafschappen tussen Zwin en Wezer : een overzicht van de grafelijkheid in middeleeuws Frisia (ca. 700-1200) / Dirk Jan Henstra. - Assen : Koninklijke Van Gorcum, 2012. - ISBN 978-90-232-4978-8, p. 6; zie ook literatuuronderzoek ;
20. De Graven van Vlaanderen : 861-1384 / Edward De Maesschalck. - Leuven : Davidsfonds Uitgeverij, 2012. - ISBN 978-90-5826-901-0. - p. 19-28;
21. De Graven van Vlaanderen : 861-1384 / Edward De Maesschalck. - p. 50; Wikipedia Odo I van Frankrijk;
22. Wikipedia Beveren (Oost-Vlaanderen), Land van Beveren, Van Beveren (geslacht); De Graven van Vlaanderen : 861-1384 / Edward De Maesschalck. - p. 292, 315;
23. Natuurpunt WAL - De Prehistorie Pijp Toebak;
24. beheersmaatschappij antwerpen mobiel Opnieuw getijdenwerking in Burchtse Weel;

internetraadpleging: 3 - 20-10-2016



      Burcht
Aansluitend op de Burchtse Weel komen we aan in Burcht. Wanneer we na de Kaaiplein verder rijden, gaat de Dorpstraat opeens licht stijgen. De top is bebouwd met de Sint Martinuskerk. We parkeren de auto bij de kerk en gaan een rondje lopen. Burcht heeft al een schriftelijke vermelding in de zevende eeuw. Er was hier toen dus als een nederzetting aan de Schelde
1.
De naam van Burcht is afkomstig van een burcht, burg, borcht, kasteel of fort dat hier was. Een abdij van de St. Fredegondus-abdij te Deurne dat hier volgens een oude kroniekschrijver gelegen moest hebben, is door de Noormannen aan het einde van de negende eeuw vernietigd. Het dorp werd vervolgens in de strijd tussen de graven van Holland en Vlaanderen in 1305 platgebrand door Willem III . Het oudste gedeelte (veertiende eeuw) van de kerk is het middendeel, waarna het koor in 1400 door de familie Vilain werd bekostigd. Ook de versierselen werden in opdracht van deze familielid uit Gent door de vele giften bekostigd. In het koor zou een grafmonument gezeten hebben. Op de zerk zou geschreven zijn: "M. Vilain, Ridder, heer van Huyse, van Pamele, van Leeberghe, van Borcht en Zwijndrecht, die sterft in 't jaer 1449 VIII daghen in Julo en vrouwe Goenele Raes, zyn gheselline, wylen was, die sterft in 't jaer 1461." Later zou de steen verplaatst zijn op het kerkhof buiten de kerk aan de voet van de Calvarieberg - een symbolische Golgotha. Van dit alles is door alle strijd en vernietigde krachten niets meer terug te vinden 2. Heel lang kan deze Vilain-familie nog niet in bezit zijn van de heerlijkheid van Burcht (en tevens van Zwijndrecht). In de jaren 40 van de vijftiende eeuw zijn er diverse notities over Wouter van Kets bekend, waarin hij heer van beide heerlijkheden wordt genoemd. Wouter van Kets verkoopt het - volgens een bezegeld verkoopcontract - op 15 november 1446 aan Jan Vilain. Wouter had het echter al eerder - in 1440 - verpand aan Jan Vilain, heer van Huise en Pamele, die op 9 september 1445 als nieuwe heer en als baljuw van Beveren werd ingezworen 3.

Adam & Eva | 2002 | Luk Van Soom
Wij constateren na ons rondje om de kerk, dat het een fraai gebouw is en vinden het jammer dat we niet even een binnen kunnen werpen. Tijdens deze wandeling komen we een beeld tegen met de titel Adam & Eva van wederom Luk van Soom. Dit beeld is in 2002 ontstaan.
Afhankelijk hoe je voor het eerst komt aanlopen, kan het beeld enige verwarring wekken. Na een rondje om het hele beeld gelopen te hebben, ontstaat helderheid over de verschillende in elkaar verstrengelende lichaamsdelen 4.
Op het verhoogde gedeelte van het Kaaiplein komen we nog een uiting van beeldende kunst tegen. Het bestaat uit twee onderdelen, te weten een rechthoek en een stijgende (of dalende) golf. Afhankelijk van je blikveld ontstaan er diverse beelden. We laten er hier twee zien. Dit sterk gestileerde werk dat de titel De Brug draagt, stelt een brug met toegangspoort voor en staat symbool voor de verbondenheid van Burcht/Zwijndrecht met de Schelde. Het werk is van Tone Pauwels (Oostrozebeke, 30-6-1940).
Hoewel de gemeente sinds kort (een eeuwtje) bij de provincie Antwerpen hoort, lijkt het door z'n positie of richting ironisch gezien op een uitgestoken tong naar de stad Antwerpen, dat zich vaak groter waant dan dat het is 5. Kunnen we hierin een bekend karaktertrekje zien?

Wij lopen snel weer naar de auto om een eetgelegenheid te gaan zoek in Zwijndrecht, al hadden we er al een gezien op onze eerste doortocht.
Hoewel het nauwelijks mogelijk lijkt om de weg kwijt te raken tussen de Burchtse Sint Martinuskerk en het Zwijndrechts Heilig Kruiskerk - het is immers een recht weg, ons lukt het wel. Maar, we verdwalen nooit en aangezien het allemaal nieuw is wat we te zien krijgen, maakt het ons ook niet uit hoe we precies rijden, als we uiteindelijk maar op onze bestemming uit komen.

noten:
1. Wikipedia Burcht (plaats);
2. Het land van Waas / Adolf Siret. - Burcht p. 65-70;
3. Repertorium van de Vlaamse adel : (ca. 1350-ca. 1500) / Frederik Buylaert. - Historische Monografieën Vlaanderen 1. - Gent : Academia Press, 2011. - ISBN 978-90-382-1851-9. - Kets, van p. 396;
4. Luk Van Soom Adam & Eva;
5. Gemeente Zwijndrecht De Brug - Tone Pauwels;

internetraadpleging: 20-10-2016



      Zwijndrecht
Na enige omzwervingen rijden we toch uiteindelijk op de Statiestraat en recht op de Heilig-Kruiskerk af. We parkeren de auto op parkeerterreintje langs de trambaan en lopen even een klein rondje op en over het pleintje. Het terras van De Oude Kroon ziet er aantrekkelijk uit en nestelen ons in de ruime zetels die hier opgesteld staan.
We kijken vanaf het terras uit op de achterkant van het Heilig-Kruiskerk. De oudste onderdelen van dit romaanse bouwwerk stammen uit de twaalfde eeuw. Het is daarmee in het graafschap Vlaanderen het meest oostelijke gesitueerde kerk in deze waarschijnlijk Frans-Normandische bouwstijl. Het wordt in 1190 genoteerd als zijnde bezit van het kapittel der Onze-Lieve-Vrouwecathedraal in Doornik
1. Uiteraard is dit ook een bouwkundig erfgoed (URI ID: 14687).
We laten onze eerste ijskoude drankjes smaken en bestellen onze maaltijden.

In de tussentijd kunnen wij ons mooi even verdiepen in onze tweelinggemeente Zwijndrecht. Hoewel onze eigen woonplaats zo'n 45.000 inwoners heeft, kan de sfeer die dit pleintje heeft, er nergens gevonden worden. Laat staan een kerk met middeleeuwse uitstraling. Beide gemeenten zullen ongeveer dezelfde ontstaansperiode kennen en naamsverklaringen. Belgisch Zwijndrecht houdt het kort op stromingsgeul naar de woorddelen 'drecht' van stroming of drift en 'zwijn' van het bekende 'Swin' van geul of kreek 2. Siret tekent hierover op in zijn al meerdere keren geraadpleegde werk Het land van Waas dat 'zwijn' of beter gezegd 'zwin' een kreek, inham of ondiepe bocht betekend oftewel een doortocht van water. Andere vullen 'trecht' aan met overzet 3.
Nederlands Zwijndrecht doet een verwijzing naar Suindrecht, dat in 1006 wordt vastgelegd, om te komen tot de woorddelen 'Suin' als Zwin of Zwijn en 'drecht' als oversteekplaats, overvaart of veer. Het komt daardoor op de verklaring getijdengeul waar kan worden overgestoken 4.
Een doorwaadbare plaats van een geul dus.
Belgisch Zwijndrecht heeft zo'n 19.000 inwoners, maar doet nauwelijks onder in woonoppervlakte van bijna 18 km2 2 tegen bijna 23 km2 in Nederlands Zwijndrecht 4.
We kunnen intussen aan onze maaltijd beginnen, want de steak en mosselen worden net gebracht.
Tussentijds vertelt Siret ons het volgende over Zwijndrecht. Ook Zwijndrecht werd, nadat het in 1299 voor het eerst op schrift werd gezet - net als Burcht - door Willem III platgebrand. Deze handeling zal nog vele malen herhaald worden, want de geschiedenis van Zwijndrecht is er eentje van vele troepverplaatsingen over zijn grondgebied, met de daarbij uit voortkomende plunderingen, verkrachtingen en brandstichtingen. Strijd was tussen Gent en de Bourgondiërs, bij de beeldenstorm, met de Spanjaarden en Fransen.
Zwijndrecht heeft door alle tijden heen bekend gestaan om zijn vee. En om iets gedetailleerds te melden, het heeft een jachtpaviljoen gehad van de grote kunstenaar Peter Paul Rubens (Siegen (Duitsland), 28-06-1577 – Antwerpen, 30-05-1640) 5. Maar over het algemeen bestond het leven hier uit geboren worden, werken en sterven. Dit alles in alle kalmte en verborgenheid. Het belangrijkste fenomeen van Zwijndrecht zijn de kreken die het gebied toegankelijk en levensvatbaar maken. Siret telt maar liefst 24 waterlopen 6.
Wij laten ons verrassen met een dessertbord bij de cappuccino, zodat er tegenwoordig ook naast het werken, genoten mag worden.
Wanneer we weer teruglopen naar de auto en het rondje om de kerk afmaken, komen we het kennelijk pas verplaatste beeld met de titel Ontsloten van Emiel Uytterhoeven (Beerzel, 25 mei 1951) tegen, die het in 2000 maakte 7.

Het is inmiddels de hoogste tijd geworden om ons te begeven naar ons logeeradres, dat de aantrekkelijke naam 't Vliethuys draagt en met de Polderstraat de huidige afscheiding is van de bewoonde wereld. Ten oosten begint een park, waar met een beetje goede wil in de strijd tegen de Spanjaarden de geïnundeerde polders lagen. De straatnaam wekt eenzelfde suggestie. Kortom, deze logies (dus geen Bed & Breakfast zoals Google vermeld) in een voormalige achttiende-eeuws boerderij met metrolijn op 600 m afstand naar hartje Antwerpen, lijkt ons een prachtige rustige omgeving om de historie van Antwerpen en omgeving verder te ontdekken.
Hoewel we er nu slechts anderhalve kilometer vandaan zijn, gaan we uiteraard met de auto vanwege de bagage. Even later worden onder luid geblaf van de waakzame herder verwelkomd. Na besnuffeling en goedkeurende woorden van de baasjes, zijn we hopelijk opgenomen in het goedgekeurde geurbestand van de hond, zodat een andere hond ons even kan begroeten. Na de benodigde kriebels en aaien over de bol is ook deze tevreden en gaan ze beiden met elkaar buiten spelen. Nu kunnen we ook kennis maken met de eigenaren, die ons het een en ander uitleggen en ons de kamer wijzen. De bedden zijn goed en dat is het enige wat telt bij een logies. Op gang kunnen we eventueel nog koffie en thee maken. Aan het einde van de gang vinden we het bad, toilet en de wastafel.
We worden geïnformeerd over de benodigde metro/tramkaartjes die we niet hebben. Ze zijn zo vriendelijk om dit voor ons te regelen. Nadat we onze spulletje hebben geïnstalleerd is er nog tijd (er worden donkere wolken zichtbaar, dus vermoedelijk gaat het regenen) om even buiten bij hun op het terras te gaan zitten, waar iedereen met zijn eigen bezigheden bezig is. Na enige tijden rijzen er enkele (historische) vragen en deze leggen we voor aan de man des huizes. De voormalige schepen beantwoordt ze kundig en met veel plezier.
Na het drankje vertrekken wij voldaan van alle indrukken van vandaag naar ons bedje.

noten:
1. Kerken in Vlaanderen / Dirk Everts (Rekem) en Ludo Everts (Mechelen) Heilig-Kruiskerk Zwijndrecht;
2. Wikipedia Zwijndrecht (België);
3. Het land van Waas / Adolf Siret. - Zwijndrecht p. 334;
4. Wikipedia Zwijndrecht (Nederland);
5. Wikipedia Peter Paul Rubens;
6. Het land van Waas / Adolf Siret. - Zwijndrecht p. 334-341;
7. Standbeelden.be Ontsloten; Het stille pand / Toermalijn Emiel Uytterhoeven (1951- );

internetraadpleging: 20 - 23-10-2016




gracht fort Liefkenshoek


toegangspoort fort Liefkenshoek


Ons speelterrein van deze dagen


Schelde - Antwerpen - Brabant - Vlaanderen


In de spiegeldoolhof van de strijd!


Instrumenten en bibliotheek


's Nachts varen op een schip


De Koggen van Doel


De veen- en turfzaal


De middeleeuwse veendorpen


Turfontginning schematisch weergegeven


"Up dien moer in die wostine?"


Scheldeoever


dal in de aarden wal


de kat


een van de vier bastions, bastion 4 Doel 12


Schelde (vanaf de dijk aan de Ketenislaan)


Schelde (vanaf de dijk aan de Ketenislaan)


de Brabo | 2005 | Wim Delvoye
(vanaf de dijk aan de Ketenislaan)


Schelde (vanaf de Fort de Perelweg)


Bazeput


(voormalig) gemeentehuis


Parochiekerk Sint-Petrus en Paulus, Kallo


"Rietveld Kallo"


De toren van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, Antwerpen


strand van Sint-Anneke, Linkeroever


Royerssluis


Kattendijksluis


Nieuw Havenhuis, vanaf de Linkeroever


Zicht op Antwerpen vanaf de Linkeroever


Zicht op Antwerpen vanaf de Linkeroever


Zicht op Antwerpen vanaf de Linkeroever


de molen op de Linkeroever


Galgenweel op de Linkeroever


Zicht op Antwerpen ter hoogte van de Galgenweel


Sint Martinuskerk, Burcht


De Brug | 1994 | Tone Pauwels, Burcht


De Brug | 1994 | Tone Pauwels, Burcht


Heilig-Kruiskerk, Zwijndrecht


Cappuccino met, Zwijndrecht


Heilig-Kruiskerk, Zwijndrecht


Ontsloten | 2000 | Emiel Uytterhoeven, Zwijndrecht






Dag 18: Antwerpen vv
We zullen de komende dagen na onze ochtendrituelen meteen vertrekken om te kunnen ontbijten in Antwerpen waar we op ontdekkingstocht en "hoe ziet het er na veertig jaar uit"-herkenningstocht gaan. Deze eerste ochtend krijgen we het tramkaartje waarmee we op en neer kunnen naar Antwerpen.
Hoewel het wederom een zo goed als rechte lijn is, wat we moeten lopen, hebben we kennelijk toch niet goed opgelet, want in plaats van 600 meter lopen we het dubbele. We kunnen echter wel zeggen dat we het grootste gedeelte van de straat Neerbroek hebben gezien. Wanneer we door brandpoortachtig steegje uitkomen op de Suikerdijkstraat zien we de straat Verbrandendijk voor ons liggen. Hierover zijn we gisteren naar de Linkeroever gereden. We lopen deze door tot de tramhalte en zien het wandelpad waar we eigenlijk vandaan hadden moeten komen.


      Antwerpen

kaart 18

Even later zoeven we met de tram onder de Schelde door en stappen uit op Antwerpen Premetrostation Astrid, aangezien de Zoo ons eerste stop zal worden na het ontbijt, dat we bij de eerste broodjeszaak nuttigen dat we tegenkomen en dat is in dit geval Panos aan de Van Wesenbekestraat, waar tevens de toegangspoort van Chinatown staat.
Na het ontbijt wandelen het Koningin Astridplein over naar het station "Antwerpen-Centraal", om naar de ingang van "Zoo Antwerpen" te gaan. De volledige Dierentuin Antwerpen heeft een Beschermd cultuurhistorisch landschap-status (URI ID: 4993). We zijn vroeg en wachten gemoedelijk op het Flamingoplein totdat de kassa open gaat. We kunnen intussen naar een muziek duo luisteren die muziek maakt met harp en dwarsfluit.
Vreemd genoeg lopen er wel mensen door de ingang naar binnen. Het blijkt dat wij het hebben getroffen. Sinds gisteren vindt er namelijk een tweedaags event plaats, zodat er nog meer te zien is, dan normaal.
Omdat we nog maar slechts een paar honderd meter gelopen hebben door de stad, zijn we ze nog niet tegengekomen, maar het zal naderhand blijken, dat de stad volhangt met posters die dit event aankondigen.
En dan opeens gaat het snel, de kassa gaat open en we kunnen bij de ingang naar binnen. Ook wij beginnen bij nummer 1 van de routing "Plan van de ZOO", de vlindertuin. Om de vlinders op de foto te krijgen - al vliegend - moet je van goeden huize komen en waarschijnlijk veel geduld. Wij moeten echter toch met de stroom mee. Ook al zijn er voldoende momenten gecreëerd om ze goed te zien - nectarschalen, fruit et cetera - echt rustig stilzitten doen ze niet en zeker niet met de vleugels gespreid. Dus kijk en geniet vooral.
Hierna krijgen we het Kleinapengebouw. In de Vlaamse tuin ontdekken we de eerste Belle Epoque-deelnemers. Vanuit de tuin krijgen we ook goed zicht op het kasteeltje waarin het restaurant Latteria zit. We treffen hier ook een betegelde wand aan.
Er komen ook steeds meer Belle Epoque-deelnemers uit het kasteeltje lopen, die gaan flaneren door het park of bij het restaurant Savanne gaan zitten. Achter de Egyptische tempel - het gebouw is al in 1856 gebouwd - komen de giraffes tevoorschijn. Aan de andere kant staan de olifanten en komen we vogels en buffels tegen.
De Vosmangoest ziet er uit als een aaibaar beestje en is van nature een zeer oplettend beestje. Z'n hoofd staat dan ook nauwelijks stil. En opeens staan we oog in oog met een Oosterse Plataan. Er staan inderdaad ook bijzondere bomen in het park, want zo is het immers begonnen. Halverwege de negentiende eeuw was het niet prettig wonen in Antwerpen. De stad had een schrijnende overbevolking die gehuisvest waren in krottenwijken, dat bestond uit vele houten woningen, zonder of met nauwelijks sanitaire voorzieningen. De versleten gemene waterpompen op de hoeken en pleinen leverden water van twijfelachtige kwaliteit. Deze arbeiderswijken deden vaak nog middeleeuws aan. 's Nachts was er zonder maan geen licht en was de stad in duisternis gehuld. De mensen gingen dan ook met de kippen op stok. Het leven voltrok zich net als op het platteland traag en de af en toe hoorbare geluiden bestonden uit de dierengeluiden, van de kippen, koeien of paard, de piepende of krakende wagens en karren waarmee de goederen werden vervoerd en natuurlijk de mens. Hierbij was de hiërarchie duidelijk en kleren maken de man, zodat ook duidelijk was wie tot wat behoorde. De uit de wijken en nog openliggende vlieten opstijgende geuren waren soms niet te harden. De rijkere bewoners voelden zich door al deze ellende om zich heen bedreigd en men wilde zich van deze situatie verlossen en zich bevrijden van de knellende stadsomwalling.
Vanaf 1841 ontstaat er een ommekeer. De straten worden versteend en rechtgetrokken en er komen voetpaden. Er komt gasverlichting in de stad.
In stad zelf waren de rijke en succesvolle inwoners in de zestiende eeuw begonnen met het verstenen van hun woningen en knapten de voorgevels op, tot cieraet van de stad zoals dat dan heet.
Twee jaar na een bezoek aan de dierentuin Artis in Amsterdam wordt ook in Antwerpen in 1843 de Antwerpese Dierentuin gesticht. Openbaar groen en educatie werd als middelen ingezet tegen de bestaande ellende. De stichters, waaronder Gustave Wappers, Hinri Alexis Brialmont en Jean François Loos - die later nog burgemeester zou worden, hadden een centrum van volksopvoeding voor ogen, waarin de 'vulgarisatie der zoölogische en botanische wetenschappen' centraal zouden staan.
Vijftien jaar later is het verboden om kippen op straat te houden. De andere boerderijbeesten, koeien, paarden, schapen, gieten en varkens mochten vanaf 1443 van het stadbestuur niet meer geweid worden op de vesten, al werd dit pas echt onmogelijk nadat het was volgebouwd. De paardentram komt er in 1872 die de steeds vaker en vlugger naar de stad rijdende treinen verder mogen verwerken. Ruimte ontstaat er, wanneer tussen 1864 en 1866 de stadsmuur wordt afgebroken. Hier worden de leien aangelegd. De tuinarchitect Eduard Keilig mag in 1867 aan de slag met de aanleg van het Stadspark op de plaats van de Herentalse schans. Dit landschapspark was ook voor alle lagen van de bevolking bestemd. Echter alleen de elite kwam hier zich verpozen. Deze prettige omgeving trok zo ook steeds meer rijken aan, zodat de grondprijzen stegen en zich alleen nog de gefortuneerden zich hier konden vestigen. Hierdoor ontstond er wel ruimte in de overvolle oude stad. Ook wordt de Belle Epoque zichtbaar.















Relationele issues kwamen
tussen 1870-1914 ook al
voor en worden hier
prachtig verbeeld.

Enkele mensen die zich aan ons vertoonden in de vierde editie van dit evenement in 2016 van Antwerpen Zoo. Het geeft een mooi kleurrijk beeld van de klederdracht in deze periode. Dat dit alleen maar gold voor een zeer kleine groep, die konden genieten van de bloei van de stad, blijkt wel uit de demonstrerende mannen, vrouwen en kinderen. Zij moesten lang werken - tot wel 14 uur per dag - voor een laag loon. Door de opkomende industrialisatie, werd het werk gevaarlijker 1.

We lopen inmiddels op het "Plan van de ZOO" bij de nummers 12 en 13, waar we naar boven lopen om de Mariboes te bezoeken. Enorme vogels die niet moeders mooiste zijn. Weer naar beneden gelopen, wordt deze gedachte meteen afgestraft met ontlastende spetters van boven. We zien een slapend nijlpaard liggen in z'n hok. De beverratten zijn een stuk actiever.
Bij 18 mogen we een gebouw in, genaamd "Vriesland", ja, ja ;-). Het hier inderdaad een stukje frisser. De tegels aan de muur verraden dat we zeehonden krijgen te zien. En dat klopt. Grappig om te zien, dat ze zich met de rug naar beneden voortbewegen.
Ook de vissen blijven ons verbazen, met de verschillende trukendozen die ze tot hun beschikking hebben. Veel van de vissen die we hier zien zijn tegenwoordig ook weer in de Schelde te vinden. Dit ontdekte de laatste beroepsvisser van Lillo Emiel De Lee (Lillo, 18-5-1926 - Merksem, 13-2-2016) met z'n twee zonen, toen ze dit onderzochten. De dierentuin schenkt hieraan de nodige aandacht middels een drietalig informatiebord. Nadat de vervuilende industrieën verplicht werden om eerst te zuiveren middels waterzuiveringsinstallaties voordat ze loosden, nam de waterkwaliteit sinds de jaren 70 van de twintigste eeuw weer toe. Ze ontdekten dat er vijftig verschillende vissoorten te vinden waren in de Schelde. Zelfs de zeehonden laten zich soms zien op het strand van Sint Anneke of aan het Steen 2. En dat is voor die beesten slechts 50 km verderop, er liggen immers hele kolonies op de Platen van Ossenisse . Bij de zeepaardjes verlaten we het Aquarium (19) en lopen via onder andere de kangoeroes en leeuwen naar het Reptielengebouw (21). Hier ontmoeten we - heel dichtbij - de Groene Leguaan. Samen met de schildpadden en vogels delen ze dit stukje jungle. Of het bontgekleurde vogeltje voedsel ziet in de kleine oranje mier-achtige insecten, hebben we niet afgewacht.
We vervolgen de route en komen langs diverse soorten uilen en roofvogels bij 23.
Nog eenmaal gaan we een gebouw in waarin het donker blijft, zodat we het nachtleven kunnen zien van een aantal dieren.
Hierna komen aan bij de uitgang waar we gelukkig Grand Café Flamingo tegenkomen. Want we zijn wel even toe aan een cappuccino met wat lekkers en een stoel.

Na deze pauze lopen we naar de uitgang en gaan we - het in het verleden veelbezochte - station Antwerpen-Centraal in. Dit station zal - aan de ene kant - al snel geroemd worden als de negentiende-eeuwse spoorwegkathedraal. Aan de andere kant spraken de Antwerpenaren van eentje in stillekesaanstijl, vanwege de tienjarige duur van de bouw. De eerste steen werd in 1895 gelegd. Het als barok-middeleeuws eclectisch omschreven gebouw is een ontwerp van de Brugse stadsarchitect Louis Dela Censerie 3. Louis Delacenserie (Brugge, 27-9-1838 - 2-9-1909) had echter de grote hal over de sporen al in 1898 gereed 4. Dit was een ontwerp van de spoorwegingenieur Clement Van Bogaert 3, waarmee hij in mei 1894 een studiereis door Duitsland maakte. De bouw van het monumentale gebouw startte pas in 1900, na grondig stijlonderzoek.

station Antwerpen-Centraal, Antwerpen | 1895-1898 | Clement Van Bogaert
Hoewel deze versieringen volstrekt overbodig zijn voor de functionaliteit, werd het ook in de staalelementen toegepast.
De koning, Leopold II, was liefhebber van dit vervoersmiddel en was gevallen voor de charme van het station van Luzern, dat weer geïnspireerd was op het station van Dresden. Dus is het station Antwerpen-Centraal deels geïnspireerd op beide stations. Voor het maken van de koepel, maakte Delacenserie gebruik van het ter plaatse storten van beton. Een innovatie die we een paar jaar eerder ook al ingezet zagen door Joseph Cuypers in Sas van Gent . Het gebouw is goed verzorgd tot in de kleinste details, waarvan er vele zijn. In de veelheid aan ornamenten en decoratie schonk Delacenserie veel zorg. Een voorbeeld hiervan zijn de vergulde vijfbladige rozetten in de waaierportiekboog. Deze vinden we ook terug in de staalelementen. Ook paste hij twee verschillende looks naar de stad toe. De ene - naar het Koningin Astridplein - doet voorkomen alsof je een paleis ziet. De andere wordt zichtbaar vanaf de Keyserlei en blikt als het ware op het oude stadscentrum. Het middelpunt wordt gevormd door een groot portiek met rondboog met "Middenstatie" erboven geschreven. Hier zit de ingang tot het gebouw 5.
Wanneer we het stationshal betreden is de koepel inderdaad indrukwekkend. Even indrukwekkend is de vernieuwde hal met z'n vier verdiepingen, waarvan drie voor het spoor. Een NMBS Europe plattegrond geeft dit mooi weer. We lopen nog even een gedeelte langs de winkels en verlaten na het Atrium het station en komen uit op de Pelikaanstraat - dat een en al bestaat uit juwelierszaken.
We lopen gauw door naar de Keyserlei, waar we al snel ons eigen goud tegenkomen in een filiaal van de Standaard Boekhandel. We zien hier een aantal leuke titels. Maar omdat we nog geen kilometer hebben gelopen en de hele dag nog moeten, pakken we deze wel mee, wanneer we weer naar huis gaan.
Aan de overkant stappen we af op het terras van Hulstkamp, waar we gaan lunchen. Deze zaak is hier alweer een ruim eeuw gevestigd (1907) en dankt zijn naam aan de familie Hulstkamp, die in Rotterdam tussen 1775 en 1979 een distilleerderij en likeurstokerij hadden en de naamgever was van de jenever, dat hier sindsdien werd geschonken.
Na de lunch lopen we het 'oude centrum' van de stad. We steken de Frankrijklei over en betreden het gebied van de vierde stadsuitbreiding, dat zo tussen 1315 en 1410 plaatsvond. De Frankrijklei ligt nu op de plek waar voorheen de stadsomwalling lag. Tot deze gebastioneerde stadsomwalling werd in opdracht van Karel V in 1540 overgegaan. Het ontwerp was van Donato Boni di Pellizuoli, die we al eerder tegenkwamen . Algemene oorzaak voor het maken van nieuwe verdedigingswerken, was het gebruik van buskruit vanaf de tweede kwart van de veertiende eeuw. De belegering in 1542 door Maarten van Rossum liet de urgentie zien. Men startte in 1543 meteen met de bouw. Het zou echter nog twintig jaar duren voordat het af was. Hiermee werd de middeleeuwse stadsmuurbeknelling nogmaals steviger aangehaald. De middeleeuwse stadsmuur omvatte onder ander de Blauwe Toren, de Huidevetterstoren, de Rode Poort en stukjes van de Sint Jorispoort en Buitenste Kipdorppoort. Deze stadsmuur - achterhaald dus door het buskruit - kwam pas gereed in 1410, terwijl Jan I (Leuven, 1252/54 - Bar-le-Duc, 3 mei 1294 6) daartoe al besloten had in 1290, nadat Floris V van Holland van kamp was gewisseld. Deze omringing zou dus duren tot de negentiende eeuw 7.
Jan I en Floris V hadden het ook bijzonder met elkaar te doen om elkaar de loef af te steken en de juiste huwelijkspartner te vinden om hun geografisch verbindingen te sterken. Zo was daar de oudste dochter, uit het eerste huwelijk van Gwijde van Dampierre (1226-) met Mathilde van Béthune, Margaretha van Dampierre ( -1283). Gwijde was erfopvolger, zoiets als kroonprins, van Vlaanderen. Hierdoor was Margaretha een belangrijk huwelijkspartner. Floris V van Holland was er als de kippen bij en werd haar eerste verloofde. Maar hij werd al gauw ingeruild voor een betere partij, een jongere broer van de Engelse koning. Weer later was het de zoon van de graaf van St.-Pol. Toen ze 22 jaar was in 1273 huwde ze uiteindelijk met de hertog van Brabant, Jan II, de zoon van Jan I.
Floris was inmiddels getrouwd, in 1272, met de jongste dochter uit dit huwelijk, Beatrijs van Dampierre, die wij Beatrix van Vlaanderen (Brugge ±1253 - Soest 23-03-1296) noemen.
Hierbij moeten we ons realiseren dat Margaretha van Dampierre een genetische afstammeling is van Robrecht de Fries (via vrouwelijke lijnen) en diens vader (via de mannelijke lijn), evenals Beatrijs van Dampierre dus.
Floris V is een nazaat van de Billunger Geertruida van Saksen en Floris I (toen nog Friesland). Geertruida hertrouwd later met Robrecht (die zich daarom de Fries zal noemen). En zo blijven deze netwerken toch allemaal binnen de familie 8.
Pas op 3 juni 1865 besliste het stadsbestuur - naar jaren onderzoek en discussies door commissies en burgerbevolking - tot afbraak van deze onterecht 'Spaans' genoemde omwalling. Deze beknelling had in de vele eeuwen van haar bestaan wel economische consequenties tot gevolg 9.

Wij komen deze omwalling slechts als een ruime ringweg tegen. Deze wordt echter momenteel onder handen genomen in het kader van verbeteringen aan de doorstroming van alle verkeersdeelnemers. De Noorderlijn heet dit project, dat in juni 2019 afgerond moet zijn. Tijdens deze werkzaamheden, komen ze bij het maken van nieuwe tunnels diverse archeologische elementen tegen, waaronder de omwalling. Op de Archeologie-site van Antwerpen zijn de vondsten prima te volgen.

Op een zijkant van het beeld vinden we boven de spreuk WT IONSTEN VERSAEMT dit wapenbeeld. Het wapenschild van De Violieren bestaat uit dezelfde elementen en heeft dezelfde spreuk.
Wij vervolgen onze ontdekkingstocht door gewoon over te steken, de Ternierplaats op waar we onze eerste beeld tegenkomen, van natuurlijk de naamgever van de plaats David Terniers (1610-1690). Terniers was de stichter van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in 1663. Aan de zijkant staat de tekst WT IONSTEN VERSAEMT, dat zoiets betekent als Uit genegenheid bijeengekomen 10, gebruikt als kernspreuk van De Violieren, een Antwerps rederijkerskamer sinds ongeveer 1400. De Violieren werd in 1480 in bescherming genomen en opgenomen bij de gilde of broederschap van kunstenaars en kunstambachtslieden, die op 26 augustus 1382 werd opgericht. Later zou het de Sint-Lucasgilde gaan heten. De spreuk komt echter bij deze gilde vandaan 11. En dan zijn de spreuk en wapen ook logisch, deze David Terniers was immers schilder.
Maar aangezien er vier schilders zijn met deze naam zijn vergt het dus enige uitleg. Het gaat om vier generaties Terniers, zodat we ze voor het gemak op de bekende manier nummeren.
De eerste krijgt een I, wordt ook 'de Oude' genoemd en leefde tussen 1582 en 1649. Hij schilderde vooral historiestukken en landschappen.
De tweede (zijn zoon) krijgt een II, wordt ook 'de Jonge' genoemd en leefde tussen 1610 en 1690 - hem zien we als beeld. Hij schilderde onder andere kroegscènes, kermissen, maar ook de dingen die zijn vader schilderde.
De derde krijgt een III, wordt ook 'Kleinzoon' genoemd en leefde tussen 1638 en 1685 en schilderde historiestukken en portretten.
De vierde krijgt een IV en leefde tussen 1672 en 1731 en was ook kunstschilder.
David Teniers II, de Jonge trouwde in 1637 met Anna Brueghel - inderdaad - dochter van Jan Brueghel de Oude. Getuigen waren Peter Paul Rubens en Paul van Halmale. Drie jaar later trad hij toe tot de Rederijkserskamer "Liefhebbers van de Violieren". Hier zien we dat ook kunst met kunst huwt en dat het netwerk werkt. In de jaren 50 werd hij beheerder van de schilderijencollectie van de landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden, Leopold Willem van Oostenrijk 12.
Het beeld van David Teniers II, de Jonge werd gerealiseerd door Joseph-Jacques Ducaju (Antwerpen, 31-8-1823 - Antwerpen 5-7-1891) en voor het eerst onthuld op 18-8-1867. Het is na enkele verplaatsingen heronthuld op deze plein op 1-9-1993 13. Oude foto's uit vroegere tijden, laten zien dat het hier eerder stond, maar dan op een andere sokkel en met andere sokkelteksten en wapens 14. Naast het typische misbruik in nationalistische zin van de redevoering, met nadruk op de Belgische Nationaliteit, is het wel opmerkelijk dat sokkelteksten en redevoeringen in de toenmalige volkstaal Nederlands geschreven zijn 15.
Bijna aan het begin van de Leysstraat vinden we op nummer 7 op de eerste verdieping, ter ondersteuning van de pilasters, de vier hoofden van de schepenen (v.l.n.r.) Van Kuyck, Van Rijswijck, Van den Nest en Goemaere 16.
Jan van Rijswijck werd in 1889 schepen van onderwijs en werd vanaf 3-11-1892 burgermeester tot aan zijn te vroege dood, want hij was ongekend populair. Bij de dokstaking van 1900 vervulde Van Rijswijck de rol van bemiddelaar en verzoener. Ook hanteerde hij bij de vele sociale stakingen als regel dat er bij het handhaven van de orde geen slachtoffers mocht vallen. De pronkstraat Leysstraat is dan ook onder zijn bewind in 1899 gebouwd. Hij stierf in Testelt op 23 september 1906 17.
Arthur Van den Nest (Antwerpen, 25 februari 1843 - 2 oktober 1913) was met enkele onderbrekingen vanaf 1872 schepen en had de schone kunsten en financies in zijn portefeuille. Na 1900 werd hij senator 18.
Frans Van Kuyck (Antwerpen, 9-6-1852 - Antwerpen, 31-5-1915) was een kunstschilder en was schepen voor Schone Kunsten van 1895 tot zijn dood 19. Als zoon van kunstschilder Louis van Kuyck, had hij kennelijk de talenten meegekregen. Hij doorloopt succesvol de Academie en leert verder in het atelier van zijn vader en later in dat van zijn oom, de landschapschilder François Lamorinière. Rond zijn 21e jaar zien we voor het eerst werk van hem in het openbaar, in het Salon. Twee jaar later werkt hij mee aan de historische optocht van de letterkundige vereniging De Olyftak. Van deze optochten maakt hij later litho's. Kennelijk heeft Van Kuyck wel iets met dit soort zaken. In 1892 vinden we hem als voornaamste organisator en ontwerper, wanneer de Académie royale d'Archéologie de Belgique haar vijftigste verjaring viert. Er komt een historische Landjuweelstoet, geïnspireerd op de intocht van de rederijkerskamers in 1561. Ook in 1894 volgt iets dergelijks en wordt er zelfs een stuk 'Oud-Antwerpen' gereconstrueerd voor de geplande Wereldtentoonstelling. We kunnen hem dus kenschetsen als een aanhanger van het historicisme. Maar dan wel van het mooie. Zo laat hij - we zullen het later nog zien - het zicht op het Vleeshuis vrijmaken met de aanleg van de Vleeshuisstraat 20. Ook was hij een drijvende kracht achter de renovatie van dat pand en andere dingen. Tevens zetelde hij in diezelfde gebouw en organisatiebesturen. En zoals we zien heeft hij ook zijn enorme bijdrage geleverd aan de verbreding van de straat waarin we nu staan met bijbehorende verfraaiingen 19.
Arthur Goemaere (Gent, 28-10-1841 - Gent, 25-9-1902) huwde de dochter van de kunstschilder Nicaise De Keyser en werd zelf (hoofd)redacteur bij "Le Précurseur", een liberale krant. Als schepen van Openbare Werken was ook zeer betrokken bij de Leysstraat 21.
De complete winkelstraat met zijn grotendeels nog eclectische architectuur staat te boek als bouwkundig erfgoed (URI).
De Leysstraat - vernoemd naar de schilder Hendrik Leys (1815-1869) - heette voor 1867 de Statiestraat, toen het in 1855 verbreed werd als toegang tot het station. Daarvoor was het slechts een steegje naar de vesten en heette het de Meirsteeg. Het volgende beeld komen we aan het einde van de Leysstraat tegen, waar de straat een kruispunt vormt met de Otto Veniusstraat, Meir en Jezusstraat. Het gaat om een andere nationale schilders held Antoon van Dyck (Antwerpen, 22-3-1599 – Londen, 9-12-1641). Hij was een van de favoriete leerlingen van Rubens 22. Ook met dit beeld is flink gesleept, nadat het op 18 augustus 1856 voor de eerste keer was onthuld. De laatste verplaatsing kwam met een collegiaal besluit van 6 februari 1992 tot stand. Ook dit beeld kreeg een nieuwe sokkel: een door Werner Moens ontworpen gepolijst Zweeds granieten voetstuk 23.
Vanaf dit kruispunt - wanneer we rondkijken - valt ons oog op diverse beelden, aan de pui van gebouwen en op diverse daken. De rijke versierselen van de vele gebouwen aan de Meir doen bijna kitscherig aan. Deze staan weer in schril contrast met de strakke moderne gebouwen.
Op een van de daken treffen we de schitterende levensgrote gevleugelde naakte vrouw "Electra" aan, die verguld in elke hand een bliksemschicht vasthoudt. Dit beeld van Emile Jespers is gemaakt in 1901 13. Emiel Lodewijk Martin Jespers (Deurne, 3-5-1862 - Antwerpen, 6-5-1918) leed aan een ernstige ziekte dat hem soms zeer beperkte in het creëren van nieuw werk. Desondanks heeft een groot aantal werken gemaakt en wist hij in Europa onderscheidingen te ontvangen. Bij dit beeld - ook Electriciteit genoemd - waren ook nog '4 steenen groepen' van zijn hand - tevens in opdracht van de stad in 1901 - 'bestemd om de versiering der Leysstraat' 24.

Wij slaan Cellebroederstraat in om de kindertijd-looproute Station - Kattendijkdok nog eens te wandelen. Het valt meteen op dat deze straat stijgt richting de Molenberg, een natuurlijke zandduin van 7 meter hoogte. De oorspronkelijke zandduin waar de straat nu loopt ging van zo'n 3 meter richting de 5 meter 25. Tegenwoordig komen er vele straten uit op de Molenbergstraat.
Na de Cellebroederstraat nemen we een stukje Lange Nieuwstraat om snel verder te stijgen in de Apostelstraat. Een stukje Sint Jacobsmarkt brengt ons in de Lange Sint-Annastraat, waar we een fraai gedeelte van de Universiteit Antwerpen tegenkomen. Dit voormalige Grauwzusterklooster26 werd na 1675 gesticht om de pestlijders te verzorgen. Het huidige gebouw is echter van 1887. In de tweede bouwlaag vinden we een Sint-Franciscusbeeld onder een neogotisch baldakijn. Dit beeld is een kopie van de Sint-Franciscus van Assisië-beeld dat in de kathedraal van Toledo te zien is en gemaakt is door Alonzo Cano. Deze is gemaakt door Jules Weyns (Merksem, 17-3-1849 - Antwerpen, 4-4-1930) 27.


Peter Van Bredael (Antwerpen, 1629 – Antwerpen, 1719), ‘De Oude Ossenmarkt te Antwerpen’, olieverf op doek, 134 × 190 cm.
Voornaamvariatie: Peeter, Pieter, Petrus en Pierre. Achternaamvariatie: van Breda.
Even later begeven we ons op de Ossenmarkt. Dit vierhoekig - maar niet rechthoekig - plein, kwam in 1522 tot stand, als aanvulling op de bestaande veemarkt in de buurt van het Vleeshuis. Voor de verandering had het stadsbestuur zelf eens het initiatief opgepakt om tussen 1517-1520 drie straten aan te leggen op gemeenschapsgronden. Op de plek waar de Lange Sint-Annastraat, de Pieter van Hobokenstraat en de Rodestraat samenkomen ontstond deze vreemde vorm. In deze periode, waar veelal particulieren en instellingen de straatlijnen uitzetten, werden deze niet planmatig aangepakt. Slechts een rechte (straat)lijn zorgde voor een efficiënte kavelverdeling en daarmee een zo hoog mogelijke winst. Men trok veelal de (straat)lijnen door 28. Ook het stadsbestuur werkte dus op deze manier. De Burgermeester-koopman Arnold van Liere liet het stadsbestuur inspireren tot verbindingen met de Paardemarkt / Roode Poort met de creatie van de Rodestraat om aansluiting te krijgen met Dambrugge, Merksem en de omliggende polders 29. Dit getuigt dan weer wel van enige visie, al is dat natuurlijk weer niet zo vreemd voor een koopman, die burgemeester is.
Van de bouwsels uit de eerste bouwperiode zien we niets meer terug. Zelfs de Sint-Franciscuskerk is door omstandigheden 30 niet oud.
We lopen over de markt en willen de Lange Winkelstraat inlopen. We blikken even op de Rodestraat en het oog wordt getrokken door iets dat op een poortje lijkt, maar dat is vanaf het punt waar we staan niet te zien. En dus lopen we er even naar toe.
Hier doen we goed aan, want we staan opeens tegenover de toegangspoort van een andere wereld. Het blijkt inderdaad de toegangspoort van het Begijnhof te zijn. De Laat-barokke poortomlijsting stamt uit 1711 en is daarmee ook meteen het oudst wat we hier te zien krijgen 31. Boven de best bewaakte poort van Oud-Antwerpen zien we een beeld van Begga met haar kerkje. Deze zou gemaakt zijn door Walter Pompe (Lith, 22-11-1703 – Antwerpen, 6 -2-1777 32). De begijnen hadden, voordat zich hier gingen vestigen, een hof genaamd Curtis Syon - dat voor het eerst in 1246 wordt genoemd, dat in 1542 door de Gelderse maarschalk Maarten van Rossum (Zaltbommel, ca.1478 – Antwerpen, 7 juni 1555) tijdens zijn Brabantse veldtocht van 1542-1543 33 volgens de tactiek van de verschroeide aarde in de as werd gelegd.

Restanten van de oude vesten zijn hier nog zichtbaar.
Anverpia, nobile in Brabantia oppidum. - Köln : Braun & Hogenberg, 1575-1579.
bron: http://uurl.kbr.be/1043519

Restanten van de oude vesten zijn hier nog zichtbaar.
Le pourtraict de la tres-noble ville d'Anvers, ainsi qu'elle se comporte a present / François de Belleforest. - Paris : Nicolas Chesneau, 1575.
bron: http://uurl.kbr.be/1043518
De kaart Braun & Hogenberg lijkt een stuk schetsmatiger weergeven dan die van Chesneau. Wat echter meteen opvalt is het ontbreken van de slotklooster aan de Rossier van de Karmelieten. - links van de St. Joriskerk, met een 4 aangeven op beide kaarten 37.
Drie jaar later, in 1545, beginnen ze op deze plek opnieuw met een nieuw hof 34. De hof Curtis Syon, ook wel Berg Sion geheten, lag ten zuiden van de stad, buiten het poortje dat de naam Beggynhol of Beggynenhol genoemd werd dat aan het einde van de Beggynenpoort (waarschijnlijk wordt hier de straat bedoeld, omdat de Beggynhol en Beggynenpoort hetzelfde is), aan het Kasteelplein stond 35. De poort zat in de omheining dat nu de Begijnenvest heet en verdween omdat het overbodig was geworden, toen de nieuwe omwalling van 1570 werd gemaakt 36. We lopen een rondje om de binnentuin, die sinds door de Fransen grotendeels afgebroken kerk in 1799 nog groter is geworden.
Na het vertrek van de Fransen, werd de huidige kerk met als aanbouw het kapelletje gebouwd. In dit kapelletje vinden we de zogenoemde Sprekende God. De legende vertelt "dat dit beeld tijdens de komst van de Fransen in 1798 tot een biddend begijntje zei: 'Draag mij in de kelder' wat het mensje eigenhandig deed. Na het vertrek van de snoodaards waren er drie sterke mannen nodig om het terug op zijn plaats te krijgen. Een en ander gaf aanleiding tot een zekere devotie en bedevaartactiviteit, merkbaar aan de aangebrachte dankbordjes." 34

Lange Winkelstraat, Antwerpen.

Veelal wordt God of Jezus gedankt voor "een bekomen gunst" of "een verkregen gunst", wat sterk doet denken aan de "gelofte ingelost" bij Nehalennia.
We maken ons rondje af door dit sfeervolle hofje 38, ondanks de soms ongelukkige renovatiepogingen. Het meest origineel komt het later gebouwde steegje over 34.
Van ons beginplannetje om naar de haven te lopen komt - gezien ons tempo - na dit uitstapje niets meer terecht. Het loopt inmiddels tegen drieën en als we nog twee keer zo ver willen lopen dan we nu gedaan hebben om de bewuste haven te bereiken en vervolgens ook nog weer terug, dan gaan dat - gezien het kippeneindje wat we nu nog maar gelopen hebben - niet voor het avondeten halen.
We lopen daarom weer terug naar de Ossenmarkt en werpen een blik in de Lange Winkelstraat en in de Pieter van Hobokenstraat.

Via de Rozengracht komen we op de Frans Halsplein. Op de hoek met de Korte Sint-Annastraat komen we weer een Madonnabeeld tegen. Deze waren we al vaker tegengekomen.
Nadat Alexander Farnese met zijn Spaanse leger op 17 augustus 1585 Antwerpen tot overgave had gedwongen werd Antwerpen al snel omgebouwd van een calvinistisch bolwerk naar eentje waar de contrareformatie de speerpunt werd. De mythologische figuren werden verwijderd. Ook het Brabobeeld dat in het middenstuk van het nieuwe stadhuis zijn plek had werd in 1587 verwijderd en werd vervangen door een Mariabeeld. Maria werd de patrones van de stad en het stadsbestuur was haar eeuwige trouw verschuldigd. De kunstwereld kon vervolgens aan de slag met de productie van Mariabeelden die over in het straatbeeld terug te vinden was. De bekende kunstenaar Pieter Paul Rubens is hierdoor groot geworden.
In de Franse tijd (1794-1815) waren deze beelden even niet te zien 39.
Maar zoals we kunnen zien zijn ze weer volop aanwezig. De beelden zijn veelal voorzien van een lantaarn, zodat het ook fungeerde als straatverlichting. Het boek Madonna- en heiligenbeelden in de Antwerpse binnenstad vertelt je alles over. Er is zelfs een heuse stadswandeling, de Madonnawandeling die alle laat zien.
Op deze hoek vinden we nummer 22 van het stadsplan.
Puffend en zuchtend horen we enkele ouderen het plein op komen, die kennelijk met anderen een vragenspeurtocht aan het doen zijn. We trekken gezamenlijk het plein over, waar onze paden zich alweer scheiden.

Sint-Jacobskerk, Antwerpen.
Wij lopen de Parochiaanstaat in en komen uit op de Lange Nieuwstraat. Even later laten we ons verleiden een kerk in te lopen. Het blijkt om de Sint-Jacobskerk te gaan. De informatieborden langs het pad naar de kerk maken ons duidelijk dat het om belangrijke, vermaarde en indrukwekkende kerkgebouw gaat. Het is ontstaan uit een kapel dat in 1413 bij het gasthuis werd gebouwd. In dit gasthuis kwamen pelgrims op weg naar het graf van de apostel Jacobus in Santiago de Compostella. Door de grote toeloop werd in 1491 de eerste steen gelegd aan de huidige kerk dat in Brabants gotische stijl is gebouwd. Men werkte er 175 jaar aan, dus van 1491-1656.
In de kooromgang ligt de meester-schilder Peter Paul Rubens in zijn grafkapel. Toeristen zijn welkom van 1/4 - 31/10 tussen 14:00 en 17:00 uur, behalve op dinsdagen, dan is de kerk gesloten.
Op het pad is het jaartal 1761 met stenen zichtbaar gemaakt. De reden van dit jaartal ontgaat ons op dit moment.
Met het beperkte zicht van het pad, dat omringd is met muren, maakt de entree en het gebouw nog niet echt veel indruk.
Wanneer we dicht bij de deur zijn gekomen, krijgen we meer zicht. Wanneer we naar links kijken, zien we de toren van de kerk en die staan een eindje hier vandaan. Dus ... toch indrukwekkend.
Op de deur vinden we een uitgesneden Sint Jacob. Wanneer de kerk binnenkomen worden we naar de kassa geleid om onze bijdrage voor het onderhoud van de kerk bij te dragen. De man die ons het kaartje verkoopt is met dit gebouw vergroeid, lijkt het.
Aangezien dit formaat kerk de nodige tijd vergt om enigszins te bekijken, komen we dus op een slecht moment. Er is al een uur van de drie uur bezoektijd om en het was niet echt onze bedoeling. Dus lopen we er 'even' in sneltreinvaart doorheen.
Vanwege de leeftijd van de kerk heeft het vanzelfsprekend allerhande zaken meegemaakt. Slechts het 17e en 18e-eeuwse barokinterieur is ongeschonden de tijd doorgekomen doordat de toenmalige pastoor Mortelmans zich akkoord verklaarde met het Franse ideeëngoed ten tijde van de Franse revolutie (1794-1815). Bij de beeldenstorm werd het hele interieur vernietigd. Antwerpen lag dan ook in een van de twee gebieden die het meest getroffen werden toen ze op 20 augustus 1566 hier gingen huishouden 41.
Het eerste dat onze aandacht trek, is Het Habsburgerraam, een glasraam in 1626 gemaakt door Jan de Labaer, dat het verhaal verteld over Rudolf van Habsburg, dat zijn paard afstaat aan een priester met haast, zodat deze op tijd kan komen bij een stervende om de Heilige Communie te brengen. De koster die de priester begeleid, draagt een berechtingslantaarn en -bel. Jan de Labaer kwam ook uit het Brabant, 's-Hertogenbosch, waar hij als Jan de la Bar in 1603 werd geboren. Hij komt ook voor als Jan de la Barre en Johannes de Labaer en vertrekt op jeugdige leeftijd naar Antwerpen, waar hij het burgerrecht op 1 augustus 162542 verkrijgt. Als glasschilder en kopergraveur verdient hij de kost en werd hij opgenomen in de Sint-Lucasgilde. Hij overlijdt in 1668 in Antwerpen 43.
We lopen onze rondgang door de kerk met de klok mee en gaan dus eerst richting de toren. Onderweg bekijken we even snel de diverse kapelletjes, waarvan sommigen nog altaren hebben en andere objecten. Zo zien we een epitaaf, opgericht voor Joannes Henricus Simon. Dit beeldhouwwerk is van Jan Van Arendonck (hij heeft in deze kerk nog 5 andere werken staan)44 in opdracht van de bewonderaars van Joannes. Het beeld heeft een iconografische verwijzing naar koning David, die op de harp speelt 45. Joannes Henricus Simon (Antwerpen, 1783 - Antwerpen, 10-2-1861), een muzikaal talent, dirigeerde op zijn achtste jaar een mis van Kraft. Hierdoor kon hij zich verder bekwamen op het conservatorium in Parijs, waar hij viool en componeren studeerde. Weer in Antwerpen terugkomen componeerde hij een tachtigtal muziekstukken, waaronder religieuze muziek, cantates, ouvertures, symfonieën 46.
Zoals te zien is op de foto, vallen hier her en der kleurrijke stukjes muur op. Wanneer we dit van dichtbij bekijken, blijkt het om muurschilderingen te gaan die recent zijn ontdekt in de kapellen van de benedenkerk. Deze laatgotische schilderingen stammen uit het begin van de 16e eeuw 47.

Gertrudis, Sint-Jacobskerk, Antwerpen.
Uit de bijgeplakte etiketten kunnen we opmaken, dat men de vondsten nog aan het vastliggen is. Hoewel het bij de meeste blootgelegde delen slechts om stukjes gaat, zijn er ook enkele die duidelijk iets voorstellen.
We zijn intussen al diverse schilderijen en de doopvont gepasseerd en komen bij de Sint-Gertrudiskapel aan. Gertrudis sterft op 33-jarige leeftijd in het jaar 659. Het beeld toont haar met haar linkerhand smekend naar de hemel gereikt om voor de gelovige zielen in het vagevuur - onder haar - genade te vragen. Op het bijgeplaatste informatiebord wordt uitgelegd dat met 'vagevuur' een overgangsfase tussen het aardse verleden en de hemelse toekomst, bedoeld wordt. Het is een zuiverende tijd voordat men kan binnentreden in de eeuwige vreugde bij God.
Niets om je druk over te maken dus, zou je zo zeggen, al wekt het beeld een heel andere indruk.
Tevens vinden we hier het verplaatste grafmonument uit 1693 van de Markies del Pico de Velasco, Francisco Marcos 48 (Carasa, Cantabria, 1633 — Amberes, 17-6-1693) 49.
Deze is afkomstig uit de voormalige Sint-Filippuskerk van het Zuidkasteel. Ook hij verliest de tijdstrijd, Magere Hein komt - kiekeboe - achter het laken vandaan.

Op het informatiebordje van de Driekoningenkapel van het Houtzagersambacht 1524 lezen we het begrip "onvrijen" - weliswaar tussen aanhalingstekens. Na een klacht van de houtzagers dat de anderen - de houtbrekers (houthandelaren), schrijnwerkers en meubelmaker - hun te veel links laten liggen, komt er in januari 1730 een nieuwe ordonnantie. De anderen mogen voortaan geen hout buiten de wallen meer brengen om daar - goedkoper - te laten zagen.

Hoofdaltaar | 1685 | A. Quellin de Jonge, Sint-Jacobskerk, Antwerpen.
Tevens moet er - bij onvoldoende zagers - eerst gezocht worden naar tijdelijke zagers binnen de hele ambacht zelf. Pas daarna mogen er "onvrijen" te werk gesteld worden.
Uiteraard komen we langs het grafmonument van Petrus Paulus Rubenius. Hier vinden een kopie van het zelfportret van hem, dat tradioneel omstreeks 1630 wordt gedateerd, hij zou dan zo'n 53 moeten zijn 50. De foto zou een realistisch stilleven kunnen zijn, waarin het spel van gebrandverfd glas gefilterd licht aanbrengt op de wanden, vloer en zelfportret, waarin tevens de schaduweffecten verwerkt worden.
Ten slotte werpen we nog een blik op het hoofdaltaar - gemaakt door A. Quellin de Jonge in 1685, waarin God en Zoon tronen in een enorm opengewerkte Sint-Jacobsschelp. Opmerkelijk is de hierboven geplaatste Alziend Oog, de Big Brother van weleer. Wanneer we goed kijken zien we een lichte schittering in de iris/pupil van het oog. Door slim beeldhouwwerk zal deze schittering in de loop van de dag verplaatsen, wat natuurlijk tot extra verbeeldingskracht voor de zondige gelovige op de grond oplevert. Op de close-up is te zien hoe dit effect succesvol bereikt wordt.

Wanneer we weer terug zijn op de Lange Nieuwstraat zien we de toren bij de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Met zijn 123 meter is het de hoogste van de Nederlanden. Zoals meestal het geval is - en bij deze toren ook - valt de toren onder het stadsbestuur.
Op de site van de Sint-Jacobskerk kunnen we lezen dat het eigenlijk de bedoeling was om de toren hoger te bouwen dan die bij de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, zo'n 150 meter. Men is echter niet verder gekomen dan een derde 51. De toren bij de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal is een belfort - een architectonische uiting van de burgerlijke onafhankelijk van feodale en religieuze machthebbers. Het staat - samen met 55 andere in België en Frankrijk - op de lijst van werelderfgoed van UNESCO (943) 52.

We besluiten vervolgens de Eikenstraat - aan de overkant van de onze ingang van de Sint-Jacobskerk - in te wandelen op zoek naar een drankje, want daar zijn we inmiddels wel aan toe. Na een stukje Meir nemen we de terrassenstraat Wapper. Het hieraan gelegen Rubenshuis laten we even voor wat het is. Op de hoek Maria Pijpelincxstraat/Hopland pakken we een terrasje bij Horta, zodat we even bij kunnen komen.

De omgeving van de Graanmarkt door Gilbert van Schoonbeke in 1552 aangelegd. Ook de gegraven Herentalse vaart t.b.v. de zoetwatervoorziening is nog duidelijk te zien. Tegenwoordig is dit geheel overbrugt.
bron: Anverpia, nobile in Brabantia oppidum. - Köln : Braun & Hogenberg, 1575-1579.
http://uurl.kbr.be/1043519
Sinds 1893 is Wapper vernoemd naar de directeur van de Academie Gustaaf Wappers (1803-1874), maar daarvoor heette het Wapper, vanwege de wip of boom die gevulde watervaten vanuit de zoetwatervaart optilde. Deze vaart schijnt hier nog steeds ondergronds aanwezig te zijn. Het heette de Herentalse vaart als aftakkingskanaal van het riviertje Schijn 53. De Schijn werd op een gegeven moment de levensader van de Antwerpse bevolking. Met behulp van de gegraven Herentalse vaart bracht het vers zoet drinkwater de stad binnen 54. Doordat Antwerpen een beter bereikbare plaats werd na het ontstaan van de Westerschelde - waardoor het kon uitgroeien tot een havenstad, hield dit ook in dat het zeewater sneller bij Antwerpen was. Hierdoor was het water in de Schelde ter hoogte van Antwerpen niet meer zoet. Daarnaast werd de opstuwing ook hoger.
Een kwartiertje later lopen alweer even de Maria Pijpelincxstraat in om te kijken wat hier zit. De Maria Pijpelincxstraat is een naoorlogse naamgeving ter ere van de moeder van Rubens 55. Enigszins verscholen komen we schuin boven de artiesteningang van de Stadsschouwburg/Koninklijke Balletschool Antwerpen een werk van Oscar Jespers tegen. Oscar is de eerste zoon van het echtpaar Catharina Verelst en beeldhouwer Emiel Jespers - hem kwamen we al eerder tegen met Electra. Oscar Jespers (Borgerhout, 22-5-1887 - Sint-Lambrechts-Woluwe, 1-12-1970) maakte België aan de arbeid voor de Wereldtentoonstelling van Parijs in 1937 56. Het toont het werk dat de Belg verrichtte. Van de scheepvaart en scheepsbouw tot het boerenbedrijf en ambachten als het glasblazen, als een robuuste boom weergegeven.
We lopen even snel door om de voorkant van het Stadsschouwburg Antwerpen / Het Paleis te zien. We merken op dat het Theaterplein er strak bij ligt. De enorme overkapping - hier luifel genoemd - maakt indruk. Ook de in golven aangebrachte trappen hebben een mooi architectonisch effect. Hoe we het kleurrijke gedeelte van het dak moeten zien, blijft ons ook nog even fascineren. Guy Rombouts maakte dit werk in het kader van 11 Kunstenaars Tegen De Muur, een tijdelijk initiatief (van 22 april en 2 oktober 2016) van Born in Antwerp, dat Antwerpse creatievelingen ondersteunt om in het openbaar domein een openluchttentoonstelling te creëren. We kijken naar een nieuw alfabet, dat uit gekleurde vormen bestaat. We kunnen hier "mehr Licht", de laatste woorden van Goethe lezen. Deze openluchttentoonstelling zal tot 30 juni 2017 te bezichtigen zijn 57.
We lopen weer terug over dezelfde scheidingsweg tussen de derde (1295-1315) en vierde (1315-1410) stadsuitbreiding, naar het Meir. We komen langs de Graanmarkt met zijn 2 bomenrijen als een oprijlaan naar de achterkant van het Bourla Schouwburg.

Gilbert van Schoonbeke door de eeuwen heen. Deel 1: het verleden / Ruben Wastyn, Kaena Bervoets en Neil Akenzua.
vertoond op 23 maart 2012 tijdens de avond van de Archeologie in het Pius x-instituut
Deze Graanmarkt is - naast vele andere bouwprojecten - door de speculant, ontwikkelaar, ingenieur, groothandelaar, bouwondernemer, financier, brouwer en steenbakker Gilbert van Schoonbeke (Antwerpen, 1519 - De Keyser, Minderbroedersrui, Antwerpen, 16-12-1556) in 1552 verwezenlijkt. Dit project begon met de aanschaf van het terrein in 1549. De Graanmarkt droeg eerst de naam Nieuwe of Brabantsche Koarnmarkt. Rechtsachter op het plein vinden we nog enkele trapgevelhuisjes uit deze periode. Hier vinden we ook het beeld van Victor Driessens (1820-1885), theater- en toneelman.
Gillebert van Schoonbeke was een natuurlijke zoon van de koopman Gilbert de Beaurrieu, genoemd van Schoonbeke en Beatrijs Vander Veken. Hij huwde in 1544 of 1545 Elisabeth Heyndrickx 58.
Wanneer we bijna bij de Meir zijn aangekomen, zien we op de muur van de Paleis op de Meir-tuin De vertelboom geschreven staan. Deze vertelboom en de 10 takken van verwondering trekt natuurlijk onze aandacht. De inhuldigingsplechtigheid was op 24-9-2011 in het paleis (en is in 13 delen terug te zien: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13). Er is een heuse trailer gemaakt voor dit bomengedicht. De grafische vormgeving op de muur is - wederom - van Jelle Jespers.
Wanneer we weer op de Meir zijn, komen we al snel De Hand tegen van Henri De Miller. De Miller maakte in 1986 het werk l'Écoute, bestaande uit hoofd met hand voor het oor. We vinden hier echter alleen de hand. Het college besloot op 13-2-1992 dat het beeld in deze hoedanigheid hier zou komen 59.
Na de Meir lopen we de Huidevettersstraat in en vinden op de hoek van de Groendalstraat een pandje (nr.26) dat er al zo'n half millennium staat. 'Het Gulden Hert, zoals het in 1616 heette en was eigendom van Geeraert Stevens. Hij vond tijdens herstelwerkzaamheden een balk met daarin het jaartal 1506 gesneden. Waarom hij dan toch 1520 als jaartal in het aangebrachte omlijsting liet beitelen, blijft een vraag 60. Mogelijk was het beitelwerk al klaar, voordat hij de balk ontdekte.
Hoewel de Huidevettersstraat geen wandelwinkelstraat is, heeft het een aangenaam straatbeeld. We lopen aan het einde van de straat de Korte Gasthuisstraat in. Op de hoek met de Everdijstraat vinden we wederom een mooi oud pandje uit 1621 (nr.34). Ook aan de overkant vinden we een soortgelijk pandje met 1618 in gevel (nr.35).
Na het pleintje (de Vijfhoek) waarop vijf straten uitkomen - de Korte Gasthuisstraat, de Lombardenvest, de Groendalstraat, de Schrijnwerkersstraat en de straat die wij ingaan, de Wiegstraat. We zitten dan in hart van De Wilde Zee, naamgeving voor een winkelgebied met gezellige winkelstraatjes en bijbehorende boetiek-achtige winkels. De Lombardensvest heette in de 14e eeuw de Gillis Sandersvest en werd in 1830 overwelfd. Ook de Korte Gasthuisstraat was een vest. De Groendalstraat verraad nog zijn voormalige functie. Het was de bedding van de Groenbeek dat van Groen Kerkhof afdaalde naar de Mere, Meere of Meir. Samen met een wal met poorten, vormde deze natte gracht enige bescherming rond 1200 en werd Antwerpen bijna 40 hectare groot 61.
Naamgever voor de ingelopen straat, de Wiegstraat is het huis met de naam en gevelsteen 't Peerd in de Wieghe op nummer 16 (URI ID: 4691). Voorheen heette het - samen met de andere omheiningsgrachten / vesten het Ramshoofdvest 62.
Wij gaan via de Meibrug naar de Eiermarkt. Wanneer we echter achteromzien, zien we nog net een filiaal van de Standaard Boekhandel op de Schoenmarkt. Hoogste tijd om de geziene boeken hier te kopen. Na een gerichte kijkactie blijken ze er echter niet allemaal te zijn.
Dat is dan gewoon pech hebben, volgende keer beter.
De kust weegt trouwens behoorlijk, dus daar moeten geen uren meer mee gaan sjouwen, dat hadden we vanochtend goed gezien.
Nu kunnen we echt de Eiermarkt op. Het gebouw op nummer 13(-17) trekt de aandacht, door twee vrouwenbeelden met fakkel op het dak. Den Cleynen en den Grooten Biecorff staat er boven de ingang van het pand dat Herenhuisachtig aandoet. De ingang blijkt echter een poort te zijn. En aan de achterkant zien we wederom twee vrouwenbeelden met fakkel op het dak. Hier zien de muren eruit alsof het nodig onderhouden moet worden, maar dat is tegenwoordig hip.
We gaan in de Sint-Pieterstraat bij Mockamore op een terrasje zitten. Het loopt alweer tegen vijven en we zitten vol met beelden en verhalen. We zien de overvolle Groenplaats waar de gebruikelijke markt staat. Vreemd om te bedenken dat dit een kerkhof was en dat vanaf hier de Groenbeek zijn water verzamelde om te gaan afdalen.

Na een aangename wandelpauze, gaan we maar eens op zoek naar wat te eten. We lopen de Sint-Pieterstraat verder uit en wandelen de Melkmarkt op, richting het Schipperskwartier. We krijgen zo een mooi beeld van het oudste gedeelte van de stad. We lopen eerst langs de Vlemickstraat, dat er uitziet als een smalle, maar aardige winkelstraat.
Aan de andere kant komen we de omgangsstraat van de OLV-kathedraal tegen, de Lijnwaadmarkt, een naam die ze over heeft gehouden aan de wekelijkse linnenmarkt 63. We passeren links en rechts diverse interessant uitziende straten en steegjes en komen aan op het kruispunt Korte Koepoortstraat - waar we inmiddels op lopen - met de Oude Beurs/Wolstraat. Op deze hoek vinden we In 't Profijtelijk Boeksken (Antwerpen). Daar kunnen we natuurlijk niet aan voorbij lopen. En dus doen we even een snelle rondgaan. Wegens een goede indeling kunnen we al snel de gewenste planken bekijken en beperken we ons tot een licht, doch zeer bruikbaar boekje. 'Vreemde' ogen zien immers meer.
We lopen de Lange Koepoortstraat verder, het wegdek wordt steeds rommeliger, dat waarschijnlijk wordt veroorzaakt door de veelheid aan bouwstijlen die hier staan. Immers, bij elke nieuwbouw en renovatie gaat het wegdek lokaal even open. Na de Zirkstraat komen we langs een klein rijtje zichtbaar oude panden. Ervoor - nr. 33 - dat de naam Het Woudt draagt, heeft een gave renaissancepoort.

Lange Koepoortstraat, Antwerpen.
Hiernaast staat het smalste pand uit dit rijtje (nr. 31), gevolgd door Swert Lam (nr. 29) dat hier staat sinds 1671, aldus de muurankers, die we helemaal bovenin kunnen lezen. Het volgende pand (nr. 27) is uit 1614 volgens de muurankers en heeft de naam Wapen van Oostenrijk. Onze Gids meldt ons echter een veel ouder bouwjaar, namelijk 1534. De beide panden daarnaast Scilt van Oostenrijk en Jonghen Moriaen zijn ook uit 1534. In het totale beeld van de Lange Koepoortstraat zien we dan ook een eeuwigdurende herschikking van de levensaders van Antwerpen, tussen de havens en vlieten van het Schipperskwartier en de markstraten waar we net vandaan komen. Hier vinden we de magazijnen, bazaars en handelshuizen met vele eeuwen aanpassingen aan de op dat moment geldende mode en pandinrichtingen 64.
Bijna aan het einde (eigenlijk het begin) van de straat, op nr.7, zien we iets opmerkelijks voor de pui hangen. De eerste hijsbalk met touw en blok. Het lijkt erop, dat de hijsbalk uitschuifbaar is. En naar het schijnt, hangt dit er al 'even' 65.
De Lange Koepoortstraat vindt zijn verlening in de Klapdorp en Paardenmarkt. Wij volgen de route naar de Schelde, over de Sint-Paulusstraat. Al vlot bereiken we de toegangspoort naar de Sint Paulusparochie.

Sint Pauluskerk, Antwerpen.
bron: informatiebord Sint-Pauluskerk.

Koolvliet, Antwerpen met op de achtergrond de Sint Pauluskerk. De schepen liggen droog.
bron: nationaal archief
Deze van oorsprong dominicaner kloosterkerk wordt nu omringd door de Sint-Paulusstraat, Noesestraat, Zwartzustersstraat (voorheen Predikherenstraat) en Lange Koedorpstraat en is rond 1517 gebouwd. Daarvoor stond hier een ander gebouw dat in 1276 gewijd was 66.
We gaan even een kijkje nemen. De grootste verrassing bestaat uit het feit, dat een kwart uit een opgeruimde ruïne bestaat.
Aangezien alles al gesloten is, lopen ook wij maar weer verder naar de beide vlieten die ooit tot het kloosterterrein liepen, de Sint Pietersvliet en de Holenvliet of Kolenvliet (de huidige Koolkaai) ook wel beiden Haringvliet genoemd.
Café ?, Sint-Pietersvliet 10, Antwerpen (ontwerp Fr. Tys-Van Linden, 1897 - gesloopt ruim voor 2007, gezien het groen).
bron: Inventaris Onroerend Erfgoed - Café in neoclassicistische stijl: URI ID: 4592
(Vlaamse Gemeenschap, 01-01-1975)


Gesloopt, Sint-Pietersvliet, Antwerpen.


Nieuwbouw Sint-Pietersvliet 10, Antwerpen. (2013)

Wij gaan de Sint Pietersvliet eens kijken wat ervan geworden is. We waren hier namelijk enkele jaren geleden ook al eens om in de voetsporen van het verleden te treden. Toen zagen we een gat in de bebouwing. Nu zien dat dit weer is opgevuld.
De generatie voor ons, schipperszoon Leendert en -dochter Ria - die elkaar hier ook ontmoeten - brachten hier en elders in de stad vele uren door. En ook toen werden er foto's gemaakt.
Zo is er een foto waar de schippersdochter Ria met vriendin naast de Oude Tolhuis staan. Deze werd tussen 1894 en 1899 gebouwd en in 1979 weer afgebroken 67. Ze staan op de Sint Paulusplaats, met het café om de hoek (niet zichtbaar).

Jaren 50, twintigste eeuw

Maria van Galen en Ria Dodde, Oude Tolhuis, Sint Paulusplaats, Antwerpen.



Ria Dodde, Leendert van Baalen en zusje Jopie Dodde in het café van eigenaresse 'tante' Pil.

We lopen via de Koolkaai naar de Schelde en lopen een paar honderd meter langs de blauwe steen. Onderweg komen we langs Plateau Royal, waar we even kijken of er iets te eten bijzit, waar we nu zin in hebben. Het uitzicht vanaf het terras is in ieder geval fantastisch. Helaas past het menu niet bij ons gebruikelijke dieet en lopen we weer verder langs het water en komen bij het Steen. Dit is een toegangspoort en een klein restant van de Burcht dat hier ooit stond. Het resultaat van twee rectificaties van de Scheldeoever. De eerste rond 1810 en de tweede tussen 1879-1884. Met twee rechte lijnen op de kaart werd alles letterlijk van de kaart geveegd, wat niet binnen de lijnen paste. De scheiding Brabant en Vlaanderen was met de Schelde nog steeds een hard gegeven, waarin de beschermende factor van het Heilige Duitse Keizerrijk tegen het Vlaams Hoofd nog doorsijpelt. Hoe triest te constateren dat alles van historische waarde moest wijken vanwege een echo uit het verleden en gedachte dat het rechttrekken van de kade voldoende zou zijn voor toekomstig economisch gewin. De Schelde werd hiermee gemiddeld verbreed van zo'n 270 naar zo'n 500 meter.
Wat er was en hoe de kaalslag in z'n werk ging, geeft een kort filmpje met historische beeldfragmenten weer.


Film en plattegrond van het verdwenen middeleeuws stadshart van Antwerpen.
bron: Antwerpen stad - Geschiedenis: Schelde rechttrekking / Lode Poupaert

Dat men voor het rechttrekken dwars door een van de oudste bewoonde stuifzandrug heen moest - zonder dit degelijk te onderzoeken, deerde niet. Want zeer waarschijnlijk is deze deels aangeworpen landtong, waar Andouerpis grotendeels vergraven is tot Schelde het begin geweest van Antwerpen. Hoewel al veel eerder deze vochtige Scheldedalen bewoond geweest zullen zijn, gaat men er tegenwoordig vanuit dat permenente bewoning er is sinds de Romeinen. We spreken dan ook van een Gallo-Romeinse bewoning in de tweede en derde eeuw nOJ. We kunnen dit plaatsen in de buurt van de Suikerrui, ten westen van de OLV-kathedraal, dus de zandrug - de Visberg - onder die van de Burcht.

Een plattegrond van Antwerpen met daarover de schetskaart van de topografie van het gebied op de rechter Scheldeoever tussen het Schijn en het Kiel, met aanduiding van de hoogtelijnen (volgens de oudste militaire stafkaarten en volgens Prims 1933) en de voornaamste toponiemen langs de oever met topografische betekenis. Tekening W. De Schamphelaere, kaart Google Maps.
De kaartoriëntatie van De Schamphelaere is licht gedraaid en geplaatst met orientatie Het Steen en Sint-Jansvliet.
bron: Google Maps en De stad Antwerpen van de romeinse tijd tot de 17de eeuw : Topografische studie rond het plan van Virgilius Bononiensis 1565 / L. Voet, G. Asaert, H. Soly, A. Verhulst, F. de Nave, J. van Roey. - Historische uitgaven pro civitate, reeks in-4º, nr. 7. - Gemeentekrediet van België, 1978. - p. 19
Het ligt echter voor de hand dat de zogenaamde Duinkerke-II-transgressie, dat naast de Vlaamse kust ook Schelde opwaarts van het jaar 300 het een en ander heeft blank gezet. Deze overstromingen duurden lang voort, zodat in de periode van de 4e en 5e eeuw het gebied nauwelijks bewoond was, wat niet wil zeggen dat er niet gevaren werd.
De kanunnik Floris Prims (1882-1954 en Antwerps stadarchivaris buiten kader) dacht dat de Fries-Zeeuws bewoonde werp ouder was, maar wordt door archeologisch onderzoek van 1952-1960 ingehaald. De werp, Caloes - de vierde en grootste Antwerpse landtong langs de Schelde, draagt de huidige wijknamen Kiel en Beerschot en werden in de 'eerste' bewoningperiode als Kyle en Bernescot geschreven. We kunnen Kiel ook als Caloes of Chanelaus lezen, een plek die rond de zevende eeuw bewoond zou worden. In 836 komen de Noormannen langs met het gebruikelijke gevolg. Alhoewel gebruikelijk... sommigen vermoeden dat ze een tijdlang zijn gebleven en deze plek als uitvalbasis en/of handelsplaats gebruikt hebben 68.

Tussen het jaar 836 en 1055 - het jaar dat de Burcht, met daarin de hertog Frederik van Luxemburg, een belegering van de Vlamingen doorstaat - zal de 12 meter hoge muren, volgens onze Gids, van de Burcht zijn gebouwd. In de resten van het Steen zien we nog een deel van deze muur terug in de zuider- en westerbenedengevel. Het Steen, dat geldt als het oudste gebouw van Antwerpen, werd tussen 1200 en 1225 gebouwd, samen met de rest van de Burcht - dus ook de stenen muren. Onze Gids zit hier dus naast. De stenen muren zijn de vervanging van de opgeworpen zandwal. Ook werd er tussen 1394-95 werd er nog aan de ringmuur gebouwd. De 'mislukte' belegering van de Burcht door de Vlamingen kunnen we dus niet als een overwinning van de muur zien op de Vlamingen. De strijd ging - in deze tijd van opkomende graven - tussen de Duitse keizer Hendrik III (28 oktober 1017 - 5 oktober 1056) en vader en zoon Boudewijn V (± 1013 - 1 september 1067) en VI (± 1030 - 17 juli 1070) en Godfried met de Baard (± 1010 - 24 december 1069). De Duitse keizer zag het niet zitten dat Godfried, die markgraaf van Antwerpen was, te veel macht kreeg en werd na een strijd vastgezet. Boudewijn V was al gekeerd tegen de keizer maar zat klem. Zoon Boudewijn VI werd in 1045 door de keizer benoemd tot markgraaf van Antwerpen. Dit werd hem echter weer in 1050 ontnomen omdat vader zich nog steeds tegen de keizer keerde. Genoeg ingrediënten voor alle drie om Antwerpen met belegering terug te winnen. Een jaar na de dood van Boudewijn VI zou zijn broer Robrecht de Fries de graafschappen gaan overnemen 69.


Ruïnes van de oude burcht van Antwerpen.
bron: Essai historique et topographique : Sur l'origine de la Ville d'Anvers et de ses premiers Habitans / E.J.C. Marshall. - Anvers : J. Jouan, 1829, afb en p. 32
Over het bas-reliëf Semini - dat boven de poort van het Steen is ingemetseld - doen veel verhalen de ronde. Echter niemand weet wat het moet voorstellen en waartoe het zou dienen. Het informatiebord verteld ons dat dit beeldje uit de tweede eeuw nOJ is. Het volk denkt dat het de vruchtbaarheid stimuleert. Er zou namelijk nog een penis aangezeten hebben, die bij de inname van Antwerpen in 1587 er af is gehakt door de clerus. Antwerpenaren noemen zich nog steeds Semini's Kinderen.

Een plattegrond van het oude Antwerpen.
bron: Geschiedenis van Antwerpen sedert de stichting der stad tot onze tyden / F.H. Mertens en K.L. Torfs (bewerking). - 8 delen. - Antwerpen : Van Dieren/Rederykkamer de Olyftak, 1845-1853. - I, 1843. - p. 96
In onze Gids - die het beeldje Papa Semini, vader aller Sinjoren noemt - citeert [niet exact] een oud kroniek over het voorval in 1587: "Op dese poort stont eene figuer in fatsoen van een helsch duyvelken met een vreempt fatsoen 'de genitori', welck duyvelken of afgoyken, scriptor in syne volle posture nog heeft sien staen, d'welk, want het was te scandaleus om sien, hebben de paters societatis Jesu anno 1587 onbegrepen doen affcappen."
Zo kan het beeldje dus komen uit de Salische Franken-cultuur of kan het bij de Romeinen vandaan komen. Maar even goed heeft het een Deense oorsprong 70.

Voor het Steen staat de Lange Wapper uit 1962 van Albert Poels (1903-1984). De Wapper is - zoals we intussen weten - de wip of boom die gevulde watervaten vanuit de zoetwatervaart optilde om bijvoorbeeld vers water naar de brouwerijen te doen komen. Poels dienen we ook te kennen van een fraai beeld van Reynaert de Vos in pelgrimspij, dat hij in 1958 maakte [en te zien in de Romain De Vidtspark in Sint-Niklaas]. Albert Poels (Berchem, 7 april 1903 – Borgerhout, 23 augustus 1984) was naast beeldhouwer ook medailleur en juwelenontwerper. Hij maakte naast portretten van kunstenaars ook vele heiligenbeelden, grafstenen en monumenten. Dus hier in Antwerpen kunnen zo maar een Mariabeeld van zijn had tegenkomen, zonder er erg in te hebben. De woon- en werkplek aan de Arthur Matthyslaan en in de Karel Coggestraat van Poels zijn vastgesteld en/of beschermd 71.

We lopen verder over het Steenplein met op de muur een deel van de al eerder gememoreerde 3,2 kilometer lange poëtische woordenstroom. We steken de Ernest van Dijckkaai over en lopen de Suikerrui in en komen oog in oog te staan met de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Ja, die is wel hoog.
We werken een snelle blik in de Kaasstraat, dat kennelijk net gerestaureerd of hersteld is. We zien de Kaasstraat ook stijgen en dat komt ook overeen met de 'mixkaart' die we gemaakt hebben. Het stijgt dan ook van de 6 meter van de rui naar de 9 van de Visberg - voor zover dit nog overeenkomt met de huidige werkelijkheid.

Arbeid, vrijheid / De Buildrager | 1885 | Constantin Meunier, Suikerrui/Grote Markt Antwerpen
Aan het einde van de Suikerrui - dat voorheen ook Boterrui en Zoutrui heette en hier nog steeds onder loopt en de tweede uitbreiding markeert - vinden we het beeld De Buildrager van Constantin Meunier uit 1893. Constantin Émile Meunier (Etterbeek, 12 april 1831 – Elsene, 4 april 1905) was eerst als hulpje in dienst bij de beeldhouwer Fraikin. Daarna kreeg was hij bijna acht jaar bij de schilder Navez. Meunier werd dan ook schilder en tekenaar.

Buildrager | 1898 | Constantin Meunier, MAS Antwerpen

still Cinematek-film, MAS Antwerpen
In 1884 begon hij opeens weer aan het beeldhouwen met onder andere De Buildrager als resultaat. Onze Gids verteld ons dat deze havensjouwer het heldhaftig verzet tegen de V-wapenaanvallen van 1944-45, de bibbergeld-episode herdenkt. Vandaar ook de woorden 'Arbeid' en 'Vrijheid' op de sokkel van het beeld. De Buildrager, ook wel Havenwerker genoemd is samen met Jef Lambeaux' Brabo-fontein (hier om de hoek) het mooiste en opmerkelijkst kunstwerk van Antwerpen.
We zullen morgen in het MAS De Buildrager nogmaals tegenkomen, waarbij uitgelegd wordt dat deze havenarbeiders het zakgoed droegen en ter bescherming de kap droegen. Op een kortdurend Cinematek filmpje zien we ze bewegend sjouwen met de zakken.
We hebben inmiddels twee jaartallen genoemd van De Buildrager genoemd. 1885 (Wikipedia) en 1898 (MAS-museum), maar een ander Wikipedia-pagina noemt 1893 (weliswaar in kolom geplaatst) evenals de Koninklijk Musea voor Schone Kunsten van België 1893 aanhoudt. Lukas noteert echter weer 1898, met daarbij de vermelding dat de grote buildrager deel zou uitmaken van het Monument aan de arbeid, waar het op een van de vier hoeken zou komen te staan.
Het beeld op de Suikerrui is in ieder geval ingehuldigd op 4 september 1950 ter herinnering aan de havenarbeiders die tijdens WOII bleven doorwerken 72.

Het oude stadshuis van Antwerpen, als hetzelve gestaen heeft tot 1564.
bron: Geschiedenis van Antwerpen : sedert de stichting der stad tot onze tyden / Frans Hendrik Mertens, Karel Lodewijk Torfs. - Antwerpen, Rederykkamer de Olyftak, 1845. - Tweede tijdvak, Oude Stadshuis tot 1564
Zoals gezegd komen we om de hoek op de Grote Markt dat tot 1220 (en nog zonder het stadshuis) forum werd genoemd en daarna markt. Nu staat voor het stadhuis het beeld van Brabo. Er stond echter tot 1587 ook een Brabo in de speciaal voor dit beeld vrijgehouden nis in het stadhuis. Maar de jezuïeten vonden het nodig na de Spaanse verovering van Antwerpen in 1585 een beeldenstorm te houden. En dus moest Brabo wijken voor het Lieve-Vrouwebeeld dat Philips de Vos voor 655 gulden maakte. Het is - zoals we nog steeds kunnen zien - te groot uitgevallen voor de nis.
Tegenwoordig maken de gilde en ambachtshuizen indruk door hun opsmuk. De grootste - op nummer 7 - Het Pand van Spanje of, zoals we aan het beeld kunnen vaststellen, Sint-Joris. De Sint-Jorisgilde was een burgerwacht dat 'politiebevoegdheden' had, het was de voorloper van de Gard-Civil, dat we in Spanje nog steeds zo noemen Guardia Civil.
Opvallend aan deze Joris is het ontbreken van de speer.
Op nummer 30 vinden we nog een fraai schip 73.
We laten het er voor nu hier maar even bij, want onze magen beginnen aandacht te vragen. We lopen dus maar even snel door en lopen door de Maalderijstraat, langs de O.L.V.-kathedraal zonder het te zien, door de Tempelstraat. De terrassen zitten bomvol, dus hier eten lukt de komende uren niet.

restaurant Pelgrom, Pelgrimstraat 15, Antwerpen
In een helder moment wordt de Pelgrimstraat herkend. Hier zit het restaurant Pelgrom, waar binnen waarschijnlijk nog wel plek zal zijn, gezien de gewelven uit vijftiende eeuw, waar bij elkaar wel zo'n 300 personen kunnen eten. Maar we hebben mazzel. De ruimte bij binnenkomst is nog leeg, terwijl de gewelven al best vol zitten. Dus wij nestelen ons snel op een prachtige plek. Het wandtapijt brengt de sfeer er meteen goed in. Wanneer men in een zestiende-eeuwse belevingsdiner behoefte heeft, dat al begint op de Grote Markt en je zal voeren door het oudste authentieke woongebied dat Antwerpen te bieden heeft, dan biedt 16de Eeuwse Maeltydt uitkomst.
Wij creëren onze eigen - beperkte en kortstondige - eet- en drinkgelag dat ons prima smaakt. Tussen de bedrijven door - al is gangen misschien een betere woordkeus - worden de nieuwgierigheden met onze gastheer uitgewisseld in gesprekken met een vervolg. Bij het dessert Rijstpap met Bruine Suiker ontstaat al gauw de discussie of deze niet warm opgediend moet worden. En zo komen de streekverschillen en -gebruiken naar boven.
En omdat we zo geïnteresseerd zijn, moeten we morgen zeker terugkomen, want dan is hun - en tevens kleinste - privémuseum Poorterswoning Sint-Matheus geopend, waar het verhaal van 500 jaar geleden verteld wordt. Dat is niet tegen dovemansoren gezegd en zullen morgen de klok goed in de gaten houden.
Voor nu genieten we nog even na met onze cappuccino's.

Volledig verzadigd van het eten en van de dag lopen we via de Oude Koornmarkt via het Papenstraatje naar de nog steeds overvolle Groenplaats. Boven de kramen torent echter het beeld van de nationale trots Rubens. Het beeld is gemaakt door Guillaume ‘Willem’ Geefs (Borgerhout, 10 september 1805 - Schaarbeek, 19 januari 1883) dat - gezien de tegenslagen - er niet had moeten komen. De fondswerving was niet dusdanig dat het bronzen beeld gemaakt kon worden op het moment dat de bedoeling was, namelijk 15 augustus 1840. De beeldhouwer Geefs kreeg niet zijn gewilde sokkel met daarop de disciplines van Rubens. Daarnaast viel het eerste (tijdelijke) gipsen exemplaar vlak voor het plaatsen van de kar, zodat een tweede afgietsel ingezet moest worden. Wanneer drie jaar later eindelijk het bronzen exemplaar geplaatst kan worden, valt ook deze van de kar en was herstel noodzakelijk. Wouters wijst ons er nog even fijntjes op dat een oplettende beeldkijker wel kan zien dat het om een schilder gaat, want er zou een palet aan zijn voeten liggen. Die is er inderdaad, maar niet van deze zijde te zien. Het ligt namelijk rechtopstaand achter zijn linkerbeen. Met StreetView kunnen het beeld alsnog van alle kant bekijken 75.
Wij zijn echter wel klaar met kijken voor vandaag en kruipen op de Groenplaats, zoals reeds gemeld een voormalig kerkhof, onder grond op zoek naar onze metrolijn, dat ons weer terugbrengt naar de Linkeroever en Zwijndrecht.
En nu lopen we wel meteen het Vlietbospad op, dat inderdaad maar een korte wandeling is naar ons Logies.
Na een korte samenvatting van onze belevenissen en die van hun uitgewisseld te hebben - we gingen allemaal naar de Zoo, maar zijn elkaar dus niet tegengekomen - gaan we naar onze kamer om nog een drankje te nemen en wat te lezen in de vangst van vandaag. Nadat alle muggen / neefjes waren verwijderd, konden we gaan slapen.

noten:
1. Dit was de Belle Epoque (1870-1914). - folder TOBTDA; Antwerpen : Biografie van een stad: I. Stadslandschap : Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte / Inge Bertels, Tim Bisschops, Bruno Blondé. - p. 39, IV. Anders gaan leven? : Spanningen en conflicten over stad en leefmilieu / Tim Soens, Peter Stabel, Bart Tritsmans. - p. 149-151, X. Antwerpenaren in beeld : de kantelende negentiende eeuw / Herman van Goethem. - p. 328-329;
2. Nieuwsblad Laatste beroepsvisser van Lillo overleden; Welkom te Lillo - Onze overledenen Deel: Nu tot 1961;
3. Antwerpen : Biografie van een stad: I. Stadslandschap : Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte / Inge Bertels, Tim Bisschops, Bruno Blondé. - p. 48;
4. Louis Delacenserie (1838-1909) : Meer dan neogotiek? / Arne Vandewalle. - Gent : Universiteit Gent, 2010. - p. 11;
5. Louis Delacenserie (1838-1909) : Meer dan neogotiek? / Arne Vandewalle. - Gent : Universiteit Gent, 2010. - p. 68-70;
6. Wikipedia Jan I van Brabant;
7. Antwerpen : Biografie van een stad: I. Stadslandschap : Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte / Inge Bertels, Tim Bisschops, Bruno Blondé. - p. 18-27;
8. De Graven van Vlaanderen : 861-1384 / Edward De Maesschalck. - p. 16, 229-230, 236;
9. Antwerpen : Biografie van een stad: I. Stadslandschap : Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte / Inge Bertels, Tim Bisschops, Bruno Blondé. - p. 48;
10. Wikipedia De Violieren;
11. Wikipedia Antwerpse Sint-Lucasgilde; De Violieren: Geschiedenis Violieren door de eeuwen heen;
12. ECARTICO : Linking cultural industries in the early modern Low Countries, ca. 1475 - ca. 1725 David Teniers I, David Teniers I, David Teniers I; Wikipedia David Teniers I, Wikipedia David Teniers II, Wikipedia David Teniers III; De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van den vroegsten tot op onzen tijd / Christiaan Kramm. - p. 145-147
13. Antwerpen mijn geboortestad / Alfons Van Camp. - deel 43 E (08-08-2016) wetens -en bezienswaardigheden over -en in Antwerpen - standbeelden en beelden omgeving Meir;
14. Here Comes the Sun. Digital Springtime for a Collection in Hibernation / Hilke Arijs, Elodie De Zutter, Jeroen Reyniers (in: Depth of Field, volume 6, no 1, July 2015) URI, zie deze oude foto's voor een indruk van het plein;
15. De openbare heldenverering in Antwerpen : Het oprichten van standbeelden als uitdrukking van maatschappelijke tendensen en discussies (1830-1914) / Bert Evens: Van Van Schoonbeke tot Leopold I: Differentiatie van de verering 1861-1868 : De openbare heldenbeelden van de jaren 1860;
16. Inventaris Onroerend Erfgoed Leysstraat;
17. Genootschap voor Antwerpse Geschiedenis - gesticht in 1926 Jan van Rijswijck / Lode Hancké ;
18. Wikipedia Arthur Van Den Nest;
19. Wikipedia Frans Van Kuyck;
20. Het vleeshuis : Slagerspaleis van Antwerpen / Jan Lampo. - Leuven : Davidsfonds, 2004. - ISBN 90-5826-275-6. - p. 99-101;
21. Schoonselhof Arthur Goemaere; Dietsche Warande en Belfort. 2de halfjaar, nr 7 1902, p. 374
22. Wikipedia Antoon van Dyck;
23. Standbeelden.be Antoon Van Dyck;
24. Verzameld werk. Deel 4: proza / Paul van Ostaijen. - Amsterdam : Bert Bakker, 1979. - p. 512-513 Emiel L.M. Jespers;
25. Antwerpen : Biografie van een stad: I. Stadslandschap : Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte / Inge Bertels, Tim Bisschops, Bruno Blondé. - p. 56;
26. Schrijven in commissie : De zusters uit het Brusselse klooster Jericho en de preken van hun biechtvader (ca. 1456-1510) / Patricia Stoop. - Hilversum : Verloren, 2013. - p. 9;
27. Inventaris Onroerend Erfgoed. - URI: ID: 112923, URI: ID: 5412; Standbeelden.be Jules Weyns;
28. Antwerpen : Biografie van een stad: I. Stadslandschap : Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte / Inge Bertels, Tim Bisschops, Bruno Blondé. - p. 24-25;
29. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 245-246;
30. lees eventueel het verhaal van de Fraterniteit van Antwerpen;
31. Inventaris Onroerend Erfgoed. - URI: ID: 6835, URI: ID: 300119 32. Wikipedia Walter Pompe;
33. Wikipedia Maarten van Rossum;
34. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 245-252;
35. Geschiedenis van Antwerpen : sedert de stichting der stad tot onze tyden / Frans Hendrik Mertens, Karel Lodewijk Torfs. - Antwerpen, Rederykkamer de Olyftak, 1845. - Eerste tijdvak p. 399, Derde tijdvak p. 378;
36. Inventaris Onroerend Erfgoed. - URI: ID: 112839;
37. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 413;
38. bekijk eventueel een uitgebreidde fotoreportage van John M. Pieper: Begijnhof Antwerpen;
39. Antwerpen : Biografie van een stad: V. Rubensmania : De complexe constructie van cultuur in heden en verleden / Brecht Deseure, Henk de Smaele, Guido Marnef, Bart Tritsmans. - p. 185-187;
40. Antwerpen | Stedeman Maria, de patroonheilige van Antwerpen;
41. The Beeldenstorm in 1566 / Hans Blomme (in: BMGN - Low Countries Historical Review | Volume 131-1 (2016) | p. 4));
42. De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van den vroegsten tot op onzen tijd / Christiaan Kramm. - Amsterdam : Gebroeders Diederichs, 1857-1864 [Baer, of Barre. (Johannes de la)];
43. Bossche Encyclopedie Jan de la Barlaan;
44. BALaT Belgian Art Links and Tools Van Arendonck, Jan;
45. BALaT Belgian Art Links and Tools van Simon, Joannes Henricus;
46. J.H. Simon. - Necroloog / Edouard Cregoir (in: Caecilia; algemeen muzikaal tijdschrift van Nederland, jrg 18, 1861, no 11, 01-06-1861. - p. 105-106;
47. De zwarte achtergrondschilderingen (schaduwschilderingen) rond beeldhouwwerk en meubilair van de 15de tot de 18de eeuw in de Nederlanden / Lode De Clercq (in: Kunsthistorisch seminarie van het KIK nr 6 : Muurschilderingen in België : Samenvattingen. - 2/12/2005). - p. 9;
48. BALaT Belgian Art Links and Tools Ontwerp voor het grafmonument van Francisco Marcos, Markies del Pico de Velasco;
49. Wikipedia Francisco Marcos de Velasco y Alvear;
50. Barok in de Zuidelijke Nederlanden Zelfportret;
51. Antwerpen, Kerken en Toerisme (TOPA) Een bezoek aan de Sint-Jacobskerk te Antwerpen / Rudi Mannaerts;
52. Wikipedia Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (Antwerpen), Lijst van hoogste kerktorens;
53. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 363;
54. Waterproef : Naar een klimaatbestendig Antwerpen / Luk Vanmaele, Tompy Hoedelmans p. 4-6, 11-12;
55. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 370;
56. Het stille pand / Toermalijn Oscar Jespers (1887-1970);
57. Knack Weekend | Lifestyle 30/06/16 In beeld: 11 kunstenaars losgelaten op Antwerpse gevels; Metropolis M | REVIEW 11.08.2016 11 kunstenaars tegen de muur / Tamara Beheydt; H Art 22 juni 2016 11 kunstenaars tegen de muur in Antwerpen;
58. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 370-371; Het vleeshuis : Slagerspaleis van Antwerpen / Jan Lampo. - Leuven : Davidsfonds, 2004. - ISBN 90-5826-275-6. - p. 29; Het stille pand / Toermalijn Gilbert van Schoonbeke (1519-1556) Gilbert zou verbitterd in Brussel zijn gaan wonen waar hij overleed. Anderen houden zijn sterfplaats op Antwerpen, Victor Driessens (1820-1885); De brouwerijenonderneming van Gilbert van Schoonbeke (1552-1562) / H. Soly. - p. 1166 (in: Revue belge de philologie et d'histoire, Année 1968, Volume 46, Numéro 4); - De Vlaamse Primitieven : Collectie Gilbert van Schoonbeke; Posts from the ‘Schoonbeke, Gilbert van’ Category / Jan Lampo;
59. Standbeelden.be De Hand;
60. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 340-341;
61. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 340, Antwerpen : Biografie van een stad: I. Stadslandschap : Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte / Inge Bertels, Tim Bisschops, Bruno Blondé. - p. 16;
62. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 339; Inventaris Onroerend Erfgoed - Wiegstraat: URI ID: 100922, 't Peerd in de Wieghe: URI ID: 4691);
63. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 25;
64. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 237;
65. GoogleMaps maakte hiervoor ook een afbeelding, de opnamedatum in oktober 2014. Onze afbeelding is van 22-7-2016;
66. Antwerpen Gids Zwartzusterstraat; Wikipedia Sint-Pauluskerk (Antwerpen);
67. Nationaal Museum van Douane en Accijnzen Het Oude Tolhuis;
68. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 37-43; De rechttrekking van de Scheldekaaien in Antwerpen / Lode Poupaert; De stad Antwerpen van de romeinse tijd tot de 17de eeuw : Topografische studie rond het plan van Virgilius Bononiensis 1565 / L. Voet, G. Asaert, H. Soly, A. Verhulst, F. de Nave, J. van Roey. - Historische uitgaven pro civitate, reeks in-4º, nr. 7. - Gemeentekrediet van België, 1978. - p. 13, 15, 19; Geschiedenis van Zeeland I, p. 64-65; Antwerpen : Biografie van een stad: I. Stadslandschap : Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte / Inge Bertels, Tim Bisschops, Bruno Blondé. - p. 12-14, 56-57; Wikipedia Kiel (Antwerpen); Geschiedenis van Antwerpen: Onstaan / Johan Andriessen; Het vleeshuis : Slagerspaleis van Antwerpen / Jan Lampo. - Leuven : Davidsfonds, 2004. - ISBN 90-5826-275-6. - p. 13;
69. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 40; Antwerpen : Biografie van een stad: I. Stadslandschap : Ontwikkelingen en verwikkelingen van een stedelijke ruimte / Inge Bertels, Tim Bisschops, Bruno Blondé. - p. 14; Inventaris Onroerend Erfgoed - Antwerpen - Historische binnenstad: URI ID: 120641; Antwerpen stad : Het Steen; Wikipedia Keizer Hendrik III, Boudewijn V van Vlaanderen, Boudewijn VI van Vlaanderen, Godfried II van Lotharingen; De Graven van Vlaanderen : 861-1384 / Edward De Maesschalck. - Leuven : Davidsfonds Uitgeverij, 2012. - ISBN 978-90-5826-901-0: Boudewijn V van Rijsel tegenover Duitsland, p. 72-76;
70. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 43; De naam 'Antwerpen' : met als inleiding een beknopt overzicht van onze plaatselijke voorgeschiedenis : Critische geschiedkundige studie / Theo. van den Bergh. - Antwerpen : H. Sele, 1918. - p. 51; Geschiedenis van Antwerpen sedert de stichting der stad tot onze tyden / F.H. Mertens en K.L. Torfs (bewerking). - 8 delen. - Antwerpen : Van Dieren/Rederykkamer de Olyftak, 1845-1853. - I, 1843. - p. 94 of p. 94;
71. Kunst in de Stad Reynaert De Vos (Albert Poels); Inventaris Onroerend Erfgoed - Kunstenaarswoning Albert Poels: URI ID: 11158, Woonhuis beeldhouwer Albert Poels: URI ID: 10975; Wikipedia Albert Poels;
72. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 34-35; Wikipedia Constantin Meunier, Lijst van beelden in Antwerpen; Antwerpen : Biografie van een stad: V. Rubensmania : De complexe constructie van cultuur in heden en verleden / Brecht Deseure, Henk de Smaele, Guido Marnef, Bart Tritsmans. - p. 191; Het levende Vlaanderen / Emmanuel de Bom. - Nederlandsche bibliotheek, 351. - Amsterdam : Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1917. - p. 233; Standbeelden.be Buildrager / Arbeid Vrijheid; Koninklijk Musea voor Schone Kunsten van België De buildrager; Lukas Art in Flanders De buildrager;
73. De stad Antwerpen van de romeinse tijd tot de 17de eeuw : Topografische studie rond het plan van Virgilius Bononiensis 1565 / L. Voet, G. Asaert, H. Soly, A. Verhulst, F. de Nave, J. van Roey. - Historische uitgaven pro civitate, reeks in-4º, nr. 7. - Gemeentekrediet van België, 1978. - p. 44, 47; Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 14-21, de hier (p.20) genoemde Gard-Civik zal wel een typefoutje zijn;
74. Antwerpenaars : volledige onbelangrijke weetjes over t stad van vroeger / Dick Wursten: Jef Lambeaux en Joseph Hertogs;
75. Historiek Antwerpen, de Groenplaats en het standbeeld van Rubens / Rik Wouters; Wikipedia Willem Geefs;

internetraadpleging: 23-10 - 16-11-2016




Polderstraat, Zwijndrecht.


toegangspoort Chinatown, Antwerpen.


Belle Epoque - Zoo, Antwerpen.


Vlindertuin - Zoo, Antwerpen.


kasteeltje - Zoo, Antwerpen.


tegels - Zoo, Antwerpen.


Giraffes - Zoo, Antwerpen.


Vosmangoest - Zoo, Antwerpen.


Oosterse Plataan - Zoo, Antwerpen.


Beverrat - Zoo, Antwerpen.


Zeehond - Zoo, Antwerpen.


Zoo, Antwerpen.


haven Lillo - Zoo, Antwerpen.


Groene Leguaan - Zoo, Antwerpen.


Zoo, Antwerpen.


Sneeuwuil - Zoo, Antwerpen.


station Antwerpen-Centraal, Antwerpen.


station Antwerpen-Centraal, Antwerpen.


vergulde rozetten, station Antwerpen-Centraal, Antwerpen.


Hulstkamp, Antwerpen.


standbeeld David Terniers | Joseph-Jacques Ducaju | 1867, Antwerpen.


Teniersplaats, Antwerpen.


schepenhoofden, Leysstraat, Antwerpen.


standbeeld Antoon van Dyck | Léonard De Cuyper | 1856, Antwerpen.


standbeeld Electra | Emile Jespers | 1901, Antwerpen.


Cellebroedersstraat, Antwerpen.


Sint-Franciscus | Jules Weyns | Lange Sint-Annastraat, Antwerpen.


Ossenmarkt, Antwerpen.


poort Begijnhof, Antwerpen.


Begijnhof, Antwerpen.


'Sprekende God', Begijnhof, Antwerpen.


steegje, Begijnhof, Antwerpen.


Pieter van Hobokenstraat, Antwerpen.


hoek Korte Sint-Annastraat - Frans Halsplein, Antwerpen.


Sint Jacob, Sint-Jacobskerk, Antwerpen.


J.H. Simon | 1861 | Jan Van Arendonck, Sint-Jacobskerk, Antwerpen.


muurschildering
02-5-W | SP.6, Sint-Jacobskerk, Antwerpen.


muurschildering
vogel, Sint-Jacobskerk, Antwerpen.


grafmonument markies van Velasco, Sint-Jacobskerk, Antwerpen.


Zelfportret Rubens op Schilderezel, Sint-Jacobskerk, Antwerpen.


"Alziend Oog", Sint-Jacobskerk, Antwerpen.


Belfort bij de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, Antwerpen.


België aan de arbeid | 1937 | Oscar Jespers, Maria Pijpelincxstraat, Antwerpen.


mehr Licht | 2016 | Guy Rombouts, Theaterplein, Antwerpen.


Graanmarkt, Antwerpen.


De vertelboom | 2011 | Jelle Jespers (vormgeving), Wapper, Antwerpen.


De Hand | 1986 | Henri De Miller, Meir, Antwerpen.


Huidevettersstraat, Antwerpen.


Korte Gasthuisstraat, Antwerpen.


den Cleynen en den Grooten Biecorff, Eiermarkt, Antwerpen.


Melkmarkt, Antwerpen.


Lijnwaadmarkt, Antwerpen.


Moriaanstraat, Antwerpen.


Wolstraat, Antwerpen.


Lange Koepoortstraat, Antwerpen.


Kleine Goddaard, Antwerpen.


Sint Pauluskerk, Antwerpen.


Sint Pauluskerk, Antwerpen.


de rechtgetrokken kaai langs de Schelde, Antwerpen.


de rechtgetrokken kaai langs de Schelde, Antwerpen.


Het Steen, Antwerpen.


Semini, Het Steen, Antwerpen.


Lange Wapper | 1962 | Albert Poels, Antwerpen.


Toren Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, Antwerpen.


Kaasstraat, Antwerpen.


Brabo-nis, Stadhuis, Antwerpen.


Grote Markt, Antwerpen.


Stadhuis, Grote Markt, Antwerpen.


Grote Markt, Antwerpen.


Sint-Joris | Jef Lambeaux 74, Grote Markt, Antwerpen.


Pelgrom, Pelgrimstraat 15, Antwerpen


Petro Paulo Rubens / Peter Paul Rubens | 1840 | Guillaume ‘Willem’ Geefs, Groenplaats, Antwerpen


Metrolijn 3, Antwerpen vv Zwijndrecht


Vlietbospad, Zwijndrecht






Dag 19: Antwerpen vv

kaart 19

Na een lange nachtrust - we merken dat we gisteren veel hebben gezien en gelopen - staan we rustig op en met een jus d'orange. Na de gebruikelijk ochtendrituelen kunnen we al weer vroeg op weg. Onderweg naar de metro eten we alvast een stuk fruit. We hebben in ieder geval twee musea te bezoeken. En aangezien het privémuseum Poorterswoning alleen in de middag open is, gaan we eerst naar het MAS - Museum aan de Stroom.
Maar eerst weer het metroritje naar de halte waar we gisteren Antwerpen hebben verlaten, de Groenplaats.


      Antwerpen
Op ons gemak gaan we op zoek naar een geschikt ontbijtplek.
We verlaten de Groenplaats via de Jan Blomstraat. Een vreemde naam voor een straat in het midden van het oude centrum, waar de straatnamen veelal vanuit historisch oogpunt begrijpbaar zijn. Voorheen heette het dan ook Molengat, Appelmansstraat en sinds de 18e eeuw Rioolstraat. Het straatje wordt nu gedomineerd door de pizzahuizen van Da Giovanni. In 1968 wordt de straat omgedoopt in zoals we het nu kennen.
Maar wie was Jan Blom. Als architect wist hij, tijdens de tweede Franse bezetting die op 24-7-1794 begon, de Fransen middels bureaucratische vertragingstactieken te weerhouden om de kathedraal en toren af te breken, om het als bouwmateriaal te verkopen. De eerste bezetting duurde trouwens slechts een lange winter, van 18-11-1792 tot 28-3-1793. Blom kreeg met zijn afdeling in december 1798 de opdracht om het gebouw op te meten. Het was namelijk sinds 1797 gesloten en al van alle pronk ontdaan - in het kader van Gelijkheid, Vrijheid en Broederschap. Blom wist zijn nauwkeurige opmeting in 1816 te voltooien. Echter in 1799 werd zijn opdracht al aangepast - in herstelwerkzaamheden - door een nieuwe prefect Charles d'Herbouville (wat een grappige achternaam in dit kader), die gehoor gaf aan de voortdurende protesten. De vernoeming van dit stukje straat - met op foto de panden die gebouwd zijn tussen 1500-1525 - is daarmee ook vanzelfsprekend, aangezien het naast de kathedraal en toren ligt.
Meteen om de hoek - aan de zuidzijde van de toren - vinden we een monument dat de werkplaats van Appelmans moet voorstellen. Appelmans geeft de aanwijzingen, hij (Pieter) is immer de bouwer van de Noordertoren. Jef Lambeaux maakte dit constwerck, dat op 12 mei 1935 door koning Leopold III werd onthuld 1.
De Noordertoren van 123 meter en de kathedraal zijn deels het werk van Jan en zoon Pieter Appelmans, Herman de Waghemaekere de Oude en zijn zoon Domien. De laatsten hebben net buiten het oude centrum als zijstraat van de Italiëlei hun eigen De Waghenmakerestraat. Appelmans is ook verbannen buiten dezelfde ring met een zijstraat van De Keyserlei, schuin tegenover Hulstkamp.

Anvers: monument Appelmans par Jef Lambeaux.
Provided by Ghent University Library with Creative Commons Attribution-ShareAlike 4.0 International Public License
Deze Noordertoren was in 1518 of 1521 voltooid. Jan Appelmans (± 1352 – 1411), Pieter Appelmans (± 1373 – Antwerpen, 15 of 16-5-1434) en Herman de Waghemaekere de Oude (± 1430 - 1503) hebben dit echter nooit gezien. Dominicus de Waghemakere (± 1460 - 1542) had de eer om de Noordertoren te voltooien. Vele gebouwen uit deze periode zijn ook van hun hand, dus misschien komen we ze nog vaker tegen 2.
Jef Lambeaux (Antwerpen, 14-1-1852 - Brussel, 5-6-1908) gebruikte zijn vriend en kunstschilder Alfred Bastien als model voor het monument van Pieter Appelmans. Wanneer dit monument Appelmans werd gemaakt is onduidelijk. Overduidelijk is dat dit niet 1935 is geweest. Waarschijnlijk is toen de beeldenpresentatie, zoals we nu kunnen zien, onthuld. Op een Postkaart, dat promotie maakt voor een tentoonstelling in de "Stedelijke Feestzaal" - Meir tussen 12-26 november 1911 De Scalden, zien we het monument 'Appelmans' op een andere manier gepresenteerd, dan dat het nu staat.

Algemeen Handelsblad, 25-06-1904, p. 2
[layout artikel aangepast, WP]
Hieruit kunnen we concluderen en zien dat het er al ruim voor 1935 stond. Andrea Brewée weet dat het in 1906 gemaakt is. Ook Carine Cuypers beaamt dit. Zij vermeldt tevens omdat het een opdracht was van schepen Van den Nest, je kunt zien dat het werk minder interessant werd. Lambeaux was namelijk een vrije kunstenaar, dus maakte wat hij wilde en bood ze vervolgens aan. De inventarislijst 'Schone Kunsten' maakt er echter 1907 van, al kan dit natuurlijk ook het dossierjaar zijn. Het Leidsch Dagblad van 9-6-1908 meldt dat "eerlang zal zijn Appelsmans tegen den muur der hoofdkerk prijken", waaruit we moeten concluderen dat de plaatsing waarschijnlijk na zijn dood heeft plaatsgevonden. Het artikel in het Algemeen Handelsblad schept eigenlijk nog meer verwarring, al blijkt hieruit dat Lambeaux al in 1901 met ideeën rondliep hoe hij een beeld wilde maken van Appelmans. Of Lambeaux zijn ontwerp heeft aangepast naar aanleiding van gesprekken met Van den Nest, wordt niet duidelijk. Wel is duidelijk dat Appelmans anders is uitgebeeld dat zijn eerste gedachte 3.


links 2016, rechts 1980
Brabo | 1887 | Jef Lambeaux, Grote Markt, Antwerpen
We staan hier niet langer bij stil, want we zijn naarstig op zoek naar een lekker ontbijtje.
Na de Belforttoren/Noordertoren met de O.L.V.-kathedraal frontaal op de foto te hebben gezet, lopen we door naar de Grote Markt via de Handschoenmarkt en Oude Koornmarkt. Op de Grote Markt gaan we nog even de foto's maken van Brabo ter vergelijking met 35 jaar geleden.
Op de Suikerrui vinden we een mooi terrasje met uitzicht op de toren en markt bij koffiebar Vascobelo V-bar, dat hier sinds 13 februari 2015 gevestigd is. Hier genieten we van een bordje klassiek ontbijt met vanzelfsprekend cappuccino.
Tijdens het ontbijt gaan we ons even verdiepen in de belangrijkste vraag die Antwerpen en Brabo oproepen. Waar komen deze woorden vandaan?
Nadat de jezuïeten een Brabo uit de nis van het stadhuis hadden verwijderd, werd deze van Jef Lambeaux in augustus 1887 geplaatst. Hiervoor stond er op deze plek een door de Fransen in oktober 1794 geplaatste Vrijheidsboom. Die werd na hun vertrek alras omgekapt. Na de scheiding met de Noordelijke Nederlanden kwam er in 1832 opnieuw een te staan, die in 1834 werd vervangen. Deze hield het tot 1882 vol, het werd ziek, waarna het werd gekapt. Het hout zou daarna gebruikt zijn voor de burgemeestersbureau. Vijf jaar later werd de plek gevuld door het enorme beeldenpartij van Lambeaux, al was daarvoor toch enig protest. Zo vonden enkelen de lofuitingen - geplaatst bij de bespreking tijdens de bezichtiging op de tentoonstelling van Gent - niet geheel terecht. Zo zou het werk - als het echt kunst geweest zou zijn - uit een stuk gegoten zijn. Ook de benodigde uitleg wat het precies voorstelt komt niet ten gunste van de kunstuiting. Het naakt, de vreemde vormen, dat gecreëerd is door opstapeling van vleeswaar, het is niet een meesterstuk. En dat zou dan op de Grote Markt geplaatst moeten, waar het in het niets zal verdwijnen, door alle imposante gebouwen eromheen. Nee, men (de beeldhouwer) moet het beeld aanpassen aan de plaats waar het komt te staan.
Anderen vonden het echter - zonder te aarzelen - "een meesterstuk van recht oorspronkelijke, groote kunst", dat "de aloude legende van Brabo, den reus Antigoon ombrengende" voorstelt, om "van de zoo karakteristieke en ruime Groote Markt het schoonste sieraad uit te maken."
Het beeld kwam er zoals we nog steeds kunnen zien, particulier mede bekostigd door een erfgift van 100.000 frank van de Baron Auguste Nottebohm (Antwerpen, 7-9-1818 - Antwerpen, 8-7-1883) na zijn dood. De helft is voor de fontein gebruikt. De resterende 20.000 frank - het beeld zou maximaal 70.000 frank mogen kosten - wordt betaald door de Antwerpsche Drinkwaterleiding.
Maar wat zien we nu eigenlijk en wat stelt het voor? De gebruikelijke sokkel is hier vervangen door willekeurige blokken basalt. Het bronzen beeld begint met een draakachtige hagedis of vleugelloze griffioen. Vervolgens zien we tussen diverse visachtigen een zeeleeuw, waarnaast de door Brabo overwonnen reus Antigoon onthoofd ligt. Voor het ontzielde lichaam is een schildpad moeizaam bezig.

Brabo | 1887 | Jef Lambeaux, Grote Markt, Antwerpen
Hierboven houden drie Hydriaden een drieboegig schip in de hoogte met daarop de Antwerpse burcht. Op de tweede en vierde uitsnede zien we alle drie de boegen. Deze hebben een boegbeeld dat lijkt op een blije varkenskop. Aan een kant bungelt het hoofd van de reus. Bovenop de burcht staat Brabo in de werphouding - draaiend als een discuswerper - terwijl hij aan een vinger de hand van de reus in zijn eigen hand vasthoudt, klaar om bijna los te laten.
Door de dood van Druon Antigoon, was het afgelopen met de tolheffing. De reus liet namelijk alle schippers tol betalen. Wanneer de schippers weigerden, werd hun hand afgehakt door Antigoon en in de rivier gegooid. De legende verteld dat de romeinse soldaat Silvius Brabo de reus overwonnen zou hebben en daarom ook zijn hand afhakte en in de Schelde wierp. Dit 'hand werpen' zou dat de naam Antwerpen verklaren.
Ze hadden kennelijk ook in die tijd al last van h-deletie in deze omgeving .
Willem van Berchem (Nijmegen, 1415/1420 - >1481, 1493? of 1466) had deze naamverklaring opgenomen in zijn werk Compendium Chronicarum Gelriae e diversis, ut praesatur, chronicis in longum protractis, waarin ook de gebeurtenissen in Vlaanderen en Holland worden beschreven.
Ook de Brabantse territoriumverzamelaars hadden een ontstaansmythe en hoge afkomst nodig. En zo ontstond het verhaal dat ze afstamden van de Merovinger stamvader, die weer een nazaat was van de Trojaanse koning Priamos en Julius Caesar.

Parzival / Wolfram von Eschenbach. - 577 scan-p.
handschrift met vele afbeeldingen, 120Mb
Elsa van Brabant (dochter van de pas overleden hertog) woont in de burcht van Antwerpen en dreigt ongewild met ridder Telramund (die hertog van Brabant wil worden) te moeten huwen. Middels een toernooi wordt ze gered door ridder Helias, die was komen aanvaren in bootje dat werd voortgetrokken door een zwaan (zijn betoverde broer). Ze huwden en kregen dochter Ida, die de moeder wordt van Godfried van Bouillon (Boulogne-sur-Mer of Baisy-Thy, 18 september 1060 - Jeruzalem, 18 juli 1100). Dit verhaal en varianten hierop inspireert nog steeds. Wolfram von Eschenbach (vermoedelijk Eschenbach, ca. 1170 - ?, 1220) schreef hierover zijn graalroman Parzival. Andere en recentere graalverhalen vinden we in Het heilige bloed en de heilige graal van Henri Lincoln en De Da Vinci Code van Dan Brown.
Het verhaal van de zwaan, Ida en Helias wordt ook door Hennen van Merchtem in 1414 verhaald maar dan met Breboen en Druoen. Ridder Breboen zit in het gevolg van Octaviaan, de zoon van de keizer van Griekenland die zijn zus Swane in de Nederlanden gaat zoeken. Zij is namelijk geschaakt door Karel van Nijmegen. Breboen vindt Swane in Nijmegen en ontvangt een kistje dat hij aan haar broer moet geven. Op de terugweg verdwaalt onze kloeke ridder Breboen en ontmoet de reus en tolheffer Druoen. Die eist als tol zijn paard, wapens en een hand. Breboen gaat het gevecht aan en hakt het hoofd van de reus af. Uiteraard wint hij daarmee de hand van Swane, waarmee hij huwt. Breboen schenkt zijn naam aan Brabant 4.
Met al deze fantasieverhalen hebben we nog steeds geen antwoord op de gestelde vraag. Terwijl we het gisteren nog over een deels aangeworpen landtong Andouerpis, de plaats waar men het eerst woonde. In het Germaans heten deze aangeworpen gronden anda verpa. De Werf, dat ooit voor de burcht in de Schelde lag en nu vergraven is, is hetzelfde als de Friese terp 5. "Het handeldrijvende, expansieve, maar weinig krijgshaftige Antwerpen had nooit veel belangstelling voor militaire zaken" 6, lijkt daarmee in de geest eerder op een Friese handelsplaats dan op een Brabantse. Echter dit is nergens meer in terug te zien, behalve aan de steeds verder uitdijende haven. Men hanteert liever een sprookje als beeldmerk, is dan ook de conclusie. Misschien verkoopt het beter. Al zijn de handen in het stadwapen geen verwijzing naar het afgehakte hand van de reus en daarmee het 'handwerpen'. Deze symboliseren de rechten van de heerser op de Schelde en de voorrechten als stapelplaats en tolvrij varen van de stad en zijn handelaren 5.

We nemen de laatste slok van de cappuccino en rekenen af, zodat we de dag kunnen laten beginnen en wij aan de wandel kunnen op weg naar het MAS.

We lopen verder richting de Schelde over de Suikerrui. Om niet dezelfde weg als gisteren te lopen, nemen we nu de licht hellende Kaasstraat. Ook deze straat heeft andere namen gekend. In de dertiende eeuw had het de aanduiding Pottersstraat, mogelijk vanwege de pottenbakkers die hier gevestigd waren? In de veertiende eeuw werd het Lijnmakersstraat, dat zou kunnen duiden op touwdraaiers 7. Wanneer we even achteromkijken de Grote Pieter Potstraat in en we kijken even op de mix-kaart van Antwerpen dan zien de bedding van deze rui liggen.
Wat wordt 'er menig, door dit ambacht hoog gezet;
Die 't werktuig heeft en laat gelegenheit ontslippen,
Is't hennipzeel om zy hals, zo nut als't zachte bedt,
Doch een wiel gaat heel los, wacht u voor 't over wippen;
Hy heeft den besten staat, die zeggen kan, goedtsmoedts,
'k Ry met geen kruitnig ook, ry ik al met geen koets.
Tussen beide straten lag dan vroeger ook eens de Kordewagenkruiers-, Kordewagen-, Kruiers- of Potterbrug over de Boterrui (zoals dit stukje van de Suikerrui dan ook tot 1901 heette). Hier liepen de mannen achter hun kruiwagen met hun vrachtje. In de vierde druk van het door Richard Verstegen verbeterde versie van het tractaatje Honderdt geestige caracteren, ofte uitbeeldingen van honderdt verscheidene personen uit 1735 (eerste druk Antwerpen 1619) staan een omschrijving van deze Kordewagenkruier. Honderd jaar later zong de kruijer onder ander het volgende lied:
Ik ben een Kruijer naar den trant,
En ook daarbij nog vrij,
Van hoofd tot toon vol liefdebrand,
Kom, Meisjes! kom bij mij;
Want ik heb 't liefste zulk een vracht,
Zoo wel bij dag als bij de nacht,
'k Krui hard, zacht, netjes bij mijn hiel,
En 't loon is zeer civiel,

Die mij het beste dan bevalt,
Krijgt zitting in 't Pothuis,
En zoo zij met geen heertjes malt,
Maak ik van haar mijn kruis.
Want meisjes nukken, vrouwen kwaal,
Dat heeft dat goedje altemaal,
'k Leef met haar vrolijk en te vreè,
't Hennipzeel maakt 't al gedwee.

bron: De zingende kruijer. - Amsterdam : F.G.L. Holst, [z.j.]


bron: De bron: onmisbaar handboek voor alle standen / C. Soetens. - Derde deel. - Amsterdam, Gebroeders Diederichs
Wetenschappelijk Maandschrift, mei 1837 - Plaat 10

Het Hennipzeel kon op de daarvoor bestemde plaats (b) bevestigd worden.

We grijpen nog even terug op de foto van de Suikerrui van gisteren. Hierop zien we 1 van 6 beelden die aan de gevel van het Hansahuis dat in 1903 tussen de kaai en Kaasstraat aan de Suikerrui gebouwd is voor de Duitse koopman-bankier Malinckrodt. De personen stellen de rivieren voor. De baardige mannen boven de hoofdingang zijn de Schelde en de Rijn. De twee stevige meiden aan weerszijden staan voor de Elbe en de Weser. Uit het literatuuronderzoek weten we dat het Fries achterland bestaat uit Schelde, Maas, Rijn, Eems, Wezer en Elbe. Het zou grappig zijn wanneer de jongeman en jongedame op de hoek van de Kaai en Kaasstraat, die beiden door een scheepsboeg ondersteund worden de Maas en Eems zouden symboliseren. Maar dit is niet zo, zij vormen het symbool voor de Scheepvaart (...) en de Handel (Mercurius). Aangezien de jongeman met de symbolen talaria (gevleugelde sandalen), petasus (gevleugelde helm) en caduceus (met slangen omkronkelde gevleugelde staf) omgeven is, moeten we - vanwege de staf - eigenlijk stellen dat het om de Griekse Hermes gaat. Blijft de vraag wie de Scheepvaart symboliseert. Aangezien de Romeinen veelal landgoden hadden, hoeven we ze daar niet te zoeken. In dit verhaal zijn we haar al regelmatig tegengekomen: Nehalennia!

George van Cauwenbergh | 2015 | Frans Heirbaut, Willem Ogierplaats, Antwerpen.
Ook deze beelden zijn gemaakt door Jef Lambeaux. Naar verluidt gebruikte hij zijn vrienden als model, 'Nehalennia' was op dit moment zijn favoriete 8.

We merken echt dat we stijgen, wanneer we de Kaasstraat inlopen. We komen na de bocht uit op een pleintje genaamd Willem Ogierplaats waar we een doorkijkbeeld vinden, waarop we de tekst kunnen lezen George van Cauwenbergh (1920-2007) gidste de wereld door Antwerpen.
Even overkomt ons een koude rilling.
Over deze plek schrijft hij: "[...] uitkijkpunt bij uitstek. De scheepvaart brengt ons bij de waterkant, bij de rede, waar zonnekloppers steevast de haven en de beweging van de stroom komen zoeken. Hier, waar de wieg van hun stad stond, moet uw gids een beroep doen op uw geduld en uwe verbeeldingsvermogen want nergens werd een oorspronkelijk landschap en stadsbeeld meer verminkt. De Schelde en het Steen zijn de voornaamste, maar enige getuigen waarover hij beschikt om een grote brok geschiedenis op te roepen." Wat hij met deze verminking bedoeld hoeven we hier niet meer te schrijven, dat hebben we gisteren al gedaan 9.

bron: GvA 20-12-2015 10:57: Legendarische stadsgids vereeuwigd met standbeeld / ILPR | Bron ATV
Het bas-reliëf is gemaakt door beeldhouwer Frans Heirbaut (Sinaai, 1948) en werd zaterdag 19 december 2015 in het bijzijn van zijn familie mede met een toespraak onthuld door schepen voor cultuur Philip Heylen met onder andere de woorden “Het is de eerste maal dat wij een standbeeld oprichten voor een stadsgids” 10.
We begeven ons met het betreden van de Willem Ogierplaats ook opeens in een nieuwbouwwijk. Weliswaar zijn de straatnamen teruggekomen en straatvormen gereconstrueerd, van het middeleeuwse is niets meer terug te vinden. De woningen worden onbewoonbaar bevonden en worden afgebroken zonder te kijken naar de (kunst)historische waarde. Een pand wordt het middelpunt en deze blijft wel staan. Het krijgt zelfs meer kijkruimte. Voor de afbraak was het namelijk aan alle kanten ingebouwd. We hebben het over het Vleeshuis 11.
Via de onderdoorgangen bij de Kuipersstraat en Repenstraat krijgen we een blik op de traptoren aan de zuidkant van het Vleeshuis. We komen langs de huidige ingang van het Vleeshuis, wanneer we door de Vleeshouwersstraat lopen. Tegenwoordig is het Vleeshuis het Museum Vleeshuis, dat de muzikale geschiedenis verhaald. We zien op de muur een bord met daarop "Vleeshuis - Gildehuis der Vleeshouwers - 1501-1504 - Arch.: Herman de Waghemakere". "De Waghemakere", die naam zijn we inmiddels tegengekomen.
Wanneer we langs het raam lopen, zien we zien we een drumstel met op de basedrum de naam van de band "de Beatles". Dat is nog eens een goeie eyecatcher! Misschien vinden morgen nog wat tijd om hier te gaan kijken. Nu lopen we verder. We lopen een stukje ring dat parallel loopt aan de Burchtgracht. Via de Veemarkt lopen we in een rechte lijn naar de Sint-Paulusstraat, waar we gisteren ook al een kijkje genomen hebben. Via de Oudemanstraat lopen we het Schipperskwartier in en komen door de opgeknapte Vingerlingstraat en Schippersstraat, waar op dit tijdstip nog rustig is. Na het kruispunt Brouwersvliet/Oude Leeuwenrui krijgen we het MAS in het oog. Voor het 'vonkelnieuwe' museum, dat tussen de Bonapartedok en Willemdok, aan de Hanzestedenplaats gevestigd zit, werd de eerste steen gelegd op 14 september 2006 en opende het haar deuren op 14 mei 2011, 2 jaar later dan oorspronkelijk gedacht. Het project was op 50.4 miljoen euro begroot en komt rond de 56 miljoen uit 12. Na decennia gesteggel over waar welke collectie moet komen - waarin het Vleeshuis ook een rol speelt, ontstaat er in begin 1998 een naam 'Museum aan de Stroom' (MAS) voor de collectie 'voor stad, haven en scheepvaart'. Voor het Vleeshuis valt het doek als locatie en gaan de gedachten naar een nieuw gebouw aan de Hanzestedenplaats 13. Nu lijken dit enorme bedragen, en het is natuurlijk ook flinke investering. Maar mochten de stroombezoekers van 650.000 op jaarbasis aanhouden en de volwassenkaartjes van € 10 ook, dan heb je het gebouw er alweer in 20 jaar uit. Helaas zullen niet allemaal volwassen zijn, maar het gebouw zal ook langer dan 20 jaar zijn functie behouden. De stad is hiermee een architectonisch bouwwerk rijker, wat weer meer toeristen zal trekken.
En dan hebben het nog niet eens over het belangrijkste, de verspreiding van de geestelijk rijkdom, inzichten en plezier die de 500.000 wisselende collectiestukken teweeg zullen brengen.

MAS Museum aan de Stroom - Willem-Jan Neutelings
Wij gaan in ieder geval een kijkje nemen en zullen daarbij waarschijnlijk wel enkele collectiestukken laten zien.
Het gebouw Het Stapelhuis is een ontwerp van Neutelings Riedijk Architects - bekend van onder andere het opvallende MediaCenter in Hilversum.
Willem Jan Neutelings (Bergen op Zoom, 2-5-1959) vormt met Michiel Riedijk (Geldrop, 1964) sinds 1992 dit architectenkantoor 14. In een kort interview legt Neutelings het concept van Het Stapelhuis uit. Hierin vertelt hij onder andere dat het gebouw een publiek karakter gekregen heeft, mede doordat de dozen zijn gedraaid. Hierdoor heeft het een wenteltrap met rondom een panorama op de hedendaagse levende stad met op elke verdieping een verhaal over de historische stad.
Dit gaan we maar gewoon beleven door naar binnen te gaan. We beginnen bovenaan buiten, om het hedendaagse Antwerpen vanuit de hoogte te bekijken. Bij binnenkomst krijgen we een uitlegfolder mee over Panorama MAS. Dit Dak panorama-view in natuurlijk ook online te bekijken, maar dan weer zonder uitleg.
Wij focussen ons op een paar items.



De Cathalina, van Leendert van Baalen (Dordrecht) in Antwerpen, Kattendijkdok
De jaren '60 en '70 van de twintigste eeuw.


Allereerst de Kattendijkdok. Hier lag het schip veelal op nummer 42 en soms voor de Mexicobrug op nummer 41. Tegenwoordig is dit het terrein van De Antwerpse HulpHonden.


Victor Hugo schrijft over zijn bezoek aan Antwerpen op 22 augustus 1837 zijn beeldend gezicht vanaf de Belfort: Onder mij Antwerpen, [...] één schitterende opeenhoping van kerken en herenhuizen, [...] van gewelfde topgevels, van vierkante en spitsgepunte torens, met duizenden toevalligheden van torentjes en merkwaardige gevels [...]

Victor Hugo, Lettre à Adèle Foucher, Antwerpen, 22 augustus 1837
Victor Hugo, En voyage. France et Belgique, Paris, J. Hetzel & C°, 1892, p. 121.

bron: Leven en materiaal. Antwerpen en de vzw Gehavende Stad / Christophe Van Gerrewey (in: De Witte Raaf, Editie 137, januari-februari 2009)
Het vleeshuis : Slagerspaleis van Antwerpen / Jan Lampo. - Leuven : Davidsfonds, 2004. - ISBN 90-5826-275-6. - p. 93
Schitterend is het - zelfs met bewolkt weer om zo over te stad te kijken en de torens boven de horizon uit zien komen. We zien (van links naar rechts) de KBC Boerentoren, de eerste wolkenkrabber van het Europese continent. Gebouwd in 1931 naar Amerikaans voorbeeld. Wie het ontwerp maakte in nog steeds niet uitgemaakt. Het zou om Emiel Van Averbeke (Berchem, 10-7-1876 - Deurne, 1-2-1946) - de hoofdbouwmeester van Antwerpen - kunnen gaan. Maar het zou ook om Jos Smolderen (Borgerhout, 4-10-1889 - Antwerpen, 12-6-1973) kunnen gaan, die de bouwmeester Jan Vanhoenacker assisteerde met de binneninrichting en de gevelarchitectuur.
Daarnaast de voormalige politietoren Oudaan, gemaakt door de architect Renaat Braem (Antwerpen, 29-8-1910 – Essen, 31-1-2001), waarin de administratieve diensten gevestigd waren.
En daarnaast de al besproken Belfort. Hier schuin voor de Sint-Pauluskerk aan de voormalige Koolvliet, waar we even bij hebben gestaan. Daarnaast de machtige rivier de Schelde, dat door het landschap slingert 15.
Wanneer naar beneden kijken, zien we onszelf in een kunstwerk te kijk gezet, althans zo lijkt het. Het Condominium (rechtsvorm van het complex dat in appartementsrechten verdeeld is 16) - van de projectontwikkelaar Rudy Stevens heeft namelijk Bomannetjes van Daisy Boman (17 maart 1948 17) aan de muur hangen. Net als dat wij naar het dak zijn geklommen, klimmen ook zij naar boven om een foto van beneden te maken.
Maar de werkelijke bedoeling is anders. Het beeld of de voorstelling heet The Antwerp Whisperer en werd op 8 juni 2015 onthuld. De Boman op het dak fluistert iets door naar de Boman op de grond bij het Willemsdok 18.


2014-12-29 Schelde TimeLapse - Edwin Klom
in de nachtelijke uren.

TimeLapse - Schelde Pilots (Harbour Feature)
Pilotage of MT "Harbour Feature" from Boudewijn Lock (Antwerp) to Flushing Roads.
Tenslotte werpen we nog een lange blik op de Schelde. Vanaf hier zien we fraai de keersluis van de Jachthaven Antwerpen.
Je zou er uren naar willen kijken, zien hoe het tij zich manifesteert, hoe het een nieuw geultje maakt in het slik, hoe het de rietkraag roert en hoe het stijgt en weer daalt.
Of meedeinen op een schip, wanneer het met de stroom naar zee gaat.

Maar het wordt al snel tijd om ons naar de eerste 'doos' te begeven. Onze eerste doos - op de bovenste etage - handelt over handel en scheepvaart: Wereldhaven. Naast de handel, schepen en afhandeling van de goederen blijft de mens - ondanks alle vernieuwingen - nog steeds het middelpunt.
We beginnen de routing met een model van het kleinste bootje, dat in de 11e eeuw van eikenhout werd gemaakt. Tijdens graafwerkzaamheden in 1905 in de haven kwam men deze 5½ meter lange open boot tegen. Het gaat hier om een uitgeholde boomstam, die met twee planken is verhoogd 19.
Het volgende schip is van een soort dat hier waarschijnlijk rond de negende eeuw veelvuldig rondvoer. Dit is een model van de door de boer Oskar Rom op 8 augustus 1903 gevonden wrak. De archeoloog Gabriel Gustafson startte hierop een onderzoek naar de grafheuvel Oseberg in Tønsberg, waar het wrak lag. Dit specifieke schip is zo rond 820 gebouwd in het zuidwesten van het huidige Noorwegen. Gustafson haalde het tussen 1904 en 1905 uit de grond. Tegenwoordig wordt dit langschip tentoongesteld in het Museum of Cultural History in Oslo. Mooi te zien zijn de aan elke zijde gemaakte roeigaten, waaruit we kunnen concluderen dat dit schip tevens door 30 roeiers in beweging kon worden gebracht. Het had tevens de bekende 'vierkante' zeil. Deze Viking / Deense of Noorse langschepen waren we in het Winkinger Museum Haithabu te Sleeswijk ook tegengekomen. Interessant en opvallend is het DNA van de twee vrouwen die bij het schip in de grafheuvel zijn gevonden.

Detail uit COLLBN 009-11-029, behorend bij:
Geographia XVII Inferioris Germaniae regionum tabula : : de integro multis in locis emendata anno 1602 / / a J. Hondius ; Petrus Kaerius caelavit et excudebat.
Onderzoek wijst uit dat de voorouders vermoedelijk uit het gebied van de Zwarte Zee kwamen, waarmee de handelslink met de Arabieren in beeld komt 20.
Hierna volgen drie schepen die - m.i. - sterk op elkaar lijken: de pleit, de boeienvaarder en een koopvaardijschip, waarmee een kogge wordt aangeduid. De ouderdom van de gemaakte modellen zijn, gezien enkele innovaties, koopvaardijschip, pleit en boeienvaarder. De oudste, het koopvaardijschip heeft zo te zien nog geen boegspriet. Tevens maakt het nog gebruik van een stuurriem, dat aan de stuurboordzijde door het boord kwam, vandaar ook het woord stuurboord. Ook het model van de pleit heeft er nog een. De boeienvaarder werkt echter al met een stevenroer. Nu zegt dit allemaal weinig over de leeftijd, omdat - afhankelijk van de grootte van het schip - deze 'innovaties' nog eeuwen door elkaar wel of niet werden toegepast. De pleit, ook wel pleite of plaite, is een vrachtschip met een platte bodem, een platboomde schuit. De schipper of veerman heette in de zestiende eeuw dan ook een pleitenaer. Maar deze vrachtvaarder werd al gesignaleerd op 't Zwin in 1252, aldus het REGLEMENT VOOR DE SCHEEPVAART EN DE HEFFING DER TOLLEN OP HET ZWIN, VAN DEN JARE 1252, ONTDEKT IN DE ARCHIVEN VAN SLUIS EN OPENBAAR GEMAAKT DOOR J.H. VAN DALE. Hieruit blijkt dat er drie klassen van schepen waren die allen een ander bedrag aan tol aan de graaf moesten betalen. De Tol werd geheven voor de tolboom in Damme en bestond uit een verhouding 16:8:4 penningen parisis aan tolgeld, uiteraard met uitzondering van de steden en poorters van het nabije waddengebied, dus van Brugge tot Mude / Sluis en van Hulst tot Duinkerken 21.
Een anonieme meester schildert zo rond 1540 een schilderij dat de Latijnse naam Antwerpia in Brabancia heeft gekregen. Antwerpen heeft de leidende handelscentrum-rol overgenomen van Brugge en floreert. De bewonersaantallen naderen de honderdduizend, waarvan een kleine vijfduizend aan 'buitenlandse' handelaren uit gebieden die we nu Spanje, Engeland, Italië, Portugal en Duitsland noemen, met allerhande koophandelfamilies als bijvoorbeeld de familie Fugger uit Augsburg. Augsburg, gelegen aan de Lech, dat vervolgens middels de een-na-langste rivier van Europa de Donau in de Zwarte Zee stroomt. De handelspotentie is dus enorm. Via de Rijn komen we weer uit in Antwerpen 22.
Deze anonieme schilder neemt ons mee naar een drukbevaren Schelde, met allerlei soorten en variatie in schepen en daar is het hem waarschijnlijk ook om te doen geweest. Het is zeker de moeite waard om ze even van dichtbij te bekijken. Op dit schip zie je de roeiers achterelkaar zitten. Het zijn er zo'n 30. De roeispanen zitten in het water, dus ze zijn hard bezig. Het zeil van schip wordt neergelaten of gehesen, dat verteld dit beeld niet.

Er is echter veel te zien en dus lopen we verder. Even verderop komen we een tegeltableau tegen. Deze doet meteen sterk denken aan een afbeelding van twee tegeltableaus van een voorouder met de naam Eije Sijbrands - een Oostzeevaarder, die uitgebreid beschreven wordt in het literatuuronderzoek "Ontdekking van de Vrije Friezen" . De twee tegeltableaus zijn nu te bezichtigen in het Fries Scheepvaart Museum: 2003-113 en 2003-114. Het MAS-kaartje AS.1959.114 (dat online inmiddels is gewijzigd) informeert ons dat het om een "Tegeltableau met zeilende smak" gaat, dat is "Toegeschreven aan Paul Karsten, naar Adolf van der Laan" en gemaakt is "Ca. 1750-1775" en dat het om "Delfts blauw" gaat. Hier valt wel iets over te zeggen, aangezien de twee tegeltableaus door dezelfde maker gemaakt zijn: Pals Karsten, zodat het gaat om Harlinger Aardewerk en Tegelgoed in plaats van Paul Karsten en Delfts blauw. Adolf van der Laan zijn voorstelling Een Vriesche Smack, nevens Ropsijl van't Westen inspireerde ook een aantal andere. Naast Karsten vinden we bijvoorbeeld een schilderij van een Friese smak bij Roptazijl en een kopergravure met voorstelling van een smakschip voor Roptazijl van Martin Engelbrecht.

Een ander bekend beeld levert een 'oude' foto op van het Chinees Restaurant Wah Kel, waarvan vele maaltijden zijn genuttigd in tijd van de foto en ruim daarvoor. Deze foto is volgens MAS-kaartje uit ongeveer 1980. Wah Kel betekent overzeese Chinezen. De eerste klanten in 1923 waren dan ook de Chinese zeelui. Andere schippers volgden dus. Het zal binnen enkele jaren haar 100-jarig jubileum kunnen gaan vieren, want het pand aan de Verversrui 32 bestaat nog steeds, zullen we later vanmiddag zien, wanneer we er even langslopen. Voorlopig lopen we echter nog rond in het museum.

Koolvliet, Antwerpen met op de achtergrond de Sint Pauluskerk. De schepen drijven hier in het water.
Op de voorgrond zien we een Brabantse boot en links twee otter. Op de achtergrond een Hoogaars en Knots.
Gezicht op de Koolvliet te Antwerpen | 1875 | Jan Ruyten

(bron: MAS AS.1943.009.107)
Toen we gisteren langs de Sint Pauluskerk liepen, hebben we het al over de Holenvliet/Kolenvliet/Haringvliet gehad. Nu komen we het op een schilderij dit beeld weer tegen. Dit zal ongeveer het beeld weergeven van rond 1870 23, een aantal jaren voor de rectificatie van de kade. De vlieten - die tevens als open riolen fungeerden - werden op dat moment ook gedempt, aldus het informatiebordje.
We komen daarna het beeld de Buildrager van Constantin Meunier tegen - dat we al besproken hebben. Hieromheen staan allerhande middelen om te vervoeren komen we zaken tegen die vervoerd kunnen worden, zoals koffie.

Hoewel er nog andere verdiepingen zijn - met eventueel wisselende exposities - bespreken we er in dit kader alleen nog de vierde etage waarin we "Machtsvertoon | Over prestige en symbolen" vinden. De opstelling op deze etage is duidelijk anders.
In het kader van het bij de Zoo aanschouwde Belle Epoque, nemen we eerst een schilderij door uit een private collectie. Het heeft de titel Een zondagmiddag op Sint-Anneke meegekregen. Het is in 1887 geschilderd door Louis Van Engelen. Op dit schilderij zien we Antwerpse prominenten op een terras van het statige café-restaurant Belvedère in Sint-Anneke. Het strandje werd in deze periode de 'place-to-be'. Zoals we zelf hebben kunnen aanschouwen is het uitzicht fantastisch, zo over de Schelde.

Madame Prop
detail Een zondagmiddag op Sint-Anneke | 1887 | Louis Van Engelen

Louis Van Engelen, die zichzelf ook op dit werk vereeuwigde (links aan het tafeltje in het gezelschap van juffrouw Fauconnier) werd geboren in Lier op 18 januari 1857 en overleed in Antwerpen 1940. De dame (met de windhond aan haar zij) die alle aandacht vraagt is Madame Prop. Verder zien we rechts van hem zijn jongere broer Piet. De vele bekende mensen zijn stuk voor stuk naar zijn atelier gekomen om daar geportretteerd te worden. Dit zal in de gebruikelijke volgorde gebeurd zijn.

schilderen
detail Een zondagmiddag op Sint-Anneke | 1887 | Louis Van Engelen

De achterste personen eerst en daarna de personen die meer op de voorgrond staan. Hiervoor komen we ook een duidelijk voorbeeld van tegen, waarbij de hoed duidelijk niet dik is opgezet, zodat we het hoofd er nog doorheen zien komen. Naast de hoed zien we veelvuldig de strohoed. Deze uit Frankrijk afkomstige Le canotier werd in Antwerpen ook een mode-item. In Antwerpen nam Leonhard Tietz dit hoedje in productie, zodat het hier al snel een titz ging heten. Een echte Titz heeft een zwart lint 24.


Strijd?

Sint-Anna
detail Gezicht op de rede van Antwerpen | 1658 | Jean Baptiste Bonnecroy
Een volgend bijzonder werk is van Jean Baptiste Bonnecroy (Antwerpen, 1618 - Brussel, 1676), die op 12 februari 1618 werd gedoopt.
In 1658 maakte hij het werk Gezicht op de rede van Antwerpen, dat - volgens het online informatiebordje AS.1952.044.005 door de toenmalige stadsmagistraat werd gekocht om in het stadhuis te kunnen imponeren. We zien immers een prachtig stadsgezicht, met veel scheepsbewegingen.





details Gezicht op de rede van Antwerpen | 1658 | Jean Baptiste Bonnecroy

Er wordt zelfs een kanonschot gelost. Is er strijd? Het versterkte Sint-Anna zien we mooi uitgewerkt. Ook zien we de burgerij flaneren op de dijk, terwijl de boeren in de Borgerweertpolder aan het werk zijn.
Het bijbehorend informatiekaartje beschrijft de burgerij als volgt: "De burgerij ontspant zich op de dijk en in het groen ontlast iemand zich." Dat laatste gedeelte triggert natuurlijk en dwingt om het schilderij beter te gaan bekijken. En als je beter kijkt, zie je meer. Veel meer.
Koeien die het druk met iets anders dan grazen.
Iemand die uit een sloot moet kruipen terwijl een ander hard wegholt.
De zich ontlastende man komen we op de dijk tegen terwijl zijn vrouw zich om het hoekje er tegenaan bemoeid.
Aan de overkant van de Schelde zien zakenlui op de kades druk aan het onderhandelen.
Kortom er gebeurt van alles en niets op het schilderij 25.




details De Spaanse Furie | 1576-1585 | anoniem
Tenslotte komen we bij het laatste en anonieme werk, De Spaanse Furie dat zo tussen 1576 en 1585 geschilderd zal zijn.
Het geeft de verovering van Antwerpen door de Spanjaarden in al zijn gruwelijkheden - dat helaas van alle tijden is - weer. We zien hier een 'ooggetuigenverslag' vanaf de Koepoortsteeg dat de situatie op de Grote Markt weergeeft. De soldaten die hier in opdracht van de Spanjaarden - vanwaar de señor van Antwerpenaren de Sinjoren maakt - werkzaam waren, kregen kennelijk hun soldij niet uitbetaald en gingen in de nacht van 4 november 1576 muitend, plunderend, moordend en verkrachtend door de stad. Alles wordt in detail vastgelegd. Net als het vorige werk is het dus weer nauwkeurig kijken. Er zouden die nacht 8000 mensen om het leven komen. Huidige historici houden het op 2000 tot 2500, aldus het online MAS-informatiekaartje AV.1980.014.

Nadat we enigszins van dit laatste schilderij bekomen zijn, verlaten we deze verdieping.

Tom Lanoye legt uit hoe hij tot de tekst op het medaillon kwam.
Het valt ons opeens op, dat de vloer met enige regelmaat 'bezaaid' ligt met een medaillon en met daarop de oneindige tekst “Waar water waakt en wat er waard was later werd bewaard als … waar. Deze fraaie tekst is van de schrijver en voormalig stadsdichter van Antwerpen, Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 27-8-1958). Hij legt zelf uit hoe hij tot deze tekst is gekomen.
De drieduizend medaillons zijn een ode aan stad, de haven, de stroom, de wereld en geschiedenis en zijn ontworpen door Tom Hautekiet (17-1-1970). Het verbeeldt de plannen van de ideale stad Pienza, die in de vijftiende ontworpen werd door Bernardo Rossellino - Bernardo di Matteo Gamberelli (Settignano (Florence), 1409 – 1464) - in opdracht van de toenmalige paus Pius II, geboren als Enea Silvio Piccolomini (Corsignano [hernoemd als Pienza], 18 oktober 1405 - Ancona, 14 augustus 1464), die er tijdens zijn pauselijk leven zijn residentie van liet maken. Het plan is echter nooit afgemaakt tijdens zijn leven.

De productie en aanbrengen van de handjes van het MAS-gebouw.
We zien deze ideale stad later uitgevoerd terug in de vestingstad Palmanova, iets wat met Sforzinda - als ontwerp van Antionio di Pietro Averlino, beter bekend als Filarete (Florence, 1400 - Rome, 1469), niet is gelukt 26.

Wanneer we weer buiten zijn zien we ook de handjes - als subtiele verwijzing naar de Antwerpse Brabolegende - verwerkt op de buitenmuren. Ook van deze handjes - die 9 x 20 cm groot zijn - zijn er drieduizend geproduceerd, al wordt ook het getal 3185 genoemd voor zowel de handjes als de medaillons. Ze zijn gemaakt van aluminium en zijn verzorgd door de architecten van het gebouw, de al besproken Neutelings Riedijk Architects 27.

Wanneer we teruglopen richting het centrum bedenken we ons en lopen nog even langs het water van de Bonapartedok, om het enorm grote mozaïek van Luc Tuymans (Mortsel, 1958) op het museumplein dat de titel Dead Skull heeft meegekregen. Alleen van grote hoogte is dit waar te nemen. Het is een verwijzing naar de gedenkplaat die we op de gevel van de O.L.V.-kathedraal kunnen vinden voor de schilder Quiten Metsys. Van Tuymans was er ook een zaal ingericht met zijn werk "Glasses". Wanneer hij geboren is, vindt hij geen interessant gegeven voor zijn artistieke kunnen 28.
Langs het water komen we op een schip nog het Rijn- en Binnenvaart Museum tegen, waar we normaal gesproken wel even naar binnen zouden gaan, maar aangezien we nog moeten lunchen, snakken naar een cappuccino en het privémuseum Poorterswoning gaan bezoeken, zit dit er nu niet in.

Brouwersvliet | 1875 of 1876 29 | Jan Ruyten
We lopen verder, weer terug naar het Brouwersvliet, waarvan we in het museum nog een mooi historische afbeelding van tegenkwamen. Hiervan herkennen we niets meer terug. Het schilderij is - net voordat het overwelfd werd - gemaakt door Jan Michiel Ruyten (Antwerpen, 9-4-1813 – Antwerpen, 12-11-1881 30). Tegenwoordig ligt hieronder de tunnel van de N49a, dat je vlot naar de Linkeroever brengt.
Wij gaan ook maar even een beetje tempo maken. We lopen vlot over het Falconplein, maken de foto van het Chinees-restaurant Wah-Kel, slaan over "de Kaasbrug" de Klapdorp in. Dit was in de Middeleeuwen de toegangsweg van buiten (Breda) naar het centrum. Het lag laag zoals we op de hoogtekaart kunnen zien en op de grens van het Scheldewater en de hoger gelegen bebouwing. We vervolgen het verlengde hiervan dat tegenwoordig de naam Paardenmarkt draagt, waar men van heinde en verre met de paarden naar toe kwam.
Antwerpen volgens
Louis van Caukercken

rond 1200 31

rond 1500 31

rond 1700 32
De hertog Jan II van Brabant, we kwamen hem al eerder tegen, gaf in 1298 toestemming om - toen nog buiten de stadpoorten een internationale paardenmarkt te organiseren op het uiteinde van het Klopdorp. Hier waren toen nog graslanden, dus een ideale plek. De Perdemaerct komen we in 1351 tegen in een oorkonde en komt daarna vanaf de zestiende eeuw regelmatig voor. Het lag toen allang binnen de tussen 1299-1314 nieuwe uitbreiding. Tweemaal per jaar, op de quatertemperdagen - de voorgeschreven vastweek of dagen (woensdag, vrijdag en zaterdag na Pinksteren) - voor Pinksteren en vanaf 's woensdag na het feest van de Heilige Maagd op 8 september kwam men vanuit 'heel' Europa drie dagen lang de paarden verhandelen. Mogelijk sterke verhalen van bijvoorbeeld Albrecht Dürer (Neurenberg, 21 mei 1471 - Neurenberg, 6 april 1528) die in 1521 zag dat twee paarden voor 700 gulden hier van de hand gingen. Deze kunstschilder, tekenaar en humanist was in Antwerpen tussen 1520-1521. Ook Grammaye - Jean-Baptiste Gramaye (Antwerpen, 1579 - Lübeck, 1635), historicus - bezweerde het belang van deze markt met de uitspraak dat er alleen al uit Brussel 12.000 personen kwamen 33.
Hoe het ook zij, tegenwoordig zien we hier geen beesten meer. Ook niet op de Varkensmarkt die we tussen de huidige Klapdorp en Paardenmarkt tegenkomen. Even verderop slaan we af de Vekestraat in. Onderweg komen we - vanzelfsprekend - weer enkele Mariabeelden tegen, zo ook op nummer 13 (de Madonnawandeling, nr. 153), waar de Madonna de ketter Tanchelm vertrapt. Waarschijnlijk is dit beeld gemaakt door Walter Pompe - we kwamen hem gisteren ook al in deze buurt tegen als maker van het beeld Begga boven het poortje van het Begijnhof. Hieruit blijkt tevens de langdurige invloed van Tanchelm 34. Deze Tanchelm (Zeeland - Antwerpen, 1115), ook wel geschreven als Tanchelijn, Tanchelmus of Tanchelinus, was eigenlijk een vroege voorganger van Petrus Waldo (ongeveer 1140-1218) - Waldenzen, Katharen of Albigenzen en Protestanten, was een antisacerdotalist, die zich verzette tegen de hiërarchie van de Katholieke kerk. Of hij een Fries was is onbekend, maar omdat een van de belangrijkste onderscheidende elementen van Friezen juist dit verzet tegen hiërarchie is, zou het niet verbazen . De eerste onder gelijken is dan ook een veelvoorkomend zinsdeel in de Friese geschiedenis.
Omdat hij geen geschriften heeft nagelaten, moet we het voornamelijk hebben van mensen die geschriften achter hebben gelaten, die hem bestreden. Naar verluid trok hij met een grote praal rond door Zeeland en Vlaanderen. Hij woonde in Antwerpen en had daar ook een grote aanhang onder de bevolking. In 1115 werd hij door een priester vermoord, met die met hem aan boord van een schip was. We weten echter nauwelijks iets zekers over hem. Zijn activiteiten, die beschreven zijn in de diverse kronieken, wekken de indruk dat hij voornamelijk tussen 1110 en 1115 zijn ideeën aan het verkondigen was. Het was er kennelijk ook de tijd voor om andere kritische geluiden te laten horen 35.
Het beeld kunnen we verklaren met bijvoorbeeld het Triumph-liedt ter ere van vader Norbertus, beschermer van het H. Sacrament:

SOo-men den Verwinnaer oyt met een nieuw Liedt
Over syn' Victorie lof en eer' toe-biedt
Moet ick u Norberte Vriendt van Godt den Heer
Nu gaen prysen,, en bewysen lof en eer.
Tanchelinus hadde Jesus Vleesch en Bloedt
t' Antwerpen vertreden onder synen voet,
Maer Norbertus maeckten 't Heyligh Sacrament
Door klaer thoonen,, van Sermoonen weêr bekent.
[...]
De Stadt, de Magistraet, en 't Vleesch-huys daer beneven
Die sullen aen den Man oock een ver-eeringh' gheven,
Om dat hy tot ons baet met eenen kloecken gheest
Van kant gheholpen heeft soo schadelycke Beest.
Als Tanchelinus met syn' goddeloose Knapen
t'Antwerpen woeden, als de VVolven onder Schapen,
En namen hun 't Lam Godts van 't Heyligh Sacrament,
En hebben als den VVolf dat Lammeken gheschent:
Doen stondt Norbertus op ghelyck een' Morghen-Sonne,
Die Tanchelinus heeft victorieus verwonnen;
Norbertus heeft den VVolf van het Lam Godts ghedoodt,
En gaf ons 't Lam wed'rom in schyn van VVyn en Broodt.
Siet Tanchelinus light nu onder syne voeten,
Daer moet den wreeden VVolf ghelyck een VVormken vroeten,
Norbertus staet ghelyck met 't VVolven-vel ten thoon,
En siet eens wat de Stadt hem gheeft voor synen loon;
De Magistraet die komt met al-te-mael de Heeren,
Om met een schoon Abdy Norbertum te ver-eeren,
Hy kreegh voor synen Loon Sinte Michiels Abdy,
En door gheheel het Landt veel Kloosters daer noch by.
Gheloôft zy het Alder-heylighste Sacrament van Mirakel.

(bron: Het citherken van Jezus / Daniel Bellemans. - Brussel : Jacob vande Velde, 1675. - p. 168 e.v. Triumph-liedt)

Schuin aan de overkant vinden we het steegje - door onze Gids Halfmaantjesgang genoemd wordt - dat zou leiden naar boerderijachtige huisjes. Deze zijn in 1574 gebouwd op de grond van de voormalig bleekhof Halffmane 34. Wij zien in deze Halfmaansteeg slechts muren en een artistiek ingekleurde toegangspoort.
De Vekestraat gaat over in de Lange Winkelstraat en brengt ons naar de Ossenmarkt, waar even gaan zitten op het terras van Kassa 4 en een drankje drinken.

Na deze pauze lopen we in een vlot tempo verder. Via de Pieter van Hobokenstraat komen we in de Prinsesstraat. Aan het einde van de straat zien we een oud hoekpandje met daarachter de Sint-Jacobskerk, waar we gisteren naar binnen zijn geweest. Het hoekhuisje heeft een pilaar op de hoek. Hierop zou heel een loden Sint-Jacob gestaan hebben. Het pand van het café is het enige in Antwerpen dat gebouwd is in de Maaslandse stijl, uit begin achttiende eeuw. Mogelijk is het ooit een bedelhuisje van de kerk geweest. Of hoorde het als wachthuisje bij de poort dat hier (mogelijk) ook ooit stond. Want de Prinsesstraat waar we net uitkomen heette voorheen de Paddengracht en de Sint-Jacobstraat de Korte Oude Vest.
Beiden waren daarmee de grens van uitbreiding E. En logischerwijs zou aan het einde van Kipdorpstraat een poort geweest zijn. Mogelijk is de pilaar van het hoekhuisje dus nog een restant van deze poort. Waar en hoe dan precies het water heeft gelopen is dat nog even de vraag, want het water ligt altijd buiten de stadswal 36. De poorten liepen echter altijd over het water, als brug en als straatafsluiter. Het zou dan om een pilaar gaan, dat net aan de overkant (vanuit de stad gezien) van het water lag. Op het plan van Virgilius Bononiensis uit 1565 zien we de pilaar dan ook keurig als los element staan. Bebouwing is verder op deze hoek richting de kerk nog in het geheel niet.
Wij lopen verder over een stukje Kipdorpstraat en slaan meteen de volgende zijstraat - de Markgravenstraat - in. Deze vervolgen we via de Gramayestraat naar de Meir.
We volgen even een stukje route dat we gisteren ook gelopen hebben, de Huidevettersstraat in. We gaan echter nu het straatje in - met het oude pandje Het Gulden Hert op de hoek - de Groendalstraat. Op deze uitbreidingsgrens lopen we even door. Via de Lombardenvest en Steenhouwersvest komen we rechtsaf de Drukkerijstraat in, dat ons naar de Vrijdagmarkt brengt. De Drukkerijstraat geeft al aan dat we bij iets in de buurt komen, al zijn we momenteel erg gefocust op ons privémuseum. En zo lopen we langs het Museum Plantin Moretus. 5 juni 1985 was daaraan echter al eens een bezoekje gebracht. Er werden toen de traditionele drukwijzen getoond en met behulp van vier cassettes werd er een rondleiding door het museum gemaakt. Een vergelijking met het Fries Grafisch museum in Joure is dan ook interessant. Helaas kunnen we maar een tegelijk bekijken en dus lopen we verder de Leeuwenstraat in. Nog even tweemaal het hoekje van de Reyndersstraat om en we zijn in de Pelgrimstraat, waar we gisteren onze avondmaaltijd hebben genuttigd.
Het kleine deurtje - in dezelfde kleur als de wand - valt nauwelijks op als je het restaurant bezoekt. Nu de deur open staat, zie je dat er hele andere wereld achter schuil gaat. Hoewel... anders. Anne-mie Jaspers (journalist) noteert de opmerking van de zeer gedreven en ervaren gids - zoals we straks zullen horen - na haar bezoek, dat het in een huis telkens gaat om hoe vernuftig je met de middelen omgaat, die in de tijd waarin je leeft tot je beschikking staan. En deze bestaan steeds weer uit dezelfde elementen: verwarming, koeling en efficiënte plaatsindeling.
Maar eerst even een korte uiteenzetting over het ontstaan: Na de eerste stadsuitbreiding (rond 1200), hadden we de rechte Hoogstraat en de gebogen Oude Korenmarkt, die samen een 'driehoek' vormden met de Steenhouwersvest. De Hoogstraat had de St. Jansbrug en -poort en de Korenmarkt de Kammerpoort over de verder uitgegraven en doorgetrokken St. Jansvliet, die diverse 'vest'-namen kregen.
Na de derde stadsuitbreiding (1295-1314) zien we dat deze driehoek doormidden wordt gesplitst door de Haagstraat (dat tegenwoordig de Reyndersstraat heet). Net voor de vijfde vergroting van de stad tussen 1542 en 1545, onder impuls van Gilbert van Schoonbeke, is de stad op zoek naar ruimte binnen de bestaande vesten. Ze creëert op het perceel van het huis "de Pelgrom" de straat die we nu kennen onder de naam Pelgrimstraat. Voor de eigenaren van de omliggende terreinen ontstonden er zo nieuwe opties. De waarde van de aan de nieuwe straat liggende kavels stegen. De herbergiers - vertrouwelingen en dak-boven-het-hoofd van vele kooplieden, konden hun geluk dan ook niet op. De straat wordt er ergens tussen augustus 1533 en oktober 1534 gemaakt.

Gezicht in vogelvlucht van Antwerpen | ca. 1525 | anoniem
Elisabeth de Meer, weduwe van Martene l'Hermite, heer te Bethissart, was eigenaar van de "Kevie" en bijbehorende gronden. Deze Elisabeth kende stadbestuurders en kreeg het voor elkaar dat de nieuwe weg langs haar eigendom gemaakt zou worden. En ze bouwde er twaalf bijna gelijke panden op ... een huyse metter plaetse, halven borneputte, regenbacke, metten plaetsen, een quart sittesteden van der weerdribben.... Zoals gebruikelijk in deze tijd kregen de panden een eigen naam als 'adressering', vernoemd naar de apostelen Pieter, Jan, Jacob (de mindere), Andries, Pauwel, Jacob (de meerdere), Philipus, Mattheus, Simon, Barthelomeus, Thomas en Mathys.
Het privémuseum is gevestigd in het achtste pand, met de naam Sint Mattheus. Tijd om naar binnen te gaan. De conservator Paul Boits gaat ons voor het ruimtebesparende trapje op. Hij vertelt ons dat hij ons in twintig minuten door het pand zal leiden en onderwijl de zaken uitlegt en daarna kunnen we op ons gemak weer naar beneden. Op de eerste verdieping komen we uit in wat we de eetkeuken zouden kunnen noemen. Hier is de haard en alle kookgerei dat een koophandelsgezin nodig had. Ook bevinden hier deels de voedselvoorraden, kruiden. In een rap tempo worden er diverse vragen op ons afgevuurd, die gerelateerd zijn aan allerhande gebruiken in de keuken of hulpmiddelen en gebruiksvoorwerpen. Na diep stilzwijgen of een enthousiast antwoord, wordt een oud gezegde of spreekwoord verklaard. Naarmate je ouder wordt en dit langer doet wordt de kennis groter en het verhaal langer. Naar het schijnt kon hij in het begin (1987) een kwartiertje vertellen, in 2008 zat hij al op anderhalf uur. Bij gebrek aan koelkast wordt het vlees levend bewaard en dient het tevens als gft-bak. De kippen zitten in het hok, geven eieren en op zijn tijd vlees, veren. Ze eten tevens vrijkomende restjes. Het hok is een origineel model van zo rond 1500 en afgeleid van schilderijen uit deze periode.
Het oogt allemaal zeer krap, de totale oppervlakte per verdieping is toch nog 5 x 7 meter. En het gezin bestond uit slechts 8 personen. Vergeleken met de gebruikelijke eenkamerwoningen in deze periode waar men met twaalf tot zestien personen leefde, dus zeer ruim. Onze koopman en poorter Jan van Vrasene, moest hiervoor dan ook 7 à 8 maal het inkomen van de gewone arbeider betalen als huur voor dit pand. Hiervoor had hij in deze keuken op de eerste verdieping wel stromend water, zoals we in een hoek aan de waterpomp zien. Luxe alom.
Hiernaast bevindt zich een woon- en slaapkamer gedeelte. Op de begaande grond - waar we gisteren dus gegeten hebben - werd kantoor gehouden. De tweede verdieping kent veelal slaapvertrekken, weefgetouw en voorraad. De zolderverdieping met uitzicht op de kerktoren, herbergt nog meer voorraad en levende have, zoals, konijnen, duiven, bijen, kippen. De duiven waren voor een handelsman natuurlijk van belang om op de hoogte blijven van transportsituatie. De duiven werden meegegeven aan het schip en kon zodoende bij aankomst, na de handel met bericht losgelaten worden om de koopman op de hoogte te brengen van de geboekte resultaten en toekomstig transport, zodat dit op de thuisbasis alvast verhandeld kon worden. Maar de duiven hadden nog een bijdrage, namelijk duivenpoep. Dit bevat ammoniak, waarvan weer wasmiddel gemaakt kon worden. De bijen waren er natuurlijk voor de zoetstof, de honing, maar tevens voor de (bijen)was als brandstof voor de kaars.
Op de begaande grond en eerste verdieping waren verwarming met de nog niet gebruikelijke schoorstenen
37. Hoewel het een 'klein' museum is, wordt een heel middeleeuws koopmansgezin zichtbaar gemaakt. Hoe efficiënt het ingericht is, met allemaal spullen die hun nut en noodzaak hadden. We merken dat er hoop kennis verloren is gegaan. Gelukkig zijn er nog mensen als de heer Boits om dit te blijven vertellen, in de hoop dat het beklijft. Wij nemen voor de zekerheid de drie brochures mee, die de diverse thema's behandelen, zodat we het nog eens rustig kunnen nalezen.
Wanneer we het pand verlaten hebben, duiken nog dieper de bebouwing in van dit wijkje. Na het aanleggen van de Pelgrimstraat is men ook binnen het deelgebied weer verder gaan volbouwen. Aan de overkant is dit deels toegankelijk middels de Vlaaikensgang. Deze Vlaeykensgang is zeker de moeite waard om even kortstondig in andere sferen te komen.
We komen er weer uit op de Oude Koornmarkt en het wordt hoog tijd, dat we iets te eten krijgen. We zitten dan ook in een goede buurt hiervoor. Op de hoek met de Hoogstraat vinden we Frituur no 1, waar in ieder geval een Cervela uit nostalgie gegeten moet worden.
We lopen verder de Hoogstraat in om te kijken of er ook nog een terrasje te vinden is waar je kunt 'lunchen'. Even voorbij de Kleine Pieter Potstraat vinden we er een, Aura.
Tijdens deze verlate lunch bedenken we dat we vanochtend ook al de Grote Pieter Potstraat - tegenover de Kaasstraat - waren tegengekomen. De Grote en Kleine duidt - zoals we aan de straatbreedte kunnen waarnemen - op de breedte van beide straten.
Blijft Pieter Pot over. Wie was dat?
Pieter Pot, vertelt onze Gids, was geen alledaagse meneer. Piet Pot komt uit niets in 1415 de Antwerpse geschiedenis binnenvaren, waar hij zich drie jaar later vestigt. Huidige bronnen melden dat hij een koopman uit Dordrecht is, waar hij op 20 augustus 1375 wordt geboren als zoon van Jan en Margareta van der Delft, die rijk is geworden in het Midden-Oosten. Hij koopt het goed De Swane aan de Hoogstraat en bouwt daar een kapel en breidt dit uit tot klooster.
Peeter Pot (zoals zijn naam in oudere bronnen geschreven wordt) wordt als zoon van Jan Pot en Margareta van der Dilft geboren in 1375 te Utrecht als heer van Bautersem en Pluysegem in Contebroeck. Zoals hierboven aangegeven is dit niet correct. Als jongeling van 21 reisde hij naar Egypte - Caïro, Palestina - berg Sinaï en Syrië waar hij zich in Aleppo vestigde. De Minderbroedersklooster was hij gunstig gezind. In 1404 besloot hij terug te keren naar zijn thuisland en - nadat hij zijn huisraad had weggegeven aan de armen en Minderbroeders - voer hij met zijn rijkdom in zeven volgeladen schepen terug. Door de Middellandse Zee en langs de West-Europese kusten, dat vol gevaren was, denk bijvoorbeeld aan de zeerovers en slecht weer. Maar hij kwam met alle schepen veilig aan in Antwerpen. Hij vestigde zich hier, werd poorter en zette zijn handelsonderneming succesvol voort en begon een bank. Hoewel hij niet kwistig was met geld, deed hij ontzettend veel voor de liefdadigheid en werd daarom zeer geliefd.
Hij huwde Maria Terrebroots, dochter van Wouter Terrebroets.
Hij speelde al langer met de gedachte om iets duurzaams te stichten en in 1431 ontstond het idee een kapel op te richten met een kapelaan. Typerend van deze stichting is het recht om - in deze eigenkapel (eigenkerk) - altijd zelf de kapelaan aan te stellen. Nadat de aanvraag aan paus Eugenius IV - de in 1383 te Venetië geboren Gabriele Condulmer, die in Rome overleed op 23 februari 1447 - werd voorgelegd, die een onderzoek (29 Augusty 1432) gelastte om mogelijke schadelijke effecten voor de Sint Michielskerk te onderzoeken, werd de vergunning inclusief het bedongen recht uiteindelijk gehonoreerd. Dit recht werd na overlijden overgedragen aan de Prior van de Karthuizers op Kiel. De Abt van de Sint Michielskerk, Oloudus Terlinck, draalde nogal met het uitvoeren van het pauselijk onderzoek, dat hij pas vijf jaar later in 1437 opleverde. Terlinck had immers ook een eigen agenda. Pot wachtte het onderzoek echter niet af en begon in 1433 met de bouw van zijn kapel aan de Monsterstraat (de huidige Grote Pieter Potstraat) en wijde het aan Sint Salvator. Dit ter herinnering aan de stichting door Willebrordus in de achtste eeuw van de gelijknamige kapel of Oud-Munsterkerk in Utrecht
. Bij de in aanbouw zijnde kapel werd ook meteen een Aalmoezeniershuis getimmerd. Deze was eerder klaar en daarom begon men - zonder een begroting van de behoeften van de stad en daarbij behorende kosten - wekelijks op de woensdagen aan de behoeftigen uit te delen. Dit zou men tot 1440 volhouden.


Het geheugensteen van Peter Pot op het binnenhof van Het Steen.
bron: Geschiedenis van Antwerpen : sedert de stichting der stad tot onze tyden / Frans Hendrik Mertens, Karel Lodewijk Torfs. - Antwerpen, Rederykkamer de Olyftak, 1845. - Tweede tijdvak, Peter Pot's geheugen steen p. 306 geplaatst op plek [2] op Het Steen doorsnede p. 310

Met zijn tweede cedule - ook geschreven als cedel, ceel, cheel dat akte of schriftelijke verklaring betekend - bracht Pot de zaken voor het Aalmoezeniershuis op orde. De uitdeelsessies op de woensdagen bleven gehandhaafd, maar "ook dragen aen de arme gevangenen op het Steen, een roggen broot, gebakken van den meele, alsoo dat tuyt den meulenen kwam, sonder buydelen, ziften, oft iet daer af oft toe te doen, wegende elck broodt ander half pont; en om beter daervan het geheugen te bewaren, deed hy op het binnenhof der gevangenis zyne bezetting in den steen houwen."
Tegenwoordig wordt dit met roggeverdoemeke herdacht, waarvan je sterke twijfels kunt hebben of hierin nog een beetje overeenkomst zit.
In deze akte van 11 October 1440 verklaren ze ook dat ze niet rijk zijn geworden van het erfdeel van hun ouders, maar door koophandel en vlijt. Met bevestiging van hertog Philips de Goede en bescherming van de stad mochten ze in de eeuwigheid in alle vrijheid (dus zonder belasting in welke hoedanigheid dan ook) blijven bakken en brouwen.
Dat deze gunsten en privileges te danken zijn aan de handelsconnecties met het Oosten, waarvan heel Antwerpen profijt had, lijkt voor de hand te liggen.
Dat hij veel invloed had en alle 'machtige' heren onwillekeurig zijn plan liet uitvoeren, blijkt ook wel wanneer hij in 1445 het hele gebied of blok Haarstraat - Hoogstraat - Vlasmarkt - Monsterstraat (of Musterstraat, waarbij Munster of Monster van Monastère, klooster afkomstig is - in dit geval verwijzend naar klooster uit 1137 van de norbertijnse zusters (Sorores); de huidige Grote Pieter Potstraat) om wilde bouwen tot een kloostergemeente. Philips de Goede had van zijn zonen goede diensten gekregen bij de oorlog en de veldslag van Montlhéry en bevrijde het klooster in aanbouw van alle wereldlijke lasten en diensten.
> Dit laatste argument - van de veldslag van Montlhéry - lijkt hier niet op z'n plaats, gezien deze plaatsvond op 16 juli 1465. Mogelijk wordt hier gememoreerd aan de diverse strijdtonelen van de Honderdjarige Oorlog 1337-1453, waarin ook Philips de Goede zijn rol speelde.
De paus gaf zijn zegen op 28 january 1446 en op 27 Augusty 1447 konden de Cistercenzers het klooster in bezit nemen.
In 1442 werd Pot door Philips de Goede in de ridderstand verheven.
De titels als heer van Bautersem en Middelharnis blijken latere opsmuk te zijn, gegeven door Chr. Butkens, genealoog.
Op 20 Augusty 1450 overleed hij, vijfenzeventig jaren oud. Zijn vrouw Maria Terrebroots overleed op 26 februari 1459. Beiden werden in het koor van hun kerk begraven. Ze kregen vijf zonen en een dochter die met Arnold van de Werve, een nazaat van een van de oudste Antwerpse adellijke huizen (!).
De oudste zoon Jan werd tweemaal burgermeester, in 1465 en 1467 en was in 1465 insteller van het luiden van een klok bij het openen en sluiten van de stadspoorten. Jan overleed 14 Maert 1469.
De tweede zoon werd heer van Bautersem/Boutershem en Pluysegem en Contebroeck/Coutenbroucq. Dit zal waarschijnlijk gaan om Wouter - traditiegetrouw we zijn, als het om het doorgeven van de namen gaat, waarbij we de tweede zoon vernoemen naar de vader van de moeder - geboren te Dordrecht 1396 en overleden te Antwerpen, 19 oktober 1464 .
De derde zoon Jacob of Jacobus, was ridder en heer van Hoogerheyden, tevens in 1469 Ambtman. Waarschijnlijk in 1479 overleden.
Van de andere twee zonen kan niets met zekerheid gesteld worden 38.

Gezigt van antwerpen in 1556. bron: Geschiedenis van Antwerpen : sedert de stichting der stad tot onze tyden / Frans Hendrik Mertens, Karel Lodewijk Torfs. - Antwerpen, Rederykkamer de Olyftak, 1845. - Vierde tijdvak, Gezigt van antwerpen in 1556

Wanner we nog even aandacht besteden aan de titel Heer van .... zien we dat het terrein van Pluysegem deels het terrein van Caloes en Hoog Kiel beslaat; het rondje Molenstraat - Prins Boudewijnlaan, Edegemsesteenweg en Antwerpsesteenweg. Hierin zou het stuk Kontich gelegen hebben. Plusingahem, zoals Pluysegem heette, zou dan zoiets betekent hebben als woning van Pluso en familie. In de middeleeuwen zou hier een mottetoren hebben gestaan. In 1427 nam Pieter Pot hierin zijn intrek als buitenverblijf, huysinge van plaisantie. Om beter naar Antwerpen te kunnen rijden - hij had een grote stal met paarden - verhoogde hij de weg naar Edegem. Dit dijkje ging al spoedig Potsdijk heten. De nazaten werden heren van o.a. Kontich en Waarloos. Hieruit zou je kunnen concluderen dat vrijwel het gebied dat begrensd werd door de rivieren Schelde en Rupel/Nete door de familie beheerst werd.
Andere nog zichtbare restanten van deze familie zijn de Pluysegemstraat, dat als privéweg werd aangelegd naar de Heerbaan of Antwerpsesteenweg. In de gronden van de Pieter Potlaan zullen mogelijk de nodige sporen aanwezig zijn van de sinds 1725 begonnen aftakeling van de gebouwen. In de negentiende eeuw werd de slotgrachten gedempt 39.

Wanneer we klaar zijn met deze lunch en drankje, lopen we doelloos verder de Hoogstraat in. Dus hoogste tijd om te shoppen. Op de hoek met de Stoofstraat komen we De Western Shop tegen, dat zich als Western & Biker's Paradise presenteert. Ze hebben echter ook nog gewone ouderwetse petten. En keuze genoeg, zodat er weer een mooie kleur aan de collectie kan worden toegevoegd. Na een service-stoombeurt van de pet, kunnen we weer verder.
Veel verder dan het andere hoekje komen we niet, want hier vinden we de Boekenmarkt De Markies . Na twee rondjes kieskeurig bij een aantal schappen gekeken te hebben, komen we uit op een mogelijk interessant boek. Aanknopingspunten voor het literatuuronderzoek zijn er in ieder geval voldoende in beschreven.
Het volgend hoekje brengt ons bij de al enkele keren genoemde Sint-Jansvliet. Merkwaardig om er dan opeens zo betekenisvol te staan. Op het pleintje, waarop ook een basketbalveldje is ingericht, wordt door een twintigtal jongemannen druk gescoord. Achter het veldje zien we het uit gele bakstenen opgetrokken toegangsgebouw voor de Sint-Annatunnel/voetgangerstunnel. Hier zullen we morgenochtend uitkomen, wanneer voor de laatste keer Antwerpen zullen bezoeken.
Antwerpen volgens Louis van Caukercken

rond 1700 32
Het Sint-Jansvliet, tot hier kwam de eerste stadsuitbreiding (C) in ongeveer 1200. Op het kaartje van Louis Van Caukercken zien we mooi de situatie van de uitbreiding. Voor de rest is er nog weinig van te zien. We lopen verder naar de straat dat - toepasselijk - de Oever heet. Op hetzelfde kaartje zien we inderdaad dat een breed zandoever is. Daarop komen slechts (7) de Sint-Andrieskerk tegen en een eindje verderop de Kronenburgtoren (ca. 1315-1567).
Tegenwoordig is het volgebouwd en komen we een verplaatst beeld tegen van de kunstschilder Jacob Jordaens. Oorspronkelijk - sinds 1886 - stond het aan de Van Breestraat, waarna het in 1901 verplaatst is naar de Gemeenteplaats - dat na WOII Franklin Rooseveltplaats is gaan heten 40. Sinds 16 december 1986 is het wederom - nu op deze plek - onthuld. Jules Pecher (Antwerpen, 4-1-1830 - Antwerpen, 19-6-1899) maakte dit beeld in 1884. Jacob Jordaens (Antwerpen, 19-5-1593 - Antwerpen, 18-10-1678) is vooral bekend van zijn grote historische werken in de Vlaamse barokstijl 41.
Aan het begin van de Kloosterstraat vinden we een merkwaardig beeld van Pieter Boudens, dat nauwelijks opvalt als beeld. Op de rechtopstaande steen staat in rode letters 'Dit is de straat' verklaar ik, en hier is nummer vijftien. Het zitbankje draagt in de rand de tekst Hier zit het aardige meisje op jullie te wachten.... De achterkant van de rechtopstaande steen verklaart dat dit uit "Het dwaallicht" van Willem Elsschot komt.
Of het dichterlijke vrijheid van de letterkapper is, is onbekend, maar Elsschot schreef: 'Dit is de straat,' verklaar ik. 'En hier is nummer vijftien. Hier zit het aardige meisje jullie op te wachten.'

Of is er iets anders aan de hand?
Dit beeld maakt onderdeel uit van een 'Citatenroute Elsschot', waarbij zeven citaten van Elsschot in een soortgelijk beeld vereeuwigd zijn. Naast deze van Pieter Boudens, is het citaat "Woonde Maria van Dam hier dan toch?", door Kristoffel Boudens gebruikt. Een schim hiervan kunnen we terugvinden op het internet.
Toeval of geniaal?
Het Dwaallicht van Willem Elsschot, pseudoniem van Alfons de Ridder, geboren Alphonsus Josephus de Ridder (Antwerpen, 7-5-1882 – Antwerpen, 31-5-1960) verscheen in 1946 eerst in het Nieuw Vlaams Tijdschrift (april 1946, jrg. 1, p. 14-50) en vervolgens in boekvorm bij Van Kampen in Amsterdam 42.
Na de flauwe bocht in de Kloosterstraat - ter hoogte van de rechte Kromme-Elleboogstraat - zien we aan de oostzijde van de straat een oud gebouw staan. Het poortje nodigt ons uit om even een blik te werpen op de binnenplaats. De bakstenen-gebouwen hebben een andere uitstraling dan de gebruikte grijs-gele zandsteen van het gebouw aan de straatzijde. Aan de binnenzijde boven de poort staat groots "1547" geschreven. De informatieborden die op het gebouw te vinden zijn vertellen ons enerzijds het verhaal dat tegenover dit Mercator-Orteliushuis van de twaalfde tot en met de achttiende eeuw het Sint-Michielsabdij lag. Anderzijds wordt een correctie gegeven op de naam Mercator-Orteliushuis. Men was namelijk in de veronderstelling dat deze bekende Antwerpse aardrijkskundige en cartograaf Abraham Ortelius (Antwerpen, 4 of 14-4-1527 – Antwerpen, 28-6-1598) hier zou hebben gewoond. De familie De Deckere woonde echter in deze periode hier.
Aan het einde van de zeventiende eeuw werd de achterzijde aangebouwd, zodat de gesloten binnenplaats ontstond 43.
Beeldhouwer George Frangulyan zegt het volgende over zijn beeld:
Peter de Grote staat aan de rand van een schijf, waarvan het achterste deel wordt opgelicht door vier engelen. Hier staat in het Nederlands "Peter de Grote" geschreven. Ook vinden we hier aan de zijkanten twee medaillons met de wapens van Rusland en Antwerpen.
De schijf bevat verder ook een geografische kaart en een lakzegel van de Europese politieke wetgever. Wanneer je rond het beeld loopt, ontstaat er een merkwaardige behoefte. Ongeacht hoeveel rondjes je om de figuur hebt gelopen, je wilt er steeds nog een maal om heenlopen. Dit komt vanwege het dynamisch effect dat het lengteverschil van de armen teweeg brengt. Z'n ene hand is namelijk twintig cm langer dan de andere, terwijl het op het oog toch harmonieus lijkt.
Alles aan het beeld is van belang: het hoofd, het lichaam, de schoenen. En met het maken van dit stadbeeld is rekenschap gegeven aan het plein, de bomen en zelfs de mensen die er langs en om lopen."
We lopen de Kloosterstraat verder in en vinden bij een splitsing een pleintje met daarop een beeld van Peter de Grote, geboren Peter Aleksejevitsj Romanov (Moskou, 9-6-1672 – Sint-Petersburg, 8-2-1725). Het memoreert aan het feit dat hij hier in 1717 voet aan wal zette. Op initiatief van Art Group International, met name Olga Iakovlevskaya, dat onder andere de culturele contacten tussen Rusland en België wil stimuleren. Met hulp van professor Waegemans en beeldhouwer George Frangulyan (Georgie Frangoelyan | Georgy Frangulyan | Georgi Frangoelan | Георгий Франгулян, Tbilisi (Georgia), 29-5-1945) werd dit standbeeld opgericht en tijdens het festival van 6 tot 8 oktober 1998 op de 7e onthuld. Het beeld - een geschenk van de Russische Federatie - kwam vrijdag 24 augustus 1998 aan in Antwerpen. Peter had hier drie dagen in april 1717 gelogeerd, toen hij op doorreis was naar een staatsbezoek aan Frankrijk waar hij tot 11 september zou verblijven. Ook hij verbleef toen in de Sint-Michielsabdij 44.
Aan het einde van de straat komen we uit bij de Scheldestraat. Hier was ook -voorlopig - de laatste stadsuitbreiding (1295-1315). Tot de volgende eeuw zou slechts nog een stukje oostelijke en noordelijke uitbreiding plaatsvinden om vervolgens enkele eeuwen stil te staan.
Op deze scheidingslijn zien we aan de overkant het terrein tussen de Waalskaai en Vlaamskaai met nu een 'enorm' parkeerterrein.
In onze kinder- en pubertijd werd dit terrein bezocht wanneer de kermis er stond. Deze voormalige dokken - Steendok, Schippersdok en Kooldok, gegraven tussen 1879 en 1881 - waren tussen 1967 en 1969 alweer gedempt. Vanaf 1969 werd de Sinksenfoor verplaats van de Leien naar de deze gedempte dokken. Wegens geluidsoverlast is het vanaf 2015 verplaatst naar het voormalige rangeerterrein Spoor Oost. Het Sinksenfoor - dat hier al sinds de dertiende eeuw door de stad zwerft - is de kermis dat gehouden werd met Pinksteren en komt van het Middelnederlands cinxen, dat voortkomt uit het volkslatijn cinquagesima, wat neer komt om het vijftigdagenfeest. Vijftig dagen na Pasen is het Pinksteren. Dit weerspiegelt de religieuze kant.
Foor daarentegen heeft betrekking op de handel(sgeest) van de mens. Foor komt van Forum, en dat betekent markt. Deze diende de internationale handel en waren dus zeer belangrijk om als bevolking te kunnen (over)leven. Een waar veel mensen zijn, daar komen mensen op af die mensen vermaken, om zo zelf hun kostje te verdienen.
Deze kermis is uitgegroeid tot een weken durend feest. In 2016 duurde het feest van zaterdag 14 mei tot zondag 19 juni, zeven weken lang 45.
Wij besluiten dat dit het verste punt is dat we lopen en gaan weer terug richting het oude centrum. Via de Sint Michielskaai, Fortuinstraat, weer een stukje Kloosterstraat, komen we in de Korte Vlierstraat, dat uitkomt op een pleintje, de Sint-Andriesplaats. Hier staan een aantal fraaie panden die in het oog springen. Zo ook het pand waarin op 15-16 oogst 1885 de Belgische Werkliedenparty (BWP) gesticht werd, aldus het herinneringsbordje.
We zwerven verder over de Steenbergstraat en Aalmoezenierstraat, gaan de Bredestraat in, waar we langdurig zicht houden op de politietoren Oudaan, die we ook zo goed van het MAS konden zien. Via de Kleine Markt lopen we de Kammenstraat in, om op de IJzerenwaag een terrasje te pakken. Op deze Theodoor van Rijswijckplaats, zoals het pleintje heet, staan een beeld van - heel verrassend - Theodoor van Rijswijck. Theodoor van Ryswyck (Antwerpen, 8-7-1811 - Antwerpen, 7-5-1849) was naast schrijver, dichter en mede-oprichter van het dagblad Vlaemsch België - dat slechts kort verscheen, van 1 januari tot 22 november 1844 - ook de mede-heroprichter van de rederijkerskamer De Olijftak in 1835. Het beeld werd in 1864 gemaakt door Léonard De Cuyper (Antwerpen, 1-1-1813 – Antwerpen, 18-2-1870) 46.

Constantijn Huygens | 1996, Theodoor van Rijswijckplaats, Antwerpen.
Waar we, naast het beeld van Theodoor van Ryswyck, ook moeilijk omheen kunnen, maar dan zelfs letterlijk, is het herdenkingsschrift aan Constantijn Huygens (Den Haag, 4-9-1596 – Den Haag, 28-3-1687). Ook dit nodigt natuurlijk uit om eens te kijken welk verhaal dit verteld. De moeder van Constantijn, Susanna Hoefnagel (Antwerpen, 28-10-1561 – Den Haag, 16-5-1633) kwam uit Antwerpen, waar ze werd geboren als dochter van Jacob Hoefnagel en Elisabeth Veselaer. Constanstijn was van vele markten thuis. Dichter, geleerde, componist, architect, diplomaat, secretaris van twee Oranjes, Willem II en Frederik Hendrik. Als dichter - zoals we kunnen lezen op het herdenkingsmonument - schreef hij vanaf zaterdag 20 september tot en met zaterdag 27 september 1653 aan de klucht Trijntje Cornelis. Hierna werd er nog in geschrapt en aangepast.

Tryntje Cornelis. Klucht / Constantin Huygens. - 's Graven-hage : Adrian Vlack, 1657
Het verhaal op zich is waarschijnlijk niet origineel, een ander bundel De gaven van de milde St. Marten waarvan eerdere edities waren, kent een soortgelijk verhaal.
Desalniettemin wordt het een monument en meesterwerk gevonden.
Ook van deze klucht is een wandelroute te lopen 47.

Wanneer wij ons drankje op hebben, lopen wij ons eigen route verder. Doelloos zal het niet meer zijn, want met z'n allen gaan we op zoek naar een restaurant om te gaan eten. We lopen daarom via de Kammenstraat en Oude Koornmarkt richting de Grote Markt. Na de Tempelstraat en het pleintje voor de kerk, gaan we verder door de Maalderijstraat over de Grote Markt naar de Torfbrug. Hierna komen we voor Het Vermoeide Model op de Lijnwaadmarkt te staan. Wanneer we achteromkijken de Torfburg in, valt ons oog op het burgerhuis dat de merkwaardige naam Witten Helm (URI ID: 4047) draagt. Het Vermoeide Model, is een mooie gelegenheid om te gaan eten, dus deze houden we in ons achterhoofd. We lopen echter eerst nog even door over de Lijnwaadmarkt. Via de Melkmarkt lopen we nu even door de Vleminckstraat. Daarna is het afgelopen met de gezelligheid. Teruglopen doen we niet en dus nemen we een stukje Sudermanstraat, Korte Nieuwstraat en Sint-Katelijnevest om weer richting de O.L.V.-kathedraal te wandelen. Zo komen over de Wijngaardbrug bij de Wolstraat. Hier zien we een opvallend zijstraatje dat ons naar de Hendrik Conscienceplein brengt. Daarover zo meer. Eerst wordt de aandacht getrokken door een muurbeeld. Ook dit - tijdelijk - beeld (Green) silverscreen van Nadia Naveau (Brugge, 1975) valt binnen het kader van 11 Kunstenaars Tegen De Muur. Deze past hier helemaal in de sfeer en het zou er zo al een eeuw kunnen hangen. Dit hernieuwende venster op de tijd laten hangen, is dan ook de suggestie onzerzijds 48.

Hendrik Conscience | 1883 | Frans Joris, Hendrik Conscienceplein, Antwerpen.
Dit toegangsstraatje tot het plein draagt dezelfde naam als het plein, maar het plein ademt een heel andere sfeer. Of we nu kijken naar wat we het eerst zien, de stadsbibliotheek (voormalige sodaliteit van de jezuïeten) met daarvoor de naamgever van het plein Hendrik Conscience, zichtbaar vermoeid, zittend in z'n stoel met de krant op schoot, uitleg gevend óf we draaien ons om en zien de Sint-Carolus Borromeuskerk met zijn lokfaçade van zeventiende-eeuws barokarchitectuur. De jezuïetenorde pakten na de Contrareformatie (de hervormde benaming als door hun gedachte reactie op hun Reformatie) of Katholieke reformatie en na de grote brand van 1718 flink uit met de herstelwerkzaamheden van hun voormalige gebouwen die ze vanaf 1556 hier gingen bouwen.
In 1879 wordt de sodaliteit aan de stad verkocht en wordt de stads- en volksbibliotheken uit het Stadhuis naar dit pand verplaatst.
Hendrik Conscience (Antwerpen, 3-12-1812 – Elsene, 10-9-1883) groeide op in Sint-Andrieskwartier. Zoals we net te weten zijn gekomen richtte Van Ryswyck in 1835 opnieuw De Olijftak op, waarin Conscience wordt opgenomen. Hij zal een stimulans voor de 'Vlaamse bewustwording' blijken. Immers, België zal zich in 1830/1831 los maken van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, dat pas in 1839 door koning Willem I erkend werd.
Door zijn zwakke gezondheid was hij tot zijn zevende aangewezen op moeders Antwerpse verhalen. Hij werd daarna sterk genoeg om ook de straat op te gaan en werd daar een verteller. Hij bracht het op zijn eigen school tot hulponderwijzer. Voor een kleine militaire carrière tijdens de Belgische Revolutie tekende hij ook. En vervolgens lag natuurlijk een carrière als Vlaamsgezind volksschrijver in het verschiet. Om in leven te kunnen blijven werd hij daarnaast hovenier. De historische, niet geheel waarheidsgetrouwe De leeuw van Vlaanderen was in 1838 zijn doorbraak, waarmee hij de man werd die zijn volk leerde lezen.

De leeuw van Vlaanderen : jubeluitgave 1812-1912 voor de stad Antwerpen / Hendrik Conscience. - Antwerpen : Voor de Stad Antwerpen gedrukt door J.-E. Buschmann, 1912 (Naar de oorspr. uitg. 1838)

Geschiedenis van België / Hendrik Conscience. - Antwerpen : J.-E. Buschmann / Brussel : Alex. Jamar, 1845
In het later geschreven en in 1845 uitgegeven Geschiedenis van België probeerde hij de historie beter tot zijn recht te laten komen. Ook hij was in 1844 medeoprichter van het al genoemde Vlaemsch België. Het beeld van hem, gemaakt door Frans Joris (Deurne, 25-3-1851 - Antwerpen, 23-10-1914) zou in bijzijn van Conscience onthuld worden op 13 augustus 1883, maar dit was hem door een ziekbed niet gegund. Een kleine maand later overleed hij.
Na zijn dood werd de roep groter om het verleden af te schudden en naturalistischer werk te produceren. Net als het creëren van beelden van 'Vlaamse' en Belgische helden, een noodzaak van een pas gecreëerde natiestaat. Het is een kunstmatig geheel 49.
Het poortje dat we zien, daar willen we natuurlijk onderdoor. Hier komen we plaquette tegen van August Snieders (Bladel, 8-5-1825 - Borgerhout, 19-11-1904), die net als Conscience - en tevens als zijn gelijke wordt gezien - auteur was en een groot oeuvre op zijn naam heeft staan. Hij schreef echter al iets minder romantisch en meer op een realistisch toon en dus meer naturalistischer werk. Vanaf 1877 moest hij echter niets meer hebben van 'de Nieuwe beschaving'.
Hij werd beschouwd als de beste Vlaamse journalist van zijn tijd. Ervaring heeft hij dan ook. Vanaf zijn twintigste werd hij redacteur (1845) van Het Handelsblad. Vier jaar later werd hij hoofdredacteur, een functie dat hij vijftig jaar zou volhouden. Hij ondersteunde ook vurig het plan om de Katholieke Vlamingen te verenigen. In 1893 woonde hij in de Van Leriusstraat 24 te Antwerpen. Hij was in deze periode lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 50.
Door het tunneltje komen we uit op de hoek van de Jezuïetenrui en de Leeuw van Vlaanderenstraat. Met voorgaande uitleg behoeven de straatnamen geen verdere uitleg.
Wij volgen de Leeuw van Vlaanderenstraat naar de Hoofdkerkstraat en Moriaanstraat. De laatste laat zich - volgens onze Gids - verklaren doordat de kooplieden van de familie Tucher uit Neurenberg een morenhoofd in hun wapen droegen. We vinden het tegenwoordig ook nog op het bier-etiket. Ook de Hanze - die om de hoek aan de Koepoortstraat zaten - gebruikten voor hun panden namen die Moors geïnspireerd waren 51.
In de straat zien ook nog een gebouw dat 'in between' is.
We maken ons rondje af door via de Korte Koepoortstraat, Kaasrui en Torfbrug weer bij Het Vermoeide Model uit te komen, waar we naar binnen gaan. We lopen meteen door naar boven om te kijken of er nog plaats is op het dakterras. Het blijkt dat er nog plaats is en dus nemen we plaats. Het uitzicht over de daken is indrukwekkend, al zien we ook slecht onderhoud.
We genieten van het uitzicht en laten het eten en drinken ons goed smaken.

De dag was weer lang en we hebben weer ontzettend veel gezien. We lopen daarom maar rustig naar richting de metro om weer naar ons logies te gaan.

Brabo | 1490 | Quinten Metsys, Blauwmoezelstraat, Antwerpen.
Hiervoor moeten we naar de andere kant van de O.L.V.-kathedraal. Voor de zoveelste maal lopen we over de Blauwmoezelstraat. Wanneer we het hoekje om gaan, zien we - voor het eerst bewust - een waterput. Of beter, dè waterput. Het zou gaan op de put van Quinten Metsys (Leuven, ± 1466 - Antwerpen, 1530), dat voorheen de bornput voor het oude Stadhuis was. Op de oude tekening van het oude stadhuis, die we gisteren bespraken, komen we inderdaad een soortgelijk waterput met smeedijzer versiering erboven, tegen. Quinten Metsys komen we in vele schrijfvarianten tegen. Ook de put komen we in verschillende vormen tegen. De huidige is rond, daarvoor was het vierkant. Deze ronde heeft de inscriptie Dese putkevie werd gesmeed door Quinten Metsijs - De liefde maeckte van den smidt eenen schilder. Het verhaal zou gaan dat de smid Metsys als maker van het smeedwerk rond 1490, verliefd was op de schildersdochter en daarom ging schilderen. Hij wordt immers gezien als een van de laatste van de Vlaamse Primitieven.
Ook op dit smeedwerk vinden we Brabo terug. Aangezien dit pleintje - Handschoenmarkt - ook ooit een begraafplaats was, Klein of Steenen Kerckhoff, is de plaats van dit putkevie niet vreemd gekozen. Quinten werd namelijk op dit kerkhof begraven 52.
We lopen verder, en moeten natuurlijk de ingang van deze zijde van de O.L.V.-kathedraal ook nog even vastleggen. Daarna nemen we de al besproken Jan Blomstraat en komen we weer op de Groenplaats uit, waar we vanochtend begonnen zijn.

noten:
1. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 31; Inventaris Onroerend Erfgoed - Jan Blomstraat: URI ID: 100850; Het vleeshuis : Slagerspaleis van Antwerpen / Jan Lampo. - Leuven : Davidsfonds, 2004. - ISBN 90-5826-275-6. - p. 71-72; 1800 - 1914 De 'gotische' kathedraal: een herontdekt monument p. 3-4;
2. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 29-31; Wikipedia Jan Appelmans, Pieter Appelmans, Herman de Waghemakere; Het vleeshuis : Slagerspaleis van Antwerpen / Jan Lampo. - Leuven : Davidsfonds, 2004. - ISBN 90-5826-275-6. - p. 27-28;
3. Standbeelden.be Jef Lambeaux; Wikipedia Jef Lambeaux; Delcampe Monument " APPELMANS " door Jef Lambeaux; Onze-Lieve-Vrouw Kathedraal / Andrea Brewée Beeldengroep "Het monument van de Torenbouwer van Pieter Appelmans"; Gazet van Antwerpen : Metropool Stad, 23-6-2012 De Antwerpse erfenis; Bestuur der Schone Kunsten. Vroeger Fonds. Storting 1957. / Het Rijksarchief in België Beschrijving van de series en archiefbestanddelen; Leidsch Dagblad, 10-6-1908, p. 1 Jef Lambeaux; Algemeen Dagblad, 25-06-1904, p. 2;
4. Vascobelo V-bar Antwerp: my favorite place / Nullum Microwaveum; Koffiemerk Vascobelo opent V-bar in Antwerpen / KNACK; Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 16-17; Schoonselhof: Berchem Auguste Nottebohm; Het Handelsblad van Antwerpen, 19-9-1878 p. 2; Het Handelsblad van Antwerpen, 19-10-1886 p. 2: De fontein-Lambeaux; Het nieuws van den dag : kleine courant, 20-8-1886 p. 3; De openbare heldenverering in Antwerpen. Het oprichten van standbeelden als uitdrukking van maatschappelijke tendensen en discussies (1830-1914) / Bert Evens August Nottebohm, noot 231; Geschiedenis – Brabo / Jan Lampo; Wikipedia Druon Antigoon, Willem van Berchen, Godfried van Bouillon, Wolfram von Eschenbach; Biographisch woordenboek der Nederlanden : II / Jacques Alexandre de Chalmot. - Amsterdam : Johannes Allart, 1798. - p. 316 Berchem (Willem van); Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek : deel 4 / P.C. Molhuysen, P.J. Blok (redactie). - Leiden : A.W. Sijthoff, 1918. - p. 108-109 Berchen, Willem van; Kroniek van Gelre of De nobili principatu Gelrie et eius origine Wilhelmus de Berchen, Willem van Berchen;
5. Wikipedia Antwerpen (stad);
6. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 13;
7. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 35;
8. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 36; Retroscoop Het Hansahuis te Antwerpen / Benoit Vanhees (v19-10-2014); Standbeelden.be de scheepvaart, de elbe, de handel, de rijn, de wezer, de schelde; Wikipedia Mercurius (mythologie), Hermes (mythologie), Nehalennia (godin);
9. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 37;
10. Gazet van Antwerpen, 20-12-2015 10:57 Legendarische stadsgids vereeuwigd met standbeeld / ILPR, 11/12/2015 15:13 Stadsgids George Van Cauwenbergh krijgt standbeeld / IL; Cartoon-Productions Monument voor George Van Cauwenbergh ingehuldigd; Gesprekken met hedendaagse kunstenaars Interview met Frans Heirbaut (1948), Sinaai, maart 2014. / Hilde Van Canneyt;
11. Het vleeshuis : Slagerspaleis van Antwerpen / Jan Lampo. - Leuven : Davidsfonds, 2004. - ISBN 90-5826-275-6. - p. 158-159; Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 52-54;
12. Wikipedia Museum aan de Stroom; Anieuws, 15-9-2006 15:10 Eerste steen gelegd voor MAS;
13. 9789058262769. - p. 163;
14. Wikipedia Neutelings Riedijk Architecten, Willem Jan Neutelings, Michiel Riedijk; RKD Michiel Riedijk noemt 1961 als geboortejaar;
15. Panorama MAS [folder]; HLN.BE Regio Antwerpen 14-9-2016 02:54: Politietoren wordt mogelijk omgevormd tot wooncomplex Oudaan verkocht voor 25,5 miljoen euro / Nina Bernaerts, Pieterjan Braet, Saskia Castelyns; Antwerpen | Stedeman Politietoren Oudaan; Wikipedia Boerentoren, Emiel Van Averbeke, Politietoren, Renaat Braem;
16. Wikipedia Appartementsrecht;
17. facebook Daisy Boman Bedrijfsgegevens;
18. Daisy Boman The Antwerp Whisperer; Gazet van Antwerpen Metropool Stad, 9-6-2015 Psssst... hier is een boodschap voor u Interactief kunstwerk Antwerpse Fluisteraar aan MAS moet dé toeristische trekpleister worden / Koen de Beuckeleer
19. Wereldhaven : Over handel en scheepvaart / Philip Heylen, Marc van Peel (voorwoord). - MAS Books p. 15;
20. UiO Museum of Cultural History The story begins, An elegant vessel; Wikipedia Oseberg Ship;
21. Wereldhaven : Over handel en scheepvaart / Philip Heylen, Marc van Peel (voorwoord). - MAS Books. - p. 18-19; Pinassen, Fluiten en Galjassen : Zeilschepen van de Lage Landen - Kustvaar en Grote Vaart / Hans Haalmeijer. - Alkmaar : De Alk, 2009. - ISBN 978-90-6013-308-8. - p. 169-171, meldt 1252 als jaartal pleit op 't Zwin; Middelnederlandsch Handwoordenboek / J. Verdam, C.H. Ebbinge Wubben (bewerking). - 's-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1973. - ISBN 90-247-0713-7. - p. 468; Bijdragen tot de Oudheidkunde en geschiedenis, Vijfde deel / H.Q. Janssen, J.H. van Dale. - Middelburg : J.C. & W. Altorffer, 1860. - p. 1, 17-20, 47; Wikipedia Kogge, Pleit, meldt 1256 als jaartal pleit op 't Zwin, Boegspriet, Roer (schip), Stevenroer;
22. Die Fugger : Geschichte einer Augsburger Familie (1367-1650) / Mark Häberlein. - Stuttgart : Kohlhammer, 2006. - ISBN 978-3-17-018472-5. - p. 28, 55-57;
23. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 81;
24. Bernaerts Highlights Louis Van Engelen (1856-1940); Leonhard Tietz - Antwerpen Leonhard Tietz, de "canotier" of de strohoed; Erfgoedbank Kempens Karakter Lier, Louis Van Engelen;
25. rkd Jean Baptiste Bonnecroy;
26. Tom Lanoye Het MAS-MEDAILLON van Hautekiet & Lanoye, Medaillons door Tom Lanoye en Tom Hautekiet: ode aan stad, haven, stroom en wereld op een kleinood; Wikipedia Palmanova, Bernardo Rossellino, Pienza, Sforzinda, Filarete; Unescosites: Pienza, the unknown village which became a papal residence, Historical information; Jeugdliteratuur Tom Hautekiet;
27. Uit eerste Hand FAQ; MAS: Architectuur Medaillons en handjes; NRC Handelsblad, 19-05-2011 Een museum voor alle zintuigen / Bernard Hulsman;
28. MAS: Water is er te zien? Museumplein met ‘Dead Skull’; Wikipedia Luc Tuymans; Het Stille pand Luc Tuymans (1958-);
29. Het online MAS-kaartje AS.1943.009.108 en papieren informatiebordje geven verschillende jaartallen weer;
30. Wikipedia Jan Michiel Ruyten;
31. SlideShare Marie Marinus Presentations: De sint michielsabdij en de Antwerpenaren : Geschiedenis van een bewogen relatie / Marie Juliette Marinus;
32. Na-kaarten over Antwerpen / Guido De Brabander, J. Blommaert (foto's). - Brugge : Van de Wiele, [1988]. - ISBN 90-6966-039-3. - p. 8-9; History of Belgium-region = Geschiedenis van onze gewensten 800-1800 / Johan Andriessen: Maps;
33. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 181, 261-2632; Middelnederlandsch Handwoordenboek / J. Verdam, C.H. Ebbinge Wubben (bewerking). - 's-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1973. - ISBN 90-247-0713-7. - p. 480; Wikipedia Quatertemperdagen, Albrecht Dürer, Jean-Baptiste Gramaye;
34. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 260;
35. Wikipedia Tanchelm, Waldenzen, Katharen, Protestantisme, Antisacerdotalisme; Geschiedenis – De Antwerpse ketters Tanchelm en Guillielmus Cornelis / Jan Lampo; Bishops, Authority and Community in Northwestern Europe, c. 1050-1150 / John S. Ott. - Cambridge : Cambridge University Press, 2015. - ISBN 978-1-107-01781-8. - An Age of Experimentation p. 72-95;
*//* Andere recente en minder recente titels waarin over hem geschreven wordt, zijn:
*||* The Devil's world : heresy and society, 1100-1300 / Andrew Roach. - Harlow/New York : Pearson Education, 2005. - ISBN 978-0-582-27960-5
*||* Conflict en demonisering : De volksprediker Tanchelm in Zeeland en Antwerpen / Jaap van Moolenbroek, p. 84-133 (in: Jaarboek voor middeleeuwse geschiedenis, 2004, 7. - Hilversum : Verloren, 1998-2012. - ISBN 978-90-6550-848-5)
*||* Een brief over een ketter / Peter Jonkman, p. 13-20 (in: Madoc, vol. 25 (voorjaar 2011), afl. 1. - ISSN 0922-369X)
*||* Tanchelijn : Beantwoording der prijsvraag, uitgeschreven door de Academie: 'Faire connaitre la vie de l'hérésiarque Tanchelin ou Tanchelm, exposer ses doctrines et en apprécier l'influence sur les idées religieuses des Anversois au XIIe siècle' / H.Q. Janssen. - Antwerpen : J.-E. Buschmann, 1867
*//* romans:
*||* Tanchelm / Reinold Vugs. - Zoetermeer : Uitgeverij Tanchelm, 2009. - ISBN 978-94-9061301-3
*||* De ring van Möbius 2 : opstellen over [...] Tanchelijn, [...] en zo / Hubert Lampo. - Amsterdam [etc.] : Paris-Manteau, 1972. - ISBN 90-223-0345-4
*||* Tanchelijn : kroniek van een ketter : geen historisch toneelstuk in vijf bedrijven / Harry Mulisch. - Amsterdam : De Bezige Bij, 1960
*||* Tanchelm / door G. C. Hoogewerff. - Amsterdam : N.V. Uitg. Mij. E.J. Bosch Jbzn., [1930?]
In Delpher zijn talloze documenten te vinden!
36. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 186-188;
37. De stad Antwerpen van de romeinse tijd tot de 17de eeuw : Topografische studie rond het plan van Virgilius Bononiensis 1565 / L. Voet, G. Asaert, H. Soly, A. Verhulst, F. de Nave, J. van Roey. - Historische uitgaven pro civitate, reeks in-4º, nr. 7. - Gemeentekrediet van België, 1978. - p. 44-45, 50, 68; Poorterswoning in de Sinjorenstad : 1986-2016/ Paul Boits. - Antwerpen : Pelgrom, 2016; Zu Besuch im Museum Poorterswoning Antwerpen / Ulrich M. Alexander
38. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 113-114; Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek : deel 5 / P.C. Molhuysen, P.J. Blok (redactie). - Leiden : A.W. Sijthoff, 1921. - p. 533-534 Pot, Petrus / J. Fruytier; Geschiedenis van Antwerpen : sedert de stichting der stad tot onze tyden / Frans Hendrik Mertens, Karel Lodewijk Torfs. - Antwerpen, Rederykkamer de Olyftak, 1845. - Tweede tijdvak, p. 306, Het Steen doorsnede p. 310, Derde tijdvak, p. 52-62, 176, 349-350, 354; Topografisch-historische atlas : Catalogus van de Topografisch-Historische Atlas (comp. 2001-2500) / K. Devolder 2047; Bibliorare Détails du lot n°371; Wikipedia Paus Eugenius IV, Sint-Salvatorkerk (Utrecht), Slag bij Montlhéry, Honderdjarige Oorlog; Middelnederlandsch Handwoordenboek / J. Verdam, C.H. Ebbinge Wubben (bewerking). - 's-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1973. - ISBN 90-247-0713-7. - p. 123; Het Stille pand Roggeverdoemeke; Krollemol Roggeverdommeke – Rogge krenten Rozijnen Brood; Twitter: #roggeverdommeke Roggeverdommekes in Dordrecht;
39. Kontich-Waarloos vroeger & nu Pieter Pot en de heks van Pluysegem / Frank Hellemans (naar Robert Van Passens Geschiedenis van Kontich);
40. Geschiedenis van Antwerpen Rooseveltplaats / Eli Verbraeken;
41. Wikipedia Jules Pecher, Jacob Jordaens; rkd Jacob Jordaens;
42. Wikipedia Willem Elsschot, Citaat; dbnl - Aspecten van de Vlaamse roman, 1927-1960 Willem Elsschot; Het Dwaallicht / Willem Elsschot (naar de tweede druk, spelling gemoderniseerd); Antwerpen Boekenstad Citatenroute Elsschot; “Met Buik en Gat” : Een historisch-kritische editie van Het Dwaallicht van Willem Elsschot als uitgangspunt voor tekstinterpretatief onderzoek naar de groteske dimensie in de roman / Tessa Foubert. - Gent : Universiteit Gent, 2015; Red Dwalen door Antwerpen met Willem Elsschot; Inge, 26-02-2011 Het Dwaallicht; literatuur verslagen Ida Dwaallicht; NoahLiteratuur Willem Elsschot - Dwaallicht; Mail 11-12-2016 / Kristoffel Boudens;
43. Wikipedia Abraham Ortelius;
44. Wikipedia Peter I van Rusland; De Morgen, 8-6-1998 Een standbeeld voor Peter de Grote in Antwerpen; De Morgen, 24-8-1998 Peter de Grote in Antwerpen; 't Scheldt De tsaar van Groot Rusland in de Republiek / Katelijne; Antwerpen mijn geboortestad / Alfons Van Camp Peter de Grote; Gazet van Antwerpen : Divers Antwerpen 29-10-2009: "Een Rus kan moeilijk antwoorden op de vraag: Alles goed?" | "Mijn baboesjka hef me opgevoed" : Olga Iakovlevskaya haalt banden aan tussen Rusland en België, p. 4-5; Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 147; Sculptor Georgy Frangulyan site: Monument to Peter the Great / Georgy Frangulyan;
45. Wikipedia Steendok, Kooldok, Schippersdok Zuiderdokken, Sinksenfoor (Antwerpen); Kermisfeest Sinksenfoor 2016 (De kermis in Antwerpen), Onze kermisfeesten, kermissen en feesten van de beschermheiligen; 46. Wikipedia Theodoor van Ryswyck, Vlaemsch België, De Olijftak (Antwerpen), Léonard De Cuyper;
47. Wikipedia Constantijn Huygens, Susanna Hoefnagel; digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren (dbnl) Trijntje Cornelis / Harrie Hermkens, Paul Verhuyck;
48. H Art 22 juni 2016 11 kunstenaars tegen de muur in Antwerpen, zie ook Born in Antwerp - 11 Artists against the wall from Niko Caignie on Vimeo van 4:27-5:30; Wikipedia Nadia Naveau;
49. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 167-171; Wikipedia Contrareformatie, Hendrik Conscience, Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, Geschiedenis van België, Belgische Revolutie, Naturalisme (literatuur), Frans Joris; Inventaris Onroerend Erfgoed - Sint-Carolus Borromeuskerk, Sodaliteit en Professenhuis: URI: ID: 4118; Antwerpen : Biografie van een stad: II Het Calimerocomplex van de stad / Marnix Beyen, Luc Duerloo, Herman van Goethem, Carolien van Loon. - p. 79, 85, 90, V. Rubensmania : De complexe constructie van cultuur in heden en verleden / Brecht Deseure, Henk de Smaele, Guido Marnef, Bart Tritsmans. - p. 190, 192, 194;
50. Wikipedia August Snieders; dbnl: De Nederlandse en Vlaamse auteurs / G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse: Snieders, August; dbnl: Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid / K. ter Laan: [August Snieders]; Jaarboek der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, 1893, zevende jaar. - Gent : A. Siffer, 1893, 1894 p. 56, p. 89, p. 56;
51. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 231; 52. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 30; Antwerpen : Biografie van een stad: IV. Anders gaan leven? : Spanningen en conflicten over stad en leefmilieu / Tim Soens, Peter Stabel, Bart Tritsmans. - p. 156; BALaT Belgian Art Links and Tools Putkevie; Wikipedia Quinten Massijs (I), Vlaamse Primitieven;

internetraadpleging: 17-11 - 16-12-2016




Jan Blomstraat, Antwerpen


Aan bouwmeester Appelmans | 1906 | Jef Lambeaux, Jan Blomstraat, Antwerpen


Belfort-/Noordertoren - O.L.V.-kathedraal, Handschoenmarkt, Antwerpen


Brabo | 1887 | Jef Lambeaux, Grote Markt, Antwerpen


Brabo | 1887 | Jef Lambeaux, Grote Markt, Antwerpen


Brabo | 1887 | Jef Lambeaux, Grote Markt, Antwerpen


Brabo | 1887 | Jef Lambeaux, Grote Markt, Antwerpen


Brabo | 1887 | Jef Lambeaux, Grote Markt, Antwerpen


Kaasstraat, Antwerpen.


George van Cauwenbergh (1920-2007) gidste de wereld door Antwerpen | 2015 | Frans Heirbaut, Willem Ogierplaats, Antwerpen.


Traptoren, Het Vleeshuis, Antwerpen.


the Beatles, Het Vleeshuis, Antwerpen.


MAS, Antwerpen.


Kattendijkdok (42), MAS, Antwerpen.


Oude Centrum aan de Schelde, MAS, Antwerpen.


deel van The Antwerp Whisperer | 2015 | Daisy Boman, MAS, Antwerpen.


keersluis Jachthaven Antwerpen, MAS, Antwerpen.


vissersboot, 11e eeuw, MAS, Antwerpen.


Vikingschip Oseberg, MAS, Antwerpen.


pleit, middeleeuwen, MAS, Antwerpen.


boeienvaarder, 1350, MAS, Antwerpen.


koopvaardijschip, MAS, Antwerpen.


Antwerpia in Brabancia | ± 1540 | anoniem, MAS, Antwerpen.


Tegeltableau met een zeilende smak | ± 1750-1775 | Paul Karsten (toegeschreven), MAS, Antwerpen.


Wah Kel, Chinees restaurant, MAS, Antwerpen.


Een zondagmiddag op Sint-Anneke | 1887 | Louis Van Engelen, MAS, Antwerpen.


Gezicht op de rede van Antwerpen | 1887 | Jean Baptiste Bonnecroy, MAS, Antwerpen.


De Spaanse Furie | 1576-1585 | anoniem, MAS, Antwerpen.


De handjes | 2010 | anoniem, MAS, Antwerpen.


Brouwersvliet, Antwerpen.


Brouwersvliet, Antwerpen.


[Madonna vertrapt ketter Tanchelm] | [Walter Pompe ?] | [1703-1777 ?], Vekestraat, Antwerpen.


Halfmanengang, Antwerpen.


Halfmanengang, Antwerpen.


hoek Sint-Jacobstraat/Sint-Jacobmarkt, Antwerpen.


De Grooten Robijn | ± 1740 | Jan Pieter van Baurscheit, hoek Lange Nieuwstraat/Pruynenstraat, Antwerpen.


Pelgrom, Pelgrimstraat, Antwerpen.


Pelgrom, Pelgrimstraat, Antwerpen.


Pelgrom, Pelgrimstraat, Antwerpen.


Pelgrom, Pelgrimstraat, Antwerpen.


Pelgrom, Pelgrimstraat, Antwerpen.


Pelgrom, Pelgrimstraat, Antwerpen.


Vlaaikensgang, Antwerpen.


Vlaaikensgang, Antwerpen.


Vlaaikensgang, Antwerpen.


Jacob Jordaens | 1884 | Jules Pecher, Oever, Antwerpen.


Hier zit het aardige meisje op jullie te wachten | 2010 | Pieter Boudens, Kloosterstraat, Antwerpen.


Mercator-Orteliushuis, Kloosterstraat, Antwerpen.


Mercator-Orteliushuis, Kloosterstraat, Antwerpen.


Peter de Grote | 1998 | George Frangulyan, Kloosterstraat, Antwerpen.


Stichtingsgebouw Belgische Werkliedenparty, Sint-Andriesplaats, Antwerpen.


Theodoor van Ryswyck | 1864 | Léonard De Cuyper, Theodoor van Rijswijckplaats, Antwerpen.


Theodoor van Rijswijckplaats, Antwerpen.


Witten Helm, Grote Markt, Antwerpen.


Het Vermoeide Model, Lijnwaadmarkt, Antwerpen.


(Green) silverscreen 2016 | Nadia Naveau, Hendrik Conscienceplein, Antwerpen.


Stadsbibliotheek, Hendrik Conscienceplein, Antwerpen.


Borromeusgevel, Hendrik Conscienceplein, Antwerpen.


August Snieders | 1927 | Simon Joossens, Hendrik Conscienceplein, Antwerpen.


Moriaanstraat, Antwerpen.


torentje (van dakterras Vermoeide Model), Antwerpen.


putkevie | 1490 | Quinten Metsys, Blauwmoezelstraat, Antwerpen.


hoofdingang O.L.V.-kathedraal, Blauwmoezelstraat, Antwerpen.






Dag 20: Antwerpen

kaart 20

Aangezien dit de laatste dag van ons verblijf is, pakken we onze koffertjes weer in en nemen we afscheid van de familie. We willen nog door de Sint-Annatunnel onder de Schelde door, naar het museum Het Vleeshuis en een boottochtje over de Schelde. Op advies van de familie gaan we met de auto naar de Beatrijslaan waar het een paar honderd meter van de ingang van de Sint-Annatunnel gratis parkeren met een blauwe schijf is.
Dit advies volgen we vanzelfsprekend op en tien minuten later parkeren we de wagen vlakbij een Velo-station waar je een leenfiets kunt huren. De fiets kun je vervolgens op talloze plekken weer achterlaten. Handig voor die iets grotere afstanden. Wij gaan met onze vertrouwde benenwagen verder.



toegangsgebouw Sint-Annatunnel | Emiel Van Averbeke


Sint-Annatunnel, Antwerpen.

      Antwerpen
Zoals verteld diende de stad Antwerpen in ruil voor de annexatie van dit stuk Vlaanderen onder andere een voetgangerstunnel aanleggen. De Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever c.v. (IMALSO), dat op 9 maart 1929 werd opgericht, gaf de opdracht aan de Compagnie Internationale des Pieux Armés Frankignoul - het in 1911 door Edgar Frankignoul opgerichtte bedrijf, dat tegenwoordig Franki Foudations Belgium heet - om de Sint-Annatunnel te bouwen. De bouw van de 572 meter lange tunnel duurde van 28 juni 1931 tot 14 augustus 1933. Op 10 september 1933 werd de tunnel ingewijd door koning Albert I. Om de tunnelbuis te bereiken moeten we via het toegangsgebouw - ontworpen door architect Emiel Van Averbeke (Berchem, 10-7-1876 - Deurne, 1-2-1946) - met twee houten roltrappen naar beneden, want het voetpad ligt 31,57 meter onder de deksteen van de kaaimuur van de rechteroever
1.
De eerste keer dat je de tunnel bezoekt is het toch wel een bijzondere happening, zo onder de machtige rivier de Schelde doorwandelen. Het is nog tamelijk rustig in de tunnel, wanneer wij het betreden. Dit geeft een mooi dieptewerking in het beeld. Aan het einde komen we een soort van 'prehistorisch' sticker-art tegen, dat met pijl en boog op herten jagende mensen moet voorstellen. Deze street-art is begin februari 2016 aangebracht door een onbekende maker. Uit het feit dat het een half jaar later nog te zien is, blijkt de waardering voor het werk/idee en de tolerante zienswijze van de bestuurders van dit moment en de bevolking, waarmee de stad is gezegend 2.

Weer boven de grond gekomen gaan we weer op zoek naar een ontbijtje. Deze vinden we al spoedig bij Break Point op het hoekje van de Hoogstraat en Reyndersstraat, waar we heerlijk in het zonnetje in de vensterbank gaan zitten. Het geserveerde ontbijtje met jus, heerlijke cappuccino en enkele broodjes is precies wat we nodig hebben om de dag goed te starten. Halverwege ons ontbijt schuift aan een leeg tafeltje een nieuwe ontbijter aan, waarmee een aardig gesprek over de omgeving wordt gevoerd. Een openstaand mens wordt er gelukkig van.

Het blijkt dat een paar pandjes verderop in de Reyndersstraat het huis van Jacob Jordaens staat - we kwamen zijn beeld aan de Oever gisteren al tegen. Dit zou tevens een uitgang hebben gehad naar de Hoogstraat, nabij huidige 45. Hoe we ons dit moeten voorstellen is niet geheel duidelijk, maar in zijn tijd zal de binnenplaats nog niet zo volgebouwd zijn als nu, al ontdekken we nu ook nog fraaie binnenplaatsbebouwing waar nauwelijks een mens zicht op heeft. Huidige technieken bieden echter een idee hoe het er ongeveer uitziet. Je kunt je eenvoudig voorstellen dat er aan de Hoogstraat een steegje heeft gezeten om op de binnenplaats te komen, dat dus toegang gaf tot alle panden aan deze binnenplaats. Jacob werd een eindje verderop - Hoogstraat 13, dat strak op de Vlaaikensgang naar de Pelgrimstraat loopt - geboren in een pand met een winkel voor linnengoed, Het Paradijs. Een herinneringsplaat in het midden van de pui geeft dit ook aan. Jacob Jordaens (Antwerpen, 19-5-1593 - Antwerpen, 18-10-1678) kennen we voornamelijk van zijn barok-schilderkunst 3.

Na het ontbijt lopen we de Vlasmarkt op. Deze veel voorkomende markt in diverse handelssteden - we kwamen het ook in Goes en Middelburg tegen - is voor de stoffenindustrie natuurlijk van groot (handels)belang.

Pieter Potkapel (1433), Grote Pieter Potstraat, Antwerpen
Deze straat was - zoals we al gelezen hebben - de zuidelijke straat van het blok dat Pieter Pot bezat. We vervolgen de route dan ook door de Grote Pieter Potstraat. Breed is deze straat ook niet te noemen. Het is een brede steeg met een chaotisch ogend wegdek. Het beeld van de straat wordt mooi gecorrigeerd door een van de torens van het Hansahuis van 1903. Door de zonnestand wordt de straat slechts verlicht door twee zijstraatjes, waardoor het contrast in de straat nog sterker wordt. Het eerste zijstraatje is de Kleine Pieter Potstraat. Hier vinden we fannatic. en Design Sales, zodat we het oude Pieter Potkapel, dat Pieter Pot in 1433 liet bouwen aan de Monsterstraat (de huidige Grote Pieter Potstraat) toch nog kunnen zien. Door de vestiging van deze zaak van Stefan Ver Eecke (designmeubels) en Fanny Maes (beddenzaak) is dit historisch erfgoed voorlopig van de leegstand bevrijd 4.

Aangezien het alweer tegen elven loopt, moeten we nu echter verder zonder te dralen naar het Museum Vleeshuis.

Het Vleeshuis, Repenstraat, Antwerpen
Wanneer we bij het gebouw aankomen, zien we aan de Repenstraatzijde nog de overdekte Burchtgracht onder het Vleeshuis doorlopen. Onze foto van het pand is een stuk anders dan een foto van Jacques van den Bemden die er eentje maakte rond 1875. Toen bevond zich boven de - toen ook al gedempte - Burchtgracht, onder het raam een Mariabeeld, geflankeerd door twee engeltjes en een lantaarn. Nu is het een kale muur, alsof er nooit iets gehangen heeft. Onder het rechterraam bevindt zich nu een soort deurpost met deur. Deze was omstreeks 1875 dichtgemetseld.
Zoals al geschreven is het opleverjaar van dit tweede Vleeshuis in het jaar 1504 geweest. Het heeft onderwijl het nodige meegemaakt, ook aan slechte renovaties en verbouwingen. De stad zal er uiteindelijk in slagen om het vleesverwerkingsbedrijf hier weg te krijgen, maar aangezien het particulier bezit is en tevens in onderdelen verhuurd, is nog niet eenvoudig gebleken om het pand leeg opgeleverd te krijgen. Op achttien december 1899 zal de Gemeenteraad instemmen met de koop dat op vijf december bij de notaris bevestigd wordt middels een handtekening. Het wordt voor een koopsom van 300.000 frank overgenomen.
In april 1901 verlaat de laatste huurder het pand. In augustus 1900 had de architect Alexis van Mechelen (Pulle, 1-5-1864 - Antwerpen, 16-3-1919) de opdracht voor de noodzakelijke grondige restauratie binnengehaald, nadat hij 12 juni 1900 een brief hierover aan de burgemeester, Jan van Rijswijck, had geschreven.
Papensteen: 18 X 8,5 X 4,5 cm, een regelmatige sterke baksteen, in rood en grijs gesmoord;
Klampsteen: 19 x 8,0 x 4,7 / 3 cm, sterk minder effen als papensteen, doffer, voor alle luchtgesteldheden.
Men gaat in 1901 van start en in 1904 echt. In een interview laat de architect weten dat ze elke steen hebben weggehaald en vervangen voor een nieuwe, zodat driekwart nieuw is. 307 duizend bakstenen worden er tussen 1903 - 1909 verbruikt. Hiervan zijn er 105.500 Papensteen en 202.500 Klampsteen.
Een fraai idee van Van Mechelen is de sleuf die hij aan de westkant laat graven - waar in zomer 1910 een smeedijzeren gotisch hek omheen wordt gezet (rechts op de foto) - zodat we inzicht krijgen in de toestand voor de overwelving. Hierdoor is het tandvlees van het gebouw teruggetrokken en komt de fundering van het gebouw bloot.
In datzelfde jaar krijgt de oostzijde - de huidige ingang - op de steunbeer een beeld van een veehandelaar en een slager, gemaakt door Jules Weyns. Van hem kwamen we eergisteren in de Lange Sint-Annastraat ook al het Sint-Franciscus beeld tegen.
Op 9 augustus 1913 gaat de benedenverdieping van het nieuwe museum (voor Kunstnijverheid) open. Wij gaan nu naar het Museum Vleeshuis om zeshonderd jaar muziek en dans te gaan aanschouwen aan de hand van onder andere allerlei muziekinstrumenten 5.

Nadat we de toegangsticket betaald hebben en ons hebben laten uitleggen hoe we met de app op ons mobiel de geluiden van de diverse muziekinstrumenten tevoorschijn kunnen toveren lopen we langs de vitrines.
We laten ons imponeren door de vele vreemde vormen die de instrumenten in vroegere tijden hadden. Naast de fysieke muziekinstrumenten zijn er ook nog vele bijzondere randzaken.
Een mooi voorbeeld hiervan is notenschrift uit de twaalfde eeuw, het zogenaamde Neumenschrift. De neumen zijn de notatietekens waarmee de Gregoriaanse gezangen werden vastgelegd. We zien hier de responsorialen "Sancta per orbem" en "lubente rege" uit de metten voor Sint-Gereon. Dit Gregoriaans zeer vroege ochtendgebed (middernacht) werd opgedragen aan de martelaar Gereon van Keulen, die nadat hij in de vierde eeuw met zijn bijna voltallige romeins legioen tot het christendom bekeerd was, werd gemarteld en gedood in opdracht van keizer Maximianus (ca. 250 - juli 310) 6.
Een ander voorbeeld van een bijzonder instrument is - en we hebben het hierover al eerder gehad - de rommelpot, al heette het toen de koenkelpot . Deze is gemaakt van een Keulse pot met een varkensblaas en een houten stokje 7.
De benedenverdieping laat eerst alle stappen van het creëren van een klok in een klokkengieterij zien. Willem Vanden Ghein en vijf eeuwen klokkengieters komen hier met vijftien generaties aan bod. Een andere zaal laat de instrumentenbouwers (blaasinstrumenten) Van Engelen in zes generaties zien.
Wij betreden de danszaal en ontdekken wat daarbij nog allemaal komt kijken. We noemen naast de noodzakelijke muziek en instrumenten, de inrichting van het gebouw, dansles, het balboekje. Uiteraard kan dit weer worden vastgelegd door de schilderkunst, zoals we aan het werk Vastenavondbal in danszaal Rubens van Emile Gastemans van rond 1910 kunnen zien. Emile Gastemans (Borgerhout, 15-4-1883 - Antwerpen, 14-3-1956) maakte deel uit van de kunstenaarsgroep "Als Ik Kan" dat van 1883 tot 1952 bestond, reisde na WOI naar Spanje, waar de havens een belangrijk thema was. De danszaal Rubens - waar het vermaak slecht stond aangeschreven - bevond zich in de Carnotstraat.
Aangezien de naam Rubenspaleis later (na 1920) is hergebruikt voor het gebouw uit 1921 - naar een ontwerp van François Dens, dat er nog steeds staat (Carnotstraat 13-17), moeten we echter niet denken dat het om dit pand gaat.
We lezen in Sprokkel 23, dat de danszaal Rubens tot 1918 gehuisvest zat in de Carnotstraat 12 (is nu een gapend gat in de bebouwing). Het kreeg daarna de naam Palatinat. Het vermeldt verder dat dit pand is afgebroken ten gunste van nieuwbouw waarin de boekhandel Club zit (dat is dus inmiddels ook verleden tijd). De krant De Zeeuw verhaalt in 1907 over een grote bijeenkomst van ruim vierduizend stakende havenarbeiders in het Rubenspaleis en danszaal Rubens. Dat het Palais de Rubens een bijzonder programma voerde, blijkt uit een ongeval dat er plaatsvond toen de gevaarlijke looping the loop per auto werd uitgevoerd. Ook in 1910 was er nog een politieke bijeenkomst 8.
Ons balboekje is vol en we gaan weer naar boven.

Bij de kassa teruggekomen, komen we nog een boek tegen over dit voormalig vleeshuis, met een ruime geschiedenisbeschrijving van de omgeving. Deze mogen we dan ook niet missen.
Aan de directe omgeving die weer zien, wanneer we het pand verlaten hebben en naar de kaai lopen, vallen opeens de restanten van de oude Burcht op. In de nieuw gecreëerde Vleeshuisstraat zien we in straatbestrating de donkere stenen aan weerskanten naar de restanten lopen. Soortgelijke restanten zien we nu ook op het Steen terug.
We lopen nog even over de kaai naar het Flandra-kantoortje op te kijken, hoe laat de rondvaartboot vertrekt. We kunnen rustig nog even ergens gaan zitten. We lopen door de Suikerrui om te kijken of we een geschikte gelegenheid kunnen vinden.

Onder de stad stromen geheimen

Halverwege zien we uitnodigingsbord staan om de ruien onder de stad te bekijken. Deze Onder de stad-wandeling vergt wel enige aandachtspunten voordat dat je eraan begint. Wij hebben echter andere plannen, maar het lijkt ons zeker een aanrader om de stad beter te begrijpen.
Op de hoek met de Gildekamersstraat vinden we Café Den Uilenspiegel waar we vrij tafeltje vinden.

We laten nog even de mogelijk passeren om toch de ondergrondse wandeltocht te maken in plaats van de Scheldeboottocht, maar uiteindelijk wint toch de boottocht.
Voordat we aan boord gaan, lopen we nogmaals over de Grote Markt om de laatste drie authentieke gebouwen te aanschouwen. Onze Gids vermeldt dat het gaat om de nummers 24, 38 en 40. Nummer 24 draagt de naam Groote Mont toe, nummer 38 De Gulden Balans en nummer 40 Rodenborg. De Groote Mont toe is van de bouwmeester Jan Pieter van Baurscheit (Antwerpen, ~27-4-1699 - Antwerpen, nacht 9 op 10-9-1768), wordt ook Jan Pieter van Baurscheidt de Jonge genoemd ter onderscheid van zijn vader met dezelfde naam. Hij wordt 27 april thuis gedoopt, in het Reuzenhuis of Ruijssenhuis in de Mattenstraat. De doop in parochiekerk vond plaats op 10 mei. Zijn naam waren we gisteren ook tegengekomen bij De Grooten Robijn, dat tussen 1746 en 1748 door hem her- en verbouwd is. Met het nodige versierwerk en diverse beelden etc duurde het tot 1750 voordat het af was. Later - in de negentiende eeuw - werden de twee zijvleugels er aangebouwd.
De Groote Mont toe komt uit zijn jonge architect jaren, circa 1736.
Dan hebben nog De Gulden Balans en Rodenborg die naast elkaar staan. De Gulden Balans komt uit 1615 en was van de Lakenbereiders, de eerste industriëlen van de stad. Ze omvatte alle beroepen die iets met het laken van doen hadden, zoals wevers, volders, droogscheerder, uitsnijders, lakenmeters en de ververs. Op de oude kaarten vinden we op vele binnenhoven dan ook de droogramen van deze industrie. Het pand zelf is ouder, het werd door het ambacht na de grote brand van 3 oktober 1541 vanaf de fundering opnieuw opgebouwd.
De pui van de Rodenborg werd er later voorgezet, in 1644, door de Huidevetters. Hierin waren de leertouwers, bontwerkers en schoenmakers vertegenwoordigd. Later, in 1755, werd dit gebouw overgenomen door het ambacht van de timmerlieden en schrijnwerkers.
En omdat we er toch zijn, het pand op nr. 44 dat de naam Den Witten Ketel in 1454 droeg en nu Huis de Skipper draagt, was het geboortehuis van de ons inmiddels overbekende beeldhouwer Jef Lambeaux 9.

Na bezichtiging van deze panden lopen we weer terug naar de Schelde en gaan we beginnen aan ons laatste gedeelte van deze stadstrip van drie dagen. De boottocht met Flandria over de Schelde zal bijzonder worden. Dit seizoen zal de laatste blijken, dat er spontaan een toeristische vaart gedaan kan worden.
Omdat beelden meer zeggen dan woorden, hierbij een mooie fotoreportage van een stukje stroomopwaarts en vervolgens stroomafwaarts tot de bocht in de Schelde en weer stroomopwaarts terug naar de kade en aanlegplaats.

De Schelde stroomopwaarts met Flandria 24-7-2016 Antwerpen


wrak ter hoogte van de Burchtse Weel

Burcht
De Schelde stroomafwaarts met Flandria 24-7-2016 Antwerpen

Tussen de IJzerenpoortkaai en Visserskaai, een getijdedokje

Zon- en wateraanbidders, kaai Cockerill Ougree, aanlegplaats 15, nabij de Scheldetuin.

rechtgetrokken kaai, t.h.v. Scheldestraat / Vismarkt.

Zon- en wateraanbidders, 't Vlot - tevens aanlegsteiger Flandria.

Het Steen.

MAS, met een getijdedokje

Hangars aan de Rijnkaai met hijskranen

Rijnkaai met hijskranen


Nieuw Havenhuis

bij de Royerssluis

Sint Annastrand
De Schelde stroomopwaarts met Flandria 24-7-2016 Antwerpen

Sibso Stuivenberg

keersluis van de Jachthaven Antwerpen
Wanneer we weer met beide voeten op de kade staan, moeten we zeker erkennen dat het de moeite waard was. Het verschil in linker- en rechteroever. De rechtgetrokken kaai, met zijn vele herkenningspunten van de vlieten. Prachtig om het vanaf het water gezien te hebben.

We lopen via de Grote Pieter Potstraat en Haverstraat naar de Hoogstraat, waar we uitkomen bij De Grooten Gulden Scilt, ook geschreven als "den Grooten Gulden Schilt" uit 1562. Het wordt ook wel den schilt van Mechelen genoemd. Onder andere de families Le Grelles en de Moretussen huisden hier. Via de Vlaeykensgang konden ze binnendoor naar de Oude Koornmarkt komen 10. Voordat we richting auto lopen hebben we nog zin in lekker ijsje. Op nummer 66 vinden we Cremerie Tropical . Achterin de zaak vinden we stoelen met tafeltjes, waar we gaan zitten. Even later zitten we achter een bord met wafel en ijs. De zaak bestaat sinds de jaren '60 van de vorige eeuw. Even na ons komt een alleengaande dame in uitgaanstenue ook haar ijsje eten. We fantaseren dat ze dat altijd vanaf haar trouwen met de kinderen op zondagmiddag heeft gedaan.
Na deze versnapering lopen we weer naar en door de Sint-Annatunnel naar de auto terug. De E34/R2 brengt ons vlot terug naar de Liefkenshoektunnel waar we ons reis begonnen en zullen eindigen.

kaart 18-20

noten:
1. Franki Foundations Geschiedenis, Nieuwe look voor Franki Foundations; Wikipedia Sint-Annatunnel, Emiel Van Averbeke; Inventaris Onroerend Erfgoed - Voetgangerstunnel Sint-Anna: URI: ID: 216718;
2. HLN.BE Regio Antwerpen, 9-2-2016, 02:55 Street art in voetgangerstunnel / PJBA 3. Wikipedia Jacob Jordaens, Sint-Augustinuskerk (Antwerpen)
4. Gazet van Antwerpen, 13&14-05-2015: Oude stad : Meubelzaak in Pieter Potkapel : West-Vlaams duo geeft historisch pand nieuw leven / Koen de Beuckeleer. - p. 22 (digi-versie);
5. Het vleeshuis : Slagerspaleis van Antwerpen / Jan Lampo. - Leuven : Davidsfonds, 2004. - ISBN 90-5826-275-6. - p. 101-102, 115-116, 123, 126; Geschiedenis van Antwerpen, 24-4-2009, 14:25 Re: Stadsbouwmeester Alexis Van Mechelen / lucifer;
Wikipedia Pulle, Zandhoven; cultureelerfgoed papenstenen; Vak- & Kunstwoorden : Nr 1 Steenbakkerij /Th. Coopman. - Gent : A. Siffer, 1894 Klampsteen p. 31; 6. Winkler Prins Encyclopaedie, 14, zesde druk. - Amsterdam : Elsevier, 1952. - p. 451: Neumen; Wikipedia Metten (gebed), Gereon van Keulen, Maximianus;
7. Zeeuwse Ankers: Rommel- of koenkelpot;
8. Schoonselhof: Emile Gastemans; Klank van de stad: Zes eeuwen muziekleven in Antwerpen : Thema 8: Publieke danscultuur 19de & 20ste eeuw p. 16; Wikipedia Als ik Kan; Inventaris Onroerend Erfgoed - Rubens Paleis: URI: ID: 6603; Sprokkel, jrg 8 (2010), nr 23 p. 17; De Zeeuw : Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland, 26-9-1907 p. 1, k. 4, a. 2 (ook in: Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant, 26-9-1907 Tweede blad), 3-1-1907 p. 3, k. 1, a. 4; Algemeen Handelsblad, 26-03-1910 p. 6
9. Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 19, 21-22; Encyclopedie van Zeeland Jan Pieter van Baurscheit (de Jonge), EvZ1982-1984; Inventaris Onroerend Erfgoed - De Grooten Robijn, later Banque d'Anvers: URI: ID: 5382, Herenhuis Het Gulden Schaap en Sint-Jacob: URI: ID: 4054, Huis De Balans: URI: ID: 4057, Huis Rodenborch: URI: ID: 4058, Huis de Skipper: URI: ID: 4059; Tekenen en vasseren : Het bedrijf van Jan Peter van Baurscheit (1699 - 1768) en de architectuur in het tweede kwart van de achttiende eeuw / Inge Maria Breedveldt Boer. - Utrecht : Universiteit Utrecht - Faculteit der Letteren, [2003]. - p. 163-184 (paginatitel: Het bedrijf van Jan Peter van Baurscheit en de architectuur in de achttiende eeuw); Renaissance- en barokarchitectuur in België : Vitruvius' erfenis en de ontwikkeling van de bouwkunst in de Zuidelijke Nederlanden van renaissance tot barok / Rutger Tijs; Oswald Pauwels (fotografie). - Architectuur in België. - Tielt : Lannoo, [1999]. - ISBN 90-209-3705-7. - p. 82;
10. Inventaris Onroerend Erfgoed - Burgerhuis den Grooten Gulden Schilt: URI: ID: 4140; Gids voor Oud Antwerpen / George van Cauwenbergh. - Antwerpen/Rotterdam : C. de Vries-Brouwers, 1999. - ISBN 90-5927-302-8 (Elfde herziene druk). - p. 112-113; Wikipedia Le Grelle, Moretus



internetraadpleging: 18 - 22-12-2016



'prehistorisch' sticker-art | 2016 | onbekend, Sint-Annatunnel, Antwerpen.


>Break Point, Reyndersstraat, Antwerpen


Jacob Jordaenshuis, Reyndersstraat, Antwerpen


Break Point | Frank Blockx, Hoogstraat, Antwerpen


Grote Pieter Potstraat, Antwerpen


Neumenschrift (12e eeuw), Museum Vleeshuis, Vleeshouwersstraat, Antwerpen


Rommelpot, Museum Vleeshuis, Vleeshouwersstraat, Antwerpen


belmal, Museum Vleeshuis, Vleeshouwersstraat, Antwerpen


belmal, Museum Vleeshuis, Vleeshouwersstraat, Antwerpen


Vastenavondbal in danszaal Rubens | ± 1910 | Emile Gastemans, Museum Vleeshuis, Vleeshouwersstraat, Antwerpen


danszaal, Museum Vleeshuis, Vleeshouwersstraat, Antwerpen


balboekje, Museum Vleeshuis, Vleeshouwersstraat, Antwerpen


burchtrestanten, Vleeshuissstraat, Antwerpen


burchtrestanten, Vleeshuissstraat, Antwerpen


burchtrestanten, Vleeshuissstraat, Antwerpen


Rodenburg | 1644, Grote Markt, Antwerpen


De Grooten Gvlden Scilt | 1562, Hoogstraat, Antwerpen

























'Kruistocht in Spijkerbroek'
'Rondje om Zwitserland'
'weekendje Noord-Groningen'
'Ontdekking van de Vrije Friezen'
'Hanzesteden aan de Oostzee'
'Friesland - provincie in Nederland'
'Friesland uit het veen'
'Aan de oevers van de Schelde'
'Rondom de Gelderse IJssel'
'Binnen en rondom de Westfriese Omringdijk' 'De Ommelanden'
'Het Bildt'















































Op zoek naar een mooi, leuk en uniek kado? Ga in nieuw scherm naar mijn PASFOTOBOEKJES en schrijfboekjes of PASFOTOBOEKJES en schrijfboekjes "Italian Collection"-site.
Of bekijk de kleurrijke schilderijen-expositie van m'n broer. Deze schilderijen zijn ook gebruikt als omslag voor de pasfoto- en schrijfboekjes.