De presentatie van de boekenset De Ommelanden heeft plaatsgevonden op zondag 25 september 2022 tussen 13.00 en 15.30 uur te Westerwijtwerd!
De Ommelanden (de provincie Groningen minus Stad) maakt deel uit van de reeks Het water verbindt.
Bekijk voor meer informatie - ook over de presentatie - op Het water verbindt of bestel direct de eerste set uit deze reeks.
Ook Goeree-Overflakkee maakt deel uit van deze reeks en zal in druk verschijnen.
In de verkenning van de Hollandse Eilanden bezoeken we in vijf dagen het eiland Goeree Overflakkee, dat oudtijds ook werd aangeduid als Westvoorn of Goedereede en Zuidvoorn 1. Het zal in boekvorm gepubliceerd worden in band 5 in de reeks Het water verbindt. In deze internetversie bouwen we zichtbaar aan het verhaal, dat telkens een stukje groeit.
De set met boeken van de Hollandse Eilanden gaat bestaan uit de volgende banden:
5 Goeree-Overflakkee
6 Hoeksche Waard + Tiengemeten + Voorne-Putten
7 IJsselmonde + Zwijndrechtse Waard
8 support (routes, registers, indexen, literatuuropgave, notenapparaat)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe updates, laat het weten door even een mail te sturen: .
Met de reeks Het water verbindt willen we een hedendaags en historisch beeld - zowel letterlijk als figuurlijk - krijgen en creëren van ons leefgebied, het land en water tussen het Zwin en de Wezer, dat zich telkens op de grens van eb en vloed begeeft.
Voor het gemak is de route hierbij geplaatst. Klik op de route-afbeelding voor een vergroting in een nieuw scherm.
Ook voor de foto's en andere afbeeldingen geldt: klik op de afbeelding voor een vergroting in nieuw scherm.
Reist u weer mee?
achtergrond kaart
bron bewerkte (detail, verlicht en kleurvermindering) achtergrond kaart: KB, Atlas Ortelius Zeelandt (1571). Waarmee Abraham Ortelius (1527-1598) bedoelt, de eilanden tussen Vlaanderen, Brabant, Holland en zee.
Disclaimer
Doel van deze publicatie is om gestelde feiten controleerbaar te maken voor de gedocumenteerde informatieleveranciers.
Taalkundige aspecten en redigeerwerkzaamheden zullen pas achteraf plaatsvinden wanneer deze versie afgerond is.
Uiteraard pogen we ook in dit stadium er al een leesbaar verhaal van te maken. Tips en verbeterpunten zijn uiteraard welkom.
We leven dit jaar (en wat later zal blijken ook het daaropvolgende jaar) in een bijzondere periode. Begin januari 2020 werd een besmettelijk en levensbedreigend virus waargenomen, dat zich binnen enkele maanden over de wereld wist te verspreiden. Maatregelen in Nederland als 'avondklok' en 'quarantaineplicht', bleken onvoldoende te werken. Een 'intelligente lockdown' is voorlopig het antwoord. In de zomer ontstond er weer meer bewegingsvrijheid. Wij begonnen onze verkenningstocht op een maandag. Aangezien deze dag veelal een slechte dag is om gebruik te maken van de vermoedelijk weinige aanwezige horecagelegenheden - vaak zijn ze op maandag dicht, vertrekken we na de lunch om te kijken hoe de vlag erbij hangt op het eiland Goeree-Overflakkee
1.
Ooltgensplaat
Na een half uurtje rijden over diverse rijkswegen komen we aan op de Haringvlietbrug, die ons - over land - naar onze bestemming zal brengen: Goeree-Overflakkee.
De Haringvlietbrug werd op 20 juli 1964 officieel geopend en had op dat moment de status langste brug van Europa. De brug is namelijk 1222 meter lang
1.
Haringvlietbrug geopend, de eerste auto gaat over de brug.
Op deze foto zitten Gijs van Dongen en zoon Adri in de vrachtauto.
Van Aartsen (l) verkocht het eerste kaartje aan een chauffeur (Bert van Leent) uit Dongen / Eric Koch, Fotocollectie Anefo, 20-07-1964 bron: nationaal archief 2.24.01.03
Volgens de toegestroomde pers was het Bas van Dongen (1911-1999) die met zijn versierde vrachtwagen met een lading uien maandagmiddag om half een als eerste over de brug mocht rijden vanaf de Flakkeese oever. Bas van Dongen was samen met zijn tweelingbroer Gijs van Dongen (1911-1997) eigenaar van het transportbedrijf G. van Dongen in Dirksland. Hun vader Adrianus Johannis van Dongen (1876-1962) was in 1902 de oprichter van het bedrijf.
We zien echter in de als "eerste-over-de-brug-komende-vrachtauto" Gijs van Dongen zitten op de passagiersstoel. Zijn zoon Adri bestuurt de wagen. Mogelijk is dit een volgende volgende vrachtwagen.
De minister van Verkeer en Waterstaat mr. Jan van Aartsen trad als tolgaarder op en nodigde hem uit "om over de brug" te komen en verkocht de chauffeur van transportbedrijf Van Dongen, Bert van Leent het eerste tolkaartje à ƒ 10
2.
Geheel toevallig zal deze openingsact tussen Van Aartsen en Van Dongen niet geweest zijn. Bas van Dongen was in 1959 bestuurslid geworden van stichting De Flakkeesche Gemeenschap met de verkeersvraagstukken in zijn portefeuille. Hij was als directeur van een groot vervoersbedrijf "belanghebbende" dat er een brug zou komen.
In 1959 was er door deze stichting een audiëntie aangevraagd bij de minister van Waterstaat.
Bij de bespreking die volgde werd het knellende isolement van het eiland besproken. Een pleidooi voor een brug om de slechte verkeersverbindingen te verbeteren was niet eens meer nodig omdat de minister al overtuigd was.
Jan van Aartsen (1909-1992) was de zoon van de in Middelburg geboren (hoofd)onderwijzer Jozias Johannes van Aartsen (1871-1959) en in Goes geboren Anna Catharina Ramondt (1867-1942). Jan van Aartsen zou ondanks zijn slechte spreekvaardigheid twee keer minister van Verkeer en Waterstaat zijn, van 1 november 1958 tot 19 mei 1959 en 24 juli 1963 tot 14 april 1965. Tussendoor was hij minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid. Aansluitend op zijn ministerschap werd hij Commissaris van de Koningin in Zeeland tot 1 oktober 1974.
Nadat de N.V. Brugverbinding was opgericht, werd de betrokkenheid van de stichting beperkt van rechtstreeks tot de ontwikkelingen in de gaten houden en zo nodig eventueel helpen
3.
De bouw van de brug werd gefinancierd door de speciaal hiervoor opgerichte NV. De geboorte van deze N.V. vond plaats in juni 1952 als 'zoon van De Flakkeesche Gemeenschap' (F.G.).
P.D. Sieling merkte hierover op tijdens de zesde jaarvergadering dat de N.V. de Flakkeese Brug los van de F.G. kwam te staan, waarbij de F.G. zich gaat inzetten voor de tijdelijke oplossing, een betere (auto)veerverbinding, maar de N.V. zou zich gaan inzetten voor een algehele verbetering, de brugverbinding. Hierbij moeten er geen jaartallen genoemd worden, alleen aanpakken!
4
De daadwerkelijke officiële oprichting van de N.V. vond plaats op 7 dec 1953 in de grote zaal van Hotel Meijer in Middelharnis. Bij het aanschouwen van de geschonken bloemstukken leek het bijna alsof de brug er al lag.
Voor het ondertekenen had Sieling namens de Coöp. Landbouwvereniging, "de grootmoeder" van de plannen voor een vaste oeververbinding, een nieuwe groene vulpen aangeboden in de hoop daarmee de verwezenlijking van de plannen uit drukken.
Naast de grootmoeder kon het Wetenschappelijk Genootschap Goeree en Overflakkee, dat na de WOII werd opgericht, beschouwd worden als "de grootvader". Immers de Stichting Flakkeesche Gemeenschap kwam hieruit voort.
Eigenaren van deze N.V. Brugverbinding Haringvliet (Naamloze Vennootschap Brugverbinding Goeree-Overflakkee en Hoeksche Waard) waren de gemeenten die het meeste belang voor hun inwoners zagen, namelijk de gemeenten op Goeree-Overflakkee en Hoeksche Waard. Dit waren de gemeenten Middelharnis (D. Rijnders), Sommelsdijk (J.H. Dijkers), Ooltgensplaat (P.W. Hordijk), Oude Tonge (A.D. van Dijk), Dirksland (B.M. Zoeteman), Zuid-Beijerland (W. Timmerman), Nieuwe Tonge (Chr. van Hofwegen), Melissant (C.M. Vogelaar), Stellendam (W. van Seters), Goudswaard (W.J.D. van Dijck), Stad aan 't Haringvliet (A. Brinkman), Goedereede (J. Baron von Knobelsdorff ), Herkingen (D. van Heijst), Den Bommel (J.J.J. Kruijff) en voor de Stichting De Flakkeesche Gemeenschap P.D. Sieling.
De meeste werkgelegenheid zat immers in Rotterdam en diens haven. De nieuwe brug zorgde voor een snelle verbinding
5.
N.V. Brugverbinding Haringvliet was de bouwer van de brug met toestemming van de overheid. Hiervoor werd met de regering een overeenkomst gesloten, waarin werd opgenomen dat ze de brug zelf zou mogen bouwen. Nadat het Deltaplan de locatie van de geplande brug deed wijzigen, de brug zou eerst via het eiland Tiengemeten lopen, stapten de gemeenten van de Hoeksche Waard uit de N.V. Gemeenten van Schouwen en Duiveland sloten zich juist aan door de komst van de Grevelingendam, waardoor de brug over het Haringvliet juist in hun straatje kwam te liggen. De kosten van de brug zou uiteindelijk een bedrag van ongeveer 50 miljoen gulden bedragen. De aandeelhouders, de gemeenten en provincies Zeeland en Holland brachten ƒ 600.000 en ƒ 400.000 bijeen. De Nederlandsche Handel Maatschappij bracht de rest bijeen. De N.V. kreeg van het Rijk de zekerheid dat het uiterlijk in 1974 de brug zou overnemen tegen de boekwaarde
6.
In maart 1961 vond de aanbesteding van de onderbouw van de brug plaats. Bij de bijeenkomst in Middelharnis waar de 29 bedrijven dongen naar de opdracht moest aannemersbedrijf P.A. van Wijnen te Dordrecht de president-commissaris van den N.V. Brugverbinding Haringvliet aan het eind aan zijn jasje trekken. Hij was vergeten hun inschrijving bekend te maken. Van Wijnen bleek echter niet het laagste bedrag te hebben ingevuld. Dat van N.V. v.h. H.J. Nederhorst te Gouda, die ƒ 8.713.000 had opgeschreven. Hoogste inschrijver voor dit onderdeel was A. Broere N.V. te Amsterdam met ƒ 13.614.000. Deze uitkomst moest vanzelfsprekend overlegd worden met de ministers van Waterstaat en Financiën en zodoende werd de gunning aangehouden
7.
Op woensdag 12 september 1962 zou de eerste overspanning van de Haringvlietbrug geplaatst worden. Wegens het ruwe weer werd dit een dag uitgesteld. Zo kwam donderdag 13 september 1962 als dag van plaatsing in de geschiedenisboeken dat de eerste van de elf overspanningen met elk een lengte van 106 meter op de gereed zijnde pijlers geplaatst kon worden. Door een prachtig samenspel met de aanwezige natuurelementen zakte de overspanning met een gewicht van 830 ton door het steeds lager wordende waterpeil wegens eb, centimeter voor centimeter naar hun vaste rustpunt op de pijlers. Donderdagmiddag 13 september 1962 om 16.20 konden alle sleepboten hun fluiten stoom laten afblazen in een triomfantelijk concert. P.D. Sieling stond het breed glimlachend aan te horen op het directiebootje Ghana. Op de dijken stonden de mensen te zwaaien met hun petten en zakdoeken. De werkers zwaaiden terug, terwijl de ankers, kabels en kettingen waarmee overspanning op zijn plaats was gehouden los werden gemaakt
8.
Initiatiefnemer voor deze eerste particuliere tolbrug was de Flakkeese boer Pieter Dirk Sieling (1891-1981) zoon van D. Sieling en L. Biemond uit Melissant. Sieling knokte 30 jaar lang om de realisatie van deze brug voor elkaar te krijgen.
Hij haalde daarbij ook zijn voorganger als strijder voor een vaste oeververbinding aan, de burgemeester van Middelharnis Ulbo Mijs, die in 1936 pogingen had gedaan.
Zijn drijfveer was "om Flakkee op te stuwen in de vaart der volkeren". "Het eiland was een van de belangrijkste producenten van landbouwproducten" als aardappelen, uien en suikerbieten. Het produceerde meer dan de provincie Utrecht of Drenthe. En deze moesten geëxporteerd worden, met de veer was dit traag en soms - in de winter - niet mogelijk.
Het was dan ook Sieling die regelmatig naar Den Haag ging en aan tafel zat met de directeur-generaal van het ministerie van Verkeer. Later werd dit minister Van Aartsen van Verkeer.
Hij was 72 jaar toen de brug officieel geopend werd. Er werd dan ook juichend "Leve mijnheer Sieling" geroepen door de hoogwaardigheidsbekleders tijdens de opening. De brug was echter nog verre van af. Naast de twee geopende banen is het de bedoeling dat er nog drie bijgebouwd worden, waarvan een voor het langzame verkeer. Sieling vond het echter belangrijk dat het verkeer - zodra het kon - er gebruik van zou gaan maken. Er kon dan immers al tol geheven worden en hoewel op halve snelheid - men mocht slechts maximaal 50 km/u, het verkeer kon sneller naar de overkant, dan met de veer.
Nadat de bouw aan de brug in 1961 was begonnen kon Sieling het op 1 juni 1964 niet laten om als eerste lopend over de verbinding te lopen. "Het was de mooiste wandeling van mijn leven", zou hij daarover zeggen. Deze wandeling was echter niet zonder gevaar, want hij moest hiervoor over richels en loopplanken over gaten lopen, met een zee vijftien meter onder zijn voeten.
Als (voormalig) president-commissaris van de NV Brugverbinding Haringvliet kreeg hij "bewijs nummer 1" voor een vrije doorgang. Na 1 oktober 1973 is de brug tolvrij voor iedereen. Pas anderhalf jaar later, op 1 juli 1975 neemt Rijkswaterstaat de brug over van de NV. Deze laatste wordt dan opgeheven. Onder de streep was het een lucratieve onderneming geweest. De gemeenten hebben er zo'n 3 miljoen aan overgehouden. Het Rijk nam het voor een koopje over. De eilandbewoners konden gaan en staan wanneer ze wilden en waren verlost van de duurdere veerverbindingen. De toeristen konden eindelijk gemakkelijk toegang krijgen tot het natuurschoon van het eiland
9.
Sieling zal als bijna 90-jarige in het Verpleeghuis "de Samaritaan" te Sommelsdijk op woensdagmiddag 5 augustus 1981 komen te overlijden. In 1958 kreeg hij voor zijn verdiensten al de onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Met anderen richtte hij op 6 maart 1920 de Coöperatieve Boerenleenbank Melissant op. Hij is op de begraafplaats in Dirksland begraven en zal voor altijd de "Siel(ing) van de brug" zijn
10.
In Herkingen zal hij echter - een stuk minder gunstig - in relatie tot het gaetje van S. herinnert worden .
Dat het zolang heeft geduurd komt natuurlijk ook omdat er telkens wel iets "groots" aan de hand was, dat we eerst weer te boven moesten komen. Tweemaal wederopbouw, na de WOII en Watersnoodramp. En bij de laatste wederopbouw werd het gecombineerd opgelost.
Met de uitvoering van de Deltawerken, staat een brug inmiddels wel op de rol - Ir. J. van Veen heeft diverse scenario's uitgezocht, maar de uitvoering zou nog lange tijd op zich laten wachten. De versnelling werd de particuliere tolburg. Deze liep niet meer - zoals het eerdere plan van Sieling was - van Den Bommel via een dam naar Tiengemeten en vervolgens met een brug over het Vuile Gat naar Zuid-Beijerland. Het 'vuil' uit het relatief smalle Vuile Gat staat namelijk voor de combinatie van sterkte stroming en de hoge golven veroorzaakt door de wind opgestuwde zeewater dat hier in botsing komt met afgaand rivierwater.
De verbinding komt tot stand met een dam tussen Ooltgensplaat en een kunstmatig eilandje. Vanaf het eilandje zou een brug naar de overkant gaan en via een brug / sluiscomplex naar Brabant. Het beoogde voordeel dat Sieling zag in zijn route werd daarom niet gerealiseerd. De 800 ha vruchtbare grond van Tiengemeten bleven geïsoleerd als eiland.
Midden in het Haringvliet kwam dus een kunstmatig eilandje te liggen
11.
Dat een lokale verbinding ook in het grotere plaatje moet passen, blijkt wanneer andere variabelen als water en ijsafvoer, stormvloeden etc voor het hele deltagebied van Schelde, Maas, Waal en Rijn erbij betrokken worden. Vooral de ijsgang van de Waal - de hoofdstroom - werd bij het dooien gevreesd. De drijvende ijsschotsen liepen namelijk gemakkelijk vast op kribben op ondiepten, waardoor er ijsdammen onstonden. Dit zorgde ervoor dat het water erachter snel steeg. Maar ook kruiend ijs kon zorgen voor dijkdoorbraken, met alle ellende van dien. Daarnaast had ook de scheepvaart de nodige wensen, zeker na de WOI nam dit toe.
Johan van Veen (Uithuizermeeden, 21-12-1893 - Den Haag, 9-12-1959) - net als Pieter Dirk Sieling veelal roepende in de woestijn, maar dan voor waterhuishouding en veiligheid van ons hele land, creëerde voor de scheepvaart van en naar het zuiden - lees Antwerpen - een stroomgeleidende dam. Deze moest ervoor zorgen dat de diepte van het Hellegat stabiel bevaarbaar zou blijven en niet zou verzanden. De plannen en berekeningen maakte hij in 1929. Van Veens geleidedam was in 1931 gereed
12.
De contouren kunnen we nog steeds terugvinden op het Hellegatsplein. Op het zuidelijk deel ervan staat nu het Vogelkijkhut De Kluut.
Als afsluiter van dit bijzonder project, waaraan velen lange tijd hebben gewerkt en op hebben gewacht, wordt er een beeld aan de noordzijde van de Haringvlietbrug geplaatst. P.D. Sieling krijgt bij zijn afscheid van de N.V. op 14 oktober 1964 een miniatuur in brons van dit beeld dat zijn lijfspreuk "Geduld en Volharding" als titel zal krijgen. Volgens sommigen was Sieling inderdaad wel volhardend, maar geduld was een eigenschap die ontbrak. "Koppigheid en koppigheid" was dan ook een betere lijfspreuk geweest, suggereert J. Knape op Sielings afscheid van de NV. "Geduld en Volharding" is de naam van zijn boerderij waar hij geboren is. De hofstede droeg deze naam al, toen de familie Sieling het in bezit kreeg. In 1890 kocht vader Dirk Sieling de boerderij. De vorige eigenaar, A. Bosschieter was de naamgever van de boerderij
13.
Het beeld zal gemaakt worden door de Amsterdamse beeldhouwer Nicolaas (Nico) Onkenhout. De gemeenten van Schouwen-Duiveland - die ook in de N.V. participeren - hadden hiervoor al met Onkenhout samengewerkt. Hij had voor hun in 1957 de monumentale bank Zeelandbank gebouwd die deze gemeenten aan een hulpvaardig Amsterdam hadden geschonken, als dank voor de steun na de watersnoodramp van 1953.
Onkenhout voltooide na een jaar werken het kunstwerk, dat officieel Arbeid en intellect reiken elkaar de hand is gaan heten. Het beeldt beide personen uit, de arbeider en de intellectueel. Ze vormen met hun armen die op de schouder van de ander rust, de verbinding - de Haringvlietbrug - tussen beide eilanden en symboliseren zo ook de benodigde samenwerking tussen de intellectueel en de arbeider - iedereen die de bouw mogelijk hebben gemaakt - om het voor elkaar te krijgen.
14.
Het grote beeld is gemaakt van basaltlava. Dit is de enige steensoort dat niet door het zout van het zeewater wordt aangetast. Het wordt daarom ook gebruikt bij de oeververdediging. Het 40 ton wegende beeld wordt in delen aangevoerd en zal ter plekke worden opgebouwd door Onkenhout. Zoals we kunnen zien is alleen het jaartal van de opening, 1964 in het beeld verwerkt. Wel is het de bedoeling dat de lijfspreuk "Geduld en Volharding" van Sieling nog op een bronzen plaat op de sokkel wordt geplaatst.
De plaatsing van het beeld vond plaats in de week van 18-23 september 1967. Het is woensdagochtend 11 oktober om 10.30 onthuld door de NV Brugverbinding "Haringvliet".
Een gegoten bronzen geschonken penning uit 1967 van 72 mm en 195,64 gram
het monument: twee mannen (techniek en arbeid); hierachter twee golflijnen
Het is aan de Numansdorpse kant geplaatst om, zoals de president-commissaris van de N.V. en burgemeester W.M. van der Harst van Oostflakkee het uitlegde tijdens de lunch in Het Wapen van Cromstrijen na de onthulling: "Telkens wanneer de vroegere eilandbewoner terugkomt van wat voor hem nog steeds 'de overkant' heet moet hij zich even realiseren dat sinds 1964 zijn weg niet meer is versperd met hefbomen van een overbelaste pont."
Aan allen die mee hebben gewerkt zal een legpenning worden uitgereikt met daarop de brug en lijfspreuk.
De begroting van het beeld stond op ƒ 50.000. De eindrekening, inclusief fundering et cetera, bedroeg uiteindelijk ƒ 140.000.
De oud-president-commissaris Sieling had ook een uitnodiging gehad en was hiermee dan ook blij. Hij had het pijnlijk gemist. In zijn korte toespraak liet hij ook weten dat hij de afgesproken spreuk "Geduld en Volharding" niet terug heeft kunnen vinden op het beeld, waarna nog meer verbitterde gedachten volgden. Van der Harst verklaarde dat de spreuk om praktische redenen niet is ingebeiteld. Om de letters vanuit een rijdende auto te kunnen lezen zouden ze minstens 30 cm hoog moeten worden. Dit past niet op het beeld. Daarnaast is overwogen om ze naast het beeld te plaatsen, maar de gedachte dat "men zich zou afvragen wie daar begraven ligt" weerhield om deze optie uit te voeren
15.
Nicolaas Hendrik (Nico) Onkenhout werd in Amsterdam geboren op 29 mei 1918, hij overleed er ook, op 5 februari 1989
16.
Na de brug volgt het werkeiland, dat ten westen achter de leidam van Johan van Veen is gemaakt. Vanaf het werkeiland kunnen we nu over de strekdam Hellegatsdam naar het (officieel voormalige) eiland Goeree Overflakkee.
Hellegatsplaten(incl. omtrek en oppervlaktemeting)
De natuurlijk uitziende Hellegatsplaten zien er bijzonder aantrekkelijk uit. We zien wat slenken en slikgebieden. Een miniatuur waddengebied, zo lijkt het, wanneer we na het Knooppunt Hellegatsplein over de Hellegatsdam, de N59 het eiland naderen.
Het terrein van zo'n 400 hectare (waarvan 50 ha. water) wordt onderhouden door fjordenpaarden en heckrunderen. In 1991 werd er begonnen met 10 fjordenpaarden, een jaar later aangevuld door nog eens 35. In 1993 werden ze vergezeld door 30 heckrunderen. De vegetatie in het gebied is spontaan opgekomen
17.
Na zo'n vier kilometer verdwijnt het natuurlijk landschap en maakt het plaats voor het productielandschap. We zijn dus de Buitendijk gepasseerd en rijden we ongeveer langs de noordzijde van de oude Ooltgensplaat dat nu in het landschap opgaat
18.
Twee kilometer later nemen we de eerste afslag en zakken we af naar het zuidoosten. We kunnen over de Langeweg naar het dorp Ooltgensplaat rijden. Via de Weesstraat en Stoofstraat bereiken we de kerk en parkeren we de auto.
Bestuurlijk is Ooltgensplaat sinds de samenvoeging van de gemeenten Goedereede, Dirksland, Middelharnis, Oostflakkee op 1 januari 2013 ook ondergebracht onder een gemeente met eiland dragende naam Goeree Overflakkee
19.
Het waterschap dat tevens de Goeree-Overflakkee de naam van 1981 tot 2005 droeg is sindsdien opgegaan in Waterschap Hollandse Delta
20.
De gemeente Oostflakkee is op 1 januari 1966 ontstaan uit een samenvoeging van de gemeenten Ooltgensplaat, Oude-Tonge en Den Bommel. Tot 1966 was Ooltgensplaat, op zijn Flakkees De Plaet dus een zelfstandige gemeente
21.
Het Flakkees moeten we scharen onder het Zeeuwse dialect, maar dan met behoud van de h en de r voor een s. En in Ooltgensplaat kunnen we spreken van een protestants variant daar weer op
22.
De gemeente Ooltgensplaat dat tot 1966 bestond was ook weer meer dan de plaat die we Ooltgensplaat noemen.
De gemeente Oostflakkee (1966-2013) lag ongeveer op het grondgebied dat door de eeuwen heen - tot 1362 - ook Berwoutsmoer, Barwoutsmoer of Barewoutsmoer werd genoemd, waarbij deze aanduiding stond voor een open veenwildernis. Moer betekent immers veen, wout of wold betekent wildernis en ber of bare betekent bloot, open of kaal. Denk bij dat laatste maar aan barrevoets, dat nog steeds voor blootvoets wordt gebruikt
23a.
Schetskaart van de Zuid-Hollandse eilanden ±1300 bron: Uit de wordingsgeschiedenis van de Zuid-hollandsche eilanden : de Kromme Striene / H.J.L.Th. van Rheineck Leyssiùs (in: Haagsch maandblad, jrg. 11 (1934), nr. 12. - Den Haag, 1934). - [bewerkt]. - Stadsarchief Rotterdam: 1978-2020
Toestand van Zeeland en de Zuid Hollandse Eilanden ± 1300, reconstructie 1983 bron: Streekarchief Voorne-Putten: E033 - A_REC_003
Overflakkee (detail Zeeland) rond 1300 bron: Nederland als polderland / A.A. Beekman. - Zutphen : Thieme, 1932 (3e druk) - [eigen (bewerkte) scan]. - Delpher: detail kaart Vb
De St. Elizabethsvloed in 1421. bron: Streekarchief Voorne-Putten: Geschiedkundige Atlas van Nederland - (De Bourgondische Tijd. Blad 4). - 's Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1938 E042 - TA_REC_021
Goeree Overflakkee rond 1421 (Elizabethsvloed) bron: Nederland als polderland / A.A. Beekman. - Zutphen : Thieme, 1932 (3e druk) - [eigen (bewerkte) scan]. - Delpher: detail kaart Vd
Goeree Overflakkee rond 1748 bron: Nieuwe Kaart van het Zuid Westelykste Deel van Holland behelzende de Baljuwschappen Voorne, Putten, 1748. - Streekarchief Voorne-Putten: TA_ALG_002 detailuitsnede
Goeree Overflakkee rond 1815 bron: Choro-topographische kaart der Noordelijke Provinciën van het Koningrijk der Nederlanden / uitgevoerd aan het Topographisch Bureau van dezen Staat, volgens het ontwerp, de geodesische en astronomische waarnemingen van Baron Kraijenhoff. - ['s-Gravenhage : Topographisch Bureau, Archief van Oorlog], [1816-1823]. - Vrije Universiteit: 0106050829003 detailuitsnede
Goeree Overflakkee rond 1932 bron: Nederland als polderland / A.A. Beekman. - Zutphen : Thieme, 1932 (3e druk) - [eigen detail scan]. - Delpher: detail kaart 1 kaart der waterkeeringen en stroomgebieden van Nederland
Het ontstaan van Goeree Overflakkee - BEELDKRACHT bron: In opdracht voor het Streekmuseum Goeree Overflakkee YouTube-film, 24 okt 2016, 0:06:55 [weergave 30.353]
Maar ook andere, soortgelijke schrijfwijzen komen we tegen. In een "Graaflijk Charter" uit 1312 wordt er gesproken over Baeroutsmoer
23b.
Daarnaast schenkt de bisschop van Utrecht in 5 Juli 1237 de tienden van de braaklanden Baroutsmoer of eigenlijk Berwoudsmoer aan de kerk van de St. Pieter te Utrecht
23c.
Als plaat of eiland in dit waterrijk gebied, met vele stormen, overstromingen door de eeuwen heen en de dagelijkse getijde-invloeden, heeft het vele vormen gekend. Om enigszins een indruk te krijgen hoe men denkt dat het er in de afgelopen eeuwen heeft uitgezien, volgen enkele kaartjes van Goeree Overflakkee en omgeving.
De paleogeografisch kaarten geven mooi beeld hoe het eilandengebied in de loop der eeuwen is overwoekerd door het veen, om vervolgens weer tevoorschijn te komen, nadat stormen duindoorbraken verzorgen, zodat het zeewater het veen grotendeels kon wegspoelen. De rivieren en zee zorgen vervolgens voor het ontstaan van vele eilandjes.
Als verklaring voor de naam Ooltgensplaat - dat we ook tegenkomen als Olkensplat, Oeltgensplaat, Ooltjensplate, Oelekensplaat, Orlkensplaat of Oelkensplaat, Oeljensplaat, maar hier veelal als Ooltjensplaat en de Plaat - verwijst men naar de legende dat een schipper die Oeltgen of Oeltken heet, die deze plaat of gors ontdekt zou hebben. Op het oudere wapen van Ooltgensplaat staat dan ook een schipper met een schippershaak in de rechterhand en in de linkerhand een strik of lint waaraan het wapenschild is vastgemaakt, dat rust op de grond voor zijn linkerbeen.
De gedachte die echter opkomt wanneer het voor het eerst uitgesproken wordt, is dat het klinkt als oldjesplaat - zoals vergelijkbaar in Oldambt in Groningen, maar dan zonder verkleining, oude plaat. En dan ook nog in een spraakklank die we nu (misschien) niet meer kennen.
De legende vertelt verder dat Oeltgen er vervolgens waarschijnlijk schaapherder is geworden. Tijdens zijn zeiltochten kreeg hij de naam Oeltgen de Pieper. De Pieper is een afgeleide van het Engelse woord piper, de doedelzakspeler die toenertijd ook muziek makend en dansend rondtrok. Op zaterdag 11 september 2010 werd aan de Kaai de plaquette van Oeltgen de Pieper op een ezel onthuld door burgemeester Jan Heijkoop. Zo'n 30 jaar eerder was het ook eens onthuld tijdens het 500-jarig bestaan van St. Adolfsland op 18 oktober 1981. Deze moest echter wijken voor de komst van een supermarkt in de jaren '90. Maar ook de plaquette van 2010 verdween. Het stond al vlot op de gemeentewerf, omdat het als richtingaanwijzer op het grondgebied van Den Bommel bij het Schapentunneltje was geplaatst.
Bij binnenkomst van Ooltgensplaat uit het westen over de Langeweg treft men sinds 2020 Oeltgen de Piper aan, een beeld van cortenstaal, in opdracht voor Ooltgensplaats gemaakt door Karin Starmans (Wildervank, 1954). Ze kreeg de opdracht in 2017. In de zomer van 2019 werd Oeltgen de Pieper uit de plaat gesneden om op 20 maart 2020 te worden geplaatst. En zoals we weten, enkele dagen later ging Nederland op slot vanwege Covid-19, dus geen onthulling
24.
Een stormvloed in 1214 had een duindoorbraak bij Rockanje tot gevolg, waarna er een nieuwe zeearm ontstond, dat de naam Vlake of Vlackee kreeg. Zo'n 35 jaar later, rond 1250 maakte het contact met een oudere stroom dat op de noordelijker gelegen Maas afvloeide, de Striene. Dit vlak water kreeg vanaf 1315 de naam Harinvliet, een afgeleidde van de landsheer Herink.
We zien na 1362 Berwoutsmoer in stukken nieuwe namen krijgen. Galathee, de Vlake en Ooltgensplaat. Ook ontstaat er door opwas een nieuw droog gebied dat de naam Den Bommel gaat krijgen.
Beekman schrijft de naam van het eiland dan toe aan het voor het eerst in 1390 zo genoemde water Vlak-ee oftewel vlak water
25.
Maar naast het wegspoelen van het veen, verdween het ook door menselijk toedoen. Het veen was immers een ideale brandstof. Daarnaast kon het gebruikt worden als bouwmateriaal.
De ontginningen in de twaalfde eeuw waren echter problematisch. Door het afwateren van de gronden, zakte het. Hierdoor moest men gaan samenwerken om het hoofd boven water te houden. We gaan van terpbouw naar dijkenbouw. Graanteelt bleek vervolgens niet meer mogelijk. Ook andere door het veen geleverde bronnen van voedsel als vis, klein wild en gevogelte, honing en eetbare planten, noten en vruchten verdwenen grotendeels
26.
Door deze noodzakelijke samenwerking ontstonden de waterschappen
27.
De eerste omdijking zal dan ook voortkomen uit zo'n samenwerking.
De laatste omdijking van De Plaet - na de Elisabethsvloed van 1421 - is in 1483
28.
De Heer van Ravesteijn, Adolf van Cleve gaf op 13 maart 1483 de gorzen - toen nog Adolfsland geheten - uit om te bedijken. Anderen denken dat Odulphuslandt vernoemd is naar de kanunnik te Utrecht met de naam Odulphus, vandaar dat ook de naam Sint Adolfsland voorkomt. Diverse generaties zullen zich met de (her)bedijkingen gaan bezighouden.
De landen liggen veelal vrij hoog en zijn voor het grootste deel zeer vruchtbaar. Er wordt dan ook veelal graan, vlas, koolzaad en meekrap op verbouwd
29.
Ooltgensplaat is opgebouwd als een traditioneel kerkringdorp, ook wel sleuteldorp genoemd, met op de zeedijk de oudste boerderijen. Aan de zeezijde uiteraard de haven. Loodrecht hierachter de Voorstraat dat uitkomt op een ronde kerkgracht, met op het eiland een kerk. Rondom de gracht treffen we de nieuwere huizen en boerderijen met schuren aan. De Voorstraat is veelal een voormalige kreek, dat door inklinking van het omliggend veengebied als kreek- of inversierug in het landschap zichtbaar is geworden.
In Rotterdam zijn er in 1942 in de Nauwe Kerkstraat restanten gevonden van een dertiende-eeuwse duikersluis. De Nauwe Kerkstraat kon zodoende water uit het achterliggend gebied spuien middels een klepdeur dat in de duikersluis werd aangetroffen. Deze kennis werd gecombineerd met de vondsten die gedaan werden bij de aanleg van de spoortunnel in 1991. In een aangetroffen dam werd een soortgelijke situatie aangetroffen.
Dit leidde tot een reconstructietekening van Martin Valkhoff, hoe de oudste boerderijen mogelijk op een soort van dijkterp hebben gelegen.
Reconstructietekening van Rotterdam anno 1340 bron: Stadsarchief Rotterdam nl-rtsa_4080_1992-3205 / D. Weynand, Catharinus Hoek. - 1990: Hoogstraat met dam en sluizencomplex
In een eerder gemaakte reconstructietekening uit 1990 van Rotterdam anno 1340 ontstaat hetzelfde beeld.
De bouwsituatie is vrijwel hetzelfde, echter de Voorstraat is hier van water en de kerk is een borg, burcht of kasteel. Voor de dijk ligt de haven
30.
De vorm van de kerkring is terug te voeren op het ontstaan van de bewoning door gebruikt te maken van een opgeworpen heuvel , nu veelal aangeduid als terpen, maar eertijds als wierden, woerden, warden. Plaatsnamen in overvloed die hieraan doen herinneren, zoals Leeuwarden (Friesland), Schoonewoerd, Woerden (Utrecht) en alle andere die een uitgang hebben op -ward, -werd, -erd of -aard
31.
De term sleuteldorp verbeeldt het bovenaanzicht van het dorp dat op een sleutel lijkt, waarbij de haven de baard voorstelt, waarmee het mechaniek van het slot wordt bediend. De Voorstraat figureert als steel. De kerkring biedt de gebruiker de mogelijkheid de sleutel te draaien
32.
We gaan nu maar eens kijken of we dit met eigen ogen kunnen terugvinden.
De kerk zien we staan. Door de vormgeving van de wegen - we staan op het kruispunt van de Kerksingel, een wandelpad naar de kerk, de Brandewijnstraat, Stoofstraat en Zuid Achterweg - herkennen we de kerkring niet, maar begrijpen dat de Kerksingel met rond buigende Brandewijnstraat de kerkring moet vormen.
We lopen via het wandelpad naar de kerk Hervormd Ooltgensplaat dat als zodanig in gebruik is.
Een herinneringsteen aan de eerstesteenlegging aan de kerkhofzijde van de kerkentree meldt in het kort de geschiedenis van het gebouw: "Ter vervanging van het in den jare 1555 voltooide kerkgebouw, is op de fondamenten van het zelve, deze kerk gesticht, waarvan op den 22 mei 1847 de eerste steen is gelegd door: Johannis Agatinús Cornelis van Weel."
Dit verhaal wordt aan de andere zijde van toegangsdeur gecompleteerd met "Onder het kerkbestúúr van: A. van Weel, Dz, president. L. Tiggelman. C. de Rúiter. M. Krÿgsman. P. Noordÿk, secretaris.
Merkwaardig in het houwwerk en de vormgeving van tekst zijn de kuut op U, het trema op de Y en de fraaie slinger aan het eind bij G, vermoedelijk aangebracht ter onderscheid van de C.
Vanwege de witte voorgevel valt de rest van het gebouw niet meer op. En die rest lijkt op een kruiskerk, waarvan de westarm ontbreekt.
Zijn voorganger had ook deze vorm - dus ook zonder westarm.
Ooltgensplaat / Gaspar Bouttats (prentmaker); (naar tekening van) Jan Peeters (1624-1678). - ca. 1675
[detail uit: Gezicht op Willemstad (in het huidige Noord-Brabant), gezien vanaf het Hollands Diep]
bron: Rijksmuseum Amsterdam RP-P-AO-14-63-1 (CC0)
Oorspronkelijk was deze er wel. Na diverse overstromingen heeft men in 1722 het westelijk deel van het schip opgeofferd om de rest van het gebouw te herstellen. Een ander verschil met de huidige versie is de toren. Deze stond als een open klokkenstoel in het midden van het gebouw. Op deze klokkenstoel was een grote ui-vorm bevestigd. Daar bovenop stond weer de windvaan, die sprekend op de huidige lijkt. In Groningen en Drenthe worden deze ui een siepel genoemd, evenals in Friesland sipel. In 1811 werd deze ui afgebroken om als toren voor de telegraafdienst gebruikt te kunnen worden. Deze ingreep bleek geen succes en zodoende werd er in 1818 een nieuwe gebouwd. De kerk werd - volgens een herinneringsteen - tussen 1527 en 1553 gebouwd en was gewijd aan de H. Odulphus. Ook deze kerk had al een voorganger
33.
Het kerkgebouw bleek bij een inspectie in 1845 dusdanig bouwvallig te zijn, dat het buiten gebruik werd gesteld op last van de Staatsraad Gouverneur. Aangezien de kosten van herstel hoger waren dan de begrootte nieuwbouw à ƒ 20.000 lag afbraak voor de hand. In februari 1847 kreeg K. Verboom uit Numansdorp de opdracht voor de afbraak van de oude en bouw van de nieuwe kerk voor ƒ 20.700
34.
Met K. Verboom wordt vermoedelijk de op 4 oktober 1750 in Numansdorp door zijn ouders Pancras Verboom en Maartje Cornelisdr. Reedijk gedoopte Kornelis Verboom bedoeld. Het is echter onmogelijk dat hij de kerk heeft gesloopt en opnieuw heeft gebouwd, aangezien hij op 89-jarige leeftijd in Numansdorp op 30 oktober 1839 is overleden. Het lijkt erop dat zijn zoon Maarten Verboom, die Kornelis samen met zijn vrouw Cornelia van Bommel (1762-1826) heeft gekregen zo in de zomer van 1798, de zaak van zijn vader onder diens naam een tijd heeft voortgezet.
Maarten Verboom wordt namelijk genoemd als persoon om nadere informatie te verkrijgen vanwege een verkoop uit hand door een sterfgeval. De verkoop is echter pas tien jaar na het overlijden van Kornelis Verboom, in 1849. Of het om zijn vader gaat waarvan "eens florissante en van ouds bekende Timmermans- en Molenmakers-affaire" te koop wordt aangeboden, staat er de advertentie helaas niet bij. Wel vermeldt de advertentie verder dat het inclusief een "ruime Huizinge, Werk- en Houtloodsen en Erve, al de Gereedschappen daarbij behoorenden en voorhanden Houtwaren, zeer gunstig op een der voornaamste Dorpen in Zuid-Holland."
Maarten is op dat moment zo ongeveer 50 jaar. We komen hem als houthandelaar (koopman) tegen, maar ook timmerman (bij het huwelijk van zijn dochter Aartje in 1851).
Een advertentie uit het voorjaar van 1826, zijn vader leefde toen nog maar was inmiddels 76 jaar oud, doet deze suggestie kracht bij zetten. Maarten, zelf op dat moment ruim 27 jaar, zoekt in deze advertentie, naarstig naar twee of drie Huistimmermans-Knechts. Ze kunnen zich melden hij hem "te Numansdorp, gezegd de Buitensluis."
Een kleine vier jaar na het te koop zetten van de Timmermans- en Molenmakers-affaire overlijdt zijn vrouw Johanna Vermaat "na een langdurig lijden" op 29 mei 1853. Ze werd vijftig jaar.
Sinds 1854 heeft Maarten een eigen houtzaagmolen in Numansdorp dat hij Mijn Genoegen noemde. Hij heeft echter deze molen in Dordrecht gekocht, waar het de naam Het Spinnewiel droeg. Het heeft 2 zaagramen. Sinds 1927 is deze molen ook verdwenen in Numansdorp. Het stond op de huidige hoek Koninginneweg / Vlielanderstraat (nr.11). Het is sindsdien te bewonderen in het Openluchtmuseum te Arnhem, die het van Cornelis Verboom (1854-1927) - de zoon van Maarten Verboom en Trijntje Kooijman - in goede staat heeft aangekocht.
Op 3 november 1853 was de houthandelaar (houtkooper) Maarten Verboom namelijk hertrouwd met Trijntje Kooijman.
Aan het eind van 1859 kunnen we bij hem terecht voor informatie aangaande de verkoop van "een Kapitaal, hecht en sterk huis, waarin sedert vele jaren de Metselaars-Affaire wordt uitgeoefend, aan den Molendijk, nabij de Sluis der Haven van Numansdorp, Kadaster sectie B, ns. 1155 en 1156." Het werd verhuurd voor ƒ 152 per jaar.
Maarten overleed te Numansdorp op 14 februari 1876 als 77½-jarige.
Maarten Verboom (1798-1876) was dus prima in staat om deze kerk in - hij was toen 49 jaar - af te breken en opnieuw te bouwen
35.
De zojuist al genoemde haan als windvaan heeft pootjes en kan zodoende als de wandelende haan worden aangeduid.
De meeste windvaanhanen en -hennen in Nederland hebben namelijk geen pootjes. Daarnaast zijn er ook nog hennen en hanen op pootjes, die niet wandelen
36.
Of het dezelfde windvaan is die op de vorige kerk stond, zoals door Klaas Jansz. de Vos (geh. 1755, overl. 1804) is getekend, wordt niet duidelijk
37.
Wanneer we onze blikken weer naar beneden laten gaan, langs de in 1893 vernieuwde bovenste deel van de toren - naar plannen van de architect uit Sliedrecht J.H.B. Veenenbos - krijgen we het monumentale toegangshek (31699) tot het kerkhof in het oog. In de twee hardstenen hekpijlers van net voor de periode van de herbouw van de kerk, 1839, zijn de woorden "Adam" en "Christus" gehouwen
38.
Dit is ongetwijfeld een verwijzing naar de opstanding zoals te lezen in 1 Korinthe 15 vers 22: Want gelijk zij alle in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden en 45: De eerste mens Adam is geworden tot een levens zie; de laatste Adam [lees Christus] tot een levendmakenden Geest39.
Grafkelder van Burgemeester M.D. van Weel, Ooltgensplaat, september 2002 / J.P. de Koning (fotograaf)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 504265 (CC BY-SA 3.0)
De plannen voor de toren van Veenenbos werden uitgevoerd door L. Korteweg voor ƒ 2055. Op 16 januari 1894 werd er een nieuwe klok ingehangen, in 1893 gegoten door A.H. en W.J. van Bergen te Heiligerlee . Verder vermeldt het randschrift "In nagedachtenis van A. van Weel Dz., en Mr. D. van Weel, Burgemeesters van Ooltgensplaat is deze klok door Mr. A.J.C. van Weel geschonken aan deze gemeente onder het bestuur van P. van Weel G.Gz. als Burgemeester 1893."
40
We mogen dus concluderen dat de familie Van Weel in de negentiende eeuw flink hun stempel hebben gedrukt op Ooltgensplaat. Daarmee is hun grafkelder (31697) die op het kerkhof te vinden is ook verklaard.
Anthonij van Weel Davidszoon werd geboren in Dirksland op 25 augustus 1799. Hij huwde Adriana Theodora de Clercq (Stavenisse, 5-12-1801 - Ooltgensplaat, 24-2-1847). Hij overleed hier op 10 juni 1872. Hij kwam in het dorp wonen toen hij zich hier als jongeman vestigde als notaris, omdat hij hiervoor per 17 november 1824 was aangesteld.
detail kerkring, Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Ooltgensplaat, Zuid Holland, sectie A, blad 03 / I. de Geus
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08144A03 (CC BY-SA 3.0)
Hij werkte als zodanig tot en met 1841. Tegelijkertijd was hij vanaf 1826 t/m 1852 burgemeester van Den Bommel en tevens vanaf 1828 t/m 1852 van Ooltgensplaat. Omdat hij tot groep van de hoogstaangeslagene in de rijks directe belasting behoort is hij tevens verkozen door de provincie Zuid-Holland als een van 39 leden van de Eerste Kamer van 9 oktober 1850 - 1868. Verder was hij Dijkgraaf van diverse polders
41.
Wanneer we de kerk de rug toekeren en de Voorstraat in willen lopen zien we de fraaie en door de tijd getekende schuin gemetselde muur van de schuur. De verschillende kleuren bakstenen zullen hun oorsprong vinden in het feit dat er voorheen nog twee panden stonden. Het hoekpand met schuur werd op de minuutplan Ooltgensplaat (1811-1832) nog aangeduid als 831. Na de schuur ging de nummering verder als 830bis en 830.
Het hoekpand 831 was op dat moment in eigendom van de erven Philippus Blok.
Het huis met schuur 830bis werd in deze periode bewoond door de Veldwachter Bastiaan van Es (~18-6-1769 - 18-7-1836), zoon van Leendert van Es en Maria van Balen. Hij was inmiddels weduwnaar van Jannetje Lagenhoek (~26-2-1775 - 22-9-1812) geworden.
Ooltgensplaat, Nederlands Hervormde kerk
detail verdwenen panden en travalje
bron: Briefkaart 2451, Uitg: L. van Gen - 1920-1939 [scan WP]
Het laatste huis met erf en schuur, nummer 830 werd bewoond door de weduwe van Dirk Lagenhoek, Leintje Breborst.
De situatie rond 1915 schetst het beeld waarmee we de huidige muur enigszins kunnen verklaren. De bij het hoekpand (831 - Voorstraat 41) aangebouwde 'schuur' zien we als laagbouw terug in de situatie van ± 1915. Daarachter zien we de twee panden die 830bis en 830 genoemd werden. We zien het schuine dak van de schuur niet voor het buurpand omhooggaan. Deze schuine lijn herkennen we terug in de gele baksteentjes aan beide zijkanten in de huidige situatie. De gele steentjes stammen dus uit de tijd van de smederij. De schuur is tijdens de aanwezigheid van deze naastgelegen panden verhoogd. Dit zal gebeurd zijn begin 1963 tijdens 'een grote verbouwing', zoals we straks zullen zien.
In 1966 worden de pakhuizen Voorstraat 43 en 45 publiekelijk verkocht, waarna ze later zijn afgebroken. Onduidelijk is in welk jaar dit is gebeurd
42.
Na het passeren van het laatste pand van de Voorstraat, waarbij de schuur hoort - dat, zoals we zo zullen zien vele bedrijvigheid heeft gehuisvest - kunnen we een blik werpen in Brandewijnstraat, zoals het steegjes aandoende deel van de kerkring heet. De circa 10 panden die de straat vormen, ogen nu als woonhuizen, echter de afgelopen eeuw was er veel bedrijvigheid gevestigd.
De notaris A.J.C. van Weel verkoopt in 1906 bij veiling, sectie A, no. 1791 - een huis en erf waarin een goed beklante klompenmakerij is gevestigd.
Ook bakker Van Ree is hier gevestigd in 1922. Deze bakker kreeg iemand door zijn spiegelruit gedrukt, nadat er een aanrijding in de straat was geweest.
In 1925 was op nummer 364b schilder J. Nieuwland gevestigd.
Maar ook de straat zelf wordt bij tijd en wijle onderhanden genomen. Zo werd de straat in 1929 opnieuw voorzien van bestrating voor ƒ 900.
In 1936 is de slager L. de Vos voornemens zijn slagerij aan W. Blaak te verkopen, die de zaak zal voortzetten.
Echter in 1946 is en blijft Joh. de Vos zijn slagerij in Brandewijnstraat 3 bemannen. In 1950 heeft hij de zaak verbouwd en gaat verder als "modelslagerij met de modernste electrische koelinstallatie". Hij stopt in 1962 met de zaak en verkoopt het aan Van den Brink. A. van den Brink geeft in 1962 aan dat zijn zaak gevestigd zit in de nummers 3-5, waarbij hij samen met zijn vrouw B.M. van Goor op nr 5 woont. Huisbewoner D. van den Broek woont er ook (in 1982).
Omdat de straat in 1936 toch wel smal bevonden wordt, wordt er in de straat een parkeerverbod ingevoerd. Laden en lossen blijft wel toegestaan.
A. de Berg (19-2-1899) woont in 1941 op nummer 4. Hij blijkt zijn persoonsbewijs (afgeefdatum 10-7-1941) te hebben verloren en wil het graag terug.
De dochter van de bakker, Pie A. van Ree gaat vanaf 3 juni 1942 de Brandewijnstraat A9 verlaten, omdat ze op die dag gaat trouwen.
Brandewijnstraat 9 krijgt op 11 september 1947 een nieuwe bewoonster. Ouders S.L. Birkhoff en J.J. Henny hebben daar dochtertje Johanna Wilhelmina gekregen. Birkhoff runt op dat adres zijn zaak: een smederij. En verkoopt er kachels, haarden, sanitair en huishoudelijke artikelen. In de winter heeft hij stalen schaatsen in het assortiment. In 1956 verkoop hij echter een woonhuis en winkelhuis aan A. de Bonte Wz. We komen de familie Birkhoff in 1960 tegen op nummer 2. Aan het einde van 1962 voelt Jacoba Johanna Henny zich na het plotseling overlijden van haar man Simon Leendert Birkhoff genoodzaakt de zaak met o.a. de smederij aan de Voorstraat 41 en aangrenzende woning Brandewijnstraat 2 te verkopen. In mei 1963 opent Klaas Kamp (en zijn vrouw Tannetje Lientje van der Maden) na een grote verbouwing aan de Voorstraat zijn nieuwe winkel en werkplaats voor rijwielen en bromfietsen. Er is door de verbouwing een ruime winkel op de hoek verkregen met in beide straten een etalage.
Begin 1976 wordt de winkel uitgebreid aan de overkant van de straat met Voorstraat 39, zodat de toegang tot Brandewijnstraat de winkel van K. Kamp is. Deze verbouwing werd uitgevoerd door de firma Dorsman en Van der Welle, timmer- en metselwerk.
Het pleintje bij de werkplaats werd door een groepje mannen 's avonds na de boterham gebruikt om de dorpsnieuwtjes te bespreken. De travalje als hangplek voor de ouderen.
De Brandewijnstraat krijgt maandag 27 oktober 1947 koninklijk bezoek. Prinses Juliana en Prins Bernhard zullen dan door de straat rijden.
Het tijdelijk opgeheven eenrichtingverkeer in de straat i.v.m. de herstelwerkzaamheden aan het Weespad wordt in september 1949 weer ingevoerd.
Het gezin Poortvliet-Maliepaard maakt in 1951 gebruikt van het adres Brandewijnstraat 4. Ze zamelen in 1959 lectuur in voor een lectuur depot van het Rode Kruis.
De heer Simon van der Mast, bakker van beroep, woonde in het woonhuis op Brandewijnstraat 9. Hij kreeg in april 1954 door de burgemeester in zijn woning een eremedaille in de Orde van Oranje-Nassau opgespeld omdat hij 50 jaar zijn beroep uitoefende, waarvan 40 jaar bij J.C. de Ruiter aan de Voorstraat. In 1965 viert hij met zijn vrouw Neeltje van Gelder hun 45-jarige echtvereniging. J.C. de Ruiter was echter eigenaar van het pand. Na diens overlijden verkopen de erven het pand aan L. den Braber Wzn. Het echtpaar Van der Mast blijft de huurder en vieren in 1970 hun 50e echtvereniging.
In 1954 blijkt dat mej. M.L. Quispel aan de Brandewijnstraat 8 woont, waar nieuwe donoren voor bloedtransfusie zich kunnen aanmelden.
In het najaar van 1955 gaat de hele straat op de schop - zoals het hele dorp in deze periode, zoals we straks zullen zien. Er wordt een nieuwe riolering aangelegd en het wordt herbestraat.
De familie Mooijaart-Verweij wonen in 1957 aan de Brandewijstraat 5. Tenzij ze verhuisd zijn, zal dit een typefoutje zijn. Waarschijnlijk zal dit nummer 7 moeten zijn, waar Lambrecht Mooijaart en tot 31 maart 1976 Johanna Verweij woonden.
In het jaar 1961 vond er merkwaardig ongeluk plaats. Iemand op een tractor ramde bij dit ongeval een gevel in de straat.
In datzelfde jaar blijkt ook dat de familie Kooijman-v.d. Veer in de straat woont op Brandewijnstraat 6. De familie wil in de zomer van 1965 verhuizen.
En opnieuw krijgt de straat in 1962 nieuwe bestrating. Deze keer worden er aan beide zijden straatkolken geplaatst en worden de oude straatklinkers vervangen door nieuwe en krijgt het trottoirbanden.
In 1962 woont de familie Beekman-Ockels op Brandewijnstraat 8. Mevrouw is verbonden aan de padvinderij en meneer geeft in de winter o.a. een cursus Algemene ontwikkeling en eenvoudig Engels.
16 januari 1964 wordt L. Dorsman Jzn van Brandewijnstraat 3 de oudste man van Ooltgensplaat. Hij wordt op die dag 95 jaar. Of het adres de juiste is, is echter de vraag, aangezien ook de slager daar zijn winkel heeft. In een volgend bericht zou hij op nr 6 wonen. Beide opgevoerde huisnummers in de krant berusten waarschijnlijk op een misverstand.
Enkele dagen na het vieren van zijn 97e verjaardag komt Leendert Dorsman te overlijden. Hij was op zijn verjaardag in zijn woning Brandewijnstraat 4 - waar hij tevens is geboren - gevallen en liep daarbij een bekkenfractuur op. Hij kwam uit een kostersgeslacht, maar was zelf timmerman geworden. Naar verluidt was hij zeer sterk, kerngezond en vitaal. Een dokter heeft hij dan ook nooit gezien.
Wanneer het pand bij inzet wordt verkocht, biedt G. Kamp ƒ 6400.
Begin 1951 neemt K. Braber een woonhuis over van J. Kamp.
Peter Braber (Braber stamboom XVII-fi) woont op Brandewijnstraat 1, wanneer hij zich op 15 juli 1967 gaat verloven met Marie Koese. Zijn moeder Cornelia Braber-Grinwis wint een maand later een puzzelprijs. J.J. Braber Kz slaagt in mei 1969 voor een bijzondere cursus in de staalindustrie. Vader is Kommer Braber (Braber stamboom XVI-dd). In 1991 verlaat Arie Braber het ouderlijk huis na zijn huwelijk in maart.
Ferdinand Braber (Braber stamboom XVI-de) wordt op zijn 77e verjaardag op 7 mei 1993 gedecoreerd met de eremedaille in zilver in de Orde van Oranje-Nassau. Hij kon geen noot lezen, maar bespeelde 46 jaar lang - met slechts 12 zondagen verzuim - elke zondag het orgel van de Geref. Kerk en wordt gezien als een van de beste kerkorganisten.
Woonde A. de Bonte in 1956 op Brandewijnstraat 9, in 1981 komen we Arie de Bonte W.zn. tegen op Brandewijnstraat 11. In zijn tot winkel-werkplaats omgebouwde garage is hij met de overgenomen apparatuur van Ph. van der Mast een kleinoffsetdrukkerij begonnen. Inclusief drie zelfgemaakte tekeningen gaat hij in 1984 in zijn Stencilinrichting, offsetdrukkerij en kantoorboekhandel het 30 pagina's bevattende Geschiedenis Ooltgensplaat vanaf 1616 laten verschijnen, dat grotendeels ontleend is uit een even daarvoor door de buren gezocht boekwerk van 469 pagina's, bevattende de Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee, zijne wording en zijn voortbestaan tot op heden van J. van de Waal en F.O. Vervoorn uit 1895 en 1896 (2e druk).
Voor oud-inwoner Jo Kosten (1915-1988) treedt De Bonte als uitgever op. De Bonte laat bij drukkerij Kranse in Sommelsdijk het 220 pagina's dikke historisch verantwoorde boek Tussen kerk en fort drukken, zodat deze in linnen gebonden op 2 augustus 1986 kan verschijnen. Later zal er het een en ander afgedongen moeten worden op het historisch verantwoord zijn. Johannis Kosten werd op 29 mei 1915 te Ooltgensplaat geboren en overleed op 9 februari 1988 te Eindhoven.
In augustus 1988 verschijnt met een omvang van zo'n 30 pagina's Oostflakkee in Vogelvlucht.
Prinses Margriet en de heer Van Vollenhoven, beiden met een middeleeuwse cape omgehangen, wandelen door het dorp Ooltgensplaat tijdens de viering van het 500-jarig bestaan van St. Adolfsland / Rob C. Croes / Anefo (fotograaf). - 05-09-1981
bron: nationaal archief 931-6619 (CC0)
Op zaterdag 5 september 1981 krijgt de straat wegens het 500-jarig bestaan van Sint Adolfsland wederom koninklijk bezoek. Ditmaal wandelen prinses Margriet en haar man Mr. Pieter van Vollenhoven door de straat.
Brandewijnstraat 8 wordt tot 8 september bewoond door 1981 Adriaantje Ras Dd.
Vanaf de jaren 80 komen we in Brandewijnstraat 9 een winkel tegen waar van alles "voor de baby" van Ervila wordt verkocht.
De heer K. Kroon op Brandewijnstraat 4 mag het pand in 1984 verbouwen / vernieuwen.
Het pand Brandewijnstraat 6 wordt in het voorjaar van 1986 te koop gezet voor ƒ 98.000 k.k. C. van Kempen krijgt in oktober 1987 een vergunning om de woning te verbouwen.
In de nacht van vrijdag op zaterdag 15 op 16 december 1989 is er een hoofdwaterleidingbuis op de hoek Voorstraat / Brandewijnstraat gesprongen. Hierdoor was er een gat in het wegdek ontstaan dat onzichtbaar was vanwege de plas die het verhulde. Het voorwiel van de auto van 20-jarige automobilist uit Spijkenisse verdween in gat en reed zodoende schade aan zijn wagen.
Halverwege het jaar 1993 nemen Willem Arend van den Berg en Carolien Mosselman na hun huwelijk intrek in het pand op Brandewijnstraat 6
43.
Na dit inkijkje in deze kwart kerkringstraat lopen we de Voorstraat verder in naar het begin van de straat.
Aan de Voorstraat kunnen we een negental monumentale panden ontdekken. Of wij dit ook aan de voorkant kunnen zien blijft altijd de vraag.
Het eerste ons opvallende pand in deze voorname straat is het pand (31692) met nummer 35 dat inderdaad deze status heeft. Zijn eenvoudige gevel met beneden (4x3) 12- en boven (7x5) 35 ruitschuiframen doet dit vermoeden. Het heeft schilddak, waarvan we slechts een van de twee driehoekige dakschilden aan de kopse kant kunnen zien. De twee trapeziumvormige dakvlakken aan beide lange zijden kunnen we ook niet waarnemen. De lijstgevel is van rond 1800. Het pand zelf stamt uit de 17e of 18e eeuw
44.
Opmerkelijk is dat van het pand ernaast, een breed herenhuis van halverwege de 19e eeuw met acht vensterassen, niet als geheel een monumentenstatus heeft, maar voor zowel huisnummer 33 (31691) als 31 (31690) heeft gekregen. Ook dit pand heeft - echter nu in de lengte - een schilddak.
Als scheiding tussen beide panden kunnen we de opvallende muursteen met tekst "wie het verstaet t goet is boven t' guaet" nemen. We zien een onherkenbaar wit dier op een onherkenbaar bruinrood dier staan.
De dieren dienen herkend te worden als (wit) schaap en (donkere) vos.
Een bewoner, J.W. Korteweg uit Ooltgensplaat laat in een ingezonden brief in 1961 weten, dat er - toen het rond 1920 nog goed leesbaar was - geen Wie het verstaet, 't goet is boven 't quaet stond. Daaraan is immers niets bijzonders, dat weet eenieder. Als dat er had gestaan, dan waren er ook wel betere symbolen gebruikt dan de nu opgevoerde schaap en wolf. Er staat namelijk Die het verstaet, t' goed is boven t' quaet. Nu de komma aan de andere kant van de t staat kunnen we lezen: te goed is boven te kwaad. Een schaap is veelal te goed en een wolf feitelijk te kwaad. Maar het schaap staat toch bovenaan
45.
We begrijpen dat de vos dus een wolf dient te zijn.
gevelsteen "schaap op wolf", Ooltgensplaat
Jo Kosten geeft in zijn boek Tussen kerk en fort van 1986 op pagina 40 aan dat het om een schaap en wolf gaat en schrijft daarbij de tekst "Die het verstaat, 't goed is boven 't kwaad", met dus de komma vóór de t. Dit wordt door J.W. Korteweg verbeterd in "te goed is boven te kwaad". Daarom staat ook het schaap boven de wolf. Hij schreef het in 1961 ook al eens
46.
Bijzonder genoeg staat er - wanneer wij langslopen - de komma bij de laatste t juist achter de t. Dus de boodschap van Jaap Korteweg is overgekomen.
Deze gevelsteen is echter afkomstig uit een ander pand dat in mei 1966 is ingestort. Dit pand op de Voorstraat 12 had de warme belangstelling van het Instituut Stad en Landschap van Zuid-Holland. Het zou gerestaureerd moeten worden om bewaard te kunnen worden, stellen ze in hun Jaarverslag 1953. De gemeente had het met dat doel in 1960 van de heer H.G.J. Dapper aangekocht. Tot de ramp in 1953 woonde Joh. van Dam er. De familie Neels heeft er ook gewoond. Het pand werd samen met de panden op 10 en 14 gebouwd tussen 1670 en 1690. Ze kregen allen dezelfde gevel, alleen nummer 12 kreeg deze dubbele gevelsteen. Het pand had in de drie eeuwen dat het er had gestaan vele gezinnen onderdak geboden. Veelal woonden er twee of drie gezinnen er tegelijkertijd in het pand.
Na aankoop door de gemeente bleef het geld voor restauratie uit en zag de gemeente zich zes jaar later genoodzaakt om het dak te slopen. Tijdens de sloop stortte echter alles in.
De gevelsteen is - zoals we begrijpen - gered. Er was toen te lezen:
Wie het verstaet
't goet is boven
't quaet
47
Het pandje dat we er zo meteen zullen aantreffen heeft dezelfde vormgeving van raampositie en gevel teruggekregen. De middelste verdieping - waar deze gevelsteen in het oude pand tussen ramen zat - is achterwege gebleven.
Misschien beeldt de gevelsteen de moraal van de fabel van de Wolf en het Schaap van Jean de La Fontaine (1621-1695) uit, die zich weer liet inspireren door de fabels van Aesopus (± 620-560 vOJ). Een wolf beschuldigt een lam onterecht van vervuilen van het water in de rivier. Naar tegenargumenten luistert de wolf niet, hij pakt het lam en vreet het op. Oftewel: het recht van de sterkste geldt altijd. Een bullebak vindt altijd een excuus voor zijn gedrag. De onrechtvaardigen luisteren niet naar het verweer van een onschuldige
48.
En dan vervolgens toch als schaap erboven blijven staan en je niet verlagen tot het niveau van de wolf.
De gevelsteen is nu dus ingemetseld in dit pand, ten tijde dat het gemeentesecretariaat hierin gevestigd zat
49.
Dit is in ieder geval gebeurd voor februari 1974
50.
Aan de overzijde trek een woonhuis de aandacht door "Anno 1752" (31696). Het hoofdgestel van de deuromlijsting wordt gedragen door twee voluutconsoles, de krulornamenten waarvan we ook varianten onder de vensteromlijstingen zien. De vensters op de verdieping hebben vierruitschuiframen
51.
familiewapen pand Voorstraat 26, Ooltgensplaat
Het volgende pand staat ook aan de 'even' kant en valt op door het trapgeveltje met twee consoles, waarop een wapendragende leeuw staat. Op de bovenste kunnen we geen wapen vinden. De leeuw boven de ingang draagt een doorsneden schild met halvecirkelvormige onderkant.
De bovenzijde is groen met in rood (keel) een halve leeuw of uitkomende halve leeuw. De onderkant is blauw (lazuur) met in het hart in goud (geel) een omgekeerd gaffel dat links, onder en rechts is omringd door - eveneens in goud - een vijfpuntige ster
52.
Het is onduidelijk welke persoon, echtpaar of familie dit wapen draagt.
Hoewel de meeste panden en pandjes aan de Voorstraat hun eigen charme uitdragen, gaan we ze niet allemaal tonen. Zo hebben nrs 11, 9 en 7 (31688) elk hun eigen bijzonderheden.
We merken hier ook dat de weg van de Voorstraat als oprel onder een kleine hoek naar de kruin van de Slijkdijk en Molendijk gaat. Vaak ligt de reden van zo'n kleine hoek gelegen in het feit dat er een spoorlijn heeft gelegen. Dat is echter hier niet geval. Ook voor paard en (geladen) wagen is het te allen tijde een noodzakelijkheid dat de helling niet te steil is.
Dat het soms niet meevalt bleek in de gemeente Ooltgensplaat op zaterdag 7 juli 1906 toen op de oprel bij de woning van wed. Job Mijs het paard met voerman Kievit van Nieuwe Tonge naar beneden reed en voor de wagen struikelde, viel en zijn nek brak. Wonder boven wonder hield dhr Kievit hieraan persoonlijk niets over
53.
aanzicht hoekpand anno 1690, Voorstraat 1-1a, Ooltgensplaat, februari 1968 / G.J. Dukker (fotograaf)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 117.193 (CC BY-SA 3.0)
Wanneer we de dijk hebben beklommen missen we een pand op de hoek met de Molendijk.
Tot 2009 was hier bakkerij "De Plaete" gevestigd, dat vervolgens werd omgebouwd tot woonhuis. Het pand - volgens de muurankers gebouwd in 1690 - werd samen met het pand ernaast in de jaren 60 van de twintigste eeuw aangeduid als nummer 1 - 1a. Het adres van het ontbrekende pand zal echter in de loop van de tijd Molendijk 2-4 genummerd gaan worden.
De warme en latere Echte Bakker Jan Visseren was in ieder geval tussen mei 1972 en augustus 1990 gevestigd op de Molendijk 2 - 4. De van origine afkomstige Rotterdammer, maar onder andere in Willemstad in de zaak van de bakkersfirma Bunt zijn opleiding genoten, kon de bakkerszaak in het pand voortzetten. De bakkersfirma heeft begin mei de bakkerij onderhands gekocht van de familie Hage.
Jan Hage had de bakkerszaak met kerstmis 1910 overgenomen van W. Korteweg.
W. Korteweg was er acht jaar bakker geweest. In de jaren 1902, 1909 en 1910 was hij tevens op zoek naar bakkersleerlingen en -knechten.
W. Korteweg te Achthuizen koopt in 1904 het huis van wijlen Wed. P. van Loon staande aan de Voorstraat, hoek Molendijk voor ƒ 1760.
De weduwe van Pieter van Loon (1846-1901), Dingena Vroegop (1847-1903) was namelijk 27 mei 1903 op 54-jarige leeftijd overleden. Zij runde daar een "herberg" of dorpslogement. Na het overlijden van haar man waarmee ze het logement deed, vroeg ze en kreeg ze begin 1902 een vergunning om in het perceel Wijk A. No. 1 sterken drank in het klein te mogen verkopen.
Aan het eind van dat jaar 1902 ging het op eerste Kerstdag vreselijk mis in de herberg. Na een woordenwisseling over het toewerpen van iets - dat een stuk krentenbrood bleek te zijn wat door Stefanus Groenendijk was gesneden en verdeeld, ontstond een vechtpartij in het logement, waarbij jaloezie en woestheid de veroorzakende elementen waren, die er tot leiden, dat 21-jarige Corn. de Vos met een mes zijn tegenstander, de arbeider Groenendijk tweemaal onder de arm stak. Dit gaf echter niet veel letsel. De dader trof vervolgens de 24-jarige arbeider Adrianus S. Kooyman (Arie), die hij in het lichaam boven het hart stak. Naar verluidt verdween het mes heel diep in het lichaam. Omstanders en de opgeroepen geneeskundige hulp konden echter niets meer voor de jongeman betekenen. Een half uur na de steekpartij was hij overleden.
De verstandhouding tussen Kooyman en De Vos was al enige tijd slecht, vanwege de jaloezie over het meisje Jannetje de Vos, waarmee Kooyman eerder verkering had.
Aanleiding voor de vechtpartij was het tarten van De Vos door de vrienden Kooyman en Groenendijk. Samen vielen ze De Vos aan en wierpen hem op de grond.
De dader was gevlucht, zo wordt gemeld. De politie had hem echter al spoedig opgespoord en gevangengezet. De volgende ochtend werd hij met de stoomboot Den Bommel naar het Rotterdamse huis van bewaring overgebracht.
Op 3 maart 1903 werd de zaak voor de rechtbank te Rotterdam behandeld. Er waren zes getuigen gedagvaard.
De lijkschouwer dr. Simon Thomas vertelde o.a. dat het mes zo'n 15 cm het lichaam was binnengedrongen en de rechterhartboezem was doorgedrongen.
Groenendijk verklaarde dat hij De Vos een stuk koek had toegeworpen met de woorden "Daar Kees, heb je ook wat, eet ook mee." Waarop De Vos opstond en Groenendijk een schop gaf.
Getuige Van den Bolsum had onder meer gezien dat Groenendijk De Vos als eerste had geslagen.
Getuige Dulleman zei dat er bijna niet geslagen was.
Het meisje Jannetje de Vos, geen familie van, had alleen Kooyman iets zien gooien, maar was al gauw weggelopen en kon zodoende niet veel vertellen.
Veroordeelden, archiefnummer 5225, inventarisnummer 840: Cornelis de Vos, geboren 07-10-1879 te Ooltgensplaat
bron: Gemeente Amsterdam Stadsarchief archiefnummer 5225, investarisnummer 840
Een andere getuige wist te melden dat er al meerdere malen een kwestie was tussen dader en slachtoffer en dat Kooyman schimpte op het meisje.
De Vos had mr. H. Kingma Boltjes als verdediger. Het OM eiste, mede wegens de onverschillige houding van de verdachte, 4 jaar gevangenisstraf. De rechter veroordeelde 10 maart de verdachte overeenkomstig de eis.
Ruim twee maanden later overleed de uitbater, waarna er een eind kwam aan de herberg.
Cornelis de Vos, 1.65m komt op 25 maart 1907 weer vrij. Ruim een jaar later zal hij trouwen. Op 26 november 1963 overlijdt hij te Rotterdam.
De uit het Zeeuwse Ouwerkerk afkomstige Jan Hage - in het voorjaar van 1911 getrouwd met Jozina Martina Hoek - droeg zijn zaak in brood, beschuit en banket met kruidenierswinkel - gevestigd aan de Voorstraat A 1 - in deze lange periode per 1-1-1938 over aan zijn zoon M.G. Hage. Ook zoon Hage zou - net als zijn vader - even nadat hij de zaak in handen had gekregen, in het voorjaar trouwen. Op 7 april 1938 huwde hij met M. S. Luteyn.
In februari 1952 meldde Hage dat zijn trouwe woudduiven (ook wel houtduiven genoemd) - die sinds de inundatie en evacuatie tijdens WOII in de door het zoute water omringde lege dorp met dode bomen, jaarlijks in zijn dakgoot komen nestelen en broeden - ook dit jaar weer zijn gekomen. Hij had daarvoor inmiddels een speciaal kistje in de goot geplaatst.
M.G. Hage sloot zich aan bij de Vivo-kruideniers en breidde zijn winkel uit door het te verbouwen en kon zodoende zijn uitgebreide assortiment tonen. Het bleek nog niet aan de wensen te voldoen en zodoende vond er in 1963 nogmaals een verbouwing plaats. Er werd in het oude pand - in de berichtgeving zelfs het bouwjaar 1670 gegeven - aan de dijkzijde een nieuwe winkelpui van voornamelijk glas geplaatst over een lengte van zeven meter. Deze timmerwerkzaamheden werden uitgevoerd door de fa. L.H. Korteweg en Zoon, het metselwerk was in handen de firma A. van Hassent. W. Overbeeke deed de electra en A.L. Hobbel het schilderwerk. De bijzondere bronzen pui werd verzorgd door de firma Bettenhausen in Rotterdam - onder meer bekend van de puien van C&A en De Gruyter.
Nadat ze de zaak aan Visseren hadden overgedragen gingen Marinus Gabriël Hage en Maria Suzanna Luteyn op nummer 27 van de Voorstraat wonen. Bakker M.G. Hage komt op 30 september 2001 op 89-jarige te overlijden. Zijn vrouw komt op 91-jarige leeftijd te overlijden op 14 februari 2004.
Visseren heeft het bakkerspand flink verbouwd en een antieke uitstraling gegeven, zoals we op prenten van Anton Pieck kunnen terugvinden. Zijn reclameboodschappen doorspekte hij met zijn eigen humor. Zo kondigde hij dichtend aan dat ze na 18 jaar stopten met de zaak Ooltgensplaat. In augustus 1990 droeg hij zelf de zaak over - nadat hij een zaak aan de Nobelstraat 15 in Brielle had gekocht - aan Wout Bunt die Jan van Bellen als bedrijfsleider in dit filiaal aanstelde. Per 1 oktober 1992 verkocht Bunt het aan zijn bedrijfsleider Jan van Bellen. Jan Visseren zou kort daarop op 20 januari 1993 op 45-jarige leeftijd komen te overlijden
54.
Vanaf de kruin van de dijk hebben we een mooi uitzicht op de hele Voorstraat. Wij dalen de dijk weer af en lopen naar de haven.
Zicht op voorgevel met middentop, bordes en trapgevels aan de korte zijden, Kaai 2, Ooltgensplaat, 18-09-1907 / G. de Hoog (fotograaf) [bewerking lichte draaiing, schoning hoeken, WP]
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 000.664 (CC BY-SA 3.0)
Vanaf de haven hebben we normaal gesproken een goed uitzicht op de prachtige monumentale en het voormalig gemeentehuis (31686) van Ooltgensplaat. Dit Raadhuis dat gebouwd is tussen 1617 en 1618 staat echter momenteel in de steigers.
Mede met subsidie van de provincie Zuid-Holland, worden onder leiding van Hylkema Erfgoed, met advies van Baas (constructie) en Bloem (installatie), door de aannemer Bouwgroep Peters met medewerking van DWT groep (installatie) en Jobse (leidekken) de werkzaamheden in opdracht van Stichting Welzijnsfonds Oostflakkee uitgevoerd. Het eindresultaat zal nog even op zich laten wachten. Vier jaar later gaan we het eindresultaat bekijken.
De laatste restauratie was alweer zo'n 80 jaar geleden (1938-'39), dus het zal vast nodig zijn.
Overzicht voorgevel en zijgevel raadhuis, Kaai 2, Ooltgensplaat(CC BY-SA 3.0)
1915-1935
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed OF-00466
september 2002 / J.P. de Koning (fotograaf)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 504.263
Op de twee foto's van net na de renovatie van 1938 en net voor deze nieuwe renovatie zien we weinig detailverschillen. Dat de nieuwigheid er af is, zien we wel.
Het 'dorpshuis' is waarschijnlijk in opdracht van ambachtsheer François van Aerssen gebouwd, waarbij de schouw Woestinghoven de leiding had en de eerste steen heeft gelegd. Het ontwerp was mogelijk van Melchior van Herbach (Antwerpen, 1579-?). Dit is aannemelijk vanwege de uiterlijke kenmerken - een soortgelijk raadhuis waarvan hij de ontwerper is, staat in het vlakbij gelegen Klundert - en zijn relatie met Prins Maurits.
In het gebouw zat tevens een cachot, een brandspuithuis en een waag.
Boven de zandstenen ingangspoort is een gevelsteen te zien met een tijdvers - ook wel jaardicht of chronogram genoemd - waarbij de kapitalen in gevelsteen, in dit geval uitgezonderd de beginletter, tevens gezien moet worden als 'Romeinse cijfers' en zodoende het jaar 1616 geeft
55.
Wie echter het nu opgetekende vers uitrekent, komt echter op het jaartal 1560 uit!
Deeses steens gesChrIft een Ieder een hier gaet ontfoVWen,
Wie Men Van dIt dorpshUYs den eersten steen fonderen saCh.
’t Was den sChoVdt Woest InghVe, dIe ’t eerst begon te boVWen
Weesenden den’t Wadfden JvnI op sIne adoLfsdaCh.
We dienen voor de berekening de volgende geschreven hoofdletters te berekenen (minus de begin-D): M, D, C, L, X, U, V, W, I en Y.
Met de volgende letterwaarden: M = 1000, D = 500, C = 100, L = 50, X = 10, V (U) = 5, W (V + V) = 5 + 5 (=10), I (J) = 1, Y (I + I) = 1 + 1 (=2)
56.
We dienden dus het volgende bij elkaar op te tellen:
C I I V W = 100 + 1 + 1 + 5 + 10 = 117
W M V I U Y C = 10 + 1000 + 5 + 1 + 5 + 2 + 100 = 1123
W C V W I V I V W = 10 + 100 + 5 + 10 + 1 + 5 + 1 + 5 + 10 = 147
W W J I I L C = 10 + 10 + 1 + 1 + 1 + 50 + 100 = 173
117 + 1123 + 147 + 173 = 1560
Om tot het jaartal 1616 te komen, komen we toch weer uit bij de Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee van Benjamin Boers uit 1843. Ook hij noteert op p. 329 de tijdvers
57.
Ik heb voor de duidelijkheid het verschil in tekst en berekeningsverwerking in vet-roze aangegeven:
Deeses steens gesChrIft een Ieder een hier gaet ontfoVWen,
WIe Men Van dIt dorpshUYs den eersten steen fonderen saCh.
’t Was den sChoVdt Woest InghVe, dIe ’t eerst begon te boVWen
Weesende den tWaeLfden IVnI op sIne adoLphs daCh.
P. W.
C I I V W = 100 + 1 + 1 + 5 + 10 = 117
W I M V I U Y C = 10 + 1 + 1000 + 5 + 1 + 5 + 2 + 100 = 1124
W C V W I V I V W = 10 + 100 + 5 + 10 + 1 + 5 + 1 + 5 + 10 = 147
W W L I V I I L C = 10 + 10 + 50 + 1 + 5 + 1 + 1 + 50 + 100 = 228
117 + 1124 + 147 + 228 = 1616
Na deze wijziging valt ook op dat in de laatste regel "den't wadfden jvni" nu ook leesbaar is geworden: den twaelfden ivni!
De tijdvers na de restauratie van 2020 op het bordes
Het verschil tussen voor en na de renovatie van 1938 is wel enorm. Deze restauratie stond onder leiding van A. van Essen. Hij maakte veel wijzigingen, die bij de renovatie van 1839 zijn gedaan, weer ongedaan. Hiervoor is bijna het hele pand opnieuw opgebouwd door de Gebroeders Naglé uit Geertruidenberg, die op deze klus hadden ingeschreven met ƒ 37.598 (de begroting was ƒ 39.388).
De twee leeuwen na de restauratie van 2020 op het bordes
We treffen in de rolwerkgevel nu een Justitiabeeld aan in plaats van een raam. Met een combinatie van geprofileerde baksteen en natuursteen kwamen de nieuwe kruisvensters verdiept te liggen onder een ellipsboog. Het nieuwe verhoogde bordes kreeg twee leeuwen en in plaats van een raampje verscheen een gevelsteen
58.
detail met waarschijnlijk Van der Schaft aan het werk, 1936
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 16.474 (CC BY-SA 3.0)
De gevelsteen - de wapensteen van Ooltgensplaat - is een ontwerp van beeldhouwer, fotograaf en architect (Niek) Nicolaas van der Schaft, die als Rijksbeeldhouwer van 1930 (officieel 11 juni 1934) tot 1949 in dienst was bij het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, al wordt hij tot in 1957 nog als zodanig opgenomen in de Staatsalmanak. Hij staat ook bekend als een van de verzamelaars en grondleggers van de lithotheek RCE.
Niek van der Schaft werd geboren op 12 april 1893 in de toenmalige gemeente Hof van Delft als zoon van werkman Nicolaas van der Schaft en Antonia Charlotta Theodora Vermeulen die op 27 mei 1892 in ondertrouw gingen.
Hij trouwde als assistent boetseren aan de THDelft beeldhouwer in 1921 met de Zeeuwse Maria Pieternella Johanna (Nel) de Munck. Het is onbekend wanneer hij is overleden.
Gezien de getoonde boetseerwerktuigen maakte Van der Schaft eerst een versie op ware grootte van klei. Waarschijnlijk nadat deze versie is goedgekeurd werd ongeveer hetzelfde beeld in steen uitgehouwen. En wederom toont hij tevens zijn werktuigen. Deze werd als gevelsteen in het bordes gemetseld
59.
steen in bordes Raadhuis, Kaai 2, Ooltgensplaat, oktober 1938
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 18.646 (CC BY-SA 3.0)
Wapensteen Raadhuis, Kaai 2, Ooltgensplaat, januari 1939 / v.d. Schaft (beeldhouwer)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 18.782 (CC BY-SA 3.0)
Bovenin de gevel is wel de oeil-de-boeuf teruggekeerd, een ovaalvormig raam dat aan een ossenoog doet denken, waarin naar verluidt een door Johannes Burgerhuys ( -1679) in 1613 gegoten klok hangt.
Aangezien er drie opeenvolgende generaties Burgerhuys zijn: Jan Burgerhuys ( -1617) - begraven op 9 november 1617, Michiel Burgerhuys ( -1651) en Johannes Burgerhuys ( -1679) lijkt het niet waarschijnlijk dat Johannes de maker is. Er zit namelijk 66 jaar tussen het gieten van de klok en zijn overlijden.
Daarentegen zijn er van Jan diverse klokken uit deze periode bekend: 1607 in Delft, 1608 in Bendochy Church in Schotland, 1611 in Cadzand, 1613 Ritthem en 1614 Teroele in Friesland
60.
Bekende klokken van Michiel zijn die uit 1619 in IJzendijke en Sint-Anna-ter Muiden. Vervolgens een tiental klokken die hij maakte tussen 1620 en 1645: 1620 Kloetinge en 's-Heerenhoek, 1622 Zierikzee, 1632 Edinburg, 1632 Kloetinge, 1634 Aagtekerke, Zierikzee 1635, Vrouwenpolder, Weskapelle en Meliskerke 1636, Oostkappele, Schipluiden en Middelburg 1638, Brouwershaven 1641, Nieuwerkerk (Schouwen) 1645
61.
Bekende klokken van Johannes (mogelijk een zoon van Michiel, maar dat is niet zeker) zijn die uit 1642 te Ouddorp en Ierseke, 1643 Biggekerke en Hulst, 1646 Sint-Lourens, 1647 Hardenburg, 1648 raadhuis Hulst en 1649 in Breskens en Achterroehl. In twintig jaar daarop goot hij nog een tiental en ook in Schotland zijn er diverse te vinden
62.
Het lijkt daarom voor de hand te liggen - indien het jaartal van de klok 1613 is - toe te kennen aan Jan Burgerhuys in plaats van zijn (mogelijke) kleinzoon Johannes Burgerhuys.
Wanneer we ons omdraaien hebben we weer zicht op de haven Ooltgensplaat. Lag de haven in het begin van zijn bestaan direct aan zee. Tegenwoordig dien je eerst nog een kilometerlang vliet te varen om rond 1900 eerst in Ventjagersgaatje komen en verder zuidwaarts in het Hellegat.
Deze poldervliet doet inmiddels ook deels dienst als haven.
Om de haven en deze lange poldervlieten bevaarbaar te houden is een spuiboezem aangelegd, die bij vloed volliep. Wanneer het eb was werd de sluisdeur van de spuikom geopend om het neergeslagen prut weg te spoelen naar zee. Zo bleef de steeds langer wordende aanvoergeul door de tijd heen bevaarbaar.
Er wordt op woensdag 20 april 1763 publiekelijk een klus aanbesteed door de schout en schepenen van Adolphs-Land om reparatiewerkzaamheden - er was een gat te vullen - te verrichten aan het Noorden-Hoofd, aan het einde van de haven van Ooltgensplaat
63.
In het voorjaar van 1809 wordt de opdracht gegeven om de haven - ten koste van alle belanghebbenden - te verbeteren
64.
In het bijzijn van A. Blanken Jz wordt in de herfst van 1817 het vernieuwen en repareren van het havenhoofd van de rijzendam en loopgang aanbesteed
65.
Twaalf jaar later wordt er opnieuw een aanbesteding uitgeschreven voor het maken van een Rijzen Zinkdam aan de noordzijde van de haven
66.
Zo'n rieten of houten dam of wal heeft het doel om het water te keren of doet dienst als golfbreker. In dit geval zal rijshout, meestal wilgenhout, gebruikt worden
67.
De vaarroute moet vanwege voortdurende natuurlijk ophoging van de platen bij en voor de havenmond worden aangepast. Dit geldt eveneens voor de vaarroute van het Krammer naar het Hollands Diep dat telkens anders betond wordt
68.
Om de vaarroute voortaan door het Hellegat (of Hillegat) te laten verlopen, wordt er in de jaren 70 van de negentiende eeuw in de Tweede Kamer aangestuurd om het Ventjagersgaatje af te sluiten met een 3000 meter lange strekdam. Hierbij ontstaat de angst dat daardoor de haven van Ooltgensplaat onbruikbaar zal worden
69.
Het plan zal voortgang vinden. In het 1874 wordt er daarom ƒ 300.000 van het geraamde ƒ 529.000 op de begroting gezet. Met deze stroomleidende dam, dat aan de havendam zal worden aangesloten, wordt het Ventjagersgaatje afgesloten. Het water dat over de zogenaamde vlakte van Ooltgensplaat stroomt zal gedwongen worden om op de gewilde plek voor voldoende diepgang te gaan zorgen. De dam zal een lengte krijgen van 3250 meter. Bij de aansluiting met de havendam zal deze 1 meter boven AP zijn. Na 1000 meter zal de hoogte afgedaald zijn tot een halve meter boven AP. Daarna zal het 1300 waterpas op een halve meer boven AP doorgaan. Het laatste stuk van 950 meter zal dalen tot uiteindelijk AP. Voor het aanleggen van de dam zal op de gewenste plek een nieuwe vaargeul worden gebaggerd, dat 40.000m3 specie zal gaan leveren
In 1895 wordt het plan uiteindelijk verworpen
70.
Dat de vlakte van Ooltgensplaat bij onstuimig weer ook voor de nodige problemen zorgt, blijkt uit het feit dat er binnen een half jaar twee schepen zonken. Tussen 7 en 8 december 1886 zonk het tjalkschip Volharding met een lading steenkool, met bevaarder J. Zeilmans uit Waspik. Op 16 april 1887 zonk een kilometer zuidelijker het tjalkschip Twee Gebroeders, 132 ton, met bevaarder J. Vermeulen van Willemstad dat met kisten bier en vaten zwaarspaath, het delfstof en mineraal bariet dat niet oplost in water, geladen was.
Eerder, op zaterdagavond 24 november 1883, zonk het Rijnschip van de wed. Kosters uit Waspik, dat geladen was met 112.000 kilo steenkolen voor Middelburg. Het waaide bij eb om, toen het vlakbij de haven voor anker lag wegens onstuimig weer op het Volkerak. De 72-jarige weduwe kon zich ternauwernood, met haar twee zoons en nog wat kleren meenemende, redden met de boot.
Vervolgens zonk het tjalkschip Ebenhaëzer, 35 scheepston, op 20 november 1888 in het Ventjagersgaatje bij de haven. Bevaarder was L. Muller uit Sliedrecht die een lading beetwortelen, de suikerbiet, vervoerde.
Ook in het najaar van 1894 is er door een rukwind het ijzeren aakschip Broedertrouw van de broers Hoek omgeslagen en gezonken
71.
In de haven zelf liggen de schepen schijnbaar veilig, daarover komen we geen berichten tegen. Wel is er menselijk leed door verdrinking. Zo verdronk op zaterdagochtend 20 juli 1907 de knecht bij de carrouselhouder H.R. uit Bergen op Zoom, de 23-jarige Johannes Franke, terwijl hij aan het zwemmen was in de haven met iemand anders. Al snel waren er drie roeiboten ter plaatse om met haken te dreggen. Dit lukte echter niet. De burgemeester J. v. Putten was ook ter plaatse en ontkleedde zich samen met de zoon van dr. J.A. Hers, F. Hers en gingen beide te water. F. Hers wist de drenkeling naar boven te brengen, die echter al was overleden. Vader dr. Hers bracht echter nog anderhalf uur lang alle gewenste middelen in werking om hem weer in land der levenden te krijgen. Echter zonder resultaat
72.
Na langdurig getouwtrek met het Rijk - met ook de vele ontwerpen van Johan van Veen om oplossingen te bewerkstelligen - over verbetering van de haven van Ooltgensplaat aan het begin van de twintigste eeuw, gaat B en W van de gemeente Ooltgensplaat het uitbreiden van de los- en laadplaat aan de Schrappolder ten Noorden van de haven van Ooltgensplaat aanbesteden. Het is tevens de bedoeling dat de haven daar verbreed wordt. Dit deel staat in direct contact met het Ventjagersgaatje
73.
De verzanding van de haven zet in de jaren gewoon door. In de jaren dertig blijkt dat de overtocht naar de Brabantse wal met de stoombootmaatschappij Mercurius slechts van drie uur vóór tot twee uur ná hoog water auto's overgezet kon worden.
Het plan werd daarop opgevat om de verzande haven van Ooltgensplaat zodanig uit te baggeren, dan men niet meer afhankelijk was van de getijden. Het zou de bevolking - circa 34.000 wonen er op het eiland - uit hun isolement brengen en de handel en toerisme stimuleren
74.
Ook zou het beter zijn voor de tramverbindingen op het eiland. De tram op eiland is sinds zijn bestaan verliesgevend. Een goede veerverbinding naar de overkanten zou de trammaatschappij winst kunnen opleveren, zo is de gedachte. Vanuit Ooltgensplaat wordt dan gedacht aan een verbinding met Dintelsas. En aangezien de haven in Ooltgensplaat niet meer als aanlegplaats kan worden benut zou de Galteesche sluis (Sluishaven) hiervoor geschikt gemaakt voor kunnen worden
75.
De opgerichte stoomboot-onderneming Mercurius van de heer Kraak in Rotterdam kreeg voor drie jaren een concessie van het bestuur van "Mark en Dintel" - ten nadele van de veerman Weygand, die toch zonder concessie de concurrentiestrijd aanging, doch verloor. Mercurius bleek vanaf de start zeer succesvol en zette vele vakantiegangers en auto's over
76.
Echter, de Sluissche haven toonde al snel gebreken. Bij B en W Ooltgensplaat zijn al geluiden waar te nemen om deze haven voor de stoombootverbinding te sluiten en bovenal dat men de haven in het dorp verbeterd wil zien, aangezien het een echt getijhaven is geworden. Wegens de veiligheid wordt per 1 september 1934 de veerverbinding op de Sluissche haven dan ook gestaakt
77.
Echter, de Stoombootonderneming van de heer Kraak stoort zich niet aan dit verbod en blijft Ooltgensplaat - nu de haven - opnemen in diens veerverbinding waarin ze voor eigen risico hebben geïnvesteerd en concessie hebben. Dit had tot gevolg dat het Openbaar Ministerie te Middelharnis zich genoodzaakt zag de veer Mercurius I in beslag te nemen.
De Stoombootonderneming gaat vervolgens de veerdienst nu met de nog grotere veer Mercurius II voortzetten. Telkens wordt na het aanmeren het door de instanties geplaatste hek verwijderd om de passagiers en auto's te laden en lossen, om net voor vertrek de afzetting weer in oude toestand terug te plaatsen. Bij laagtij is men zelfs genoodzaakt om de passagier met een roeiboot aan wal te brengen. De politie verbaliseert herhaaldelijk
78.
Er werd een nieuwe workaround gevonden. De timmerman van het hek ging op een naastgelegen weiland van een boer een aanlegsteigertje maken, waarover zelfs de wagens aan de kant kwamen. Aan het begin van de weg over het weiland van de boer kwam een bordje staan, met daarop de tekst: "Verboden toegang mits passagiers der boot van Kraak."
Maar aangezien deze weilandweg uitkwam op een weg dat onder toezicht van het Waterschap, bleef een respons niet lang uit. Ook zij plaatsten een bord, direct naast die van de boer: "Het bestuur van het waterschap den Dijkring Flakkee maakt bekend, krachtens art. 5 der politieverordening, dat de dijk van den Grooten Adriana Theodorepolder niet mag worden bereden met door motorische kracht voortbewogen voertuigen en eveneens dat langs de steenglooiing en van de werken van dezen dijk geen vaartuigen van welken aard mogen vastmaken." Zoals immer blijkt, zijn regelgevingen nooit waterdicht en worden er immer mazen gevonden. Ook zo nu. De workaround van degenen die toch met de wagen gebruik wilden maken van deze goedkopen veer, zetten de motor van de wagen uit op het verboden deel en duwden gezamenlijk de wagens waarna ze weer verder konden rijden
79.
En inmiddels is er nog steeds geen fatsoenlijke oplossing gevonden om de eilandbewoners aan een hedendaagse normaal bevonden verbinding te bezorgen. En zo blijft een reisje naar Rotterdam - hemelsbreed een paar kilometer (in werkelijkheid 25km) verderop - uren duren. Bewoner van Ooltgensplaat A. Hobbel C.Wzn wijdt het aan de praatcultuur. Baggeren moet men
80.
Van Brabantse zijde is men echter van mening dat er hun geen blaam treft, maar dat op het eiland een verkeerd inzicht is. Daarnaast bevindt zich op het eiland een groep particulieren die ondanks de veel te kleine financiële draagkracht van deze gemeenschap hun zin wil doordrijven
81.
Vervolgens gaat de Staatscommissie Van Rijckevorsel hier nog eens overheen door de lagere overheden te betichten dat er vergunningen zijn verleend die niet verleend hadden moeten worden. Tijdens een eerdere vergadering onder leiding van de commissaris der Koningin is er gezegd dat er een stichting diende te komen
82.
Intussen heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in de zaken die Kraak had aangespannen. Der rechter was van mening dat de afsluiting van de Sluishaven onrechtmatig was. De 16 à 17 opgemaakte processen-verbaal en inbeslagname van Mercurius I werden ongedaan gemaakt
83.
Op 14 mei 1935 wordt er een nieuwe veerverbinding tussen Ooltgensplaat en Dintelsas geopend. De Galateesche Haven (Sluishaven) is daarvoor onderhanden genomen en weg ernaartoe is verhard. De Rotterdamse Reederij van der Schuyt gaat de veer exploiteren met een veerboot dat een ruimte biedt aan personenauto's en vrachtauto's, ter grootte van ± 15 gemiddelde personenauto's. Het heeft een comfortabele accommodatie voor passagiers en berging voor rijwielen. De dag ervoor werd het in het bijzijn van zo'n 200 genodigden geopend de Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Brabant, Mr. Dr. A.G.B.M. van Rijckevorsel. Dat de nieuwe verbinding belangrijk is blijkt wel uit de vele autoriteiten die acte de présence gaven. Naast de alles gladstrijkende Stichting Veerverbinding Flakkee - Noord-Brabant (onder voorzitterschap van burgemeester Donkersloot), de minister van Waterstaat, Rijkswaterstaat, Provinciale Waterstaat van Zuid-Holland en van Noord-Brabant, burgemeesters van de betrokken gemeenten, A.N.W.B, K.N.A.C, en B.B.N., KvK van West-Brabant en Dordrecht en nog anderen
84.
Nieuwe problemen van dezelfde orde - dichtslibbing - dienen zich aan na de afsluiting van het Volkerak. Naast dat het tempo van de dichtslibbing is verhoogd, zijn ook de hogere waterstanden een probleem. Door dat laatste zullen de sluisdeuren voor de haven van Ooltgensplaat gesloten moeten blijven en is zodoende onbereikbaar. En net nu juist uit een nieuw rapport blijkt dat er behoefte is aan havencapaciteit voor de beroepsvaart. Deze haven is slechts tegen zeer hoge kosten geschikt te maken voor de deze nieuwe behoefte en valt daardoor af. Wederom wordt gekeken naar de geschikte locatie de Galateesche Haven (Sluishaven) waar ook voldoende ruimte is voor vestiging van industrie.
De haven van Ooltgensplaat zal een recreatieve bestemming krijgen, zo is het plan in het rapport
85.
En aldus geschiedde, zoals we nu kunnen aanschouwen.
Een opmerkelijk tekst "Zaadteelt en Zaadhandel" op een breed gebouw met veel stijlwisselingen vraagt uitkijkend over de haven om enige aandacht. Twee gedenkstenen in de muur zijn elk aan een zijde van de dubbele deur geplaatst. De jongste steen aan de rechterzijde memoreert de hoogte van waterstand tijdens de watersnoodramp van 1953. We kunnen concluderen dat het ook achter de ramen te zien was.
De linker steen wil de eerstesteenlegging in herinnering brengen met de volgende tekst: De eerste steen gelegd
op 16 juni 1925
door
Kornai Margit
geb. 15 juni 1916
te Budapest
Dit Hongaars meisje was hier tijdelijk naartoe gekomen en mocht de eerste steen leggen van het nieuwe Zaadpakhuis en Kantoorgebouw van A. van Rossum. Ze was de dag ervoor negen jaar geworden. De familie Van Rossum hadden in 1920 al eerder twee kinderen te gast gehad, dit waren toen Hedvig Kornai en Vali Kornai.
Na de beëindiging van WOI was er in Hongarije veel armoede en heerste er een hongersnood. Hongarije was als verliezer van de oorlog geïsoleerd geraakt binnen Europa en geen enkel land bood hulp. Behalve (protestants) Nederland, gevolgd door (katholiek) Vlaanderen en in mindere mate wat andere landen die niet hadden deelgenomen aan deze strijd. Met speciale kindertreinen werden kinderen naar Nederland gehaald en ondergebracht bij pleeggezinnen. Deze hulpactie zou vanaf 1920 starten en tot 1927 duren. De eerste trein vertrok op 8 februari 1920 uit Budapest met 600 kinderen. Nederland ving totaal zo'n 28.000 kinderen op. Zo'n 8 tot 10% bleven.
Andor Kosma schreef na aanleiding van deze hulpactie - in het Nederlands vertaald - in 1920 het gedicht "Het Hollandsch Hart":
Gij Hollanders! Overwinnaars der zee,
Die land maaktet en land kondt behouden,
Gij zijt groot, niet in getal maar van hart.
Gij zijt helden te land en ter zee!
Trouw en sterk van hart en gemoed
en wij op wie uw goedheid afstraalt,
wij begroeten u en huldigen u,
wij arme, beroofde, gekwelde Hongaren.
Dit gedicht is eveneens opgenomen in Het Hongaarse Raam. Dit glas in loodraam was een geschenk in 1923 aan koningin Wilhelmina, onder meer als dank voor het opvangen van Hongaarse kinderen na de Eerste Wereldoorlog en ter gelegenheid van haar 25-jarig regeringsjubileum.
Halverwege september 1925 was de bouw van het nieuwe pand van A. van Rossum voltooid.
86.
A. van Rossum is Arie van Rossum, geboren op 14 mei 1869 als zoon van Huibert van Rossum en Gerdiena Ariena Punt en zal als 24-jarige met de eveneens 24-jarige Johanna Cornelia Donkersloot huwen in de zomer van 1893 op 16 september.
A. van Rossum is op 27 januari 1908 tot notabel der Ned. Herv. Gemeente te Ooltgensplaat gekozen.
In 1913 wordt A. van Rossum, Ooltgensplaat lid van de Afd. Oostelijk Flakkee, van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw.
Arie van Rossum, staat in februari 1917 genoteerd als landbouwer en commissionair, wanneer hij samen met anderen een Coöperatieve Vereeniging tot het aankoopen van brandstoffen en andere verbruiksartikelen en den verkoop daarvan "Algemeen Belang" te Ooltgensplaat opricht.
In het landbouw weekblad komen we in het voorjaar van 1918 voor eerst een advertentie tegen, die wijst op zijn zaadteelt en zaadhandel. Deze plaatst hij onder zijn eigen naam.
Hetzelfde jaar zien we hem als Secretaris A. van Rossum, Slikdijk A. 89 Ooltgensplaat verschijnen voor Zuid-Holland in de "Lijst van Secretarissen der Plaatselijke landbouwcommissies in Noord- en Zuid-Holland, belast met de afgifte der zaaizaadbonnen".
In het voorjaar van 1921 wordt de hengst (type trekpaard) zonder stamboek genaamd Leo-Ooltgen van A. van Rossum te Ooltgensplaat afgekeurd tijdens de Rijkshengstenkeuringen.
In de zomer van 1922 zien we dat hij bereikbaar is per telefoon. Hij heeft Tel.No. 3!
Door vertrek van een raadslid, wordt A. van Rossum in november 1923 raadslid van de gemeenteraad, aangezien hij de volgende op de lijst is.
Ter ontspanning doet hij ook mee met het oplossen van de Prijsraadsel in de Boerderij van 15 oktober 1924. Circa twee derde van de inzendingen zijn goed, waaronder die van hem. Hij wint een snoeimes.
Een volgende stap in de reclame is de vermelding eind 1926 als A. van Rossum, Zaadteelt-Zaadhandel, waarbij hij tevens op zoek is naar actieve agenten.
Dit zal echter geen vervolg krijgen, want hij komt op bijna 58-jarige leeftijd na een ziekteperiode te overlijden op 14 februari 1927. Dan blijkt dat hij tevens dijkgraaf en bestuurslid was van verschillende polders (Waterschap de) Dijkring Flakkee en Galathee- en Mariapolders, kassier der Coöperatieve Boerenleenbank en vertegenwoordigende den Vrijheidsbond.
De zaadteelt en zaadhandel gaat als fa. A. van Rossum gewoon door.
Zijn vrouw Johanna Cornelia Donkersloot, geboren op 17 april 1869 zal 95 jaar worden en op 4 juni 1964 komen te overlijden
87.
Wanneer we naar de andere zijde van de Kaai kijken, treffen we daar het weeghuisje aan en zien we het kunstwerk van Hugo Kaagman (Haarlem, 1 maart 1955), dat hij in opdracht van Kunstgebouw heeft gemaakt. Dit was in 2011 in het kader van het project Havenkanalen in Beeld, dat ontstaan was naar aanleiding van het provinciale themajaar 2010 Leve de vaarwegen en waterlinies.
Het kunstwerk werd op Koninginnedag (30 april 2011) na de traditionele aubade - het in de ochtend toezingen van de koning(in) of plaatsvervanger - onthult door wethouder Dick van Puffelen.
In dit werk heeft Hugo Kaagman getracht, in samenwerking met de bewoners, de oude beelden uit en van het dorp te verbeelden. De bewoners gingen op 14 december 2010 met Kaagman in gesprek voor ideeën en inspiratie. In dit beeldverhaal Canon van Ooltgensplaat wordt de geschiedenis van Ooltgensplaat, de bedijking, de slikhuisjes, overstromingen, de dorpsomroeper Pieter Leijdens, het raadhuis, de kerk, de oorlogen, het fort en de tram in Delfts Blauw street-art getoond op de kademuur.
Ook het weeghuisje is van binnen omgetoverd tot een minimuseum om vanaf buiten te bekijken, een soort kijkdoos.
Hoewel dit een project uit 2011 is, ondertekent Kaagman het zowel met 2011 als 2015. Dit laatste jaar is het jaartal van de restauratie
88.
Het weeghuisje (521891) is in een stijl die verwant is aan de Delftse School gebouwd tussen maart en juli 1939. De waag zat namelijk eerst onder het bordes van het Raadhuis, dat in 1938 werd verbouwd.
De oude waag uit 1930 uit het Raadhuis werd overgeplaatst naar de Galatheeschehaven. De nieuwe waag werd met medewerking van de Dijkring Flakkee geplaatst op de huidige plaats. De toestemming van de Dijkring was hiervoor uiteraard nodig, er moest immers in de dijk gegraven worden.
Net als verbouwing van het Raadhuis, is dit nieuwe gebouw een ontwerp van Albert van Essen uit Voorburg. Van Essen werd in Veenendaal geboren op 2 februari 1890. Hij overleed in Voorburg op 21 oktober 1967.
Vooral de blindjes en dakpannen doen denken aan een oud gebouw, dus passend bij het gerestaureerde Raadhuis. Het sterk uitstekende dak aan de havenzijde, laat echter ook nog zien dat hij aanvankelijk een volger was van de stijl van de bekende Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright die zich liet gelden met onder andere de flinke dakgoten.
Het is - samen met de brugput en keermuur aan de kade - gebouwd door firma Gebr. Naglé uit Geertruidenberg, onder toezicht van de gemeente opzichter H.C. de Ruiter. De bouwkosten waren ƒ 2435.
Deze weegbrug van de firma Witvliet uit Middelharnis kon maximaal 20.000 kg wegen. De houten vlonder was 8 meter lang en 2½ meter breed.
De brug werd woensdag 5 juli 1939 in gebruik genomen.
Twintig jaar later - in 1960 - werd er een nieuw rijdek op de weegbrug geplaatst. Begin 1971 werd op advies van de Commissie Openbare Werken besloten de weegbrug op te heffen.
De houten vlonder van de weegbrug die in het wegdek op de Kaai aanwezig was - om de vrachten te wegen - is nu vervangen door straatklinkers
89.
Wij worden dan ook niet gewogen wanneer we er overheen lopen op weg naar de spuiboezem of spuikom. Deze ligt inmiddels verwilderd dienst te als een waterscheiding tussen de tuinen van de bewoners aan de Molendijk en de Spuidijk.
Een halve eeuw geleden - begin jaren 70 van de twintigste eeuw - was deze spuikom zelf dichtgeslibd en verworden tot een stinkende modderpoel. Het was gebruikelijk om de Spuiboezem met enige regelmaat uit te baggeren. In 1954 is dit nog door de firma Oosterwijk uit Rotterdam gedaan. Het werd toen met een dragline van de firma Brul uit Doetinchem uitgediept en verbreed. Tijdens het baggeren kwam naast een granaat ook de tijdens rampnacht weggespoelde portemonnaie van de heer Piet of Pieter Snaauw (1865-1959) naar boven. Het papiergeld was inmiddels verteerd.
Meerdere baggersessies volgden, die tijdelijk resultaat gaven. Een echte oplossing bracht de nieuwe riolering, zodat er geen afvalwater op het Spui werd geloosd. Tot die tijd kwamen de rioleringen van de Molendijkse bewoners en zo goed als de totale afvoer van de dorpsriolering uit op deze spuiboezem. Dit dorpsriool - in 1952 aangelegd door de firma Van der Wiel uit 's-Gravendeel - kreeg een rioolgemaal van de filma J. le Comte uit Sommelsdijk dat de afvoer verzorgde naar de spuikom. Deze voorraad kon echter pas geloosd worden in de Kaai, wanneer het waterpeil daar lager is. Via de haven ging het naar het Volkerak.
Na de nieuwe riolering konden de bewoners eindelijk opgelucht ademhalen en tuinen en steigers aanleggen. In het schone water van de jaren 90 zwommen inmiddels onder andere baarzen, snoeken, blieken, vorens en karpers rond
90.
Onze aandacht wordt echter getrokken door andere beestjes die we achter de grote dorpsparkeerplaats voor vrachtwagens en personenwagens tussen de Havendijk en Dorpsweg zien grazen. Dit is goed om te weten dat hier een parkeerterrein is, aangezien de Havendijk ook de toegangsweg is naar het Fort Prins Frederik.
Wij besluiten echter om eerst ons rondje om de kerk te doen en lopen terug naar de Slikdijk.
Vanaf het voet- en fietspad dat vanaf de Slikdijk afloopt naar de Noord Achterweg, krijgen we zowel zicht op de grondkeermuur op de plek waar voorheen het pand op perceel Slikdijk 1 heeft gestaan en de achterzijde van het pand van A. van Rossum uit 1925. We treffen aan het begin van de afrit een paal in het midden van de afrit aan. In de raadsvergadering van december 1958 komen we - ter verbetering van de verkeersveilig - hiervoor een voorstel tegen. Mogelijk heeft de uitvoering nog enige tijd op zich laten wachten. De begroting voor het aanbrengen van de muur met tuinmuurtje om het aanzicht te verfraaien wordt geraamd op ƒ 17.000 in 1976
91.
Vanaf de grondkeermuur krijgen we een overzicht op de Noord Achterweg. Deze weg was in feite de achteruitgang van de Voorstraat. Hetzelfde gold voor de overburen met de Zuid Achterweg. Zo'n twee eeuwen geleden, toen beide straten nog als Den Noordsche Agterweg en Den Zuidsche Agterweg geschreven werden, waren de landen aan de overzijde van de straat nog onbebouwd
92.
Ook de Watering - die we zo dadelijk zullen tegenkomen - liep tot de Den Noordsche Agterweg.
Het deel van de Watering achter de Slikdijk en het eerste deel achter de Dorpsdijk is inmiddels gedempt.
Er is bij de demping wel een waterverbinding aangelegd. Het poldergemaal Het Oudeland is nog steeds operationeel. Het gemaal kan zowel water uit de polder Het Oudeland pompen en spuien op de haven van Ooltgensplaat, als water vanuit de haven de polder in laten stromen
93.
Tegenwoordig dient de Noord Achterweg nog steeds als veelal de achteruitgang van de bewoning van de Voorstraat. Maar ook voor de nieuwbouwwijk dat ontsloten wordt door de straat Pastorietuin is dit een achteruitgang geworden.
Aan de andere kant krijgen we zicht op de vliet, waardoor het water uit de polder kan worden afgevoerd naar het Volkerak.
Aan het einde de Slikdijk, op de hoek met de Dorpsdijk, treffen we een pand aan dat lijkt een façade te hebben, zonder dat er iets achter schuil gaat. Echter aan de andere zijde beschouwt, zien we dat er zelfs een zijraam in opgenomen is. Het maakt het pand tot een bijzondere verschijning in het straatbeeld.
Wanneer we iets meer over de geschiedenis van het pand te weten willen komen, verschijnen er verschillende onduidelijkheden.
De straatnummering lijkt in principe vrij helder. Het pand heeft twee 'voordeuren', waarvan tegenwoordig
94
bij de linker deur nummer 17 staat vermeldt. Het buurhuis draag echter nummer 13. Gezien het brede formaat van het pand, zou dit dus een samenvoeging kunnen zijn van de nummers 13 en 15.
Echter, het kadaster geeft nummer 17 aan het pand van de gedachte met 13 samengevoegde pand 15
95.
Het pand - met nummer 17 op de deurpost - krijgt van het kadaster geen nummer, al bestaat het wel want het zou rond 1900 gebouwd zijn en tevens in gebruik zijn
96.
Gelukkig biedt Eilanden-Nieuws uitkomst. Aan het einde van het voorjaar in 1966 heeft de heer In 't Veld zijn woon- en winkelhuis Slikdijk 17-17a onderhands verkocht aan de heer G. van der Ham. Van der Ham woonde toen aan de Weipoldersweg 2.
We begrijpen nu welke doelen de twee voordeuren hadden. De ene deur ging naar de winkel en de andere naar het woonhuis
97.
P. in 't Veld G.Jzn dreef in zijn winkelpand op 17a een zuivelhandel en verkocht diepvriesproducten
98.
De luchtfoto geven enig zicht op de facade van het pand. Of beter panden, want de panden van 17 en 19 hebben in 1977 een gevel van gelijke hoogte. Dit verklaart ook de aangenomen vorm van deze facade.
luchtfoto's / Capital Press Schiphol - Fotograaf, 1977 -
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (CC BY-SA 3.0)
Rond die tijd - in de zomer van 1968 - kocht de fotohandel L. Holleman zijn winkel op nummer 13 en aangrenzende woning op nummer 15 onderhands van L. M. Dorsman
99.
In het jaar 1957 zal P. in 't Veld G.Jzn de handel van zijn vader G.J. in 't Veld hebben overgenomen, die tevens op de Oudelandsedijk 23 zat. Dit laatste adres zal overgenomen worden door zijn nichtje J. in 't Veld en haar man W. Mourik. Geerus Jan in 't Veld overleed op 25 februari 1969 op 79-jarige leeftijd in het ziekenhuis Bethesda te Dirksland. Hij ligt begraven op de Nieuwe Algemene Begraafplaats te Ooltgensplaat en was getrouwd met Maartje de Vos (1889-1978). Hij was op 22 januari 1890 geboren
100.
P. in 't Veld Gzn had dit pand - een voormalig distributiekantoor - in de zomer van 1948 onderhands gekocht van wed. C. Snijder.
Pieter in 't Veld G.J.zn was geboren op 13 april 1916 en is op 7 december 1994 komen te overlijden. Hij werd 78 jaar oud. Hij was gehuwd met Tona Jongejan (1915-1997)
101.
C. Snijder kocht het pand op de veiling van december 1940 van de Betuwsche Hypotheekbank voor ƒ 2075
102a.
Wat daarvoor de gebruiksfunctie is in eerste instantie onduidelijk.
Mogelijk was het hotel Moelker hierin gevestigd, immers - zo is de redenatie van de suggestiegever van Ooltgensplaat - de tram en haven lagen hier om de hoek
102b.
Een eerste advertentie van hôtel en restaurant Moelker komen we tegen in het najaar van 1910. Het staat 'onmiddellijk nabij het station der R.T.M en den aanlegsteiger', tegenover de Steigerdijk. Hij had daarvoor een zaak in Middelharnis, bekend onder de naam Panhuis. Aan het begin van de zomer heeft hij een vergunning gekregen om sterke drank in het klein te verkopen. Dit zou dus overeenkomen met de gegeven suggestie.
In 1914 heeft de eigenaar L. Moelker kennelijk een aanbesteding de deur uit gedaan, om een vergaderlokaal en winkelhuis te maken. Hiervoor heeft hij de architect H.C. de Ruiter in de arm genomen. Het metselwerk - begroot op ƒ 1650 - wordt voor ƒ 1500 gedaan de A. Oosters. Opmerkelijk, want Ooster is niet de laagste inzender. Dit was K. v. Ree Jz., die slechts 1429 vroeg. Het timmerwerk - begroot op ƒ 2098 - komt voor rekening van C. MacKenzie, waarvoor hij ƒ 2037 vraagt en krijgt. Het schilderwerk wordt voor ƒ 399 uitgevoerd door W. J. Donkersloot terwijl de begroting ƒ 640 was. Nu wordt wel voor het laagste bedrag gegaan. En het smidswerk wordt door C. D. Birkhoff voor ƒ 230 uitgevoerd, gelijk het begrote bedrag.
De begrote vergaderlokaal en winkelhuis à ƒ 4618 wordt voor zo'n ƒ 450 minder, namelijk ƒ 4166 uitgevoerd. Dat is zo'n 10% minder dan begroot.
Tijdens de restauratie van het gemeentehuis tussen 1938-39 werd het oude Hotel Moelker, waar ook de secretarie gevestigd was, gebruikt om de openbare Raadsvergaderingen te houden.
Tijdens de WOII wordt in 1941 in het voormalige hotel Moelker aan de Slikdijk de te vormen distributiekring ingericht, zodat deze uit het gemeentehuis gaat. Deze functie sluit precies aan, toen P. in 't Veld Gzn het in 1948 overnam.
Rest de vraag, wanneer L. Moelker is gestopt. De laatste mededeling van een activiteit in het hotel treffen we aan in 1932. Dit komt overeen met het stoppen van de tramlijn aan het eind van 1931, zoals we zo zullen zien
102c.
Het hotel gaat verder als Hotel "v. d. Berge"
102d.
Nadat hij het van Moelker heeft overgenomen, vraagt hij ook meteen weer een vergunning aan voor verkoop van sterke drank in het klein.
We komen Hôtel van den Berge, van de heer P.A. van den Berge, eind december 1931 alweer operationeel tegen. Naast Hotel-café-restaurant had hij ook een banketbakkerij in het pand gevestigd.
Er wordt in de zaal ook filmvoorstellingen gehouden, zo ook zaterdagavond 11 november 1933.
De film Ik heb een mensch gedood werd op die avond vertoond. Tegen acht uur hing er een zware brandlucht in de zaal. Men dacht even dat het om een deurmat ging, dat brandde. Het bleek echter om in de kelder opgeborgen rietmatten te gaan, die met enkele emmers water al snel geblust waren. De bezoekers in de zaal wisten echter niet dat het ernstiger was dan gedacht en bleven rustig verder kijken naar deze Paramount-film The Man I Killed van Ernst Lubitsch, dat ook bekend was onder de titel Broken Lullaby. Het verhaal is gebaseerd op het drama L'homme que j'ai tué van Maurice Rostand, dat zich afspeelt na WOI. Een Franse poilu (infanterist) kan niet vergeten hoe hij op het slagveld een jonge Duitser heeft gedood, nadat hij met Elsa, de verloofde van het slachtoffer en zijn vader heeft kennis gemaakt. Nancy Carroll speelt Elsa. Lionel Barrymore de vader en Tom Douglas de zoon. Phillips Holmes is de Fransman. In 2016 is er een remake van deze film gemaakt onder de titel Frantz.
Oorzaak van het brandje bleek trouwens een achteloos weggegooide lucifer
102e.
Lang houdt P.A. van den Berge het hotel met café, winkel en woonhuis met erf aan de Slikdijk niet. In maart wordt A 79 en 80 Sectie A nummer 1901 en 1902, groot 3.51 Are, publiekelijk verkocht in hotel "Hobbel" door waarnemend Notaris mr. J.W. Höpink. In juli 1934 is het gezin Pieter A. van den Berge vertrokken naar Sommelsdijk
102f.
Nu rest nog de invulling van de jaren tussen 1934 en 1938, het moment van verkoop door Van den Berge en het moment dat het gemeentebestuur hier tijdelijk hun raadsvergaderingen gingen houden.
De secretarie was er al gevestigd, lazen we al.
De uitslag van de verkoop door Höpink is opmerkelijk. Het lijkt erop dat A 79 en A 80 apart verkocht zijn.
Hierin wordt vermeld dat café en woonhuis aan de Slikdijk in maart 1934 voor ƒ 9000 is verkocht aan J.W. Nijgh uit Middelharnis. Caféhouder B. de Ruiter vraagt in oktober 1934 voor het café een 'Verlof A' voor aan. De vergunning van het café van Van den Berge was overgegaan op 't café van Adr. Kroon! De aanvraag voor de nieuwe vergunning betreft weer voor sectie A 1901 en A 1902!
102g.
In november 1937 wordt ons duidelijk gemaakt dat het secretarie wordt ondergebracht in de voormalige winkel van A.J. Campfens, een confectiezaak aan de Slikdijk
102h.
Al met al blijft de functies van het panden of panden in deze periode vaag.
De kadastrale kaarten 1811-1832 wijst Hendrik Slinger, arbeider aan als eigenaar van zowel 777 en 778 - de huidige nummers 17 en 19.
We komen een Hendrik Slinger tegen, die op 25 mei 1822 is getrouwd met Bastiaantje de Vos.
Deze bewoning is inmiddels vervangen. Het oudste pand dat er nu nog staat, is dus gebouwd in 1914 in opdracht van L. Moelker, naar een ontwerp van de architect H.C. de Ruiter, de gemeente-architect en opzichter van Ooltgensplaat
103.
Wat ging G. van der Ham er vervolgens mee doen nadat hij het in 1966 had gekocht van Pieter in 't Veld Geerus Janszoon?
In de zomer van 1969 biedt hij herfst bloemkoolplanten en winter savoyekoolplanten aan (dat tegenwoordig wordt geschreven als savooiekool). Enkele jaren later - zomer 1974 - biedt hij het pand (sectie A 1902) te koop aan: grote woonkamer en keuken, slaapkamer (de voormalige winkel), boven vijf slaapkamers en beneden een ruime kelder. Het blijkt dat hij werk heeft in Schiedam
104.
In 1991 blijkt dat het pand bewoond wordt door o.a. Peter Jaap de Bruin (±1967), een 24-jarige ingenieur aan de Faculteit der Scheikundige Technologie en der Materiaalkunde van de Technische Universiteit te Delft, de huidige TUDelft, die net was afgestudeerd met zijn proefschrift getiteld Aspekten van reaktieve smeltmenging bij aluminiumlegeringen104.
We vervolgen de route over de Dorpsdijk en treffen bij het voetpad tegenover de brug over de Watering naar de Nieuwstraat een informatiebord aan. Het vertelt het verhaal van het RTM Station Ooltgensplaat.
De Rotterdamsche Tramweg Maatschappij exploiteerde op Goeree-Overflakkee vanaf 1 mei 1909 tot eind 1956 een tramlijn dat liep van "Ooltgensplaat-Dorp" tot Ouddorp met Middelharnis-haven als middelpunt en veerdienst naar de overkant. Vanaf "Ooltgensplaat-Dorp" liep het spoor nog door naar de haven om goederentransport mogelijk te maken en naar de Steigerdijk aan het Volkerak, waaraan ook een RTM-veerdienst aanlegde, die de route Numansdorp - Zijpe voer. Op 4 oktober 1931 stopte RTM met de mini-veerdienst van de gebroeders Van Nimwegen.
Een ritje van Ooltgensplaat dorp naar Middelharnis dorp duurde toen overdag 47 minuten, 's avonds 40 minuten en 's nachts 56 minuten, zo is de verwachting van RTM
105.
Het stukje naar de Steiger wordt op donderdag 9 december 1909 in dienst genomen, zodat men - wanneer het weer het toelaat - daar op de veerboot van de lijn Numandorp (haven) - Zijpe kan overstappen
106.
Op 30 april 1909 werd deze lijn feestelijk geopend met een rit van Middelharnis naar Ooltgensplaat en vervolgens naar Ouddorp en weer terug naar Middelharnis. Drukkerij M. Breur & zonen gaf ter gelegenheid hiervan een gratis feestprogramma uit, getiteld Feestelijke opening der lijn Overflakkee en Goedereede.
Er werd door ondernemende personen, in Ooltgensplaat was dat L. Breeman Mzn, haltegebouwtjes gesticht. Ze traden tevens op als RTM-agent. In de zomer van 1910 kreeg Breeman een vergunning om in het pand in de Nieuwstraat "tot den verkoop van sterken drank in het klein".
Nu treffen we er een café aan in het pand dat nu Café de Brak heet en bij het bruggetje over de watering staat. Het heeft voorheen de toepasselijk naam Café Tramstation gedragen. Het huidige café ziet er gesloten uit. Het blijkt officieel per 30 juni 2020 opgeheven te zijn. Jammer, we hadden graag en drankje gedaan
107.
In de Nieuwstraat treffen we aan de andere zijde ook nog fraai ogend pand aan, dat in 1910 is gebouwd. Voor 1968 werd lange tijd bewoond door de familie A.J. Korteweg. Na hun overlijden werd het onderhands verkocht aan mevr. S.P. van Nimwegen-Beijer. Het werd geheel vernieuwd en kwam in 1970 weer in de verkoop. Na enige tijd bewoning door de familie Groot-van den Ouden wordt het in 1975 weer verkocht
108.
Vooral de bovengevel valt op, een variant op een trapgevel met uitgemetselde pilasters met plaat, met daarop zijn vaasvormige ornamenten. Een sobere mix van diverse neostijlen. Daarnaast accentueren de gele bakstenen mooi in horizontale lijnen de raampartijen, met boven elk raampartij de fraaie heel- en halfsteense kleurwisseling rood en geel. Door deze afwisseling in kleur ontstaan er een visueel effect van genaaid stiksel. Dit is boven de (voormalige) garagedeur goed te zien.
Wanneer we weer op de Kerksingel aankomen, lijkt het vanaf deze zijde alsof er een volstrekt ander kerkgebouw staat. De vele bakstenen zijden met steunberen en leidak dragen zorg voor een andere sfeer, dan de witgeschilderde ingang met toren.
Dezelfde verwarring zou kunnen ontstaan wanneer we de kerk van de Plaete op een tekening in een manuscript onder ogen krijgen. Met een beetje goede wil kunnen we uit het verhoogde schip de dwarsschepen halen, gevolgd door het koor.
Met andere ogen zie je een verhoogd koor dat met een ronding wordt afgesloten.
Hoewel we tegen de klok in om de kerk willen lopen, doen we dat we niet meteen. Een schuur uit 1960
109
trekt onze aandacht. De aangebrachte windveer bestaat uit een apart golfritme met na drie gelijke golven een puntig golfje. De laagste golf van de windveer is een uitgestrekte ronding. De windveren worden bekroond door een gevelmakelaar, dat de voeg tussen de windveren afdekt 109a. Welke betekenissen de zichtbare vormen hebben is niet duidelijk, mede omdat we de getoonde vormen niet herkennen.
Iets anders dat vanwege de kleurstelling opvalt is het gele vlak met daarin in oranjerode kleur geschreven:
Waar blijft het geluid
als het heeft geklonken
Onder deze zin staat "Lucebert (1924-1994)" in eveneens oranjerode kleur, maar nu op de grijze muur.
Deze (bijna exacte) dichtzin wordt gebruikt in de video-opera Non Sono Un Uccello, een fascinerende Gesamtkunstwerk van beeld door Fred van Dijk (1944), poëzie van Bert Schierbeek (1918-1996) en klank gemaakt door Ton Bruynèl (1934-1998). In deze hommage voor de pioniers van de vliegkunst wordt dit verlangen van de mens voor het vliegen uitgebeeld. Maar ook hoe het – net als in de mythe met Icarus en het bijbehorende thema hybris (hoogmoed) – tot zijn val kan leiden.
De val vinden we terug in het vierde deel Ascolta van de opera. In Luister ervaren we deze val.
Schierbeek, Bert. Gedicht: 'Luister / Ascolta.' Uit: Non sono un uccello (1994) dvd-hoes
Luister / Bert Schierbeek
rustig in zijn kleine cabine
ligt hij
kijkt nauwelijks
raast voort
vliegt zich te pletter
spat uiteen
en keert als sneeuw terug
luister
waar blijft het geluid
als het geklonken heeft
het valt denk je
het duikt denk je
en vallend
uit de hand
uit het oog
zie je
het viel
al vallend
viel het
uit de hand
in het oor
het land
van de slapende bergen
oh waar blijft het geluid
als het geklonken heeft
luister
in het immense gat van de ruimte
rolt het geluid zich op
tot vliegende stilte
vliegen door
blauwe wimpers
van witte bergen
in melodieën van groene ravijnen
bewegen schaduwen
in een witgolvend landschap
een grote gonzende vliegvorm rog
verklaart zwevend
het gezicht van vaart
zwaartekracht en evenwicht
Bij het eerste 'luister' in het gedicht horen we als begeleiding het geluid van beierende klokken. Dit is dan wel toepasselijk, aangezien we tekst lezen op de Kerksingel, waar de klokken regelmatig te horen zijn.
Het toont de aanleiding van deze opera, de tragische ontploffing van het ruimteveer Challenger in 1986.
Voor Bruynél was deze val, het gruwelijke drama van het ruimteveer Challenger in 1986 - met de gedachteassociaties in poëzie verwoord door Schierbeek - de aanleiding van deze opera. "Iedereen herinnert zich de televisiebeelden van het exploderende ruimteschip. Er zaten zeven mensen in, familieleden stonden naar boven te kijken. Wat een triomf had moeten zijn, werd een catastrofe. Je volgde de beelden, je begreep, maar je hoorde niets."
110
Wanneer we wel ons rondje om de kerk - tegen de klok - gaan afmaken, krijgen we van een afstandje meteen een nieuwbouwproject uit 1992 in het oog. De eerstesteenlegging vond plaats op 20 juli 1992, door de voorzitter van de W.B.V. P. Kagchelland. Wat opvalt aan deze herdenkingsteen is dat het niet exact de hoogte heeft van drie stenen en twee voegen. Terwijl het tijdens de gebeurtenis zelf wel het geval was.
P. Kagchelland was de voorzitter van Woningbouwvereniging 'Beter Wonen' te Goedereede. De vereniging had architect Ad Gestel uit Middelharnis gevraagd om deze zogenoemde SHS-woningen van 2 blokken van 4 woningen te ontwerpen. De bouw ervan was in handen van aannemer Kroon. Om deze woningen hier te bouwen zijn er een viertal landbouwschuren afgebroken
111.
Ook de boerderij en schuur aan de zuidzijde van de Weesmolenstraat - op het oog en in lijn het vervolg van de Voorstraat - maakte plaats voor nieuwbouw. De vergunning voor het slopen werd in 2009 verleend. Zowel vanaf de straat als vanuit de lucht kunnen we zien dat dit in 2010 is gerealiseerd
112.
We zien inmiddels ook weer onze wagen staan. We besluiten eerst even een kijkje te nemen bij het Fort Prins Frederik (31700), het voormalige Fort Duquesne, een vernoeming naar een Franse admiraal die nog gevochten heeft tegen Michiel de Ruyter. Dit fort, samen met die aan de overkant van het Volkerak - dat de naam Fort De Ruyter (nu Fort Sabina) kreeg - werd gebouwd onder het bestuur van Lodewijk Napoleon. Ook werden toen de twee kleine batterijen, op de Dorpsdijk (nu deels de nieuwe begraafplaats) en Molendijk (nu deel de straat Kleine Vest) gebouwd. Het eerste deel van het Fort, de geschutstoren, kwam in 1811 gereed
113.
Detail Fort in winter / Fototechnische Dienst Luchtvaartafdeeling
NIMH.NL 2011-1047 Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Op 9 september 1812 was Fort Duquesne onder bevel van generaal Claude Rostollant (Nevache, 23 mei 1762 - Passy, 11 juli 1846) geplaatst. Wegens de oprukkende Bondgenoten vanuit het noorden had hij op 21 november het staat van beleg afgekondigd op Goedereede en Over Flakkee en was het fort in behoorlijk staat van verdediging gebracht met de komst van 30 mariniers.
Als tegenactie had kustkanonnier Gerrit van Kuyk een plan gemaakt en luitenant Millioen, sergeant De Wilton, de korporaals Arie of Ary van der Helm (dus niet Laurens) en D. Millioen en de kanonnier Blik of Blick weten te overtuigen om hieraan mee te werken. De korporaal Van der Hem had in een geheim overleg een plan uiteengezet om de Fort over te nemen. Ook de burgemeesters, waaronder toen nog de maire Johannis van Putten werden geïnformeerd.
De (veelal Oranjegezinde) tewerkgestelden werden 's ochtends 4 december 1813 om 7 uur door de Fransen geïnstrueerd. Hieronder waren ook Klaas J. de Vos en korporaal Van der Hem. Na het middagappel in het fort wierpen de tewerkgestelden onder het uitroepen van "Oranje boven" zich op de mariniers. Deze werden ontwapend en Van der Hem nam generaal Rostollant, die hier ook toevallig aanwezig was, gevangen.
Ze lieten door twee losse flodders in de kanonnen af te schieten aan de dorpsgenoten weten dat het fort was overgenomen.
Naar verluidt zou Klaas J. de Vos, die de Nederlandse vlag onder zijn jas meedroeg, deze op de geschuttoren van het Fort hebben geplant.
Verder zou de burger Johannes Verhage van de partij zijn.
In het dorp greep de Franse commandant kolonel Taubin echter in. Diverse Oranjegezinde soldaten sloot zich aan bij de burgers, zodat Taubin door twee bodes uit te zenden hoopte op versterking uit Willemstad en Hellevoetsluis.
Korenmolenaar Jacob Overwater werd door burgemeester Van Putten als renbode te paard naar Oude Tonge gestuurd de bevolking te waarschuwen en opdracht te geven om de Franse bode - die waarschijnlijk via Middelharnis zou reizen - tegen te houden. Dat lukte.
De burgers en soldaten trokken als groep van 60 man onder leiding van sergeant Lindau op naar het fort om dit te versterken.
De bode naar Willemstad bereikte wel zijn doel. Een schip met ongeveer 100 soldaten wisten ondanks de beschietingen de oever te bereiken. In het volgende vuurgevecht verloren 18 van hun het leven.
De Franse commandant kolonel Taubin gaf echter niet op. Hij beveiligde het met 3 stuks geschut, waarbij hij tevens de Voorstraat kon controleren.
De toegestroomde burgers uit omringde dorpen bleken echter niet in staat om de drie redoutes te overmeesteren, zodat de strijd werd verplaatst naar de volgende dag.
400 burgers, onder leiding van de molenaar J. Overwater en J. van Rossum uit Dirksland wisten de volgende dag een van redoutes (No.3) in handen te krijgen, waarbij zeven burgers gewond raakten.
Na het vernagelen van twee stukken door sergeant-majoor v.d. Hoeven - nodig na afvuren van een zeker aantal schoten, wegens metaalmoeheid - nam de vuurkracht van de Fransen af, zodanig dat men capituleerden.
Ze werden ontwapend naar Oude Tonge gebracht en daar ingescheept om naar Frankrijk te gaan.
Ons leefgebied werd - wegens het ontbreken van een georganiseerd leger, na Napoleons mislukte veldtocht tegen Rusland - veelal bevrijd door de bewoners, de burgers van dat leefgebied van de Franse overheersing.
Rostollant zou afgevoerd worden naar Den Haag. Een van de vele andere rondgaande verhalen beweerd echter dat hij werd afgevoerd naar Woerden. Een ander verhaal laat hem eerst naar Den Haag gaan en vervolgens naar Woerden, waar hij terechtstond wegens afpersing. Echter, hij werd hiervan vrijgesproken.
Het Fort draagt voortaan de naam Prins Frederik, de zoon van de toekomstige koning Willem I.
De 'overrompelaars', 22 militairen en 12 burgers, kregen bij besluit van de Souvereinen Vorst van 9 februari 1814 een zilveren medaille met inscriptie Voor Moed en Vaderlandsliefde en Du Quesne 4 December 1813 aan een geel-wit-blauw-wit-geel lint. Ook zijn hiervan kleine, gegraveerde draagpenninkjes. Deze zijn 14 mm i.p.v. 40 mm. Dr. J. Verseput vond (aangevuld of uitgebreid door anderen) de namen van 19 personen terug: Pieter Bettens (kustkanonnier), A. Bogaerd, F. Booss of F. Boois (burger), Pieter Braal, Crosek (gardien de batterie), J.M. Heeneman [?], Ary v.d. Helm (korporaal kustkanonnier), Kommer Hoogmoed, P. Hünderfanger (korporaal kustkanonnier), K. v. Kadsand, Gerrit van Kuyk / Kuyck (bedenker, timmerman, korporaal kustkanonnier), J. Lidau, D. Millioen (korporaal kustkanonnier), Johannes Mulder (kustkanonnier), Jacob Overwater (burger), Johannes van Putten (burger, maire, burgemeester), Jacob van Rossum (burger), Falentijn Smit (kustkanonnier), Ary Verhoeven (kustkanonnier), Jacob Versluis (kustkanonnier), K.J. de Vos (meester timmerman)
114.
Hermanus Vinkeles (Amsterdam, 2-11-1790 - Amsterdam, 11-5-1850) beschreef in een van zijn eerste versjes, een 24 couplet tellend gedicht De verovering van het fort Duquin op Over-Flakkee de verovering, waarbij hij Klaas de Vos als enige bij naam noemt, met zijn actie: Nu klimt de kloeke Klaas de Vos
Langs muur en toren op;
En houdt de staatse vlag gereed,
Verborgen onder 't opperkleed,
En plant haar op den top.115
Wie waren deze burgers, die zich op zo'n bijzondere wijze verzetten en de vijand het eiland afzetten?
Jacob van Rossum (1767-1833) is een zoon van Dirk van Rossum en Lourensje of Laurensje Gardenier. Hij werd in Dirksland geboren op 27 juli 1767. Twee weken later, op 9 augustus 1767, werd hij gedoopt. Hij huwde op 14 september 1788 met Tijsie of Tijsje Kooman (Dirksland, 7-9-1766 - Dirksland, 17-11-1824). Ze kregen vijf dochters: Lourensje / Louiwisa / Laurensje (1789), Marija (1792), Dirkje (1795), Leentje (1798) en Elisabeth (1802). Hij overleed als 66-jarige op 22 november 1833 in Dirksland.
Laurensje huwde als 17-jarige te Dirksland op 16 oktober 1806 met de maire Johannes van Putten. Johannis Arens van Putten werd op 21 november 1784 te Ooltgensplaat geboren als zoon van Arend Janse (Adriaan) van Putten en Neeltje Johannes van Putten. Laurensje overleed in 1810 op 21-jarige leeftijd in het kraambed. Van Putten zou op 20 april 1814 - dus na hun bevrijdingsaktie en medaille ontvangst - te Dirksland hertrouwen met Laurensjes zusje de 17-jarige Leentje. Johannes Arendszn van Putten, Johannis Az. van Putten of Js. van Putten Az. overleed voor Leentje, wanneer is niet bekend. Leentje wordt 57 jaar en overlijdt als weduwe op 21 februari 1855
116.
Een ander zusje van Laurensje, Dirkje (1795) trouwde met molenaar Jacob Overwater. Ze kregen te Middelharnis op 1 april 1823 hun dochter Tijsje Overwater. Jacob komt op 73-jarige leeftijd op 3 oktober 1862 te overlijden te Middelharnis. Dochter Tijsje trouwde op 9 december 1843 met de reeder te Middelharnis Pieter Leendert Slis (22-10-1816 - 9-7-1904) . Tijsje overlijdt te Middelharnis op 10 mei 1879
117.
Klaas J. de Vos kreeg naast de medaille en het genoemd worden in het gedicht van Vinkeles ook nog een gedenkschrift op de kogel dat was ingemetseld in de na WOII is afgebroken Hotel "Hobbel". Hierop stond "Ter gedachtenis aan Klaas de Vos en anderen, 5 december 1813". De kogel was tijdens het afvuren toendertijd in de oostelijke muur terechtgekomen, onder de letter T van Hotel Hobbel.
Tijdens de officiële opening van het vakantie- en conferentiecentrum op het terrein van het Fort, zaterdag 17 mei 1969, werd zijn overwinningskreet Het Fort is over! door mr H.K.J. Beernink, minister van Binnenlandse Zaken herhaald, waarbij hij als aanvoerder van de "Gideonsbende" met ere werd genoemd. Verder deed de minister de suggestie om een straat naar hem te vernoemen.
Uit sibbekundige naspeuringen, waarbij zowel de mannelijke lijn als de vrouwelijk lijn wordt uitgezocht, blijkt dat Klaas de Vos op 4 december 1789 geboren is. Of dit klopt is de vraag, we hebben het niet kunnen verifiëren. Hieruit blijkt dat hij dat hij op zijn verjaardag deelnam aan de verovering van het Fort en dat het net 24 jaar was geworden. Van de Nationale Militie te Ooltgensplaat had hij nummer 546 van de lichting 1 14 gekregen. Dit nummer werd uitgeloot. Bij deze notitie stond ook nog zijn lengte van 1.58 m vermeld
118.
Johannes Verhage - die samen met Klaas de Vos bij de bevrijding van het Fort was - was eind 1863 nog in leven. Hij heeft geen beloning voor zijn moedige daad ontvangen, leefde op hoge leeftijd in armoede
119.
Later is er sprake van een Stelling van Ooltgensplaat bestaande uit het Fort Prins Frederik en een drietal lunetten (later redouten en borstwering), dat onderdeel uitmaakte van de Stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak oftewel Stelling van Willemstad. En als zodanig behoorde het tot de Vesting Holland en de Nieuwe Hollandsche Waterlinie
120.
We laten het fort achter ons en rijden via de Havendijk naar de Slikdijk om nog even de Steigerdijk op te rijden.
Van spoor, tram en veer vinden we niets meer terug.
Ter hoogte van de sluis, op een kruispunt van vele wegen, treffen we nog een zeer bijzonder informatiebord aan - dat zeer tot de verbeelding spreekt. Op een transparant paneel krijgen we de bewoning van en het leven in dit gebied van de dertiende eeuw voorgeschoteld. En dat is niet zonder reden.
De paleogeografische situatie uit deze periode hebben we al eerder getoond, zodat we een beeld hebben bij de dertiende eeuw. Leden van de historische vereniging De Motte ontdekken hier in 1979 een nederzetting uit die periode. Het onderzoek tot 1987 schetst het beeld dat we hier zien uitgebeeld.
Boeren in Berwoutsmoer : 1200 - 1400 : Opgegraven onder Ooltgensplaat / Rias Olivier m.m.v. Pau Heerschap, Cathy Westdorp (redactie); Kees van Rixoort (eindredactie); Joyce van Dijk (bijdrage). - Middelharnis : De Motte, 2019. - ISBN 978-90-805116-9-9 (€ 29,50)
Verder onderzoek werd onmogelijk gemaakt, omdat de komst van de Philipsdam ervoor zorgde dat de site permanent onder water kwam te staan. Voor de komst van de dam was men in staat om bij eb het terrein te onderzoeken.
De resultaten van dit onderzoek heeft men ondergebracht in het boekwerk Boeren in Berwoutsmoer. Het boek is als een drieluik geschreven. Het bevat een mix van verhalen van het onderzoek, de onderzoek vondsten en welk (gezamenlijk) verhaal dit vertelt, wordt geïllustreerd aan de hand van de mensen die toen leefden en werkten.
Een deel van de vondsten zullen we op Dag 3 tegenkomen in het Streekmuseum Goeree-Overflakkee te Sommelsdijk.
Het verhaal speelt zich af voordat Ooltgensplaat bestond. En dus ook het omdijkte Overflakkee bestond toen nog niet, laat staan Goeree-Overflakkee. Het gebied werd toen, zoals we al verteld en verklaard hebben, Berwoutsmoer genoemd. In het boek komt het bestaan en bewoning van twee eeuwen Berwoutsmoer tot leven
121.
In twee latere documenten worden de resten van het verdronken dorp ook door een typefout aangeduid als Ooltemsplaat. Men doelt op het gehele terrein onder het Fort (AMK-terrein 10.539) en de onderzochte vondst van De Motte (Archis-waarneming 7.938)
122.
De ontdekkers van deze bewoning waren het echtpaar Nel en Arie Donker uit de Langstraat, Achthuizen. Zij waren eigenlijk op zoek naar sporen van de verdronken dorpen en hoopten door met hun boot langs de kustlijnen te varen, ze ook op Overflakkee te kunnen ontdekken. In augustus 1979 gebeurde het, toen ze het eigenlijk net hadden opgegeven. Ze zagen iets dat mogelijk in die richting zou kunnen wijzen
123.
Met talloze andere vrijwilligers zijn ze vijftig dagen in zeven jaar - in stilzwijgen over hun ontdekking - aan de slag gegaan. In steeds wisselende uren in alle seizoenen onder alle weersomstandigheden hadden ze telkens zo'n drie uur de tijd om de zeebodem te onderzoeken en te graven. Daarna moesten ze zich weer terugtrekken voor de vloed. Desondanks vonden ze het bijna een voorrecht om na verloop van ontdekkingen, telkens van het ene huis over de kreek naar het andere ontdekte huis te mogen lopen en steeds nieuwe ontdekkingen te mogen doen. De volledige wetenschappelijke staf van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort kwam dan ook graag langs om ook eens door een 13e-eeuws nederzetting te wandelen
124.
Aangezien er complete huizen en houten kuipen - die voor de zoutwinning werden gebruikt - zijn gevonden, bestaat de gedachte dat deze nederzetting zo tussen 1100 en de Sint-Elisabethsvloeden bewoond waren geweest
125.
Welke van de drie Elisabethsvloeden, die op de naamdag van de heilige Elisabeth van Thüringen (van Hongarije), 18 op 19 november hadden plaatsgevonden en voor een einde van de bewoning zorgde is niet bekend. Die van 1404 trof vooral (Zeeuws-)Vlaanderen, maar ook de Hollandse kuststrook en in Engeland Kent. De vloed van 1421 teisterde de hele kustlijn, van Vlaanderen tot aan Groningen. De laatste, van 1424, werd fataal geacht voor de Groote Waard
126.
Zodoende kunnen alle drie ervoor in aanmerking komen of invloed hebben gehad, waarbij de moernering zelf ook als een grote boosdoener en medeveroorzaker kan worden gezien.
Tegenwoordig wordt het gebiedje beschermd door een keiendam om verdere afslag tegen te gaan
127.
Wij slaan nog even de weg in dat ons naar het recreatiestrand zal brengen. Met mooi weer zal het goed toeven zijn. Dat is nu niet het geval en zodoende treffen dan ook niemand aan.
Wanneer we over het terrein van de verdronken woonplek de verte in kijken en voorbij het Volkerak komen met onze blik, dan ontdekken we zo'n 5 kilometer verderop de toren van de (inmiddels voormalige) Petrus en Pauluskerk te Dinteloord in Noord-Brabant. Architect C.M. van den Berg bouwde het in 1951. In 2014 viel het religieuze doek voor het gebouw. Architect Paul Dinant ontwikkelde voor de kerk appartementen, zodat het gebouw in zijn nieuwe functie nog steeds beeldbepalend kan zijn. Dinant kreeg het handen toen hij het eind 2018 van verkoper Hans van Trier kocht
128.
In 2021 zijn er 27 appartementen in de beide zijbeuken gerealiseerd. De middenbeuk is gereserveerd als gemeenschapsruimte, waar de kerk nog te zien is
129.
Zaterdag 4 september 2021 werd het op feestelijke wijze geopend met een kunstexpositie
130.
Aangezien we het niet meer drooghouden vandaag, besluiten we er punt achter te zetten. We rijden terug over de Steigerdijk en Dorpsdijk. Net voorbij de afslag naar de Nieuwstraat treffen we de contour aan van de verdedigingswal - zodat we met recht kunnen spreken van een vestingdorp - gevolgd door een verdedigingsgracht en volkstuintjes dat doorklieft wordt door een strook gras.
detail uit: Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Ooltgensplaat, Zuid Holland
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08144VK1 (CC BY-SA 3.0)
Dit strook gras zou zomaar de plek kunnen zijn waar mogelijk de voormalige Eerste Hamerd zou kunnen hebben gelegen. Na de deels omgebouwde batterij in het nieuwe kerkhof, bereiken we al snel de Tweede Hamerd.
In deze laatste kreeknaam kunnen we mogelijk op de kaart de door de heer van Putten genoemde Verbettenamer herkennen, toen hij het deel van Galatee dat er door begrensd werd, "ter moerneringge" uitgaf
130.
Vergeleken met de Breede Gooi, ten zuidwesten van Dirksland, is de Tweede Hamert een smalle en verlandde kreek. Desalniettemin meandert het toch maar mooi ruim 2 kilometer door het strak verkaveld landschap
131.
In het voorjaar van 1969 is er onder de wegen Langeweg en 2e Zuid Boutweg een nieuwe en ruimere duiker gelegd. Deze is zodanig breed - 1.85m breed en 2.20m diep over een lengte van zo'n 10 meter - dat de maaiboot er doorheen kan en niet telkens met een kraanwagen uit en in het water getild hoeft te worden. Nu kan het alle wateren in het hele Oudeland bevaren en de waterplanten maaien en gemaaide planten verwijderen.
De duikers zijn gemaakt van Waco-betonelementen uit Krimpen aan de IJssel. Ze zijn geplaatst door de firma D. Ras te Nieuwe-Tonge
132.
Aan het einde van de Noorzijdsedreef mogen we de 315°-bocht nemen naar de 1e Noordboutweg. In de bocht blijven we even stilstaan om te zien of we iets van Het Groote Gat kunnen ontdekken.
Dit water, Het Groote Gat van Ooltgensplaat, ligt zowel in de Binnenbedijkte-Noord-polder als in de Oudelandsche-polder-van-Ooltgensplaat, oftewel Binnenbedijkte Noord Polder en Oudelandsche Polder.
De Binnenbedijkte Noord Polder werd in 1523 bedijkt, maar stroomde in 1613 onder water. Het jaar erop werd 330 gemeten van de 600 herdijkt. Ook in de jaren 1682 en 1715 is het opnieuw ingevloeid.
Het Oudelandsche Polder of Oudeland werd, zoals eerder aangeven, op 13 maart 1483 ter bedijking uitgeven en bestond uit de platen Ooltkensplate en Vloyhil, ook voorkomend als Vloeihil133.
Het Groote Gat is een wiel, ontstaan door een dijkdoorbraak op 26 januari 1682 in de oude zeedijk. Deze dijk is niet hersteld, wat echter veelal wel gebeurt, door het ontstaande gat 'buitenom' te herbedijken, zodat er een zoetwaterreservoir ontstaat. We zien dit namelijk wel aan de andere kant, waar ook een wiel zit in de Oudelandsche Dijk. Het zoetwaterreservoir is door de Galathesche Polder 'ingepikt'.
Een oude kaart uit 1728 spreekt dit echter tegen. De kaart geeft 1715 aan als jaar van de Groote Doorbraak. Bij eerdere dijkdoorbraken is de oude zeedijk - de Gewesen Zeedijk - niet als zodanig hersteld. De Groote Doorbraak van 1715 doorbrak de Oudelantsen Dijk. Deze werd - zoals gezegd - niet hersteld, maar in 1718 gedeeltelijk vervangen door een voorliggende dijk, de Nieuwen Zeedijk. Met de toevoeging van de Binnengedykten Noord Polder werd het Oudeland van Ooltgensplaat weer iets groter.
Op deze kaart staan trouwens ook de oude benamingen van de Groeneweg (4de Noord Bout Weg), Bosweg (Derden Noord Bout Weg), Veenweg (2de Noord Bout Weg en 1e Noordboutweg (1ste Noord Bout Weg). Duidelijke verwijzingen naar wat men verwacht van deze gronden, waarbij de wegen dienen om het te kunnen afvoeren, namelijk de oogst.
Het Grote Gat is nu een natuurlijke omgeving geworden. Drie eeuwen na het ontstaan, groeit er onder meer de smalle lisdodde, waterpunge, slanke witte waterkers, weidetorkruid, valse voszegge, zeebies, waterzuring en stekelvaren. Op het aanwezige drassige grasland, dat nog enige mate van kenmerken van brakke grond heeft, groeit onder andere ruwe bies, aardbeiklaver, ronde rus, heel blaadjes, zeegroene zegge, zeegroene rus, gevleugeld hertshooi. De grote karekiet, baardmees, snor en slobeend broeden hier graag.
Toen het gebied in bezit was van notaris Chr. Akkermans (1880-1938) - hij vestigde zich in 1916-17 in Ooltgensplaat als notaris en betrok het pand aan de Voorstraat 31-33 - lag er in het midden een eilandje waarop een huisje of blokhut was gebouwd. Het was visrijk water. Zo werd er bijvoorbeeld zaterdag 15 oktober 1921 200 kg vis gevangen, waaronder een snoek van 22 kg. Deze zal rond 1.30m geweest moeten zijn, is de inschatting. Al kunnen ze wel 1.50m worden. Ook zal het een behoorlijke leeftijd hebben gehad. Bij uitzondering kunnen ze wel 25 tot 30 jaar worden. Met zo'n gewicht zal de leeftijd richting deze uitzondering gaan.
Twee zakken met vis werden die zaterdag aan de arme mensen uitgedeeld.
In 1934 herinnert notaris Akkermans hengelaars er nog maar eens aan dat ze een vergunning van hem moeten hebben om er te mogen vissen.
Twee jaar later is rijksveldwachter Looij genoodzaakt om tegen enkele personen een proces verbaal op te maken, omdat ze er toch zonder vergunning visten.
Staatsbosbeheer wil dit niet vruchtdragend gebied - dat heel soms ook Adolfsgat wordt genoemd - in 1971 kopen voor ƒ 33.000 en toevoegen aan het "beschermd natuurgebied" voor het streekplan Zuid-Holland-Zuid.
Je kunt er daarom nu, zonder hond, omheen lopen. De wandelroute Blauwborst Groote Gat heeft een lengte van 3 kilometer
134.
De 1e Noordboutweg brengt ons vervolgens snel naar de parallelbaan van de Langeweg.
Nu we op de parallelbaan rijden kunnen we ook even stoppen bij de boerderij dat hier staat. De herdenkingssteen wijst ons erop dat het pand inmiddels de ouderdom van een eeuw is gepasseerd. De eerste steen werd gelegd door H. van Rossum Pz op 19 juni 1912. De panden in en om de 315°-bocht worden ook gebruikt door dragers van deze familienaam.
Deze boerderij staat voor de bedrijfspanden aan de Waardersweg 1 die gebruikt worden door Aardappelhandel Meijer BV. De boerderij heeft het adres van Langeweg 65.
H. van Rossum Pz zal in 1912 nog jong geweest zijn. In 1927 komen we Huibert van Rossum Pz tegen in de uitslag van de loting voor de dienstplicht. Hij is waarschijnlijk geboren in maart 1908. Zijn ouders zijn Pieter van Rossum en Hester Tanis. We kunnen uitrekenen dat hij bij de eerstesteenlegging 4 jaar oud geweest is en bij de loting 19 jaar.
Op de nieuwe ijsbaan ten westen van het fort Prins Frederik, dat begin 1928 officieel in gebruik wordt genomen, wordt ter gelegenheid daarvan twee wedstrijden gehouden, waaronder het schoonrijden. H. van Rossum Pz. werd met mej. Ros zesde. Een jaar later werd hij derde bij een wedstrijd schieten. Het jaar erop beland hij in de middelmoot, maar komt in april 1930 weer sterk terug bij de schietwedstrijd van B.V.L. In 1931 wordt hij bevorderd tot scherpschutter bij de Bijzondere Vrijwillige Landstorm dat in 1920 wordt gevormd uit het koningshuis-gezinde Vrijwillige Landstorm en de revolutionairen de Buitengewone Vrijwilligers. Het werd opgeheven na de Duitse inval in mei 1940.
Rond het begin van de zomer van 1939 trouwt Huibert met de 21-jarige Johanna Lena Struijk, waarmee hij een aantal kinderen krijgt, waarvan hij nog meer kleinkinderen krijgt.
Hij was kerkvoogd van 1 januari 1954 tot 31 december 1976.
Deze 4-jarige herdachte eerstesteenlegger komt op 80-jarige leeftijd te overlijden op 30 augustus 1988
135.
Op het einde van de tocht van vandaag zien we op de rand van de plaat, op de Oudelandsedijk, nog een pand staan dat het van de daken schreeuwt dat het ook oud is. Het pand op nummer 33 vertelt ons dat het in 1820 gebouwd zou zijn.
Het BAG houdt het echter op 1920. Op de Kadastrale kaart 1811-1832 treffen we op deze plek wel al bebouwing aan op 156. De kavels 155 t/m 157 zijn op dat moment in handen van arbeider Laurens Schaap.
Eind 2005 staat het te koop voor een vraagprijs van € 415.000 k.k.
In 2009 staat er "Hoeseboes" op de voorgevel "Henk's dream" op de schuurdeur
136.
De buurman, Stichting FOGO, woont echter op nummer 4 aan dezelfde straat, maar als een enclave omringd door Ooltgensplaat en Achthuizen, wel in Den Bommel. FOGO, Federatie Ondernemersverenigingen Goeree-Overflakkee, is de koepelorganisatie dat vanaf 2013 de belangen behartigd van alle ondernemers op het eiland, sinds de gemeentelijke herindeling in 2012.
Hoog op de agenda staat de bereikbaarheid van het eiland nu de Haringvlietbrug en Heinenoordtunnel door Rijkswaterstaat gerenoveerd wordt, zodat de veerboten weer ingezet moeten worden
137.
En daarmee is deze dag en het verhaal weer (afge)rond.
noten:
1.
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 620;
5.
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 620;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-Nieuws, 9 december 1953 N.V. Brugverbinding Goeree-Overflakkee Hoekse Waard opgericht;
6.
Rijkswaterstaat Haringvlietbrug (A29);
De geschiedenis van de Haringvlietbrug / J. Knape (lezing), p. 94-95 (in: Zuid-Holland, Elfde jaargang, Nr 4, oktober 1965, p. 89-96;
12. Ontwerp dam in het Hellegat / Ir. J. van Veen. - Rapport : Alg. 2, R 237. - 1929; Boringen, peilingen en metingen in het Hellegat / Ir. J. van Veen. - Rapport : Alg. 3, R 238. - 1930; Bruggen bij Tiengemeten / Ir. J. van Veen. - Rapport: Alg. 238, R 362. - 1950; Verbeelding van de Waal : Het verhaal van de Waal in 300 en enige schilderijen, archeologische vondsten, historische foto’s en oude kaarten / Jan Neefjes, Hans Bleumink (redactie). - Nijmegen : De Bastei, 2017. - p. 44-45; Waterwerken in het Volkerak / Jan van Horne. - Willemstad : Van Horne, 2004. - p. 5-6;
De Ommelanden : band 2 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-60-2. - p. 556-558;
23a.
Boeren in Berwoutsmoer, 1200-1400 : opgegraven onder Ooltgensplaat / Rias Olivier m.m.v. Pau Heerschap, Cathy Westdorp, Kees van Rixoort (Redactie), Kees van Rixoort (Eindredactie). - Middelharnis : "De Motte", Historische Vereniging voor Goeree-Overflakkee, 2019. - ISBN 978-90-805116-9-9. - p. 21, 23;
Van Waterland tot Stedenland : De Hollandse economie c. 975-1570 / P.C.M. Hoppenbrouwers, p. 102, 112 (in: Geschiedenis van Holland : Deel 1 tot 1572 / Thimo de Nijs, Eelco Beukers (redactie). - Hilversum : Verloren, 2002. - ISBN 90-6550-682-9. - p. 103-148;
23b.
Delpher:
Geschiedkundige atlas van Nederland. - De Bourgondische Tijd, 1923. - Nijhoff, 1915-1923. - 84;
23c.
Geographische geschiedenis van Holland bezuiden de Lek en Nieuwe Maas in de middeleeuwen / Johan Christoffel Ramaer. - Amsterdam : Müller, 1899. - p. 158 (Baroutsmoer, Berwoudsmoer);
24.
Verkorte beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee voor schoolgebruik / B. Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1845 p. 71;
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Achtste deel: N. O. - 1847. - p. 468;
Bijdrage tot de levensgeschiedenis van Mr. Johannes Basius / Dr. M. van Staveren, p. 254 (in: De Vrije Fries, nummer 18, 1895. - p. 190-279);
Historische atlas van de Biesbosch : zes eeuwen Biesbosch in 78 kaarten / Wim van Wijk. - Zwolle : WBOOKS, 2012. - ISBN 978-90-400-0764-4. - p. 180-181;
Flakkee Nieuws Oeltgen in ere hersteld; Karin Starmans;
Delpher:
Winschoter Courant, 05-08-1954 Burgerlijke stand Wildervank Karsiena Maria Catharina;
Mens & Dier in Steen & Brons / René & Peter van der Krogt Oeltgen de Piper;
facebook Galerie Karin Starmans - Karin Starmans;
facebook Dorpsraad Ooltgensplaat, 26 november 2015;
25.
Boeren in Berwoutsmoer, 1200-1400 : opgegraven onder Ooltgensplaat / Rias Olivier m.m.v. Pau Heerschap, Cathy Westdorp, Kees van Rixoort (Redactie), Kees van Rixoort (Eindredactie). - Middelharnis : "De Motte", Historische Vereniging voor Goeree-Overflakkee, 2019. - ISBN 978-90-805116-9-9. - p. 15, 23;
Delpher:
Nederland als polderland / A.A. Beekman. - Zutphen : Thieme, 1932 (3e druk). - p.305;
Handboek der middel-Nederlandsche geographie / L.P.C. van den Bergh. - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1949 (3e druk / aangevuld en omgew. door A.A. Beekman en H.J. Moerman). - p.66;
26.
Boeren in Berwoutsmoer, 1200-1400 : opgegraven onder Ooltgensplaat / Rias Olivier m.m.v. Pau Heerschap, Cathy Westdorp, Kees van Rixoort (Redactie), Kees van Rixoort (Eindredactie). - Middelharnis : "De Motte", Historische Vereniging voor Goeree-Overflakkee, 2019. - ISBN 978-90-805116-9-9. - p. 13-14;
27.
Boeren in Berwoutsmoer, 1200-1400 : opgegraven onder Ooltgensplaat / Rias Olivier m.m.v. Pau Heerschap, Cathy Westdorp, Kees van Rixoort (Redactie), Kees van Rixoort (Eindredactie). - Middelharnis : "De Motte", Historische Vereniging voor Goeree-Overflakkee, 2019. - ISBN 978-90-805116-9-9. - p. 14;
28.
Streekarchief Goeree-Overflakkee - Archief Een geschiedenis van eiland in de Delta : een kort overzicht van de historie van Goeree-Overflakkee / Jan Both, p. 4;
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 575;
32.
Erfgoedlijn Goeree-Overflakkee Sleuteldorpen : Planologie van de nieuwe dorpen;
33.
Erfgoedlijn Goeree-Overflakkee "Gezigt op Ooltgensplaat van de Havendijk." / Klaas Jansz. de Vos (geh. 1755, overl. 1804). - aquarel ca. 1760;
Verkorte beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee voor schoolgebruik / B. Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1845 p. 72;
Genealogie Van Dam / Willem van Dam Geschiedenis Ooltgensplaat-2 Kerken (overgenomen uit: Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee zijne wording en zijn voorbestaan tot op heden / J. v.d. Waal, F.O. Vervoorn. - Sommelsdijk : Boekhoven, 1895);
Krantenbank:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 5 september 1989 Veel te zien op monumentendag te Ooltgensplaat;
34.
Delpher:
Dagblad van 's Gravenhage, 10-07-1846 Kerkelijke zaken.;
Krantenbank:
Zierikzeesche Courant, 26 februari 1847 [p2k2a1];
38.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 386;
39.
Bijbel met uitleg: Statenvertaling 1 Korinthe 15;
40.
Genealogie Van Dam / Willem van Dam Geschiedenis Ooltgensplaat-2 Kerken (overgenomen uit: Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee zijne wording en zijn voorbestaan tot op heden / J. v.d. Waal, F.O. Vervoorn. - Sommelsdijk : Boekhoven, 1895);
We bezochten deze gieterij (museum) 1 augustus 2018: De Ommelanden : band 3 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-61-9. - p. 887-895;
42.
Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Pand ID 0580100000239926;
Met dank aan Bas de Vos voor zijn antwoord op de facebook groeppagina Nostalgische foto's van Ooltgensplaat 20 maart 2023 21:14;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Ooltgensplaat, Zuid Holland, sectie A, blad 03 / I. de Geus MIN08144A03;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Ooltgensplaat, Zuid Holland, sectie A, blad 024-blad 025;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 29 april 1966, pagina 11 Openbare verkoping;
genealogie online: Genealogie Van Eck op Goeree Overflakkee / Lucas van Heeren Bastiaan van Es;
genealogie online: Genealogie Van Eck op Goeree Overflakkee / Lucas van Heeren Jannetje Lagenhoek;
facebook Nostalgische foto's van Ooltgensplaat vraag over muur, 20 maart 2023 - met dank voor het antwoord: Bas de Vos, 4 april 2023 en Sjaan Braber van Veen, 4-5 april 2023;
43.
Delpher:
De Nederlander, 12-09-1925 Financieel Nieuws;
De banier : staatkundig gereformeerd dagblad, 10-02-1936 Ooltgensplaat;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 17 november 1906 Verkoopen:;
Onze Eilanden, 21 oktober 1922 Ooltgensplaat;
Onze Eilanden, 30 maart 1929 | pagina 6 Vergadering van den Gemeenteraad te Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 26 februari 1936 | pagina 3 Gemeenteraad Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 11 oktober 1941 | pagina 6 Verloren;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 23 mei 1942 | pagina 4 Familieberichten Ondertrouw;
Opbouw, 11 januari 1946 | pagina 1 Slagerij de Vos;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 17 september 1947 | pagina 4 Familieberichten (Hanny);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 25 oktober 1947 | pagina 3 Het Koninklijk bezoek aan onze gemeente en Achthuizen.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 14 september 1949 | pagina 4 Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 15 juli 1950 | pagina 9 Slagerij de Vos;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 22 juli 1950 | pagina 7 Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 30 december 1950 | pagina 11 Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 24 januari 1951 | pagina 3 Ooltgensplaat Gekocht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 19 september 1951 | pagina 4 Familieberichten Jobje;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 24 april 1954 | pagina 1 Dhr. S. v. d. Mast 40 jaar in dienst bij bakker J.C. de Ruiter te Ooltgensplaat [met foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 10 juli 1954 | pagina 2 Bloedtransfusiedienst;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 1 oktober 1955 | pagina 2 Afgesloten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 24 maart 1956 | pagina 2 Verkocht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 4 april 1958 | pagina 3 Familieberichten Lambrecht Mooijaart;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 10 april 1959 | pagina 7 Lectuur;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 21 oktober 1960 | pagina 6 Verkoopdag voor "Elthato";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 18 juli 1961 | pagina 2 Geen lengtedriehoeken;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 24 november 1961 | pagina 3 Familie-berichten Dicky Kooijman;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 13 maart 1962 | pagina 4 Nieuwe bestrating Brandewijnstraat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 22 mei 1962 | pagina 1 Zaken verkocht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 22 mei 1962 | pagina 1 Ooltgensplaat Cursus;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 21 september 1962 | pagina 6 Flakkeese padvinders reden hun rally;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 13 november 1962 | pagina 4 Reclame Kwaliteit;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 27 november 1962 | pagina 4 Familie-berichten Birkhoff;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 4 december 1962 | pagina 3 smederij, loodgietersbedrijf, annex sanitair Birkhoff;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 5 april 1963 | pagina 9 Inlegger was de heer S. v.d. Mast [met foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 7 mei 1963 | pagina 1 Ooltgensplaat Rijwielhandel heropend;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 14 januari 1964 | pagina 1 Ooltgensplaat Oudste;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 15 januari 1964 | pagina 2 Ooltgensplaat Oudste;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 6 juli 1965 | pagina 4 Te koop: Woonhuis;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 25 januari 1966 | pagina 1 De heer L. Dorsman Jzn. overleden;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 11 maart 1966 | pagina 3 Leendert Dorsman;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 20 mei 1966 | pagina 2 Openbare verkoop woonhuizen (bij inzet) te Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 september 1966 | pagina 3 Ooltgensplaat Woning verkocht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 14 juli 1967 | pagina 4 Familie-berichten Braber;
Zierikzeesche Nieuwsbode, 18 augustus 1967 | pagina 7 Onze puzzelrubriek;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 30 mei 1969 | pagina 2 Geslaagd Braber;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 5 juni 1970 | pagina 1 Ooltgensplaat 50 jaar getrouwd;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 12 juni 1970 | pagina 3 Dankbetuiging;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 11 september 1970 | pagina 3 Familie-berichten Simon van der Mast;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 17 december 1974 | pagina 4 Familie-berichten Lena Kievit-Troost;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 20 januari 1976 | pagina 1 K. Kamp opende nieuwe winkel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 april 1976 | pagina 4 Familie-berichten Johanna Verweij;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 24 juli 1981 | pagina 1 Straatcommissies druk in de weer;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 14 augustus 1981 | pagina 1 Winkel-werkplaats voor stencilwerk en kleinoffset geopend;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 25 augustus 1981 | pagina 2 't Wordt groot feest in jarig St. Adolfsland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 11 september 1981 | pagina 4 Familie-berichten Adriaantje Ras;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 9 april 1982 | pagina 4 het boek "beschrijving van Goedereede en Overflakkee" van J. v.d. Waal en F.O. Vervoorn;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 30 november 1982 | pagina 4 Familie-berichten Margaretha Cornelia Hoogerwerf;
Scheldebode, 5 januari 1984 | pagina 12 Ervila;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 30 maart 1984 | pagina 14 Geschiedenis Oolgensplaat vanaf 1616;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 26 oktober 1984 | pagina 2 Cursus hartreanimatie;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 20 november 1984 | pagina 7 Gemeente Oostflakkee Bekendmaking;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 11 april 1986 | pagina 11 Woonnieuws;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 8 juli 1986 | pagina 1 Oud-Platenaar Jo Kosten schrijft boek over zijn geboortedorp;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 31 oktober 1986 | pagina 10 Boekbespreking;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 16 januari 1987 | pagina 3 Familieberichten Cornelia Grinwis;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 13 maart 1987 | pagina 10 Compliment voor geschiedschrijving van de Plaat door Jo Kosten / Leen Dorsman;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 20 maart 1987 | pagina 14 Boekbespreking / J.W. Korteweg [met aanvullende opmerkingen en verbeteringen];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 23 oktober 1987 | pagina 12 Gemeente Oostflakkee;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 12 februari 1988 | pagina 2 Oud-jeugdleider/schrijver Jo Kosten overleden;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 22 juli 1988 | pagina 1 Oostflakkee in vogelvlucht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 15 november 1988 | pagina 4 Familieberichten Kommer Braber;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 19 december 1989 | pagina 4 Gat in wegdek;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 22 maart 1991 | pagina 4 Familieberichten Arie Braber;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 11 mei 1993 | pagina 1 Koninklijk zilver voor organist F. Braber [met foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 21 mei 1993 | pagina 4 Familieberichten Van den Berg x Mosselman;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 10 februari 2009 | pagina 3 Familieberichten Tannetje Lientje van der Maden;
facebook Nostalgische foto's van Ooltgensplaat vraag over muur, 20 maart 2023 - met dank voor het antwoord: Corrie Huijer, 4 april 2023;
45.
Kerninventarisatie Gevelstenen - inventarisatie van gevelstenen Ooltgensplaat;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 23 juni 1961 | pagina 6 Ingezonden stukken Over de gevelsteen: "De wolf en het schaap" / J.W. Korteweg;
46.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 20 maart 1987 | pagina 14 Boekbespreking / J.W. Korteweg [met aanvullende opmerkingen en verbeteringen];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 8 mei 1987 | pagina 14 Zwervend door de Plaatse polders van toen . . . ! / Jo Kosten;
52.
Heraldiek = Heraldry, customs, rules and styles / Carl-Alexander von Volborth; D.J. Arriëns (vertaler). - Amsterdam : De Bataafsche Leeuw, 1985. - ISBN 90-6707-035-1. - p. 8, 12, 16, 18, 28, 48;
53.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 14 juli 1906 | pagina 8 Ooltgensplaat;
54.
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 29-12-1902 Moord te Oolgensplaat;
Nieuwsblad van het Noorden, 30-12-1902 Een moord;
Arnhemsche courant, 31-12-1902 De moord te Ooltgensplaat;
De nieuwe courant, 03-03-1903 Rechtswezen;
Delftsche courant, 04-03-1903 Binnenlandsche Berichten;
Rotterdamsch nieuwsblad, 04-03-1903 Moord te Ooltgensplaat;
De Telegraaf, 10-03-1903 Moord te Ooltgensplaat.;
Nieuwsblad van het Noorden, 18-11-1939 Verbouwing Hanekamp en Flint.;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 18 januari 1901 Oolgensplaat dorpslogement van P. van Loon;
Maas- en Scheldebode, 21 februari 1902 Officieel gedeelte verzoekschrift Wed. P. van Loon drankverkoop;
Maas- en Scheldebode, 7 februari 1902 Een broodbakkers leerling;
Maas- en Scheldebode, 1 januari 1903 Verschrikkelijke misdaad moord;
Maas- en Scheldebode, 6 maart 1903 Rechtzaken. Moord te Ooltgensplaat.;
Maas- en Scheldebode, 5 juni 1903 Ooltgensplaat Overleden;
Maas- en Scheldebode, 5 februari 1904 3 febr.;
Maas- en Scheldebode, 27 januari 1909 Leerling of Aankomende;
Zierikzeesche Nieuwsbode, 27 januari 1910 Halfwas of tweede Knecht;
Zierikzeesche Nieuwsbode, 21 februari 1936 | pagina 3 Advertenties Hage - Hoek;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 8 januari 1938 | pagina 4 Handelsregister Wijziging in zaken;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 augustus 1941 | pagina 3 Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 13 februari 1952 | pagina 5 Ooltgensplaat Trouwe duiven;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 17 september 1963 | pagina 1 Hage's bakkerij, Oolgensplaat opent moderne winkel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 17 maart 1972 | pagina 2 Ooltgensplaat Bakkerij Hage krijgt nieuwe eigenaar;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 18 januari 1974 | pagina 2 Ooltgensplaat heeft grandioze brood- en gebakboetiek [met foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 28 maart 1975 | pagina 12 advertentie Jan van Visseren;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 22 augustus 1975 | pagina 4 advertentie Jan van Visseren;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 juni 1978 | pagina 2 Het Rode Kruis heeft uw hulp "broodnodig" Kringcommissaris was de eerste koper bij bakkerij Visseren [met foto Gerda];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 19 april 1988 | pagina 2 Bakkerij Jan Visseren; zaak met boven-Plaatse allure!;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 15 juni 1990 | pagina 3 advertentie Jan van Visseren;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 24 juli 1990 | pagina 3 advertentie Jan van Visseren;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 6 oktober 1992 | pagina 2 Echte Bakker Wout Bunt heeft bakkerij overgedaan;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 22 januari 1993 | pagina 3 Familieberichten Johannes Petrus Gerardus Visseren;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 22 januari 1993 | pagina 1 In memoriam 'Echte Bakker' Jan Visseren;
Zierikzeesche Nieuwsbode, 30 november 1994 | pagina 15 Winnaars Sinterklaaspuzzel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 7 april 1998 | pagina 7 Familieberichten Hage-Luteyn;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 oktober 2001 | pagina 3 Familieberichten Marinus Gabriël Hage;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 17 februari 2004 | pagina 3 Familieberichten Maria Suzanna Luteijn;
genealogieonline Stamboom Van Loon / Michiel van Loon;
facebook: Bas de Vos , 2 februari 2017;
Gemeente Amsterdam Stadsarchief archiefnummer 5225, investarisnummer 840; Bettenhausen, F.J.C. (Frederik Johannes Cornelis) Kunstsmederij Rotterdam / Archivalia. - Het Nieuwe Instituut, 2000;
55.
Informatiebord "Het raadhuis van Ooltgensplaat";
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 387;
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst : Deel III. De provincie Zuidholland. - Utrecht : A. Oosthoek, 1915. - p. 278-279: Ooltgensplaat; Bouwhistorische verkenning : Raadhuis Ooltgensplaat / Hylkema Consultants, drs. Katheleine Koornstra. - Utrecht : Hylkema Consultants BV, 2014;
60. Bouwhistorische verkenning : Raadhuis Ooltgensplaat / Hylkema Consultants, drs. Katheleine Koornstra. - Utrecht : Hylkema Consultants BV, 2014. - p. 23;
Joost de Vree oeil de boeuf;
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8 / P.J. Blok, P.C. Molhuysen (redactie); Fr. K.H. Kossmann [et al]. - Leiden : A.W. Sijthoff, 1930. - [Burgerhuys, Johannes];
Friesche Klokke-opschriften, met andere van elders vergeleken / G.H. van Borssum Waalkes : Lijst der voorkomende klokkegieters, p. 294 (in: De Vrije Fries, nummer 16, 1886. - p. 145-310);
Vervolg van Friesche Klokke-opschriften, met andere van elders vergeleken / G.H. van Borssum Waalkes : Lijst der voorkomende klokkegieters, p. 111 (in: De Vrije Fries, nummer 18, 1895. - p. 1-189);
Encyclopedie van Zeeland Burgerhuys;
68.
Delpher:
Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad, 26-02-1859 Scheepstijdingen. Tonnen, opgenomen in het vaarwater langs de vlakte van Ooltgensplaat.;
69.
Delpher:
Het vaderland, 04-12-1871 Staten-Generaal. Tweede Kamer.;
70.
Delpher:
Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage, 25-09-1873 Staatsbegrooting voor 1874.;
Rotterdamsch nieuwsblad, 02-08-1895 Binnenland. Het Hellegat!;
71.
Delpher:
Nederlandsche staatscourant, 04-06-1887 Provinciale besturen. Gezonken vaartuigen;
Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 29-11-1883 Binnenland. [k2a7];
Rotterdamsch nieuwsblad, 13-11-1894 Binnenland.;
Wikipedia Bariet;
Wikipedia Suikerbiet;
82.
Delpher:
Dagblad van Noord-Brabant, 05-10-1934 De verbinding Dintelsas-Ooltgensplaat. Interventie der Staatscommissie Van Rijckevorsel. Nog eens: Wanneer de oplossing?;
86.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden, 17 april 1920 | pagina 2 De Hongaarsche kinderen.;
Onze Eilanden, 15 juli 1925 | pagina 2 Ooltgensplaat;
Onze Eilanden, 16 september 1925 | pagina 3 Ooltgensplaat;
Maas- en Scheldebode, 16 september 1925 | pagina 1 Ooltgensplaat;
VPRO, OVT - de onvoltooid verleden tijd Het spoor terug De Hongaartjes; De kindertreinen : Voorwerpen en herinnering = A gyermekvonotok : Tárgyak és emlékezet. - Cahiers voor Neerlandistiek 9, ISSN 1585-3489. - Het Hongaarse Raam in het Koninklijk Paleis Noordeinde, Den Haag. - p. 47;
87.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 29 september 1893 | pagina 2 Burgerlijke Stand.;
Onze Eilanden, 16 februari 1927 | pagina 4 Burgerlijke Stand.;
Onze Eilanden, 10 juli 1964 | pagina 9 Burgerlijke Stand.;
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 28-01-1908 Binnenland. 27 Januari.;
Nederlandsch landbouw weekblad, 25-01-1913 Nieuwe leden. (vanaf 1-1-1913);
Nederlandsche staatscourant, 15-02-1917 - Akten betreffende coöperatieve vereenigingen No. 4608 Naamlooze Vennootschappen - No. 149;
Nederlandsch landbouw weekblad, 30-03-1918 Bruine Boonen;
Nederlandsch landbouw weekblad, 24-08-1918 Lijst van Secretarissen;
Nederlandsche staatscourant, 20-04-1921 - Akten betreffende coöperatieve vereenigingen Afgekeurd in Zuidholland. Hengsten type trekpaard.;
De boerderij, 08-02-1922 Advertentie;
De boerderij, 27-09-1922 Advertentie Zaaigranen!!;
De Maasbode, 14-11-1923 Nederland. Ooltgensplaat;
Algemeen Nederlandsch landbouwblad, 04-12-1926 Advertentie;
Staatsalmanak voor het Koningrijk der Nederlanden, 1926 Waterschappen en veenpolders (Zuidholland);
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 17-02-1927 Andere Gemeenten. Ooltgensplaat.;
De Maasbode, 18-02-1927 Ooltgensplaat.;
Voorwaarts : sociaal-democratisch dagblad, 12-03-1927 Ooltgensplaat.;
Dagblad van Noord-Brabant, 30-12-1933 Advertentie;
Geneanet Jan de Vos Arie van Rossum;
Online Begraafplaatsen grafinformatie;
89.
Informatiebord "Het raadhuis van Ooltgensplaat";
Het nieuwe instituut Essen, Albert van;
Wikipedia Albert van Essen;
rkd Albert van Essen;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 23 augustus 1930 | pagina 4 Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 8 juli 1939 | pagina 2 De nieuwe weegbrug te Ooltgensplaat.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 17 juni 1960 | pagina 1 Nieuw rijdek weegbrug.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 12 januari 1971 | pagina 1 Opheffing weegbrug.;
Delpher:
De banier : staatkundig gereformeerd dagblad, 21-03-1939 Ooltgensplaat Gemeenteraad.;
92.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Ooltgensplaat, Zuid Holland, sectie A, blad 03 / I. de Geus MIN08144A03;
98.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 30 december 1959 | pagina 19 advertentie [k4a10];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 30 december 1964 | pagina 19 advertentie [k4a14];
99.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 28 juni 1968 | pagina 2 Landbouwer contra Volkswagenbusje Rectificatie;
100.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 31 december 1951 | pagina 12 advertentie Ooltgensplaat [k1a14];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 29 december 1956 | pagina 18 advertentie Ooltgensplaat [a2];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 31 december 1957 | pagina 12 advertentie [k2a8];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 28 februari 1969 | pagina 3 advertentie [k2a8];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 28 maart 1969 | pagina 4 advertentie Dankbetuiging;
Online Begraafplaatsen Geerus Jan in 't Veld;
101.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 28 juni 1968 | pagina 2 Landbouwer contra Volkswagenbusje Ooltgensplaat [a2];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 9 december 1994 | pagina 4 Familieberichten [k2a2];
Online Begraafplaatsen Pieter in 't Veld;
102a.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 4 december 1940 | pagina 2 Ooltgensplaat;
102b.
facebook Nostalgische foto's van Ooltgensplaat hotels / Cees van Dam;
102c.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 27 juli 1910 | pagina 2 Ooltgensplaat;
Zierikzeesche Nieuwsbode, 19 augustus 1910 | pagina 7 Ooltgensplaat, Augustus 1910;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 3 oktober 1910 | pagina 3 Hôtel en Restaurant;
Maas- en Scheldebode, 28 februari 1914 | pagina 4 Uitslag aanbesteding;
Maas- en Scheldebode, 11 maart 1914 | pagina 2 Uitslag aanbesteding;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 5 maart 1932 | pagina 8 "Puttershoek";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 februari 1938 | pagina 4 Gemeenteraad Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 13 september 1941 | pagina 3 Ooltgensplaat;
102d.
facebook Nostalgische foto's van Ooltgensplaat hotel v.d. Berge / Cees van Dam;
102e.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden, 28 oktober 1931 | pagina 5 Ooltgensplaat;
Onze Eilanden, 23 december 1931 | pagina 6 Ooltgensplaat;
Onze Eilanden, 15 november 1933 | pagina 6 Ooltgensplaat Onvoorzichtigheid met vuur;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1933, Ooltgensplaat;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1934, Ooltgensplaat;
Delpher:
Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij, 17-03-1932 Fotomontage "Ik heb een mensch gedood";
Wikipedia Broken Lullaby;
Wikipedia Frantz;
102f.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 7 maart 1934 | pagina 2 Verkoopingen;
Onze Eilanden, 7 juli 1934 | pagina 3 Ooltgensplaat Vertrokken;
102g.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 24 maart 1934 | pagina 2 Verkooping;
Maas- en Scheldebode, 10 oktober 1934 | pagina 2 Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 10 oktober 1934 | pagina 2 Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 12 oktober 1934 | pagina 4 Ooltgensplaat;
102h.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 13 november 1937 | pagina 7 Ooltgensplaat;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1935, Ooltgensplaat;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1936, Ooltgensplaat;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1937, Ooltgensplaat;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1938, Ooltgensplaat;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1939, Ooltgensplaat;
103.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Ooltgensplaat, Zuid Holland, sectie A, blad 03 / I. de Geus OAT08144A023 [777-778];
WieWasWie Hendrik Slinger [777-778];
104.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 25 juli 1969 | pagina 8 advertentie [k1a3];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 16 augustus 1974 | pagina 8 advertentie [k5a4];
105.
Delpher:
Nieuwe Vlaardingsche courant, 28-04-1909 Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij - advertentie;
informatiebord "Station Ooltgensplaat" / RTM, VVV, gemeente Goeree-Overflakkee;
"R.T.M. verbindingen met de Zuid-Hollandsche Eilanden", 1897 D19-65;
Geschiedenis van Zuid-Holland De RTM op Goeree-Overflakkee / Marloes Wellenberg;
108.
BAG 0580100000241049;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 1 oktober 1968 | pagina 1 Ooltgensplaat Verkocht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 8 mei 1970 | pagina 4 woonhuis;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 23 mei 1975 | pagina 10 woonhuis;
114. Fort Prins Frederik Verhalen van Fort Prins Frederik Aflevering 2 / Martijn Lambert; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
335,
337;
Wikipédia Claude Rostollant;
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW) kolom 1097-1098 Rostollant;
Delpher:
Rotterdamsche courant, 19-10-1863 Binnenland Dirksland;
Krantenbank Zeeland:
Opbouw, 12 mei 1945 | pagina 2 Uit oude papieren. 1813 op Goeree en Overflakkee;
Historisch gedenkboek der herstelling van Neêrlands onafhankelijkheid in 1813 / G.J.W. Koolemans Beijnen (leiding); N. Beets (illustraties). - 4 delen. - Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde, 1912-1913. - Deel 3 Ooltgensplaat (plaat + p. 223-240);
Delpher: Gedenkboek 1813 : registers, aanvullingen en veranderingen. - Haarlem : de erven F. Bohn, 1813;
Ridderorden, eeretekenen, draagteekens en penningen betreffende de weermacht van Nederland en koloniën (1813-heden) / W.F. Bax. - [s.l.] : [s.n.], 1932. - p. 25, p. 28;
Beschrijving der Nederlandsche of op Nederland en Nederlanders betrekking hebbende penningen, geslagen tusschen November 1813 en November 1863 / Jacob Dirks. - Haarlem : Teyler's Tweede Genootschap / de erven F. Bohn, 1889. - p. 28-29 [aanvulling J. Lidaau en A. Bogaerd];
MedalsfromHolland / Herman de Vries Paragraaf 2: De beschrijving van de erepenning van Ooltgensplaats 1813 (Duquesne),
Herman de Vries merkt hierbij terecht op dat er grote verschillen zijn te ontdekken, zodat we mogen concluderen dat er mogelijk twee varianten en graveurs zijn van de medaille. Wegens gebrek aan informatie op de site van NMM over de afmeting, sluit niet uit dat hun versie een draagpenninkje betreft. Echter, gezien hun nummer op de foto lijkt het ook hier te gaan om een medaille. Paragraaf 3: De ontvangers van de erepenning van Ooltgensplaat 1813 (Duquesne);
117.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 12 april 2002 | pagina 4 Jacob van Rossum, molenaar te Dirksland / J. van Rossum;
Delpher:
Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad, 05-10-1862 Familiebericht / Jakob Overwater [Advertentien k2a3];
Genealogie der familie Slis / A.K. Vink. - Leiden, 1917. - p. 26 no 241;
118.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 3 december 1963 | pagina 1 Onderscheidingen "Voor moed en Vaderlandsliefde";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 20 mei 1969 | pagina 2 Stichting de Meeuw liet vendel watergeuzen Fort innemen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 20 september 1985 | pagina 9 Met Raad en Daad Soldaat uit 1813
Sibbekunde is in een kwaad daglicht komen te staan, omdat het voor onderzoek naar 'raszuiverheid' werd gebruikt door de nationaalsocialisten.
Oorlogsbronnen: Sibbekunde;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 december 1988 | pagina 9 Uit de geschiedenis: Ook Ooltgensplaat vierde de "verlossing van het Franse juk";
120.
Delpher:
Onze weermacht te land / G.A.A. Alting von Geusau. - Ipenbuur & Van Seldam, 1913. - p. 30 kaartje 3;
II. De nieuwe Hollandsche Waterlinie / M.N. - p. 933 (kaart), 941 (in: Vragen van den dag : Populair tijdschrift op het gebied van staathuishoudkunde en staatsleven, natuurwetenschappen, uitvindingen en ontwikkelingen, aardrijkskunde, geschiedenis en volkenkunde, kolonien, handel en nijverheid, enz. / dr. H. Blink (hoofdredactie), jrg 3, 1888 [volgno 1], p. [833-841] 933-947. - C.L. Brinkman, 1988;
121.
Boeren in Berwoutsmoer : 1200 - 1400 : Opgegraven onder Ooltgensplaat / Rias Olivier m.m.v. Pau Heerschap, Cathy Westdorp (redactie); Kees van Rixoort (eindredactie); Joyce van Dijk (bijdrage). - Middelharnis : De Motte, 2019. - ISBN 978-90-805116-9-9. - p. 185;
122. Plan- en BesluitMilieueffectrapport : Waterberging Volkerak-Zoommeer / Machteld van Boetzelaer. - Amersfoort : DHV, 2011. - p. 92
Waar de toponiem "Ooltemsplaat" bij AMK-terrein 10.539 vandaan komt is onduidelijk. Het gaat vermoedelijk om een typefout. Men heeft het op pagina 92 namelijk over "het verdronken dorp Ooltemsplaat". Op pagina 96 komt deze aanduiding nogmaals voor, maar nu als "het verdronken dorp Ooltgensplaat". Helaas wordt deze typefout tot tweemaal toe overgenomen in het volgende rapport; Ruimte voor de Rivier : Archeologische monumentenzorg langs de grote rivieren : 2000-2015 / Nico W. Willemse m.m.v. Erik Verhelst; Caroline Hom (tekstredactie); Eckhart Heunks (eindredactie). - Utrecht : Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2016. - ISBN 978-90-5372-000-4. - p. 111, 113;
123.
Boeren in Berwoutsmoer : 1200 - 1400 : Opgegraven onder Ooltgensplaat / Rias Olivier m.m.v. Pau Heerschap, Cathy Westdorp (redactie); Kees van Rixoort (eindredactie); Joyce van Dijk (bijdrage). - Middelharnis : De Motte, 2019. - ISBN 978-90-805116-9-9. - p. 8-9;
125. Ruimte voor de Rivier : Archeologische monumentenzorg langs de grote rivieren : 2000-2015 / Nico W. Willemse m.m.v. Erik Verhelst; Caroline Hom (tekstredactie); Eckhart Heunks (eindredactie). - Utrecht : Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2016. - ISBN 978-90-5372-000-4. - p. 108;
126.
De grote en vreeselike vloed : de Sint-Elisabethsvloed 1421-2021 / Hanneke van Asperen, Marianne Eekhout en Lotte Jensen (redactie). - Amsterdam : De Bezige Bij, 2021. - ISBN 978-94-031-2431-5. - p. 15;
130.
Steenbergse Bode, 8 september 2021, 15:29 Expositie in Petrus en Pauluskerk combineert kunst en theater / Caren Vermaat;
Landschappen in Zuid-Holland / Hans Oerlemans. - Den Haag : Provincie Zuid-Holland / Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, 1992. - ISBN 90-399-0187-2. - p. 202;
131.
Lijst der aardrijkskundige namen van Nederland / [A.A. Beekman, Ph.G. Rapp en J.W. Muller]. - Leiden : E.J. Brill, 1936. - p. 410;
Geschiedkundige atlas van Nederland / Th. van Rheineck Leyssius. - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1938. - p. 87-88;
Landschappen in Zuid-Holland / Hans Oerlemans. - Den Haag : Provincie Zuid-Holland / Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, 1992. - ISBN 90-399-0187-2. - p. 199;
133.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Achtste deel: N. O. - 1846. - p. 472, 474-475;
Delpher:
Geschiedkundige atlas van Nederland : De Bourgondische tijd / P.J. Blok (voorzitter), W.A.F. Bannier, A.A. Beekman, H. Blink, H. Brugmans, I.H. Gosses, F.A. Hoefer, J.C. Overvoorde, J.C. Ramaer. - 's-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1923. - p. 85;
134.
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 17-10-1921 Binnenland [k4a3];
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 20 juni 1934 | pagina 3 Oolgensplaat;
Onze Eilanden, 20 juni 1934 | pagina 3 Oolgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 20 juni 1936 | pagina 2 Oolgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 26 maart 1938 | pagina 7 Oolgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 1 augustus 1967 | pagina 1 Raadhuis Oostflakkee;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 18 juni 1971 | pagina 1 Het "Grote Gat" te Oolgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 18 juni 1971 | pagina 7 Polder Sint Adolfsland gaat "Grote Gat" verkopen aan Staatsbosbeheer : Buitendijks gelegen gronden van het Rietveld en Galathee naar de Staat der Nederlanden;
Beet, 24 maart 2022 De Zwaarste snoek van Nederland?;
Sportvisserij Nederland: Rapport Kennisdocument snoek : Esox lucius (Linnaeus, 1758) / G.A.J. de Laak, W.A.M. van Emmerik. - Kennisdocument 13. - Bilthoven : Sportvisserij Nederland, 2006. - p. 29, 32;
Staatsbosbeheer
Wandelroute Blauwborst Groote Gat;
De heerlijkheid van St. Adolfs-land. [36] ["Kaarte der heerlijkheid van St. Adolfsland anders genaamt Ooltgensplaat, Den Bommel, etc. / door D.W.C. Hattinga en A. Hattinga (naar A. van Weel, 1728 naar kaart door 2 landmeters, 1593)];
135.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 28 maart 1908 | pagina 3 Burgerlijke Stand. Oolgensplaat;
Maas- en Scheldebode, 13 augustus 1927 | pagina 3 Oolgensplaat;
Onze Eilanden, 7 januari 1928 | pagina 5 Oolgensplaat;
Maas- en Scheldebode, 2 februari 1929 | pagina 4 Oolgensplaat;
Maas- en Scheldebode, 22 februari 1930 | pagina 3 Oolgensplaat;
Maas- en Scheldebode, 19 april 1930 | pagina 4 Oolgensplaat;
Maas- en Scheldebode, 23 januari 1932 | pagina 9 Oolgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 6 maart 1940 | pagina 4 Familieberichten
Op woensdag 6 maart 1940 verloofd hij zich, woonachtig op de Langeweg 65, met Pie Tanis Ed. uit Ouddorp. Zij woont aan de Havenweg 496.
Dit blijkt om K. van Rossum Pz. te gaan. Zijn broer mogen we aannemen:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 9 maart 1940 | pagina 6 Familieberichten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 24 juni 1939 | pagina 5 Burgerlijke Stand Familieberichten
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 september 1988 | pagina 4 Gehuwd
NIOD: Het Landstormblad : Orgaan ten behoeven van den bijzonderen vrijwilligen landstorm instituut tot steun aan het wettig gezag. 2e Jaargang No. 1 - Januari 1925. - p. 5/72 Ooltgensplaat; Vrijwillige LandstormGeschiedenis – Bijzondere Vrijwillige Landstorm;
136.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 december 2005 | pagina 2 VBO Makelaars
BAG 0580100000242406;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08144VK1;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08144A05;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed OAT08144A005;
GoogleMaps, aug 2009 Henk's Dream;
GoogleMaps, aug 2009 Hoeseboes;
Op deze tweede dag van ons bezoek aan Goeree Overflakkee wordt tijdens de middag een route van zo'n 40 kilometer ontdekt. Een afstand die gemakkelijk op de fiets af te leggen is. Voor ons blijft er dan echter te weinig tijd over om door de dorpen te wandelen of stil te staan bij andere mogelijke bijzonderheden die deze route ons laat zien. We starten op de plek waar we op dag 1 geëindigd zijn.
Achthuizen
Galatheepolder
detail uit: Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Ooltgensplaat, Zuid Holland
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08144VK1 (CC BY-SA 3.0)
Zo'n 300 meter verder dan het pand met 1820 op het dak op de hoek van de Langeweg / Oudelandsedijk begint de dijk dat de Galatheepolder zal vormen. Deze dijk, dat voorheen de Galathesche dijk werd genoemd, draagt nu per deel verschillende namen, te weten de Achthuizensedijk, Langstraat en alsnog Galathesedijk. Deze laatste sluit de polder af en sluit weer aan op de Oudelandsedijk. De Achthuizensedijk is het noordelijk deel, de Langstraat (grotendeels) het westelijk deel en de Galathesedijk het zuidelijk deel.
Wanneer we dit vergelijken met de situatie van rond 1300, dan vallen meteen een aantal waterverbanden op. De Tweede Hamerd ligt grotendeels in de bedding van Ver Betten Amer, de naam dat de heer van Putten hieraan gaf, Verbettenamer.
Galatheepolder en Ooltgensplaat gecombineerd met "Schetskaart van de de Zuid-Hollandse Eilanden, circa 1300"
detail uit: Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Ooltgensplaat, Zuid Holland
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08144VK1 (CC BY-SA 3.0)
bron: Uit de wordingsgeschiedenis van de Zuid-hollandsche eilanden : de Kromme Striene / H.J.L.Th. van Rheineck Leyssiùs (in: Haagsch maandblad, jrg. 11 (1934), nr. 12. - Den Haag, 1934). - [bewerkt]. - Stadsarchief Rotterdam: 1978-2020
Op de getekende situatie van 1300 wordt niet duidelijk aangegeven wat precies met de waterduiding Galatee wordt bedoeld. We komen als horizontale stroming Krakmaar tegen. Richting Den Bommel loopt naar het noorden Galatee. Al enige eeuwen wordt dit als Galatee aangeduide deel Vroonkreek genoemd. De Vroonkreek "loopt" noordelijk verder door als Grote Kreek en vormt daarmee de westoever van Den Bommel.
Het oostelijke vervolg van de Krakmaar - ook voorkomend als Crackmaire, Crackmair, Cracmair (en niet Tracmaer) én Krammer
1 - wordt tegenwoordig Galathese Kreek genoemd.
De heer van Putten is in 1420 trouwens vrij helder in de wateraanduidingen dat het ter moernering uitgebrachte deel van Galatee omringd. Aan de oostzijde verBettenamer, de zuidzijde Lange Stryene, de westkant de Crommedrayendehaven en aan de noordkant het water van de Galenteen2.
Maar ook eerder, op 3 april 1315, was er ook al sprake van Galenteen en Galantee. Willem III van Holland (1287-1337) deed toen uitspraak over de grensscheiding tussen landen van Gerard van Voorne en Hugo van Sotteghem - oftewel Voorne en Putten
3.
Prachtige namen hebben deze kreken en maren gekregen. Het lijkt opmerkelijk dat ook hier de wateraanduiding Maar of Maire voorkomt. Tegenwoordig wordt het alleen nog veelvuldig in de huidige provincie Groningen gebruikt. Misschien stamt deze aanduiding voor kreken en kreekjes uit de gemeenschappelijk Friese periode van dit hele leefgebied.
Laten we tenslotte nog even kijken naar de betekenis van de naamgever van de Galatheepolder, eerder geschreven als Galathesche Polder en Galatheesche polder
4,
de Galatee en tegenwoordig Galathese Kreek5
genoemd. Net als bij de naamgeving van Ooltgensplaat komen we ook hier twee smaken van dezelfde orde tegen: de Bijbelse en mythologische. Sommigen denken aan een vernoeming naar de Galatenbrief. En uiteraard kan een waternaam als deze verwijzen naar de Griekse nimf Galatea
6.
Een team - dat onderzoek deed naar de historie van onder andere deze naamgeving en om tevens toekomst te bieden aan de kreken - kwam er niet uit, maar introduceerde wel een nieuwe term dat op 28 augustus 2018 te Dirksland is toegevoegd aan het vocabulaire van de bewoners van Goeree-Overflakkee: opkreken. Het staat voor het proces van ideeën verzamelen die een kwaliteitsverbetering van kreken en hun omgeving kunnen realiseren
7.
Interessante vraag bij het achterhalen van de twee smaken is of Galenteen en Galantee (en zijn varianten) al als Bijbelse en/of mythologische term - zo geschreven - in deze omgeving te vinden of bekend waren.
Wanneer we over de Achthuizensedijk richting de kom van het dorp rijden, komen we meteen de boerderij Ouwe Stee (31705) tegen.
Overzicht van boerderij met erf, bijgebouwen en toegangshek / G.J. Dukker (fotograaf). - 02-1968
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 117.873 (CC BY-SA 3.0)
De monumentale boerderij stamt uit de achttiende eeuw. Het was lange tijd de woonplek van de zussen Cor Ras (107) en Wil Ras (104).
De zussen verlieten de boerderij toen de oudste 100 werd.
Toen Wil Ras 100 - en haar zusje Cor was toen 97 - werd, was ze even de oudste van Oostflakkee.
Bijna 100 jaar heeft ze in deze boerderij, dat in de volksmond De Stoof is gaan heten, gewoond.
Ze verbleven hun laatste jaren in verzorgingshuis De Goede Ree te Sommelsdijk. Willempje (4 april 1909 - 6 februari 2014) overleed als 104-jarige. Cornelia zou als 'oudste inwoonster van Goeree en Overflakkee' als 107-jarige enkele weken na ons bezoek aan Achthuizen komen te overlijden.
De zussen komen uit een gezin met negen kinderen. Twee oudere zussen waren al jong gestorven aan tbc. Hun jongste broertje Huibrecht is op 17-jarige leeftijd verongelukt.
het gezin Leendert Ras - Maria Gebuijs
Zaterdagavond, 5 december 1936 waren twee jongens van Tanis en twee van Ras samen met een jongen van Van Kempen en van Verheul aan het toeren. Jongelui deden dat wel vaker in de deze tijden. Ze huurden dan een wagen en bezochten de andere dorpen op het eiland.
De vaart zat er die avond goed in. Ze kwamen net uit Dirksland en reden richting Sommelsdijk. De 28-jarige C. Tanis raakte in de bocht - net na Korteweegje en voor het zogenoemde Halve Maantje, in de rechterberm, raakte het paaltje dat daar stond, waardoor hij de macht over het stuur kwijtraakte. Ze slingerden over de weg naar de linkerzijde, waarna ze meerdere malen over de kop sloegen. Hierdoor vloog het dak van de wagen. De wagen kwam vervolgens op z'n kop in de sloot.
Huibrecht - die in de modder terecht was gekomen - overleed als enige, door verdrinking. De anderen kwamen er met lichte verwondingen vanaf.
Een andere broer, Gerrit is net na WOII overleden.
Haar zus Cor moest tijdens WOII voor de bezetter werken, maar dat wilde ze niet en is toen ondergedoken. Samen met hun vader zat Cor in het verzet.
Toen de bezetter het gebied inundeerde, moesten ze tijdelijk uitwijken naar Middelharnis, terwijl er tevens onderduikers in de boerderij woonden. Met de smoes de kippen te moeten voeren, bracht Wil eten naar de onderduikers.
Ook tijdens de overstroming van 1953 moesten ze tijdelijk weg. Ze werden opgevangen door een weduwe in buurt van Nijmegen.
Na het overlijden van de ouders, die op 21 december 1905 als 29- en 30-jarige waren getrouwd - waarna moeder overleed in 1942 en vader in 1954, werd het pand in tweeën gedeeld. Broer Jaap ging met vrouw en tien kinderen in het ene deel wonen en Cor en Wil in het andere deel.
In de zomermaanden bestaat nu de mogelijkheid om het te bezoeken als museum en kun je er eten. Het wagenhuis uit 1920 is beschikbaar voor koffie en thee. Deze minimuseum bestaat sinds 2013 en wordt gerund door hun nichtjes Gerda Ras (Verburg) en Wilma Ras (Pulleman). Ze werken daarbij samen met Stichting Ensemble Eeuwkant en het streekmuseum van Goeree-Overflakkee8.
Inrijhek bij boerderij / G.J. Dukker (fotograaf). - 03-1968
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 117.871 (CC BY-SA 3.0)
Na de boerderij Ouwe Stee volgt een buurschap met zeven (dus geen acht) huizen. Aan de overzijde van de dijk volgen Weltevreden en Dijkzicht om weer in de Polder Den Bommel, dus de overzijde van de dijk langs de Blyde komst of Blijde komst te rijden.
In 1876 werd er nog een Meestoof waargenomen
9. Of hiermee een van panden bedoeld is of dat het is afgebroken wordt niet duidelijk.
Het poorthek van de Blyde komst staat er niet meer in de staat zoals het in 1968 is waargenomen. Maar ook toen was het niet meer in perfecte staat.
Wanneer we de kom bereiken, krijgen we in de bocht tussen de Zandweg en Lesje een mooi uitzicht op de dijk, zijn hoogte en de lager liggende polder.
Windlust
Iets verderop krijgen we de molen Windlust (31701) in het oog. Deze door Dirk David van Dijk in 1852 gebouwde molen is 1981 gerestaureerd. Dit zou een langdurige restauratie worden, want het was 1970 geheel onttakeld.
Kort na de bouw werd het verkocht aan Krijn Buijs Cz. Deze Quirinius Buijs (1820-1866) overlijdt als 46-jarige in 1866, waarna zijn vrouw Joanna Maria van der Swaluw (1827-1895) hertrouwt met Jan Boets (1834-1915). Beiden mannen waren zowel molenaar als timmerman.
Tussen 1933 en 1991 zwaait de firma Van Reijen & Zn de scepter. De huidige molenaar is Koos Pollemans. Hij laat deze ronde stenen stellingmolen dat koren maalt graag op afspraak zien
10.
De Agthuisen
Kaarte van het eyland Overflakkee / D.W.C. Hattinga en A. Hattinga. - [s.n.] : [S.l.], 1753
bron: Zeeuws Archief, Atlassen Hattinga, nr 198
Nadat spontaan landarbeiders, dijkwerkers en keuterboeren zich langs de dijk gingen vestigen in een gebouw met acht woningen zou de naam Achthuizen zijn ontstaan. Deze suggestie van een gebouw met acht woningen wordt echter door een kaart uit 1753 van de Hattinga's ontkracht. Op deze kaart treffen we wel acht vrijstaande huisjes aan dezelfde kant van de dijk op een rij.
Dat het verworden is tot een katholieke enclave11 zien we al snel na het passeren van de molen op het industrieterreintje.
Na de molen treffen we een katholieke kerk (31702) uit 1846 - dat op 9 december 1846 in gebruik werd genomen, met daarnaast een pastorie uit 1915 en naar verluidt is erachter in 1865 een nonnenklooster der Franciscanessen gebouwd. Deze Waterstaatskerk O.L. Vrouw ter Hemelopneming is in 1936 vergroot, door - zoals de herdenkingssteen meldt - "Godsdienstzin en Offervaardigheid", met transept en bijruimten
12.
Het is vermoedelijk een ontwerp van de Dordtse stadsarchitect P. Plukhooy. Pieter Plukhooy Bzn., zo laat zijn vrouw Elisabeth de Bruyn in een rouwadvertentie weten, stierf plotseling op 1 september 1831 te Dordrecht, in hun huis op C 1014, op 59-jarige leeftijd. Ze waren op zijn verjaardag 28 juli 1813 getrouwd. Hij was de zoon van Barend Plukhooy en Wijnandia Maria de Glind en werd geboren op 28 juli 1772. Elisabeth haar ouders zijn Stephanus de Bruijn en Elisabeth Scholten
13.
De pastorie is een ontwerp van architect A.J. Kropholler (1881-1973), die ook de vergroting van het kerkgebouw voor zijn rekening zal nemen
14.
Aan de toegangsweg tot de kerk, de Kerkstraat, staat ook een nog kleine Mariakapel. En enkel versiersel aan de voorzijde van de buitenmuur is een afbeelding van Maria met de naam van de kerk. De datering in moeilijk te lezen, maar er zal vermoedelijk 1950 staan.
Op het kruispunt naar de kerk treffen we een voormalig café aan. Het heeft al diverse naamvoorgangers gekend, waaronder café De Zwarte kat, Quist nix en Ons Cafe. Het is omgebouwd tot een beregezellig Petit-Restaurant v/h Ons Cafe Achthuizen15.
noten:
1.
Geschiedkundige atlas van Nederland / Th. van Rheineck Leyssius. - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1938. - p. 87;
2.
Geschiedkundige atlas van Nederland / Th. van Rheineck Leyssius. - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1938. - p. 87;
3.
Nomina geographica Neerlandica uit een geographisch oogpunt beschouwd / A. A. Beekman. - 's-Gravenhage : Brill, 1902. - p. 13;
Regesta Hannonensia. Lijst van oorkonden betreffende Holland en Zeeland uit het tijdvak der regeering van het Henegouwsche huis, 1299-1345, die in het charterboek van Van Mieris ontbreken. / Pieter Lodewijk Muller. - 's Gravenhage : Koninklijke Academie van Wetenschappen / M. Nijhoff, 1881. - p 58;
Or. R. A. P. S. Reg. P. en S. m. h b. f. 12;
4.
Geschiedkundige atlas van Nederland / Th. van Rheineck Leyssius. - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1938. - p. 87;
5. Kreek in zicht : Ontdek de nieuwe betekenis van het historisch krekenstelsel / Oswald Lagendijk, Hermine der Nederlanden; Bianca de Vlieger, Oswald Lagendijk (cartografie); Oswald Lagendijk, Hermine der Nederlanden (kaarten, foto's); Ellen Vreenegoor (eindredactie). - Gemeente Goeree-Overflakkee, 2019. - p. 50;
6. Kreek in zicht : Ontdek de nieuwe betekenis van het historisch krekenstelsel / Oswald Lagendijk, Hermine der Nederlanden; Bianca de Vlieger, Oswald Lagendijk (cartografie); Oswald Lagendijk, Hermine der Nederlanden (kaarten, foto's); Ellen Vreenegoor (eindredactie). - Gemeente Goeree-Overflakkee, 2019. - p. 32;
7. Kreek in zicht : Ontdek de nieuwe betekenis van het historisch krekenstelsel / Oswald Lagendijk, Hermine der Nederlanden; Bianca de Vlieger, Oswald Lagendijk (cartografie); Oswald Lagendijk, Hermine der Nederlanden (kaarten, foto's); Ellen Vreenegoor (eindredactie). - Gemeente Goeree-Overflakkee, 2019. - p. 32;
11.
Ons Cafe Achthuizen H’ACHTHUÛZEN;
Historisch-geografische beschrijving / M.H.J. Koenders, p. 22 (in: 's-Gravenhage : Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, 1995); Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 137;
12.
Historisch-geografische beschrijving / M.H.J. Koenders, p. 22 (in: 's-Gravenhage : Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, 1995); Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 137;
Reliwiki Achthuizen, Kerkstraat 1 - O.L. Vrouw ten Hemelopneming;
13. Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 137;
Delpher:
Opregte Haarlemsche Courant, 08-09-1831 Familiebericht;
regionaal archief dordrecht Pieter Plukhooy;
regionaal archief dordrecht huwelijk Pieter Plukhooij en Elisabeth de Bruijn;
regionaal archief dordrecht overlijden Pieter Plukhooij [no 506];
Annonce Revue, jaargang 10 637, 01-04-2009 Plukhooij:
In het voorjaar van 1826 had hij voor hun huis C 1014 aan de Steegoversloot te Dordrecht een verzoek ingediend voor het verkrijgen van een riool en een stuk van de arm van de gracht achter zijn erf en tussen zijn pakhuis met 11 à 12 el te mogen dempen. Voor het verlenen van het riool kreeg hij goedkeuring;
Galatheepolder
Wij vervolgen onze route over de Achthuizensedijk en besluiten bij de eerstvolgende gelegenheid de Galatheepolder in te rijden. Deze doet zich voor met de Heintjesweg. Op de kaart die de verkenning van 1876 toont, menen we echter Meintjesweg te kunnen lezen
1. Het zal om drukfoutje gaan, aangezien we deze schrijfwijze nergens kunnen terugvinden. De Kadastrale kaart 1811-1832 noemt het echter de Mijntjesweg.
Wel treffen we de Mijntjesweg - met een lange ij - zo meteen wel aan ten zuiden van de Vroonweg. Ook deze Mijntjesweg wordt op de eerdergenoemde kaart Meintjesweg genoemd en op de Kadastrale kaart Mijntjesweg.
De naam Heintjesweg komen we (in deze omgeving) voor het eerst tegen in de krant van 1939
2.
Alledrie de wegen komen uit op de Zandweg, een soort van middenweg in dit deel van deze polder.
Deze polder wordt - zoals we zagen op de Kadastrale kaart - ook doorsneden door nog steeds in het landschap liggende kreken.
Als eerste komen we bij de aansluiting van de Heintjesweg op de Zandweg de van noord naar zuidgaande Vroonkreek tegen. Die heette voorheen de naamgever van de polder, de Galatee.
In deze streek is vroon het vrije land van een landheer, land dat in vrijen eigendom bezeten wordt. De horigen, dienstbaren moesten echter wel herendiensten verrichten
3.
Even verderop - bijna aan het einde van de Zandweg - komen we de, voorheen prachtig meanderende, Galathese Kreek tegen.
In 2008 doet het Staatsbosbeheer een poging om met een wandeling beide kreken onder de aandacht te brengen
4.
Het is dan ook wel een restantje dat we moeten koesteren.
Een bijzonder karakteristiek van de kreek - dat inmiddels ook een beschermde ecologische status heeft - wordt op Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden eeuwkant genoemd. Het betreft de laag liggende oeverzones naast het vrij breed meanderende water. Deze zones worden (of eigenlijk werden) bij vloed overstroomd, maar konden bij eb wel als weidegrond tussen de hoger liggende akkers worden gebruikt
5.
Gedacht wordt dat het mogelijk voorheen als een samenstelling met ee (water) was. Dan komen we op waterkant
6.
Echter, een ander denktrant gaat uit van schaapweide of de kant waarlangs men de schapen drijft
7.
Dat betekenissen en gebruik van deze gronden elkaar niet bijten is echter wel kenmerkend. Een drassige waterkant is een prima plek om schapen te weiden
8.
Benjamin Boers definieert Eeuwkant dan ook als "laag moerassig land, aan een waterkant
9.
Hierbij moet echter wel opgemerkt worden in advertenties aan het begin van de negentiende eeuw, zo rond 1815, het weiland en eeuwkant beiden als iets aparts genoemd worden, als zijnde dus niet hetzelfde. Er kan zelfs houtgewas op staan. Ook wordt het gebruikt als aanduiding voor rietland, al ziet men dat anderhalve eeuw toch weer anders
10.
Naast het begrip eeuwkant kennen we ook een soortgelijk begrip eewas, een laag gelegen weiland, dat bij hoogen waterstand onderloopt
11.
De Galathesche Polder kreeg zijn huidige vorm in 1524
12.
We rijden van de Zandweg over de Galtheseweg een klein stukje richting het oosten om via de Kleine Galtheseweg naar de Galthesedijk, de ringdijk van deze polder, te rijden. Het overtollige water kon hier via de Galtheesche Sluis gespuid worden in de Sluissche Haven.
Door verdere zuidelijke inpoldering, eerst ten zuiden van het dorp Ooltgensplaat in 1594 met de Weipolder, gevolgd in 1602 met de westelijk hiervan gevormde Altekleinpolder en ten slotte de beide polders omringende Mariapolder in 1731, kwam de Sluissche Haven achter de Zeedijk te liggen. Ook werd een nieuwe sluis noodzakelijk, dat de naam Maria Poldersche Sluis kreeg.
Ten zuiden van de Zeedijk werd nog een tussen de 200 en 500 meter brede polder, de Groote Adriana Theodora polder van het Volkerak afgesnoept, waarmee het de huidige vorm heeft gekregen.
noten:
1.
Zuid-Holland : ±1892-1914 : schaal 1:25.000 / Carel Brendel, Anoek van der Leest, Huib Stam (samenstelling, redactie); Ed Schilders (eindredactie). - Grote historische topografische atlas. - Tilburg : Nieuwland, 2005 (Tweede druk, 2008). - ISBN 90-8645-005-3. - No 580 (verkend 1876, gedeeltelijk herzien 1899)
We lezen hier Meintjesweg ipv Heintjesweg. De eerste komen we echter nergens anders tegen, zodat we concluderen dat het een drukfoutje betreft;
5. Kreek in zicht : Ontdek de nieuwe betekenis van het historisch krekenstelsel / Oswald Lagendijk, Hermine der Nederlanden; Bianca de Vlieger, Oswald Lagendijk (cartografie); Oswald Lagendijk, Hermine der Nederlanden (kaarten, foto's); Ellen Vreenegoor (eindredactie). - Gemeente Goeree-Overflakkee, 2019. - p. 15;
6.
Het dijk- en waterschapsrecht in Nederland vóór 1795 / A. A. Beekman. - 's-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1905. - Deel I, p. 590;
Historische woordenboeken Eeuwkant;
7.
Loquela / Guido Gezelle, J. Craeynest. - Amsterdam : L.J. Veen, 1907. - p. 134-135;
8.
Veldnamen in Nederland / M. Schönfeld. - Arnhem : Gysbers & van Loon, 1950. - Tweede druk. - p. 84;
10.
Delpher:
Rotterdamsche courant, 28-07-1814 Advertentie - In naam der Hooge overheid, no 2 en 5;
Rotterdamsche courant, 30-08-1814 Advertentie - In naam der Hooge overheid, no 2;
Rotterdamsche courant, 10-09-1814 Advertentie - In naam der Hooge overheid, no 2 en 5;
Rotterdamsche courant, 18-06-1816 Advertentie - In naam der Hooge overheid, no 4, 7 en 8;
Rotterdamsche courant, 26-07-1838 Advertentie - Zuivering van niet ingeschreven verbanden, 2 a en b, 3a en b en met name onder "Een eindelijk zekere ...";
Algemeen Dagblad, 28-08-1980 Rechttrekken;
11.
Middelnederlandsch Handwoordenboek / J. Verdam, C.H. Ebbinge Wubben (bewerking). - 's-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1973. - ISBN 90-247-0713-7. - p. 161;
Galathesche sluis
Bij de Maria Poldersche Sluis werd aan de zeezijde de nieuwe haven Galathese Haven gemaakt, dat nog lange tijd werd aangeduid als Sluissche haven of Sluishaven.
Over de Galthesedijk bereiken we de zuidelijker gelegen Mariadijk. Deze voert ons naar de Galathese Haven. We parkeren hier de wagen, omdat we hier een open Paviljoen Sluishaven aantreffen. Ideaal om te gaan lunchen.
Maar voordat we dat gaan doen, lopen we eerst even naar de oever van het Volkerak. De naam Volkerak en oudtijds t Volke Rak zien we pas verschijnen naar de beruchte Elizabethvloeden
1.
Naast - of beter geformuleerd meer landinwaarts - volgen naast eerder alleen Grevelinghe nu de namen Crammer en Volkerack
2.
Johan van Veen veronderstelt in 1942 in een rapport over een veilige dijkhoogte voor de Volkerakpolders nog, dat het Volkerak wel altijd open water zal blijven. Dit komt mede doordat de waterstromen van nature graag naar het zuidwesten willen. Daarnaast speelt de scheepvaartroute naar Antwerpen een belangrijke rol
3.
Het Volkerak is inderdaad - na de uitrol van het Deltaplan - onderdeel geworden van de met België overeengekomen getijvrije scheepvaartroute met Antwerpen. Dit werd gerealiseerd door de aanleg van de Philipsdam in 1987 en verder richting Antwerpen de eerder in 1986 aangelegde Oesterdam en de Markiezaatskade
4.
Het Volkerak was in 1969 al afgeschoten van het Hollands Diep en toegankelijk gemaakt met de Volkeraksluizen. Ook een stukje van de Grevelingendam - dat al in 1965 werd gebouwd - maakt onderdeel uit van de oever van het huidige Volkerakmeer. Deze laatste constructie is vergelijkbaar met de situatie en bouwvorm vanaf het werkeiland t.b.v. Haringvlietbrug. Vanaf het werkeiland vertrekken drie verbindingswegen over land
5.
Deze afsluiting had tot gevolg dat het zoute water binnen een aantal maanden werd verdrongen door het zoete water dat vervolgens werd gefixeerd op 0 cm NAP. De Brabantse rivieren Mark en Dintel verzorgen nu grotendeels voor de verversing het zoete water. Echter, door het zout in de kleilagen zal dit nog lange tijd brakminnende planten aantrekken
6.
Daarnaast draagt ook de Steenbergse Vliet nog een regionaal steentje bij
7.
Op het Volkerak zien we talloze zeilbootjes en wat plezierjachtjes varen. Daartussen begeeft zich een enkel binnenvaartschip. Er passeert in ons zicht net een schip uit de vloot van Amer Shipping, de Samoon uit Raamsdonksveer met schipper Jim Horsman
8. Zo te zien is de lading zand.
Achter het schip zien we weer de (voormalig) Petrus en Pauluskerk te Dinteloord .
Een kleine zestig jaar geleden zag de aanblik midden in de winter er compleet anders uit. Het was de winter, waarvan de Elfstedentocht van vrijdag 18 januari 1963 in de provincie Friesland De hel van '63 ging heten. De twaalfde editie van de Tocht der tochten zou de zwaarste blijken.
In die winter stond Piet de Korte Janzn met zijn oom Simon de Korte uit Oude Tonge bij de Galathese haven. Precies op tijd voor een heel bijzonder tafereel, dat de 16-jarige Piet vastlegde met het fototoestel van zijn moeder Hendrika de Korte-Leeflang. Hij zag de aankomst van de veerboot Prinses Beatrix uit Dinteloord met zware ijsgang. Voor dit soort ijsgang was Johan van Veen dus beducht .
De sleepboot met ijsbreker-installatie Broedertrouw van de Fa. Den Boer en Zonen te Zwijndrecht, waarmee de veer gesleept werd, ging de veer voor.
Normaal gesproken voer de Prinses Beatrix niet op deze route, maar van Den Bommel vv Numansdorp . Omdat deze beide havens potdicht waren gevroren, besloot kapitein P. Vos op de route van de Gorinchem V te gaan helpen, om deze verbinding in stand te kunnen houden. Beiden werden in deze barre tijden geholpen door een sleepboot.
De Prinses Beatrix - Een veerboot met karakter / Peter Diepenhorst, Jaap Huizer. - Den Bommel : Jaap Huizer, 2014. - ISBN 978-90-90-28383-8 (€ 22,00)
De Gorinchem V werd hierbij geholpen door de sleepboot Constantine. De vier boten wisten gezamenlijk de acht vaarten per dag te maken, die de Gorinchem V normaal gesproken in zijn eentje deed.
Vanaf het begin van het jaar was het al hommeles op het water. IJsbreken, voorkomen dat er ijsdammen ontstaan, stimuleren van het spuien van gebroken ijs, voorkomen van schade aan sluizen, dijken, brugpijlers was plotsklaps dagelijkse kost geworden.
In de derde week van januari werd alleen nog de veerdienst Ooltgensplaat-Dintelsas gevaren. De andere veerdiensten konden vanwege het ijs niet meer varen. Rondom Goeree-Overflakkee werd - op de veerdienst na - niet meer gevaren vanwege de drijvende ijsvelden. Alle hulde dus voor de bemanning van de veerdienst Ooltgensplaat-Dintelsas, die ervoor zorgden dat het eiland niet werd afgesloten van de rest van de wereld. En die hulde kregen ze ook letterlijk. Van de Bond van Commissionairs afd. Goeree-Overflakkee kregen ze gezamenlijk ƒ 500 (nu zo'n € 1500) om onderling te verdelen. Van het gemeentebestuur van Ooltgensplaat kregen ze een erepenning als blijvende herinnering voor hun getoonde ijver tijdens deze barre ijswinter van 1963.
Vanwege deze extreme omstandigheden waagden enkelen zich aan een ijswandeling over het Haringvliet naar de over overkant.
Een groep van twaalf jongemannen uit Stad aan 't Haringvliet te weten Jan Huizer Pzn., Iman Braber, Dik visser, Marinus Ghijsels, Hans van Sprang, Piet Grinwis, Gerrit Smits, Martin Bevaart, Aren Witvliet, Joh. Maliepaard Joh.zn, Leen Roon en Henk Kievit. Na een half uur bereikten ze Tiengemeten. Het Vuile Gat werd gevreesd, omdat er twee dagen eerder nog sleepboten hadden gevaren. Maar de strenge vorst had ook dit weer dichtgevroren. Ze stapten bij het gehucht Den Hitsert - tegenwoordig Hitsertse Kade - op de kant, dronken er een biertje en waren om half vijf weer terug in Stad.
Eerder bracht een tiental inwoners van Goudswaard een bezoek aan Stad.
Hoewel eind januari de dooi was ingevallen, gingen enkelen nog steeds het ijs op. Dit werd zeer ontraden.
Vrijdag 1 februari werd de Prinses Beatrix uit vaart genomen, omdat ze water maakte. De Inspectie vond het onverantwoord om haar verder te laten varen. De Gorinchem V stond er dus weer alleen voor. Vanaf begin maart zou de veerdiensten weer als 'normaal' worden gedraaid
8a.
Op zaterdagavond 25 september 1965 zou de veerboot Prinses Beatrix, met kapitein P. Vos, voor het laatst van de Sluishaven te Ooltgensplaat verlaten om naar Dintelsas varen. De veerdienst Ooltgensplaat-Dintelsas van de exploitant Van der Schuyt-Van den Boom-Stanfries Reederij N.V. te Rotterdam i.s.m. de Stichting Veerverbinding Flakkee-Noord-Brabant kwam daarmee naar 30 jaar tot een einde. Vanwege de gebouwde vaste oeververbindingen, waaronder de sinds 20 juli 1964 officieel geopende Haringvlietbrug , was een veerverbinding niet meer rendabel
8b.
De lunch in het Paviljoen Sluishaven aan het Volkerak wordt onze eerste lunch buitenshuis met Covid-maatregelen. Er is zowel in als op het terras een eenrichtingsverkeer route ingesteld. We vinden een tafeltje aan het water met wederom hetzelfde uitzicht dat we net ook op de oever zagen.
Paviljoen Sluishaven startte in 1997 als opvolger van koffiehuis, café en paviljoen de Branding en werd uitgebaat door Ko en Ria Plomp
9.
Het café de Branding in Sluishaven stond in de jaren '70 van de twintigste eeuw nog te boek als Koffiehuis en werd toen uitgebaat door de heer De Boed uit Achthuizen. Deze stond - voor de verbouwing van het Paviljoen Sluishaven - nog gewoon op dijk, die begin 1976 nog overstroomde. Hierdoor stond het Koffiehuis omringd door water als het ware in het Volkerak
10.
De familie Van Eyk verbouwde het in 1986, waarna het café de Branding op 16 mei 1986 werd heropend
11.
Aan het eind van de jaren '80 werd het overgenomen en als paviljoen de Branding uitgebaat door Jannie van de Veer
12.
Na de brand eind november 2009 werd Paviljoen Sluishaven weer opgebouwd, maar kwam leeg te staan. Eind 2012 startte Hans Bal, de toenmalige eigenaar van Paviljoen Sluishaven, een actie om het geheel - paviljoen, terrein en haven - weer leven in te blazen. Hij droeg het in het voorjaar van 2017 over aan Rob en Jing Samuels. Weer vier jaar later, in het voorjaar van 2021 zullen ook zij het weer verkopen aan een nieuwe exploitant
13.
Na de lunch lopen we in een omtrekkende beweging weer terug naar de wagen. Zodoende komen we nog wat informatieborden tegen en krijgen we zicht op de natuurspeelplaats Buutenplaets dat een voormalige binnenvaartschip als speelobject heeft en daarom de naam Bûûtenschip draagt. Dit van oorsprong binnenvaartschip Zeelands Luister is als speelschip Kaapschip afkomstig uit het Rotterdamse Katendrecht. Het moest daar weg, vanwege nieuwbouw. Met behulp van veel vrijwilligers, crowdfundings, bedrijfsleven en met bezielde leiding van initiator en bestuurslid Wim Noordzij - die juist op dit moment dat wij er zijn het stokje overdraagt - werd het schip op maandag 4 juni 2018 naar de Galathese Haven overgebracht. Zeelands Luister werd in 1911 gebouwd als een tweemast zeilklipper op de werf van H. Boot en Zonen in Vrijenban, dat in 1921 grotendeels is opgegaan in de gemeente Delft
14.
De klipper Zeeland's Luister werd als 327 tonner in opdracht van J. Korsman te 's Gravemoer gebouwd. Het werd gebruikt voor de Rijnvaart. Korsman had al eerder een schip met die naam
15.
Jacobus Korsman wordt geboren op 24 januari 1847 in Gorinchem. Hij is in Vreeswijk overleden op 31 december 1926.
Jacobus zal tweemaal trouwen. De eerste keer trouwt hij als 29-jarige op 31 mei 1876 in Krimpen aan de Lek met de 35-jarige Tannetje Reijnhout (1840-1903). Ze krijgen al vlot kinderen. Adrianus wordt op 17 februari 1877 geboren in Middelburg. Op 28 mei 1878 krijgen ze in Rotterdam Anna. Zij komt echter al naar ruim twee maanden te overlijden. Een jaar naar de geboorte van Anna wordt Anna Cornelia in Middelburg aan boord geboren op 31 mei 1879. Maar ook zij komt al naar enkele maanden te overlijden op 16 oktober 1879 te Rotterdam.
Op 29 mei 1880 komt Adriaan Cornelis te Rotterdam ter wereld.
Ruim anderhalf jaar later wordt op 25 december 1881 aan boord in Dordrecht Kornelis Adriaan geboren. Vier maanden later zal hij overlijden.
Tannetje komt op 63-jarige leeftijd te overlijden op 21 februari 1903.
Hij hertrouwt met de weduwe van Jacob van Staveren, Carolina Verbeek (1845-1923). Zij overlijdt op 77-jarige leeftijd.
Zoon Adrianus zal op 25 april 1906 als 29-jarige en nogmaals als 36-jarige op 20 augustus 1913 trouwen
16.
In april 1924 is Jacobus Korsman op een nacht op de Oostelijke leiddam van het Krabbersgat bij Enkhuizen gestrand en lekgeslagen. Met behulp van een sleepboot is het losgekomen en naar Enkhuizen gebracht. Tweeënhalf jaar later zal hij zelf komen te overlijden
17.
Zoals gezegd komen we ook nog informatieborden van onder andere wo2go.nl tegen.
foto van de kaart op het informatiebord van wo2go.nl.
Een ervan vertelt het verhaal van Incalculable II, Onberekenbaar II, dat zich afspeelde in de nacht van 10 op 11 maart 1945. Goeree-Overflakkee lag sinds de eerdere bevrijding van delen van Zeeland en Brabant eind 1944 in de nieuwe frontlinie. De bezetter was al sinds februari 1944 begonnen met de inundatie van het eiland, zodat het uiteindelijk voor 60 procent onder water kwam te staan.
In die donkere nacht in maart vielen 48 Commando Royal Marines het eiland binnen, om samen met gelijksoortige invallen elders, Duitse militairen te vangen om informatie te verkrijgen.
De verliezen waren duidelijk zwaarder dan de opbrengst
18.
Maar ook na het einde van WOII maakt deze mensonterende en dit nutteloze haantjesgedrag nog slachtoffers. De 22-jarige timmerman Henricus Johannes Adrianus Coolen uit Tilburg, maakt als "Soldaat der eerste klasse-oorlogsvrijwilliger" (OVW) deel uit van "5e Compagnie-1 Bataljon Jagers OVW-Regiment Jagers". In die hoedanigheid is hij op dinsdag 5 juni 1945 bezig in een van de woningen van de bunker bij de Galathese haven te doorzoeken. Tijdens het openen van een deur komt een boobytrap, een valstrik tot ontploffing, waarbij hij om het leven komt.
Henk Coolen werd geboren op 8 juni 1922 te Tilburg als zoon van Josephus Coolen (1887-1941) en Joanna Engel (1883-1971). Hij had vlak voor het begin van deze oorlog op zondagmiddag 7 april 1940 zijn getuigschrift timmerlieden van de Avondnijverheidsschool ontvangen uit handen van de burgemeester van Tilburg, mr. J. van de Mortel.
Hij ging aan de slag bij de Fa. A. v. Gils-Jansen, de Electr. Brood- en Banketbakkerij annex Automatic aan de Hasseltstraat 137.
Na zijn noodlottig sterven, werd hij op een Duitse stormboot, waarmee zijn bataljon tevens een veerverbinding onderhield met Dintelsas, teruggevaren onder de Nederlandse driekleur. Vervolgens werd zijn lijk overgebracht naar Tilburg.
Op donderdagochtend 7 juni 1945 vertrok de begrafenisstoet vanaf het huis van zijn moeder op de Bredascheweg 239. Voorop het vuurpeloton, gevolgd door de legerauto met zijn lijkkist, dat wederom bedekt was met de driekleur. Zijn kameraden fungeerden als slippendragers. Hierachter kwamen de familieleden van Henk Coolen, waaronder zijn moeder en broer en zus Jos en Mia en broertje Jan. Een detachement Jagers sloot de stoet af.
In de H. Margaretha Maria aan de Ringbaan West werd de Mis van Requiem opgedragen. De derde Requiem mis van Perosi werd door het versterkte zangkoor gezongen.
Na de absoute of absolutio en het In Paradisimum werd door de organist het Wilhelmus gespeeld.
Aan het graf werd door het vuurpeleton een salvo gelost, waarna de legerpredikant en Luitenant Van Nunen een woord van troost en vaarwel spraken, waarbij Henk als voorbeeld voor allen diende. De Rev. Father Akkermans bewees de overledene de eer en zijn kameraden brachten een laatste groet bij zijn graf met kransen van alle bezoekers
19.
Een herinnering aan de haven als overslaghaven is het weeghuisje dat er nog staat. Dit betreft het weeghuisje uit 1930 dat eerst in het Raadhuis van Ooltgensplaat stond
20.
We verlaten de haven en rijden via de Galatheschedijk en Grote Bloksedijk, Bloksedijk (rond 1876 nog de Oude Dijk genoemd) en Nieuwe Bloksedijk te Achthuizen naar Oude-Tonge.
De 'Blokse' dijken vormen de zuidzijde van de Grote en Nieuwe Blocksche polder. Hierdoorheen liep de Krakmaar met een aantal zijkreken. Tegenwoordig herkennen we deze als de Groote Kreek en Magdalena Kreek of Magdalenakreek21.
Aan de Bloksedijk treffen buitendijks nog enkele fraaie panden aan. Achter deze panden gaan de Handels Onderneming Flakkee en NIVU, van de families Van Nieuwenhuijzen en Van Vugt, schuil.
Bij het laatste pand zien we dat de schuur dezelfde vorm aanhoudt als van het voorhuis.
noten:
1.
Wikipedia Volkerak; Volkerak het mooiste
van twee werelden : Naar een perspectief voor Volkerak-Zoommeer én omgeving. - Nijmegen : Stroming bv iov Vereniging Natuurmonumenten, 2007. - p. 6;
Rijkswaterstaat Volkerak;
2. Krammer-Volkerak : landschappelijke achtergronden / E. Hendriks. - Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RWS, RIJP), 1984. - p. 15 Gebied Krammer-Volkerak (kaarten 1 en 2);
4. De oevergebieden van het Volkerak-Zoommeer : Ontwikkeling van abiotisch milieu en vegetatie sinds 1987 / K.P. Groen (Klaas), Y.J.B. Röling (Yvonne), S.A.M. van Rooij (Sabine), H. Slager (Henk), M. Stoffer (Mirjam) m.d.a. Dirk Fluijt en Gert-Jan Rook (veldwerk); S.A.M. van Rooij, K.P. Groen (eindredactie). - Flevobericht nr. 393; ISSN 0923-2893. - Lelystad : Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Directie IJsselmeergebied, 1996. - ISBN 90-369-1181-8. - p. 11: Ontstaan van het Volkerak-Zoommeer / Sabine van Rooij; Operationeel Watermanagement Volkerak-Zoommeer. - Rijkswaterstaat, 2020;
15.
Delpher:
Scheepvaart, 10-01-1912 De scheepsbouw in Nederland. Te water gelaten Schepen in 1911.;
Het nieuws van den dag : kleine courant, 21-09-1912 Scheepstijdingen. Rijnvaart.;
Korsman komt in de pers ook voor als Horstman en Korstman;
21.
Zuid-Holland : ±1892-1914 : schaal 1:25.000 / Carel Brendel, Anoek van der Leest, Huib Stam (samenstelling, redactie); Ed Schilders (eindredactie). - Grote historische topografische atlas. - Tilburg : Nieuwland, 2005 (Tweede druk, 2008). - ISBN 90-8645-005-3. - No 580 (verkend 1876, gedeeltelijk herzien 1899);
Topografische atlas van Zuid-Holland / Thomas Termeulen; Rob Kersbergen (samenstelling); Topografische Dienst/Kadaster (kaartmateriaal). - Landsmeer : 12 Provinciën, 2012. - ISBN 978-90-77350-66-9. - p. 129-130; Landschappelijke inpassing Noorduys Tomatoes. - Gouderak : Bureau Schildwacht, 2018. - p. 3 (in: Oudelandsedijk 2B Oude-Tonge : Omgevingsvergunning. - Rotterdam : Rho, 2018);
internetraadpleging: 16 - 28-7-2023, 8-8-2023
Volkerak, Galatheschesluis
Volkerak, Galatheschesluis
EU 02313724 - Samoon - Raamsdonksveer op Volkerak en P en P-kerk, Galatheschesluis
Volkerak - Petrus en Pauluskerk, Galatheschesluis
Paviljoen Sluishaven-lunch aan het Volkerak, Galatheschesluis
Paviljoen Sluishaven aan het Volkerak, Galatheschesluis
Zeelands Luister, Galatheschesluis
Paviljoen Sluishaven aan het Volkerak, Galatheschesluis
HoFlakkee, Bloksedijk, Achthuizen
NIVU, Nieuwe Bloksedijk, Achthuizen
Oude Tonge
De Nieuwe Bloksedijk van Achthuizen gaat bij het kruispunt met de Herenweg en Lodewijksweg over in de Heerendijk van Oude Tonge. Anderhalve kilometer verderop treffen we de Grootte Kreek, Grote Kreek of De Groote Kreke aan, tegenwoordig geschreven als Groote Kreek.
detail Groote Kreek en omgeving Caarte vande Oude Tonge inde Heerlykheyt ende lande van Grys Oort. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
Deze grotendeels in de Heerenpolder gelegen voormalige getijdekreek was er al voordat het werd ingepolderd
1.
Het is dan ook ouder dan het land zelf
2.
Dit fenomeen, het eveneens inpolderen van de bovenlopen van de kreken, is wel een opvallend verschijnsel
3.
Vanwege deze waterverbinding met een havenoptie is dan ook de reden dat hier zich een woongemeenschap vormde, dat de naam Oude-Tonge kreeg. De Kreek of De Kaay loopt volgens Van der Aa's Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden door deze plaats.
Beter geformuleerd is dat de woongemeenschap zich rondom de Kreek vestigde, die we straks leren kennen als Den Grysen Oort4.
Wanneer we verder terug in de tijd gaan, dus voordat het gebied opnieuw ingedijkt werd en vóór 1150, treffen we op een reconstructie op het huidige Land van Grijsoord, Oude en Nieuwe Tonge, de eindpunten van twee grote kreken aan.
Naar het westen liep de Sonnemare naar de Noordzee. De meandering is op Overflakkee nog steeds in het landschap terug te vinden.
Ook de andere dat naar het noorden liep, dat als uiteinde geldt van Widele dat in de Maasmond stroomt, genaamd Tille vinden we zelfs nog als naam terug in het landschap. Slechts een ferme sloot is de hedendaagse Tilse Watering nu. Dit vormde een millennium geleden het achterland van de befaamde Witla , dat rond 800 bekend stond als een van dé handelsplaatsen dat ons leefgebied kende. We zullen hopelijk bij ons bezoek aan Voorne-Putten er meer over te weten komen.
Inmiddels hebben de kreken al lange tijd geen open waterverbinding meer. Deze Groote Kreek, waaraan we nu staan, wordt begrensd door de Kranendijk in het oosten en in het westen door het gemaal De Eendracht5.
De Kranendijk was rond 1700 De Scheyt Wegh tusschen de oude Tongse en de plaatse gront. Hierbij zou "plaatse gront" beter als "Plaatse Gront" geschreven kunnen worden
6.
detail Groote Kreek en omgeving
Nieuwe Kaart van het Eiland Overflakkee Gelegen in het Graafschap van Holland en de Landen van Voorn in Overflakkee : als meede van het land van Koorndijk en een gedeelte van Beyerland en 't Eiland St. Philips met des zelfs nieuwe bedijkingen. - Amsterdam : Wed. Ottens en Zoone, [c. 1726]
bron: Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, Deel I, nr 1549
rooilijn Kranendijk naar toren
Het deel van de Kranendijk dat de Groote Kreek afsnijdt, Raayt op den Toorn van Halteren.
Met "Raayt op den Toorn van Halteren" wordt bedoeld "Richt zich op de toren van Halsteren". Dus Halsteren in plaats van Halteren. Wanneer we de Kranendijk richten op de toren van de Sint-Martinuskerk, treffen we een afwijking van 15 graden aan. Het Halsterse gebouw in de huidige vorm bestaat ongeveer sinds 1450
7.
Deze toren stond er dus zeker al met de huidige hoogte van bijna 31 meter
8.
Echter zo'n 3½ kilometer naar het westen ligt Tholen met zijn Grote of Onze Lieve Vrouwekerk.
Het Land OverFlakkee
Kaarte van het eyland Overflakkee / D.W.C. Hattinga en A. Hattinga. - [s.n.] : [S.l.], 1753
bron: Zeeuws Archief, Atlassen Hattinga, nr 198
De kerk heeft een toren met een hoogte van bijna 49 meter
9.
Wanneer we de Kranendijk richten op deze toren, dan is er nog steeds een afwijking. Maar deze is slechts 4 graden.
De bronnen die Halsteren bevestigen geven echter ook een soort van uitsluitsel over de richting op de toren van Halsteren. Het zou "in dwaling neergeschreven" zijn
10.
Of dit ook voor de geciteerde regel van de kaart geldt, is niet geheel duidelijk.
Door de begrenzing aan weerszijden wordt de kreek tegenwoordig beschouwd als een kunstmatig waterlichaam. Overtollig water kan het laten afvoeren door dit gemaal, De Eendracht.
Vers zoet water wordt ingelaten uit het Haringvliet. Uit onderzoek in 2012 blijkt, dat dit verse water lang in het gebied verblijft, namelijk 11 dagen, wat voor de kwaliteit van het water en de flora en fauna ongunstig is
11.
In 2020 is deze situatie helaas nog niet verbeterd
12.
De huidige versie van De Eendracht stamt uit 1965 als vernieuwing van het pand uit 1935. Inmiddels is ook in 2014 de motor uit 1965 vervangen
13.
Zoals we nog enigszins op de oude kaart uit 1753 kunnen zien liep de Kreek eerst vrijelijk naar zee. Met de komst van dijk en gemaalkanaal, is er een soort van eilandje ontstaan. Hierop zijn nog twee gebouwen te zien.
Iets anders zien we nu niet meer, maar stond hier zo'n 2½ eeuw eerder nog wel: 't Geregt! Het is hier aangegeven als een soort van pi-teken, Π, maar kan twee galgen of een schavot voorstellen
14.
In 1818 blijkt deze galg nog aanwezig te zijn. "Een galg bevind hoog 18 en breedt 11 voeten benevens een schavot van hoog vijf voeten", wordt hierover vermeldt
15.
In Oude Tonge gebruikte men de lengtemaat van Veere: 1 voet = 0,305m = 30½ cm
16.
De hoogte van het schavot was dus al 152,5 meter. Het podium had een breedte van 3 meter en 35½ cm. De galg in Oude Tonge had een hoogte van bijna 5½ meter.
Wij zien bij het havenkanaal / restant van de Groote Kreek slechts een brug die de delen van de Suisendijk met elkaar verbindt. Deze dijk, oudtijds Suysen Poldersen Havendyck genoemd, omsluit samen met (eveneens oudtijds genoemde) "Den Suysen Poldersen Zeedyck", de polders Eerste Block, Tweede Block en Derde Block van de gezamenlijke Suysenpolder. Het Eerste Block is en wordt inmiddels bebouwd, waarvan een deel aan nieuw water ligt en de naam Marinapark Suijssenwaerde heeft gekregen. Middels deze brug kunnen zij - vanaf hun privé vaarwater - op het openbare vaarwater komen.
De eerste gedachten voor het project Suijssenwaerde werden al in 1988 op papier gezet
17.
Maar pas in 2002 zal de eerste schop de grond in gaan, is de verwachting. De financiering van het plan wordt uitgevoerd door een 100% dochteronderneming van n.v. Bank Nederlandse Gemeenten, met de daarvoor opgerichte Ontwikkelings- en Participatiebedrijf Publieke sector n.v. (O.P.P.)
18.
Geschatte projectkosten in 2001 ƒ 100.000.000
19.
De uitvoering is in handen gegeven van Suijssenwaerde Beheer bv
20.
De brug is een tweedehandsje uit Harderwijk. De brug, met naam de Harderbrug, was nog in goede staat, dus is hergebruik de beste optie. In Harderwijk stond het in een gebied dat gesloopt werd, de Hardersluis. Dit zou plaatsmaken voor het huidige Aquaduct Veluwemeer. In delen werd de brug halverwege 2003 naar Oude Tonge over het water vervoerd, waar het - in afwachting van de dijkdoorsteek in de Suisendijk - tijdelijk werd opgeslagen
21.
In 2006 lag de brug op zijn plek. Het is - voor zover de streekarchivaris Jan C. Both heeft kunnen nagaan - de eerste (ophaal)brug in Oude-Tonge. Het heeft een doorvaartbreedte van 7½ meter. Zodra alle bijbehorende werkzaamheden, als het wegdek en keersluis, zijn afgerond, krijgen alle bewoners een sleutel van de brug om op elk moment de brug te kunnen bedienen, mochten ze willen uitvaren. Naast schipper zijn ze ook hun eigen brugwachter geworden
22.
Maar misschien komt er te zijner tijd ook nog wel een brug- of parkwachter.
Op maandag 4 december 2006 rond het middaguur is het officieel geopend door de brug te openen om Sinterklaas, wethouder Gert-Jan van der Valk en collega Peter 't Hoen binnen te laten
23.
Net als de Heerenpolder is de Suijspolder in 1647 bedijkt
24.
De naam Suijs of Suys zou kunnen komen van Suysen, dat mogelijk 'bron op de grens van hoge en lage grond' betekent
25.
Waarschijnlijk - A.J. van der Aa twijfelt er in zijn Aardrijkskundig woordenboek niet aan - is het echter vernoemd naar het invloedrijke Hollandse geslacht Suys, met name Ernst Suys. Er waren tussen 1560 en 1630 te Grijsoord, Grysort of Grijsoirt velen van dit geslacht die de rol van ambachtsheer of -vrouw hadden
26.
Deze polder was echter daarvoor ook al aanwezig. In 1533 was het - als Suis Polder - namelijk eerder bedijkt.
Boers somt in zijn Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee de Ambachtsheeren en vrouwen van Grijsoord en Klinkerland op:
1500 Pieter Suijs
1502 Allaart Suijs
Deze twee dicht hij de rol van "bedijkers van den Suijs polder" toe.
1540 Daniël Suijs
1560 Anthoni Suijs
1600 Pieter Suijs
1626 Charles Roeland Suijs
27.
De akte van 3 Februari 1647, waarin de aanbesteding van de dijken - zowel die van 's-Heerenpolder als van Suyspolder - geregeld is, wordt als de grondslag gezien waarop de huidige Suyspolder (ook voorkomend als Suijspolder, Suisenpolder en Suispolder) tot stand is gekomen
28.
Wij rijden verder de Heerendijk op en laten ons triggeren door de masten die we boven de dijk uit zien komen. De eerstvolgende gelegenheid om de wagen te parkeren grijpen we aan om dit tafereel van nabij te kunnen aanschouwen. Wanneer de weg op de Heerendijk op zijn hoogste punt is, krijgen we deze mogelijkheid.
We treffen er naast hoge nieuwbouw aan de Handelsterrein, diverse zeilboten aan die in de Haven liggen.
Gemeente Oudetonge (detail)
Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Oude Tonge, Zuid Holland, sectie C, blad 05 / W.J. van Campen
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08151C05 (CC BY-SA 3.0)
Even later parkeren we de wagen in het dorp en zien we de Oude Haven vanaf de Kaai, althans dat deel dat er van over is. Een groot deel is van de Oude Haven afgesnoept en verworden tot plein.
Voordat we daar verder gaan kijken, lopen we eerst weer even terug naar de Heerendijk om een kijkje te nemen bij het Spui. We merken op dat de Haven en Spui gespiegeld is ten opzichte van de situatie in Ooltgensplaat.
Diverse objecten wijzen ons erop dat we de zuidzijde van het Spui over de dijk moeten bewandelen.
Allereerst is dat een informatiebord. Deze is na 2016
29 hier is komen te staan. Het was ter vervanging van een serie borden getiteld "Doorlopend herinneren... 1953-2003". Die vijf informatieborden werden in februari 2004 geplaatst ter gelegenheid van het 50e herdenkingsjaar van de Watersnoodramp van 1 februari 1953. Naast Oude-Tonge kreeg ook Ouddorp, Middelharnis, Den Bommel en Herkingen een eigen bord.
Op het huidige informatiebord beginnen we met lezen:
Oude-Tonge
Het dorp Oude-Tonge telt het grootste aantal slachtoffers van het gehele rampgebied. Ruim 300 inwoners worden in de rampnacht van 1 februari 1953 over vallen door het water, of zijn de andere dag door ontberingen en wachtend op hulp overleden. [...]
De rampnacht maakt in het hele gebied 1835+1 slachtoffers. Het Watersnoodmuseum toont de lijst met namen van de slachtoffers van het Rode Kruis op een aantal wanden. Met een multimediaal monument 1835 + 1 wordt de herinnering aan de slachtoffers levend gehouden. De "1" staat voor de baby die op die zaterdagnacht 31 januari 1953 was geboren, maar nooit is gevonden
30.
In Oude-Tonge zijn er uiteindelijk 304 slachtoffers te betreuren. 303 komen door ramp om en een, Lodewijk Nicolaas van Polanen, komt als enige hulpverlener door een ongeval op 4 februari te overlijden in Oude-Tonge. Totaal verloren acht militairen het leven in het hele rampgebied bij het verlenen van hulp.
Een jaar na dato is er sprake van 311 begraven slachtoffers op de noodbegraafplaats
30.
De eerste nood werd verleend door een Colonne Rode Kruis-medewerkers, 7 vrouwen en 26 mannen, uit Gouda. Ze werden op de Geja uit Enkhuizen van schipper Fernhout en een trekboot Regina, met de neef van Fernhout als schipper, naar Oude Tonge gebracht. Van de nog aanwezige bewoners waren er nog 200 overgebleven en daarvan stonden de gezichten strak en tot niets in staat. Van de ruim 3000 inwoners waren er 10 procent omgekomen. En bijna 200 van de 800 woningen waren verdwenen. De Goudse Rode Kruis Colonne werkten aan een stuk door om weer de hoop tevoorschijn te halen. Het Raadhuis werd schoongemaakt en ging dienen als distributieplaats, keuken, voorraadschuur. Er ging een lijkbergingsploeg, een identificatieploeg, een voedselploeg aan de slag. De identificatieploeg noteerde alles nauwkeurig, nadat bewoners hun dorpsgenoot of familielid hadden geïdentificeerd. Ook richtte een ploeg een noodbegraafplaats in. Na enkele dagen werd deze Colonne afgelost en kwamen dorpsbewoners ook weer in beweging
31.
In juni besloot B. en W. dat de noodbegraafplaats tot in de perfectie uitgevoerd als een monument eruit zou komen te zien
32.
Voordat we dit gaan aanschouwen, komen we rechts van het kaarsrechte pad naar de noodbegraafplaats nog een witte zwerfkei tegen. Deze kei is door de GO-37 opgevist bij de Bruine Bank in de Noordzee. Deze Bank, de Brown Ridge grenst aan Engeland in de Noordzee op ongeveer gelijke hoogte als de Flevopolder en halverwege tussen Nederland en Engeland. Het ligt echter grotendeels op Nederlands grondgebied. Het hoogste punt is slechts zestien meter beneden zeeniveau. Er worden hier wel meer historische voorwerpen opgevist. Dat de GO-37 hier viste komt dat dit een belangrijk paaigebied is voor kabeljauw, haring en makreel. In 2003 is het door de Rotary Club Goeree-Overflakkee hier geplaatst
33.
Op deze ruwe onbewerkte rotsblok treffen we een glazen plaat aan, waarop we het volgende kunnen lezen: Op 1 februari 1953 werd Zuid-West Nederland getroffen door de Watersnoodramp, die aan 1835 mensen het leven heeft gekost.
Op Goeree-Overflakkee zijn 490 mensen verdronken. Oude Tonge was met 305 slachtoffers het zwaarst getroffen.
Ter nagedachtenis aangeboden door de Rotary Club Goeree-Overflakkee.34
Op de 'achterzijde' is nog een klein metalen bordje bevestigd waarop we het verhaal van de kei kunnen lezen:
Deze steen komt uit de Noordzee. Het is een zwerfkei uit de ijstijd. Opgevist bij de bruine bank door de GO-37.
Hier neergelegd als een stille getuige van de enorme krachten der natuur.
Oude Tonge 01-02-03
Helaas wordt niet het duidelijk wanneer de kei uit de Noordzee is gevist. Zodoende kunnen we ook niet achterhalen door welk GO-37 dit is gedaan.
We lopen met deze vragen, het door bomen omzoomde dijkpad op. Aan het begin van de noodbegraafplaats, het Watersnoodmonument, treffen we rechts het monument van Haarlem aan, dat het Haarlemse adoptie-comité "Oude Tonge" aan de bevolking van Oude Tonge heeft geschonken.
Het adoptie-comité koos unaniem voor de vluchtende vrouw met een kind in de arm, toen beeldhouwster Janneke Ducro-Kruijer twee ontwerpen in klei had gemaakt. Nadat ze begin september de opdracht voor het maken van dit beeld had gekregen ging ze aan de slag met het maken van het 1.25 meter hoge beeld
35.
Een maand later was ze ermee klaar, zodat het beeld door de bronsgieterij A.N. Binder gegoten kon worden
36.
Albert N. Binder (1890-1955) startte in 1923 met gieterij De Plastiek, dat later bekend werd als Bronsgieterij A. Binder, Binder & Schmidt. Met kleinzoon Bert Binder aan het roer
37
werd Binder Art en de vanaf 1995 - op initiatie van Kees Verkade - opgerichte dochter Binder Art Services in 2016 ondergebracht onder het label Meesters in Kunst38.
We hebben inmiddels vele werken gezien die - onbenoemd - uit deze bijzonder werkende gieterij zijn gekomen.
De veel bekeken en bezochte database Mens & Dier in Steen & Brons van de broers René & Peter van der Krogt geeft een overzicht voor zover dit bekend en opgenomen is door deze beeldverzamelaars
39.
Het bronzen beeld komt vervolgens op een granieten voetstuk te staan, dat is vervaardigd door de fa. Swaalf
40.
De firma Swaalf in Haarlem bestaat ook alweer sinds 1906 en werkt nu onder de naam Swaalf natuursteen41.
J.C. Swaalf (1877-1960) kreeg op 12 februari 1908 van B. en W. van Haarlem de beschikking waarin hij een vergunning krijgt tot oprichting van een steenhouwerij en zagerij in een loods op het terrein aan de Regulierstraat. De fa. Gebr. C. en A. Swaalf zetten vanaf 1933 het bedrijf van vader Josephus Cornelis Swaalf voort, waarbij de kunstzinnig aangelegde A. Swaalf meer aandacht schonk aan deze kant van de mogelijkheden
42.
Intussen was het geld van het Haarlemse adoptie-comité zo goed als op. Ze hadden echter afgesproken dat ze ook een deel voor de aanleg van de begraafplaats en het plaatsen van het monument zouden bekostigen. Er was echter al veel geld - zonder gemeentelijke subsidies - uitgegeven aan de reiskosten voor de hulpcolonnes, uitstapjes voor de 250 kinderen en het bezoek van 80 bejaarden. Ook de inrichting van een cantinebarak, de verzending van 650 naaidozen, bibliotheekboeken, 10 orgels en vele andere geschenken waren gefinancierd.
Watersnoodramp 1953. Het overstroomde dorp Oude Tonge
bron: Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst Eigen 2.24.10.02 (CC BY-SA 3.0)
Het comité wilde echter ook de eigen bewoners laten zien wat de burgerij van Haarlem hadden bewerkstelligd en dus richten ze een tentoonstelling in. Om toch nog aan de benodigde financiën te komen vroegen ze voor een bezoek aan de tentoonstelling in de Vleeshal een kleine entree. 10 cent voor de kinderen en 25 cent voor volwassenen. Naast het bronzen beeld zullen er tevens vele andere zaken van deze hulpactie te zien zijn en ook foto's van Oude Tonge, direct na de ramp. De tentoonstelling zou slechts een week duren, vanaf maandagavond 2 november tot en met zondagavond 8 november 1953 en zou tussen 14.00-17.00 en 19.30-22.00 te bewonderen en te zien zijn
43.
Ruim op tijd voor de tentoonstelling was het complete beeld klaar en werd het door Binder eind oktober afgeleverd en in de Vleeshal opgesteld
44.
Na afloop van de tentoonstellingsperiode bedacht het comité nog weer iets nieuws. Ze brachten het over naar de rotonde van de Grote Markt. Tegen betaling van 25 cent kon het publiek een foto kopen. Dinsdag 10 november 1953 verdwijnt het beeld in alle vroegte uit Haarlem en gaat het op transport naar Oude Tonge
45.
Onthulling van een Watersnoodmonument / van Duinen (foto), 12-11-1953.
In Oude Tonge werd een herdenking gehouden voor de slachtoffers van de Watersnoodramp. Beeld "Vrouw en kind" van beeldhouwster Janneke Ducro-Kruijer
bron: Fotocollectie Anefo 2.24.01.04 (CC BY-SA 3.0)
De onthulling vindt twee dagen later plaats op donderdag 12 november.
In de Nederlands Hervormde kerk begon de ceremonie met een dienst van twintig minuten. Hierop waren zo'n 2700 Oude Tongenaren afgekomen. Ook waren er nog zo'n 800 familieleden uit het hele land gekomen. Binnen waren 3000 mensen, terwijl er 500 wegens ruimtegebrek in de kerk noodgedwongen buiten moesten blijven. Na de dienst vormde zich een lange stoet die zich via de Kerkstraat, Nieuwstraat en Oostdijk naar de Spuidijk verplaatste. De Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, mr. L.A. Kesper, de burgermeester van Oude Tonge, A.J. van Dijk en de burgemeester van Haarlem, mr. P.O.F.M Cremers liepen voorop. Hierachter volgden de wethouders van beide gemeenten, de leden van het adoptie-comité en de bevolking en familie.
De toespraak van de Commissaris der Koningin Kesper was door het hele dorp via luidsprekers te horen. Het Nieuwe Haarlemsche Courant noteert:
"Aan de voet van dit monument past slechts een sober woord. Tijdens de watersnood was heel Nederland één met de bevolking van de zwaar getroffen gebieden. Ook vele landen buiten onze grenzen gaven blijk van een treffend en welsprekend medeleven met de bevolking. Van de getroffen gemeenten heeft Oude Tonge wel het meest geleden in verliezen aan mensenlevens. Wat verloren is gegaan kunnen wij opbouwen. Thans zijn wij bijeen om de doden te herdenken.
Wat Haarlem heeft gedaan, is van onschatbare waarde en Oude Tonge stelt dit zeer op prijs. Het provinciaal bestuur heeft het werk van Haarlem voor de zwaar getroffen gemeente met grote waardering gadegeslagen. Met het onthullen van dit monument verricht ik een handeling, waarbij ik tevens deel in de rouw van Oude Tonge, alsook in de dank van deze gemeente voor de generositeit van Haarlem, niet alleen betoond aan de levenden, maar ook aan de doden, die het op deze wijze heeft willen eren."
Vervolgens onthulde Kesper het beeld - onder het toeziend oog van Janneke Ducro Kruijer - door het zwarte doek te verwijderen en legde er de provinciale krans bij.
Na een dankzeggingstoespraak, uitgesproken door Van Dijk, legden beide burgemeester namens hun gemeente een krans, gevolgd door een kranslegging van leden van de Haarlemse delegatie.
Vervolgens liepen allen langs het beeld onder begeleiding van koraalmuziek dat werd verzorgd door de Haarlemse politiekapel, dat onder leiding stond van Jos de Klerk
46.
Ze konden na de kranslegging niet meer met eigen ogen het vierregelige gedicht lezen dat op de sokkel met bronzen letters
47
is aangebracht:
Het water, door God's wil geschapen
heeft velen voor Zijn troon geleid.
Zo werd Zijn gave ons een teken,
hun zij Zijn liefde in eeuwigheid.
1 febr. 1953
Wie de maker van dit gedicht is, blijft voor ons onbekend
48.
De maker van het beeld, Janneke Ducro-Kruyer, werd in Velsen-Zuid geboren op 12 januari 1925, als dochter van Jan Herman Kruyer (1888-1976) en Maria Kruyer-Grin (1887-1956). Ze woonden in 1938 aan de Wijk aan Zeeweg 119 in IJmuiden. Als beeldhouwster was ze een leerling van Theo van Reijn (1884-1954), waarvan ze vier jaar persoonlijk les kreeg.
Haar naam komen we op velerlei wijzen geschreven tegen. Ze gebruikte en werd ook aangeduid met deze andere namen zoals Janneke Kruijer, Janneke Kruyer, Jannie Boukje Kruijer, Jannie Boukje Kruyer, J.B. Kruijer, J.B. Ducro-Kruyer, J.B. Ducro-Kruijer, Janneke Ducro-Kruyer, Janny Ducro-Kruyer, Janneke Ducro, J.B. Ducro. En ze signeerde, zoals we bij dit beeld zien, met Ducro.
Als jeugdige beeldhouwster J. B. Kruijer exposeert ze aan het eind van 1947, ze dan bijna 23 jaar, in de Kunstzaal in de Leidschestraat te Amsterdam. Twee later, begin 1949, zal haar borstbeeld dat ze van de heer Wenckebach had gemaakt, worden geplaatst in het nieuwe hoofdkantoor van het Hoogoven-bedrijf, waar haar vader chef van de centrale is. Het koper van het bronzen borstbeeld is afkomstig van het omhulsel van de Eerste Hoogoven, dat 25 jaar geleden door mevrouw Wenckebach werd aangestoken.
Op 24 februari 1949 trouwt ze met grafisch ontwerper Hans Ducro (1924-1976), die als illustrator en striptekenaar bekend zou worden. Ze hield adres op Beelslaan 9 in Haarlem. Hier zoekt ze in 1952 ook een model, meisje of jonge vrouw met goed figuur. In het voorjaar van 1953 krijgt ze een opdracht om Koning-Stadhouder Willem III in de nieuwe gevel van het Ministerie van Oorlog op de Kalvermarkt te Den Haag te mogen hakken. Deze is nu terug te vinden boven uitrit met alkoof van het ministerie van Defensie. Na het beeld voor Oude-Tonge volgen in 1955 drie opdrachten in Apeldoorn Het meisje met de kikker of De prinses met de kikker, waarvan er twee reliëfs bestemd zijn voor Kruiningen, dat Apeldoorn geadopteerd heeft. En in 1959 volgt er nog een stoer beeld. De reliëfs sieren de ingang van "Ons Dorpshuis". In 1957 krijgt Haarlem een Teddybeertje erbij. Ook diefstal zal haar niet bespaard blijven. In het voorjaar van 1958 wordt haar gipsmodel van haar driejarig zoontje op een expositie ontvreemd. Beverwijk krijgt een groene kikker in 1959. In 1963 wordt het Linnaeushof te Bennebroek verrijkt met een bronzen beeldje
49.
Het echtpaar Ducro krijgen vier kinderen.
Op zaterdag 13 april 1968 wordt ze als vermist opgegeven. Ze had die ochtend, inmiddels 43 jaar, in nachtjapon en ochtendjas in ietwat overspannen toestand het huis aan de Zonnekade 12 verlaten. Deze kade zal op 1 juli 1973 worden herdoopt tot de Scheltemakade. Het kunstenaarschap en huishouden waren moeilijk te combineren. Een week later is ze - verdronken - gevonden in het Zuider Buiten Spaarne. Opmerkelijk genoeg loopt haar expositie tot 8 mei bij Galerie Drengel gewoon door. Haar sterfdatum wordt gezien als 22 april 1968
50. Haar grafmonument bevestigt dit echter niet, daarop staat 12 april 1968
51.
De nabestaanden van allen die hier in Oude-Tonge begraven liggen, hadden hun eigen bloemlegging bij de vele graven op deze dijk met rouwrand. Een "Voor vader en moeder" met een hele reeks namen van kinderen maakt dan zoveel meer indruk
52.
De verhalen van de overlevenden zullen lang stilzwijgend verborgen blijven en door velen nooit uitgesproken worden. In een enkel geval krijgen we uiteindelijk iets te horen.
Zoals van de toen zevenjarige die haar pasgeboren zusje kwijtraakte. Maar ze werd op die nacht ook wees, want ook haar vader en moeder verdronken.
Ze werd opgevangen door haar oom die zich net verloofd had. Na hun huwelijk bleef ze daar wonen. Haar oom en tante kregen geen kinderen.
Maar ook lang verdrongen verhalen over mislukte reddingspogingen als van een buurman die het gezin naast hem probeerde te redden door van aan elkaar geknoopte lakens een reddingstouw te maken. Toen op de drijvende stukken nog meer familieleden plaatsnamen klapte het om en verdwenen ze in de kolkende waterstroom, waarin ze verdronken voor de ogen van hun 4- en 2-jarige kleinkinderen en de buurman. De kleinkinderen werden alsnog gered
53.
We komen ze tegen tijdens onze rondgang, naast de vele anderen. De gedachte aan die laatste momenten in de nacht in het ijskoude snelstromende water...
En dan staan we weer bij het beeld van Janneke Ducro-Kruijer en merken nu de herinneringssteen op van Lodewijk Nicolaas van Polanen. Hij was de enige hulpverlener die hier het leven liet.
Zijn herinneringssteen ligt gecentreerd voor de beide rijen van de dorpelingen. We lezen op deze steen de volgende tekst. "Ter eerbiedige nagedachtenis aan korporaal Lodewijk N. van Polanen 21 jaren, die in de rampdagen op 4 februari 1953, in deze gemeente, bij een noodlottig ongeluk het leven verloor."
Van Polanen, met legernummer 310419285, werd tijdens de werkzaamheden geraakt door een propeller van een helikopter. Nadat een hefschroefvliegtuig met medicamenten en warme kleding aan de grond was gezet, was hij - volgens een bewoner van Oude Tonge en ooggetuige - door onoplettendheid achteruit op de staartschroef ingelopen. Hij werd door de met razende snelheid ronddraaiende propellerbladen gegrepen en was op slag dood
54.
De weg- en waterbouwkundige L.N. van Polanen was op 19 april 1931 te Leiden geboren.
Hij was sinds april 1952 getrouwd met Käte Luise Albert
55.
Ze woonden sinds mei 1952 aan de Witte Rozenstraat 21 in Leiden, bij zijn ouders. Dit pand is inmiddels afgebroken.
56.
Hij werd de volgende dag meteen begraven
57.
Als dank voor de vele hulp schenkt de gemeente Oude Tonge de stad Haarlem een gedenkraam - gemaakt door de glazenier Karel Trautwein (1893-1959). Het is in 1954 overgebracht en in het trappenhuis van het Stadhuis van Haarlem aangebracht
58.
Beduusd lopen we terug naar de Kaai.
Het eerste pand dat we tegenkomen is het "s polders raadkamer". Het is "gesticht door de ingelanden der oude polders onder het beheer van den dijkgraaf F. Arends, gezworenen G. Soldaat, D. van Es, W. van Putten, C. van Loon. Albertine Cornelia Arends legde daar aan de eerste steen den 8 september 188?" kunnen we lezen op een ingemetselde eerste steen.
De 'natuurlijke' afwateringen op de haven van Oude-Tonge
In witte cirkels liggen de dijksluizen - kleppen die bij vloed dichtgedrukt worden en bij eb bij overvloedig water in de polder opengedrukt, om dit water te spuien.
Caarte vande Oude Tonge inde Heerlykheyt ende lande van Grys Oort. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
Een gietijzeren windwerk is het enige dat is overgebleven van de uitwateringssluis. Deze sluis heeft sinds het ontstaan van Oude Tonge op deze plaats gelegen. Via deze sluis werd het overtollige regenwater uit de polder afgevoerd. In de dijk was een overkoepeling gebouwd, zoals we ze vaak op schilderijen zien afgebeeld. Hierin waren zogenoemde wachtdeuren geplaatst, die alleen van binnen naar buiten open kunnen. Oftewel de waterdruk van het polderwater moet groter zijn dan van het zeewater
59.
Deze overkoepelingen hebben op diverse plekken gezeten, zien we op de kaart van dat is opgenomen in het Voorne caart-boeck. We treffen rondom de haven aan de Kaai een viertal spuien aan, waarvan die van De Speuye er uiteraard voor was om bij eb de haven van het slik te bevrijden en zo de haven toegankelijk te houden.
Ook deze opstelling is hetzelfde als in Ooltgensplaat, merken we op.
Het spui waarbij de overgebleven gietijzeren windwerk hoort staat met dijk of beter gezegd dam in kreek Den Grysen Oort, de naamgever van het Lande van Grysoort. Deze kreek is dan ook verworden tot haven.
De loop van kreek Den Grysen Oort
Generale caarte vande gansche heerlykheyt ende jurisdictie van Grysoort / Heyman van Dyck (1649-1712). - ca. 1697 (in: Caartboeck van Voorne)
bron: Archieven.nl D17-45
We komen dijkgraaf en gezworenen eveneens tegen in de Staatsalmanak 1872
60 en als wethouder en drie van vier als raadsleden in het Jaarboekje voor de provincie Zuid-Holland
61.
Op 28 maart 1882 komen we in de Zierikzeesche Nieuwsbode een aanbestedingsadvertentie tegen. Dijkgraaf F. Arends geeft hierin aan dat de Vereenigde Polders onder Oude Tonge het volgende wil aanbesteden: "Het verbeteren van den bestaanden Aarden dam langs de buitenhaven aldaar door het maken van eenen Steenen dam, met de levering van de daartoe benoodigde Materialen
62.
Deze Vereenigde Polders bestaat uit het Oudeland van Oude-Tonge met omringende polders die allen uitwaterden op de haven van Oude-Tonge
63.
Onder de Oude polders onder Oude-Tonge werden in 1720 verstaan het Oudeland, het Noordland, het Oostende en de Tille. De Tille werd voor 1 mei 1523 aangeduid als St. Sebastiaanspolder.
Onder de Nieuwe polders onder Oude-Tonge werden de Heerenpolder, de Magdalenapolder en de Molenpolders en het Zuiderland verstaan
64.
Een eerdere essentiële verandering in de afwatering vond plaats in 1745. Toen werd een molen gesticht die het water met een scheprad uitsloeg.
Gemeente Oude Tonge (detail De watermolen en nieuwe Boezem)
Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Oude Tonge, Zuid Holland / L. v. Wolfswinkel
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08151VK1 (CC BY-SA 3.0)
Dit is het oudst bekende methode om water te omhoog tillen
65.
Deze molen staat er helaas niet meer. De werkzaamheden, de bemaling van de polder de Haas van Dorsser, zijn in 1938 overgenomen door het gemaal met dezelfde naam. Het huidige pand werd in 1994 in vernieuwd en werd een nieuw schroefpomp geïnstalleerd
66.
De dijkgraaf F. Arends is Frans Arends (1799-1884), die als zoon van Dirk Albertus Arends en Cornelia Casperina Overwater op 26 december 1799 werd geboren. Hij trouwde als 26-jarige op 4 mei 1826 te Oude-Tonge met de 21-jarige Johanna Judith Aletta Luijten. Frans Arends was zogenoemd Plattelands Heel- en Vroedmeester, later genees-, heel- en verloskundige in Oude Tonge. Daarnaast bekleedde hij dus diverse andere functies als voorzitter van het Bestuur der vereenigde polders onder Oude Tonge. Johanna overleed op 57-jarige leeftijd in 1862. Frans hertrouwde als 65-jarige met de 37-jarige Maria Mooijaart. Zij was op 18 januari 1828 te Oude-Tonge geboren. Ze kregen twee kinderen, waaronder Albertine Cornelia Arends. Ze kwam op 30 maart 1865 in Oude-Tonge ter wereld. Als 23-jarige huwt ze in Rotterdam met de 24-jarige Hendrik van de Rovaart (1864-1937) op 25 oktober 1888. Ze overlijdt op 55-jarige leeftijd op 25 oktober 1920 in Den Haag
67.
Een paar panden verderop aan de Kaai zien we een merkwaardig vormgegeven of hervormd wit pand.
Naast dit witte pand treffen we een 'nieuwbouw'-pand aan uit de jaren zeventig van de twintigste eeuw. Het is de vervanging van het eerste pand, een pakhuis dat we rechts op de foto met "Overzicht op de oude haven met oude schepen" zien staan.
details van schepen en panden uit 1927 67b
:
Overzicht op de oude haven met oude schepen / C.J. Steenbergh (fotograaf)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ST-1.956 (CC BY-SA 3.0)
Het pand ziet er uit als een woonhuis met beneden twee ramen waarvoor de luiken dichtzitten en voordeur. Verder heeft het een zolderverdieping met twee ramen in de voorgevel.
Dit pand was eigendom van de beurtschipper Piet de Korte (1880- ), waarvan we het zeilschip aan de kade zien liggen. Dit schip, genaamd Oosterschelde, had hij van zijn moeder overgenomen voor ƒ 2650. Zijn moeder had op haar beurt op 1 september 1902 het schip - een paviljoentjalk, dat toen nog de naam Helena droeg - gekocht van C. van Iperen Jr. te Vlaardingen, die het in 1893 had laten bouwen bij de Fa. A. Kalkman en Zonen te Kralingscheveer
67a.
In het bochtje met het Handelsterrein staat een eerbetoon aan de vrachtlosser. Lokaal wordt hij een kaaigast genoemd.
Het beeld van de hier in Oude Tonge wonende Joep Luijckx (1948), werd gemaakt in 2016. Omdat Oude Tonge als een van weinige havendorpen geen haven gerelateerd beeld had, werd er een ontwerpwedstrijd door het dorp uitgeschreven. De dorpsbewoners kozen de schets 'De Kaaiwerker' die Joep Luijckx had ingediend. Na een modellering van het piepschuim en was volgde het maken van gipsen mallen om het te kunnen gieten, waarna het aan elkaar gelast kon worden. Woensdag 15 december 2016 werd het onthuld door de feestelijk beschilderde linten van de schoolkinderen van groep 5/6 van de drie basisscholen te verwijderen. Voor deze ingewikkelde klus kreeg Wethouder De Jong hulp van zes kinderen.
Op de achterzijde van de lading wordt het beeld in streektaal verwoord:
Hier staet de kaoi waerker.
Onmisbaer voor handel en haeven.
Hoewel vervangen deur taekel en touw
staet ie mit diep gebogen knieën
mar altied mit un rechte rik.
Het was hard werken voor de kaaigast, die ook wel zakkendrager of kaaiwerker werd genoemd, voor een schamel loontje. Beurtschippers brachten de lading van bijvoorbeeld steden als Dordrecht, Rotterdam en Middelburg naar Oude-Tonge. In vroegere tijden moesten de schepen soms over de drieënhalve kilometer meanderende haven gejaagd of geboomd worden. Om te lossen moesten ze vanaf de kaai de scheepsbuiken in om bijvoorbeeld zand, grind, steenkool of straatstenen te halen. Vervolgens moest je met mand op de schouder het laddertje op naar boven hijsen. Maar ook tijdens het laden moest het omgekeerde klusje gedaan worden en uien, aardappelen en suikerbieten gebracht worden. En omdat het aangenomen werk was, werkte je zestien uur per dag en dat zes dagen in de week. Als je dat kunt ben je fysiek sterk
68.
De zak van de drager lijkt zodanig vormgeven dat het associaties oproept aan een golfslag. Ook vanaf de zijkant doet een meandering van het linkerbeen de gedachte afglijden naar Den Grysen Oort die voor werk van de drager ging zorgen. De draagzak flabbert anderszins als een overstag gaand zeilschip, zodat de wind ook zijn rol speelt.
Een soortgelijke golfslag vinden we terug in ander werk van Joep Luijckx.
Op zijn presentatie van 'De Kaaiwerker' komen we ook nog "een golf" tegen dat de titel 'De modderleeuw' draagt
69.
Degenen die een rondleiding van de in Oude-Tonge geboren en getogen Henk de Vin hebben gehad, weten dat 'De modderleeuw' het bootje met slib is, dat bij het uitbaggeren van het havenkanaal het drab ver buiten de haven bracht.
Hij wist ook te vertellen dat er rond de haven wel zeven kroegen waren te vinden
70.
Dat is nu helaas niet meer zo, hoewel het plein uitermate geschikt zou zijn voor evenveel terrassen.
Het pand waarin dat voorheen als gemeentehuis diende heeft het zwaar.
Overzicht op de oude haven met oude schepen in 1927. Rechts achter het oude raadhuis (met torentje) / C.J. Steenbergh (fotograaf)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ST-1.956 (CC BY-SA 3.0)
Volgens een gevelsteen boven het centrale raam van het hoofdgebouw treffen we - in een andere stijl - het jaartal 1893 aan.
In het wapen dat erboven als gevelsteen in de muur is aangebracht, vinden we het jaartal 1742.
Van de recente geschiedenis van het pand is bekend dat het tot 1964 heeft het gefunctioneerd als raadhuis of gemeentehuis.
Na de verhuizing naar het nieuwe onderkomen, heeft het nog een korte tijd onderdak geboden aan de Gemeente-Ontvanger van Oostflakkee
71.
Later wordt er van het raadhuis woningen gemaakt. In 1981 stond het te koop en was de vraagprijs ƒ 92.500 k.k.
72 (€ 41.975). Het hoofdgebouw wordt geflankeerd door appartementen. Het zal op 3 maart 2023 weer van eigenaar wisselen. De vraagprijs was daarvoor € 675.000 KK
73.
Dit is trouwens een gemiddelde jaarlijkse inflatiestijging of waardestijging over 42 jaar van 6,8370136%.
De bel van het raadhuis is terechtgekomen in het streekmuseum Goeree-Overflakkee74. Of dit dezelfde bel is dat door het dorpsbestuur van Oude-Tonge is gekocht, samen met portretten van twaalf Romeinse keizers, uit de inboedel van Theodorus Bosch, die van 1720 tot aan zijn dood in 1741 de dominee was en sinds 1738 in de pastorie woonde is niet geheel duidelijk
75.
Het jaartal 1893 dat we boven het raam zien staan is het (ver)bouwjaar van het pand
76.
In het wapen met het jaartal 1742 kunnen we het wapen van Oude-Tonge herkennen.
Officieel wordt de blazoenering van dit wapen met groen-wit-groen als volgt beschreven: van sijnople, beladen met eene fasce van zilver. Hierbij is sijnople groen en de zilveren fasce, de dwarsbalk, wit
77.
De dwarsbalk is zowel aan de langskant als aan de kopse kant facet afgestreken.
Deze laatste toevoeging is belangrijk, wanneer we de oorsprong van wapen in ogenschouw nemen. Hiervoor moeten we terug naar de tijd van Grijsoord.
Het wapen van Grijsoord bestaat uit een groen (sijnople) wapenschild, met een dwarsbalk doorsneden. De dwarsbalk is uitgevoerd in twee kleuren. De bovenzijde van de langskant is ook wit (zilver). De onderzijde van de langskant is echter blauw (lazuur)
78.
In eerste instantie is het wapen van Oude Tonge hetzelfde als van de Heerlijkheid van Grysoord
79.
Het in 1610 gebouwde Dorps-Raadhuis, de Waag en het Gevangenhuis van Grysoord zaten vanaf 1742 achter een gevel, waarmee ook dit jaartal verklaard is. Het Raadhuis in het midden en aan weerszijden de Waag en het gevang. Het gebouw is voorzien van een klein torentje. In 1893 kreeg het gebouwencomplex het huidige neorenaissance-aanzien
80.
Het Gevangenhuis was hier gevestigd omdat de rechtbank van de hoge jurisdictie in Oude Tonge gevestigd zat in het hoofdgebouw. Het bestond toendertijd uit zeven leden, de zogenoemde mannen crimineel, die waren aangesteld door de baljuw van Voorne. Maar ook de middelbare jurisdictie zat in dit gebouw gevestigd, met zeven leden mannen der middelbare jurisdictie van Grijsoord, evenals de lage jurisdictie met een schout voor Oude-Tonge en een voor Nieuwe-Tonge met twee collegiën van schouten met elk zeven leden.
81.
De verbouwing van 1893 werd uitgevoerd door vier inschrijvers. Het timmerwerk werd door J. Hobbel uitgevoerd voor ƒ 1133. J. Kardux had voor ƒ 1785 ingetekend voor het metselwerk. Het smidswerk voerde W. Abresch uit voor ƒ 298,50. Het verfwerk werd tenslotte uitgevoerd door W. van Loveren voor ƒ 298.
De heer Mosterdijk te Sommelsdijk, die het plan en tekening had voorbereid, had het totaalbedrag op ƒ 3660,44 beraamd. De inschrijvers deden het voor ƒ 3514,50, waarmee ƒ 145,94 werd uitgespaard. J. Kardux werd als hoofd en leider van de uitvoering aangewezen door gemeenteraad
82.
Mosterdijk is architect C.J. Mosterdijk (1844-1924), die tevens van 1888 kerkvoogd was, vanaf 1898 president-kerkvoogd der NHK. Vanaf 25 februari 1889 werd hij regent en vervolgens 8 januari 1902 voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur en Weeshuis. Cornelis Jacob Mosterdijk overleed onverwacht in de avond rond 10 uur van 19 augustus 1924. Hij was 16 mei 1844 geboren als zoon van Jacob Mosterdijk en Jannetje van de Gevel. Hij was weduwnaar van Maatje Kastelein
83.
We verlaten de Kaai en kruisen de Molendijk - Oostdijk om over de Voorstraat naar de Kerkring te lopen.
Zo zien we dat ook Oude-Tonge een sleuteldorp is, dat ook wordt aangeduid als kerkring-voorstraatdorp84.
We treffen nog enkele gebouwen aan, waarbij de architect nog aandacht had voor gebruikt van verschillende kleuren baksteen. Dat uitstraling ook zonder dit kleurverschil kan bewijst het brede pand dat tussen twee panden staat met gele baksteen accenten. Door de toepassing van de meest arbeidsintensieve voeg en daardoor ook de meest prijzige, de geknipte voeg
85, wordt de statigheid extra geaccentueerd.
Het tweede pand dat geaccentueerd is met gele baksteen heeft een schijnbare overeenkomst met het wit geschilderde pand, dat ernaast staat en is voorzien van schijnvoegen, de imitatievoeg
86.
Bovenin heeft het pand van rood en gele baksteen een raampje zitten, met twee langwerpige ramen boven elkaar geplaatst. Het witte pand heeft een iets langwerpiger gebruikt. Deze zijn echter naast elkaar geplaatst. Het geeft echter een volstrekt andere uitstraling.
De panden zijn bijna allemaal rond 1860 gebouwd.
Gezicht op de Voorstraat te Oude-Tonge / onbekend (fotograaf) 1880-1905 [eigen schatting]
daglichtcollodiumzilverdruk, h 99mm × b 129mm
bron: Rijksmuseum Amsterdam RP-F-F19304 (CC0 1.0)
Het eerste pand dat we tegenkomen en gebouwd is met rood en gele baksteen is echter geplaatst rond 1890
87.
De laatste twee panden aan het einde van deze kant van de straat is een "twee onder een kap" uit 1910. Het ver uitstekende dak kenschetst de afwijkende stijl dat meteen doet denken aan de chaletstijl.
Ze zijn gedeeltelijk gepleisterd, beide delen zijn wit geschilderd, en zijn met rationalistische details uitgevoerd
88.
Op het "Gezicht op de Voorstraat te Oude-Tonge" staan alle panden van rond 1860 ook. Alleen de laatste twee panden zijn verdwenen en vervangen door de "twee onder een kap".
We treffen op het "Gezicht" rondom de kerk nog een hekwerk aan. De toren ontbeert op de oude foto de huidige uivormig torenspits.
Twee eeuwen geleden werd de Kerkring nog De Ring genoemd. Het werd toen aan de oostzijde, waar de oude begraafplaats lag, half omringd door een gracht . Dat verklaart mogelijk de aanwezigheid van het hekwerk dat in 1831 werd geplaatst. Aan de zijde van de Voorstraat - zoals we op de oude foto kunnen zien - was het hekwerk van ijzer. Aan de kant van de toren was het hekwerk echter van hout. Naar het kerkhof toe, lag er een brug over de gracht
89. Volgens de Kadastrale kaart 1811-1832 lagen er zelfs twee bruggen over de gracht. De bebouwing - dat later met een oneven getal zal worden aangeduid - is net als de gracht verdwenen.
Er zijn echter wel particuliere ideeën en plannen om de brug - weliswaar in het gras - terug te (laten) plaatsen
90.
Oostgevel en noordgevel met aangebouwde sacristie van de kerk op omgracht terrein en huisjes aan de westzijde / C.J. Steenbergh (fotograaf)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ST-1.955 (CC BY-SA 3.0)
De gracht, waarin stilstaand water stond en waarop riolen op uitkwamen, verspreiden met warm weer in de zomer een "verderfelijke lucht". De gemeenteraad besloot in 1935-'36 om de gracht te dempen. Ook werden toen de huisjes aan de westzijde afgebroken. Bijzonder is dat voor de demping de onderste gedeelten, de stobben, van de bomen uit het Oude Tongse bos dat bij de 2e Groeneweg lag, werden gebruikt. Dit werd gedaan in het kader van de werkverschaffing. Een week ervoor hadden 112 werklozen zich voor arbeidsbemiddeling gemeld. Aan het begin van de zomer van '36 werden de bomen aan de ring gerooid, om te kunnen beginnen met het leggen van een riolering.
Kritische noten over deze gang van zaken horen we ook. Heemschut-secretaris, architect A. A. Kok, vraagt zich af waarom eerst de gracht waarop riolen uitkomen gedempt worden, om vervolgens een rioleringsstelsel te gaan aanleggen. Men had ook het laatste kunnen doen, zodat de kerkgracht in de dorpen waar deze gedempt zijn, gewoon open hadden kunnen blijven
91.
De naam Kerkring komen we vanaf 1897 tegen in de pers. J. de Korte Sz plaats voor zijn winkel met schildersmaterialen een advertentie
92.
Het jaar erop ligt er vanaf 28 februari 1898 het bestek en tekening van de bouwkundige P. Mast Pz. uit Sommelsdijk ter inzage bij de secretarie van de Gemeente Oude Tonge met het doel om de toren verder te repareren. Uiteraard dient deze oproep om te komen tot een aanbesteding van dit project
93.
Het Dorp Oude Tonge / Anna C. Brouwer fec.94
bron: De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - afbeelding
De geschiedenis van deze kerk (31708) met toren (31709) start in 1492, wanneer het kerkgebouw voltooid is. Het zou aan Maria zijn gewijd. Er was in 1339 al sprake om - in opdracht van Graaf Willem de IV - een kerk te bouwen. De uitvoering liet dus nog even op zich wachten. Datzelfde jaar 1492 staat ook op een grafzerk dat in het koor ligt. In 1504 heeft Floris van Tol hier als pastoor bedient. Als Rooms priester ligt hier sinds 1514 Leonard Wouterse begraven
95.
Halverwege de negentiende eeuw is een zerk met het jaartal 1502 na de vernieuwing van de kerk in 1831 tegenover de ingang komen te liggen
96.
Een ander bijzonder onderdeel van de kerk is ook nog steeds aanwezig en zichtbaar. Het wordt weliswaar niet meer als zodanig gebruikt - er staat nu een verwarmingsketel in - maar heeft eeuwen dienst gedaan als de zoetwatervoorziening van de dorpsbewoners.
aangebouwde sacristie met (niet zichtbaar) de kelder / G.J. Dukker (fotograaf). - 08-1978
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 197.724 (CC BY-SA 3.0)
Naast de sacristie en koor is tijdens de bouw van de kerk een tras gerealiseerd. In deze kelder werd het hemelwater opgevangen dat via de daken werd verzameld en hier naartoe werd geleid. De kelder is via een trap in gang bij sacristie bereikbaar. In deze kelder treffen we nog steeds de romaanse gewelven aan, die er vanaf de start van de bouw liggen
97.
Tras is in beginsel fijngemalen tufsteen dat in verbinding met vette kalk gebruikt kan worden als metselspecie. Het heeft als eigenschap zowel in de buitenlucht als onder water zeer hard te worden. Ideaal dus om een waterbak of kelder mee te metselen. Het water dat hieruit geput werd noemde men daarom ook weleens traswater
98.
Merkwaardig genoeg komt halverwege de achttiende eeuw, om precies te zijn in 1742, het nieuwe portaal af. We kijken er nu naar en zien de herinneringsteen "Anno 1742" in de fraai gemetselde gevel zitten
99.
De meerkleurige kielboog - dat overeenkomsten vertoond met de omgekeerde kiel van een schip - heeft onder het bovenste ornament bijzonder vlechtmetselwerk. Het vlechtwerk is er - niet zoals eronder - verticaal op elkaar afgestemd of zoals tegenwoordig weleens gebeurt, met de koppenlagen op de vlechting afgestemd, maar loopt horizontaal zigzaggend in elkaar over. Hierbij moeten de bakstenen onder een complexe hoek nauwkeurig zijn afgehakt, gezaagd of geschaafd. Gelukkig zijn het er maar een paar die zo behandeld moesten worden
100.
Er werd dus druk gebouwd in die periode, aangezien ook het raadhuis toen zijn gesloten gevel kreeg.
Aan het einde van de achttiende eeuw staat er op het vierkante dak "een extra fraaie en meerendeels open Koepel [...] pronkende dezelve van buiten met Uur- en Wind Wyzers, en van binnen met een schoon Uurwerk en zeer goede Klokken"
101.
Hoewel Anna Catharina of Cornelia Brouwer, de maker de ets, bekend staat als een kwalitatief goede etser en tekenaar, houdt ze kennelijk ook van af en toe een geintje.
Zo treffen op het ovaaltje van Zwijndrecht een merkwaardig wapen aan, twee heugels zijn gespiegeld.
En, zoals we in het midden in het ovaaltje van Oude-Tonge kunnen zien is de 'zwevende toren' op zijn minst bijzonder te noemen!
Misschien verbeeldt ze hiermee de merkwaardige tijdlijn van de bouw van de Onze Lieve Vrouw Hemelvaart kerk uit
102.
De koepel met uivormige spits - dat niet als zodanig zichtbaar is op de tekening van Brouwer, maar (volgens sommige bronnen) wel op oudere bekende tekeningen - werd in 1812 verwijderd in opdracht van de Fransen. Ze gebruikten het torenplateau - net als in andere plaatsen - als telegraafinrichting
103.
De reconstructie van de toren - de toevoeging van de sinds 1812 verwijderde onderdelen - startte in 1966. Het kreeg toen weer een spits. In 1998 bleek - na een technisch onderzoek door de architect Ir. A. van der Zwan uit Middelharnis - dat het hout van de spits onder het lood was aangetast door huiszwam. Het gemeentebestuur wilde geen risico lopen met de stormperiode voor de deur en liet de spits weer verwijderen. Het zou wegens beperkte middelen weer enige tijd duren voordat de benodigde financiën gevonden waren. Klokslag 10 uur op woensdag 16 oktober 2002 werd de nieuwe uivormige spits van circa 1800 kilo naar z'n plaats gehesen, waarvoor wethouder De Vries van de gemeente Oostflakkee het sein gaf
104.
Wanneer we aan de noordzijde verder lopen treffen we bij een achterwaarts geplaatste woning aan de Kerkring een opvallende schuur uit 1900
105. De schuur met mansardedak of mansardekap, vernoemd naar de 17e-eeuwse Franse architect Francois Mansart
106, valt op door zijn drie naar buiten openslaande deuren op de eerste verdieping.
Een ander pand tegenover de toren aan de westzijde van de Kerkring valt eveneens op om een soortgelijke reden.
Het eerste pand in de - voor gemotoriseerd verkeer verboden - Kerkstraat valt door iets ander op. In dit voormalig winkelpand zat een hoekdeur met een fraai trapsgewijs bouwconstructie erboven.
Het pand staat op het perceel dat op de hoek met de Agterweg
stond. Deze weg bestaat niet meer.
De bewoners van het pand dat hier voorheen stond, het huidige pand is van 1958
107, waren in april 1942 het slagersgezin Meijer Marcus Cohen (1886-1942), Sohia Cohen-Rosenberg (1885-1942), Jacob (Jaap) Cohen (1917-1965) en Louis David Cohen (1920-1943). Drie van dit gezin zijn door de Duitse bezetters opgepakt, afgevoerd en in Mauthausen, Auschwitz en Vught vermoord
108.
advertentie van M. Cohen in "Vooruit!", 1-12-1915
bron: Krantenbank Zeeland "Vooruit!" 1-12-1915
M.M. Cohen kreeg aan het eind van 1915 een vergunning om een vleeschhouwerij op te richten.
De twee zoons moesten na schooltijd meteen naar huis om te helpen met schoonmaken en het bezorgen van de bestellingen.
In '33 kregen de knecht en zoon J. Cohen een auto-ongeluk bij Den Bommel, waarbij de auto total loss was. Beide kwamen er met relatief lichte verwondingen vanaf. De knecht L. Machielse had een zware hersenschudding. Zoon Jacob - de enige uit het gezin die de holocaust zou overleven, omdat hij na zijn oproep voor transport op 14 augustus 1942 meteen onderdook en na evacuatie in 1953 via Purmerend in Amsterdam zou terechtkomen - had lichte verwondingen aan arm en gezicht. In de crisisjaren '30 kon men tegen inlevering van de weekbonnen rundvlees in blik verkrijgen bij slager M. Cohen in de Kerkstraat.
Na WOII treffen we slagerij Cohen aan in een artikel uit 1950 dat de slagerij ter gelegenheid van de electrificering "fijne vleeswaren en prachtig opgemaakt rund- en varkensvlees van eigen geslacht vee" tentoonstelt. Zoon Jacob had twee weken na de bevrijding een nieuwe zaak geopend. Ook kan het publiek een grote koelkast in vol bedrijf zien
109.
We maken ons rondje om de kerk en eerste kennismaking met Oude-Tonge af, door via de Nieuwstraat terug te lopen naar de wagen.
In de straat zijn onlangs een aantal panden onder handen genomen en staan er zodoende weer fraai bij.
Ook de OLVH-kerk of Onze Lieve Vrouw Hemelvaart-kerk (521890) dat tussen 1897 en 1898 is gebouwd, komen we hier tegen. Deze pseudo-basiliek is gebouwd door de aannemer Jac. Groenendaal uit Hilversum naar een ontwerp van Josephus Thedorus Joannes Cuypers oftewel Jos Cuypers (Roermond, 10 juni 1861 - Meerssen, 20 januari 1949)
110.
Op dag 3 bezoeken we nogmaals Oude Tonge .
We rijden vanaf de Kaai via de Oostdijk naar de N498, om over (de parallelbaan) de Magadalenadijk naar Zuidzijde te rijden.
noten:
1.
Landschappen in Zuid-Holland / Hans Oerlemans. - Den Haag : Provincie Zuid-Holland / Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, 1992. - ISBN 90-399-0187-2. - p. 200-201;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Oude Tonge, Zuid Holland / L. v. Wolfswinkel MIN08151VK1;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Oude Tonge, Zuid Holland, sectie B, blad 02 / W.J. van Campen MIN08151B02;
2.
Delpher:
Algemeen Dagblad, 28-08-1980 op stap / Jan van Gelderen. - Ruilverkaveling bedreigt kreken : Strijd om Flakkee : Zorgen om uniek stukje natuur;
3.
Oude-Tonge, Hoofdstuk 3 Analyse van het plangebied, 3.1 Ontwikkeling en karakter Landschappelijke vorming;
4.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Zesde deel: I-K. - 1845. - p. 641;
5. Analyse KRW-waterlichamen / S. Sollie, E.C. Visser . - Utrecht : Tauw, 2013 [titel titelpagina: Watersysteemanalyse KRW-waterlichamen in het beheergebied van NL 19_48 Groote Kreek]. - p. 11-13, 24;
7.
Sint Christoffelparochie - Halsteren Geschiedenis;
Bevesting dat Halteren inderdaad Halsteren moet zijn, wordt gevonden in:
Weekblad van het regt, 28-11-1907, No 8607 p2 k1 Eerste Kamer Zitting van den 3 December 1906;
Weekblad van het regt, 17-06-1909, No 8850 p3 k1-k2 Eerste Kamer Zitting van den 27 April 1908;
8.
Met dank aan de Protestantse Gemeente Halsteren - Nieuw Vossemeer, Martine van de Velde-van de Merbel en de organist op facebook-Messenger 16-17 augustus 2023;
Gebouwhoogte van Nederland Toren van Halsteren 33,18m en 30,73m (waarschijnlijk zonder kruis met windvaan) - Sint-Martinuskerk;
Mogelijke papieren bron: St. Martinuskerk Halsteren, 1252-2008 : de geschiedenis van een kerkgebouw door de eeuwen heen / Wim Stuij. - Halsteren : Protestantse Gemeente, Halsteren/Nieuw-Vossemeer, 2008 (herziene uitgaven; 1e uitgave 2002);
10.
Weekblad van het regt, 17-06-1909, No 8850 p3 k1-k2 Eerste Kamer Zitting van den 27 April 1908;
In dit artikel wordt ook gesproken over de werkelijke grens van Grijsoords gebied, volgends de Kaarte van het eyland Overflakkee / D.W.C. Hattinga en A. Hattinga uit 1753 "De heerlykheit van Grysoort genaamt de Oude en Nieuwe Tonge". De Lodewijksweg is hierbij de grensweg zijn, scheidende de polders Lodewijk en Anna Wilhelmina. De polder Anna-Wilhelmina behoort bij de gemeente Ootgensplaat (28 - Polder Anna-Wilhelmina gem. Ooltgensplaat.). De huidige Lodewijksweg is nu deels hernoemd tot Heereweg. We mogen concluderen dat de Kranendijk en de daaraan bijna parallel lopende Lodewijksweg niet dezelfde weg is, maar een kilometer van elkaar verwijderd liggen.
Dit lost echter niet het probleem van de sterk afwijkende richtlijn op de toren van Halsteren op.
Wel zou het juist de toren van Tholen aanwijzen!
In dezelfde "Opmerkende" staat zelfs een regel, die bij wijze van spreken nog meer olie op vuur gooit: 'Ook zouden in geen geval de in dwaling neergeschreven woorden "raaiende op den toren van Halsteren"'. Dit citaat komt uit een brief van de Minister, die een hoge Staatsambtenaar aanhaalt.
In feite staan we nu met lege handen, aangezien er geen vervanging genoemd is!
11. Analyse KRW-waterlichamen / S. Sollie, E.C. Visser . - Utrecht : Tauw, 2013 [titel titelpagina: Watersysteemanalyse KRW-waterlichamen in het beheergebied van NL 19_48 Groote Kreek]. - p. 11-13, 24;
12. KRW - Waterlichamen Planperiode 2021-2027 / P.A. Quist. - Ridderkerk : Waterschap Hollandse Delta, 2020. - p. 4/38 + 22/38-23/38 (in: Samenvatting van het ontwerp Stroomgebied Beheerplan 3 - KRW-waterlichamen in het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta);
13.
De Nederlandse Gemalen Stichting De Eendracht;
17.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 september 2001 | pagina 4 Gemeentehuis Ooltgensplaat, d.d. 1616 krijgt nieuwe eigenaar Project Suijssenwaerde;
18.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 september 2001 | pagina 31 Vaart in project Suijssenwaerde / Ali Pankow;
22.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 oktober 2006 | pagina 15 Oude-Tonge krijgt ophaalbrug / Gert van Engelen [foto ophaalbrug];
26.
Archieven.nl 3084 De Suyspolder, 1659-1890 > Inleiding > 3. Geschiedenis van de Suyspolder 1647-1890;
Zie voor geslacht Suys: Inventaris van de archieven van de ambachtsheerlijkheid Grijsoord 1410-1984; de hoge heerlijkehid Klinkerland 1506-1809; het Oude Vrouwenhuisje te Oude Tonge 1616-1981 / G.M. van Aalst, M.M. Warning (editor). - Den Haag : Rijksarchief van Zuid-Holland, 1994. - p. XXVII e.v.;
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Tiende deel: S. - 1847. - p. 839;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 juli 1961 | pagina 1 De Hervorming op ons eiland : 4;
30.
Watersnoodmuseum Slachtoffers;
1835+1 Plaats van overlijden van de slachtoffers;
Krantenbank Zeeland:
Rotterdams Nieuwsblad | 30 januari 1954 | derde blad pagina 1 Een jaar geleden kwam het grote onheil : Flakkee tevreden;
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 9 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
31.
Krantenbank Zeeland:
Nieuwe Zuid-Hollander - Dagblad voor Gouda en omstreken | 9 februari 1953 | pagina 2 Rode-Kruis Colonne weer thuis : Voortreffelijk werk verricht;
Rotterdams Nieuwsblad | 30 januari 1954 | derde blad pagina 1 Een jaar geleden kwam het grote onheil : Flakkee tevreden;
32.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 juni 1953 | pagina 2 Te Oude Tonge is groot woningbouwplan gereed : 200 huizen met straten en wegen in het vooruitzicht;
33.
Informatiebord Wandelroute Oude-Tonge 3,8 km (15);
Natura2000 Bruine Bank;
Wikipedia Bruine Bank;
48.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 februari 1986 | pagina 6 De Ramp (1983)
In dit bericht staat onder het gedicht en dagtekening "(Braber)". Dit zou kunnen suggeren dat dit de dichter is die de tekst heeft geschreven.;
67a.
met dank aan Piet de Korte, mailcontact 1-3 februari 2024 en Auke Hut;
Beurtvaart Bergen op Zoom - Oude-Tonge (circa 1860 - 1922) / Piet de Kort Janzn (in: Binnenvaart, Jaargang 2014, aflevering 3, p. 21);
67b.
met dank aan Piet de Korte voor de reconstructie van het jaartal, mailcontact 5 februari 2024 en Rinus van der Jagt;
70.
Havenkanalen : De levensaders van weleer / Kees van Rixoort, Jaap Reedijk (foto) (in: TOF magazine, zevende uutgaeve, 13 december 2018);
71.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 februari 1968 | pagina 3 Bekendmaking Gemeente Oostflakkee;
74.
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 juni 2001 | pagina 9 Het streekmuseum Goeree-Overflakkee (2) / J.J. van Nimwegen;
75.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 2005 | pagina 21 Historisch hoekje Een kijkje in de pastorie van Oude-Tonge / E. Lassing-van Gameren;
De getoonde klok uit de collectie Klokkenvordering 1942-1943 (KLV-KB-Film-I-02) uit 1768, gegoten door Pieter Bakker Rotterdam betreft dus een andere klok uit het Gemeentehuis / Raadhuis van Oude Tonge;
78.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - p. 5;
79.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - p. 6;
80.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - p. 22; Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 395; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
189-190;
82.
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 15-04-1893 Binnenland [k2a15];
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode 14 april 1893 | pagina 5 Gemeenteraad. Oude Tonge.;
83.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode 31 mei 1895 | pagina 3 Aanbesteding. Stad aan 't Haringvliet.;
Onze Eilanden 23 augustus 1924 | pagina 4 Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode 23 augustus 1924 | pagina 4 Cornelis Jacob Mosterdijk;
Maas- en Scheldebode 23 augustus 1924 | pagina 5 familiebericht;
Bevolkingsreconstructie Goeree-Overflakkee Cornelis Jacob Mosterdijk;
84. Centrumvisie Oude-Tonge : Dorpsraad, bewonders, ondernemers en gemeente geven samen kwaliteitsimpuls aan het centrum van Oude-Tonge / Laura Heindijk. - Gemeente Goeree-Overflakkee, 2022. - p. 5/15;
88.
BAG 0580100000241519;
BAG 0580100000241520; Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 395;
89. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
191;
Hervormde kerk Oude-Tonge beschrijving n.a.v. het boekje van Bas Wijnands Beschrijving van de Hervormde Kerk te Oude-Tonge / Jan Verduin m.d.a. Eva Lassing; Bas Wijnands (uitgave 1969). - 2016. - p.34
Hierin staat vermeldt dat de westzijde in 1872 werd gedempt, mede omdat de beschoeiing en het water slecht was. Er werden vervolgens huizen geplaatst. Dit komt echter niet overeen met de Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Oude Tonge. Hierop staan namelijk al de huizen en is de westzijde al gedempt;
90. Centrumvisie Oude-Tonge : Dorpsraad, bewonders, ondernemers en gemeente geven samen kwaliteitsimpuls aan het centrum van Oude-Tonge / Laura Heindijk. - Gemeente Goeree-Overflakkee, 2022. - p. 12/15;
91.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 6 juni 1936 | pagina 2 Oude Tonge;
Maas- en Scheldebode | 27 juni 1936 | pagina 2 Oude Tonge;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 juni 1936 | pagina 2 Oude Tonge;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 april 1958 | pagina 1 De Oude Tongse Kerkring 50 jaar geleden [met foto Kerkring gracht];
Hervormde kerk Oude-Tonge beschrijving n.a.v. het boekje van Bas Wijnands Beschrijving van de Hervormde Kerk te Oude-Tonge / Jan Verduin m.d.a. Eva Lassing; Bas Wijnands (uitgave 1969). - 2016. - p.34
Kranten Regionaal Archief Alkmaar:
Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 5 december 1936 | pagina 22 Verdwijnende Kerkringen;
92.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 1897 | 12 maart 1897 | pagina 4 J. de Korte Sz.;
94.
rkd Anna Catharina Brouwer;
Retroxl Anna C. Brouwer kopergravure (ged. Amsterdam 19-6-1772 – gest. Amsterdam?);
Honderd jaren Nederlandsche schilder- en teekenkunst : De Romantiek met voor- en natijd (1750-1850) / P.A. Scheen. - Den Haag : Uitgevers-Bureau "Boek en Periodiek", 1946. - p. 52: Ze heette Anna Catharina of Cornelia;
95.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - p. 7-8;
97.
Hervormde kerk Oude-Tonge beschrijving n.a.v. het boekje van Bas Wijnands Beschrijving van de Hervormde Kerk te Oude-Tonge / Jan Verduin m.d.a. Eva Lassing; Bas Wijnands (uitgave 1969). - 2016. - p.35-36
98.
Groot woordenboek der Nederlandse taal : Derde deel S-Z / Van Dale. - Utrecht : Van Dale Lexicografie, 1984. - ISBN 90-6648-404-7. - p. 2975 I. 1. en 3.;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 13 november 1920 | pagina 4 Den Bommel.;
101.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - p. 9-10;
102.
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel I ('t Eiland van Dordrecht, de Hoeksche waard, de Zwijndrechtsche waard, de Riederwaard, en 't Land van IJsselmonde) / L. van Ollefen. - Amsterdam : H.A. Banse, 1793. - titelpagina Zwijndrecht;
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - titelpagina Oude Tonge;
103.
Hervormde kerk Oude-Tonge beschrijving n.a.v. het boekje van Bas Wijnands Beschrijving van de Hervormde Kerk te Oude-Tonge / Jan Verduin m.d.a. Eva Lassing; Bas Wijnands (uitgave 1969). - 2016. - p.32;
Hervormde Gemeente Oude Tonge Kerkgebouw Geschiedenis van het kerkgebouw - Het kerkgebouw;
104.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 oktober 2002 | pagina 1 Oude Tongse toren heeft spits weer terug;
109.
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1 december 1915 | pagina 5 Oude Tonge.;
Onze Eilanden | 26 juli 1933 | pagina 3 Den Bommel. Ernstig auto-ongeluk;
Maas- en Scheldebode | 6 juni 1934 | pagina 2 Oude Tonge.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 september 1950 | pagina 4 Middenstandstentoonstelling te Oude Tonge : Ter gelegenheid van de electrificering Slagerij Cohen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 juli 2002 | pagina 6 Dorpse Gebeurens Oude-Tonge, eind 20-er jaren van de vorige eeuw (deel 4) / Johannes van Maurik;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 juni 2007 | pagina 10 Een verdwenen gemeenschap Schetsen van Joodse families op Goeree-Overflakkee : Familie Cohen, Kerkstraat 1, Oude Tonge (deel 1) / H. Talsma;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 juli 2007 | pagina 6 Een verdwenen gemeenschap Schetsen van Joodse families op Goeree-Overflakkee : Familie Cohen, Kerkstraat 1, Oude Tonge (deel 2) / H. Talsma; Stambomen van Nederlands Joodse families / Bertha en Max van Dam;
Vrouw en kind | 1953 | Janneke Ducro-Kruijer, Oude Tonge
Watersnoodmonument, Oude Tonge
Watersnoodmonument, Oude Tonge
Herinneringssteen Lodewijk N. van Polanen, Oude Tonge
polders kamer, Oude Tonge
Kaai, Oude Tonge
Kaaigast | 2016 | Joep Luijckx, Oude Tonge
Kaai, Oude Tonge
voormalig gemeentehuis, Kaai, Oude Tonge
Voorstraat ±1890, Oude Tonge
Voorstraat ±1860, Oude Tonge
Voorstraat ±1860, Oude Tonge
Voorstraat ±1860, Oude Tonge
Voorstraat ±1910, Oude Tonge
portaal (1742) bij kerk (1499), Oude Tonge
Kerkring, Oude Tonge
Kerkring, Oude Tonge
Kerkstraat, Oude Tonge
Nieuwstraat, Oude Tonge
OLVH-kerk, Nieuwstraat, Oude Tonge
Nieuwstraat, Oude Tonge
Zuidzijde
Op de grens - waar we de Heerenweg en Magdalenaweg kruizen - gaat de Magdalenadijk opeens Provincialeweg heten. We stoppen hier even omdat we vanaf het moment dat we op de Magdalenadijk rijden af en toe in ons linkerooghoek een toren zien opdoemen. In de verte - ruim anderhalve kilometer verderop - staat inderdaad een toren, dat er uitziet als een watertoren. We zullen het zo meteen vast van dichtbij kunnen bekijken.
Wanneer we een kleine kilometer verder zijn gereden, draaien we de Provincialeweg af en rijden de Schoolweg op. We treffen hier - net als op Ooltgensplaat - een Boutweg aan. Hieraan staat de Julianahoeve, dat een licht verfraaide gevel heeft. Het heeft een krans aan voordeur hangen, dat even doet denken aan kaatskransen elders in ons leefgebied. De woonboerderij stond begin dit jaar in de verkoop voor € 695.000,- k.k., waarbij het staat op een riant perceel van maar liefst 7.800 m2 eigen grond
1.
Om iets meer over deze Julianahoeve te weten komen, moeten we eerst iets meer weten over de naamdrager en over de plek waar het staat. De buurtschap Zuidzijde komt vaak voor in ons leefgebied. Ook de Julianahoeve is niet uniek.
Wanneer we aannemen dat het een vernoeming is naar de prinses met deze naam, te weten Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, hertogin van Mecklenburg, prinses van Lippe-Biesterfeld - ze leefde van 30 april 1909 tot en met 20 maart 2004
2 - dan kunnen we concluderen dat de hoeve op zijn vroegst pas sinds 1909 deze naam droeg.
Essentieel is om te weten dat de hoeve in Polder Den Grooten Blok ligt
3, dat eertijds ook wel Groote-Blok-polder4 en Grooten-Blokschenpolder5 werd genoemd. Deze polder is na de splitsing van de gemeente in 1812 opgedeeld tussen de verzelfstandigde gemeente den Bommel en Ooltgensplaat
6.
De huidige Blokseweg werd de scheidingsweg door de Polder Den Grooten Blok tussen beide (nieuwe) gemeenten, zodat de gemeente Den Bommel de gemeente Ooltgensplaat aan de oostzijde volledig omsloot
7.
In de hoek van de Schoolweg en Boutweg - ten tijde van de scheiding nog Blokweg en Tweeden Boutweg genoemd - stond nog geen bebouwing
8.
In het telefoonboek van januari 1940 blijkt de Julianahoeve te Achthuizen telefoonnummer 83 van Oude Tonge te hebben. De bewoner is J.C. de Wit. Tien jaar later is dit nog steeds het geval.
Enkele maanden na de beëindiging van WOII is J.C. de Wit van de Julianahoeve in Achthuizen op zoek naar een kinderfietsje. Hij wil dit eventueel ruilen voor voedsel of kachelhout. Deze J.C. de Wit komen we tegen als voorzitter van de Veehouderskringen Goeree Overflakkee en hij blijkt lid van de Katholieke Land- en Tuinbouwbond (L.T.B.).
Het lijkt erop dat hij tevens in het bestuur zit van de Vakgroep Akkerbouwers van dezelfde bond.
J.C. de Wit komen we in 1925 voor het eerst tegen in Achthuizen.
Tijdens een crisisvergadering van de boerenbond in West-Friesland, dat te Haarlem op dinsdag 3 januari 1933 werd gehouden, deed hij "eenige mededeelingen over den steun aan de vlasteelt." Het H.B. stelt een commissie in om de vlassteun nader te onderzoeken. Een jaar later, op donderdag 11 april 1935, zal hij een inleiding houden over "De akkerbouw" tijdens de algemene vergadering van de L.T.B. in het St. Bavogebouw in de Smedestraat in Haarlem. In zijn inleiding zal spreken over de in eerste instantie succesvolle tarwewet die echter zijn glans heeft verloren, om vervolgens de problematiek van de diverse producten de revue te laten passeren.
Die dag zal hij ook als nieuw lid van het bestuur worden gekozen
9.
Jacobus Cornelis de Wit wordt op 9 oktober 1898 geboren in Den Bommel. Zijn ouders zijn Leendert Cornelis de Wit en Johanna Pieternella Jacobs
10.
Zijn ouders Leendert en Johanna waren zo'n vier jaar eerder, op 11 augustus 1894 te Ooltgensplaat getrouwd. De ouders van Leendert waren Cornelis de Wit en Cornelia Wilhelmina Cornelia de Bie. De ouders van Johanna waren Jacobus Jacobs en Anthonia van Oorschot
11.
Leendert Cornelis de Wit werd in de zomer van 1902 benoemd tot gezworene van den polder Den Bommel. In de zomer van 1908 zal dit nogmaals bij Koninklijk Besluit gebeuren
12.
Jacobus Cornelis de Wit trouwt als 27-jarige op 29 oktober 1925 te Halsteren met de op 3 oktober 1901 geboren en 24-jarige Maria Philomena Bovée. Ze heeft nog een derde voornaam, dat begint met een A.
13
Waar ze gaan wonen of waar Jacobus Cornelis de Wit voor zijn huwelijk woonde wordt niet duidelijk.
In het voorjaar van 1928 biedt hij een ½ H.L. ontsmet lijnzaad van de Friesche witbloei te koop aan. Hierdoor wordt duidelijk dat hij zelf ook in de vlasteelt zit. Hij is dan woonachtig in Achthuizen
14.
We nemen aan dat ze dan inmiddels op de bewuste boerderij wonen.
Een oudere huisaanduiding van de Julianahoeve, ook wel geschreven als Juliana Hoeve, is voordat het Boutweg 1 werd, B 115 Achthuizen. Het werd in 1954 ook aangeduid als Boutweg B 115
15.
Het secretariaat van Stichting Landbouw is in 1946 gevestigd en bereikbaar op het adres B 115 Achthuizen
16.
Hoewel we nu het een en ander over de familie De Wit te weten zijn gekomen, zijn de beginvragen nog steeds onbeantwoord. We weten nog steeds niet wanneer de boerderij is gebouwd en wanneer het de naam Julianahoeve ging dragen.
Sommige bronnen noemen 1900 (en schuur 1908) en 1903 als bouwjaar. Opmerkelijk is dat er kennelijk in 1903 brand is gesticht bij De Wit - wie met deze De Wit wordt bedoeld, blijft onbenoemd
17.
Bewoning lijkt er op deze plaats al eerder te zijn. De Bonnekaart van 1881 laat een of de boerderij al zien
18.
Het telefoonboek uit 1940 is het eerste document waarin de Julianahoeve als zodanig wordt genoemd, voor zover het tot nu gevonden is
19.
Hun vierde kind en zoon P. de Wit, P. J. M. de Wit of voluit Piet de Wit neemt de boerderij de Julianahoeve te Achthuizen over van zijn vader. Hij trouwt met A.J.M. van den Eijnden, dat ook als Van den Eynden voorkomt. Het gezin Piet en Alice zoekt in het voorjaar van 1957 een boeren- of tuindersmeisje voor hulp in de huishouding. Ze krijgen in maart 1961 er hun dochter Maria Jacoba Jozepha de Wit
20.
Zijn vader komt te overlijden op 11 september 1980 en zijn moeder op 27 september 1981
21.
Wanneer ze zelf de Julianahoeve hebben verlaten wordt niet duidelijk. Ook de betekenis van de cirkelvormig door vier bindsels bijeengehouden krans in de muur blijft in nevelen gehuld.
Het doet denken aan een reddingsboei met een twaalfbladig rozet van spiegelsymmetrische vijfhoeken dat gehecht is aan een hexagoon.
Of het nog iets symboliseert of betekent, kunnen we niet achterhalen.
We rijden verder over de Schoolstraat, dat meteen zichtbaar stijgt. Deze weg, dat voorheen de naam Blokweg
22
droeg en later de Zuidzijdseweg dat in 1859 zijn eerste grindlaag kreeg
23, gaat hier met een viaduct over de N59.
Dit traject van de N59 tussen Den Bommel en Oude-Tonge, waarvoor de eerste werkzaamheden in 1986 starten, ligt hier (in aanbouw) sinds 1991, al is het pas operationeel in 1999 op de kaart ingetekend
24.
Tussen 1959 en 1960 kreeg het wegdek van de "Schoolweg" een verbetering
25.
De dubbele benaming voor deze weg - Schoolweg en Zuidzijdseweg - komt door het pand dat we aantreffen in de oksel van de Schoolstraat en Tilsedijk.
Hierin was in 1884 een school gesticht. In 1915 was dhr. A. Stolk hier hoofd van de school. In die periode waren er op deze openbare school 51 leerlingen. Mej. A.C. van Toen wordt op haar verzoek ontslag verleend. Mej. A. Joh. v. Beek uit Breda zal zo spoedig mogelijk de nieuwe onderwijzeres worden.
Het schoolklasje van Achthuizen is te bewonderen in het Streekmuseum te Sommelsdijk, zoals wij op Dag 3 zullen doen.
T. de Jong uit Cillaarshoek zal eind 1917 hoofd van de school worden.
In 1930 krijgt Mej. A.A. 't Hart op haar eigen verzoek ontslag vragen als onderwijzeres. Het gemeentebestuur maakt hiervan het meest eervolle ontslag. Ze zal tijdelijk vervangen worden door de "kweekelinge met akte" mej. W.J. van Koppenhagen.
Wegens gebrek aan leerlingen in de gemeente wordt er in de gemeenteraad in 1935 gesproken over de opheffing van een school, waarbij het oog valt op de O.L. School no II. Uiteindelijk zal de opheffing bij Koninklijk Besluit van 11 oktober 1935, no. 33 bevestigd worden en zal het per 1 november 1935 zijn opgeheven. Het werd toen een boerderij
26.
Wanneer we bij deze voormalige school linksaf de Tilsedijk oprijden, staan we na 150 meter voor de watertoren.
De watertoren is in 1934 gebouwd naar een ontwerp van MABEG. Het heeft een achtzijdige schacht. De zestienzijdige bovenbouw met koepeldak is licht expressionistisch te noemen. Jan van der Welle was verantwoordelijk voor de uitvoering van het metselwerk. Zo wordt het gewapend beton verhuld, waarin twee reservoirs geplaatst zijn. Deze hebben elk een inhoud van 200m3. De reden van deze verdubbeling is dat de ene dan schoongemaakt kan worden, terwijl de andere in gebruik is.
De bodem van de reservoirs liggen op 28,7 meter boven het maaiveld. De hoogte van de toren is 44 meter boven het maaiveld.
De eerste paal van de totaal 260, met een gemiddelde lengte van 16 meter, werd begin april 1933 de grond ingeslagen
27.
Donderdag 7 juni 1934 om kwart over elf zal de Drinkwaterleiding "Goeree en Overflakkee" officieel worden geopend.
28.
De watertoren zal ruim een halve eeuw dienstdoen. In 1987 werd het afsloten. Twee jaar later, in 1989, besluit de Watermaatschappij Zuid-West Nederland de watertoren te verkopen
29.
In 1990 krijgt een particulier het in handen, met het doel om er een woning in te maken. Het stond te koop voor ƒ 119.500 k.k. Tijdens de stormen in januari en februari 1990 heeft de koperen dakbedekking flinke schade opgelopen, zodat de prijs kon zakken tot ƒ 15.000. De verzekering betaalde de schade uit aan de verkopende partij
30.
De nieuwe bewoners moesten uiteindelijk ook een nieuw dak aanbrengen. In 1998 werd er gekozen voor een kunstbekleding dat er eerst blauw uitziet, maar na anderhalf jaar zal het door vervuiling ook een koperachtige kleur krijgen. Echter, de eigenaar kwam dat jaar door een ongeluk om het leven. Drie jaar later maakten mevrouw Van Es en heer Van Tilburg de renovatieklus af en gaven alsnog de opdracht om het te plaatsen, zodat dit in 2001 gereedkwam. De dakdekkers werkten vanuit hangbakje aan een kraan. De eerste dag dacht een van de dakdekkers, Robert Hans van Donk over deze bijzonder klus, toen hij 45 meter hoog werd opgetakeld "Moet dit nou?", waarbij de angst hem om het hart sloeg. "De tweede dag was de angst al weggeëbd en de dagen daarna ging het vanzelf."
31
Na het bewonderen van dit gebouw keren we de wagen en rijden weer terug naar de Schoolweg om van daar de Tilsedijk te vervolgen naar Den Bommel.
3.
Topografische atlas van Zuid-Holland / Thomas Termeulen; Rob Kersbergen (samenstelling); Topografische Dienst/Kadaster (kaartmateriaal). - Landsmeer : 12 Provinciën, 2012. - ISBN 978-90-77350-66-9. - p. 121, 130;
4.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Achtste deel: N. O. - 1846. - p. 467;
5.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Tweede deel: B. - 1840. - p. 557;
6.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Achtste deel: N. O. - 1846. - p. 467;
7.
"Gemeente Den Bommel" / Jacob Kuyper (1821-1903) (in: "Gemeente-Atlas van Zuid-Holland". - 1868) C19-67;
8.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Den Bommel. - 1826 MIN08035VK1;
9.
Vooraf leveren in Delpher de zoekvragen met Julianahoeve PROX Oude Tonge, Oude-Tonge, Ooltgensplaat en Den Bommel niets op.
Julianahoeve Achthuizen echter wel!
Delpher:
De boerderij; weekblad gewijd aan den land- en tuinbouw, veeteelt, pluimveehouderij enz., jrg 10, 1924-1925, no. 46, 12-08-1925 Advertentie Eigenheimer en Triumf;
Westfriesch dagblad onze courant, 04-01-1933 De crisisvergadering van den boerenbond;
Nieuwe Haarlemsche courant, 06-04-1935 Boerenvakbond van den L.T.B. : Algemeen vergadering;
Westfriesch dagblad onze courant, 12-04-1935 Algemeen landbouwe-crisisbeleid opnieuw on der loupe genomen;
Nieuwe Haarlemsche courant, 12-04-1935 Boerenvakbond van den L.T.B. : De heer J. C. de Wit uit Achthuizen sprak over "Akkerbouw en veehouderij";
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1940 p. 858;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1950 : dl.2: H-Z p. 482;
Krantenbank Zeeland:
Opbouw | 7 juli 1945 | pagina 2 Advertentie Ruilen. Kinderfietsje;
Delpher:
Pius-almanak ...; jaarboek van katholiek Nederland, jrg 74, 1948 p. 823;
Pius-almanak ...; jaarboek van katholiek Nederland, jrg 74, 1948 p. 823 - De (Z.) achter Achthuizen doet twijfelen of we hier Zeeland van moeten maken;
Pius-almanak ...; jaarboek van katholiek Nederland, jrg 72, 1946 p. 775 - De (Z.) achter Achthuizen doet twijfelen of we hier Zeeland van moeten maken;
Pius-almanak ...; jaarboek van katholiek Nederland, jrg 75, 1949 p. 858 - De (Z.) achter Achthuizen doet twijfelen of we hier Zeeland van moeten maken;
13.
Delpher:
Dagblad van Noord-Brabant, 07-11-1925 Burgerlijke Stand. Halsteren;
Krantenbank Zeeland:
Eendrachtbode / Mededeelingenblad voor het eiland Tholen, 22 februari 1946 | pagina 4 Familiebericht Anna Cornelia Maria Bovée;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 oktober 1965 | pagina 4 40 jaar getrouwd;
14.
Krantenbank Zeeland:
Advertentiebode. Gratis weekblad voor Goeree en Overflakkee | 31 maart 1928 | pagina 2 Advertentie Lijnzaad;
15.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 oktober 1958 | pagina 4 Familie-berichten Ondertrouwd;
Delpher:
Algemeen Dagblad, 20-07-1954 Kamers Gevraagd kosthuis;
17.
BAG 0580100000240481;
BAG 0580100000247401; Foto’s-Zuidzijde / Kees Wittenbols;
Delpher:
Onnoodige gruwelen in voedsel, mode en sport / Dierenbescherming. - 's-Gravenhage : De Nederlandsche boek- en steendrukkerij, 1916 p. 30;
19.
Een zoekvraag in Delpher naar Julianahoeve in een van de omliggende dorpen levert geen eerdere jaartal dan 1940 op:
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1940 p. 858;
20.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 oktober 1965 | pagina 4 J. C. de Wit en M. Ph. de Wit-Bovée;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 september 1980 | pagina 3 Jacobus Cornelis de Wit;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 april 1961 | pagina 10 Plaatselijk nieuws Den Bommel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 september 1981 | pagina 4 Familiebericht Maria Philomena Bovée;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 maart 1955 | pagina 6 Advertentie Zaaiwedstrijd;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 mei 1966 | pagina 1 Bij Oude Tonge met tractor in de sloot 23-jarige jongeman uit Stad a. 't H'vliet omgekomen;
Delpher:
Boer en tuinder; weekblad van den KNBTB, jrg 11, 1957, no. 528, 10-05-1957 Advertentie boeren- of tuindersmeisje;
26.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 20 januari 1915 | pagina 2 Gemeenteraad.;
Maas- en Scheldebode | 27 oktober 1915 | pagina 2 Gemeenteraad.;
Maas- en Scheldebode | 4 maart 1916 | pagina 3 Den Bommel.;
Maas- en Scheldebode | 17 november 1917 | pagina 4 Gemeenteraad.;
Onze Eilanden | 12 maart 1930 | pagina 3 Verslagen;
Maas- en Scheldebode | 19 maart 1930 | pagina 3 Kerk en School.;
Maas- en Scheldebode | 22 mei 1935 | pagina 2 Den Bommel.;
Maas- en Scheldebode | 30 oktober 1935 | pagina 2 Den Bommel.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 oktober 1993 | pagina 2 Den Bommel in vroeger tijden;
27.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 oktober 1993 | pagina 2 Den Bommel in vroeger tijden;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 juni 1991 | pagina 2 Watertorens, enig in hun soort;
Onze Eilanden | 8 juli 1933 | pagina 2 Drinkwaterleiding Goeree & Overflakkee;
Onze Eilanden | 6 juni 1934 | pagina 1 Drinkwaterleiding "Goeree en Overflakkee"; Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 137;
29.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 augustus 1989 | pagina 1 (Ex) watertoren Den Bommel te koop;
30.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 juli 1990 | pagina 1 Watertoren Den Bommel verkocht;
31.
Krantenbank Zeeland:
Provinciale Zeeuwse Courant | 5 juli 2001 | pagina 35 Watertoren krijgt kunststof dak / Jacoliene van Weele [fotoreproductie Marijke Folkertsma];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 juli 2001 | pagina 11 Watertoren Den Bommel voorzien van Flexibekleding;
Provinciale Zeeuwse Courant | 31 mei 2003 | pagina 31 Gezonde hoogtevrees is juist goed / Margritta van den Berge [foto Dirk-Jan Gjeltema];
internetraadpleging: 27-9-2023 - 1-10-2023
watertoren, Zuidzijde
Julianahoeve, Boutweg, Zuidzijde
muurornament, Julianahoeve, Boutweg, Zuidzijde
watertoren, Zuidzijde
Den Bommel
De Tilsedijk maakte het in 1524
1 mogelijk om de Polder De Tille droog te leggen en te houden.
Tussen de huidige Slikweg, dat in het 'midden' van de polder ligt, en de daarvan westelijk gelegen oudere dijk 'Den Oost Eyndesen Dyck' omvatte de eerste vier blokken van 'De Tille' of 'Sinte Sebastiaans Polder'. Deze weg gold ook lange tijd als gemeentegrens tussen Oude-Tonge en Ooltgensplaat
2. En daarvoor tussen het "Land van Putten in Overflakkee" en "Het land van Voorn in Overflakkee". De polder werd ook geschreven als 'de Thille'
3.
Hoewel Den Bommel al vrij vroeg - en rond 1300 weer - een drooggevallen plaat was, was het toch noodzakelijk om ook Den Bommel in 1530 opnieuw te bedijken om het blijvend te kunnen behouden
4.
De noordelijke dijk van de polder Den Dommel heet tegenwoordig de Molendijk. Wanneer we over de Tilsedijk in noordelijke richting rijden, kunnen we de Molendijk oprijden door middel van een rotonde, dat een T-kruising vervangt.
Vanaf 1731 stond hier op de Molendijk een Meestoof
5.
Het droeg de naam De Koningstoof of Meestoof de Koning. De boekhouder in 1852 van deze meestoof was G.G. van Weel. Men wilde de wijze van droging in de meestoof in 1852 verbeteren en op dezelfde wijze als de meestoof het Hart te Zierikzee laten functioneren.
In 1884 wordt besloten om het voor afbraak te verkopen
6.
Halverwege deze dijk - bij de aanhechting van de Groenedijk dat de Uitslag polder aan noordoostelijke afsloot van de Haringvliet - treffen we de oude korenmolen De Bommelaer (31704) aan.
Ronde stenen grondzeiler in vervallen staat schuin van voren gefotografeerd / W.A. Korpershoek (fotograaf). - 07-1965
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 98.178 (CC BY-SA 3.0)
Deze molen uit 1735 had al een voorganger dat tussen 1620 en 1630 is gebouwd, een zogenoemde standerdmolen. Van dit type zullen we tijdens deze Hollandse Eilandenreis er nog vele tegenkomen.
Onderdelen van deze standerdmolen zijn hergebruikt in zijn opvolger. Twee steenlijsten uit de standerdmolen doen nu bijvoorbeeld dienst als vloerbinten
7.
Volgens de herinneringssteen, een eerstesteenlegging, zijn Laurent en Johanna Fritsert de stichters van huidige molen uit 1735:
Laurens Fritsert
en Johanna Fritsert
Stigter en Stigteres
Pieter Radestyn heeft
den eerste steen gelyt
den 28 april anno 1735
Pieter Radestyn heeft de eerste steen van molen gelegd op 28 april 1735
8.
Pieter Radesteijn verkocht het, volgens een discutabel bericht over het twee eeuwenfeest van de molen, vervolgens aan Laurens Frisser en zijn zus Johanna Frisser. Later nam Pieter de molen weer over. Hij verkocht het vervolgens aan Leendert Vermaas.
Tussen 1824 en 1951 bleef in bezit van de familie Vermaas. Na Leendert Vermaas nam diens zoon Bestman Vermaas het over. Deze gaf het weer door aan zoon Pieter Vermaas, waarna Jacob Vermaas het overnam na het overlijden van Pieter. Jacob vierde het 200-jarig bestaan van de molen. Deze laatste verkocht de vervallen molen aan A. Lokker. Lokker verkocht het begin december 1963 onderhands aan de aannemer Verburg te Wolphaartsdijk en A. Eversdijk. Ze waren van plan om het te restaureren en geschikt te maken voor vakantiedoeleinden. Vervolgens werd H.F. Schouw uit Zeist in 1964 eigenaar. Halverwege 1965 maakt men zich inmiddels zorgen over het behoud, mocht er restauratiegebied op korte termijn niets gebeuren. Begin 1966 verschijnt er in de krant De Telegraaf een advertentie, waar de Oud-Hollandse molen voor ƒ 12.000 k.k. te koop wordt aangeboden. Als beperking is hierbij opgenomen dat permanente bewoning niet is toegestaan. Als verkoopargumenten wordt een restauratie met rijkssubsidie, rust en ruimte, gelegenheid tot watersport en een toekomstig recreatiegebied in het vooruitzicht gesteld. Begin 1967 blijkt dat N.V. Metaverpa te Maartensdijk de eigenaresse is en er een vakantieverblijf van wil maken. Of Eversdijk, Verburg en Schouw behoren bij of deel uitmaken van de N.V. is onduidelijk. De N.V. ziet in ieder geval af van de verbouwplannen en krijgt een sloopvergunning.
In korte tijd wordt er door de bezorgde (voormalige) bewoners van Den Bommel Jac. Keuvelaar uit Middelharnis, dhr. Mast, dokter Huisman, tandarts Sypkens en dhr. M. Goudkamp, directeur van Gemeentewerken, een comité gesticht om bevolking en N.V. te bewegen tot overname van de molen. Deze actie heeft resultaat. Uiteindelijk worden ze voor ƒ 2.000 op 14 februari 1968 eigenaar van molen.
Monumentenzorg zal 85% van de geschatte kosten à ƒ 79.000 voor de restauratie voor zijn rekening nemen. De rest zal door de Stichting opgehoest moeten worden. De Stichting zal hiervoor beroep doen op de gemeente en giften van de bevolking.
In augustus 1968 gaat aannemersbedrijf v.d. Welle aan de slag en komt uiteindelijk met een rekening van ƒ 109.779,28.
De naam van de molen "De Bommelaer" stamt uit periode 1969-'71, toen het zijn grote renovatie kreeg. Mocht deze naamsuggestie toen al zijn ontstaan, het zal dan pas later officieel worden. Tot dan toe had het geen naam
9.
In het begin van 1974 verkoopt de Stichting - wegens geldgebrek - de molen aan de Gemeente Oostflakkee, die het aankoopt voor ƒ 25.000. Om precies te zijn het resterende restauratiebedrag van ƒ 24845,11, waarbij opgemerkt wordt dat door een van genoemde bedragen een verschil van 30 cent oplevert.
Pas in de raadsvergadering van donderdagavond 22 mei 1975 van de gemeente Oostflakkee werd de door de in Engeland woonachtige dr. Ir. E. de Haas ingezonden naam De Bommelaar goedgekeurd, echter wel nadat het op advies van raadslid Mosselman in het Flakkees dialect tot de Bommelaer werd omgedoopt
10.
Wanneer we over de genoemde personen van de hierboven beschreven 'geschiedenis van molenaars en/of eigenaren' van de graanmolen iets meer proberen te weten te komen, lopen we toch een aantal malen vast door een gebrek aan informatie.
Voor alle drie personen moeten we echter wel naar Dordrecht.
Wie Pieter Radestijn was konden we niet met zekerheid vaststellen. De enige die we tegenkomen is in 1767 overleden en in Dordrecht begraven. Hierdoor ontstaat er op zijn minst een gat van 1767 tot 1824 in wie de eigenaar is. Het betreft 57 jaar, wat neerkomt op twee generaties. Misschien heeft de eerste steenlegger Pieter Radestyn een kleinzoon met dezelfde naam, die het verkocht aan de familie Vermaas. Wie zal het zeggen.
En wie zijn de broer en zus Laurens Fritsert en Johanna Fritsert? En zijn ze wel broer en zus?
De naam van Laurens Fritser komt met velerlei schrijfwijzen voor. Hij is getrouwd op 15 oktober 1711 met de eveneens rooms-katholieke Johanna van Nieukerck - ook geschreven als Joanna van Nieuwwercke - waarmee hij op 11 november 1711 voor de kerk te Rotterdam zou trouwen.
Haar vader is meester-smid Pieter Derven.
Ze krijgen in ieder geval kinderen. Deze begraven ze op 10 april 1714 en op 21 maart 1716. Of en hoe lang deze kinderen geleefd hebben is niet bekend.
Johanna van Nieuwkerck komt als "huysvrouw van Laurens Fritsert buijten de Sluijspoort" op 9 april 1745 te overlijden. Ze laat geen kinderen na. Mogelijk zijn de twee naamloze kinderen de enige die ze gekregen hebben.
Op een akte van overdracht van 26 januari 1768 treffen we Laurens Fretsert als erflater aan. Het betreft een huis en erf in de Dolhuisstraat, dat ƒ 100 oplevert.
Tijdens zijn leven was er meer vastgoed, zoals de molen dus. Maar er zijn meer panden Buiten de Sluispoort en elders, die verhuurd worden.
Een speurtocht naar de zus Johanna levert niets op. Gezien de overeenkomst van de voornamen lijkt het aannemelijk dat met Johanna Fritsert zijn vrouw bedoeld wordt, al is dat ook niet met zekerheid te stellen
11.
De familie Vermaas heeft - zoals we begrijpen ruim 125 jaar (van 1824 tot 1951) - een molenaar geleverd.
Leendert Vermaas was de eerste generatie.
Leendert is gedoopt op 26 februari 1787 te Oude Tonge
12.
Zijn ouders zijn Boudewijn Vermaas en Dirkje Adriaansdr Korvink
13.
Ook de vader van Leendert, Boudewijn Vermaas, was trouwens molenaar, maar dan onder meer in 1796 "in de oude Tonge"
14.
Leendert trad op 13 mei 1811 te Oude Tonge in het huwelijk met Elizabeth Tiggelman
15.
Uiteindelijk overleed hij op 8 april 1874 in Den Bommel
16.
Bestman Vermaas kwam als tweede generatie molenaars in Den Bommel aan de beurt.
Besman - hier inderdaad zonder 't' - komt echter nog wel in Oude-Tonge op 12 mei 1815 ter wereld.
Zijn ouders zijn - ter bevestiging - Leendert Vermaas en Elizabeth Tiggelman
17.
Bestman trouwde op 1 november 1839 te Den Bommel met Jannetje van Weel.
Haar ouders zijn Pieter van Weel en Anna Zaaijer.
18.
Hij overleed op 6 juni 1885 te Den Bommel.
19.
Pieter Vermaas ging, als zoon van Bestman en Jannetje, als derde generatie aan de slag als molenaar.
Pieter wordt geboren op 22 februari 1853.
Zijn ouders zijn dus Bestman Vermaas en Jannetje van Weel
20.
Pieter trouwt op 29 mei 1879 te Melissant met Louiza Elizabeth Nagtegaal.
Zijn ouders zijn - ten overvloede ook bij zijn huwelijk - Bestman Vermaas en Jannetje van Weel
21.
Haar ouders zijn Jacob Nagtegaal en Anna de Zaaijer
22.
In diverse media wordt Louiza Elizabeth Nagtegaal ook aangeduid als E.L. Nagtegaal, dus met haar initialen omgewisseld. Dit fenomeen kwamen al eerder tegen
23.
Een paar maand voordat ze trouwen zoekt hij per mei 1879 een Molenaars-knecht met drie jaar ervaring. Het jaar erop vraagt hij opnieuw, nu per 1 mei 1880, een ongehuwd molenaars-knecht. En ook in 1881 zoekt hij er een. Zelfs een halfwas, een leerling, mag solliciteren. Dat laatste bevalt kennelijk goed, want drie jaar later vraagt hij opnieuw een halfwas Korenmolenaarsknecht. In 1890 zoekt hij weer een knecht of halfwas. Zes jaar later, in 1896 geeft hij weer de voorkeur aan een ongehuwde korenmolenaarsknecht. Weer vijf jaar later, in de zomer van 1902, vraagt hij terstond een korenmolenaarsknecht of een vergevorderd leerling voor zijn molen.
Aan het eind van dezelfde jaar 1902, hij is inmiddels bijna 50 jaar, wordt hij gekozen tot ouderling bij de Ned. Herv. Gem. te Den Bommel.
Op 12 januari 1904 verliezen Pieter en Louiza hun oudste dochter Jannetje Anna op twintigjarige leeftijd. Ze was al geruime tijd ziek.
Tien jaar na zijn verkiezing als ouderling, wordt hij benoemd tot Kerkvoogd der Her. Kerk. Hij is dan en de vijf jaar daarop ook nog steeds molenaar.
Als grootouders nemen ze op 16 februari 1920 afscheid van hun 6-jarige kleindochter Neli Mast, dochter van hun jongste dochter Anna die getrouwd is met Jacobus Pieter Mast Ezn. Ook Neli is langdurig ziek geweest.
Na 1922 plaatst de familie P. Vermaas wel een nieuwjaarsgroet - hij is inmiddels bijna 70 jaar - maar nu zonder vermelding van beroep Molenaar. Maar in 1925 blijkt hij nog steeds te malen. In januari maalt hij een voor deze omgeving bijzonder gewas, omdat het hier weinig verbouwd wordt. Hij vermaalt dan een partij linzen, dat zal dienen als veevoeder
24.
Pieter overlijdt op 25 januari 1933
25.
Jacob Vermaas, geboren op 27 februari 1888, mocht als vierde generatie in een zwaar industrialiserende maatschappij het stokje overnemen. Een zo goed als onmogelijke taak, zoals is gebleken
26.
Uit de uitslag van de loting Nationale Militie blijkt dat J. Vermaas een gebrek heeft. Hij nam hiermee geen genoegen en liet zich in Den Haag herkeuren. Hij vervolgens voor de dienst goedgekeurd.
Hij wordt in de lichting 1908 alsnog ingedeeld bij het 6e Regiment Infanterie te Breda. Hiermee is hij niet gelukkig en dient een verzoek in om naar de Vesting-Artillerie te Hellevoetsluis te mogen worden overgeplaatst. Dit verzoek wordt afgewezen.
Hij zet de molen met ruime woning, tuin en boomgaard in de zomer van 1937 te koop.
Jaap Vermaas, zoals Jacob genoemd werd, achter de molen op de Groenedijk, Den Bommel 5 maart 1953. Met dijkgat in De Buitendijk.
bron: met dank aan Anneke Haverdings-Huijer voor de afbeelding
Of deze verkoop lukt, is de vraag. We treffen namelijk in januari 1945 een advertentie aan van dokter G.J. Buth, die zijn fiets 's avonds om zeven bij het huis van J. Vermaas bij de molen had staan, met het verzoek aan degene (de Nederlander) die het had meegenomen deze terug te bezorgen. In een onderstaand bericht geeft de huisarts aan dat hij momenteel niet in staat is om patiënten in Stad aan 't Haringvliet, Zuidzijde, Achthuizen, Langstraat of Ooltgensplaat te bezoeken
27.
Een andere - maar eveneens belangrijke - betekenis van de molen was zijn zichtbare aanwezigheid in het landschap om de scheepvaart in het Ventjagersgaatje te begeleiden. Ter hoogte van de molen zijn - in opdracht van de minister - tonnen geplaatst, te weten een Buikton, zwart. Dit geeft de zekerheid dat de diepte daar, bij gewoon laagwater, minimaal 2.70 m bedraagt
28.
Iets verder dan de molen zien we twee dijkschuren staan. Het zadeldak van de grote schuur is aan beide zijden afgewolfd
29.
windvaan, Gereformeerde Kerk, Molendijk 26, Den Bommel
Wanneer we weer driehonderd meter dichter bij de kern van Den Bommel zijn gekomen, rijden we op de Molendijk langs de Gereformeerde Kerk. Veelal stoppen we niet bij dit soort, relatief jonge kerkgebouwen. Het werd in 1890 voor het eerst in gebruik genomen. Echter, nu zien we op de dakruiter dat tijdens de renovatie van 1955 is toegevoegd
30 een opmerkelijke windwijzer, een eenvoudige vorm van een anemoscoop, staan.
Het horizontale kruis (zonder windrichtingen of andere aanduidingen) doet in eerste instantie een fractie van een seconde denken aan de vorm van een kruissleutel, waarvan de uiteinden zijn afgedekt.
Deze windvaan met een vis doet denken aan een elft.
Omdat de bewoners van Den Bommel van oorsprong voornamelijk vissers waren die visten op zalm, steur, elft en ander zeevis is dit niet geheel een onverwachte keuze
31.
De renovatie van de kerk, nodig vanwege het wekenlang in het water staan na de waternood van 1 februari 1953, gebeurde onder leiding van architect Kloppers te Middelharnis. Het werd in juli 1955 afgerond, zodat het op vrijdag 15 juli in gebruik genomen kon worden. De kerkgangers konden toen ook de nieuwe door Kloppers ontworpen kansel aanschouwen. De uitvoering van de restauratie en nieuwbouw waren timmerman J. Florijp, metselaar J.A. Knoop, schilder L. Bakker, electriciën C. van der Sluijs en smid M. van der Sluijs. Jst van Loon verzorgde de electrische centrale verwarming
32.
De bouw van deze kerk in 1890 heeft men met name te danken aan de latere voorzitter, praeses van de kerkeraad en locoburgemeester van Den Bommel, de heer J.C. Borgdorff (1845-1931). Johannes Christiaan Borgdorff werd 86. Hij trad in de rol van secretaris op in het eerste bestuur van Vereeniging De Kerkelijke Kas te den Bommel, dat bij Zijner Majesteits besluit dd. 5 juni 1890 no. 24 werd goedgekeurd
33.
Aan de overkant van de Molendijk bij het kerkje, kregen we ook meteen zicht op De Buitendijk. Deze zeedijk omringd samen met de eerdere dijken Groene dijk en Molendijk de laatste landaanwinst, genaamd de Molenpolder. Binnendijks wordt de dijk over de hele lengte begeleid door populieren
34.
En weer een paar honderd meter verder bereiken we het kruispunt van dijk (de Molendijk - Oostdijk) en Voorstraat. De haven aan de Kade kunnen we lokaliseren aan de noordzijde.
Kadastrale kaart 1811-1832 verzamelplan Den Bommel, Zuid Holland. - 1826
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08035VK1 (CC BY-SA 3.0)
De kerk kunnen we vinden aan het zuideinde van de Voorstraat. De dijk die het Spui omringd wordt nu ook Kade genoemd. Voorheen, rond 1825, heette het de Spuidijk. Ook Den Bommel ligt gebouwd rondom een kreek, waarvan de monding nu haven is. Onder het net aangeduide kruispunt ligt de sluis, dat in 1619 is gemaakt ter vervanging van een houten sluis. Opmerkelijk is dat ter hoogte van halverwege de Voorstraat twee kreken samenvloeien. Het gaat om de Kleine Kreek en de Groote Kreek
35.
Het ligt voor de hand dat deze Groote Kreek via Achthuizen door Den Polder der Galanthee en Groote Gad bij De Langstraat in verbinding stond - en misschien middels duikers nog steeds - met de Groote Kreek bij Oude-Tonge
36. Gezond water stroomt immers!
We besluiten om naar de haven te rijden en daar de wagen te parkeren op de voormalige Spuidijk, de huidige Kade in de parkeervakken, waar we uitkijken op de jachtjes in de Jachthaven.
De haven van Den Bommel lag enkele eeuwen geleden zeer waarschijnlijk iets verder naar het westen.
Deze suggestie wordt ondersteund door de zware palen die daar in de grond zijn gevonden
37.
Er was vanuit Den Bommel een veerdienst op Numansdorp, dat werd onderhouden door de Prinses Beatrix37a.
We lopen vanaf de Jachthaven de dijktrap op naar de Molendijk. Het blijkt dat we een nieuw plein mogen aanschouwen, want het oude plein dat ook ooit dienstdeed als (kleine) marktplein is in het kader de leefbaarheid van het dorpscentrum opnieuw ingericht.
De gemeente Goeree-Overflakkee gaf Marlies van Diest in 2018 de opdracht om een visie te ontwikkelen voor de herinrichting de Voorstraat en Kaai, waarbij in het achterhoofd gehouden moest worden om Den Bommel als onzichtbaar geworden sleuteldorp weer als zodanig zichtbaar te maken
38.
Herinrichting centrum Den Bommel, 2020 GKB groep [YouTube: weergave 4925]
De werkzaamheden zijn bijna afgerond, zo te zien. Het resultaat is een stuk groener.
Wanneer we doorlopen naar de Voorstraat constateren we dat deze straat nog niet onder handen is genomen. We zien het nog in de oude staat.
De panden in de Voorstraat vertonen door de leeftijdsverschillen vele stijlen. Aan het begin van de treffen we nog enkele winkels aan. Samen met een cafetaria en café op de Oostdijk oogt het als het centrum van Den Bommel.
Opmerkelijk aan Den Bommel is dat de Voorstraat niet aan beide zijden geflankeerd wordt door Achterwegen. De kavels aan de westzijde van de Voorstraat grenzen aan de Kreek, dat we natuurlijk kunnen aanduiden als de hoofdwaterweg van weleer.
Bij een fraai wit pandje van 1900
39
op de hoek van de Voorstraat met de Stoofhof, kunnen we in de Stoofhof iets herkennen als een achterweg.
De Stoofhof is in deze een verwijzing naar de Meestoof dat hier stond, waar de meekrap werd verwerkt tot de rode kleurstof.
Ten tijde dat de Meestoof nog operationeel was werd de Stoofhof nog Reipad genoemd
40.
Hervormde Kerk. - april 1953 [detail, WP]
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 43.633 (CC BY-SA 3.0)
Even verderop treffen we de Hervormde Kerk (31706) aan. Opmerkelijk aan dit gebouw is de driezijdige sluiting aan beide kanten. Deze zogenoemde zaalkerk is in 1647 gebouwd. De eerste steen is gelegd op 18 maart 1647 door de tweede predikant van deze gemeente, C.W. van der Poel, Ds Cornelius van der Poel. De tweede steen werd gelegd door de Dijkgraaf Lodewijk Dircksz in de rol van ouderling. De klok, gemaakt door C. en D.J. Ouderogge in het volgens een enkele bron aangegeven foutief jaar 1642, dat in de klokkenstoel in een achthoekige, houten dakruiter is aangebracht, blijkt dan dus enkele jaren ouder te zijn dan het gebouw zelf. Hierbij moet opgemerkt worden dat Gabe van der Zee (1893-1961) in zijn rede het heeft over het jaar 1647, waarbij tevens de namen van een ouderling en twee diakenen in het randschrift staan: "Lodewijck Dirksen, Dickgraf Jan Huybericksen, Aende Suyt Syde ende Cornelis Jansen Gebuis als Stoellestaenten van de eerste predikant van den Boemmel C. Overdrogge. Fecit en D.I.O. Rotterdom 1647."
De kerkelijke gemeente Den Bommel is op 30 september 1642 ontstaan, toen het zich afsplitste van Ooltgensplaat.
De bouw van de kerk kwam in november 1647 gereed, zodat werd besloten om het op 6 november 1647 in te wijden met een Heilig Avondmaal. De daadwerkelijke kosten van de bouw werd berekend op ƒ 12.016
41.
De financiën voor de bouw van de kerk zijn grotendeels bijeengeschraapt - naast gemeentelijke giften en het heffen van een belasting, genaamd Schot - door collecte-reizen van Ds van der Poel, die hij te voet, te paard, met zeilschip, trekschuit en omnibus door het hele land maakte gedurende vier jaren
42.
Cornelius Willems van der Poel overleed op 6 maart 1651 en is in de kerk begraven
43.
We merken op dat de gegeven informatie over het randschrift van de luidklok elkaar niet volledig lijken te bevestigen.
Het ene rept over "C. en D.J. Ouderogge in 1642" terwijl het andere het heeft over "C. Overdrogge. Fecit en D.I.O. Rotterdom 1647".
Ook in Goedereede treffen we een klokje aan, waarop het volgende te lezen is: "Cornelis Ovderogge fecit en D.I.O. Rotterdam 1647", oftewel Cornelis Ouderogge maakte mij te Rotterdam in 1647. Cornelis (1599/1600-1672) en zijn broer D.J. zijn zonen van de klokgieter Jan Cornelisz Ouderogge, ook gevonden als Johannes Ouwerock, die in Amsterdam werd geboren in het jaar 1573 of '74. Hij overleed te Rotterdam in 1625. Men denkt dat D.I.O. zal staan voor de jongere broer van Cornelis, namelijk Dirk Johannes Ouderogge (?-oktober 1649), ook al zijn er ook andere mogelijke oplossingen.
Het gietjaar 1647 vinden we bevestigd terug in het Bulletin, Oud-Holland en de Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst44.
Verder kunnen we uit bovenstaande steenlegging opmaken dat met "Lodewijck Dirksen, Dickgraf" in het randschrift de ouderling en Dijkgraaf Lodewijk Dircksz bedoeld wordt.
Aan beide driezijdige sluitingen is iets aangebouwd. De sluiting aan de Voorstraat heeft in 1779 een nieuw portaal gekregen. Het heeft een ingezwenkte topgevel.
Echter, voorheen was het portaal halverwege verbreedt, waarbij ter hoogte van de goot een torentje verrees in een volstrekt andere stijl. Het bovenste deel van deze toren stond in verbinding met de zolder van het schip
45.
In de herdenkingssteen is het volgende te lezen:
Dit kerkportaal is gestigt ao. 1779 door de opzienders dezer kerke: I.A. du Bois predikant, die de eerste steen gelegt heeft en I. van der Elst, K. Kortelant, D. van Dijk, ouderlingen, W. van der Veer, T. Mosselman diaken, P. Menheer kerkmr.
46
Dit kerkportaal is een vervanging van een voorganger
47
Het oude wapen van de Gemeente Den Bommel: Van lazuur, beladen met een kerk van goud.
bron: Hoge Raad
Wanneer we aannemen dat de kerk die we zien op het oude wapen van Den Bommel een correcte vorm is, kunnen we concluderen dat het portaal voor 1779 geen laag voorportaal had en vooral dat het portaal er volstrekt anders uitzag. De derde geleding van de 'toren' op het voortaal en de daarop staande tweeledige spits ontbraken.
Er is echter iets anders dat opvalt bij de kerk op het wapen - en dat is veel opvallender: de driezijdige sluiting aan deze zijde ontbreekt!
Wanneer men tussen 1779 en 1963 voor de kerk stond, werd de suggestie gewekt dat er drie torens van verschillende gebouwen uit verschillende perioden te zien waren: voorportaal (ingezwenkte topgevel), portaal (met spits) en dakruiter (met klokkestoel en torenspits).
Aan de Kerklaanzijde zullen we zo meteen - ter vervanging van de nieuwbouw in 1920
48
- een hedendaagse aanbouw terugvinden, dat dienstdoet als consistoriekamer.
Ter herinnering aan de stichting van dit gebouw is op 6 november 1928 alsnog een stichtingsteen in de kerk geplaatst. Hierop staat het volgende te lezen:
Ter dankbare nagedachtenis aan Ds. Cornelius Willemse van der Poel, die den eersten steen van dit kerkgebouw gelegd heeft op Maandag 18 Maart 1647 en dit kerkgebouw heeft ingewijd met de viering van des Heeren Heilig Avondmaal op Woensdag 6 November 1647.
Hij heeft in de vreeze des Heeren voor den bouw zich ontzaglijke moeiten getroost en was aan deze gemeente verbonden van 26 Juli 1646 tot zijn overlijden op 6 Maart 1651.
Deze steen is een geschenk van den Ambachtsheer van St. Adolphsland, den WelEdelgeboren Heer C. Goekoop, die hem onthulde in de samenkomst der gemeente op 6 November 1928.
Hervormde Kerk in restauratie / A. Bicker Caarten (fotograaf). - mei 1962 [licht gedraaid, contrastverbetering, WP]
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 36.817 (CC BY-SA 3.0)
Het pand is in 1963 flink gerestaureerd. Het werd door Monumentenzorg, onder leiding van architect Bolt, in originele staat teruggebracht. Toen is ook de aanbouw aan de achterzijde van de kerk gerealiseerd. Het aanbestedingsproces werd begonnen op 24 augustus 1961 en werd gegund aan de laagste inschrijver, de fa v.d. Welle, die had aangegeven de klus voor ƒ 126.000 te kunnen klaren.
De kleine dakkapellen zijn niet teruggekomen. Maar ook de half ingebouwde toren is verdwenen, waardoor er een totaal ander beeld van het voorheen achtkantige gebouw is ontstaan. Ook de drie gebrandschilderde ramen uit 1647 van de ambachtsheer, de Staten van Holland en de Staten-Generaal zijn niet teruggekomen. Van deze toren was in eerste bouwfase nog geen sprake. De spits op het midden van het dak was er wel. Deze is 1759 geheel vernieuwd. Het dak van de spits was in zijn geheel voorzien van roodkoper
50.
De bron Monumenten in Nederland. Zuid-Holland schept in 2004 nog weer enkele verwarring door de vermelding "In de in 1759 toegevoegde dakruiter hangt een door Cornelis Ouderogge gegoten klok (1647)". Hiermee wordt de suggestie gewekt dat er daarvoor geen dakruiter was. Dit roept vervolgens de vraag op, waarin hing de klok daarvoor?
Ook een volgende zin zorgt voor evenveel vragen. "Het portaal met ingezwenkte topgevel in Lodewijk XV-vormen dateert uit 1779. Bij een restauratie in 1963 is de 19de-eeuwse torenopbouw verwijderd." Hieruit komt naar voren dat het lage voorportaal met ingezwenkte topgevel gezien wordt als Lodewijk XV-stijl. Aangezien beide delen - zowel de toren op het voorportaal als het lage voorportaal - volstrekt symmetrisch zijn, ligt deze aanduiding niet voor de hand.
Ook wekt deze zin de suggestie dat de toren op het hoge brede deel van het voorportaal later dan 1779 is toegevoegd, namelijk tussen 1801 en 1900, de 19de eeuw. Een latere toevoeging - dus met name de derde geleding van de 'toren' op het voortaal en de daarop staande tweeledige spits - blijft daarmee raadselachtig
51.
Tijdens de restauratie werd bij toeval bij opgravingen een grafsteen van de in 1596 te Den Bommel geboren en ook daar in 1665 overleden Jan Huijbregtse van Oeveren gevonden. Deze zerk heeft wel een plekje in de gerestaureerde kerk gekregen. We herkennen in deze persoon natuurlijk de op de klok vermeldde Jan Huybericksen
52.
Op de oude detailfoto van april 1953 van de Hervormde kerk zagen we de schaduwcontouren al van de boerderij met voorgevel met ingezwenkte zijkanten. Deze boerderij met monumentstatus (31707) is gepleisterd. De vensters zijn voorzien van zesruitsschuiframen binnen geprofileerde omlijstingen. Het woonhuis bestaat uit een zadeldak, maar is afgewolfd waarin een klein dakkapelletje is aangebracht.
Gek genoeg was dat niet het eerste dat opviel. Dat was natuurlijk die knalrode telefooncel van Caroline Kuiper waarin ze de Minibieb mustreads or not heeft gevestigd.
Het staldak van de boerderij loopt verhoogd door als zadeldak, maar is aan beide zijden afgewolfd.
Naast de boerderij staat de voormalige pastorie uit 1927
53, dat in 2006 totaal gerenoveerd is
54.
De kerkvoogden van de Nederlands Hervormde Kerk te Den Bommel hebben de bouw van deze nieuwe pastorie op zaterdag 29 januari 1927 aanbesteed. Architect P. Mast Pz te Sommelsdijk tekende de bestekken en tekeningen
55.
Hij had ook een begroting gemaakt en kwam uit op ƒ 15.000. Hoewel de laagste gunningen niet boven dit bedrag uitkwam, dit bedrag was namelijk ƒ 14.100, werd de gunning toch aangehouden
56.
Enkele dagen later werd alsnog vergund aan Joh. Korteweg (timmerwerk ƒ 5695), W. v.d. Welle (metselwerk ƒ 5396 - was ƒ 5385), M.A. v.d. Sluijs (smidswerk ƒ 1150) en C. Bakker (schilderwerk ƒ 1870). Opmerkelijk hierbij is dat W. en P. v.d. Welle hun prijs met ƒ 11 hebben kunnen verhogen. Daarentegen is niet duidelijk geworden waarom gekozen is voor het smidswerk van v.d. Sluijs, aangezien Gebr. Geelhoed ook voor hetzelfde bedrag had ingetekend
57.
Op 1 maart 1927 zal de start van de bouw beginnen doordat de president-Kerkvoogd Job Mijs Jansz. de eerste steen legt. Zeven maanden later, op 3 oktober 1927, werd de nieuwe pastorie voor het eerst bewoond door het gezin van Gabe van der Zee
58.
In 2007, dit 80 jaar later, is de vraagprijs € 1.095.000 k.k. De beginwaarde van ƒ 14.113 heeft zodoende een gemiddelde jaarlijkse inflatiestijging of waardestijging van 6,637969059% ondergaan
59.
Wanneer we ons omdraaien en naar het einde van Voorstraat lopen, zien we de jongste aanbouw van de kerk. Maar dit is inmiddels ook alweer zo'n 60 jaar oud.
Aan de zijde van het Koningin Emmaplein is op het kerkhof een herdenkingsmuur bij de 10 graven van de slachtoffers van de waternoodramp van 1 februari 1953 opgericht. De slachtoffers werden hier op 13 april gezamenlijk begraven.
Zaterdagmiddag 24 oktober 1953 om twee uur is een groot reliëf onthuld dat is gehecht aan een trapsgewijs oplopende muur. In de muur zijn aan weerszijden twee kleine reliëfs ingemetseld, dat samen de tekst "ramp 1-2-'53" vormt. Op het grote reliëf zien we een boerderij dat door geweldige woeste golven wordt aangevallen.
Dit monument is ontworpen en gebeeldhouwd door Van Stokkum's Natuursteenbedrijf, gevestigd aan de Nieuwe Markt te Rotterdam. Het is gesigneerd door J.B. De opdracht om het metselwerk te verzorgen ging naar G. van der Welle. Gemeente-architect Goudkamp nam als opzichter waar
60.
We zien aan weerskanten van het monument in de verte alweer twee beelden opduiken.
Heer Olivier B. Bommel | 1997 | Harr Wiegman
We lopen eerst even naar de verst staande, het beeld van de stripfiguur van Marten Toonder, Olivier B. Bommel.
Dit beeld is gemaakt door Harr Wiegman (1951-2023)
61
in 1997 en datzelfde jaar onthuld, maar daarover zo meteen meer
62.
Dit is namelijk het tweede beeld van deze stripheld, dat hier staat. Van het eerste beeld begint de oorsprong in het jaar 1960.
Bij het Leids Studenten Corps is het gebruikelijk dat elke jaarklasse een originele club vormt. En zo werd in 1960 door de Schiedamse natuurkunde-student, de 22-jarige J. van der Klink het oprichten van een club voor Heer Bommel bedacht, dat Ollie B. ging heten.
Bij de viering van de tweede dies, de tweede verjaardag van de club, bedachten de leden van het studentenclubje "dat volgens traditie zich gezellige, maar nutteloze doelstellingen heeft aangemeten" om het eerste standbeeld voor Heer Bommel op te richten.
Dankzij financiële steun van kranten en geïllustreerde bladen waarin de strip verschijnt, een welwillende gemeente Den Bommel, de onder de prijs (voor het goede doel) werkende André Henderickx en artistieke adviezen van geestelijk vader Marten Toonder zelf aan de beeldhouwer is dat in zeer korte tijd gelukt.
Op 21 november 1963 werd er door de jaarclub een kinderfeest in Den Bommel georganiseerd, waarbij het model van het beeld door jaarclub-voorzitter Ad Hinze werd aangeboden aan waarnemend burgemeester W. van der Harst.
De studenten waren samen met vele schoolkinderen op tractor met kar Den Bommel binnengereden, waarbij het lied van de jaarclub werd gezongen:
Hoezee, hoezee
Lang leve Ollie B
Activité Fraternité in Ollie B.
Deze broederschapsactiviteit had ervoor gezorgd dat de lagere klassen spelletjes als zaklopen en koekhappen konden doen, terwijl de hogere klassen naar tekenfilms konden kijken en een Bommelquizje mochten doen.
Op de sneeuwkoude dag 4 april 1964 was het al zover, de dag van de onthulling. André Henderickx (1911-1979) had in de periode ervoor in zijn atelier in het pand aan de Oude Sluis 7 te Schiedam met chamotte klei het beeld van Ollie B. Bommel gecreëerd.
"Met de pijp in zijn mond was hij hartveroverend, met een sigaar meer voornamer. Maar zoals hij met een vorstelijk gebaar de revers van zijn jas vasthoudt, meesterlijk!", reageerden enkele verslaggevers van Het nieuwe Stadsblad, na een bezoek aan het atelier.
Hierna was het in delen op 1250ºC gebakken in de ovens van de Porceleyne Fles, nu beter bekend als Royal Delft, waardoor het beeld zo'n 4% is gekrompen.
Henderickx is na het voorwerk van het model, er nog twee weken mee bezig geweest. Eerst maakte hij de constructie van ijzer, waaromheen het beeld van klei is opgebouwd.
Ook de onthullingsdag, zaterdag 4 april, zal weer met veel bombarie en van een hoog Heer Bommel-gehalte voorzien worden. Ook is krant, radio en televisie aanwezig, dat weer meer aandacht zal genereren.
Helaas zal een van de hoofdpersonen bij de onthulling ontbreken. Marten Toonder heeft een bronchitis en stuurde zijn zestienjarige dochter Jeanette Toonder als zijn plaatsvervanger. Verder waren er onder andere de uitgever van de Bommel-verhalen D.P.C. Posthumus Meijer aanwezig.
Het beeld is omringd door een kleine vijver om enigszins schadelijk sympathiebetuigingen op een afstandje te kunnen houden.
De veertien aanwezige studenten wensten Heer Bommel voor zijn toekomst het beste tijdens het werpen van muntstukken in het vijvertje.
Op de bakstenen sokkel is een plaquette aangebracht ter grootte van een baksteen waarop het volgende staat:
Aangeboden door jaarclub
Ollie B. te Leiden
aan den Bommel 21 november 1963
Verder hadden ze twee dozen met luchtballonen meegenomen, waarop een afbeelding staat van Heer Bommel. Deze deelden ze uit aan de kinderen.
De burgemeester, W. van der Harst had voor de studenten ook boekwerk in petto.
Mensen die langs ons gaan / Cor van den Tol. - Amsterdam : G. van Reemst, [1957]
Ze ontvingen allen een exemplaar van het in 1957 door Cor van den Tol geschreven bundel Mensen die langs ons gaan. Dit werkje bevat Flakkeese figuur-schetsen over bijvoorbeeld Hein, die een vrouw zoekt per advertentie . Of een verhaal getiteld Adriaantjes late liefde "een kerel die met godsdienstige lectuur langs de deur komt wordt aan de kaak gesteld, omdat hij met mooie praatjes eenvoudige zielen bedriegt".
Of de natuurkunde-studenten de bundel ooit gelezen hebben, zullen we nooit weten. Wel was duidelijk dat de voorzitter van het studentenclubje categorisch weigerde de Bommelstrips te lezen
63.
André Henderickx werd op 11 september 1911 als Andreas Christianus Henderickx geboren en overleed op zondag 6 mei 1979. Hij is onder grote belangstelling begraven te Schiedam aan de Laan van Spieringshoek
64.
Na ruim dertig jaar zullen we bij het beeld de jongere broer van de maker André Henderickx, Frits Henderickx en tevens Jan Kemps aantreffen. Ze zijn hier in de rol van voorzitter en secretaris van het Genootschap Heren van Stand.
Met medewerking van de burgemeester van Schiedam, Reinier Scheeres, is dit genootschap eind 1994 opgericht.
Er is geconstateerd dat er een duim en teen mist aan het beeld van Heer Bommel. Ook de jaspanden zijn zichtbaar aan het slijten. Tijd voor een nieuwe actie. Er moet geld komen voor een nieuw beeld.
Gedrieën hebben ze al ƒ 12.500 van de door hun gecalculeerde ƒ 40.000 bij bedrijven en particulieren verzameld. Ook de gemeente, waaronder Den Bommel valt, heeft een subsidie van ƒ 3000 toegezegd.
In overleg met Marten Toonder wordt er nieuw ontwerp voor het beeld gemaakt, dat in hoofdlijnen hetzelfde blijft. Ze hebben Harr Wiegman - ook uit Schiedam - bereid gevonden om dit nieuwe beeld te maken.
Harr Wiegman is vormgever, striptekenaar, beeldhouwer en illustrator. Hij werd als Henri Maurits Johannes Wiegman geboren in 1951. Hij overleed te Schiedam in de vroege zaterdagochtend 29 april 2023 als 72-jarige.
De geldinzamelingsactie Een Heer verdient brons blijkt zeer succesvol. Maar ook onderdelen worden geschonken, zoals de granieten sokkel door Den Boer Beton BV uit Nieuw-Lekkerland.
Ook voor de onthulling worden de nodige voorbereidingen getroffen. Zo heeft Genootschap Heren van Stand een special muziekstuk Den Bommel-parade laten componeren door Tijn Kemps. De Bommelse muziekvereniging Eendracht Maakt Macht (EMM) en Schiedamse muziekvereniging Harpe Davids gaan het stuk instuderen om het op 24 mei 1997 tijdens de onthulling ten gehore te kunnen brengen. Het zal later op CD verschijnen. Ter gelegenheid van de Bronsgietaktie laat het Genootschap het boekje "een heer verdient brons" in een genummerde oplage van 1000 stuks verschijnen. Er komen oorkondes die tegen betaling gekocht kunnen zodat men benoemd is tot Heer van Stand. En zo worden er nog meer verzamelobjecten geproduceerd in Heer Bommel-traditie om het benodigde bedrag te verzamelen.
De datum van 24 mei 1997 is mede ingegeven omdat Marten Toonder op 2 mei 85 jaar hoopt te worden.
Ter voorbereiding van het beeld zullen de heren van het Genootschap en Harr Wiegman elkaar met enige regelmaat ontmoeten. Ook de 84-jarige Toonder komt voor de uiteindelijk goedkeuring van het wassen beeld in februari speciaal overgevlogen uit Ierland waar hij sinds 1964 woont. Na de zegen van Toonder werd het naar bronsgieterij De Smelterij in Veen gebracht waar gegoten werd. Nadien patineerde Hans Nijhof het om een mooie doffe bronskleur te krijgen. Vervolgens werd het 300 kilo zware beeld op donderdag 22 mei 1997 opgehaald. Het werd meteen naar Den Bommel gebracht.
Twee dagen later wordt het beeld door de zoon van Marten Toonder, Eiso Toonder onthuld.
Op de onthullingszaterdag troffen de duizenden aanwezigen het beeld verhuld onder een grote lap van gele stof met rode ruit, de zogenoemde Bommelstof. Na de onthulling was er een "Bravo, bravo" als variant op de studentenversie te horen geweest. Eiso Toonder liet zicht ontvallen dat dit beeld "het enige echte STANDbeeld in Nederland" is. En wat er opvalt, Harr Wiegman heeft een beeld ontworpen dat staat, maar ook loopt! Eiso stelt daarop "op weg naar het avontuur", om onrecht te weerstaan en kommer en kwel uit de wereld te bannen. Of op zoek naar de schat. Hij nodigt iedereen uit om een klein rolletje daarin mee te spellen.
Het paadje naar hem toe is aangelegd in geel met rode ruit Bommelmotief en in de vorm van de schaduw van het beeld op de sokkel.
Het beeld dat André Henderickx maakte wordt gerestaureerd en komt in Ollie B. Bommelschool in Den Bommel te staan.
Het Genootschap Heren van Stand zal zich nadien opheffen
65.
Het schaduwpad van het beeld en de richting waarheen Wiegman Ollie B. Bommel laat lopen, gecombineerd met de uitnodiging van Eiso Toonder roept op tot een actie: "Mensen, stap over je eigen schaduw heen."
Tussen Klei en Brons : de geschiedenis van de twee Bommelbeelden te Den Bommel / J.F.L.M. Cornelissen. - Tilburg : Marten Toonder Verzamelaars Club, 1999. - ISBN 90-804261-2-1
En zo waren twee enige beelden van Ollie B. Bommel in Den Bommel. Voor de in Dongen wonende historicus J.F.L.M. Cornelissen aanleiding om er boekje over te schrijven, waarin het ontstaan van de beelden uit de doeken wordt gedaan. Begin '98 doet hij een oproep om beschikking te krijgen tot nadere bijzonderheden of Bommel-souvenirs uit die periode. Hij laat ze graag fotograferen. De afdeling gemeentevoorlichting van Oostflakkee en Rianne Bogerman in Den Bommel treden hier op als tussenpersoon. Het boekwerk dat hij in opdracht van de Marten Toonder Verzamelaars Club schrijft, heeft de verklarende titel Tussen Klei en Brons meegekregen en is een oplage van duizend stuks gedrukt
66.
En zo komen ook wij bij het einde van het bekijken van dit beeld, aangezien we ook nog het andere willen bekijken op dit plein. Maar voordat we daarnaartoe lopen, bedenken we ons: Wie was eigenlijk die 22-jarige Schiedamse natuurkunde-student J. van der Klink die dit avontuur met Heer Bommel startte en zowel Schiedam als Den Bommel aan de Bommel kreeg?
We stuiten bij de Universiteit Leiden in de bibliotheek op slechts 1 Physics-student die "Van der Klink" heet en een voorletter heeft dat met een J. begint. Het gaat dan om J.J. van der Klink. Wanneer we zijn dissertatie opzoeken kunnen we lezen dat het gaat om Jacques Johannes van der Klink die te Schiedam geboren is in 1943.
Het Burgerlijke Stand geeft aan hij op 28 augustus 1943 is geboren als zoon van C.J. van der Klink en J.H. van Hulten op de Louise de Colignystraat 15 te Schiedam. Ze waren als 22- en 19-jarige op 13 mei 1942 getrouwd.
Bij het gebruikelijke studieoverzicht, achterin zijn proefschrift, vermeldt hij dat hij in 1961 startte aan de Rijksuniversiteit te Leiden en de candidaats examen natuurkunde en wiskunde met scheikunde in november 1964 aflegde!
Toeval of niet, in zijn proefschrift A spin echo study of polyion-counterion interaction treffen we als onderscheiding tussen de onderdelen grote donkere cirkels aan. Ook het beeld van Heer Bommel staat nu op een donkere cirkel. De cirkel is daarmee tweemaal rond
67.
Een eindje verderop staat in het gras van cortenstaal een silhouet van een soldaat.
Onbekende Soldaat | 2020 | Thomas de Jong
Aan de voorzijde staat het, in de zon blinkende, cijfer 75.
Het beeld symboliseert alle soldaten uit de Tweede Wereldoorlog, dat ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding is geplaatst. De Dorpsraad van Den Bommel/Zuidzijde heeft samen in 2020 met een student van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten Tilburg, de uit Den Bommel afkomstige Thomas de Jong het ontwerp gemaakt.
Het ontwerp werd vervolgens uitgevoerd door Wim de Roon van Konstruktiebedrijf D. de Roon & zonen VOF
68.
We wandelen verder over de Kerklaan terug naar de Beneden Oostdijk waar we het trapje naar de Boven Oostdijk opgaan. We wandelen nog even stukje naar het oosten om via de Kade met vrij uitzicht over de gorzen, schorren of sliklanden. We kunnen hier een stukje van het Haringvliet zien en hebben uitzicht op Tiengemeten haar gorzen, zoals de begroeide platen, die nog zelden overstromen in Zuidwest-Nederland genoemd worden. In het noordelijk deel van ons leefgebied wordt dit aangeduid als schorren. Zandplaten die nog niet begroeid zijn en nog bij vloed overstromen worden slikken genoemd in tegenstelling tot in het noorden kwelders
69.
Traag lopend en genietend rondkijken bereiken we uiteindelijk toch de wagen.
We rijden vervolgens terug over de Molendijk naar de rotonde op de Tilsedijk richting onze volgende stop, Stad aan 't Haringvliet.
noten:
1.
YouTube De groei van Overflakkee : De bedijking van de polders in beeld / Leerlingen van de CSG Prins Maurits uit Middelharnis (project X5. - 20 mei 2015) [weergave 680];
2. Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701];
4.
YouTube De groei van Overflakkee : De bedijking van de polders in beeld / Leerlingen van de CSG Prins Maurits uit Middelharnis (project X5. - 20 mei 2015) [weergave 680];
8.
openarchieven Pieter Radestijn
RAD Pieter Radestijn, 02-07-1767
RAD bestand 337/417 [zelf bladeren]
We treffen slechts 1 persoon aan met deze naam. Hij wordt in het dodenboek te Dordrecht ingeschreven op 2 juli 1767;
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Het dorp den Bommel p. 2
Hier wordt vermeld dat de windkorenmolen in 1731 is vernieuwd en van steen is opgebouwd;
9.
De Nederlandse Molendatabase De Bommelaer;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 1 mei 1935 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws. Den Bommel
Helaas is deze bron niet aangegeven hoe men weet dat Laurens Frisser en Johanna Frisser broer en zuster zijn.
Ook lijkt het in deze bron te gaan om dezelfde Pieter Radesteijn. Dit kan echter niet, wanneer hij de 1e steenlegger is in 1735 en het in 1821 - dus 86 jaar later - verkoopt. Tenzij hij bijvoorbeeld als 4-jarige (uiteraard veelvoorkomend) de molen verkocht toen hij 90 jaar was. Maar dit was - zoals we straks zullen zien - niet het geval, hij overleed in 1767.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 december 1963 | pagina 2 Molen te Den Bommel in andere handen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 juni 1965 | pagina 4 Plaatselijk nieuws Den Bommel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 januari 1967 | pagina 1 Wordt molen van Den Bommel van de sloop gered?;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 maart 1968 | pagina 3 Monumentenzorg zal molen te Den Bommel restaureren;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 september 1973 | pagina 1 Bommelse molen draaide weer;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 oktober 1974 | pagina 2 Kroon op werk van Stichting behoud Flakkeese molens: Gerestaureerde molen Den Bommel aan gemeent overgedragen;
Delpher:
De Telegraaf, 22-01-1966 Advertentie Oud-Hollandse molen;
10.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 maart 1974 | pagina 1 Raad Oostflakkee kocht korenmolen in Den Bommel aan Aankoop korenmolen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 oktober 1974 | pagina 2 Kroon op werk van Stichting behoud Flakkeese molens: Gerestaureerde molen Den Bommel aan gemeent overgedragen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 mei 1975 | pagina 9 Molen "De Bommelaer";
23.
Delpher:
Het nieuws van den dag : kleine courant, 19-05-1879 Familie-Berichten E. L. Nagtegaal;
Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage, 20-05-1879 Familiegerigten E. L. Nagtegaal;
Algemeen Nederlandsch familieblad, no. 26, 30-08-1883 Geboorten E. L. Vermaas-Nagtegaal;
In Wildervank kwamen deze omdraaiing van voornamen en letters ook tegen, wettelijk en religieus.
De Ommelanden : band 3 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-61-9. - p. 1077;
24.
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 20 februari 1879 | pagina 2 een Molenaars-knecht;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 31 januari 1880 | pagina 2 Molenaars-knecht;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 22 januari 1881 | pagina 2 koren-molenaarsknecht of halfwas;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 4 maart 1884 | pagina 4 halfwas Korenmolenaarsknecht;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 14 juni 1890 | pagina 5 Molenaarsknecht of Halfwas;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 22 oktober 1896 | pagina 5 Korenmolenaarsknecht;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 17 juli 1902 | pagina 4 korenmolenaarsknecht of vergevordert leerling;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 20 december 1902 | pagina 2 Kerknieuws;
Maas- en Scheldebode | 27 november 1912 | pagina 3 Kerk en School. Den Bommel;
Maas- en Scheldebode | 1 januari 1914 | pagina 3 Advertentie Nieuwjaarsgroet;
Maas- en Scheldebode | 1 januari 1919 | pagina 2 Advertentie Nieuwjaarsgroet;
Onze Eilanden | 18 februari 1920 | pagina 3 Familiebericht Neli;
Maas- en Scheldebode | 30 december 1922 | pagina 4 Advertentie Nieuwjaarsgroet;
Maas- en Scheldebode | 1 januari 1924 | pagina 3 Advertentie Nieuwjaarsgroet;
Maas- en Scheldebode | 31 januari 1925 | pagina 4 Plaatselijk nieuws Den Bommel;
Onze Eilanden | 4 februari 1925 | pagina 2 Den Bommel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 maart 1994 | pagina 9 De schepen van Den Bommel (III) / D. Hoogzand;
Historische woordenboeken Nederlands en Fries halfwas;
26.
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 02-03-1888 Familieberichten E. L. Vermaas Nagtegaal;
openarchieven Jacob Vermaas;
27.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 19 oktober 1907 | pagina 3 Uitslag Loting Nationale Militie Den Bommel;
Maas- en Scheldebode | 1 februari 1908 | pagina 3 Plaatselijk Nieuws Den Bommel;
Maas- en Scheldebode | 27 mei 1908 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws Den Bommel;
Maas- en Scheldebode | 1 juli 1908 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws Den Bommel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 augustus 1937 | pagina 6 Windkorenmolen Den Bommel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 januari 1945 | pagina 2 G.J. Buth;
28.
Delpher:
Nederlandsche staatscourant, 10-10-1871 Advertentien Ministerie van Marine - Berigt aan Zeevarenden;
31. Foto’s-Den Bommel - Geschiedenis / Kees Wittenbols;
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Het dorp den Bommel p. 2;
40.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Den Bommel, Zuid Holland, sectie B, blad 01. - 1826 MIN08035B01;
41. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
314;
Gemeente en kerkgebouw van Den Bommel in hun wording geschetst : historische rede, uitgesproken den 6den november 1928. Ter gelegenheid van de plaatsing van den gedenksteen / G. van der Zee. - [s.n.] : [s.l.], 1928. - p.
4,
6,
10 de kerk is 1647 gebouwd, 11 steenlegging, wijding, 12 bouwkosten; 13 klok;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 oktober 1963 | pagina 1 Gerestaureerde Hervormde kerk te Den Bommel : Ingebruikname woensdag 13 november a.s. / G. van der Zee;
42.
Gemeente en kerkgebouw van Den Bommel in hun wording geschetst : historische rede, uitgesproken den 6den november 1928. Ter gelegenheid van de plaatsing van den gedenksteen / G. van der Zee. - [s.n.] : [s.l.], 1928. - p.
8-9;
43.
Delpher:
Gemeente en kerkgebouw van Den Bommel in hun wording geschetst : historische rede, uitgesproken den 6den november 1928. Ter gelegenheid van de plaatsing van den gedenksteen / G. van der Zee. - [s.n.] : [s.l.], 1928. - p.
13;
44.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 augustus 1943 | pagina 2 Goereeërs en Ouddorpers;
Delpher:
Lijst van Nederlandsche klokkengieters met enkele bizonderheden : opgave van in Nederland aanwezige klokken van buitenlandsche gieters / M.A. Brandts Buys (samenstelling). - 's-Hertogenbosch : Comité tot voor bereiding van het Beiaard-congres en -tentoonstelling, 1925. - p.
19;
Monumenten. : Aanteekeningen over Goeree en Overflakkee. / J. C. Overvoorde. - p.
199 (in: Bulletin, jrg 8, 1907, no. 6, p. 196-208);
Gedenkboek ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan der Ned. Hervormde Gemeente te Amstelveen, 1587-1937 / J. van Kuiken (samenstelling). - Amstelveen : Ned. Herv. Kerk, 1938. - p.
52;
De geschut- en klokkengietersfamilie Ouderogge / E. Wiersum. - p.
88 (in: Oud-Holland, jrg 41, 1923-1924, p. 83-92): suggestie voor d.i.o. dedit in oppido;
De geschut- en klokkengietersfamilie Ouderogge / E. Wiersum. - p.
86 (in: Oud-Holland, jrg 41, 1923-1924, p. 83-92): bevestiging gietjaar;
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst : 3 / Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1933. - p.
15;
45.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed exterieur Hervormde Kerk, april 1953 43.632;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 8 september 1928 | pagina 5 Schetsen uit de kerkgeschiedenis van Den Bommel : VI. / G. van der Zee;
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst : 3 / Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1933. - p.
15;
46.
Delpher:
Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland / P.C. Bloys van Treslong Prins. - Deel I. - Utrecht : Oosthoek, 1922. - [p. 32];
47.
Delpher:
Gemeente en kerkgebouw van Den Bommel in hun wording geschetst : historische rede, uitgesproken den 6den november 1928. Ter gelegenheid van de plaatsing van den gedenksteen / G. van der Zee. - [s.n.] : [s.l.], 1928. - p.
13;
48.
Delpher:
Gemeente en kerkgebouw van Den Bommel in hun wording geschetst : historische rede, uitgesproken den 6den november 1928. Ter gelegenheid van de plaatsing van den gedenksteen / G. van der Zee. - [s.n.] : [s.l.], 1928. - p.
23;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed exterieur Hervormde Kerk, april 1953 43.632;
49.
Delpher:
Gemeente en kerkgebouw van Den Bommel in hun wording geschetst : historische rede, uitgesproken den 6den november 1928. Ter gelegenheid van de plaatsing van den gedenksteen / G. van der Zee. - [s.n.] : [s.l.], 1928. - p.
13; 23;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed interieur naar het oosten Hervormde Kerk, mei 1969 125.403;
50.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Het dorp den Bommel p. 3;
Gemeente en kerkgebouw van Den Bommel in hun wording geschetst : historische rede, uitgesproken den 6den november 1928. Ter gelegenheid van de plaatsing van den gedenksteen / G. van der Zee. - [s.n.] : [s.l.], 1928. - p.
13;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 22 juni 1929 | pagina 10 Schetsen uit de kerkgeschiedenis van Den Bommel : XLVI. De tijd van Ds. P. Bont. 1757-'75 : Een nieuwe toren / G. van der Zee;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 november 1963 | pagina 9 Overdracht door Pres. kerkvoogd / (red.);
51. Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 137;
Erfgoed Bekeken Lodewijkstijlen (1700 – 1810);
53. Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 137;
54.
Dakomar Vastgoed | Voorstraat 38 - Den Bommel pagina 3;
55.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 22 januari 1927 | pagina 6 Aanbesteding;
56.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 2 februari 1927 | pagina 2 Den Bommel;
57.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 5 februari 1927 | pagina 5 Den Bommel;
58.
Gemeente en kerkgebouw van Den Bommel in hun wording geschetst : historische rede, uitgesproken den 6den november 1928. Ter gelegenheid van de plaatsing van den gedenksteen / G. van der Zee. - [s.n.] : [s.l.], 1928. - p.
23;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 20 maart 1929 | pagina 3 Een flinke Dienstbode;
59.
Dakomar Vastgoed | Voorstraat 38 - Den Bommel pagina 3;
62.
Mens & Dier in Steen & Brons / René & Peter van der Krogt Olivier B. Bommel;
63.
Delpher:
De Volkskrant, 11-03-1964 "Heer van stand"-beeld : Leidse studenten eren patroon : 2000 Bommelaars krijgen Ollie in hun midden / (Van onze correspondent);
Algemeen Dagblad, 25-03-1972 Te gast bij G en G Dát doet je wat / Ben Vincent;
Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker:
Het Nieuwe Stadsblad | 4 maart 1964 | pagina 1 Heer Olie B. Bommel, een kostelijke creatie van Andre Henderickx : Omstreeks Pasen krijgt hij een ereplaatsje in Den Bommel !! [foto Henderickx werkend aan Bommel];
Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 7 april 1964 | pagina 1 onthulling [foto];
Het Nieuwe Stadsblad | 9 mei 1979 | pagina 1 André Henderickx overleden : Glazenier, maar bovenal een veelzijdig kunstenaar [foto];
De Havenloods | 10 mei 1979 | pagina 1 In memoriam André Henderickx / Han van der Horst [foto];
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 januari 1958 | pagina 3 Boekbespreking Flakkeese schetsen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 april 1964 | pagina 2 Beeld O.B.Bommel wordt zaterdag onthuld;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 januari 1998 | pagina 4 Boek over geschiedenis Bommelbeelden;
Schiedam Gemeentearchief: André Henderickx werkt in zijn atelier (Oude Sluis, Schiedam) aan het beeld van Olivier B. Bommel in chamotte / Gebrs Henderickx. - 01-01-1964 - 01-04-1964 43452;
Schiedam Gemeentearchief: André Henderickx werkt in zijn atelier (Oude Sluis, Schiedam) aan het beeld van Olivier B. Bommel in chamotte. - 01-01-1964 - 01-04-1964 01496;
Schiedam Gemeentearchief: Het in drie delen gefixeerde beeld van Olivier B. Bommel in het atelier (Oude Sluis, Schiedam) dat André Henderickx maakte en dat, in chamotte uitgevoerd. - 01-01-1964 - 01-04-1964 01497;
Schiedam Gemeentearchief: Het beeld van Olivier B. Bommel in het atelier (Oude Sluis, Schiedam) dat André Henderickx maakte met schaalmodel / Gebrs Henderickx. - 01-01-1964 - 01-04-1964 43453;
Schiedam Gemeentearchief: Frits Henderickx en Harr Wiegman schudden elkaar de hand bij oudste Ollie B. Bommel-model / Roel Dijkstra. - 1995 01403;
rkd Andreas Henderickx;
Royal Delft Museum Historie;
64.
Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker:
Het Nieuwe Stadsblad | 9 mei 1979 | pagina 1 André Henderickx overleden : Glazenier, maar bovenal een veelzijdig kunstenaar [foto];
Nieuwe Schiedamsche Courant | 8 april 1947 | pagina 4 André en Frits [geboorte tweeling];
rkd Andreas Henderickx;
69.
Landschappen in Zuid-Holland / Hans Oerlemans. - Den Haag : Provincie Zuid-Holland / Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, 1992. - ISBN 90-399-0187-2. - p. 199;
internetraadpleging: 4 - 22-10-2023
molen 'De Bommelaer' | 1735, Den Bommel
1e steen legging, Den Bommel
dijkschuren Molendijk, Den Bommel
Gereformeerde Kerk, Molendijk 26, Den Bommel
De Buitendijk, Den Bommel
Jachthaven, Den Bommel
heringerichte Kade, Den Bommel
Voorstraat, Den Bommel
Voorstraat/Stoofhof, Den Bommel
Hervormde Kerk, Voorstraat, Den Bommel
boerderij met voorgevel met ingezwenkte zijkanten, Den Bommel
(voormalige) pastorie | 1927 | P. Mast Pz, Den Bommel
Heer Olivier B. Bommel | 1997 | Harr Wiegman, Den Bommel
Onbekende Soldaat | 2020 | Thomas de Jong, Den Bommel
Beneden Oostdijk, Den Bommel
Haringvliet gezien vanaf de Kade, Den Bommel
Stad aan 't Haringvliet
De Tilsedijk voert ons door de aanwaspolders van Stad aan 't Haringvliet naar de Lieve Vrouwepoldersedijk, een voormalige Zeedijk
1.
Deze Lieve Vrouwenpolder of Lievevrouwenpolder - ook een aanwaspolder - werd tussen 1501 en 1504 bedijkt
2.
Na een halve kilometer treffen we in deze voormalige zeedijk de bekende bocht aan, dat duidt op een dijkdoorbraak met een wiel tot gevolg
3.
Deze wielen - hier de Weel genoemd en tussen 1530 en '50 tijdens een van de vele overstromingen ontstaan
4
- werden veelal gekoesterd en daarom aan zeezijde omdijkt, zodat het binnendijks kwam te liggen.
Halverwege zijn we de kreek van Polder de Nieuwe Stad gepasseerd, dat de naam Bierkreek draagt.
Voor het hydroniem Bierkreek zijn - met behulp van het toponiem Biervliet, dat in deze omgeving voorkomt - mogelijk een aannemelijk verklaring te geven.
We richten ons dan met name op de voor de hand liggende verklaring van het voorvoegsel 'Bier'. Dit zou een verwijzing kunnen zijn naar het Germaanse bir of beer. Hierbij ligt bir het meest voor de hand, aangezien daarmee modder wordt aangeduid. En modder is een mengsel van aarde en allerlei organische stoffen met water. Oftewel slijk, dat doorweekte klei- of veenachtige grond is. Wanneer zo'n kreek uitgediept moet worden, wordt het materiaal bagger genoemd. Het uitdiepen is dan het uitbaggeren. In het noorden ook aangeduid met slatten.
In deze omgeving ligt echter de aangeslibde grond oftewel slik meer voor de hand. In beer - nog te herkennen in beerput - wordt de mest aangeduid. Hoewel ook organisch, beschouwen we dit meer als uitwerpselen.
Bier is een verkorting van het uit het Latijn komende Biërtia van Biert of Bierten, verwijzend naar het voorgelegen slik, de voorliggende slikken of meylanden. We komen het - naast het Zeeuwse Biervliet - ook tegen in Voorne-Putten als voormalige ambachtsheerlijkheid. Biert lag in 1304 tussen Vriesland en Biervliet en zou onderdeel worden van het eiland Putten
5.
Omdat deze Bierkreek, in de zestiende eeuw Biercreke genoemd, ook al eeuwen is afgesloten van het zoute zeewater kon het bijvoorbeeld een eeuw geleden, in januari van 1914, zorgen voor ijsvermaak. De kinderen van de Openbare Lagere School vermaken zich met een hardrijderij en ringrijderij . De Bierkreek werd dan ook beschouwd als de gewone schaatsbaan, waar toekomstige echtparen - zelfs bij maanlicht - elkaar voor het eerst ontmoeten.
Met de waterkwaliteit van de Bierkreek gaat het door de som van alle menselijke ingrepen in de laatste 50 jaar van de twintigste eeuw niet goed. Het is tamelijk smerig geworden.
Op het eiland IJsselmonde treffen we op de Molenpolderse Zeedijk in Rhoon inmiddels soortgelijke uitvoeringswerkzaamheden aan. We zien dat bij een te steile kade (links) nog steeds afkalving plaatsvindt.
Nieuwe plannen worden in de eenentwintigste eeuw gemaakt. Deze houden in dat er vers zoet water vanuit het Haringvliet onder vrij verval via een duiker kan binnenstromen. De kades worden glooiend gemaakt, zodat ze niet kunnen afkalven in de natte en droge perioden. Er komt zodoende ook meer ruimte voor wateropvang in de natte perioden en dat is weer goed voor waterdieren en planten. De Bierkreek moet daarmee als zoetwateraorta gaan fungeren voor het oostelijk deel van Overflakkee
6.
Blijkbaar laat de uitvoering op zich wachten, want het aanblik blijkt nog niet te zijn veranderd.
Door de afleiding van de Weel missen de eerste straat dat ons Stad in kan brengen, de Molendijk.
De bewoning die bij deze waterplas ontstond, werd gezien als het gehucht de Weel, dat onder Middelharnis bij Stad aan ' Haringvliet viel. Er was zelfs een brandspuit gestationeerd.
De gemeentegrenzen op Goeree-Overflakkee / Sj. Groenman m.m.v. R.R. Koopmans. - Amsterdam : Instituut voor Sociaal Onderzoek van het Nederlandse Volk, 1954
Maar op de vraag onder welke gemeente dit buurtschap valt of zou moeten vallen is nog niet zomaar een eenduidig antwoord te geven. Middelharnis is van mening dat "de bewoners van de Weel behoren tot Middelharnis en zijn op Middelharnis aangewezen ook."
Drie jaar later, in september 1954, meent Stad aan 't Haringvliet dat er grenscorrectie moet plaatsvinden, zodat De Weel onder Stad valt. Dit is overeenkomstig en mogelijk geïnspireerd op de uitkomsten van het sociologisch rapport van Sj. Groenman m.m.v. R.R. Koopmans. Zij stellen immers dat de kinderen van De Weel (uit Middelharnis) naar school gaan in Stad. Andersom niemand. Wel klopt de bewering van Middelharnis dat de arbeiders van Stad in Middelharnis werken. Het is voor de onderzoekers juist een reden te meer om het gebied rondom De Weel dat dusdanig ver weg ligt van Middelharnis juist voortaan onder Stad te laten vallen. Het is immers een aanwijzing dat dit stuk agrarisch gebied verkeerd is ingedeeld, wanneer er alleen mensen werken uit een ander dorp
7.
Gelukkig komen we al snel een volgende afslag tegen, die ons naar Stad aan 't Haringvliet kan brengen.
Verwarring over de straatnaam ontstaat na het zien van een aantal historische kaarten. Tegenwoordig wordt de weg de Vrouwtjesweg genoemd. De Voorne caart-boeck van 1701 benoemt het echter als de Piers Wegh
8.
Een eeuw later, in 1826, heette het - volgens de Kadastrale kaart 1811-1832 - al Vrouwtjesweg.
Geschiedenis van 'de Stadt ende Gudseke' : 1359-1965 / M. Mellaard. - Bleiswijk : M. Mellaard, 2020. - ISBN 978-90-90-33975-7
En toen kwam de Piersweg ook voor. Dat is dezelfde weg die nu ook deze naam draagt en zeg maar ons ook nog naar Stad aan 't Haringvliet kan brengen
9.
De - voor zover we na kunnen gaan - unieke naam Vrouwtjesweg spreekt tot de verbeelding en roept de vraag op "waar komt deze naam vandaag?"
Bekend is dat Andries van Bronckhorst dit deel in 1527 liet bedijken, nadat hij de helft van het gors genaamd Stadt ende Gudseke, ook voorkomend als Ghudseke, Goezeke en Gudzeke, een jaar eerder van het regulieren-klooster van Rugge (onder den Briel) voor 850 £ had gekocht. Andries van Bronckhorst was in die periode baljuw van den Briel.
Vermoedelijk was Goezeke een waternaam, een drinkwaterput, vergelijkbaar met guzzeken op Goedereede. In de onbedijkte periode werd het gors aangeduid als de Stad en het Gudzeke. Het Gudzeke wordt dan beschouwd als een hil, een vliedberg dat midden op de Stad lag. Ze worden ook stellen genoemd.
Gesteld moet worden dat deze Stad meerdere hillen had toen het op 4 november 1359 aan Jan van Heenvliet, heer op Blijdenstein verkocht werd door Vrouwe Aleid of Alijd van Putten en Boudewijn van Praet. Jan van Heenvliet was haar neef. Jan van Heenvliet en Heilwij van Borselen schenken het op 31 mei 1410 aan de Regulieren van Rugge. Van een rustige en stabiele omgeving kunnen we echter niet meer spreken. De alles veranderde Elisabethsvloeden zullen het landschap en stromen danig veranderen.
De tweede vrouw die we in onze Vrouwtjesweg-zoektocht tegenkomen, Willemina van Bronkhorst, Vrouwe van Nijenrode leefde tussen 1601 en 1669. Zij werd als jonkvrouw in 1617 ambachtsvrouwe van Stad aan 't Haringvliet
10.
Volgens J.L. Braber was de oorspronkelijke naam Oosterse of Onze-Lieve-Vrouwepoldersweg
11.
Aangezien de polder voor de reformatie is ontstaan, zou dit in samenspraak met de namen Lieve Vrouwenpolder en Lieve Vrouwepoldersedijk in lijn liggen.
Kaart van het eiland Overflakkee (detail) / naar ontwerp van: Claes Jansz. Visscher (II). - weduwe Joachim Ottens en Zoonen, 1655 en/of 1719 - 1725
bron: Rijksmuseum Amsterdam;
De Oosterse weg roept daarentegen de vraag op, ten oosten waarvan?
De kaart van - origineel uit - 1655, rept echter (nog) niet over een Lieve Vrouwenpolder. Wel kunnen we de weg naar de Oude en Nieuwe Oost Moer wel beter herkennen, wanneer we het de Oosterse weg noemen.
Net als de twee kaarten van 1701 en 1826 aangeven, concludeert ook Braber dat de naam in de 19e eeuw is gewijzigd. De polder Nieuwe Oost Moer wordt dan immers ook tevens aangeduid als Lieve Vrouwenpolder
12.
Wanneer we op deze manier de Oosterse weg hebben verklaard, zou dit dan ook opgaan voor de Piersweg of Piers Wegh?
Op de kaart uit 1655 treffen we een Pedro gutiers Hofstee aan. Pedro Gutiers doet erg Spaans aan. Van Pedro naar Pieter en vervolgens naar Piers is niet zo'n grote stap. En de huidige Piersweg loopt rechtstreeks naar deze Hofstee.
Dit blijft echter giswerk.
De eerste opdracht voor de bedijkers is echter wel vastgelegd. Ze moesten naast de dijken ook de "sluysen, heulen, weghen ende wateringhen" maken en onderhouden
13.
Rond 1825 lag aan de noord- en zuidkant van de Vrouwtjesweg nog de Engeltjes Kreek in de Polder de Oude Stad.
De kreek is in het huidige landschap weg geploegd.
Alleen het water tussen de A. van Bronckhorststraat en Boudewijnstraat kunnen we nog als origineel beschouwen
14.
Aan de zuidzijde verdween het, na het herstellen van de stormschade van februari '53
15.
Het kleine deel aan de noordkant verdween net voor de millenniumwisseling
16.
De Engeltjeskreek is in het landschap nog steeds waar te nemen
bron: GoogleMaps, 2023;
Het fascinerende is echter, doordat de bodemgesteldheid van zo'n waterloop nog steeds hetzelfde is, de loop ervan zich nog een hele lange tijd laat weerspiegelen in het landschap én heeft het zichtbare effecten op de plantengroei en de oogstopbrengsten
17.
Tot een eerste vorm van verharding van de Vrouwtjesweg werd in het voorjaar van 1908 besloten. Dit houdt in dat het toen begrint werd. Echt veel beter werd daar niet van. Voor voetgangers en fietsers is de weg bij regenachtig weer onbegaanbaar
18.
Twintig jaar later wordt de weg - samen met de Piersweg - afgesloten omdat er nieuwe heulen, dit zijn duikers, worden aangebracht
19.
Na de beëindiging van WOII begon de wederopbouw. Hoewel de Landarbeiderwet eigenlijk buiten werking was gesteld, had Stad aan 't Haringvliet toch een primeur. Op grond van de bepalingen van deze wet verrezen er hier vanaf juni 1949 toch de eerste tien naoorlogse huizen van Nederland. Om tijdens de hiervoor georganiseerde plechtigheid de vlag in top van het eerste pand te krijgen, klom de echtgenote van de burgemeester in de binten. Ze werd hierbij geholpen door haar man en de voorzitter van de Vereniging ter verkrijging van onroerend goed voor landarbeiders, de heer P. Pardux.
In 1929 waren er in dit kader ook al eens zes woningen met gasleiding in deze straat gebouwd. Ook worden de woningen in 1933 aangesloten op de waterleiding.
In 1949 wordt de straat aangesloten op elektra
20.
Een verklaring voor de Vrouwtjesweg komen we niet tegen.
Van Stad of Stat is echter wel een duidelijke verklaring bekend. In geval van Stad aan 't Haringvliet, gaat het dus niet om een plaats met stadsrechten, gelegen aan het Haringvliet. Zoals we al bij de Bierkreek zagen, moeten we ook deze verklaring zoeken in de staat van datgene dat deze naam draagt. In dit geval dus de aanwas dat niet meer door normale vloeden overstroomd wordt. Het was vaste grond geworden. En zodoende is het afkomstig van stade, dat bestendig of standvastig betekend. In het Engels herkennen we dan ook steady en in het Duits Staden. In Noord-Duitsland komen we aan de oever van de Elbe de plaats Stade tegen. De vaste oever met kreekjes was geschikt om met kleine scheepjes aan te leggen of op de oever te leggen
21.
Dat gold dus ook voor deze aanwas.
Iets anders dat tegenwoordig bijzonder is aan Stad aan 't Haringvliet, is het lidwoord 'het' in de naam. Aangezien vliet mannelijk is, dienen we het dus eigenlijk over Stad aan de Haringvliet te hebben. Maar bij de waternaam Haringvliet spreken we over het Haringvliet. Deze uitzondering, want daarvan mogen we spreken, is historisch gegroeid. In de negentiende eeuw was vliet naast mannelijk en vrouwelijk ook nog onzijdig en zodoende kon er sprake zijn het Haringvliet. Later kreeg de vliet de overhand, waardoor het ingeburgerde het Haringvliet een uitzondering werd. Het is weliswaar niet uniek, want ook bij en tegenwoordig in Leeuwarden komen we Het Vliet of It Fliet tegen
21a.
We rijden over de Vrouwtjesweg langs het daaraan gebouwde "dorp" en komen uit op de Zeedijk. Naar het centrum toe, ligt er in de oksel van de Vrouwtjesweg en Zeedijk een fraaie boerderij.
Wanneer we de Zeedijk op zijn gereden, verschijnt er een prachtig plaatje met diverse wegen en een jachthaven voor ons. We rijden daarom maar snel naar een rustige parkeerplek tussen twee L-vormen (waarvan een gespiegeld is)
22
aan de noordzijde van de haven en om er de wagen te parkeren, zodat we al wandelend het allemaal kunnen bekijken.
Het valt op dat deze haven niet bestaat uit een kom, zoals we tot nu toe hebben gezien, maar uit een gespleten slangentong of omgekeerde Y, waarvan een poot fungeert als een wijder wordende richtingaanduiding.
Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Stad aan 't Haringvliet, Zuid Holland, sectie A, blad 02 + 03 + 04. - 1826
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08195A02 -
MIN08195A03 -
MIN08195A04
(CC BY-SA 3.0)
Wanneer we iets verder teruggaan in de tijd, zo rond 1825, dan zien we nog veel bijzonderheden aan deze haven. We vinden voor elke poot een "Spuij", een watervoorraad dat bij vloed gevuld wordt om bij eb het slib uit de haven te spoelen. En ook beide spuien hebben een andersoortige vorm dan gebruikelijk. Het westelijk gelegen spui heeft een V-vorm, terwijl het oostelijk gelegen spui een platgeslagen O-vorm heeft. De laatste is voorzien van een dam, zodat de lengte van het ene deel driemaal zolang is als het korte stuk.
We merken op dat de haven sindsdien behoorlijk veranderd is. Een informatiebord op een meerpaal - we gaan er hiervan meer tegenkomen tijdens onze wandeling - wijst ons op een van die wijzigingen. Na de Watersnoodramp van '53 is een nieuwe hoofdwaterkering buiten de haven gemaakt. Deze loopt globaal gezien om de beide spuien heen en heeft een lengte van zo'n 870 meter. De spuikom werd toen ook gedempt
23.
Zodoende werd er tussen 1956 en '57 ook een nieuwe sluis gebouwd. Hiervoor werd tijdelijk de dijk door de haven gelegd, zodat aan de binnenkant een bouwput kon worden gemaakt, waarin de sluis werd gebouwd
24.
Donderdagavond 1 augustus 1957 mocht er voor het eerst een Spido-boot door de nieuwe sluis. Voor de gewone scheepvaart is het echter nog niet zover. Daarvoor moeten nog voor ƒ 80.000 werkzaamheden verricht worden aan het herstel van het havenhoofd en havengeul
25.
We kunnen dan ook tussen de dubbele sluisdeuren lezen dat deze "anno Domini 1957" gereedkwam. Ook de sluisdeuren hebben een jaartal meegekregen. Hieruit blijkt de buitenste inmiddels in 1996 is vervangen door een nieuwe.
In 1984 was na wat eerdere noodvoorzieningen ook al eens ƒ 62.000 uitgetrokken om nieuwe beplanking aan te brengen. Dit waren 50 mm dikke azobé-delen, een bijzonder harde, zware (het zinkt in water), zeer duurzame houtsoort, dat niet wordt aangevreten door paalworm. Ze moeten wegens scheluw- of kromtrekken wel minimaal 50 mm zijn. De Lophira alata Banks ex Gaertn.f. uit West- en Midden-Afrika staat inmiddels op de Rode Lijst van de IUCN genoemd als 'kwetsbaar'
26.
Op de dijk worden we getrakteerd op een mooi uitzicht over het Haringvliet en eiland Tiengemeten.
Achter het havenhoofd treffen we de westkant van het eiland Tiengemeten aan, zodat we nog net een stukje van het Vuile Gat kunnen zien. Daarna volgt de Hoeksche Waard met de bebouwing van het dijkdorp Oudendijk.
Stad aan 't Haringvliet was ook geruime tijd de plek waarvandaan de steurvissers vertrokken gedurende het korte seizoen dat ongeveer duurde van mei tot half juli.
Zo werd er in 1896 onder Stad aan 't Haringvliet een steur gevangen van 169 kilo. In juni 1901 werd hier een steur van 137½ kilo uit het water gehaald. De bracht aan de afslag te Dordrecht 100 gulden op. 159 kilo woog de steur die ze in juli 1902 vingen. In dit seizoen werd er door de vissers die hier tijdelijk lagen zo'n tachtig steuren gevangen. In juni 1903 werd een kolossale van 225 kilo gevangen. De eerste gevangen steur van het seizoen 1904 woog al 115 kilo. Dit komt zo vroeg in het seizoen zelden voor.
Aan het einde van dat jaar werd hun taanhuisje door storm met hoogtij uit elkaar geslagen. In dit huisje conserveerden ze met een taanoplossing in kokend water hun zeilen, netten en touwen. Het werd onder andere verkregen van cachou, een looihoudend extract uit hout van een tropische boom of eikenschors. Het gaf het een donkerbruine kleur en had een penetrante geur. In 1907 haalden de vissers aldaar er nog een van ruim 200 kilo uit het water. Het jaar erop haalden ze in juni er twee uit. Deze waren nog steeds fors, maar beduidend lichter, te weten 152½ kilo en 135 kilo. Die van 152½ leverde de vissers ƒ206 op
27.
We verlaten de dijk over de nieuwe en bijzonder vormgegeven trap, waarover we ook naar boven zijn gelopen. De grootste treden zijn even hoog en diep als twee middelgrote treden en vervolgens viermaal zo hoog en diep als de gebruikelijke traptreden. De laatste wordt dan ook begeleidt door een trapleuning, waarmee gecommuniceerd wordt dat middels deze treden naar boven en beneden gelopen kan worden.
De trap is in het najaar van 2012 geplaatst, nadat burgers in 2011 ideeën hadden aangeleverd. Een conceptidee en variant op deze trap was al eerder ter sprake gekomen in 2007. Vervolgens werd het plan uitgewerkt onder leiding van een landschapsarchitect. De gemeente Middelharnis had voor een verbeterde overgang van de dijk € 75.000 uitgetrokken.
Zeeland Engineering Consultants hebben de trap laten maken van de antracietkleurige Giro-Trappen GB 50-16, Giro-Parkbanden GZP 90-32 en GZP 180-64.
De trap is in deze vorm tevens verworden tot een tribune dat de haven als podium overziet
28.
Registratie Mel de Musical / Joost van den Berg. - Stichting Stadsweb Stad aan 't Haringvliet [weergave 240]
Dit biedt een uitkomst voor de uitvoering die het dorp opvoert van hun lokale bekendheden, zoals bijvoorbeeld Melgert Dale in de musical Mel de Musical, dat begin september 2016 werd opgevoerd. Voor deze voorstelling werden vanzelfsprekend nog tribunes bijgebouwd
28a.
En Mel Dale gaan we zo meteen nog zeker tegenkomen.
De als zodanig omschreven "havenpoot met richtingaanduiding" wijst naar de plek waar het "Oude Weeghuisje" heeft gestaan. Tijdens de herinrichting van de haven is hier een nieuwe Fairbank geplaatst. Zo werd het weeghuisje genoemd vroeger. Het werd zaterdag 30 november 2013 officieel geopend, hoewel geopend... een oude Stadtenaar klaagde meteen - tijdens het doorknippen van het geelrode lint - "Veel te tochtig en het is daar te koud voor oudere mensen!" Er zitten immers helemaal geen ramen en deuren in het 'huisje'
29.
Een voorganger van het "Oude Weeghuisje" werd in 1893 gebouwd door J. Vis Czn. uit Sommelsdijk.
J. Vis Cz, Sommelsdijk - Weegbruggen - advertentie 1896
bron: diverse krantentitels
Het mocht er bijna vier decennia staan. In 1931 werd het vervangen door het "Oude Weeghuisje". De eerste steen werd toen gelegd door de gemeenteontvanger J. v. d. Boogert op 7 juli 1931. Doordat het eind jaren '60 een verliespost voor de gemeente werd, wilde men het opheffen.
In 1974 ging het over in particuliere handen, omdat het bedrijfsleven er nog niet vanaf wilde. De gemeenteraad moest in 1975 de hurende firma J.M. van Reijen & Zn. uit Achthuizen er nogmaals op wijzen om de huurovereenkomst nog eens goed te lezen. Hierin staat namelijk, dat zij ook verantwoordelijk zijn voor het wegdek over de fairbank. Deze was inmiddels zo slecht geworden dat er klachten binnenkwamen bij de gemeente.
Tussen 1978 en 1989 was Stadtenaar Peekstok de huurder.
Fairbanks' Weegbruggen - advertentie 1907
bron: diverse krantentitels
Toen de weegbrug echter opnieuw geijkt moest worden, bleek dat de installatie veel onderhoud nodig had, waarvan de kosten te hoog werden geacht. Het huurcontract werd daarom na 31 december 1989 niet verlengd.
In 1990 verdween het uit het straatbeeld
30.
Een Fairbank is een type weegbrug, dat het gewicht weegt met behulp van een schuifgewicht, maar is tevens een merknaam, vernoemd naar de uitvinder Thaddeus Fairbanks (1796-1886), die er - samen met zijn broers - in 1834 mee op de markt kwam. En zo te zien nam de concurrentiestrijd in de periode ook al stevige vormen aan
31.
Het nieuwe "weeghuisje" is in 2013 door scholieren van de bouwkundeafdeling van Edudelta College gebouwd
32.
Wij lopen er onderdijks langs en bij de entree vallen de onopvallende ingemetselde beeldhouwwerkjes van een ooi en ram op. Van deze zogenoemde schaapsteen werden er twee in dit weeghuisje geplaatst, als eerste herinnering en bewoners van de onbeschermde aanwas.
De maker van deze baksteenplastieken, de Dordtse Margreet Huisman (1940), maakte ze in 2005 als relatiegeschenk van de gemeente Dordrecht. Huisman, die ook in de zomermaanden een vaste expositie heeft op Goeree-Overflakkee, kwam in contact met de voormalige dorpshuisarts van Stad aan 't Haringvliet, Herman Maas, die er voor dit project een twintigtal afnam.
We kunnen er dus nog meer in het dorp ontdekken, want diverse bewoners hebben ze ergens in hun pand gemetseld
33.
Dat wordt nog een leuke manier van schaapjes tellen en speurtocht!
Wanneer we iets verder lopen treffen we een bijzonder gebouw - we zagen het al overduidelijk vanaf de andere kant van de haven en dijk.
Vreemd genoeg betreft het geen monument, maar het verdient zeker wel deze status, zoals we zo zullen zien.
De grijze gevelsteen onder het raam vertelt ons dat het om een polderskamer gaat:
Deze Polderskamer gesticht
Anno 1901 - Op voorstel
van den heer L Braber Mz
Oud Dijkgraaf geb 1820.
Dit zal dezelfde doelstelling hebben als de polders raadkamer
in Oude Tonge. Een Meerpaal met informatie, dat tegenover het gebouw staat, bevestigt dit.
Omdat de toenmalige Polder Oude Stad en Polder Nieuwe Stad - die voor twee derde en een derde eigenaar waren - op zoek waren naar een vergaderplek, hebben ze van het bovenste deel een vergaderruimte gemaakt. Eronder werd de ruimte ingericht als bergplaats.
De aanbesteding voor de ombouw tot polderkamer stond onder leiding van de architect C.J. Mosterdijk en vond plaats op 25 juni 1901. Op de 27e werd het vergund aan J. Both uit Den Bommel, die als een van zes had ingeschreven. Op zijn briefje stond het laagste bedrag à ƒ 1564
34.
Architect C.J. Mosterdijk is in ieder geval in deze rol actief van 1893 tot en met 1924. Cornelis Jacob Mosterdijk
kwam 's avonds rond tien uur op 19 augustus 1924 op 80-jarige leeftijd onverwacht te overlijden.
Naast architect was hij ook vanaf 1888 kerkvoogd en vanaf augustus 1898 president-Kerkvoogd. Ook werd hij op 28 februari 1889 regent van het Burgerlijk armbestuur en Weeshuis en vanaf 8 januari 1902 voorzitter van dit college. Tussen 1888 en 1900 was hij kerkenraadslid. Tevens was hij Lid van de Gemeenteraad van de gemeente Sommelsdijk.
Op 7 juni 1913 verloor hij zijn vrouw Maatje Kastelein na een langdurig en smartelijk lijden, waarmee hij op 6 mei 1869 was getrouwd. Ze is 72 jaar geworden. De eerste zoon die ze kregen overleed op 14 augustus 1870. Of hij levenloos is geboren of toch nog even geleefd heeft, is niet bekend. Op 16 oktober 1872 werd Jacob Daniel geboren. Hij werd 2 maanden. Josina Jannetje kwam op 11 maart 1875 ter wereld, maar ook haar moesten ze na vijf maanden alweer begraven. Dit gold ook voor Jacob Daniel, hij was zes maanden toen hij op 21 augustus 1877 overleed
35.
We begrijpen hieruit dat het een zeer langdurig lijden is geweest.
In het voorjaar van 1972 wordt de Polderskamer te koop aangeboden door de eigenaar, de Oude Stadse Polder. Het markante vierkante gebouw werd vervolgens gebruikt als tweede woning en weer later als kantoor. De laatste keer stond het te koop voor € 287.000 k.k.
36.
Echter - zoals gezegd - het gaat dus om een vierkant gebouw. We herkennen, wanneer iets beter kijken, de diverse schietgaten in de dikke muren. Hierdoor kon er met de snaphaan, een voorlaad-geweer met snaphaanslot voor de ontsteking, geschoten worden op vijandelijke troepen, die de redoute belegerden.
We kijken dus naar een verdedigingswerk, dat na kerk die we straks tegenkomen, het oudste gebouw is van Stad. Het is gebouwd in 1621 of 1622. Ook in andere plaatsen op het eiland hebben ze gestaan, dit exemplaar is echter de laatste
37.
In 1621 liep het Twaalfjarig bestand (1609-1621) af, zodat in 1622 de strijd van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) meteen weer begon
38.
De jonge reiziger merkt in de achttiende eeuw op dat het tijdens zijn bezoek om een soort van wachthuis gaat
39.
Ook heeft het dienst gedaan als een gevangenis
40.
Wanneer we op de Zeedijk staan en naar het zuidoosten over de dijk kijken, begrijpen we het dilemma waarvoor men in 1953 stond bij het opnieuw beveiligen van hun woonplaats.
Wanneer men toen had besloten om - zoals nog altijd gebruikelijk geacht wordt - de oude dijk te verhogen en te verbreden, dan hadden we dit beeld niet meer kunnen aanschouwen. Alles had dan immers moeten wijken! Het besluit om over een lengte van zo'n 870 meter een nieuwe dijk aan te leggen, met een kleine uitstulping tot gevolg, lijkt uit historisch oogpunt een wijs besluit geweest te zijn.
Zodoende zijn deze halverwege de negentiende eeuw gebouwde panden bewaard gebleven
41.
Een fraai detail van Haven 1 dat we hier tegenkomen is een schuin kelderluik aan de straatzijde. Bij de laatste verkoopbeschrijving vinden we echter geen informatie of het nog functioneel is, zodat daarmee echter wel een antwoord is gegeven
42.
Vanaf hier lopen we de Voorstraat in. Eerst bemerken we de daling vanaf de (oude) Zeedijk, waarna al snel blijkt dat hier ook nog oudere panden te vinden zijn. De jaartallen die te vinden zijn variëren tussen 1646 en 1747. Vervolgens zijn er nog meer panden uit de achttiende en negentiende eeuw te vinden
43.
Het pand (29882) dat om aandacht vraagt is er een dat de naam Berkenhof draagt en te koop staat. Het staat te boek als het oudste pand van de straat. Het is in 1646 gebouwd en zou dan als nummer drie op de ranglijst staan van oudste panden van Stad.
Twee panden eerder staat een pand uit 1707 (29880), gevolgd door een uit 1663 (29881).
Het nummer 15 zal zijn samengetrokken bij nummer 13.
Ook het pand ernaast op nummer 19 (29884) 43 is een samenvoeging met nummer 17 (29883) en 21.
Het pandje daarnaast is er een van een geheel andere order. Met grote letters staat de functie van het gebouwtje uit 1928 vermeldt boven de afgeronde deuren: Motorspuit. Hier hebben we een gemeentelijk gebouw te maken, ten behoeve van de brandbestrijding.
De Raad van de gemeente Stad aan 't Haringvliet deelt in de vergadering van 6 februari 1928 mee, dat ze een motorspuit hebben gekocht bij de firma Bikkers te Rotterdam. Het jaar ervoor had de secretaris der brandweercommissie, J.C. Elvé namelijk geconstateerd dat de slangen en ander materiaal vervangen moesten worden, omdat ze onbetrouwbaar werden. Daarnaast kwam er druk vanuit de provincie, die een motorbrandspuit eiste. Tegen inlevering van het oude materiaal is het te betalen bedrag ƒ 2800.
De firma geeft wel aan dat het bestaande brandspuithuisje te vochtig is voor de nieuwe motorspuit, zodat de raad op zoek gaat naar een oplossing.
De oplossing wordt - zoals wij kunnen zien - een gebouw. Ze besluiten om Varik uit Middelharnis een begroting en tekening te laten maken. Hiermee zal architect G. van Varik bedoeld worden. Vervolgens werd ook architect Van de Tempel om een ontwerp gevraagd. Zijn ontwerp verrees voor ƒ 870 aan de Voorstraat.
We treffen in het huidige pand in de puntgevel hetzelfde typische vechtwerk van bakstenen aan zoals we zagen in het portaal
van de kerk in Oude Tonge.
Op het perceelnummer 361 op het kadastrale plan van 1826 staat echter ook al een pand met dezelfde functie "Brandspuithuis". Dit later te vochtig bevonden gebouwtje zal dus worden vervangen. Dat gebouwtje stond er in ieder geval al sinds 1767. Er was toen ook al een brandspuit, al zal toen het meeste bluswerk nog steeds met leren emmers gedaan moeten worden, die de mensen thuis hadden staan. In een ordonnantie stond toen waar de spuit bewaard diende te worden: "De branspuyt zal worden geset en bewaard in het huysje op het dorpserff aan de zuid-oostzijde van de Voorstraat, van ouds genaamd den Ouden Jonker."
Na deze brandspuit volgde in 1877 twee zuigpersbrandspuiten op rijwerken met diverse onderdelen. Ook toen werd het oude materiaal ingeleverd voor het nieuwe materiaal bij de leverancier, de firma A. Bikkers & Zn.
44
Schuin aan de overkant vallen andere twee panden op, omdat ze het momenteel zwaar hebben. Rechts ernaast staat op 32 een rijksmonument (29885).
De eerste van de twee betreft een kapperszaak.
Voorgevels, Voorstraat, Stad aan 't Haringvliet, 02-1968 / G.J. Dukker (fotograaf)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 117.505 -
(CC BY-SA 3.0)
Het originele uithangbord van de zaak hangt nog steeds naast de ingang. De vier sierankers bezorgen het tevens een monumentstatus (29886). Ook het buurpand op nummer 36 heeft door zijn vensters met zes- en negenruitsschuiframen en eveneens vier sierankers deze status (29887). Belangrijker bij de kapperszaak blijkt echter het interieur. In 1945 konden we hier P.C. Bakelaar (1922) en M. Bakelaar-Van der Plaat (1923) al vinden. Pieter Cornelis en Marietje namen toen de zaak uit 1938 over van Louis Toppers, die in 1944 wegens de Duitse inundatie van het gebied het dorp moest verlaten. Het adres was toen Voorstraat B 94.
Aan de overkant kwam tijdens de inundatie de travaille, dat voor schuurdeuren van de smid stond, ook in het water te staan.
De zoon Mattheus van Pieter en Marietje wordt halverwege 1947 geboren.
In 1951 hebben ze drie kinderen, met roepnamen Keesje, Theo, Ries. Ze woonden toen aan de Voorstraat 73.
M. Bakelaar-Van der Plaat wordt in oktober 1954 gekozen tot penningmeesteres van de Chr. Gem. Zangvereniging.
De zaak was in 1968 van P.C. Bakelaar en M. Bakelaar-Van der Plaat.
Op 1 juni 2001 besloot Kapper Pietje, zoals hij genoemd werd, na 56 jaren te stoppen met knippen en scheren. Maar de winkeldeur bleef open. Nu om gedienstig de nieuwsgierigen en klanten hun snoep- en cosmeticawinkel annex wonderbaarlijk museum te tonen. Want aan het interieur is sinds de start van de zaak niets veranderd! En dus zijn de liefhebbers van een tijdreis elke dag van 8 tot 8 van harte welkom.
Er was inmiddels een kort toneelstuk Het verhaal van Kapper Pietje over hem geschreven, dat werd opgevoerd in - hoe kan het ook anders - zijn eigen zaak.
Toneelspeelster Ineke Nobelen speelde de kapper in deze speciale uitvoering met een monoloog van acht minuten. Het origineel, geschreven door Peter Marijnissen voor het WAI-Theater, was gebaseerd op verhalen over koning Midas van de Romeinse schrijver Ovidius (43 vOJ - 17 nOJ) Speelstrijd van Apollo en Pan. Koning Midas had als straf van Apollo ezelsoren gekregen, maar dat mocht natuurlijk niemand zien of weten. Ja niemand, behalve Kapper Pietje dus.
Het stuk is doelbewust naar kapper Bakelaar vernoemd. Dit komt door de Dordtenaar Anne Beek. Zijn vriend Mar Aalders had namelijk ooit het naastgelegen oude stadhuis gekocht. Zodoende kwamen ze allen op deze ontmoetingsplek en leerden ze de kapper eveneens kennen.
Toen Beek de diverse verhalen over Midas ging regisseren, zag hij al snel kapper Pietje voor zich
45.
Herman Maas van de Werkgroep Historisch Besef Goeree-Overflakkee is trots op het Piet de Kapper Museum. "Deze winkel is een historisch monument.
Alle afbeeldingen aan de muur dienen niet als reclame, maar laten de jeugd zien hoe hun grootouders van vroeger een kapperszaak zagen. De afbeeldingen", laat Maas door Gert van Engelen in het Eilanden-Nieuws van 30 december 2003 optekenen, "die naar de letter van de wet (tabaksreclame is per 1 november 2002 verboden) eigenlijk niet meer toegestaan zijn, zijn daarom op mijn verzoek niet verwijderd."
46
Het stel beleefde op zaterdag 24 november 2007 hun 65-jarig huwelijksdag. Ze waren namelijk in 1942 getrouwd
47.
De jaren erop komen hun nieuwsjaargroeten uit Sommelsdijk
48.
Maria zal op 15 juli 2013 op 90-jarige leeftijd komen te overlijden. Piet de Kapper volgt haar 25 november 2014 op 92-jarige leeftijd. Ze zijn begraven te Stad aan 't Haringvliet
49.
Twee panden verder, het huidige nummer 38, staat nog steeds de opvolger van het Brandspuithuis.
Omdat de nieuwe brandspuitwagen niet meer in het pandje van de spuitmotor paste, moest omgezien worden naar een nieuwe garage. Het oog viel daarbij op dit pand, het voormalige weeshuis. In 1955 werden de rechten erop met instemming van de diaconie afgekocht door ƒ 1780,80 te betalen voor de grond en nog eens ƒ 1350 voor het gebouw en werd het omgebouwd.
Het weeshuis was namelijk een legaat van Jacob van Eck uit Middelharnis. Hij had bepaald, dat mocht het ooit een andere bestemming krijgen, dat het onbelast in handen moest komen van de diaconie.
De vlaggenmast is nog een herkenbaar teken uit de periode dat het de functie had van garage van de brandspuitwagen
50.
Het toegangspad naar de kerk (29878) kunnen we inmiddels zien.
De twee in 1877 aangeschafte zuigpersbrandspuiten op rijwerken waren in de nacht van vrijdag 19 op zaterdag 20 augustus 1898 niet opgewassen tegen de brand die de kerk trof.
Hervormde kerk na de brand, Stad aan 't Haringvliet, 10-1898
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 16.984
(16.983) -
(CC BY-SA 3.0)
De oorzaak van de brand wordt toegeschreven aan het zoeken met licht naar een bijennest onder het dak. In die periode werden er nieuwe leien gelegd en zodoende was er een stelling beschikbaar om deze zoektocht te ondernemen
51.
Zoals we zien, zijn alleen de muren blijven staan.
De aanbesteding van het herstellen van de kerk gebeurde zo'n anderhalve maand later, op maandag 3 oktober om 2 uur in het Logement van G. Smits. De Gemeente Architect P. Mast Pz. zorgde voor het bestek en tekening
52.
Op 5 oktober 1898 zal de Architect Ad. Mulder namens het Rijksdienst voor de Monumentenzorg langskomen en een bouwkundige tekening maken van de toestand van dat moment.
Op de tekening treffen we naast wat algemene feiten een merkwaardige mededeling aan:
Plan afgebrande kerk uit 1534 / architect Ad. Mulder, 5 oktober 1898
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed BT-014704) -
(CC BY-SA 3.0)
C. van Nierop
President Kerkvoogd
Knoop
Metselaar opzichter
Laat de kerk afbranden
Aannemingssom 5840
Oosteman uit Middelharnis
is Aannemer
Hoe we het zinnetje "Laat de kerk afbranden" dienen te interpreteren is niet duidelijk
53.
De opgemaakte begroting voor het herstellen van de kerk en consistorie bedroeg ƒ 6466,66.
De twaalf inschrijvingen zaten tussen de ƒ 9866,40 (J. Both, Den Bommel) en ƒ 5814 (T. Mosselman, Middelharnis). De door architect genoemde Oosteman met ƒ 5840 staat hier niet tussen
54.
Het gebouw zag er voor de alles vernietigende brand aan de buitenkant verweerd uit. Maar het interieur zag er keurig uit. "De frissche verven op stoelen en banken de fijne beschildering van den preekstoel en het sierlijk orgel, dat alles trok den bezoeker aan." Er stonden ook banken in met schoongesneden lofwerk, dat met het doophek de tuin van de rest van de kerk scheidde.
Op 21 april 1851 vond de inwijding plaats van het dat jaar geplaatste orgel, een geschenk van de schoonvader van J.G. Wanrooy, die hier tussen 1845 en 1874 predikant was. "Twee beproefde maagden zijn verkozen geworden om het orgel te trappen, bij de inwijding van het orgel te Stad aan 't Haringvliet."
55
Het uurwerk uit de toren zal bijna honderd jaar later, in 1987, na een geraamde restauratie van circa ƒ 21.000 worden geplaatst in het nieuwe gemeentehuis te Middelharnis
56.
Op de toren zien we een wandelende haan met een poot als windvaan.
Wanneer we het van iets dichterbij bekijken valt ons op dat er iets op geschreven staat. Het is echter niet goed te lezen.
Tijdens de restauratie van de kerk in 2007 is ook de torenhaan, Hut Heantje opnieuw verguld. Toen bleek dat er aan beide zijden diverse inscripties, waaronder 'ANNO 1775' en '1826', in de haan waren gegraveerd. Mogelijk kunnen we de ingeslagen letters OB, VB, JH - zijn het initialen? - interpreteren als de vergulders of schenkers uit die tijd.
Boven de 'ANNO 1775' - op de zijde van de naar links kijkende haan - is een W met daarin gecentreerd een O geplaatst, dat ook te lezen is als WvO
57.
Deze twee lijken bij elkaar te horen. In dat geval zou het misschien - als een eerste suggestie - een verwijzing naar Willem V, Willem van Oranje (1748-1806) kunnen zijn.
Was er in 1775 een reden om een nieuwe windvaan te plaatsen? Daarover blijven wij in het duister tasten.
De eerste kerk werd in 1534 gebouwd, ook als opdracht van Andries van Bronckhorst. Het was een "éénbeukige, laatgotische dorpskerk met driezijdig gesloten koren"
58.
Dit lijkt een sprekende beschrijving van de kerk dat we in Den Bommel aantroffen.
In 1586 kreeg het zijn eerste renovatie.
De Reformatie zorgde ervoor dat het gebouw vanaf 1593 werd gebruikt door de Protestanten. Een aanhanger van de Leidse hoogleraar Arminius, Johannes de Vries zorgde in 1616 voor een splitsing in de gemeenschap.
Op 19 oktober 1834 las de geboren Veendammer dominee Hendrik de Cock, staande in een kerkbank te Ulrum , de akte van afscheiding en wederkeer voor. Vier jaar later kwam zijn aanhanger H.P. Scholte naar Goeree-Overflakkee, waar hij onder andere in een weiland hier in Stad aan 't Haringvliet zijn eerste 'hagenpreek' hield.
Na de brand werd de kerk hersteld, maar kwam de dakruiter niet terug. In plaats hiervan werd een toren aan de westzijde gebouwd
59.
In al deze ingrijpende zaken, vinden we geen aanwijzingen terug om het schip te ontdoen van de aan de westzijde aanwezige driezijdig gesloten koor.
Op 10 oktober 2007 is de haan op de Hervormde Kerk teruggeplaatst. Aangezien de toren gemeentelijk bezit is, de eerste steen van de toren is gelegd op 31 juli 1923 door G.J. Sterk (burgemeester) en A. Koppenaal en L. Braber (wethouders), mocht wethouder Bert Kleingeld van de gemeente Middelharnis deze installatie verzorgen. Hierbij werd hij geholpen door Jan Bezuijen van Aannemersbedrijf Huurman uit Delft. Met een telescoopkraam met liftbak werden ze naar de torenspits gehesen om de windvaan weer op zijn draaiplek te plaatsen
60.
Aan de noordzijde van het schip langs het toegangspad treffen de grafzerk aan van de zeer jong overleden leraar Ds O. Spoelstra van Goch. Hij "bezweek na eene langdurige ongesteldheid", door zijn zus Maaike omschreven als "een borstziekte van 6 maanden". "Zacht sluimerde hij in", schrijft ze over zijn overlijden.
Op de zerk staat het volgende te lezen:
De Wel Eerwaarden Heer
O. Spoelstra van Goch
Predikant dezer Gemeente, over-
leden den 3 juny 1828, in den
ouderdom van 25 Jaren en acht
Maanden ligt alhier begraven
-----------------------------
1828 der 16 november overleed
Mejuffer Maike van Goch
in den ouderdom van 30 jaren en 4
dagen, zuster van bovenstaande ligt
alhier begraven.
Het was zijn bedoeling om naar de Gemeente van Zwartewaal over te stappen, omdat hij daar beroepen was. Dit ging dus niet door, zodat ze daar dus op zoek moeten naar een nieuwe predikant.
Oeds Spoelstra van Gogh kwam als kandidaat op 13 augustus 1826 voor zijn eerste beroeping naar de Hervormde Gemeente Stad aan het Haringvliet.
Op 16 juli 1819 kreeg O. Spoelstra van Gogh uit handen van de rector der scholen te Harlingen, de heer P. Greijdanus, als leerling van de tweede klasse een praemium extraordinarium, een buitengewone beloning bij zijn bevordering.
Hij zou als Oeds Spoelstra van Goch op 27 juli 1821 tijdens een gewone Kerkeraadsvergadering op belijdenis des geloofs zijn toegevoegd, toen hij als jongeman op de Kleine Bredeplaats te Harlingen woonde.
Zijn vader Lijsbertus Clazes van Goch (44) en stiefmoeder Hendrikje Gabini (40) trouwden op 23 maart 1815. Ook zij kregen nog een dochtertje, Lieuwkje (6-6-1815), ze overleed al binnen een jaar (4-4-1816). Zijn vader, geboren in ± 1770, overleed op 14 november 1821 te Harlingen op 51-jarige leeftijd.
Oeds is Harlingen geboren op 12 september 1802. Zijn moeder overleed op 7 juni 1804, Oeds was toen nog geen twee jaren oud en zal zich zijn moeder dus niet herinneren. Zijn vader trouwde opnieuw op zijn twaalfde. Dit zal ook aanleiding zijn voor de aanname van zijn dubbele naam Spoelstra van Goch.
Aangezien zijn bijna vier jaar oudere zus Maaike, die op 12 november 1798 te Harlingen werd geboren, hier ook een paar maanden later overleed en ook begraven ligt, mogen we aannemen dat ze met hem meeging bij zijn beroeping. Ze overleed tevens na vier maanden aan een borstziekte
61.
Ons rondje om de kerk is anders dan gebruikelijk, aangezien het gebouw is ingeklemd tussen de Nieuwstraat en Boudewijnstraat. We lopen vanaf de Nieuwstraat over de stoep dat aan de noordzijde van het gebouw loopt. Zo te zien horen het handjevol huizen nog - wat betreft de huisnummering - bij de Nieuwstraat.
Aan de westzijde vinden we de herdenkingssteen van de eerstesteenlegging van de toren. De tweede toren welteverstaan, na de verwoestende brand van 1899. De klok in de eerste toren zorgde tijdens de eerste dienst al voor beschadigingen aan de kerk. Na eindeloos vergaderen in de gemeenteraad werd uiteindelijk de huidige toren in 1923 gebouwd.
De opdracht om de oude toren af te breken en de nieuwe te bouwen is gegund aan de lokale aannemer W. van der Welle. Zijn 16-jarige zoon W. v.d. Welle Wz. kreeg de taak, toen de toren bijna af was, om vrijdag 19 oktober 1923 de haan te plaatsen. Dat ging toen met een lange ladder, dat op de bovenste stelling was geplaatst. Na de laatste klus, het voegwerk, zal het stellingswerk weer worden verwijderd
62.
In juni 1947 werd er een nieuwe klok in de toren geplaatst, omdat de vorige klok door de bezetter was geroofd en omgesmolten. Deze nieuwe klok weegt 175 kilo en draagt de inscriptie "Aangeboden door de Ambachtsvrouwe van Stad aan 't Haringvliet en de Burgerij." Als officiële overdrachtsceremonie begaf Burgemeester Brinkman zich naar de toren en luidde persoonlijk 3 minuten lang de nieuwe klok
63.
Bij de zuidzijde durven we niet verder te lopen, omdat het lijkt dat we dan een erf oplopen.
Achteraf blijkt het te gaan om het terrein waarop het verenigingsgebouw "de Ark" staat, dat bij de kerk hoort.
We hadden dus wel hierlangs kunnen lopen om ons rondje om de kerk te maken.
Door het oog houden op de toren en de verwarring over de voortgang, missen we de ingang van het Begraafplaats Stad aan 't Haringvliet.
Ons gekozen pad lijkt steeds smaller te worden en laat ons denken aan een achterom of brandgang.
We bereiken er de Achterdijk mee dat op de hoek een fraai pand heeft.
Aan de overkant, op of aan de Achterdijk staat ook een merkwaardig pand. Het pand heeft een voorgevel met blokbepleistering, waarbij de blokranden met witte verf zijn geaccentueerd
64.
Op de hoek van het volgende kruispunt Achterdijk met Nieuwstraat (en Burgemeester Sterkstraat) komen we het beeld Wijzende jongen tegen. In de volksmond wordt het 'Joe het 't gedaan!' genoemd.
Het beeld, op verzoek van Bert Holman, gemaakt door Mel Dale, werd hier op 4 maart 2000 ter gelegenheid van zijn eigen 75ste verjaardag als verrassing geplaatst. Het werd door Mel! Art Support aan de inwoners van het dorp geschonken.
Om dit beeld te kunnen maken moest Mel Dale opeens op een andere manier een beeld maken. Dit beeld was namelijk veel groter dan wat hij normaal gesproken maakte en het was van gips.
Melgert of Mel Dale (1925-2004) was van huis uit leerbewerker. Zijn vader Jan Cornelis Dale (1886-1966), die getrouwd was met Maria Johanna Mulder, was hier zadelmaker en zo werd Mel later dus ook zadelmaker. Naarmate paarden steeds minder vanzelfsprekend werden in het dorp, stapte hij over naar het maken van schoenen. En zo werd hij schoenmaker, een vak dat hij tot zijn dood bleef uitoefenen.
Met zijn zaak verhuisde hij tussen 4 en 9 september 1967 van de Nieuwstraat 14 naar de Achterdijk 29.
Met het maken van beelden begon hij in de zomer van 1971. Hij is dan inmiddels de 45 jaar gepasseerd. Sindsdien moet een gigantisch treinencomplex met tunnels en besneeuwde bergen dat op de zolder staat, zijn vrije tijd delen met zijn nieuwe hobby. Alleen voetbal op tv krijgt voorrang.
Op zijn 48e krijgt hij bezoek van een landelijke krant, waaraan hij zijn beeldjes van zo'n dertig centimeter hoogte laat zien.
"Een meisje dat touwtje springt, een danseres, een dronken man die in een café een stoel kapotslaat, een man die een vrouw een mep op haar achterste geeft, een aan de armen van de ouders zwaaiend kind."
Op 29 november 1978 overlijdt zijn moeder, die ook op hetzelfde adres woont.
Begin 1987 is er een tentoonstelling van "vrije tijds kunstenaars" in het Diekhuus te Middelharnis. Mel zijn werken krijgen een plek in het midden van de zaal. Ook werd aan hem als eerste een aanmoedigingsprijs uitgereikt door de kunstenaar Ernst Blok, die deel uitmaakte van de jury. Mel was echter niet aanwezig voor het in ontvangst nemen van de prijs. Hij treedt nu eenmaal niet graag op de voorgrond.
Zijn teksten als bijvoorbeeld Kijken kost niets, zien is kostbaar deden echter wel dat werk.
Zijn unieke beelden vonden als vanzelf een nieuwe eigenaar, want Mel schonk ze aan de mensen waarvan hij vond dat die ze verdienden, die verkocht hij niet. Ook werkte hij nooit in opdracht. Nou ja, twee keer dan. Eenmaal voor de vrouw van een varkensfokker die hem vroeg of hij een zeug kon maken, zodat ze iets had voor haar man. En natuurlijk in 1999 het beeld van de Wijzende jongen, onwetend dat hij deze een jaar later in brons op zijn verjaardag zou gaan onthullen.
Mel had al eens een beeldje gemaakt dat hij de wijzende mens noemde, hij vond namelijk dat mensen veel te snel wijzen.
Mel vond wel meer en dat formuleerde hij op zijn eigen scherpzinnige, ontroerende, krachtgevende en altijd unieke originele manier. En soms kort door bocht, zoals Er zijn meer praters als doeners, iets voor de export.
Mel! Art Support heeft ervoor gezorgd, dat zijn wens, bronzen afgietsels van zijn beelden, werd gerealiseerd. Van twaalf beelden werden er afgietsels gemaakt. Mel! Art Support - een werkgroep uit Leiden, waarvan Bert Holman sinds 1998 eigenaar is - zorgde er in 1997 voor hij Mel in zijn eigen schoenmakerij zijn eigen expositie ging houden. Holmans drijfveer is dan ook "Iedereen intens laten voelen hoe waardevol ze zijn, door
ruimte te bieden aan hun veelzijdige eigenheid". Deze expositie zou plaatsvinden tussen 15 november en 31 december op de woensdagen t/m zaterdagen. De wethouder van cultuur, A. Tiggelman, opende de expositie, "nadat hij had vastgesteld dat het helemaal niet waar is dat een schoenmaker bij z'n leest moet blijven."
Bert Holman was tijdens een familiebezoek langs de etalage gelopen en als liefhebber van met name art brut viel hem het werk van Mel op.
Tijdens de expositie in 1997 liet de aanstichter van de expositie, de Leidenaar Bert Holman zich ontvallen, dat hij 'es geconfronteerd was met de prachtige gestileerde beeldjes en beeldengroepjes die Mel Dale al zo'n dertig jaar maakt en die confrontatie was 'm in de kop blijven hangen.
In die periode was het voor kunstenaars of autodidacten, zoals Mel, moeilijk om hun werk onder de aandacht te krijgen. Een gesprek met Mel volgde na het bekijken van de etalage en vervolgens kwam van het een het ander.
Vlot daarna ontstond de werkgroep van kunstliefhebbers die 'interessante kunst van amateurs en beginnende professionele kunstenaars' bij een groter publiek bekend wil maken.
Leer werd later het materiaal dat hij tot beelden modelleerde.
De handschreven tekst van Melgert met aanvulling, zoals het op de plaquette staat geschreven
bron: Mel! Art Support
Daarnaast wist hij ook, zoals we al konden lezen, zijn eigen gedachten zodanig als aforismen te formuleren dat het als levenswijsheden in zijn etalage op de Achterdijk 29 - een pand uit 1921 - geëtaleerd kon worden, zoals bijvoorbeeld "Het eind is zoek, wie zal het vinden?" en "De mooiste creatie is de illusie."
Deze laatste tekst kunnen we dan (met enige moeite) ook lezen in de plaquette onder het beeld, dat eveneens in zijn eigen handschrift met zijn handtekening is ondertekend. Mel! Art Support had zowel de tekst als handtekening van Mel ontfutseld, zogenaamd voor de website op het internet.
Aan de linkerkant kunnen we onder nog de datum van plaatsing lezen "4 maart 2000" en boven "Mel Dale 75 jaar". Het bronzen beeld is gemaakt bij bronsgieterij Volkers.
Na het overlijden van Mel Dale op 14 november 2004 zou in het voorjaar van 2005 in het gemeentehuis te Middelharnis nogmaals een selectie van zijn ruim 400 nagelaten beeldjes tentoongesteld worden
65.
Iets verder de Achterdijk op lopen we langs een prachtige dubbele garage. Doordat we hier goed zicht hebben op het lager liggende deel mogen we spreken van een dijkgarage in plaats van een dijkhuis. Een dubbele dijkgarage zelfs, want er zitten twee paar openslaande deuren aan de dijkzijde. Aangezien het in 1784 is gebouwd, is het bijna een eeuw ouder dan het pand waarbij het hoort, de voormalige burgemeesterswoning uit 1882, dat zijn ingang heeft aan de Voorstraat 25.
Dat is dan ook de reden waarom je daar kunt Logeren bij de burgemeester. De Voorstraat 25 (naast de Motorspuit) herbergt namelijk vanaf 1 september 2021 een B&B, dat gerund wordt door Marleen en Koos van Rijn.
Ze hadden het in oktober 2018 gekocht en hebben het grondig opgeknapt. Daarvoor was het pand van de gemeente gekocht door de familie Huizer
66.
Aangezien de dubbele dijkgarage gebouwd is in 1784 kunnen we misschien beter spreken over een dubbel dijkkoetshuis. Dit zal ook voor Melgert Dale handig geweest zijn, aangezien hij er schuin tegenover zijn woning en werkplaats had - de huidige platenzaak Flakkee Records.
Boven in de gevel treffen we nog een beeldhouwwerk aan dat Mel Dale maakte.
Het zal dan om dit koetshuis gegaan zijn dat de toenmalige burgemeester Fredericus Nieborg (1896-1983) tijdens de raadsvergadering van maandag 6 februari 1928 voor ƒ 100 wilde verhuren om de nieuwe motorspuit (tijdelijk) te stallen
67.
Door deze bijzonder fraaie koetshuis missen we aan de overzijde de drie - inmiddels bekende - schaapjes van Margreet Huisman. De hier wonende docent van de weeghuis-metselende scholieren had namelijk zelf ook twee schaapjes overgenomen en ingemetseld
68.
Inmiddels hadden we wel onze blikken naar de andere kant van de dijk gericht en treffen een terugwijkend pand aan met kleurrijke accenten. De herinneringssteen aan de eerstesteenlegging vertelt ons dat het door A. L. van Nierop op 25 februari 1922 is gedaan.
Op de Kadastrale kaart, sectie A 03 kunnen we zien dat het terrein daarvoor ook bebouwd was, met eveneens een terugwijkend pand. Mogelijk rust deze nieuwbouw uit 1922 op de fundering van zijn voorganger dat in die periode - de kaart van 1826 - werd bewoond door Cornelis van der Weel. Hij was getrouwd met Maria van Dijk die dat jaar op 25 september 1826 komt te overlijden.
Anderhalf jaar later, op 14 mei 1828 zou hij hertrouwen met de eveneens weduwe geworden Adriaantje Fermeris. Zij had uit haar vorig huwelijk met Cornelis Arensman (1774-1845) net hun kind Cornelia Arensman (1-2-1825 - 7-3-1879) gekregen.
De eerstesteenlegger Anthonie Lambertus zal in 1922 net 15 geworden zijn. Vijf jaar later zal hij na een kortstondig lijden komen te overlijden op 21 november 1927, een verloofde, ouders, broer, zus en helft van tweelingzus achterlatend.
Zijn ouders Petrus Johannis van Nierop (30) en Ingena Dubel (28) waren in het voorjaar van 1895, op 16 mei te Piershil getrouwd.
Petrus werd geboren op 29 oktober 1894 te Stad aan 't Haringvliet. Ingena op 2 september 1866 te Pierhil.
Ze kregen - wonende te Stad aan 't Haringvliet - negen maanden later Adrianus Marinus op 24 februari 1896. Pietertje Maria volgde op 4 april 1900. Op 11 mei 1902 krijgen ze een tweeling, die ze namen Maria Cornelia en Anthonie Lambertus geven. Deze Anthonie Lambertus zal echter vlak voordat hij 1 jaar wordt op 15 april 1903 komen te overlijden.
In maart 1907 zullen ze de latere eerstesteenlegger Anthonie Lambertus krijgen
69.
Petrus zal op 27 juni 1953 komen te overlijden.
Ingena zal op 92-jarige leeftijd in 1958 de titel "oudste inwoonster van Stad" dragen, wanneer haar dochter Pietertje als jubilaresse - ze was 40 jaren handwerkonderwijzeres aan de openbare lagere school - de zilveren eremedaille van de Orde van Oranje-Nassau krijgt opgespeld door de burgemeester Christiaan van Hofwegen. Maar naast dat het H.M. de Koningin had behaagd, werd ze ook in zonnetje gezet door de bevolking van Stad. En ook haar neef, de drs. van Nierop uit Middelharnis, sprak haar toe namens de familie. Zij kwam met haar dankwoord vervolgens woorden tekort.
Eind augustus komt Ingena als bijna 100-jarige in de krant. Op 2 september 1966 wordt 100! In november 1966 komt ze te overlijden
70.
Even verderop komen we nogmaals, maar nu een enkel koetshuis tegen. Deze hoort bij het oudste deel van de nog bestaande bebouwing, waarbij 1667 staat genoteerd
71.
We lopen weer terug naar de auto over de Zeedijk en Haven.
Met de auto rijden we nog een keer door de Voorstraat naar de kerk om over de Nieuwstraat naar de Achterdijk te rijden.
Over de Molendijk rijden we weer naar Lieve Vrouwepoldersedijk.
Na de bijzondere wegversmalling zetten we auto weer even aan de kant. En dan natuurlijk niet alleen voor de vastlegging van de fraai vormgegeven wegversmalling, al is dat ook een mooie invulling van de beperkte beschikking van wegbreedte.
Daarnaast vertelt deze situatie in het kort het verhaal over hoeveel meer ruimte we de laatste tijd nodig hebben en innemen om ons te kunnen voortbewegen
72.
De echte reden van het stoppen is natuurlijk de molen De Korenaar (29877), die hier sinds 1746 staat. De naam van de molen geeft tevens de functie van de molen aan, een korenmolen. Net als De Bommelaer in Den Bommel betreft het een ronde grondzeiler, maar (relatief gezien) iets jonger. Ze schelen 11 jaar
73.
U Kaartboek van de landen specterende tot het kantoor van de Regulieren en Conventualen in den Briel, gelegen in den lande van Voorne, op het eiland van Flakkee en in den lande van Putten, vervaardigd op last van de heeren gecommitteerden Raden der Staten van Holland en Westfriesland door den landmeter Johannes Dou en door deze bekrachtigd 22 Augustus 1656. Bevattende acht hoofd-en acht en veertig bijzondere kaarten.
bron: Nationaal Archief: 4.VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870). - NL-HaNA_4.VTH_U_0048-00013002098 - (CC0)
De Korenaar is de opvolger van een standerdmolen dat hier sinds 1598 op dezelfde plek stond. Wouter Theunis, molenaar te Spijkenisse was de stichter van deze standerdmolen.
De Ambachtsheer Nicolaas van Bronckhorst liet Theunis ... tot zijnen costen op den dijck aldaar ten plaetse den zelve molenaer bestgelegen wesene .... Van Bronckhorst was het type Ambachtsheer dat geen dwangmolens wilde. Een dwangmolen is van de Ambachtsheer en de inwoners moesten daar verplicht hun meel laten malen (en dus betalen). Van Bronckhorst wilde van de molenaar wel elk jaar ƒ 4 voor de wind ontvangen. Dat is nu (2020) vergelijkbaar met een koopkracht van ongeveer € 61,30.
Verder moest Theunis wel ... ten eijnden daer geen paerden, koeijen oft andere beesten by en werden beschadicht ... de molen stilhouden wanneer er een wagens of beesten langskwamen. Ook verlangde de Ambachtsheer dat Theunis aan elke kant van de molen een oprel zou maken en onderhouden.
Enkele restanten van deze standerdmolen zijn mogelijk nog terug te vinden in De Korenaar. De zolderbalken van de huidige luizolder zouden nog afkomstig van zijn voorganger
74.
De eerste steen voor deze nieuwe molen werd op 2 mei 1746 gelegd door Gillis Nipyes, kunnen we lezen boven de deur. Hier is namelijk de steen ingemetseld, dat ons aan dit heugelijk feit wil herinneren:
"Dese molen is gestigt
door Iohannes Nipyes
en Yoptie Vree en
den eersten steen
geleyt door Gillis
Nipyes den 2 Mey
Anno 1746"
Gillis is echter geen zoon van Jobje Vree. Johannes Nijpjes (1705-1779) was namelijk in 1736 getrouwd met Elsje Lodders. Zij kregen in 1736 Gillis als enige zoon, hij werd op 2 april 1736 gedoopt. We treffen bij de doop de namen van de ouders aan als Johannes Jillesse Nipjens en Elsje Lodders. Maar Johannis komt ook voor als Johannis Gillisze Nijpjes
75.
Daarna overleed Elsje, zodat Johannis opnieuw trouwde. In 1740 huwde hij Jobje Vree.
In 1746 mag de inmiddels 10-jarige Gillis de eerste steen leggen.
Deze familie Nijpjes hebben generaties lang hun boterham verdient met de molen.
Johannes Nijpjes en Jobje Vree kregen meerdere kinderen, waaronder Franseijntje Nijpjes.
Zij werd als Francijntje geboren in 1746 en is op 23 oktober 1746 in Stad gedoopt.
Het overlijden van Franseijntje Nijpjes werd op 6-3-1831 vastgelegd in een akte te Stad aan 't Haringvliet.
Verder kregen ze nog Jonas (1750-????), Cornelia (1753-????), Jacoba (1756-????) en Lieven (1758-????).
Twee kinderen overleden op (zeer) jonge leeftijd. Zij hadden tevens dezelfde namen als Francijntje (1745-≤1746) en Lieven (1749-≤1758)
76.
Onze Gillis, de eerste steenlegger van de molen, trouwt als Gillis Johannisz Nijpjes rond mei/juni 1773 met Commertje Dirkz Dekker, die geboren is in Den Bommel. Na tien jaar huwelijk komt hij te overlijden in 1783. Hij werd nog begraven in de kerk van Stad aan 't Haringvliet.
Pas in oktober 1880 kwam het in handen van een andere molenaarsfamilie. Dirk Abraham Landheer uit Oude Tonge nam toen de molen over.
Deze Dirk Abraham Landheer kwam op 17 november 1846 ter wereld. Hij was een zoon van Dirk Landheer (1803-1890) en Lijntje Zoon (1809-1889).
Op 6 oktober 1880 trouwde hij als 33-jarige te Oude Tonge met de 30-jarige Wilhelmina Zuidijk. Zij is op 4 december 1849 in Den Bommel geboren. Haar ouders waren Bestman Zuidijk en Adriaantje Mooijaart.
Dirk en Wilhelmina krijgen zes zonen die allen in Stad aan 't Haringvliet worden geboren. Drie overlijden zeer jong. Dirk (1881-1884), Bestman (1883-1971), die onderwijzer wordt, Dirk Abraham (1885-1885), Dirk Abraham (1888-1967), Jan Aren (1891-1891) en Aren Jan (1892-1976).
Ronde stenen grondzeiler in vervallen staat van opzij, Stad aan 't Haringvliet, 02-1968 / G.J. Dukker (fotograaf)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 117.508 -
(CC BY-SA 3.0)
Dirk Abraham (1888-1967) was bij het huwelijk van zijn broer Bestman met Anna Molendijk 22 jaar en korenmolenaar.
De eerste molenaar Dirk Abraham Landheer overleed op 82-jarige leeftijd op 17 april 1929 in Mijnsheerenland.
Wilhelmina Zuidijk overleed op 86-jarige leeftijd op 21 november 1936 in Mijnsheerenland
77.
De laatste molenaar die er tot ongeveer 1958 op de wind zijn brood mee verdiende, was de molenaar C. Arensman
78.
Wanneer de molen niet meer actief gebruikt wordt, raakt het in verval.
De gemeente Stad aan 't Haringvliet neemt molen in 1965 over, waarna de mogelijkheden tot restauratie worden onderzocht. Het werd uiteindelijk tussen 1969-1971 gerestaureerd.
Vanaf 1988 is de molen in handen van de Molenstichting Goeree-Overflakkee79.
Wij rijden weer door naar de voormalige dijkdoorbraak en gaan maar eens op zoek naar een geschikte eetplek in het volgende dorp.
noten:
1.
Landschappen in Zuid-Holland / Hans Oerlemans. - Den Haag : Provincie Zuid-Holland / Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, 1992. - ISBN 90-399-0187-2. - p. 199;
2.
YouTube De groei van Overflakkee : De bedijking van de polders in beeld / Leerlingen van de CSG Prins Maurits uit Middelharnis (project X5. - 20 mei 2015) [weergave 686];
3.
StadsArchief Dijken de polders van stad (1528-heden);
4.
StadsArchief Dijken de polders van stad (1528-heden);
5.
Biervliet : tussen eb en overvloed / Barbara Van den Bossche, Rinus Willemsen. - Terneuzen : Gemeente Terneuzen, 2010. - ISBN 978-90-804637-4-5. - p. 19
Er wordt door Marnix Gysseling (in het boek Over den vier Ambachten, 750 jaar keure, 500 jaar Graaf Jansdijk, 1993, p. 171) aangedragen dat Biervliet 'een bierkleurige waterloop' zou kunnen zijn.
Een andere genoemde mogelijke suggestie zou kunnen zijn, dat het verwijst naar de diernaam bever (in het boek Zeeuwse plaatsnamen: van Aardenburg tot Zonnemaire, 1996, p. 46);
Groot woordenboek der Nederlandse taal / Van Dale. - Tweede deel J-R. - Utrecht : Van Dale Lexicografie, 1984. - ISBN 90-6648-403-9. - p. 1727: modder;
Van Dale modder;
Groot woordenboek der Nederlandse taal / Van Dale. - Derde deel S-Z. - Utrecht : Van Dale Lexicografie, 1984. - ISBN 90-6648-404-7. - p. 2610: slijk;
Historische woordenboeken Nederlands en Fries beer;
Verhandelingen / Mr. J. Verheije van Citters. - Middelburg : J.C. & W. Altorffer, 1866 p. 69 (89) bierkreek noot 1;
Krantenbank Zeeland:
Middelburgsche Courant | 8 juli 1939 | pagina 9 Zeeuwsche kroniek. Biervliet. I. / B. J. d. M.;
Wikipedia Biert (Nederland);
Wikipedia Voorne-Putten;
6.
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 384;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 24 januari 1914 | pagina 3 Stad aan 't Haringvliet;
Onze Eilanden | 15 februari 1919 | pagina 6 Stad aan 't Haringvliet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 januari 2002 | pagina 9 IJsvermaak / D. Hoogzand;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 april 2004 | pagina 9 Deltanatuur ontmoet ... Jaap van Nieuwenhuyzen van de WLTO en Kees Stoutjesdijk van het Waterschap.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 augustus 2005 | pagina 9 Krekenplan verhelpt in één klap alle manco's : Kees Stoutjesdijk van Waterschap Hollandse Delta: "Uitvoering komt in ingrijpendste fase, totale watersysteem Goeree-Overflakkee in 2015 grondig verbeterd" / Gert van Engelen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 maart 2009 | pagina 4 Veel belangstellenden bij inloopavond over dijkversterking Nieuwe Stadse Zeedijk / Dorien Kickert;
7.
Delpher:
Aardrijkskundig woordenboek van Nederland / K. ter Laan. - 's-Gravenhage : Van Goor, 1948 p. 459;
Trouw, 17-09-1954 Sociologisch rapport herziening gemeentelijke indeling : Alleen Sommelsdijk en Middelharnis geschikt voor samenvoeging;
De gemeentegrenzen op Goeree-Overflakkee / Sj. Groenman m.m.v. R.R. Koopmans. - Amsterdam : Instituut voor Sociaal Onderzoek van het Nederlandse Volk, 1954. - p. 73, 75;
Resolutien van Holland, 5 september 1601 p. 338
Of deze 'de Weel' dezelfde is als waarover wij het hebben, is niet duidelijk;
Zuid-Holland : ±1892-1914 : schaal 1:25.000 / Carel Brendel, Anoek van der Leest, Huib Stam (samenstelling, redactie); Ed Schilders (eindredactie). - Grote historische topografische atlas. - Tilburg : Nieuwland, 2005 (Tweede druk, 2008). - ISBN 90-8645-005-3. - No 561 (herzien in 1899);
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 21 april 1928 | pagina 5 Dirksland A.N.W.B.;
Onze Eilanden | 28 april 1928 | pagina 3 Stad aan 't Haringvliet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 maart 1951 | pagina 6 Samenvoegen van gemeenten tegen de volkswil is ondemocratisch;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 september 1954 | pagina 1 Stad aan 't Haringvliet;
8. Generale Caarte vanden Lande van Voorne inden Lande van Over Flacquee. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701]);
9.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Stad aan 't Haringvliet, Zuid Holland. - 1826 MIN08195VK1;
10. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
296;
D'oude chronijcke ende historien van Holland (met West-Vriesland) van Zeeland ende van Utrecht / Van nieus oversien, vermeerdert, verbetert ende verciert met eenighe gheslacht-registeren ...: voor desen noyt alsoo ghedruckt gheweest. Beginnende vanden jare onses Heeren 449. tot dit teghenwoordigh jaer 1620 / W. van Gouthoeven. - Dordrecht. : Ghedruckt by Peeter Verhaghen, 1620. - p. 159;
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 70, 84 (+ noot 368), 85 noot 386, 357 (nr 280), 358, 360 (nr 285), 372-379, 382;
YouTube De groei van Overflakkee : De bedijking van de polders in beeld / Leerlingen van de CSG Prins Maurits uit Middelharnis (project X5. - 20 mei 2015) [weergave 686];
YouTube De groei van Overflakkee : De bedijking van de polders in beeld / Leerlingen van de CSG Prins Maurits uit Middelharnis (project X5. - 20 mei 2015) [weergave 686];
StadsArchief Dijken de polders van stad (1528-heden);
Delpher:
Het dijk- en waterschapsrecht in Nederland vóór 1795 / A.A. Beekman. - Deel I. - Martinus Nijhoff, 1905-1907 p. 287;
Vaderlandsch woordenboek / Jan Fokke; Jacobus Kok (oorspronklyk verzameld). - Zeven-en-twintigste deel. R-S. - Amsterdam : Johannes Allart, 1792. - p. 311
Hierin staat - ten onrechte - dat Willemina van Bronkhorst, Vrouwe van Nijenrode dit deel in 1527 liet bedijken en dat de als latere Oude Stad in 1528 omdijkt was.
De heer Marinus Mellaard, auteur van Geschiedenis van 'de stadt ende gudseke' : 1359-1965 wees mij er in zijn mail van 5 november 2023 op dat Jonkvrouwe Wilhelmina van Bronckhorst leefde van 1601-1669. De ambachtsheerlijkheid Stad aan 't Haringvliet kreeg ze uiteindelijk wel beleend. Haar ouders waren Nicolaes van Bronkhorst (1573-1608) en Josina van Amstel van Mijnden.
Haar grootouders (aan deze zijde) waren Nicolaes van Bronckhorst en Wilhelmina van Beieren van Schagen.
Andries van Bronckhorst (± 1483-± 1547) was de eigenaar van het gors en opdrachtgever van de bedijking. Hij leefde dus ruim een eeuw vroeger.
Ook Bakker merkt deze bedijkingsomdraaiing op in:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Het dorp de Stad p. 7.
Hij haalt hierbij Handvest Cronyck, Deel I van Mr. Matheus van der Houwe aan die deze bewering op de pagina's 101 en 117 heeft vastgelegd.
Hierbij wordt gedoeld op:
Hantvest of chartre chronyck van de landen van Oud-Batavien, Oud-Vriesland, Oud-Francenland. Nu Holland, Zeeland, West-Vriesland, ende andere Vrieslanden, Gelderland, Utrecht, ende Over-Ysel. Eerste deel. / Matthijs vander Houve (1577-1638). - Leyden : J. Maire, 1636. - p. 117.
Bakker geeft echter aan aan dat hij in Rugge-documenten van 1359, 1404 en 1408 leest dat er sprake is van Land-tienden, waaruit concludeert dat het dus bedijkt was en zodoende Andries van Bronckhorst dus een herbedijker geweest moet zijn.
In deze documenten is er in 1359 sprake van lamtyenden of lammertyenden [p. 9 of De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw, p. 357 (nr 280)];
11.
Stad aan 't Haringvliet zoals het was... / J.L. Braber. - Zoals het was ..., 7. - Zierikzee : Steengracht, 1972. - p. 79, 126
m.d.a. Rinus Mellaard en Ernst van der Stok van StadsWeb voor het zoeken en beantwoorden van de vraag;
12.
Stad aan 't Haringvliet zoals het was... / J.L. Braber. - Zoals het was ..., 7. - Zierikzee : Steengracht, 1972. - p. 79
m.d.a. Rinus Mellaard en Ernst van der Stok van StadsWeb voor het zoeken en beantwoorden van de vraag;
13.
Kaart van het eiland Overflakkee (detail) / naar ontwerp van: Claes Jansz. Visscher (II). - weduwe Joachim Ottens en Zoonen, 1655 en/of 1719 - 1725 - Rijksmuseum Amsterdam hele kaart;
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 380 (oorkonde 304, 3);
14.
telefoongesprek 7-11-2023 met de voormalige dorpshuisarts van Stad aan 't Haringvliet Herman Maas;
21.
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 83 noot 359;
Wikipedia Stade - Geschichte Name;
21a.
met dank aan Fieneke Jochemsen, Taaladviesdienst Onze Taal, mailcontact 13-02-2024;
Historische woordenboeken Nederlands en Fries vliet;
Groot woordenboek der Nederlandse taal : Derde deel S-Z / Van Dale. - Utrecht : Van Dale Lexicografie, 1984. - ISBN 90-6648-404-7. - p. 3250; Friesche Naamlijst : (Onomasticon Frisicum) / Johan Winkler. - Leeuwarden : Meijer & Schaafsma, 1898. - p. 105 It Fliet;
23.
Delpher: Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 494;
30.
StadsArchief Stad uit haar balans / Jan Both;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 augustus 1975 | pagina 3 Slecht wegdek over weegbrug;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 april 1993 | pagina 9 Stad uit haar balans / Jan Both;
31.
Delpher:
Verslag der Staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 2 Mei 1907, no. 45, tot onderzoek van de wenschelijkheid der wederinvoering van een Rijkstoezicht op de weegwerktuigen / [B.P. Moors (commissievoorzitter); A. Verschoor W. Lz. (secretaris)]. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1909. - p. 80;
Herkingen.com Weeghuisje Herkingen;
Wikipedia Thaddeus Fairbanks;
33.
telefoongesprek 7-11-2023 met de voormalige dorpshuisarts van Stad aan 't Haringvliet Herman Maas;
Atelierkunstmest.nl Atelier Margreet Huisman Curiculum Vitae;
34.
Meerpaal Informatiebord "Redoute". - 2020;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 21 juni 1901 | pagina 3 Aanbesteding;
Maas- en Scheldebode | 5 juli 1901 | pagina 6 Uitslag Aanbesteding;
35.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 16 december 1892 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 31 maart 1893 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws Oude Tonge;
Maas- en Scheldebode | 5 mei 1909 | pagina 3 Familiebericht 40-jarige Echvereeniging;
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 11 juni 1913 | pagina 7 Advertentiën Maatje Kastelein;
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 2 juli 1913 | pagina 7 Burgelijke Stand Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 1 januari 1924 | pagina 2 Nieuwjaarsgroet;
Maas- en Scheldebode | 23 augustus 1924 | pagina 4 Cornelis Jacob Mosterdijk. †;
Maas- en Scheldebode | 23 augustus 1924 | pagina 6 C. J. Mosterdijk;
Delpher:
Het vaderland, 10-06-1913 Uit verschillende dagbladen;
Haagsche courant, 21-08-1924 Familieberichten;
Geneanet / Johannes Wesdorp Jacob Mosterdijk;
Geneanet / Johannes Wesdorp Jacob Daniel Mosterdijk;
Geneanet / Johannes Wesdorp Josina Jannetje Mosterdijk;
Geneanet / Johannes Wesdorp Jacob daniel Mosterdijk;
36.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 maart 1972 | pagina 10 advertentie de zgn. "Polderskamer";
Delpher:
Algemeen Dagblad, 01-04-1972 advertentie de zgn. "Polderskamer";
Meerpaal Informatiebord "Redoute". - 2020;
In 2023 komt het te koop te staan bij Van Alphen Makelaardij Haven 4;
42.
In 2022 zal het pand opgeknapt en gesplitst in Haven 1 en Haven 1a te koop worden aangeboden voor € 337.000 k.k. (oorspronkelijk € 365.000 k.k.) en € 349.000 k.k.;
45.
Krantenbank Zeeland:
Opbouw | 18 juni 1946 | pagina 4 Orgelbespeling;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 augustus 1947 | pagina 3 Burg. Stand;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 december 1951 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 oktober 1954 | pagina 7 Gekozen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1968 | pagina 16 Nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 2003 | pagina 7 Kapper Piet nog volop bij de tijd;
Wikipedia Ovidius;
Delpher:
Verdrinkend land : illegale foto-documentatie / J. Boomsma, J. Verseput; J. Boomsma (fotografie). - Middelharnis : Flakkeesche Drukkerij J.en M. Boomsma, 1945. - foto 18;
46.
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 2003 | pagina 7 Kapper Piet nog volop bij de tijd;
47.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 november 2007 | pagina 8 Piet en Marie Bakelaar 65 jaar getrouwd;
Stad aan 't Haringvliet - BeeldbankStad Stad in beeld Piet en Marie Bakelaar-Van der Plaat op hun trouwdag voor het gemeentehuis van Stad aan 't Haringvliet;
48.
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 2008 | pagina 3 Nieuwjaarsgroet;
51.
regionaal archief dordrecht:
De Dordrechtsche Courant, 1898-08-20; p2 k4 a2 Branden.;
Delpher:
Opregte Haarlemsche Courant, 22-08-1898 Verschillende berichten. Uit Nederland;
52.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 23 september 1898 | pagina 2 Stad a/'t Haringvliet;
Maas- en Scheldebode | 30 september 1898 | pagina 3 Aanbesteding;
53.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed BT-014704;
54.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 7 oktober 1898 | pagina 4 Verkoopingen enz Stad a/'t Haringvliet;
55.
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 23-08-1898 Herv. kerk te Stad aan 't Haringvliet.;
Naamlijsten van Hervormde predikanten sedert de Reformatie per provincie. - Bijlage Q. - [s.l.] : [s.n.], 1903-1950 p. 160;
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 27 februari 1851 | pagina 1 Gemengde berigten.;
Hervormd Stad Historie;
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - Dertiende deel - Aanhangel. - Gorinchem : J. Noorduyn en zoon, 1851. - p. 1176;
59.
Hervormd Stad Historie; Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 494;
Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland / N.C. Kist, H.J. Royaards. - zevende deel. - Leiden : S. en J. Luchtmans, 1836. - p. 140 en 398;
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 605;
De Ommelanden : band 1 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-59-6. - p. 212;
De Ommelanden : band 2 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-60-2. - p. 509;
61.
Delpher:
Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland / P.C. Bloys van Treslong Prins. - Deel II B. - Utrecht : Oosthoek, 1922. - Ned. Herv. Kerk te Stad aan het Haringvliet.;
Opregte Haarlemsche Courant, 17-06-1828 Familiebericht van M. van Goch;
Opregte Haarlemsche Courant, 25-11-1828 Familiebericht van S.S. Tromp en J. Tromp, Geb. Moll;
Boekzaal der geleerde wereld, en tijdschrift voor de Protestantsche kerken, in het Koningrijk der Nederlanden : Voor Januarij 1819. - Amsterdam : Erven D. onder de Linden en Zoon, 1819. - p. 214;
Boekzaal der geleerde wereld, en tijdschrift voor de Protestantsche kerken, in het Koningrijk der Nederlanden : Voor Januarij 1828. - Amsterdam : Erven D. onder de Linden en Zoon, 1828. - p. 746-747;
Verkade's Dominees Memories / Frans Verkade Stad aan het Haringvliet Hervormde Gemeente;
AlleFriezen:
Oeds Spoelstra van Goch Lidmatenregister Herv. Gemeente Harlingen 27 juli 1821;
Lijsbartus C. van Goch (wonende te Leeuwarden) Trouwregister Hervormde gemeente Leeuwarden x 22-11-1795 Dieuwke O. Spoelstra (wonende te Leeuwarden);
Lieukje van Goch Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen geboren 19-09-1796 te Harlingen;
Maaike van Goch Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen geboren 12-11-1798 te Harlingen;
Oeds van Goch Doopboek Herv. gem. Grote Kerk Harlingen geboren 12-09-1802 te Harlingen;
Dieuwke Spoelstra Lidmatenregister Doopsgezinde Gemeente Harlingen overleden 7-6-1804 te Harlingen;
Lijsbertus van Goch (geboren te Kollum) Huwelijksregister 1815 x 23-03-1815 Hendrikje Gabini (geboren te Schiermonnikoog);
Lieuwkje Geboorteregister 1815 geboren 06-06-1815 te Harlingen - Overlijdensregister 1816 overleden 04-04-1816 te Harlingen;
Lijsbertus Klaases van Goch Overlijdensregister 1821(akte) pagina 46 van 58;
Lijsbertus Klases van Gogh Verzameling Hessel de Walle
hierbij vermeldt:
leeftijd 51 jaar, overleden op 14-11-1821
Diversen: geboren te Kollum
Kind van: Klaas Pieters Gog
Gehuwd met: Dieuwke Spoelstra;
De krant van toen:
Leeuwarder Courant, 30-11-1821 Familieberichten;
Krantenbank:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 april 1955 | pagina 1 Stad aan 't Haringvliet had 32 predikanten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 september 1955 | pagina 7 Vroegtijdig levenseinde van Ds. H.J. Schipper in 1829 : Middelharnis verloor beminde predikant;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 december 1992 | pagina 5 Kerk, kerkhof en begraafplaats : Begraven te Stad aan 't Haringvliet (12);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 april 2007 | pagina 6 Kerkepad (1) : Predikanten en voorgangers in Stad aan 't Haringvliet (1593-1945) / Harry J. Goosens: noemt pokkenepedemie als doodsoorzaak.
Het proefschrift "De vreselijkste aller harpijen" van Willibrord Rutten laat geen pokkenepedemie zien in deze periode. Ook vertoont de duur van het pokkenziektebeeld (twee weken - Wikipedia Pokken) geen overeenkomsten met het werkelijk verloop van enkele maanden bij broer en zus;
63.
Krantenbank:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 juni 1947 | pagina 3 Stad aan 't Haringvliet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 mei 1948 | pagina 7 Stad aan 't Haringvliet;
64. Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 494;
65.
Mens & Dier in Steen & Brons / René & Peter van der Krogt Wijzende jongen;
facebook Stichting Kunst en Cultuur Educatie Goeree-Overflakkee, 25 augustus 2020 Mel (Melgert) Dale (1925-2004);
Mailcontact Bert Holman, 26-11-2023;
Bronzen Beelden!. - Tweede uitgave. - Leiden : Mel! Art Support, 2000. - p. 2;
Ons Eiland, 13-11-1997 Expositie beeldjes Melgert Dale;
Ons Eiland, 9-3-2000 Beeldonthulling Stad aan het Haringvliet;
Telefoon en mailcontact Theo Mastenbroek, 8-12-2023;
Theo Mastenbroek Fotografie Marga Jessurun;
Theo Mastenbroek Fotografie M-Portret Zwart-Wit;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 oktober 2003 | pagina 3 Familie-berichten;
Delpher:
Algemeen Dagblad, 14-03-1973 gehoord en en gezien Schoenlapper bleef niet bij zijn leest : Melchert Dale verkoopt zijn beeldjes niet / P.W. Russel;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 april 1966 | pagina 3 Familie-berichten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 september 1967 | pagina 7 Mededeling;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 december 1978 | pagina 3 Familiebericht Maria Johanna Mulder;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 oktober 1997 | pagina 2 Eind dit jaar: Expositie bij Mel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 november 1997 | pagina 6 Expositie 'Mel! Plastische beeldspraak uit Goeree-Overflakkee';
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 november 1997 | pagina 2 Enorme toeloop op expositie beeldjes van Mel [met foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 februari 2000 | pagina 1 Beeldonthulling op Stad;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 maart 2000 | pagina 2 Kunst in 'Stad'!;
Provinciale Zeeuwse Courant | 14 maart 2000 | pagina 43 Dale verrast met eigen beeld / Famke van Loon;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 november 2004 | pagina 3 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 april 2005 | pagina 1 Wethouder De Jong opent beeldenexpositie van Mel Dale in gemeentehuis Middelharnis;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 december 2006 | pagina 25 'Mag het een onsje meer zijn?' / Harry J. Goosens;
Online Begraafplaatsen Melgert Dale 04-03-1925 - 14-11-2004;
StadsWeb - Voorpagina - Dorpsnieuws, 22 mei 2006 "Niet Geschollen" vernieuwd - update-;
StadsWeb - Voorpagina - Dorpsnieuws, 02 augustus 2012 Mel Dale;
StadsWeb - Voorpagina - Thuis op Stad, 01 augustus 2016 Interview Herman Maas en Wim van Ham / Monique Schutte;
Stad aan 't Haringvliet : Rust, ruimte en Rumptstadgevoel / Fabian Takx; Maarten Albrecht (foto's), p. 106 (in: Hollands glorie, nr 03 2021, p.102-111);
Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Pand ID 0559100000004317;
Essenceiam Curriculum Vitae De heer drs. B.P. Holman;
LinkedIn Bert Holman;
72.
Molenstichting Goeree-Overflakkee Molen “De Korenaar” (1746) – Stad aan ’t Haringvliet
Daarentegen vindt de molenstichting (vanuit een hedendaags en niet - zoals wij stellen - vanuit een historisch perspectief) juist de vooruitstekende positie opvallend, waardoor de molen bijna op de rijweg draait;
Haringvliet en Tiengemeten, Stad aan 't Haringvliet
Vuile Gat en Oudendijk, Stad aan 't Haringvliet
trap, Stad aan 't Haringvliet
haven, Stad aan 't Haringvliet
Schaapsteen | 2005 | Margreet Huisman, weeghuis, Stad aan 't Haringvliet
haven, Stad aan 't Haringvliet
Haven/Zeedijk, Stad aan 't Haringvliet
Voorstraat, Stad aan 't Haringvliet
Berkenhof, Voorstraat, Stad aan 't Haringvliet
Voorstraat, Stad aan 't Haringvliet
spuitmotor, Stad aan 't Haringvliet
kapperszaak 'Pietje de Kapper', Stad aan 't Haringvliet
kerk, Stad aan 't Haringvliet
windvaan, Stad aan 't Haringvliet
grafzerk Van Goch, kerk, Stad aan 't Haringvliet
Achterdijk, Stad aan 't Haringvliet
geaccentueerde blokpleistering, Achterdijk, Stad aan 't Haringvliet
Achter- en Molendijk, Stad aan 't Haringvliet
Wijzende jongen | 2000 | Mel Dale, Stad aan 't Haringvliet
koetshuis, Stad aan 't Haringvliet
eerste steen, A. L. van Nierop 25 februari 1922, Stad aan 't Haringvliet
koetshuis, Stad aan 't Haringvliet
molen, Stad aan 't Haringvliet
eerste steen, molen, Stad aan 't Haringvliet
Middelharnis
De Lieve Vrouwepoldersedijk van Stad aan 't Haringvliet brengt ons weer langs de Vrouwtjesweg en vervolgens naar de Oudelandsedijk.
De groei vanuit Oude-Tonge > Noordland > Duivenwaard, Middelharnis en Sommelsdijk
De Hooge Heerlykheit van Middelharnis
Kaarte van het eyland Overflakkee / D.W.C. Hattinga en A. Hattinga. - [s.n.] : [S.l.], 1753
bron: Zeeuws Archief, Atlassen Hattinga, nr 198
Het Oudeland van Middelharnis (en Sommelsdijk en Duivenwaard) werd op 1 februari 1465 ter bedijking uitgegeven in opdracht van St. Michiel in Putten - in feite de abt van het St. Michielsklooster te Antwerpen. Het werd vervolgens voorzien van een forse ringvormige dijk
1
dat de basis had en aansloot op Het Noordland, dat ten noorden ligt van Oude Tonge. Het Noordland werd bedijkt in 1461.
Omdat de drie schorren inmiddels dusdanig waren opgeslibd en naar elkaar waren gegroeid, vonden verschillende eigenaren het noodzakelijk om de oorspronkelijke grenzen te markeren met grenspalen
2.
We treffen volgens de gebroeders Hattinga diverse kreken aan, waarbij slechts twee namen voorkomen. Op het deel dat later De Hooge Heerlykheit van Middelharnis genoemd wordt, vinden we De Vlieger. In Den Duyvenwaart treffen we monding aan van Hoosjes Kreeke3.
De Kadastrale kaarten 1811-1832 tonen de vele kreken en kreekjes veel duidelijker. Het deel van Sommelsdijk wordt hier "Oudelandsche Polder" genoemd. Het deel van Middelharnis "Polder het Oudeland". In "Polder het Oudeland" vinden we nu binnen de verschillende kavels de Eerste Vlieger, Tweede Vlieger en Derde Vlieger. Bij de Bolletjes Weg treffen we een zijtak van de Eerste Vlieger aan, dat de Zandkreek wordt genoemd. Aan de westkant van Sommelsdijk draagt de kreek daar de naam dat zich laat lezen als Wildemans Kreek, tegenwoordig voorkomend als Wildermanskreek4.
Op een kaart van Kips in 1835 wordt het oostelijk deel van De Vlieger, dat we nog kunnen zien, ook Zandkreek genoemd
5.
Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplannen Middelharnis - Sommelsdijk - Nieuwe Tonge, Zuid Holland [samengevoegd, WP]
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08115VK1 -
MIN08191VK1 -
MIN08126VK1
(CC BY-SA 3.0)
Een kaart uit 1899 laat doorschemeren dat Zandkreek vanuit twee samengevoegde takjes een monding had aan de zuidoostelijke kant. De Vlieger liep juist de ander kant op een had een monding bij Middelharnis. Ze stonden echter wel met elkaar in verbinding
6.
De benaming van de Zandkreek treffen we op de kaart van 2012 niet meer aan. Er is dan ook veel water rechtgetrokken. De Vlieger zijn deels De Vliegers gaan heten en sluit direct aan op de Boomvliet dat naar Dirksland gaat. Deze meervoudsvorm De Vliegers zou dan weer verwijzing kunnen zijn naar de eerdere Eerste Vlieger, Tweede Vlieger en Derde Vlieger7.
En tegenwoordig wordt de rechtgetrokken onderdelen van de voormalige ZandkreekZuidkreek genoemd
8.
Men is met deze laatste naamwijzing is stilte begonnen aan het eind van 2006. Aanleiding is uitvoering van het project 'Zuidkreek' van het waterschap Hollandse Delta met de nieuwe waterberging, het verbreden en rechttrekken van de kreken ten behoeve van de landbouw. Het gaat daarmee deel uitmaken van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De gewonnen gronden wordt gebruikt voor het verhogen en egaliseren van de omliggende landbouwgronden
9.
De PEHS blijkt een zoet- en zoutwaterspel met een spanningsveld tussen het op een kier of open zetten van de Haringvlietsluizen ten behoeve van de vistrek met eb- en vloedwerking tot gevolg tegenover de landbouw en de verzilting van (grond)water
10.
De Vliegers was lange tijd de voornaamste en bijna enige kreek op het eiland waarin zoetwatervis voorkwam. De kreek, dat zich meanderend begeeft van Middelharnis naar Nieuwe Tonge over een lengte van zo'n vier kilometer, was halverwege de twintigste eeuw ongeveer 20 meter breed. Maar de storm van 1 februari 1953 gooide hier ook roet in het zoetwaterleven.
Zoetwatervissen zullen er niet altijd in hebben gezwommen. Deze kreek is namelijk al eeuwen oud en meanderde zelfs al voor de bedijking over en tussen de aanwezige platen
11.
Onderdeel van een "Lijst van de lenen die wijlen heer (Nicolaas) van Putten hield van de graaf, en die nu door zijn dochter (Beatrijs) worden gehouden", waarin sprake is de "Viere Hornessen" - [waarschijnlijk 21 maart 1313]
De tekst begint met een lachend hoofdje in de D.
AGH 289 (groot register Zuidholland), f. 9v, nr. 51 (wrs. 1324 mei 13-sept., naar A).
Opschrift: Die heerescippe van Putthen.
In de marge, door andere hand: Putte, en eronder een kruis. – Onder in de marge, door een derde hand: Concordatus. – Daaronder, door een vierde hand: Nota. Item idem prescriptum habetur in libro o p vo
bron: huygens instituut, ZH 50
145 Akte van overeenkomst door Jan Jansz. uit Duiveland met de heer van Putten betreffende de verkoop van een moerdijk in Middelharnis, 1370
bron: nationaal archief, NL-HaNA_3.19.43_145 - CCO
Ook in die periode vóór de bedijking, gedocumenteerd vanaf 1286, werden in de rechten over de vier hernessen - we herkennen de harnis van Middelharnis hierin - tussen Krummele of Krumele en Nieuwoord en Zwet en Bodmaer of Bodemaer gehandeld. Hernesse kunnen we lezen als een weiplaat. Maar ook moernering kwam dus ook voor, aangezien er een moerdijk in Middelharnis verkocht werd in 1370.
De waternaam Bodemair vinden terug op een kaart en kunnen we ten westen van Sommersdijck (en Vier Harnessen) lokaliseren.
Een andere kaart laat Bodemaar echter ten oosten van het hier al als Middelharnis bestempelde eiland terugkomen
12.
Ook wordt in een boekwerk aangeven dat, net als bij de eerste kaart uit 1300, bij de waterscheiding van Dirksland en Sommelsdijk aan de Bodemaer gedacht wordt
13.
Bij een verklaring van het onderdeel Bode uit Bodemaer kan gedacht worden aan het gotische baups dat iets 'stom, doof' betekent
14.
Zwet is daarentegen een tamelijk algemeen gebruikte en voorkomende waterterm om een grens te markeren (voor 'Mark' geldt trouwens hetzelfde).
Eerder kwam het voor als swette en in het oudfries als sueththe. Sueththe kunnen we nog terug herkennen in een grensaanduiding met "ter Suedde" (op Putten naast de kernbedijking van Vriesland), in een charter van 3 april 1315 over Berwoudsmoer.
En dit swette zou dan weer zijn afgeleid van swade of swat, de hoeveelheid gras, dat met in een keer met de zeis kan afmaaien
15.
We hebben inmiddels kunnen lezen dat Middelharnis voorheen ook als de plaat Vier Harnessen werd aangeduid, waarbij ook de schrijfwijzen Viere Hornessen of Hernessen voorkomen, maar ook de Vier Harnissen of Hernissen of Vier Hornessen en Hernessen. Deze benaming stamt uit de tijd dat het voor het eerst werd uitgegeven
16.
De oorsprong van de naam Middelharnis is dan ook lange tijd in nevelen gehuld geweest.
Hernis of herdnes zou een nes oftewel landpunt zijn dat onder toezicht stond van een herd, een herder
17.
Gemeentewapen Middelharnas per 24-07-1816 en Middelharnis 23-10-1908
bron: Hoge Raad van Adel Gemeente Middelharnis
Ook Middelharnis kent schrijfvariaties als Middelhernisse, Mildtherenisse, Merhernisse, Milheerens, Melhernisse, Middelhernisse, Middelheers, Middel-Land, Milherens-Land, Mijddelherniss, Mijdelharnasse, Middelharnasch en Menheerse
18.
Naast de mist over de betekenis, zijn ook de gemeentewapens aan verandering onderhevig
19.
De Hooge Raad van Adel komt in 1816 met het wapen dat we direct herkennen van het boekwerk uit 1660, waarin de keuren en ordonnantien staan die op 14 juli 1658 aan de omstanders bij het raadhuis van Middelharnisse (Sint Michiel in Putte) zijn voorgedragen.
Keuren ende ordonnantien van Sint Michiel in Putte, datmen noemt Middelharnisse. - Delft : Arnold Bon, 1660
bron: titelpagina
Alleen het aureool ontbreekt op het wapen van de Hooge Raad van Adel.
De Hooge Raad van Adel blundert echter in de beschrijving van het wapen. Men heeft over de ridder St. Joris den draak doorstekende.
En dat komt van het begin van de twintigste eeuw op een regelmatig terugkerende verontwaardigde discussie in de pers te staan.
Immers ridder St. Joris zat op een paard en had geen vleugels.
Bij de invoering het middelste deel van het harnas als nieuw wapen vraagt C. van Rossum zich in maart 1908 hardop af of dat deel wel het oudste wapen van Middelharnis is, zoals de gemeente stelt.
De gemeente zag hierin het harnas van de Gemeente Middelharnas.
Van Rossum stelt dat de oudste figuur natuurlijk de aartsengel St. Michaël is en niet St. Joris (en de draak). Onwetende hoe de aartsengel afgebeeld moest worden en wat harnis uit de plaatsnaam betekende, werd het wapen zonder bewijs Joris en een harnas.
Benjamin Boers had het aannemelijk geacht dat Middelharnis een samenstelling is van de woorden 'middel', 'her' en 'nisse'. Nisse, nis of nes is de veel voorkomende landtong in onze leefomgeving. Landen die wel bedijkt waren geweest, maar nu - dus her - weer natte schorren waren geworden. En middel als aanduiding dat het tussen andere schorren lag.
Hierin treffen we niets aan over een (letterlijke) harnas.
Zoals we inmiddels weten bestonden er immers moerdijken, ook op deze schor of gors.
A.J. van Oosterom laat in 1966 weten dat de engel Michaël die met de Draak (Satan) strijd, al op de oude Kerkzegel staat. Immers, de kerk was gewijd aan Maria en aan de engel Michael.
Twintig jaar doet J.L. Struik in twee delen het ontstaansverhaal van Middelharnis en het wapen uit de doeken. Hierbij wordt echter uitgegaan van de naam Middelheernesse, zodat het eerdere 'her' is vervangen door 'heer'. Dit laatste zou dan duiden op een heerlijkheid. Struik komt in zijn analyse uit op "herdenissen", zodat de nessen onder het beheer kwam van herden, dat verwant is aan herders. Hij komt voor Middelharnis uit op "de middelste nes die onder beheer stond". Voor wat betreft het wapen, blijkt hij aanhanger te zijn van het St. Joris-verhaal.
Weer tien jaar later zal gemeentearchivaris Jan Both met behulp van nieuwe gegevens nogmaals het verhaal over het "Gehannes met een gemeentewapen" trachten te verduidelijken.
In de aanvraag van de gemeente aan de Hoge Raad van Adel meldt de gemeente het volgende:
"Wij hopen het hier nevens gaande afdruk van het door deze gemeente voorheen gebruikte wapen, bij U Hoogwelgeboren even voldoende zijnzal, als eene aftekening van hetzelve. Omtrend derzelvs oorsprong kunnen wij alleen gissen, dat, daar deze heerlijkheid het eerst is gekogt geworden door den Abt van het klooster St. Michiel te Antwerpen, en ook eerstijds den naam voerde van St. Michiel in Putten, dezelve waardoor tot wapen den Engel St. Michiel gekregen heeft, terwijl het zeer waarschijnlijk is, dat bij de bedijking der gorsen dezer heerlijkheid uitmakende, het harnas op derzelvs schild is geplaatst geworden, ten teken dat men den dijk aanmerken konde als een harnas of beschutting voor de daarbinnen gelegen landen, tegens de overstroming van het zeewater."
Hierna wordt aangegeven dat het daarvoor een bedijkte polder was van de heerlijkheid "het Oudeland van Middelharnis, gelegen midden voor de polders het Oudeland van Sommelsdijk en Duivenwaard, met welke deze een bedijking uitmaakt, en het is dus zeer apparant, dat juist aan deze ligging de benaming Middelharnis zijn oorsprong verschuldigd is."
Maar Both komt ook over het 'harnas'-wapen met een verrassende nieuwe wending in deze geschiedenis.
Zowel in het boek van Bakker (1798) als in die van Boers (1843) is er sprake dat de heerlijkheid een wapen had met een gouden harnas op een blauw schild.
detail chassinet en harnas-wapen voorgevel voor de restauratie Raadhuis Middelharnis. - 02-1908
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 16.344
(CC BY-SA 3.0)
Bakker spreekt echter van de aartsengel Michaël, Boers al over ridder St. Joris - zoals door de Hoge Raad van Adel beschreven.
Om het verhaal nog complexer te maken, brengt Both een fraai geschilderd chassinet, een houtsnijwerk in raam (dat oneerbiedig ook wel een vensterhor wordt genoemd), naar voren dat de gemeente bij de viering van het 300-jarig bestaan in 1765 ontving en liet aanbrengen in het raadhuis.
Welke kleuren het had en of dit in dit verhaal relevant is, wordt echter niet duidelijk.
Wel relevant is de brief met een verzoek die het gemeentebestuur op 20 maart 1908 richt aan de Koningin:
"Geeft met den diepsten eerbied te kennen de raad der gemeente Middelharnis, dat het wapen dier gemeente in vorige eeuwen geweest is van lazuur, beladen met het middengedeelte van een harnas in goud zooals onder meer blijkt uit het nog aanwezige in 1639 op het raadhuis aangebracht wapen; dat men later op de zegelstempels der gemeente het bovenomschreven wapen heeft doen dragen door den aartsengel Michaël, vermoedelijk in verband met den oorspronkelijken naam van Middelharnis, die 'Sint Michaël in Putten' was; dat hieruit verwarring schijnt te ontstaan, tengevolge waarvan men den aartengel Michaël beschouwd heeft deel uit te maken van het eigenlijke wapen, terwijl bovendien Sint Michaël ten onrechte werd aangezien voor Sint Joris; dat dan ook bij de vaststelling van het wapen op 24 juli 1816 de volgende omschrijving is gegeven, zijnde van lazuur, beladen met den Ridder St. Joris, den Draak doorstekende, alles van goud; dat adressant er hoogen prijs op zou stellen, der gemeente weder in het bezit gesteld te zien van het oorspronkelijke hierboven omschreven wapen, waarvan eene tekening hierbij wordt gevoegd. Reden waarom hij zich eerbiedig tot Uwe Majesteit wendt, met het verzoek te willen bepalen, dat het wapen van Middelharnis zal zijn van lazuur, beladen met het middengedeelte van een harnas in goud".
Het verzoek wordt kennelijk ingewilligd, want zoals we zagen gaat de Hoge Raad van Adel ermee aan de slag. En waarmee komen ze? "Een Schild van zilver, beladen met een borstharnas met dijstukken van azuur"! Oftewel een blauw harnas op een zilveren schild, terwijl de gemeente om een gouden harnas op een blauw schild had gevraagd
20.
Van de voormalige eigenaar, het Sint-Michielsabdij in Antwerpen resten nu slechts informatieborden. Het werd in 1796 opgeheven en was al grotendeels gesloopt tijdens de Franse Revolutie. Tijdens de Belgische Revolutie in 1831 werd het volledig verwoest
21.
De Hoge Raad van Adel had indertijd wel te maken met een groter gebied. Mogelijk heeft dit de diverse uitkomsten beïnvloed. Zo kreeg de Antwerpse gemeente Ravels op 6 oktober 1819 van de HRvA het wapen "In lazuur een Sint-Michiel met de draak van goud. Schildhouders: rechts een Sint-Servaas, links een Sint-Valentijn, beiden van goud".
Ook de Stad Brussel heeft een soortgelijk wapen, echter duidelijk onderscheidend met de andere, in 1817 van de HRvA toegekend gekregen "Van keel, met de Heilige Michaël van goud, de duivel van sabel neerslaande".
22
detail Titelblad: Zommelsdyk - het wapen van Middelharnis (in: Historisch-topografische atlas 'Zelandia Illustrata'. ± 1800)
bron: Zeeuws Archief - NL-MdbZA_296_629
Uit diezelfde periode komen we in de Historisch-topografische atlas 'Zelandia Illustrata' nog een variant tegen. Dit heeft een schild 'gedeeld in drieën', van drie evenwijdige verticale banen van zilver lazuur zilver. In de baan van lazuur een harnas van zilver met daaronder dijstukken van goud
23.
Na de eerste bedijking werd vaak bij het contactpunt van kreek en dijk de eerste bewoning gesticht. Middelharnis werd echter iets verder vanaf de monding gesticht, waarschijnlijk op een iets hoger gelegen kreekrug. Dit soort inversieruggen, ontstaan door differentiële klink, kwamen we onder andere eerder zichtbaar tegen bij Zuidhorn en Enumatil .
Men veronderstelt dat Voorstraat op deze kreekrug ligt, het zou het hoogteverschil tussen de Voorstraat en 'de Achterwegen' kunnen verklaren. We zullen dat morgen gaan ondervinden.
De Vlieger werd met haven van Middelharnis verbonden door een binnendijks gecreëerde waterloop, dat in 1938 werd gedempt. De Kaaidreeft en onderdijkse Oostdijk vinden we daar nu terug.
In maart 1955 durfde men het aan om de kreek opnieuw te bevolken met nieuwe zoetwatervissen. Een tankauto van de viskwekerijen van de Ned. Heide Mij. te Valkensburg kwam ze vrijdagmiddag 25 maart 1955 brengen. Met goedkeuring van de ambachtsheer en zijn rentmeester J.B. Mijs en pachter van het water P. Tamboer werd de bestelling gedaan door S. van der Valk en C.J. Campfens uit Middelharnis. Er werd 200 kilo rietvoorn, 200 kilo vloermatten oftewel brasem, 2000 karpers en een hoeveelheid dikke baarzen uitgezet. In het najaar volgen nog de snoek en snoekbaars
24.
In 1992 was herkomst van de naam Vliegers nog niet bekend. In 1591 kwam het, voor zover bekend, voor het eerst voor als Vliegerblok, dus als poldernaam
25.
De oorsprong van de naam Vliegers zou gezocht kunnen worden als verbastering vlieden, dus vluchten, zoals we kennen van vliedberg of vluchtheuvel
26.
Voor een water ligt vlieten, van vloeien (over de platen) en stromen (door de platen) meer voor de hand
27.
Op het naastgelegen eiland Schouwen-Duiveland, waar nog veel families met de familienaam 'De Vlieger' voorkomt, wordt deze familienaam geassocieerd met vogeljager, die met jachtvogels of op vogels jaagt. Oftewel een kreek waar gewilde vogels te vinden waren om te vangen
28.
Zoals te verwachten, heeft het historische deel van Middelharnis (en Sommelsdijk samen) een beschermd dorpsgezicht-status.
Dat deel begint waar de Oudelandsedijk de Oostdijk genoemd gaat worden
29.
We hebben nog een stukje langs De Vlieger en het binnendijkse verbindingskanaal naar de haven gereden. In de nieuwbouwwijk, die ten zuidwesten van het binnendijkse verbindingskanaal ligt, rijden we tevens langs de monding in dit kanaal van de Stoofkreek. De monding wordt enigszins verhuld door een mini-eilandje in het kanaal met daarop diverse bomen en struiken. Vanaf de Prins Clausstraat is het kanaal naar de haven - zoals al gemeld - in 1938 gedempt.
De Oostdijk oprijden is voor ons niet toegestaan, zodat we onze rit over de Waterweg vervolgen.
Ontwerpplan van architect Willem Brinkman om Waterweg-woningen te behouden.
bron: Krantenbank Zeeland - Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1973 | 2 februari 1973 | pagina 1 - Actie-comité heeft plan voor Waterwegwoningen gereed
In deze straat is er geen parkeergelegenheid. De geboden parkeerhavens laten we - zeker op dit tijdstip - onbenut, de bewoners zullen deze graag zelf willen gebruiken, nemen we aan.
We hopen op de Oosthavendijk een plekje voor ons te vinden. Dit wordt niet bewaarheid en dus keren we de wagen.
Dan maar kijken of we verder in het dorp iets kunnen vinden, maar dit blijkt al gauw eenrichtingsverkeer te worden.
Aan de Waterweg hadden we nog een brede aftakking gezien, misschien lukt het daar. En dus draaien we van de Waterweg met hele scherpe bocht de Soldatenplein op. Hier blijkt nog een plekje vrij te zijn.
Na het parkeren van de wagen lopen we terug naar het - voor ons - begin van de Oostdijk.
De bewoners van dit stuk dijk hebben uitzicht op een bos! Een bruggetje doet nog terugdenken aan de gegraven en inmiddels gedempte binnendijkse aftakking van De Vlieger naar de haven, al zal het nu vooral het hoogteverschil willen overbruggen.
Het bos maakt deel uit de zogenoemde Gemeentetuin.
detail van de tuin (midden rechts) van de familie Slis te Middelharnis / Fototechnische Dienst Luchtvaartafdeeling, 1920-1940
bron: Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie - 2155_033326gebruikersvoorwaarden
De tuin is waarschijnlijk in de tweede helft van de negentiende eeuw aangelegd. Het ligt op het westelijk puntje van perceel 759 dat we kunnen vinden op het minuutplan en de aanwijzende tafel van de Kadastrale kaart 1811-1832. De eigenaar op dat moment is de burgemeester van Middelharnis Arend van Weel Az. Hij was tevens landeigenaar (heer van Middelharnis), bestuurder (Provinciale Staten van Zuid-Holland en buitengewoon lid Tweede Kamer in 1848 t.b.v. de grondwetsherziening). Hij was een zoon van landmeter, schout, maire en secretaris van Den Bommel Anthony van Weel (1746-1813) en Arendje Mijs (1745-1811).
De dames Van Weel verkochten het begin augustus 1892 aan de heer P.L. Slis voor ƒ 2800.
Het gezin van de burgemeester Arend van Weel (1783-1876) en Jannetje van den Tol (1787-1860) bestond tevens uit tien kinderen.
Alleen Agatha van Weel (1824-1897) en Suzanna Johanna van Weel (1833-1900) leefden nog in augustus 1892.
Zij zullen dus met 'dames Van Weel' bedoeld worden. Beiden woonden en zijn overleden in Nijmegen.
De koper P.L. Slis is de reeder Pieter Leendert Slis (1816-1904), die samen met Tijsje Overwater (1823-1879) een achttal kinderen kreeg. De jongste waren Titia en Maria. Moeder Tijsje Overwater is trouwens de dochter van korenmolenaar Jacob Overwater die we al tegenkwamen bij het verdrijven van de Fransen uit Ooltgensplaat .
De tuin is in 1925 gelegateerd aan de gemeente door de dames Titia Jacoba Slis (1863-1963) en Maria Cornelia Slis (1866-1954), die 'altijd' in het ouderlijk huis aan de Kaai zijn blijven wonen.
De grafzerken van Titia Jacoba Slis (1863-1963) en Maria Cornelia Slis (1866-1954) in erbarmelijke staat.
Ze hadden bij hun legaat wel het verzoek om het ter beschikking te stellen aan zieken en herstellenden en onder voorwaarde dat er niets aan zou worden veranderd. Dat laatste is niet gelukt. Tijdens WOII werd het gebied door de bezetter geïnundeerd, om in februari 1953 nogmaals onder water komen te staan. Veel oude vegetatie is daarna afgestorven. Besloten werd om het hele bos te rooien en voor de winter van 1956 de grond gereed te maken voor herbeplanting. In het voorjaar van 1957 werd de hele tuin opnieuw beplant, waarna het in 1966 werd geopend voor publiek
30.
Wanneer we halverwege de Oostdijk zijn ingelopen, komen we nog een dijkpaadje naar de Gemeentetuin tegen.
Voorheen stonden vanaf dit paadje ook nog panden aan de zuidzijde van de Oostdijk. Deze zijn nu bijna allemaal afgebroken. Vrijwel alle panden aan de zuidzijde van de Oostdijk waren verzakt. De panden stonden immers aan de open uitwatering. Ze waren vermoedelijk onvoldoende gefundeerd geweest.
Vanaf de hoge dijk biedt dit daarom nu een stadse blik over de bebouwing van het oude centrum, met een verscheidenheid aan daken
31.
Ook de spitsloze toren van de kerk laat zich goed bekijken. We krijgen van het Oude Raadhuis de windvaan in het vizier, dat met deze stand toont als een koggeschip. Het blijkt echter te gaan om een Gaffelschip.
Door de aanwezigheid van een visafslag in Middelharnis zou het dorp uitgroeien tot een bloeiend vissersdorp, halverwege de achttiende eeuw. In het topjaar 1751 voeren er 24 gaffelschepen uit om te gaan vissen. Eerder, in 1708, voeren er al 21. Vanaf de periode van het ontstaan van de Bataafse Republiek liepen de aantallen terug. Van 32 stuks in 1795 tot 16 in 1813.
De gaffelschuiten werden ongeveer van 1470 tot 1829 geproduceerd en naarmate de tijd vorderde, werden ze steeds groter. Ze hadden eerst een lengte van 30 tot 35 voet, vervolgens 35 tot 40 Amsterdamsche voet lang en 16 tot 18 voet breed.
Een Amsterdamsche voet is 0,2831 meter. Een Rijnlandse voet daarentegen 0,3139 meter (naast een Engelse voet van 0,3048 meter).
De laatste aanduiding leidt omgerekend tot 8,493 tot 9,9085 meter en later van 9,9085 tot 11,324 lengte met een breedte van 4,5296 tot 5,0958 meter. Dit komt neer op een breedte-lengteverhouding tussen de 1:1,9 - 1:2,5.
Later - tot 1775 - worden ze 16 tot 17 lang, om vervolgens 19 meter lang te worden.
Ze waren voorzien van zijzwaarden en hadden een hoogoplopende botterkop. Ook is het achterschip vrij hoog opgetrokken.
De mast stond vrijwel in het midden, met een gaffel waaraan het grootzeil was vastgemaakt.
Gaffelscheepje naar een afbeelding te raadhuis van Middelharnis
bron: De vischafslag van Middelharnis, 1597-1856 : met de desbetreffende ordonnantiën, keuren, ampliatiën, octrooien, contracten, enz., verzameld uit het archief der gemeente / Ulbo J. Mijs. - Sommelsdijk : W. Boekhoven, [1897] p. [5]
Het had twee fokken, een stagfok en een kluiffok. Vanwege de kluiffok was er een forse boegspriet aanwezig. Er was een voordek, met daaronder een schuilplaats of kooi om te slapen. Ze bleken groot genoeg om enkele dagen onderweg te zijn. Ook waren zeewaardig, want ze gingen ook de Noordzee op, al visten ze voornamelijk langs de Hollandse en Zeeuwse kust en bij de Waddeneilanden.
Zo vingen de eigen vissersboten in de winterperiode van november 1796 tot 16 april 1797 36000 levende kabeljauwen en 445660 levende schelvissen. In de zomerperiode visten ze volgens de "stad- en dorp-beschrijver" op tarbot, garnalen en ander klein vis. De schippers werkten ook samen. Om de beurt namen ze elkaars eveneens levende tarbotten in ontvangst, die ze vervolgens direct naar Londen overbrachten. Zo konden de anderen blijven vissen
32.
De door de "stad- en dorp-beschrijver" waargenomen garnalen treffen we echter niet aan in het overzicht van burgemeester Mijs.
Aan het begin van de negentiende eeuw vingen ze met de beug vooral kabeljauw, schelvis, leng, rog, vleet, tarbot en heilbot. Aan de haken - die aan de zijlijntjes van de beug zaten, zo'n zijlijntje werd ook wel een sneu en in Middelharnis een stel genoemd - van de beug werden veelal eigen bewaarde aas, de prik, gehecht. Maar ook runderlever of gezouten geep werd hiervoor gebruikt.
De prik werd ook wel negenoog of lamprei genoemd en is een aalvormig dier dat - net als wormen - gestoken, oftewel geprikt werd. De naam negenoog heeft het te danken aan de aanblik van een zijde wanneer men de twee ogen en zeven luchtgaten aan weerzijden, van een kant aanschouwt. De zeeprik kon wel een meter lang worden. De rivierprik zo'n 40 cm.
Op initiatief van Cornelis van der Vlugt werd er op 17 januari 1746 een afspraak met de 21 stuurlieden van Middelharnis gemaakt, om een eigen prikgat, een vijver te graven. Dit gat - met afmetingen van circa 23 x 7 meter en 1,70 meter diep - kunnen we lokaliseren op de plek waar de Stoofkreek in De Vlieger uitmondt .
De te bewaren rivierprik werd gekocht bij riviervissers uit Woudrichem en Werkendam. Bij onvoldoende aanbod werden ze ook in Engeland gehaald, in London uit de Theems of in Hull uit de Humber of in het huidige Nedersaksen uit de Wezer of Elbe
32a.
(detail sectie B No 763) Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Middelharnis, Zuid Holland, sectie B, blad 02
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08115VK1 -
(CC BY-SA 3.0)
Cornelis van der Vlugt maakte deze prikgat in den eeuwkant van sijn land, onder den Oudenlandsen Zeedijk, beoosten de Stoofkreek. Deze moest hij suyver en schoon van boodem houden en onderhouden.
Om dit mede te bewerkstelligen werden de wallen en bodem voorzien van een houten beschutting en vloer. Van de vissers had hij toestemming gekregen om alle haar paalen en planken, die thans in de kreecq bij de meestoven sijn leggende, te moogen naar sig neemen, om in off aan voorg. prikgat te verwerken naar sijn genoegen.
Om voor vers water te zorgen werden er twee sluizen off verlaatjes tot het in en uijlaaten van waater in aangebracht
32a1.
Bij de voortplanting en vermeerdering van de prik speelde de mens geen rol.
Wel konden eventuele andere verkopers van de prik het prikgat gebruiken voor - zo wordt gesuggereerd - het kweken, of duidelijker geformuleerd, het opkweken, doen opgroeien of groeien van de prik. Ze betaalden hiervoor vier stuivers per tweehonderd prikken.
Van kweken en opkweken zoals wordt gesuggereerd kan, zoals we zo zullen zien , echter geen sprake zijn.
De contractueel aangesloten vissers betaalden per jaar één krimpkabeljauw, een geheel verse kabeljauw. Immers, ze vingen kabeljauw met de prik. Daarnaast betaalden ook zij vier stuivers per tweehonderd prikken
32a2.
In Vlaardingen - waar ook een prikgat aanwezig was - werden de prikken in manden bewaard
32a3.
De vissers die met hun schepen uitvoeren om te gaan vissen, hadden twee bakken met zoet water waarin de 2000 à 3000 benodigde prikken werden meegenomen. Deze bakken waren zodanig ingericht dat er plankjes met gaatjes in aanwezig waren, waarmee het water voortdurend in beweging werd gehouden, zodat de prik zo'n 6 à 7 weken in leven kon blijven
32a4.
Wanneer het schip stillag of bij onvoldoende deining op zee, was het jongste bemanningslid verantwoordelijk om het water en de prikken in de bakken in beweging te houden, door erin te roeren met een stok
32a5.
Wat opvalt in deze verhalen over de prik is dat er nergens wordt gesproken over het voedsel voor de prik.
De prik begint zijn bestaan als larf, veelal met vele andere in een nestkuil van verschillende paren. De paren hebben de nestkuil gemaakt in kleine riviertjes en beken met grof zand, grind en keitjes. Moeiteloos sleuren ze de keitjes op hun plaats en 'stuiven' ze het zand op om een kuil te creëren. De larven leven gedurende ongeveer vier jaar als bodemdieren. Ze zijn tandeloos en blind en voeden zich met algen en organische deeltjes, die ze uit het water filteren. Dat water is tevens hun transportmiddel naar rijkere voedselgronden, dat bestaat uit dood organisch materiaal.
De volwassen exemplaren hebben een spleetvormige bek met maximaal zeven kleine tandjes gekregen. Ze leven inmiddels in de kustgebieden. Ze leven als parasieten op vissen om zich te voeden. Ze zuigen zich vast aan de huid met hun zuigmond en bijten zich een baan door de schubben en huid. Daarna zuigen ze het bloed en lichaamssappen uit de vis. De rivierprik leeft in dit gebied zo'n twee à drie jaar, waarna ze geslachtsrijp zijn. Ze raken de tanden kwijt en stoppen met eten.
Vervolgens trekken ze weer de zoetwaterrivieren op. Geleid door de geurstoffen die larven uitscheiden zoeken ze de paaiplaatsen. Ze komen hier tussen november en maart aan, waarna ze zich schuilhouden.
Wanneer het water warm genoeg is, zwemmen ze naar de paaiplaatsen en maken ze gezamenlijk een nestkuil. Het mannetje zuigt zich vervolgens vast aan de kop van het vrouwtje om te paren, waarna de bevruchte eitjes in het nest worden gelegd. Hierna sterven de prikken
32a6.
We begrijpen uit deze leefwijze dat de prikken dus worden geprikt wanneer ze geslachtsrijp zijn, gestopt zijn met eten en zich schuilhouden.
Dat is dan ook de reden waarom er nergens wordt gesproken over voedsel voor de prikken. Ze eten niet meer.
Ook is het daarom duidelijk geworden, waarom ze - eenmaal gevangen of op transport - in beweging moeten blijven en zich niet mogen vastzuigen aan de wanden de bakken.
Als grootste spelbreker van het succes van Middelharnis als vissershaven, kan de Belgische Opstand in 1830 gezien worden. De export naar dit afzetgebied - dat waren de Zuidelijke Nederlanden namelijk - kwam volledig stil te liggen. Vervolgens moest de visafslag in 1856 worden opgeheven en het jaar erop werd besloten "het afslagrecht te laten varen en niet meer te heffen"
32a7.
Het Prikgat was ten tijde van het vastleggen van de Kadastrale kaart 1811-1832 niet meer functioneel. Het stond te boek als Rietland en was in bezit van touwslager, reder en boekhouder van visschuiten in Middelharnis David van der Vlugt (1747-1835), de zoon van Cornelis van der Vlugt en Adriana Tiggelman. David, die op 1 januari 1776 was getrouwd met Alida van den Tol, overleed op 4 april 1835. Het Prikgat was toen dus al in gebruik als rietland.
Enkele decennia later zullen de erven van L.C.C. Kolff van Oosterwijk het zogenoemde 'Prikgat', een perceel rietland en water van 4 A en 70 Ca (tegenwoordig 470m2, grofweg 13x36m), aan het eind van 1877 verkopen.
In oktober 1905 zullen de erven van W.J.C. Diepenhorst hetzelfde doen. De heer D. Born biedt er ƒ 35 voor. Dat zal niet genoeg zijn, want J. Zaaier uit Middelharnis gaat er met ƒ 10 overheen en biedt een week later ƒ 45. Het wordt waarschijnlijk geacht, dat het daarna is dichtgestort met puin en grond
32b.
Begin jaren tachtig van de twintigste eeuw wordt er door een lokale ondernemer plannen gesmeed om hier een nieuwbouwwijk te laten ontstaan. Grootse plannen zullen echter pas niet eerder dan 1992 aan bod komen, is de verwachting van de gemeenteraad. De eerste paal uit het bestemmingsplan 'Prinsenkwartier' gaat echter al op woensdag 3 oktober 1990 om 16.00 uur de grond in. Meteen volgt ook het verzoek om het niet meer over 't Prikgat te hebben, want - zo is de redenering - het is veel beter wonen in het Prinsenkwartier, dan in een gat, een prikgat. Blijkbaar leeft dit echter niet en kennen we de woonwijk nog steeds als het Prikgat
32c.
Het gaffelscheepje werd dus een symbool voor het dorp dat er zijn rijkdom mee verdiende. Tijdens de renovatie tussen mei 1980 en mei 1981 van het raadhuis kregen de gebroeders Witvliet, de lokale smeden, de opdracht om een nieuwe windvaan te maken. Het oude scheepje dreigde namelijk uit elkaar te vallen
33.
De ANWB brengt in 1996 een verzilverd lepeltje uit met dit karakteristieke schip
34.
Bijna aan het einde van de dijk maakt een merkwaardig pijp indruk. Het staat vast aan een eveneens merkwaardig pandje met puntdak dat - zo te zien - bestaat uit vijf ongelijke driehoek vlakken. Het betreft het voormalig poldergemaal uit 1913 van Het waterschap de Oude Polders loozende op de haven van Middelharnis, dat met Landssluis wordt aangeduid. Deze aanduiding werd al langer gebruikt voor de sluis dat ervoor zorgde dat op deze plek het water van de polder uitmondde in de haven.
In 1609 werd deze uitwateringssluis uitgevoerd in hout. Deze werd in 1685 of 1682 versteend.
Er ligt op deze plek nog een gedenksteen dat herinnert aan een vernieuwing van de sluis in 1682.
Het laatste gemaal draaide op een 70 pk Dingler dieselmotor met een centrifugaalpomp, waarvoor een nieuw gemaalgebouw nodig was, dat een schoorsteen van 9 meter hoog kreeg. In augustus begint men met werven van een machinist voor een jaarwedde van ƒ 250. Donderdagmiddag 30 oktober 1913 werd de dieselmotor voor de eerste maal getest. Omdat dit nieuw was, kwam er veel volk op de been om dit te aanschouwen. Nadat de dieselmotor in de oorlogsjaren was ontploft, werd het in 1942 vervangen door een elektromotor. Het gemaal heeft tot 1986 dienstgedaan
35.
Wij lopen inmiddels vanaf de Oostdijk door een steegje naar de Spuistraat en haven. De haven ligt goed vol met jachtjes en motorboten. Aan de Vingerling zitten de terrasjes aardig vol zo te zien.
Maar ook aan de Spuistraat treffen we een terras van - gelukkig - een restaurant. Het blijkt een Grieks restaurant te zijn dat de naam Roos Salí aan de haven draagt.
bestelbon van Roos Salí aan de haven
In 2018 krijgt de eigenaar en kok Vangelis Chalkias genoeg stemmen om zich onder de vijf beste Griekse restaurant van Nederland en België te mogen scharen.
We gaan dus maar gauw een plekje uitzoeken, immers in de huidige situatie - met de coronamaatregelen - weten we nog niet hoe iedereen zich gaat gedragen. Daarnaast hebben we na onze lunch op het terras van Paviljoen Sluishaven ook geen terrasje meer gezien, dus we verlangen wel naar een koel drankje op deze prachtige dag.
Het eten is er inderdaad uitstekend.
Normaal gesproken laten we geen restaurantbonnetje zien, maar gezien het feit dat het restaurant in maart 2021 is gestopt, maken we een uitzondering. Na 50 jaren werken werd het tijd om te stoppen. De coronapandemie heeft ook niet meegeholpen.
Het wonderlijke aan dit bonnetje is, dat het er eentje is dat - zo te zien - vele malen is gekopieerd. Ook de simpele administratie spreekt boekdelen. Hier is niet geïnvesteerd in dure apps in order-systemen, die allemaal prijsverhogend zullen werken. Nee, gewoon kort datgene wat er besteld is, turven en uiteindelijk het eindbedrag uit je hoofd uitrekenen. Veel efficiënter kan het niet. Geen energieverslindende netwerken en computersystemen die dag en nacht blijven draaien. Nee, gewoon een mens dat loopt, beweegt, praat en rekent, waarna je afrekent
36.
Bij het ontstaan van de dorpen Sommelsdijk en Middelharnis waren de havens bereikbaar door het Zuiddiep.
Cultuurhistorische waardenkaart historische groenstructuren Middelharnis & Sommelsdijk / Suzanne Loen, Bert van der Kruk. - Stichting Dorp, Stad en Land, 2019
bron: Stichting Dorp, Stad en Land
Toen de plaat voor de kust van beide dorpen steeds dichterbij kwam en bij Middelharnis verbinding maakte, was de verzanding van het Zuiddiep niet meer ver weg. Tussen 1759 en 1768 werd er een havenkanaal gegraven door de plaat, zodat er weer verbinding was met het Haringvliet. Dit is nog steeds de toegang tot de haven van Middelharnis
37.
Na twee uurtjes op het terras te hebben doorgebracht, lopen we weer terug naar de auto, die hier hemelsbreed zo'n 150 meter verderop staat. We willen echter nog even kijken wat er de volgende keer nog meer te zien is. We wandelen over de Kaai en een stukje Vingerling, om vervolgens nog even paar blikken te werpen in op de Westdijk, Nieuwstraat en Voorstraat.
We begrijpen dat we precies aan de verkeerde kant Middelharnis zijn ingereden, want zowel aan het Spuiplein, als bij de Nieuwstraat zijn grote parkeerterreinen te vinden.
We hadden dus, toen we op de Oudelandsedijk reden bij de rotonde met de Zuidelijke Randweg en Industrieweg, de Zuidelijke Randweg op moeten rijden en bijvoorbeeld daar meteen rechtsaf moeten slaan de Molenweg op. We hadden vervolgens na kleine halve kilometer kunnen afslaan, de Steneweg op. Deze oude weg had ons dan naar de Ring gevoerd, waarna we via de Voorstraat naar een van de parkeerterreinen kunnen rijden.
We hadden ons dan op de Steneweg kunnen verbeelden hoe deze straat - die voor ons ligt - er in 1689 uitzag.
De Amsterdamse kunstschilder Meindert Hobbema, die op 31 oktober 1638 werd gedoopt en op 71-jarige leeftijd op 7 december 1709 kwam te overlijden in zijn woning aan de Rozengracht, waar hij uitkeek op het huis van Rembrandt - maakte in 1689 dit schilderij. Om Het Laantje van Middelharnis te maken was hij dan ook naar Middelharnis afgereisd en is terplekke gaan kijken. Dit zal geweest zijn op of nabij het kruispunt Steeneweg/Boomgaardweg en Rottenburgscheweg/Molenweg, althans zo heetten de straten op de Kadastrale kaart 1811-1832.
Tegenwoordig worden Steeneweg en Rottenburgscheweg Steneweg en Rottenburgseweg genoemd, dus veel is er wat de naamgeving betreft niet gewijzigd.
In de tijd van Hobbema was de straat met Canada-populieren - zoals we op zijn schilderij kunnen zien - nog niet verhard en droeg toen ook nog de naam Boomgaardweg. Dit deel kreeg de naam de Steeneweg, nadat het versteend was.
De omgeving is volstrekt niet meer terug te herkennen. De meestoof en de kreek - dat zijn naam hieraan te danken heeft, de Stoofkreek - zijn verdwenen. De meestoof heeft hier tot ongeveer 1879 gestaan. Op het schilderij staat de meestoof rechts van de weg. Een man met rode jas en vrouw met rode rok staan voor het pand met elkaar te praten. Rood is de kleurstof dat gemaakt werd van de meekrapplant dat hier in de meestoof werd gedroogd en verder werd verwerkt
38.
In de catalogus van de collectie Goudstikker staat hierover "Van onze landschapschilders kan Meindert Hobbema zelfs nog vóór Jacob van Ruisdael genoemd worden, en onder de werken van de eerstgenoemde trekt onmiddellijk het onovertroffen "Laantje van Middelharnis", in de National Gallery te Londen, de aandacht, als misschien het meest belangrijke, hetgeen ooit in de schilderkunst van het landschap gegeven is."39
Just Havelaar werkt de verhouding tussen Ruisdael en Hobbema in een dun geschrift verder uit. Hij laat zien dat zonder Het Laantje van Middelharnis Hobbema niet de belangrijke figuur zou zijn geworden die hij is geworden. Er zijn maar weinig beeldende kunstenaars bekend die zich in een enkele schepping zich zo volledig uitspreken en zichzelf overtreffen. "Zijn visueele aanleg komt hier tot een bondigheid van expressie, die als gestijldheid aandoet en synthetisch werkt. Dit werk is pakkender, strenger en machtiger dan eenig ander voortreffelijk schilderij van zijn hand.
Even oorspronkelijk als eenvoudig is de compositie. De weg, scherp in perspectief gezien, met de markante, ijl òpstrekkende boomen ter weerszijde, vormt het karakterieke motief dat het midden-gedeelte vult en de geheel compositie beheerscht. Dit laantje is met groote klaarheid gezien. De sterk opgaande lijn is met kracht aangegeven en laat een indruk na van ruimte en openheid. Eenvoudig en rustig werkt deze stijgende beweging tegenover de breede horizontaliteit van de vlak uitgemeten akkers. Het kleine stadje met zijn geestig toren-profiel links, het dak eener boeren-hoeve rechts, onderbreken de eentonigheid van het vlakke landschap. Machtig staat de koele wolken-hemel uit boven deze sobere, zee-wijde wereld."40
Over het deze "koele wolken-hemel" liet de bekende kunsthistoricus Dr. Gustav Friedrich Waagen zich ontvallen "Such daylight I have never before seen in any picture."41
John Smith, een Londense kunsthandelaar, beschrijft het werk An Avenue van Minderhout Hobbema in zijn A Catalogue Raisonné of the Works of the Most Eminent Dutch, Flemish Painters - part the Sixth uit 1835, toen sommige feiten nog in nevelen gehuld waren, als volgt:
88. View of Middelharnis, said to be the birthplace of the
artist. This surprising work of art exhibits a flat country,
divided by a broad road, which extends in a straight line to
the middle distance, and thence, winding to the left, leads to the
above-named village, whos church and adjoining houses rise
conspicuous at the extremity of the plane, and to the right of
these, but more remote, are perceptible the masts of vessls.
Rows of tall spindle trees skirt the road on either side, and
on the left is a plantation, in which a gardener is occupied
pruning the young trees: this is surrounded by a deep
ditch, at the extremity of which stands a clump of pollard
willows, and on a byroad near it, are a man and a
woman in conversation. The scenery on the opposite side
presents, near the front, various clumps of brushwood and
the skirt of a forest, and the middle ground is her laid out as
a nursery for young trees. In addition to the figures already
noticed may be mentioned, a sportsman with a gun, who is at
some distance off on the road, followed by a dog.
Nadat hij het geschilderde beschreven had, ging hij over tot het beschouwen van het werk:
The sigular scene just described, would present in nature so
little to interest, that thousands would pass it with indifference; or,
if noticed al all, would be considered inapplicable to the purposes of
the pencil; yet such is the magical power of genius, that this unpro-
pitious site is rendered, by a skilful combination of the aerial and
linieal perspective, purity and freshness of tints, together with a
delicious blending of floating shadows with burts of sunshine, a
picture of transcendent beauty and attraction. Signed, and dated
1689. Of the originalty of this date some doubt may be entertained.42
Wat aan Hobbema opvalt is de grondaard van zijn kwaliteiten die we terug kunnen vinden in zijn nuchtere natuurwaarneming. Zijn "exacte bepaling van de vormen en een klare effenheid van het kleurwezen onder een gelijkmatig licht." Bij de bomen uit zich dat bijvoorbeeld doordat hij ze zakelijk vormt, stam, takken en bladergroei, met oog voor het detail
43.
Over het jaar waarin Hobbema het schilderij zou hebben gemaakt, bestond lange tijd twijfel. Er staat wel een jaartal op het schilderij, maar het derde cijfer was niet duidelijk te lezen, zodat er zowel 1669 als 1689 kon staan. Ulbo Jetze Mijs, tussen 1892 en 1917 burgemeester van Middelharnis, ging op onderzoek uit in de archieven. Hij vond een rekening. Hieruit kwam naar voren dat de bomen langs de kant van de weg in 1664 waren geplant. De conclusie die hieruit werd getrokken was, dat ze niet binnen vijf jaar de op het schilderij getoonde lengte hadden kunnen krijgen. Ondersteunend en eigenlijk nog duidelijker bewijs voor 1689 was de waarneming op het schilderij van het vuurbaken dat we tussen de eerste twee bomen aan de rechterzijde van de weg kunnen zien. Deze werd in 1682 voor het eerst hier opgericht. Daarnaast werd er volgens het resolutieboek van Ambachtsheeren in 1666 besloten de bomen om de kerk te rooien en te verkopen. Hieruit kunnen we concluderen dat de nieuwe bomen niet na drie jaar alweer zo hoog waren gegroeid, dat ze kerk grotendeels konden verhullen
44.
Maar goed, dit hadden we - zoals gezegd - toch niet meer kunnen waarnemen. En zodoende hebben we toch nog wel andere historische zaken gezien, die er nu nog wél zijn.
Daarnaast blijkt het, uit de pen van Maarten van der Graaff (1987), eigenlijk nog niemand te boeien. Hij had er nog nooit van gehoord. Hoewel hij de locatie opzoekt, ontbreekt de nieuwsgierigheid en zoals hij zichzelf door een studiegenoot van kunstgeschiedenis laat vertellen "een gebrek aan interesse!"
44a
En al terugwandelend naar de auto nemen we de ringdijk aan weerszijden van de Voorstraat in ons op.
Beide zijden wekken de indruk dat de binnendijkse zijde van de ringdijk op de smalle dijkhelling bebouwd zijn. Aan de Oostzijde zijn ze - zoals we inmiddels gezien hebben - zo goed als allemaal afgebroken. Of dat ook voor de Westdijk geldt zullen we vast de volgende keer zien.
De nieuwe koningslinde: een Vredesboom.
detail Overzicht Voorstraat, in de richting van het raadhuis / G.J. (Gerard) Dukker. - 12-1979
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 218.229
(CC BY-SA 3.0)
Op de kop van de Oostdijk treffen we nog steeds hetzelfde pand (29745) aan dat hier sinds 1623
45
staat, maar sinds zaterdag 28 oktober 1967 met een nieuwe koningslinde. Het werd als symbool van de Rode Kruis-gedachte geplant door de dierenarts M.A. Levi, die het 1700e lid van de plaatselijke afdeling van het Rode Kruis was
46.
In dit oude huis mit d'n dikken boam hebben velen gewoond, gewerkt en geleefd.
Het pand en het daar achterliggende pand waren in 1826 in eigendom van en in gebruik bij visser Gerrit Hotting.
Mogelijk is deze Gerrit Hotting dezelfde als de Gerrit Hotting (1764-1838) die in 1790 trouwde met Lena Kanse (1770-1811). Lena en Gerrit kregen vijf kinderen, waaronder: Neeltje Hotting (1792-1865), Pieter Hotting (1798-1861), Josina Hotting (1801-1832), Lena Hotting (1808-1849)
47.
In het begin van de twintigste eeuw bewoonde Tanne de Man (1841-1924) het pand op "Oostdijk D 220" met haar gezin. Ze had een winkeltje en verkocht er van alles. Van kruidenierswaren, fruit, borstels, bezems, petroleum en pilletjes voor de stoelgang, snoepgoed voor kinderen zoals een "stroopje", dit is een lik warme stroop in een puntzakje. En voor de Aoien en keezen, de Hannekemaaiers , reepjes gedroogde vlete of vleet, een grote platte vis die werd aangeleverd door de visser Hein Langbroek. Maar ook de burgerij van Middelharnis lustten het wel. Haar man, Leendert Sprong (1843-1919) waarmee ze sinds 9 mei 1868 getrouwd was, hakte aanmaakhoutjes voor de kachel, die zij ook weer verkocht.
De volgende bewoner was Jan Roodzand. Hij breidde de handel uit met boter, kaas en eieren.
Hij werd in 1929 opgevolgd door de Wed. Krijtenberg, Tine Krijtenberg-van der Linde, getrouwd op 29 augustus 1912 te Ouddorp als Martijntje van der Linde (1891-1965) met Adrianus Krijtenberg (±1882-1928), die ook wel "Tine van de koaie" of "Tine bij d'n dikken boam" genoemd werd. Het pand werd toen nog onderzocht en werd een hecht bouwwerk bevonden.
Herinnering
In mijn herinnering zie ik het staan,
het oude huisje met z'n trapjesgeveltje,
beschaduwd door de grote iep.
Kwam ik naar huis, dan was er
warmte en licht,
de boom ritselde, alsof hij mij riep.
't Was oud, maar zo gezellig, zo veilig,
zo vol van leven.
Nu zie ik het terug ....
Men heeft het opgeknapt,
maar de raampjes zijn als lege ogen,
geen takken meer er langs gebogen,
geen rook kringelt er omhoog,
geen zwaaiende hand, geen lief
gezicht achter een ruitje.
Het is dood .... en weemoedig
gaat het door mij heen:
Heet dat niet juist herinnering?
zó wás het .... maar het is
onherroepelijk voorbij.
Nunspeet A. A. K.
Martijntje werd op 10 mei 1891 in Ouddorp geboren. Haar ouders waren Pieter van der Linde en Antje Wandemaker.
Op 19 augustus 1924 kregen ze dochter Adriana Antje (1924-2009, Janna, zoals haar roepnaam luidt, trouwt met L.J. Docter).
Martijntje van der Linde overleed op 10 augustus 1965 aan de Duinweg 10 te Nunspeet op 74-jarige leeftijd en ligt begraven in Nunspeet.
De dochter wist over de boom nog te vertellen dat er ooit een gouden damesringetjes in was verdwenen.
Het gedicht lijkt - zo te lezen - de herinnering van Janna te zijn. Ze stuurde het op naar de krant die het op 29 juli 1980 afdrukte.
De initialen A. A. K. geven dit ook aan: Adriana Antje Krijtenberg.
In die periode was het de enige iep die de iepenziekte niet had gekregen. Als jong boompje had een ijzeren hekje gehad. De boom had het verzwolgen. Zo'n vergroeiing zien we wel vaker, bijvoorbeeld in Twisk en Wittewierum . Toen het later eens van binnen is uitgebrand, kwam het weer tevoorschijn.
huisje met gek, voor de renovatie / G.Th. Delemarre (fotograaf). - 04-1953
De gek is een middels een windvaan draaibare kap op de schoorsteen
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 051.084
(CC BY-SA 3.0)
Ondanks de holte is boom gewoon doorgegroeid.
Martijntje kreeg in die periode te maken met een nieuwe huurbaas. Leen Koudijzer had het pand geërfd.
Rond 1954 bewoonde de familie Gootjes het pand.
Maar ook dit pand werd onbewoonbaar verklaard
48.
Na de renovatie, waarbij het huisje grotendeels opnieuw is herbouwd, is het gebruikt door het Rode Kruis.
Ook heeft het huisje dienstgedaan als opslagruimte voor materialen van het Groene Kruis en tussen 1988-1992 een VVV-huisje in combinatie met een éénmanskantoor voor een tentoonstellingsorganisator
49.
We lopen er langs de Oostdijk weer op. We passeren het steegje dat we ingingen om een restaurant te zoeken. Ruim 50 meter verderop treffen we weer een steegje, waarmee we naar het Soldatenplein kunnen komen, waar de auto staat geparkeerd.
Met een trapje worden we hier de dijk afgeleid. We wachten echter even met het afdalen, want recht voor ons zien we de toegangspoort tot de Menheerse Werf.
Het idee voor deze vorm van de toegangspoort - twee dukdalven met een deur waarin diverse ander scheepsonderdelen zijn verwerkt - komt uit de koker van de kunstenaar Ellen van der Bok50.
Deze voormalige scheepstimmerwerf is sinds 2018 een museum, dat in stand wordt gehouden door de Stichting Behoud Scheepstimmerwerf Middelharnis. In 2014 werden de gerestaureerde rijksmonumenten het werfbaashuis (29752) en het pekelpakhuis (29753) verworven. In het pekelpakhuis kan nu overnacht worden in de Bed & Boot studio
51.
advertentie met oproep van Schout en Geregte Middelharnis om een nieuwe scheepswerf te starten. - 12-09-1749
bron: 's Gravenhaegse courant, 12-09-1749 - [k2a8]
In 1749 werd er door de schepenen van Middelharnis door een advertentie te kennen gegeven dat ze een behoefte hadden aan een tweede Scheeps-Timmerwerf naast de reeds bestaande die door Claes Pieterse in 1675 was gesticht.
De heren en neven Gijsbert Jacobsz Visser (1713-1781) en Leendert Gerritsz Jonker (1706- ) zagen hier wel brood in.
Gijsbert zijn ouders zijn Jacob Visser en Ariaantje Gijsberts Jonker.
Leendert is een zoon van Gerrit Gijsbertsz Jonker of Jonckheer en Johanna Vliegvis.
De ouders van zus en broer Ariaantje Gijsberts Jonker en Gerrit Gijsbertsz Jonker zijn Gijsbert Jansz Jonker of Jonckheer en Adriaantje Pietersdr Flore.
En de neven werden succesvol. In de bloeiperiode tussen 1750 en 1795 maakten, onderhielden en repareerden ze een belangrijk deel van de lokale vissersschepen. Dit deden ze mede op de voormalige werf van Pieterse, die ze in 1788 hadden overgenomen
52.
De werf aan de oostkant van de haven kwam door een huwelijk in handen van de familie Peeman. Deze familie verkochten het na ruim twee eeuwen, in 2018, aan de Stichting Behoud Scheepstimmerwerf Middelharnis
53.
We lopen dan nu voorzichtig de trap af en binnen 100 meter bereiken we de auto.
Na een blik op de kaart kiezen we de route weer naar huis. We rijden daarom maar eerst weer terug naar de rotonde die ons op de Zuidelijke Randweg kan brengen, zodat we - rustig rijdend - weer over 40 minuten thuis zijn. Wij wel.
Echter, bij het verlaten van het Soldatenplein en naar links kijken voor eventueel verkeer uit de Spuistraat treft onze blikken het monument "ter herinnering aan de vergane vissersschepen van Middelharnis".
Het monument is aangebracht op het voormalige pekelpakhuis op een strak gestucte deel van de muur in de vorm van een voormalig pand dat - zo te zien - hier voorheen tegenaan stond.
Het scheepsnamenmonument van contenstaal laat twee typen vissersschepen aan de horizon varen.
De vergeten vissers van Middelharnis. Scheepsrampen en ongevallen (1717-1938) / Rinus van Dam, Marlies Jongejan, Pieter Koster. - Amsterdam, De Bataafsche Leeuw, 2018 ISBN 978 90 6707 720 0
bron: De vergeten vissers van Middelharnis. Scheepsrampen en ongevallen (1717-1938) / arjaentje, woensdag 31 oktober 2018
Het eerste schip (links) is een gaffelscheepje, dat tot 1831 werd gebruikt. De windvaan van het raadhuis toont dit scheepje eveneens. Het tweede schip (rechts) is een bunvischsloep, dat tussen 1817 en 1923 werd gebruikt. Beiden typen schepen zijn in Middelharnis gebouwd. Een tiental gaffelschepen werden op de scheepswerf De Goede Hoop gebouwd. Deze was in 1787 opgericht aan de westzijde. De meeste andere kwamen van werven uit Dordrecht en Delfshaven. Een deel van de sloepen is op de werf aan de oostzijde gebouwd. In 1923 werd de laatste vissloep verkocht, waarmee er een einde kwam aan de zeevisserij in Middelharnis.
Onder de beide schepen van het monument - in de omgekeerde gezonken zeilen van het gaffelscheepje en bunvischsloep - staan de namen van vijftien gaffelschuiten en de dertien sloepen en het jaar waarin ze verloren zijn.
Het monument is een ontwerp van Sjaak van den Akker, dat in 2018 op de gevel is geplaatst
54.
Over welke impact dit verlies tussen 1717 en 1912 op deze gemeenschap heeft gehad, is datzelfde jaar ook het boek De vergeten vissers van Middelharnis. Scheepsrampen en ongevallen (1717-1938) verschenen. Hierin wordt getracht de vissers die hun leven verloren door ons te voorzien van vis, weer een naam te geven. Omdat ze nooit zijn begraven, is hun dood niet aangetekend in de begraafboeken en zijn ze (meestal) niet in de burgerlijke stand vermeld. Het is voor 287 vergeten vissers gelukt om ze te identificeren en zo ook hun nabestaanden iets terug te geven
55.
Dit boek laat zien over wie het gaat bij De vis wordt duur betaald. Wie de prijs dus heeft betaald. Deze regel De visch wordt dúur betaald is door Herman Heijermans in 1900 geschreven in het toneelstuk "Op hoop van zegen" en wordt sindsdien als spreekwoord gebruikt om aan te duiden dat iets offers vraagt of veel moeite kost
56.
noten:
1.
YouTube De groei van Overflakkee : De bedijking van de polders in beeld / Leerlingen van de CSG Prins Maurits uit Middelharnis (project X5. - 20 mei 2015) [weergave 702];
Schoolatlas van de geheele aarde / A.A. Beekman, R. Schuiling. - Zutphen : Thieme, [1927]. - no. 15b kaartje c;
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 71 noot 301
citaat uit: Middelharnis, een eilandgemeente / J. Verseput. - [S.l.] : [s.n.], 1953;
2.
YouTube De groei van Overflakkee : De bedijking van de polders in beeld / Leerlingen van de CSG Prins Maurits uit Middelharnis (project X5. - 20 mei 2015) [weergave 702];
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Toelichting aanwijzing dorpsgezicht Middelharnis-Sommelsdijk. - p. 2;
10. Goeree-Overflakkee in de Delta : Verkenning van kansen voor water en ruimte / Joke Schalk en Hans van Engen, Oswald Lagendijk en Ies de Vries. - Den Haag : Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie - Dienst Landelijk Gebied, 2011. - p. 15-33;
11.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 maart 1955 | pagina 1 Hengelaars op Flakkee zullen niet voor niets hun hengel uitwerpen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 januari 1992 | pagina 10 Het Prikgat / Jan Both;
12.
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 71 noot 301;
Delpher:
NRC Handelsblad, 10-07-1982 Boekenkort Middelharnis / H. Besselaar;
13.
Nederlandse Waternamen / M. Schönfeld. - Bijdragen en mededelingen der Naamkunde-Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, 6. - Amsterdam : Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, 1955. - p. 197;
Echter Schönfeld leunt hierbij op: Oorkondenboek van Holland en Zeeland : Eerste afdeeling: tot het einde van het Hollandsche Huis : deel 1-3 / L.Ph.C. van den Bergh. - Amsterdam/'s Gravenhage : Frederik Muller / Martinus Nijhoff, 1866. - p. 234
Dit blijkt echter niet verifieerbaar;
14.
Nederlandse Waternamen / M. Schönfeld. - Bijdragen en mededelingen der Naamkunde-Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, 6. - Amsterdam : Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, 1955. - p. 170;
15.
Nederlandse Waternamen / M. Schönfeld. - Bijdragen en mededelingen der Naamkunde-Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, 6. - Amsterdam : Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, 1955. - p. 249;
Geographische geschiedenis van Holland bezuiden de Lek en Nieuwe Maas in de Middeleeuwen / J. C. Ramaer. - Amsterdam : Müller, 1899. - p. 158;
Regesta Hannonensia : lijst van oorkonden betreffende Holland en Zeeland uit het tijdvak der regeering van het Henegouwsche huis, 1299-1345, die in het Charterboek van Van Mieris ontbreken / P.L. Muller. - 's-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1881. - p. 58 - 3 april 1315;
De waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid-Holland : De Eilanden Voorne en Putten met Rozenburg en de Welplaat / Jhr. L.F. Teixeira de Mattos en K.B.A. Buijtendorp. - 's-Gravenhage : [s.n.], 1906-1961. - Voorne in 1400, kaart no. 2;
De waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid-Holland : De Eilanden Voorne en Putten met Rozenburg en de Welplaat / Jhr. L.F. Teixeira de Mattos en K.B.A. Buijtendorp. - 's-Gravenhage : [s.n.], 1906-1961. - Voorne omstreeks 1300, kaart no. 1, 1952.;
16.
Huygens instituut Viere Hornessen of Hernessen;
Handboek der middel-Nederlandsche geographie / L.P.C. van den Bergh; A.A. Beekman, H.J. Moerman (aanvullingen). - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1949. - p. 67 + noot 2;
Geschiedkundige atlas van Nederland / A. A. Beekman. - s-Gravenhage : Nijhoff, 1938. - Kaart: Holland, Zeeland en Westfriesland in 1300. Blad IV. [Tweede verbeterde druk 1938];
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Toelichting aanwijzing dorpsgezicht Middelharnis-Sommelsdijk. - p. 2;
17.
Handboek der middel-Nederlandsche geographie / L.P.C. van den Bergh; A.A. Beekman, H.J. Moerman (aanvullingen). - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1949. - p. 67, noot 2;
Nederlandse Waternamen / M. Schönfeld. - Bijdragen en mededelingen der Naamkunde-Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, 6. - Amsterdam : Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, 1955. - p. 27;
Historische grammatica van het Nederlands / M. Schönfeld; A. van Loey (editie). - Zutphen : W.T. Thieme, 1970. - p. XXXVI;
18.
Geschiedkundige atlas van Nederland / A. A. Beekman. - s-Gravenhage : Nijhoff, 1913. - Kaart: Holland, Zeeland en Westfriesland in 1300. Blad IV. [verouderd, zie noot 16]; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
255
Hij citeert uit: Chronijck van Zeeland / J. van Reijgersbergen (Johan Reigersbergen), Deel I, p. 9, 30, 54, Deel II, p. 278 Hant-vest Chronijcx / Matthijs van der Houve, p. 117 (Middelhernis) Hollandsche Chronijck / Woute van Gouthoven, p. 87 [p. 147 Middel, of Milherens-Land] De Nederlandse stad- en dorpsbeschrijver - Middelharnasch, p. 3 [De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798 het dorp Middelharnasch];
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 februari 1989 | pagina 5 't Zou maar saai zijn in Menheerse zonder "Sempre";
20.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 1 april 1908 | pagina 2 Ingezonden Stukken Gemeentewapen van Middelharnis / C. van Rossum;
Keuren ende ordonnantien van Sint Michiel in Putte, datmen noemt Middelharnisse. - Delft : by Arnold Bon, 1660. - titelpagina;
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Middelharnasch, p. 11; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
262;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 mei 1944 | pagina 2 [Ingezonden] Het gemeentewapen van Middelharnis / S.S.S.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 februari 1966 | pagina 10 Ingezonden De wapens van de 13 gemeenten / A.J. van Oosterom;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 september 1977 | pagina 1 Middelharnis: Scherven uit bouwput waarschijnlijk uit verdwenen klooster;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 april 1986 | pagina 2 Uit de Historie Middelharnis (I) / J.L. Struik;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 april 1986 | pagina 10 Uit de Historie Middelharnis (II) / J.L. Struik;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 december 1991 | pagina 21 Feest in Middelharnis (I) / Jan Both;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 maart 1996 | pagina 5 Gehannes met een gemeentewapen : Enkele antwoorden of nog meer vragen / Jan Both;
Delpher:
NRC Handelsblad, 10-07-1982 Boekenkort Middelharnis / H. Besselaar;
Verklarend handwoordenboek der Nederlandsche taal (tevens vreemde-woordentolk) : Vooral ten dienste van het onderwijs / M.J. Koenen. - Groningen, Den Haag : Wolters, [1923]. - Chassinet p. 173;
23.
Zeeuws Archief: Historisch-topografische atlas 'Zelandia Illustrata'. Titelblad: Zommelsdyk.- ende Gedemembreerde Landen van Zeeland ten Noorden. NL-MdbZA_296_629;
Heraldiek = Heraldry, customs, rules and styles / Carl-Alexander von Volborth; D.J. Arriëns (vertaler). - Amsterdam : De Bataafsche Leeuw, 1985. - ISBN 90-6707-035-1. - p. 16;
24.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 maart 1955 | pagina 1 Hengelaars op Flakkee zullen niet voor niets hun hengel uitwerpen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 januari 1992 | pagina 10 Het Prikgat / Jan Both;
De Ommelanden : band 1 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-59-6. - p. 188, 258;
25.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 januari 1992 | pagina 10 Het Prikgat / Jan Both;
26.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 januari 1992 | pagina 10 Het Prikgat / Jan Both;
27.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 januari 1992 | pagina 10 Het Prikgat / Jan Both;
28.
Meerstens Instituut - Nederlandse Familienamenbank documentatie familienaam De Vlieger;
30.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:
Kadastrale kaart 1811-1832, minuutplan Middelharnis, Zuid Holland, sectie B, blad 02 MIN08115B02;
Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Middelharnis, Zuid Holland, sectie B, blad 022 OAT08115B022;
genealogieonline:
Genealogie Van Es / Van Esch / Lucas van Heeren » Arend van WEEL (1783-1876);
Genealogie Van Es / Van Esch / Lucas van Heeren » Agatha van WEEL (1824-1897);
Genealogie Van Es / Van Esch / Lucas van Heeren » Suzanna Johanna van WEEL (1833-1900);
arjaentje - woensdag 19 februari 2014
Pieter Leendert Slis (1816-1904) en Tijsje Overwater (1823-1879) / Marlies Jongejan;
Delpher:
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 31-10-1925 Binnenlandsch Nieuws.;
Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad, 02-11-1925 Een mooi geschenk;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 12 augustus 1892 | pagina 3 Middelharnis;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 maart 1963 | pagina 1 Middelharnis heeft een honderjarige : Mejuffr. Titia Jacoba Slis op 9 maart a.s. een eeuw geleden geboren [met foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 maart 1963 | pagina 2 Serenade voor 100-jarige mej. Titia Jacoba Slis;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 oktober 1963 | pagina 1 Honderdjarige mej. Titia Jacoba Slis overleden;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 oktober 1963 | pagina 4 Familieberichten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 juli 1966 | pagina 2 Gemeentetuin van Middelharnis weer voor publiek geopend;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 november 1991 | pagina 2 De gemeentetuin van Middelharnis / Jan Both;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 januari 1996 | pagina 7 Historisch straatmeubilair in Middelharnis (7) Beplanting en gedenktekens / Jan Both;
32.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 juni 1971 | pagina 9 Terugblik in het grijs verleden De eerste visserij van Middelharnis / Han Boomsma
In dit artikel staan fouten en is achterhaald;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 september 2001 | pagina 9 Het streekmuseum Goeree-Overflakkee -7- / J.J. van Nimwegen
In beide artikelen (van Boomsma en Van Nimwegen) staat dat in 1829 het laatste exemplaar gesloopt. In 1831 wordt er echter nog een romp van een gaffelvisschuit met alle toebehoren verkocht, een tweedehandse dus dat de naam Wilhelmina droeg en door stuurman Gerrit Bree is gevoerd geweest. Bron:
Delpher:
Rotterdamsche courant, 18-08-1831 Advertentie Publieke verkooping van een Romp
Is een 'Romp' een gesloopt exemplaar? Dat lijkt er haast wel op.
Bijten deze twee gegevens - het slopen in 1829 en het verkopen van een romp in 1831 - elkaar? In mijn optiek niet;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 januari 1974 | pagina 6 Uit Sommelsdijk's verleden : XV Scheepvaart / J.L. Braber;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 februari 1992 | pagina 9 De vissersschepen van Middelharnis / Jan Both;
Naamgeving gaffelscheepjes / Jan Both, p. 15-17 (in: Nieuwsbrief Genealogisch Centrum Goeree-Oveflakkee, juni 2002, 7e jaargang, nr. 2);
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Middelharnasch, p. 19-20;
Pinassen, fluiten en galjassen : Zeilschepen van de Lage Landen - kustvaart en grote vaart / Hans Haalmeijer. - Alkmaar : De Alk, 2009. - ISBN 978-90-6013-308-8. - p. 214;
arjaentje - woensdag 24 september 2014, 19:37 Afbeeldingen van visschuiten van Middelharnis uit de achttiende eeuw / Marlies Jongejan;
arjaentje - woensdag 21 juni 2023, 14:04 Middelharnissche Visschersvaartuigen. Het beeldverhaal van Hendrik de Korte. Deel 2, de gaffelschuit. / Marlies Jongejan
gebaseerd op: Bezanen en gaffelaars. Schepen van ’t Overmaas, visschuiten van de Zuid-Hollandse eilanden uit de jaren 1600-1850 / J. Ploeg; A.G. Hendriks, H. van der Biezen (redactie). - Emmen : Lanasta, 2008. - ISBN 978-90-8616-047-1. - p. 53-55;
Met dank aan Marlies Jongejan voor de attendering, mailcontact 30-12-2023;
32a. De vischafslag van Middelharnis, 1597-1856 : met de desbetreffende ordonnantiën, keuren, ampliatiën, octrooien, contracten, enz., verzameld uit het archief der gemeente / Ulbo J. Mijs. - Sommelsdijk : W. Boekhoven, [1897];
Brabantse ventjagers en de beugvissers van Middelharnis, Pernis en Zwartewaal. Export van verse zeevis rond 1800 / Marlies Jongejan. - p. 64 (in: Tijdschrift voor Zeegeschiedenis, jaargang 37, nummer 2, 2018, p. 59-82);
Met dank aan Marlies Jongejan voor de attendering, mailcontact 30-12-2023 en puntjes op de i, mailcontact 6-1-2024;
Beknopte natuurlijke historie van voorwerpen uit het dierenrijk, die in Nederland worden aangetroffen / H. Kroeze Ramaker. - Zwolle : De erven J.J. Tijl, 1857-1858. - p. 32;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 december 1993 | pagina 13 De kofjekoker / Frans Dubbeld;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 januari 1992 | pagina 10 Het Prikgat / Jan Both;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 oktober 2003 | pagina 6 Groeten uit grootmoeders tijd (4) / Jan Both;
Atlas van de zeehavens der Bataafsche Republiek, die van Batavia en Onrust : mitsgaders de afbeeldingen van de haringvisscherij en de walvischvangst : in een-en-dertig kunst-plaaten, naar het leven afgebeeld door D. de Jong en M. Sallieth en met vermelding van veele bijzonderheden, betreffende den ouden en lateren toestand des Nederlandschen koophandels, visscheryen, trafieken en fabrieken / Cornelis Van der Aa. - Amsterdam : E. Maaskamp, 1805. - p. 65;
32a1. Vissers en ventjagers : De visserij van Middelharnis gedurende de achttiende eeuw / Marco Kuiper. - Leiden : Universiteit Leiden, 2011. - masterscriptie Maritieme Geschiedenis, Universiteit Leiden. - p. 27;
32a2. Vissers en ventjagers : De visserij van Middelharnis gedurende de achttiende eeuw / Marco Kuiper. - Leiden : Universiteit Leiden, 2011. - masterscriptie Maritieme Geschiedenis, Universiteit Leiden. - p. 28;
arjaentje - vrijdag 13 juli 2012, 20:35 Prikgat en prikkenbijter / Marlies Jongejan;
Groot woordenboek der Nederlandse taal : Tweede deel J-R / Van Dale. - Utrecht : Van Dale Lexicografie, 1984. - ISBN 90-6648-403-9
p. 1462: krimpkabeljauw
p. 1499: kweek II
p. 1500: kweken
p. 2005: opkweken;
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - Elfde deel - T.V. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1848. - p. 723;
32a3.
Nederland. : Geographisch-historisch overzigt met eene korte levenschets der Beroemdste mannen en vrouwen. / Nicolaas Godfried Beausar. - Bergen op Zoom : J. C. Verkouteren, 1852. - p. 123;
32a4.
Geschiedenis en Merkwaardigheden der Stad Vlaardingen, Band 2 / Petrus Gerardus Quirinus Sprenger van Eyk. - Rotterdam : De Wed. Allart, 1832. - p. 253-254;
32a7.
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 601;
Middelharnis, een eilandgemeente / J. Verseput. - [S.l. : s.n.], 1953. - p. 99;
35. Zuid-Holland / Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven, Ronald Rommes. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3. - p. 352;
De Nederlandse Gemalen stichting Landssluis;
De vischafslag van Middelharnis, 1597-1856 : met de desbetreffende ordonnantiën, keuren, ampliatiën, octrooien, contracten, enz., verzameld uit het archief der gemeente / Ulbo J. Mijs. - Sommelsdijk : W. Boekhoven, [1897] p. 15;
Digibron:
Wonen in een monumentaal gemaal / Alice de Stigter-de Jong (in: Terdege, woensdag 28 april 1999 p. 12, 13, 15);
Archieven.nl 3003 - De Oude Polders lozende op de haven van Middelharnis, 1906-1963 114;
Archieven.nl 3003 - De Oude Polders lozende op de haven van Middelharnis, 1906-1963 Inleiding 4.4;
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 21-08-1913 Advertentie Machinist.;
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 12 juli 1913 | pagina 1 Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken;
Maas- en Scheldebode | 1 november 1913 | pagina 3 Middelharnis;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 december 2003 | pagina 23 Groeten uit grootmoeders tijd (12) / Jan Both;
38. Het Laantje van Middelharnis / J.C. Both. - 2012;
Delpher:
Christelijke encyclopædie voor het Nederlandsche volk : Deel VI / F.W. Grosheide. - Kampen : Kok, [1926]. - p. 220 Hobbema (Meindert);
De Hollandsche schilderkunst in de zeventiende eeuw / W. Martin. - Amsterdam : Meulenhoff, 1936. - p. 317
noot 424: Oude Kunst III, (1918) p. 277
noot 425: Oude Kunst t.a.p. en Bredius in O.H. 1911 p. 125 waar hij het opstel van C.G. 't Hooft aanhaalt uit de Amsterdammer van 18 augustus 1895 no. 947. Zie ook H.d.Gr. IV p. 367;
Hobbema's Laan van Middelharnis / K. Blokhuis p. 277 (in: Oude kunst : een maandschrift voor verzamelaars en kunstzinnigen, jrg 3, 1917-1918, no. 11, 01-08-1918);
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 18 oktober 1991 | pagina 10 Het Laantje van Middelharnis / Jan Both;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:
Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Middelharnis, Zuid Holland, sectie B, blad 02 (MIN08115B02) perceelno. 724;
Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Middelharnis, Zuid Holland, sectie B, blad 021 (OAT08115B021) perceelno. 724;
39.
Delpher:
Catalogus van de collectie Goudstikker, geëxposeerd in de kunstzalen van de Academie van beeldende kunsten en technische wetenschappen Rotterdam / J. Goudstikker. - Haarlem : J.A. Boom [drukker], 1919. - item 39.;
40.
Delpher:
Jacob van Ruisdael en Meindert Hobbema / Just Havelaar. - Amsterdam : Paris, 1924. - p. 27-28;
41.
Delpher:
The landscape and pastoral painters of Holland : Ruisdael Hobbema Cuijp Potter / Frank Cundall. - New York, Scribner and Welford, 1891. - p. 54 [omslagtitel: The great artists];
Royal Academy of Arts Gustav Friedrich Waagen;
42.
Hobbema's Laan van Middelharnis / K. Blokhuis p. 284 (in: Oude kunst : een maandschrift voor verzamelaars en kunstzinnigen, jrg 3, 1917-1918, no. 11, 01-08-1918);
A Catalogue Raisonné of the Works of the Most Eminent Dutch, Flemish Painters - part the Sixth / John Smith. - London : Smith and Son, 1835. - p. 144-145
Het 'bolditalic' staat niet in het boek en is toegevoegd als duidende samenvatting;
43.
Delpher:
De collectie Six en de aanwinst eruit door het Rijksmuseum : De Voorde door Jacob Ruisdael p. 212 (in: Onze kunst : geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten, jrg 7, Deel XIII, juni 1908);
44.
Delpher:
Onze oude archieven / Ulbo J. Mijs. - Alphen aan den Rijn : Samsom, 1931. - p. 32 [Voordracht gehouden ter gelegenheid van de Algemeene Vergadering van de Provinciale Zuid-Hollandsche Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen te Rotterdam den 17den october 1931];
Hobbema's Laan van Middelharnis / K. Blokhuis p. 282-p. 283 (in: Oude kunst : een maandschrift voor verzamelaars en kunstzinnigen, jrg 3, 1917-1918, no. 11, 01-08-1918);
Wikipedia Ulbo Jetze Mijs;
44a.
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 585-588;
Wormen en engelen / Maarten van der Graaff. - Amsterdam : Uitgeverij Atlas Contact, 2017. - ISBN 978-90-254-4970-4. - p. 100-101;
46.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 december 2003 | pagina 9 Groeten uit grootmoeders tijd (11) / Jan Both;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 oktober 1967 | pagina 2 Roode-Kruis plantte vredesboom in Middelharnis;
48.
arjaentje - zondag 21 april 2013
Het snoepwinkeltje van Tannetje de Man (1841-1924) / Marlies Jongejan;
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 30 augustus 1924 | pagina 5 Burgelijke Stand. Middelharnis;
Onze Eilanden | 4 augustus 1928 | pagina 5 Burgelijke Stand. Middelharnis;
Opbouw | 30 november 1945 | pagina 3 Familieberichtens;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 augustus 1962 | pagina 8 historische schetsen hoofdstuk XXXVII De Engelse trawlervloot / Arjanus;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 januari 1985 | pagina 10 Geslachten gaen in geslachten komme / Th. v.d. Vad;
Hier staat dat de echte naam van Tanne de Man, Tannetje Sprong is. Ook staat er dat haar man De Man heette. Het blijkt net andersom te zijn en is dus geen sprake van een bijnaam.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 juli 1980 | pagina 2 Herinnering / A.A.K.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 mei 1986 | pagina 10 Uit de Historie Middelharnis (III) / J.L. Struik;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 januari 1996 | pagina 7 Historische straatmeubilair in Middelharnis (7) Beplanting en gedenktekens / Jan Both;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 december 2003 | pagina 9 Groeten uit grootmoeders tijd (11) / Jan Both;
Met dank aan Jan Both, mailcontact 28-12-2023;
openarchives Martijntje van der Linde:
openarchives Birth on May 5, 1890 in Ouddorp;
openarchives Death on January 24, 1891 in Ouddorp (Netherlands);
openarchives Birth on May 10, 1891 in Ouddorp; Marriage on August 29, 1912 in Ouddorp;
genealogieonline:
Genealogie Rijerkerk - Bronner / Cock Rijerkerk » Tannetje De MAN (1841-1924);
kleindochter:
Genealogie Rijerkerk - Bronner / Cock Rijerkerk » Tannetje SPRONG (1898-????);
Nunspeets Nieuws- en Advertentieblad, 1965-08-19; p. 3 Burgelijke Stand;
Online Begraafplaatsen Martijntje van der Linde;
Online Begraafplaatsen Adriana Antje Krijtenberg;
De Ommelanden : band 2 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-60-2. - p. 752-753;
Wikipedia Vleet (vis);
54.
De vergeten vissers van Middelharnis. Scheepsrampen en ongevallen (1717-1938) / Rinus van Dam, Marlies Jongejan, Pieter Koster. - Amsterdam, De Bataafsche Leeuw, 2018. - ISBN 978 90 6707 720 0. - p. 305;
Met dank aan Marlies Jongejan, mailcontact 26 - 27-12-2023, 31-12-2023, 6-1-2024;
arjaentje - woensdag 21 juni 2023, 14:04 Middelharnissche Visschersvaartuigen. Het beeldverhaal van Hendrik de Korte. Deel 2, de gaffelschuit. / Marlies Jongejan
gebaseerd op: Bezanen en gaffelaars. Schepen van ’t Overmaas, visschuiten van de Zuid-Hollandse eilanden uit de jaren 1600-1850 / J. Ploeg; A.G. Hendriks, H. van der Biezen (redactie). - Emmen : Lanasta, 2008. - ISBN 978-90-8616-047-1. - p. 53-55;
Eilanden Nieuws, 1 september 2013, p. 18-19 De bouw van gaffelschuiten in Middelharnis (1787-1795) / Marlies Jongejan;
arjaentje - zaterdag 2 september 2023, 16:27 De bouw van gaffelschuiten in Middelharnis (1787-1795) / Marlies Jongejan
Ook op deze derde dag van ons bezoek aan Goeree Overflakkee wordt tijdens de middag een route van een kleine 40 kilometer ontdekt. En ook nu is deze afstand gemakkelijk op de fiets af te leggen. We starten wederom op de plek waar we op dag 1 geëindigd zijn en beginnen vandaag tegenover de Katholieke kerk in Achthuizen op de Bommelsedijk met de route.
Achthuizen
Bijna aan het eind van de Bommelsedijk slaan we af, de Blokseweg in. Aan deze weg willen we het laatste stukje van de Groote Kreek treffen.
Na de Kruisweg vallen de Lollo Rossa en Lollo Bionda slakroppen op van tuinderij Van Vugt.
Deze familie Van Vugt komt oorspronkelijk vanaf de Zwijndrechtse Waard, waar ze aan het eind van de twintigste eeuw moesten stoppen met het bedrijf dat vader Kees van Vugt in 1966 heeft gestart. De tuinderij van zijn vader liet hij over aan zijn twee jongere broers en startte in Hendrik-Ido-Ambacht zijn eigen kassenbedrijf.
Kees van Vugt kreeg drie zonen, Gert, Wim-Pieter en Arjan, die allen mee gingen werken in het bedrijf.
Na ruim dertig jaar werden ze - net als vele andere tuinders in Ambacht - onteigend, omdat er huizenbouw gepland werd - in wat de Volgerlanden is gaan heten.
In april 2000 vestigen ze zich hier aan de Kruisweg, waar ze tevens de ruimte hadden om uit te kunnen breiden.
In 2018 werd de tuinderij overgenomen door de jongste zoon van Kees van Vugt
1.
Naast het veld met slakroppen ligt het laatste deel van de Groote Kreek. Hierin zien we een school visjes zwemmen. Het zou kunnen gaan om een school jonge harders, al is dat zonder ze van dichtbij te zien, moeilijk bevestigd te krijgen. En aangezien er in het Haringvliet alleen dunlipharders voorkomen, zullen dit ook dunlipharders zijn, mocht het om deze soort gaan
2.
Sinds men in 2013 het conflictmodel heeft verlaten is is gaan samenwerken met de natuur, door de Haringvlietsluizen op een kier te zetten blijkt uit onderzoek van 2020 dat er naar verwachting al tientallen miljoenen vissen vanuit zee naar het Haringvliet zijn gezwommen. Men trof daarbij maar liefst 23 verschillende vissoorten aan. Ook gingen zoetwatervissen een kijkje nemen, om vervolgens snel terug te keren naar het zoete gedeelte
3.
Ook de dunlipharders zijn potentiele kandidaten
4.
De kreek oogt hier tamelijk recht, maar meandert verderop toch nog enigszins.
Dat geldt ook voor het deel dat we aan de andere kant van de weg zien. Door het hoge riet, dat mooi contrasteert met het goudgele graan, valt de meandering hier echter meer op.
Wanneer we even de Blokseweg verder rijden en via de Bloksedijk naar de Kranendijk gaan, treffen we daar de andere zijde van de Groote Kreek in het blok Kruisweg, Kranendijk, Bloksedijk en Blokseweg.
De Kranendijk brengt ons vervolgens naar de Provincialeweg, de N498, waarover we naar Oude-Tonge rijden.
noten:
1.
Tuinderij van Vugt over ons;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 april 2002 | pagina 6 De liefde voor de sla : 'Tuinderij Van Vugt, thuis op Goeree-Overflakkee';
2.
Met dank aan Erik, Richard en Esther Kruit van vereniging HSV de Sportvisser - Apeldoorn voor de suggestie van Harder;
Goede Vissers Harder;
3.
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 626;
Landschapsatlas van de Oosterschelde : spiegel van verleden, venster op de toekomst / Kees Bos, Jan Willem Bosch m.m.v. Arno Nolte, Aad Smaal, Tom Ysebaert; Jan Zwemer (tekstredactie). - Koudekerke : Bos & Böttcher, 2017 - p. 266;
waterschap Hollandse Delta Miljoenen vissen trekken door kieropening Haringvlietsluizen;
4. Vismigratierivier Delta 21 : Een onderzoek naar het concept ontwerp van een Vismigratierivier bij de Haringvlietdam / Jeroen Lokker. - Rotterdam : Hogeschool Rotterdam, 2021. - afstudeeronderzoek. - p. 125-126 tabel 2 en 3;
internetraadpleging: 4 - 7-1-2024
Lollo Rossa / Bionda, Achthuizen
school vissen in de Groote Kreek, Achthuizen
de Groote Kreek stroomopwaarts vanaf de Blokseweg, Achthuizen
de Groote Kreek stroomafwaarts vanaf de Blokseweg, Achthuizen
de Groote Kreek stroomopwaarts vanaf de Kranendijk, Achthuizen
Oude Tonge
De N498 gaat in Oude-Tonge - zoals we op Dag 2 al zagen - Magdalenadijk heten. Deze volgen we tot halverwege de Stationsweg, waar we afslaan de Kolfweg in. Deze weg treffen we al eeuwen aan en staat in het Voorne caart-boeck op de kaart van 1695 genoemd als 'De Kolff Wegh'. We parkeren de wagen ter hoogte van het gedenkteken.
Uiteraard gaan we een kijkje nemen. Maar onze eerste blikken kruisen eerst een als vijver aanziend watertje. De straat aan de andere zijde van het water wordt Grijsoord genoemd. We kijken dus naar een restant van Den Grysen Oort, de kreek waaraan de woongemeenschap zich vestigde. Prachtig om te zien dat deze eeuwenoude kreek nog in het dorpslandschap terug is te zien.
Het Kolven uit: Twaalf Hollandse spelen, ca. 1750, Jan Caspar Philips (toegeschreven aan), 1740 - 1760
ets, h 358mm × b 267mm
bron: Rijksmuseum Amsterdam RP-P-OB-84.122
De herkomst van De Kolff Wegh, dat ook voorkomt als Kolf Weg
1 en
nu geschreven als Kolfweg, blijkt nog niet helemaal duidelijk te zijn
2.
Een familieverwijzing in dit vroege jaar lijkt uitgesloten, aangezien de activiteiten van deze familie Kolff op Overflakkee pas in 1710 is begonnen
3.
Tijdens de raadsvergadering in mei 1958 over het geven van nieuwe straatnamen, blijkt dat het een verwijzing is naar de kolfbaan dat hier in die periode lag. Hieruit bleek ook dat deze naam pas in 1958 opnieuw is toegevoegd bij de straatnamen van Oude Tonge
3a.
In het Historisch Museum de Bevelanden te Goes kwamen we de diverse objecten als de kliek tegen.
Op dit moment zijn er nog 16 kolfbanen in Nederland
3b.
Het gedenkteken is een tweede monument - de andere kwamen we al eerder tegen - ter herinnering aan de watersnoodramp van 1 februari 1953.
Dit gedenkteken wil echter een dankzegging zijn aan de echte helden van het eerste uur die hulp kwamen bieden, de Rode Kruiscolonnes, de krijgsmacht, de politie, de reddingmaatschappij KZHMRS, de vissersvloten en andere bemanning van vaartuigen. Maar ook aan de warme golf van hulp die daarop volgde van helikopterbemanningen, vissers en radiozendamateurs die een noodverbindingsnet opzetten. Vissers, militairen en burgers die gaan zoeken naar overlevenden, maar ook overledenen en kadavers bergen.
Gebroken dijken : Goeree-Overflakkee en de ramp van 1 februari 1953 / G. Stoel (ten geleide). - Middelharnis : Boomsma / Wetenschappelijk Genootschap voor Goeree en Overflakkee, 1954
En ook is dit gedenkteken een dankjewel voor de mariniers die met medewerkers van Waterstaat, leerlingen van de machinistenschool in Utrecht en mensen van het Rode Kruis alvast vier grote dijkgaten herstelden bij Den Bommel, de brandweerploegen en de vrijwillige huisschoonmakersploegen, de wereldwijde kledingschenkers en Scandinavische en Oostenrijkse noodwoningpakketen-schenkers
4.
Bijna vijftig jaar na de ramp kwam spontaan de gedachte op voor dit Dank-jullie-wel-monument, want de verhalen mogen niet verloren gaan...
5
Zoals bijvoorbeeld de doelmatige hulp die vanuit Grouw en Irnsum al op de eerste dag in actie kwamen om na een lange reis op de tweede dag burgers met kleine handige vaartuigen in Den Bommel en Ooltgensplaat te redden. Ze waren hier met de schouwen - 10 ondiepe ijzeren platbodem roeiboten met aanhangmotor en een emmer - op trailers naartoe gereden en kwamen tussen drie en vier uur aan. Ze hadden 1 februari gebruikt om het materiaal, vervoer, bestuurders en schippers te organiseren. Even naar middernacht stond alles en iedereen klaar, zodat ze om kwart over een, inmiddels 2 februari, vertrokken. De bestuurders van de twee trailers waren Jelle Rinsma en Harm Hogenberg. Bennie van Dijk bestuurde de luxewagen, een Ford. De heer Pieter Halbertsma gaf leiding aan de groep jongemannen Gauke M. Bakker, Jan de Vries, Jan Tasma, Fokke Jansma, Jan de Wal, Johannes Talsma, Jan Brouwer, Haite Seldenrust, Douwe v. d. Zwaag en Piet Hoen.
Ze reden bepakt en bezakt via Sassenheim, waar ze een kop koffie dronken in café "De Uiver", naar Dordrecht waar ze om half acht 's ochtends aankwamen. In Dordrecht werden ze ruim drie uur van het kastje naar de muur gestuurd om uiteindelijk naar 's-Gravendeel gezonden te worden. Daar werden de schouwen op een schip geladen, die allen naar Numansdorp bracht.
Op hun vaart naar Numansdorp voegden zich, op verzoek, twee militairen genaamd Fons Bakker en Jan Bolhuis uit Scheveningen - die de zeilkunst meester waren - zich bij het Friese gezelschap. Dit gold even later ook voor Ton de Vries uit Hillegom. In de tweede haven van Numansdorp kreeg het gezelschap te horen dat ze daar niet meer nodig waren, maar naar Ooltgensplaat moesten. Snel voeren ze door en arriveerden rond half vier 's middags, maandag 2 februari. Langzaam wist het schip door de nauwe vaargeul - het was laag tij - naar de haven te varen. Hier stond de burgemeester P.W. Hordijk al klaar met enkele trucks met aanhangwagen. Onmiddellijk werden de schouwen gelost en naar het midden van het dorp gebracht waar ze te water werden gelaten. Meteen voeren ze erop uit. Terwijl de laatste schouw nog te water gelaten moest worden, kwam de eerste alweer terug met geredde mensen.
Zo ongeveer de hele bevolking van Ooltgensplaat hebben ze uit hun huizen hebben gehaald onder soms zeer moeilijke omstandigheden.
De burgemeester liet de schouwen maandagavond, na het vallen van de duisternis, niet nog meer mensen evacueren. De paar honderd die ze naar de dijk hadden gebracht werden met het schip weggevoerd. De schouwen kregen nu de taak om voedsel naar de vastzittende mensen te brengen.
Dinsdag 3 februari voeren ze weer uit. Omdat tijdens de vorige evacuatie, doelend op die van tijdens de WOII-inundatie, alles was gestolen, had de burgemeester op de toegangsdijk gewapende militairen neergezet, die alleen de Grouwsters doorlieten. Dinsdagmiddag waren alle bewoners gered, waarna ze verder gingen met het vee. De volgende dag, woensdag werden ze opgesplitst. De ene helft bleef in Ooltgensplaat, de andere helft ging naar Bruinisse, om vervolgens doorgestuurd te worden naar Dreischor.
De dag voor het vertrek, was er nog een onderhoud met de burgemeester. Hij vroeg de briefjes die 's ochtends waren uitgereikt terug, met de mededeling dat ze de volgende ochtend een nieuwe - persoonlijker - konden halen:
"De heer (dan komt de naam van een van de leden der ploeg) deel uitmakend van de Friese ploeg uit Grouw, heeft zich op 2 Februari 1953 bij de burgemeester van Ooltgensplaat gemeld, voor werkzaamheden bij evacuatie van vrouwen en kinderen uit het overstroomde gebied, naar de dijken.
De groep Halbertsma heeft uitgemunt door taai en volhardend werk, waarvoor thans reeds namens de bevolking mijn oprechte dank.
De burgemeester van Ooltgensplaat.
Dan volgde de ondertekening."
's Ochtends om uur tien verlieten ze Ooltgensplaat om via Papendrecht, Dordrecht, Rotterdam en Alkmaar weer naar Grou ter rijden. Net naar twaalven, midden in de nacht om drie minuten over twaalf, kwamen ze aan.
Het dagelijks bestuur van Ooltgensplaat zou drie jaar later naar Grouw togen, om hun dank te uiten aan de gehele Halbertsma-reddingsploeg, de dames van de Vrouwelijke hulpverlening en de (inmiddels voormalige) burgemeester van Idaarderadeel, C.N. Renken.
Delftsblauw wandbord
"Ooltgensplaat dankt Idaarderadeel = 1 Febr. 1953 = Ter herinnering aan van spontaan verleende hulp tijdens de watersnoodramp"
bron: Historisch Centrum Leeuwarden GKL001005458
Oud-burgemeester P.W. Hordijk overhandigde als dank de gemeente een groot Delfts blauw bord met het opschrift "Ooltgensplaat dankt Idaarderadeel ~ 1 Febr. 1953 ~ Ter herinnering aan van spontaan verleende hulp tijdens de watersnoodramp" en daarnaast nog twee kleinere borden.
De mannen kregen een mapje met rampfoto's en de dames een bus met Plaatse brokken van bakker Johannis Cornelis de Ruiter. Bakker De Ruiter is op 20 oktober 1877 in Ooltgensplaat geboren. Met Plaatse brokken worden de befaamde witte Plaatse brokken bedoeld, een zoete lekkernij.
De delegatie uit Ooltgensplaat vertrok om 14.00 uur en was weer om 20.00 thuis.
De gemeente Idaarderadeel - waaronder Grouw en Irnsum toen nog vielen - schonk later de gemeente Ooltgensplaat twee van deze schouwen. Deze moesten bijna op 23 december 1954 alweer ingezet worden.
Ooltgensplaat en de ramp van 1953 Jan Bruijns, Wilma Binnendijk Goes : De Koperen Tuin, 1994 ISBN 90-72138-36-8
In 1961 ontvingen ze nog een schouwtje, ditmaal van koper en 30 cm lang en 7 cm breed. Het was keurig voorzien van een bodem van teakhout, roeispanen en een motortje. Op de achterste zitbank is op het aangebrachte plaatje het volgende opschrift te lezen: "Van Idaarderadeel aan Ooltgensplaat, Stormramp 1953". Het bootje is gemaakt door siersmid S. Buikstra uit Grouw. Sjoerd of Sjirk Buikstra werd op 14-4-1903 te Bolsward geboren. Hij overleed in Grou op 4 april 1974. Hij was koperslager en autodidact. Hij maakte verder o.a. de haan op de Grouwster Sint Pieter en 'De Schiere Monnik' op de Zuidertoren op Schier.
Aangezien banden tussen beide gemeentes sterker werden, zeker na de adoptie van Ooltgensplaat door Idaarderadeel waarover op donderdag 12 februari 1953 een 'spoedeisende vergadering' in de gemeenteraad van Idaarderadeel werd gehouden, kwam er een jaarlijks wederzijds bezoek op gang. Zo ging in augustus van 1961 weer een delegatie van Ooltgensplaat naar Idaarderadeel voor een tweedaags bezoek.
Gezicht in Ooltgensplaat L. Dykshoorn. - Augustus 1961
bron: Historisch Centrum Leeuwarden GKL001005546
Ditmaal brachten ze als geschenk een tekening van het gemeentehuis van Ooltgensplaat mee. Deze tekening was in de dezelfde maand gemaakt door L. Dykshoorn
6.
De maker L. Dykshoorn die voor het bezoek het dorpsgezicht tekende, zal Leendert (Leen) Dijkshoorn zijn geweest. Voor zaken kwam hij in de rol van 'schildersbaas' regelmatig op het eiland en in Ooltgensplaat. Hij tekende dan ook regelmatig onderweg wat hij tegenkwam.
Hij werd geboren op 24 november 1909 in Vlaardingen en overleed daar ook op 26 juni 1989.
Hij zou tweemaal trouwen. Zijn eerste vrouw Adriana Jacoba Hofman (1910-1942) huwde hij in augustus 1939, toen ze beiden 29 jaar waren. Hij stond bij zijn ondertrouw ingeschreven op de Steenplaats 5 en zij op de Hoogstraat 136.
In 1942 kregen ze hun dochter Adrianus Jacobus Hendrik (Attie). Adriana overleed echter ook in dat jaar.
Na de beëindiging van WOII hertrouwde hij in 1945 met Arendje Voogt (27-10-1918 - 25-12-2014).
In 1959 overleed Attie (1942-1959) op 16-jarige leeftijd.
Dijkshoorn was na de WOII, in april 1947, medeoprichter van Kunstkring 'De Vlaardingers', later de Vlaardingse Kunstkring, een genootschap van (amateur)kunstenaars. Het was - volgens dochter Elly Dijkshoorn (1949) - een kunstkring zonder een duidelijk begin en einde. Rond 1959 was het schijnbaar afgelopen.
Leen Dijkshoorn kwam van de ambachtsschool en volgde later een opleiding (decoratie)schilder, waarna hij in dienst trad bij Levers Zeepmaatschappij als 'schildersbaas'. Bekende merken van LZM waren Sunlight zeep, Vim, Rinso, Lux en later Omo, Sunil en Andy, waarvoor veel reclame-uitingen voor werden gemaakt
7.
Naast de gemeente Idaarderadeel hadden ook diverse Groningse gemeenten, zoals Groningen, Veendam, Wildervank, Muntendam, Baflo, Nieuwe Pekela, Hoogezand-Sappemeer, Noorddijk, Winschoten en Haren, de watersnoodgemeenten Den Bommel en Ooltgensplaat geadopteerd.
Ook voor hun is dus dit Dank-jullie-wel-monument bedoeld.
De inmiddels oud-burgemeester P.W. Hordijk zou 2½ jaar later de Groningse gemeenten bedankten voor hun geboden hulp en hun daarbij een Delfts blauw bord en een luxe uitgave van "Gebroken dijken" overhandigen
8.
Naast de helpers zijn er ook de vele verhalen van de slachtoffers - die verwoordt staan in het boek "Gebroken dijken" - die niet mogen worden vergeten. Zoals het verhaal over de 12-jarige Piet de Vos, die vanwege een behandeling toevallig op dat moment in het ziekenhuis in Dirksland lag - het enige deel dat van Overflakkee droog bleef. Zodoende overleefde hij - samen met zijn moeder - deze ramp, terwijl zijn drie broers, zusje en vader verdronken. Maar ook vele andere familieleden waaronder opa, diverse ooms en tantes, neefjes en nichtjes waren niet meer
9.
Bij de concretisering van de spontane gedachte aan het Dank-jullie-wel-monument liet men beeldhouwster Tony Schellekens uit Bergschenhoek een gedenkteken ontwerpen. Het werd een groot blok graniet met een omvang van ongeveer 2,2 hoog bij 1,75 meter in de breedtes. Door een gleuf in deze kei wordt water geperst dat wordt opgevangen in een bassin. Dit bassin wordt gevormd door bronzen zandzakken.
Het graniet symboliseert de redders en hulpverleners, die zich onverzettelijk van hun doel kweten. Het uitstromende water en de zandzakken zijn vanzelfsprekend de stormvloedgolven en het tegenhouden daarvan
10.
"Dit wordt hét monument voor álle hulpverleners", zei burgemeester A. van Pelt toendertijd erover. "In die zin is het ook vrij uniek." Het zou namelijk de eerste keer zijn dat het eerbetoon naar de redders uitgaat. De kosten worden beraamd op zo'n € 70.000
11.
De planning van de gemeenteraad is dat het monument schuin achter de treurwilg komt te staan op de locatie tussen Grijsoord en Kolfweg. Ook aanvaard de gemeente de jaarlijkse kosten van het laten stromen van het water, € 2500, naast de kosten voor onderhoud en schoonmaken van het monument
12. Dat laatste kunnen wij - 17 jaar later - echter niet als zodanig vaststellen.
Demissionair minister en vicepremier Roelf Hendrick de Boer (1949, VVD > LPF, kabinet-Balkenende I) van Verkeer en Waterstaat haalde zaterdag 12 april 2003 bij de officiële onthulling nog een aantal helden verhalend naar voren. Zoals Cor van de Tonnekreek uit Oude-Tonge, die met gevaar voor eigen leven, alleen het water was ingegaan en zo 47 mensen had weten te redden. Daarnaast noemde hij nog de namen van De Wal en Idzerda.
Daarna sprak hij zijn verbazing uit over het late eerbetoon aan de hulpverleners: "Onvoorstelbaar. Ik hou het er maar op dat Nederlanders een ongemakkelijke relatie hebben met hun helden."
13
Beeldhouwster Tony Schellekens, werd in Helmond geboren als Antonia Walthera Maria Hermans op 30 juli 1934. Ze huwde kerkelijk in de H. Martinus te Tegelen op zaterdag 2 juni 1956 met de arts Jan Anton Marie Schellekens (1927-2005)
14.
Naast de groep van slachtoffers en hulpverleners is er nog groepje die onbenoemd zijn gebleven, de bestuurders.
kaartdetail uit informatiebord "Watersnoodramp 1953 - Uit dank aan allen die hulp verleenden tijdens en direct na de Watersnoodramp van 1 februari 1953." [ANWB Fonds 35141/001]
Zoals we op landelijk niveau al aandacht hebben geschonken aan het gevecht van Johan van Veen voor een betere beveiliging van ons leefgebied en ontbreken van een luisterend oor en daadkracht, zo blijkt uit een vergelijkend onderzoek van Suzanne Lekkerkerker naar het bestuur, de autoriteiten van twee getroffen gemeenten, Ooltgensplaat en Oude-Tonge, ook daadkracht en bestuursstijl van letterlijk levensbelang geweest te zijn.
Haar onderzoeksvragen zijn dan ook "hoe werd er door het plaatselijk bestuur in Ooltgensplaat en Oude-Tonge direct voor en tijdens de watersnoodramp op deze ramp gereageerd?" en "wat zijn de oorzaken en gevolgen van de verschillende manieren waarop de autoriteiten in Ooltgensplaat en Oude-Tonge met de watersnoodramp van 1953 omgingen?"
Beide dorpen kwamen geschonden uit WOII. In 1947 kregen ze beide een eigen nieuwe burgemeester, die beiden een eigen koers gingen varen. In Oude-Tonge werd A.D. van Dijk burgemeester, die al snel de nodige kritiek kreeg, dat veel beslissingen op de lange baan werden geschoven.
In Ooltgensplaat werd voormalig verzetsman P.W. Hordijk burgemeester - hij was sabotagecommandant Peter Noord in Holland en Utrecht - die een bestuur met een zakelijke karakter en instelling de boventoon liet voeren. Er werd fors geleend en geïnvesteerd in de wederopbouw van het dorp. Aan het eind van 1952 werd geconstateerd dat het een rustig jaar was geweest omdat men de negatieve invloeden van WOII achter zich hadden gelaten.
In Oude-Tonge was men nog steeds volop bezig. Er was eigenlijk nog niet veel gebeurd en wat er wel afgerond werd was weinig en te traag. Dit gold eveneens voor de besluiten.
"Hordijk had bewezen dat hij in staat was om snel keuzes te maken wanneer de situatie daarom vroeg."
"Van Dijk had zich geprofileerd als iemand die geen knopen kon doorhakken en het maken van besluiten veelal op de lange baan schoof."
De storm (en ramp) duurde van zaterdagavond 31 januari tot en met dinsdag 3 februari 1953.
Zowel het lokale bestuur van Ooltgensplaat als van Willemstad vertrouwden als enige niet op het gezegde 'niet ebben, niet vloeien'. Hordijk stuurt voor middernacht al waarschuwingen uit aan de bevolking, te beginnen bij degenen die het meeste gevaar zouden kunnen lopen. Misschien onnodig, maar dat risico was kennelijk minder relevant dan andersom. In de dagen daarna bleef Hordijk volledig de controle houden, waarbij hij niets aan het toeval overliet. Hij schreef strenge verordeningen uit, regeerde met straffe hand en liet geen enkele man die kon werken het dorp verlaten. Wachten op niet komende landelijke maatregelen was overduidelijk niet aan hem besteed.
De Halbertsma-reddingsploeg laat dan ook expliciet weten dat ze "de persoon van de burgemeester van Ooltgensplaat ten volle bewonderden, vanwege de uitnemende wijze van zijn zaken organiseren."
In Oude-Tonge waren de waarschuwingen niet ernstiger genomen, dan dat een poldertje zou onderlopen. Binnen enkele uren braken een voor een de voor het dorp liggende en omringende dijken, waardoor het dorp van drie zijden werd bedreigd, met alle dodelijke gevolgen van dien. Ze werden in hun nachtkleding overvallen
15.
Bij de straffe hand Hordijk met de strenge verordeningen kun je eventueel vraagtekens plaatsen. Gezien zijn WOII-ervaring in het verzet, mogelijk niet geheel onder de indruk van de bevolking, leek het hem misschien noodzakelijk. De Halbertsma-groep was in ieder geval - in positieve zin - onder de indruk van zijn leiderschap met daadkracht. Daarentegen mag je van de burgemeester natuurlijk ook een coördinerende rol met delegerende aansturing verwachten.
Je kunt echter een oorlog en een ramp niet met elkaar vergelijken met betrekking tot de bereidwilligheid, getuige de vele spontane burgerlijk hulpacties. Ook tegenwoordig is dat nog steeds zo. Mensen - in àlle hoedanigheden - komen helpen
16.
Achter het Dank-jullie-wel-monument zien we compleet iets anders, dat ook best bijzonder is. Het betreft een volière dat zaterdag 24 juni 1967 om 14.00 is geopend door burgemeester v.d. Harst. Een vertegenwoordiging van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers is hierbij aanwezig. Er leven 53 vogelparen in deze volière. De burgemeester sprak bij de opening lovende woorden over de voorzitter Heijboer, aangezien over het algemeen gemeentebesturen weinig interesse tonen voor zoiets: "Hij heeft zijn snaveltje flink moeten roeren om dit tot stand te krijgen!"
17.
In de laatste raadsvergadering van 1965 had men hiervoor al besloten en ƒ 5600 voor beschikbaar gesteld. Het bijzondere hieraan is, dat het voor het publiek zichtbaar is. Lokale volièrebezitters hadden aan de afdeling G. & O. van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers te kennen gegeven dat ze hun kostbare vogels het liefst in een grote volière zouden willen concentreren. De voorzitter J. Heyboer bracht het voorstel in de raad, met de nuancering dat vijf volièrebezitters bereid zijn het te bouwen, te onderhouden en de vogels te verzorgen
18.
In het voorjaar van 1967 werd er begonnen met de bouw van de grootste gemeentelijk volière van Nederland. Het gebouw wordt 26 meter lang en 8 meter diep, waarvan de dertien nachtverblijven 2 bij 2 meter worden en de ren 2 bij 5 meter
19.
Ruim 40 jaar later, in 2009, werd de Stichting 'Volière Oude-Tonge' opgericht door Bertus Kamp, Wim Luijendijk en Toon Pollemans, om er zorg voor te dragen dat de volières zouden worden opgeknapt om dit unieke stukje dorpsbezit te behouden voor de toekomst.
En (bijna) uniek mag het zeker genoemd worden. In Nederland zijn er namelijk maar drie. Met de vrijwilligers 'Volière Oude Tonge' wordt het tegenwoordig in stand gehouden
20.
Wanneer we weer van het beeld teruglopen naar de straat, zien we aan de overkant van de straat aan weerskanten een pand staan dat er opvallend uitziet.
Aan het linker pand springen twee dingen in het oog. De geglazuurde dakpannen - die lijken op een pan van Hamer21, in het Engels een Jewish tile genoemd, omdat de vorm op een joods wetboek (boekrollen) lijkt - zijn zwart, maar de nokvorsten
22
en knikpannen
23
zijn uitgevoerd in de contrasterende kleur rood.
In de muren van het pand is ook gewerkt met twee kleuren baksteen, een rode als basis en een gele om accenten en metseltekens
24
te creëren.
Veelal wordt de energie van de figuren gestoken om alle figuren gelijk te krijgen. Bij dit pand heeft de architect juist verzonnen om alle figuren er anders uit te laten zien. Dit is zelfs doorgetrokken ónder de kozijnen.
Het rechter pand uit 1913 valt op door de kleur die de muurankers hebben gekregen en waarmee de kroonlijst
25
is geaccentueerd. Boven het jaartal treffen we een soort van gestileerde akroterie
26
aan waarin twee vogelsilhouetten zijn geschilderd.
We stappen weer in de wagen en rijden dezelfde route over de Kolfweg weer terug naar de Stationsweg (N498).
Onderweg zien we stijlvolle tuinen voorbijkomen en fraai vormgegeven panden, zoals het pand met zowel op de kroonlijst als op de hoeken dezelfde akroterie. Het pand is gebouwd in 1911, aldus het jaartal dat op de twee dakkapelletjes is geschilderd, dat eveneens hoekversierselen heeft in ongeveer dezelfde vorm. De voorgevel is voorzien van vier gele enkelstenige banden die omringd worden door een geglazuurde groene baksteen. Deze laatste baksteen accentueert samen met een soortgelijke tegel op diverse punten de voorgevel, die is voorzien van de statige geknipte voeg.
Onder de dakgoot heeft de architect zich uitgeleefd met consoles waartussen weer groen met witte tegels te vinden zijn.
Ook dit pand kent dezelfde vormgeving als een vorige met de pan van Hamer, dus zwart met rode nokvorsten en knikpannen.
Wanneer we het kruispunt met de Willemstraat willen oversteken valt ons in een oogwenk iets wittigs op, op het dak van het hoekpand. Wanneer we even beter kijken door het groen van de bomen, blijkt het om een witte poes te gaan die op het dak loopt. Van keramiek, wel te verstaan. Het beestje "loopt" hier al even, zo te zien
27.
Bijna aan het eind van de straat, treffen een pand met een dakbalustrade dat - vanwege het zadeldak - enkel de functie van sierelement dient
28.
tegel met een repeterend berg-, bos- en rivierlandschap
In dit geval heeft het zelfs de vorm van een trapgevel gekregen.
Meer opvallend is de kleurrijke tegel dat boven alle kozijnen is terug te vinden. Hierop zien we een aaneensluitend repeterend berg-, bos- en rivierlandschap.
Aan de overkant staat op een ruime kavel het pand dat de naam Pimpernel draagt. Het zal in ieder geval deze naam sinds de jaren '70 van de twintigste eeuw dragen
29.
huis op de plek waar nu de Pimpernel staat
Caarte vande Oude Tonge inde Heerlykheyt ende lande van Grys Oort. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
Het betreft de voormalige villa van L. Slis. De naam zal er eind 1973 opgeschilderd worden in opdracht van de bewoner, J.H. Snel
30.
Tegelijkertijd met de bouw van het pand heeft Slis een moerbei in 1929 geplant, die er nog steeds staat. In de tuin is ook een tras gebouwd, goed voor 15.000 liter water. Dit heeft een inhoud van 15 m3 oftewel bijvoorbeeld een diepte van 3 meter bij 2 x 3 meter
31.
Leendert Slis Dz. (1877-1972) woonde hier met Francina van Loon Cd. (1878-1960), waarmee hij op 2 mei 1901 trouwde. Ze waren toen 23 en 22 jaar oud
32.
Dat het terrein al veel eerder bebouwd was, vinden we terug op de kaart uit 1701 uit het Voorne caartboeck. We zien het pand staan op het landgoed in de vorm van een driehoek tussen De Dollf Wegh en de kreek Den Grysen Oort.
In 2023 werd het pand te koop aangeboden voor € 1.489.000 KK
33.
We vervolgen onze route een stukje over de Stationsweg om daarna de Capelleweg in te slaan.
En zowaar, we treffen aan het einde van de weg een kapel (521892) aan. Parkeergelegenheid aan de voorkant op de Langeweg treffen we niet aan, zodat we voor het gemak op een van twee parkeerplekken bij de Algemene Begraafplaats aan de Langeweg gaan staan.
RK-kapel te Oude Tonge
Caarte vande Oude Tonge inde Heerlykheyt ende lande van Grys Oort. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
We wandelen terug over het fietspad dat parallel loopt aan de Capelleweg.
Echter aan de achterzijde is geen toegang tot de kapel. Wel zien over het fietspad dat achter de kapel naar het centrum van het dorp gaat de toren van de O.L.V. Hemelvaart tegen een strakblauwe hemel afsteken.
De achterkant van de kapel laat zien dat het alweer de nodige uitbreidingen heeft ondergaan. Kort na 1953 werd de sacristie toegevoegd.
We lopen weer terug over het fietspad, om te kijken of we elders een ingang kunnen ontdekken.
De ingang blijkt inderdaad aan de Langeweg te zitten.
De kapel staat op de Rooms Katholieke begraafplaats, dat in 1867 is aangelegd. De in Eclectische stijl gebouwde kapel met Neogotisch en Neorenaissance elementen is hier geplaatst ter ere van de martelaren van Gorkum. De dakruiter heeft een klok dat in 1824 is gegoten door Petit & Fritsen.
Links midden de Rooms-Katholieke kapel en begraafplaats. / Fotodienst Marinevliegkamp Valkenburg. - 09-03-1953
Watersnoodramp 1953.
Luchtfoto van Oude-Tonge met een overzicht van het door de ramp getroffen gebied.
bron: Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie - 2109_P111-C44_045gebruikersvoorwaarden
Het toegangsportaal heeft duidelijk te lijden gehad van het zeewater dat hier in 1953 stond. De inwerking op het natuursteen was tot de restauratie te zien
34.
In 2014 werd de kapel gerestaureerd, omdat de bouwkundige staat dusdanig slecht was. Het zout de watersnoodramp van 1953 was hier debet aan. Toen er in 2012 een stuk steen naar beneden kwam, besloot men het pand voorlopig niet meer te gebruiken, maar een restauratieplan op te zetten, waarvoor tussen de € 160.000 à € 170.000 nodig was
35.
Hoe lang er hier al een kapel staat en daarmee dus Den Capelle wegh bestaat, is niet met zekerheid te zeggen
36.
Wij lopen weer terug naar de wagen en vervolgen de Langeweg naar ons volgende bestemming, het dorp Nieuwe-Tonge.
2.
De vraag (in delen gesteld) aan Delpher levert geen antwoordtsuggesties:
colff* OR kolff* OR colf* OR kolf* PROX "oude-tonge" OR "oude tonge" OR grijsoord OR grijsoort OR grysoord OR grysoort OR voorne;
Andere denkrichtingen zou kunnen zijn: Kolf van sport, of onderdeel van een vuurwapen;
3a.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 mei 1958 | pagina 3 Oude Tonge gaat drie bejaarden-woningen bouwen : Deel van Stationsweg zal voortaan Kolfweg worden genoemd Naamgeving van straten;
3b.
Koninklijke Nederlandse Kolf Bond: Kolfgeschiedenis '001' Inleiding Kolfgeschiedenis; Het Kolfspel : Geïllustreerde Handleiding / A.P.L. Spuybroek. - Amsterdam : J. Vlieger, 1909; Het Kolfspel : Geïllustreerde Handleiding / A.P.L. Spuybroek. - Baarn : J. F. van de Ven, 1909;
4.
informatiebord "Watersnoodramp 1953 - Uit dank aan allen die hulp verleenden tijdens en direct na de Watersnoodramp van 1 februari 1953.";
6.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juni 2002 | pagina 6 Gedenkteken voor hulpverleners van Watersnoodramp 1953 : 'Dank-jullie-wel'-monument in Oude Tonge;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 februari 1956 | pagina 3 Ooltgensplaat dankt Idaarderadeel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 mei 1960 | pagina 6 J.C. de Ruiter, oudste bakker van Ooltgensplaat heeft zijn zaak opgeheven : In bijna 70 jaar miljoenen broden en duizenden kilo's koek omgezet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 april 1961 | pagina 2 Idaarderadeel schenkt koperen schouwtje aan Ooltgensplaat;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 augustus 1961 | pagina 3 Gemeentebestuur bracht bezoek aan Grouw;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 juni 1983 | pagina 1 Initiatief van bakker Visseren: Liefhebbers kunnen weer sabbelen op echte Plaatse brokken;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 april 2003 | pagina 1 Minister De Boer 'onthult' gedenkteken in Oude Tonge;
Nieuwe encyclopedie van Fryslân : A-E / Meindert Schroor (hoofdredactie). - Gorredijk/Leeuwarden : Bornmeer / Tresoar, 2016. - ISBN 978-90-5615-375-5. - p. 453; Verslag van de tocht naar het rampgebied met 10 ijzeren schouwen op 1 februari 1953 (in: Halbertsma Nijs : Orgaan der Personeelsvereniging Halbertsma / S. Dorhout (redactie). - Speciaal nummer, 6e Jaargang, maart 1953 No. 11);
Met dank aan Jelke Bethlehem, mailcontact 16-17 januari 2024;
Met dank aan Eildert Meeter (nestor en promotor van de GWS schouwen), telefonisch contact 17 januari 2024;
De voorkomende variaties op de tekst van het aangeboden Delft Blauw bord.
Opschrift volgens Historisch Centrum Leeuwarden:
"Ooltgensplaat (1 feb 1953) ter gelegenheid van spontane hulp door Idaarderadeel, tijdens de waternoodsramp in 1953"
Opschrift volgens Eilanden-nieuws, 1 februari 1956:
"Ooltgensplaat dankt Idaarderadeel voor de spontane hulpverlening op 1 februari 1953";
De krant van toen:
Frisia, 13-02-1953 Raad Idaarderadeel;
Leeuwarder Courant, 13-10-1955 Dank voor hulpverlening bij watersnood;
Frisia, 21-07-1961 Dank voor hulpverlening bij watersnood;
8.
De krant van toen:
Leeuwarder Courant, 13-10-1955 Dank voor hulpverlening bij watersnood;
Zie voor een kennismaking met deze gemeenten en dorpen ons hedendaags historisch reisverslag de set: De Ommelanden / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-63-3;
10.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juni 2002 | pagina 6 Gedenkteken voor hulpverleners van Watersnoodramp 1953 : 'Dank-jullie-wel'-monument in Oude Tonge;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 februari 2003 | pagina 2 Dank-jullie-wel monument aanvaard;
15. Roeien met de riemen die je hebt en oeverloos ronddobberen. : Een vergelijkend onderzoek naar de wijze waarop de burgemeesters van Ooltgensplaat en Oude-Tonge op de watersnoodramp van 1953 hebben gereageerd. / Suzanne Lekkerkerker. - Utrecht : Universiteit Utrecht, 2018. - p. 12-13, 15, 18, 19, 21, 25, 26, 33, 49-52; Verslag van de tocht naar het rampgebied met 10 ijzeren schouwen op 1 februari 1953 (in: Halbertsma Nijs : Orgaan der Personeelsvereniging Halbertsma / S. Dorhout (redactie). - Speciaal nummer, 6e Jaargang, maart 1953 No. 11);
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 617;
16.
De Volkskrant, maandag 15 januari 2024, p. 8: Massale speurtocht : Natuurlijk helpen ze zoeken: 'Hij had mijn zoon kunnen zijn' / Maud Effting (digi-versie)
2.500 vrijwilligers zochten een weekend lang naar een 16-jarige vermiste jongen;
17.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 juni 1967 | pagina 4 Oude Tonge Volière wordt geopend;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 juni 1967 | pagina 2 Volière in Oude Tonge officieel in gebruik gesteld : Ruim vijftig soorten vogels onderdak;
18.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1965 | pagina 7 Raad Oude Tonge oneens met tarievering Gascentrale Flakkee : In uitbreidingsplan komt grote volière Volière;
19.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 mei 1967 | pagina 2 Oude Tonge heeft zijn volière;
32.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 19 april 1901 | pagina 6 Ondertrouwd;
Maas- en Scheldebode | 19 juni 1918 | pagina 3 Klaasje Akershoek;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 oktober 1972 | pagina 3 Leendert Slis;
genealogie Stamboom Van Loon / Michiel van Loon » Leendert Slis (1877-1972);
genealogie Stamboom Van Loon / Michiel van Loon » Francina van Loon (1878-1960);
34.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 395-396;
Rijksmonumentenregister 521892;
Nieuwe Tonge
"Plons!" is wat we horen, wanneer we over de Kerkring van Nieuwe Tonge lopen. Het was het enige geluid, naast onze eigen voetstappen, dat we hoorden. Een van de wonderbaarlijke waarnemingen in deze corona-periode was wel dat er weer stilte viel waar te nemen. We refereerden er al enigszins anders aan in Ooltgensplaat. Door de stilte, die ook in Nieuwe Tonge te horen was, viel het geluid van een plons op.
Slechts de kringen in het water van de kerkgracht geven het bewijs dat hiervandaan het geluid was gekomen. Wat het had veroorzaakt was niet meer te zien.
Nieuw Tonge is het eerste dorp op Goeree-Overflakkee waarin we een gracht om de kerk aantreffen. We troffen in de provincie Groningen een soortgelijke ringgracht aan in het dorp Spijk 1.
De kerk van de Hervormde Gemeente Nieuwe Tonge (29798) werd rond 1500 gebouwd
2.
Detail van het koor met steen met letters C.A.K.D. (links) en piscina (rechts) / G.J. Dukker (fotograaf). - 07-1978
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 196.796
(CC BY-SA 3.0)
Gedacht wordt dat het koor - met een piscina in de oostelijke muur - het oudste deel van het gebouw is, dat al vlot daarop werd vergroot tot het huidige formaat.
Het koor werd in 1723 door een brand verwoest. Op 10 december van datzelfde jaar werd de herbouw alweer aanbesteed
3.
De ingemetselde steen met wapen en de letters C.A.K.D. komt uit een in 1651 door bouwman Cornelis Arentse Kromdijck of Cornelis Arenszoon Kromwijk, diaken gebouwde woonhuis bij een boerderij Welgelegen dat aan het Korteweegje stond. Deze werd op 1 juli 1924 ter afbraak verkocht voor ƒ 718 aan J. Mosselman.
De letters op de ingemetselde steen kunnen, vanwege het wapenschild met daarom een drietandige vork waarvan de tanden naar rechts wijzen, ook gelezen worden als C.K. en A-D met onderaan 1651
4.
Op deze plek (de huidige nummer 3) werd na de afbraak van de boerderij in 1925 een pastorie gebouwd, waarin tevens een ziekenhuisje werd ingericht. Dit gebouw is een ontwerp van de architecten J. van Vliet en J. van Bokkum te Rotterdam.
Op een grasveld werden ligplaatsen gerealiseerd voor zieken om te kunnen aansterken
5.
Volgens de 'Kadastrale kaart 1811-1832' is er maar een boerderij aan 'Het korte Wegje' - zoals het toen geschreven werd. En aangezien het woonhuis in 1651 gebouwd, mogen we aannemen, dat het om dit pand gaat. Deze was - samen met omringende bouwland, weiland, vijvers, menagerie, lustplaats, tuinen en erven - in bezit van Sebastiaan Hendrik Anemaet Az., de burgemeester
6.
De oudste nog in de kerk aanwezige grafzerk is van 1494
7.
Opmerkelijk is dat het schip - vanaf de stichting - is voorzien van dwarsschepen, zodat we van een kruiskerk kunnen spreken
8.
Naar alle waarschijnlijkheid, zo geeft Bakker aan, is de Kruiskerk mede gewijd "aan de Heilige Maget Maria"
9.
Vertaling van een Italiaans origineel uit 1567 getiteld Belgicae, sive Inferioris Germaniae descriptio; auctore Ludovico Guicciardino van Lodovico Guicciardini: Descrittione di m. Lodouico Guicciardini patritio fiorentino, di tutti i Paesi Bassi, ... Con piu carte di geographia del paese, & col ritratto naturale di piu terre principali.. - Anuersa : appresso Guglielmo Siluio, stampatore regio, 1567
Beschryvinghe van alle de Neder-landen, anderssins ghenoemt Neder-Duytslandt / M. Lowijs Guicciardijn; Cornelium Kilianum (vertaling). - T'Amsterdam : ghedruckt by Willem Jansz, 1612. - p. 270:
[Poortvliet ende Vossemare zijn nu seer vruchtbare Polders beneffens Tolen al aenghewassen; Vossemare nemmermeer sonderlinghe schade by inundatien lydende. Jn Ooster Scheldt, aen Milheeren ende Adolfs plate, nu ghenoemt Oolkens plate, onlanghs oock veel vruchtbare Polders bedijckt zijn, met veel schoone dorpen, als oude Tonghe, nieuwe Tonghe, Sommersdijck, Herkinghe, ende Diericks landt, die Stadt, ende meer andere tot twintich toe, beneffens Beoostduveland, tusschen Steenberghe ende Goeree: ende dit werdt begonnen ten tyde van Hertogh Carel van Borgoignen. Oolkens plate in het jaer 1530 ende 32 oock, groote schade leedt, maer werde gerestaureert. Sint Martens Dijck onder de Zeelandtsche Eylanden van de oudste, wel eer by den Heeren van Borssele bedijckt, noyt schade by inondatien gheleden heeft.]
bron: dbnl: De beschryvinghe van Zeelandt. p. 270
Het dorp bleek halverwege de zestiende eeuw volgens Lodouico Guicciardini [zie kader] al een 'schoon' oftewel mooi dorp te zijn
10.
De toren kreeg in de zestiende eeuw een doopkapel als aanbouw
11.
In 1960 werd besloten op de toren te restaureren. Ir. J. de Wilde had hiervoor een plan opgesteld. Nadat de kerkvoogdij ook tot restauratie had besloten kon gestart worden met dit project, waarvan de begroting op ƒ 70.500 werd beraamd. De Rijksoverheid betaalde hiervan 90%. De gemeente betaalde de rest
12.
De goedkeuring van het Rijk liet echter enige tijd op zich wachten, zodat het werk door de aannemer fa. Huurman te Delft voor 1963 geraamd werd op ƒ 90.000. Ook dit bedrag moest natuurlijk weer door de goedkeuringsmolen
13.
Deze restauratie zou echter uitdraaien op een fiasco. De bij de restauratie gebruikte natuursteen bleek van uiteenlopende kwaliteit te zijn. Ook de dakbedekking bleek bedroevend slecht te zijn. Het had tot gevolg dat de houtconstructie eronder ging rotten. Er zal opnieuw ingegrepen moeten worden, waarbij de kosten oplopen tot ruim een half miljoen gulden!
14
Bij de restauratie tussen 1961 en 1965 heeft de toren de gemetselde balustrade gekregen. Op woensdag 25 mei 1966 werd de gerestaureerde kerk door de kerkvoogdij overgedragen aan de kerkeraad
15.
Op 4 mei 2009 demonteerde het bedrijf Koninklijk Eijsbouts de wijzers en wijzerplaten van de toren om ze te voorzien van nieuw 23.75-karaats bladgoud en zwarte laklaag met topcoating. Ook de verlichting zal worden vernieuwd
16.
Op 3 juli werden ze alweer teruggeplaatst door hetzelfde bedrijf uit Asten. Gemeenteraadslid Piet Vreeswijk had de eer (om te helpen) om de wijzers terug te plaatsen
17.
Tussen 1831 en 1832 werd het hele kerkgebouw van binnen bijna helemaal vernieuwd
18.
Op 8 oktober 1833 werd de eerste steen gelegd voor de aanbouw tegen de kerk van een zeer grote regenopvangbak, om zodoende in de droge zomers de bevolking van traswater te kunnen voorzien. Het vierjarige zoontje J.C. van de predikant Joh. Hooijkaas had de eer om deze steen te mogen leggen: Den 8en October 1833 is Den eersten steen van deze Regenbak gelegd door Joh. Christ. Hooijkaas.19
Johannes Hooijkaas, veelal voorkomend als Joh, Johs en Jan Hooykaas, was op 17 juli 1828 getrouwd met A.S.C.H. Kicherer, Augustina Sophia Carolina Henrietta Kicherer
20.
Zij schonk hem vijf kinderen, waarvan een jong overleed.
Toen ze nog in Westmaas gezeteld waren, werd op 3 juni 1829 hun zoon Johannes Christiaan, ook wel Jan genoemd, geboren. Jan (1829-1870) trouwde met Anna Schroot
21.
Op 23 juli 1831 kregen ze hun eerste dochter, Sophie (1831-1878). Zij zou trouwen met E.C. Jungius
22.
En dik jaar later werd op 6 september 1832 opnieuw een dochter geboren genaamd Marie (1832-1889). Marie trouwde tweemaal, eerst met Dr. J.W. Molenkamp en vervolgens met C. Burgersdijk
23.
Op 19 maart 1836 werd dochter Johanna Jacoba geboren. Zij overleed echter al jong, op 29 oktober 1837, slechts 19 maanden oud
24.
Op 21 oktober 1837 werd het vijfde kind, een zoon geboren, die de naam Isaäc kreeg. Deze zoon zal nog veel van zich laten horen, ook in deze omgeving. Hij trouwde op 12 maart 1861 met Petronella Everharda Oort. Isaäc zal op 28 augustus 1894 komen te overlijden
25.
Johannes Hooijkaas, die hier vanaf 1829 beroepen was en 18 april 1830 vanuit Westmaas kwam, overleed op 11 juli 1838 in Den Haag, tijdens een bezoek aan de zwager van zijn vrouw, Willem Cornelis Antoni Vaupel Kleyn. Willem was op 21 januari 1829 in Den Haag getrouwd met Johanna Jacoba Kicherer.
Johannes werd 37 jaar. Hij was op 10 juni 1801 te Nieuw Loosdrecht geboren als zoon van Jan Hooykaas en Geertruij Margaretha Kleijnsorgen, ook wel geschreven als Jan Hooijkaas en Geertruij Margretha Kleinsorge
26.
De kerkgracht werd begin december 1915 voor een derde gedeelte leeggepompt. Dit was nodig om een betonnen beschoeiing langs de kant te maken
27.
Midden in de gracht is een Nortonbuis geslagen door de draineur L. Nelisse Azn. Zo kon er dieptewater opwellen, dat kerkgracht ruimschoots kon voorzien van vers water. Dit voorkwam dat het grachtwater vervuilde en voorkwam tevens dat er gedachten tot dempen van de gracht opborrelden bij bevolking of bestuur, zoals we elders wel al hebben gezien
28.
Een Nortonbuis is een holle buis, dat net boven het onderste deel is voorzien van een deel met gaatjes, dat in de grond wordt gedreven, tot een diepte dat het welwater door de gaatjes als vanzelf naar boven komt. James Lee Norton patenteerde deze vinding en is zodoende naamdrager geworden
29.
Na watersnoodramp van februari 1953 wordt er in september van dat jaar door de Ned. Heide Mij. tientallen nieuwe goudvissen geleverd die de kerkgracht als hun nieuwe thuis mogen beschouwen
30.
Zal het een spetterde goudvis geweest zijn, die we bij aankomst hoorden?
We zien wel een andere soort - overduidelijk geen goudvis - opeens naar de oppervlakte komen. Dit zou zomaar de plonsveroorzaker kunnen zijn.
Daarnaast waren er op verzoek van raadslid dhr. Tijl ook karpers uitgezet. Deze waren in 1956 zo groot geworden, dat ze mogelijk ervoor zorgden dat de eendjes er niet meer wilden zwemmen, omdat ze, zo suggereerde Tijl, aan de pootjes van de eendjes zouden knagen
31.
Veertig jaar na het aanbrengen van betonnen beschoeiing in de kerkgracht, werd het in 1956 noodzakelijk geacht om de walkant, dat zich aan de straatzijde in zeer vervallen staat bevond, te herstellen. Het werd op ƒ 12.500 begroot en zal weer in 40 jaar worden afgeschreven
32.
Ruim 40 jaar later, in 1999, trekt dan inmiddels de gemeente Middelharnis ƒ 76.000 uit voor de benodigde herstelwerkzaamheden. De deksloof, de betonnen bovenrand op de muurcontructie worden onderhanden genomen en tevens wordt het slib uit de gracht verwijderd
33.
Ten noorden van de toren aan de Kerkring treffen we een toegangshek met hardstenen pijlers aan. Deze is bekroond door siervazen in Lodewijk XV-stijl. Ze zijn afkomstig van het buiten Langendam dat tussen Nieuwe-Tonge en Sommelsdijk stond en zijn hier sinds 1842 geplaatst.
Het was een schenking van burgemeester Mr. S.H. Anemaet, toen hij op 1 april 1842 zijn 25-jarig jubileum vierde. In de Franse periode was hij Keizerlyke Notaris
34.
Sebastiaan Hendrik Anemaet (1786-1863) was een zoon van een notaris. Hij schreef zich op 2 augustus 1803 in aan de Universiteit van Leiden, waar hij rechten ging studeren. Hij promoveerde als Sebastianus Henricus Anemaet op 31 oktober 1806 met zijn proefschrift Periculum juridicum inaugurale exhibens quaedam capita juris civilis dat werd uitgegeven door Jacobum Meerburg te Lugduni Batavorum. Drie gedichten op Anemaet van G.G. Boot, J. de Kruyf jr. en D. François zijn opgenomen in dit proefschrift.
Hierna, in 1807, werd hij tot notaris te Sommelsdijk benoemd, waar hij tevens vanaf 1811 kantonrechter werd. Vanaf 1817 werd hij schout en secretaris van Nieuwe Tonge, waar hij in 1826 burgemeester werd.
In 1840 werd in hij in de Tweede Kamer gekozen, waarvan hij in 1849 tijdelijk voorzitter werd.
Sebastiaan Hendrik Anemaet zou tweemaal trouwen. Zijn eerste huwelijk, voltrokken in 1808, was met Maria Johanna Arnoldina Lette. Hij huwde voor de tweede keer in 1812 met Jacomina Maria Amstrong. Met beide echtgenoten kreeg hij kinderen
35.
Dit toegangshek tot de kerk was in 1967 nog voorzien van twee houten deuren
36.
In 1978 was het voorzien van een ijzeren hekwerk
37.
Achter dit hekwerk zien we bij de ingang een hardstenen portaal uit 1777 tegen het schip.
Aan de muur van het koor treffen we nog een restant aan van een schoorsteen. Er zat in het koor vanaf de Reformatie een school, dat verwarmd werd
38.
Nieuwe Tonge behoorde aan het begin van de zeventiende eeuw tot een van de weinige plaatsen waar het arminianisme zijn triomfen vierde, waardoor de "clagende gemeynte" zich genoodzaakt zag met dit bestaande kerkverband te breken. Ze voelden zich onderdrukt en van haar vrijheden beroofd en begon een dolerende kerk. Voor zover bekend waren er 24 gemeenten die een dolerende kerk stichten: Aarlanderveen, Alkmaar, Benthuizen, Bleiswijk, Boskoop, Brielle, Gouda, Haarlem, Hazerswoude, Hoorn, Leiden, Moordrecht, Nieuwkoop, Nieuwe Tonge, Oudewater, Zoetermeer, Utrecht, Vlaardingen, Warmenhuizen, Woerden en Zevenhuizen
39.
Om deze kerksplitsing enigszins te begrijpen moeten we dit in een historische context plaatsen.
De Reformatie startte met de onbekende doctor in de theologie, Maarten Luther (1483-1546), toen hij zijn 95 stellingen op 31 oktober 1517 publiceerde. Humanist Erasmus had hem vooraf gewaarschuwd dat "het aanvallen 'van de buiken van monniken' hem alleen maar problemen zou opleveren!"
Geld (afkopen van zonde en toegangskaartje voor de hemel) versus genade was voor de nieuwe gedachtenrichting van de reformatoren een van de belangrijkste splijtzwammen
40.
De daaropvolgende verspreiding - met behulp van de nieuwe uitvinding, de boekdrukkunst - verliep via Zwitserland.
De splijtzwam beperkte zich niet alleen tot een interpretatie van de religieuze teksten en dus de geloofsovertuigingen, maar ook de daarmee verstrengelde bestuurlijke machten van zowel religieuze als wereldlijke indelingen en in de bestuurlijke gebieden aanwezige handelscentra oftewel de economische belangen van kooplieden en hun geloofsovertuigingen of winstperspectieven.
Christianae religionis institutio : totam ferè pietatis summã & quicquid est in doctrina salutis cognitu necessarium complectens : omnibus pietatis studiosis lectu dignissimum opus, ac recens editum / Joanne Calvino. - Basileae : [T. Platteru & B. Lasium], 1536
In Zwitserland pikten diverse rooms-katholieken de boodschap op, waaronder Calvijn (1509-1564).
Institutie, of de onderwijzing in de christelijke religie in vier boeken beschreven / Johannes Calvijn. - Rotterdam : D. Bolle, [1912]
De 27-jarige advocaat en humanist Calvijn publiceerde zijn Institutio Christianae Religionis (Institutie van de Christelijke Religie). Het zou het fundament worden van het calvinisme en een bestseller en klassieker worden onder de protestanten
41.
Onder andere Philips van Marnix (1540-1598), een vertrouwelijk van Willem van Oranje (1533-1584), en Jacobus Arminius (1559-1609) waren als student in het Zwitserse Genève te vinden.
Nadat Willem van Oranje dit leefgebied had ontdaan van Spaanse invloeden en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden het levenslicht zag in 1588, kwamen zij terug en richten de Gereformeerde Kerk op
42.
Tijdens de Spaans-Katholieke overheersing kwamen er echter ook al in Genève opgeleide predikanten terug. De eerste was Pierre Brully (±1515/1520-1545). Hij bezocht de Waalse gewesten in 1544, maar werd al snel gevangengenomen en in februari 1545 verbrand
43.
De volgende twee waren Guido de Brès (1522-1567) en Petrus Datheen (1531/32-1588), die zich ook begaven in de Zuidelijke Nederlanden
44.
Overzichtelijk was het religieuze landschap allerminst. Er waren rond 1560 diverse stromingen die naar Reformatie streven, zoals, katholieken, lutheranen, mennonisten (menisten of mennonieten), zwinglianen, calvinisten, loïsten en david-joristen
45.
In Emden - ook wel het Genève van het Noorden genoemd - werd in 1571 een eerste bijeenkomst, synode, gehouden vanuit de reformatorische beweging in de Nederlanden. Velen waren echter gevlucht naar elders, veelal naar de oosterburen in Ostfriesland en kwamen daarom in Emden samen
46.
De koers die in Emden werd uitgezet was duidelijk in overstemming met Calvijns anti-hiërarchische visie. Het eerste vastgestelde artikel luide dan ook: "Gheen Kercke sal over een ander Kercke, gheen Dienaer des Woorts, geen Ouderlinck, noch Diaken sal d'een over d'ander heerschappie voeren, maar een yeghelijck sal hen voor alle suspicien, ende aenlocking om te heerschappen wachten.'
47
Het hoeft geen betoog dat dit nauwelijks religieus te noemen is, wel dat het overeenkomstig is, zoals we al lange tijd in dit leefgebied van de Vrije Friezen de omgangsvormen willen zien.
Maar binnen het religieuze circuit wilden ze zich niet door een kerkelijk gezag of leerstelsel laten ringeloren. Het betekende dan men zich ook tolerant ten opzichte van andere stromingen verhield
48.
Dezelfde Jacobus Arminius zal echter tijdens de nationale Synode van Dordrecht in 1618/19 ons leefgebied aan de rand van een burgeroorlog brengen
49.
De inzichtenstrijd tussen Gomarus en Arminius zette zich na de dood van Arminius in 1609 door. Caspar van Baerle was in de periode van 1608 tot 1612 predikant in Nieuwe Tonge. Van Baerle huwt met Barbara Sayon, een jongedame uit een Brugges patriciërs geslacht, die hij in zijn studententijd in Leiden heeft ontmoet. Bij aanvang als predikant had hij nog aangegeven "geheel onschuldig te zijn aan de gevoelens van Arminius". Tijdens zijn aanstelling begon dit te kantelen en hing hij meer en meer de leer van Arminius aan, dat hij ook uitte.
Arminiunen brachten in 1610 een verzoek, vertoog of remonstrantie uit aan de Staten van Holland met hierin hun grieven tegen het Calvinisme, waarna deze ook werden aangeduid als 'rekkelijken'.
De Gomaristen reageerden in 1611 met het een tegenverzoek aan de Staten de contra remonstrantie en werden aangeduid als 'precysen'. Echter de Remonstranten werden begunstigd. De beroepingen van Contra Remonstrantie (Calvinisten) in dit gebied werd bemoeilijkt, geheime godsdienstoefeningen der dolerende kerken werden belet.
In 1612 viel echter ook het doek voor Van Baerle in Nieuwe Tonge
50.
De dolerende (klagende) gemeente klaagden dat haar het recht op haar goederen onthouden werd
51.
De openlijke tweestrijd zette zich op hoge hoogten voort toen stadhouder Maurits koos voor de Contra Remonstrantie (Calvinisten), terwijl raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt in het kamp van de Remonstranten zat. En zo bracht Arminius met zijn nieuwe gedachtengoed de jonge Republiek op de rand van burgeroorlog
52.
Op de WAAG-SCHAAL
De Weegschaal / Salomon Savery (toegeschreven), 1618
Politieke allegorie op de overwinning van de contraremonstranten dankzij het ingrijpen van prins Maurits. De voorstelling toont een interieur met een grote weegschaal. Hierop worden, in aanwezigheid van Gomarus, Arminius, Johan van Oldenbarnevelt en anderen, de argumenten van de contraremonstranten en de remonstranten tegen elkaar afgewogen.
Maurits doet de balans ten gunste van de contraremonstranten doorslaan door zijn zwaard op de weegschaal te leggen. Op de achtergrond door een venster de afdanking van de waardgelders door Maurits op de Neude te Utrecht. Onder de voorstelling een vers van Vondel. Bij deze latere druk van de prent is aan het eind van het onderschrift een strookje papier met twee extra regels gesigneerd met de naam E. Israels opgeplakt.
Tekstbron: Rijksmuseum Amsterdam RP-P-OB-77.275
Spotprent op de val van de remonstranten. Met gedicht in drie kolommen.
Beeldbron: Stadsarchief Rotterdam
XXXIII-5-01
In de collectie van museum Boijmans van Beuningen kunnen we nog een exemplaar (BdH 20118 (PK)) aantreffen zonder de extra regels en signering.
De plaat heette bij de eerste twee drukken nog Op de jonghste Hollantsche Transformatie. Bij de derde druk werd de titel Hollantsche Transformatie. Vervolgens werd de titel weggelaten bij de vierde druk. Het werd bij de volgende twee drukken Op de Waegschael genoemd. Daarna kreeg het de getoonde titel.
Het hekelvers "Hollantsche Transformatie" van Joost van den Vondel kende velen zodoende dan ook het hoofd.
bron: Vondels, 'Hollantsche Transformatie' / N.C.H. Wijngaards (in: De Nieuwe Taalgids, Jaargang 59 (1966), p. 302) (zie ook: Literatuurgeschiedenis)
Nadat de Dordtse synode van 1618-19 ook de leer van Arminius had afgezworen - waardoor een kerkscheuring ontstond dat tot op de dag van vandaag wereldwijd een splijtzwam is - kantelde de situatie ook in Nieuwe Tonge.
De op 12 februari 1584 te Antwerpen geboren Kaspar van Baerle, die zich nooit openlijk had uitgesproken voor de remonstranten, werpt zich tijdens de Synode wel op als verdediger en bleek hij duidelijk sympathisant te zijn. Nu kregen de remonstranten het zwaar. De opvolger van ds. Van Baerle, ds. Abraham la Faille, werd afgezet omdat hij 'de acte van stilstand' weigerde te onderteken en kwam vervolgens als remonstrants predikant nergens meer aan de bak. Behalve dan dat hij werd gevangengezet.
Nadat de synode had plaatsgevonden, werd de gereformeerde kerk gezuiverd van alle remonstrantse predikanten en sympathisanten. Zo werd Van Baerle dan ook uit zijn nieuwe functie aan de Leidse universiteit verwijderd
53.
Van Baerle zou door de vroedschap van Amsterdam in 1630 tot professor wijsbegeerte aan de hogeschool worden aangesteld. Hij zou daar blijven werken tot zijn dood in 1648. Van Baerle was een liefhebber van het Latijn en schreef daarin menig gedicht. Hierdoor zou uitgroeien tot een van de beroemdste Nederlandse dichters. Zijn vriendschap met P.C. Hooft was hecht en Vondel schreef zijn grafschrift dat hij als nationale beroemdheid kreeg in de Nieuwe kerk te Amsterdam: Hier sluimert Baerle neffens Hooft
Geen zark hun glans noch vriendschap dooft.
Hooft zou enkele dagen later komen te overlijden
54.
Zo'n 250 jaar later zou in alle Nederlandse kranten het verhaal verschijnen over de grote beroering die een vrouw bracht die bekend stond als iemand met een "diep geestelijk leven". "Ze kon praten als de Zwaarste dominé en doorspekte haar vermaningen, leerlingen en opwekkingen met Bijbelteksten." Haar woorden hadden naar het schijnt ook gezag. Ze had een aanzegging ontvangen dat ze - net als koning Hizkia van Juda (van 725 - 696 vOJ) - een verlenging van haar leven zou krijgen. En daarmee zou haar sterfdag komen op 27 juli 1924.
En zoals we tegenwoordig al vermoeden... er gebeurde niets, behalve dan dat ze haar geloofwaardig was kwijtgeraakt
55.
De windvaan - een staande haan - is bijzonder en origineel, vanwege de samenstelling uit twee kleuren metalen.
Donderdagochtend 30 oktober 2003 bleef een van de kabels van een over zwiepende giek van een mobiele torenkraan achter de poot van de voormalige torenhaan hangen. Uiteraard met het gevolg dat het naar beneden viel en binnen de kerkgracht neerkwam. Na ruim een jaar werd er een nieuwe windvaan geplaatst, want de oude van geelkoper werd niet meer geschikt geacht.
400 jaar kerckedienaers van de Nijewe Tonghe / D.W. Exalto. - Nieuwe Tonge : [s.n.], 2015 ISBN 978-90-90-29124-6
De nieuwe is in eigen beheer van de Gemeente Middelharnis gemaakt door de medewerkers Joop van der Valk en Arie Wervers. Ook de nieuwe windhaan is gemaakt van geelkoper, maar heeft een kam en staart van roodkoper. Ook nu kwam er weer een torenkraan aan te pas om het de 4e november 2004 terug te plaatsen.
Ze zullen echter nog voor een derde keer terug moeten komen. De eveneens teruggeplaatste naar het noorden wijzende pijl was verkeerd gezet en wees naar het zuiden
56.
Driemaal is scheepsrecht en alle goede dingen bestaan in drieën, zullen we maar zeggen.
Aan de Kerkring zien we het voormalig wijkgebouw van het Groene Kruis met op de verdieping de zusterswoning. Het Groene Kruis-teken is van het gebouw verwijderd, al zijn de boorgaten van de plek waar het gezeten heeft boven de poorttoegang - met open halletje - nog zichtbaar. Na een jaar bouwen werd het pand zaterdag 23 februari 1957 met een speech van dokter De Man geopend. In zijn openingstoespraak zette hij uiteen door wie het pand gefinancierd is. Uit de Zwitserse hulpactie Chaine de Bonheur, die Radio Lausanne na de Watersnoodramp opzette, kreeg Nieuwe Tonge ƒ 35.000. De gemeente zorgde voor een obligatielening van bijna ƒ 18.000 en een renteloze lening van ƒ 11.725. Het kinderfonds stortte ƒ 1000 en de bevolking ƒ 2000. Totaal ruim ƒ 63.000. Het benodigde restant werd renteloos voorgeschoten door modern industrieel ir. C. Verolme.
Het gebouw is een ontwerp van architect Oosterom. De gemeente-architect De Kleer was bij het bouwen uitvoerend toezichthouder. Het pand werd opgeleverd door metselaar H. Mackloet, timmerman J. Mosselman, schilder P. Karels, smid J. Abresch en elektricien A. Th. Schipper
57.
En dan zien we opeens een andere kandidaat van de "plons!" voorbijkomen. Er zwemt namelijk een schildpad voorbij in de kerkgracht.
Tegenover de zuidelijke kruisarm van de kerk, in een pand uit 1878, treffen we een breed gemaakt voorgevel een fraai georiënteerd glas-in-loodraam
58.
Het pand ernaast laat een ingemetseld keramieken waterpeil van de beruchte 1 februari 1953 zien. Hieruit blijkt dat wij geheel onder water over straat zouden lopen.
Vervolgens trekt de kerkgracht weer onze aandacht. Een eend dat in de gracht zwemt - kennelijk zijn ze toch weer teruggekomen - wil graag over een loopplankje de kant op. Zenuwachtig zwemt ze heen en weer voor het plankje. Ze moet wachten, want een ander is haar voor. Echter deze gaat tergend langzaam naar boven. Het betreft een ander schildpad dat moeizaam de steile helling ophoog gaat.
Wat dat betreft zijn er dus voldoende kandidaten om een "plons!" te veroorzaken. Wie er voor het geluid dat wij hoorden verantwoordelijk was, zullen we nooit achterhalen.
We zijn inmiddels aangekomen bij de aansluiting op het Korteweegje. Deze lopen we in en gaan via de Zuidelijke Achterweg naar de Zuiddijk.
Hier treffen we een pand dat aan het begin van de twintigste eeuw is geplaatst. De eerste gedachte van het hoofdpand uit 1914
59
is, dat het om een voormalig kerkgebouw gaat.
"Melissant" staat er met grote letters boven de dubbeldeurige ingang. De ramen aan weerszijde van de ingang hebben beiden aan de bovenzijde een uitsparing in de muur gekregen dat in boog eindigt. Boven de deur is een soortgelijke ronding terug te vinden als deurluifel in dezelfde kleur blauw als de letters van Melissant dat hierboven en gecentreerd tussen uitsparingen staat.
Onder de windveren en visueel tussen de uitsparingen en begin en einde van de letters treffen we nog een ronde uitsparing in de muur aan.
Vooral het beeld van de hoge uitsparing boven de ramen en de cirkeluitsparingen doen deze gedachte van een voormalige kerk ontstaan.
Het blijkt echter te gaan om een voormalig schoolgebouw
60.
Het pand werd in 1990 betrokken door de firma Melissant van het echtpaar Dick Melissant (1950-2022) en Lenie Melissant-van Zielst die in hun winkel woningstoffering, dames-, heren- en kinderconfectie en huishoudtextiel verkochten. Dit verkochten ze daarvoor in drie kleine pandjes op de Molendijk.
Nieuwe Tonge in de jaren '50 / Miny Vroegindewey (samenstelling). - Klaaswaal : Deboektant, 1990. - ISBN 90-71802-50-7 ƒ 34,50
Op de Molendijk was de vader van Dick, Cor Melissant - die in de volksmond Cor de koopman werd genoemd - in 1929 vanuit Herkingen met zijn handel neergestreken.
Cor Melissant, kreeg als 'markante' Nieuwe Tongenaar op vrijdagmiddag 9 november 1990 uit handen van burgemeester J.G. (Jenny) Sleurink-Rabbinge het vers verschenen fotoboekje Nieuwe Tonge in de jaren '50 dat door boekhandelaar Leen Vroegindeweij uit Middelharnis werd gepresenteerd.
Aan het einde van 2019 stopten ook Dick en Lenie, inmiddels 69 en 67, met de zaak
61.
Aan de andere kant van de Zuiddijk, in de hoek met de Westdijk zou -traditioneel gesproken - de haven van Nieuwe Tonge hebben moeten liggen. In het verlengde van de Westdijk ligt de in elk dorp voorkomende Voorstraat. Met daarbij in de buurt het raadhuis. Het raadhuis zien we al boven de rest van de behuizingen uitsteken.
In de Westdijk zouden we de Kaai moeten kunnen herkennen.
Maar er is hier geen haven in velden of wegen te vinden!
havenoptie 1 te Nieuwe Tonge
Caarte vande Oude Tonge inde Heerlykheyt ende lande van Grys Oort. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
havenoptie 2 te Nieuwe Tonge
Caarte vande Nieuwe Tonge inde Heerlykheyt ende lande van Grys Oort. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
detail Over Flackee
Kaart van Zeeland, anonymous, 1725 - 1744
bron: Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-AO-15-12
Voor de haven van Nieuwe Tonge moeten we kijken naar Battenoord - dat verwijst naar een krib (van rijshout) in de rivier
62.
Maar hoe daar te komen?
Het Noordland werd, zoals we al eerder aangaven, in 1461 bedijkt. De eerste tijd klotste dan ook het zeewater over het pas vanaf 1505 omdijkte Klinkerland.
De Polder van Batenoord was in feite het eerste en daarmee oudste deel van Nieuwe Tonge - toen ook nog aangeduid als Nieuwer Kerk - dat op 8 oktober 1454 tot bedijking werd uitgegeven
63.
Wanneer we de inpolderingsjaren en enige kaarten van de zeventiende en achttiende eeuw bekijken lijkt het, alsof Nieuwe Tonge via diverse kreken - mits ze niet door een dijk zijn afgedamd - over het water te bereiken was.
De detailkaarten uit het Voorne caart-boeck suggereren een haven bij De Scheirringe64
of De Schierringe65
van Het Scheyt66
of Den Uyt Slag67.
Een enkele kaart laat duidelijk een doorvaart onder de dijk door zien, door een verhoging van de dijkweg te tekenen.
De detailkaart van Over Flackee op de Kaart van Zeeland suggereert een verbinding via de Boomvliet dat tussen Dirksland en Sommelsdijk uitmondt in de Harinck Vliet.
Maar de Vlieger zou - uitmondend in het Haringvliet bij Middelharnis - ook een optie kunnen zijn.
Boers geeft aan dat de Bieningen bij Herkingen ook de Vlieger genoemd wordt
68.
Aangezien het echter gebruikelijk was om de kreken af te dammen, liggen deze opties niet voor de hand, tenzij er een doorvaart is gecreëerd.
Een meer voor de hand liggende optie is om toch richting de nieuwe haven van Battenoord te kijken. Immers voor de inpoldering had de kreek dat nu als Klinkerlandsche Wetering wordt aangeduid een traditionele havenverbinding tot bij de kern van Nieuwe Tonge. Al was het maar voor kort, namelijk vanaf 1461 tot 1505. Maar ook toen had men nog geen glazen bol, waarin de tijdelijk aard van de haven zichtbaar was.
detail Waeteringe bij Nieuwe Tonge
bron: Zuid-Holland : ±1892-1914 : schaal 1:25.000 / Carel Brendel, Anoek van der Leest, Huib Stam (samenstelling, redactie); Ed Schilders (eindredactie). - Grote historische topografische atlas. - Tilburg : Nieuwland, 2005 (Tweede druk, 2008). - ISBN 90-8645-005-3. - No 580 (Verkend in 1876. Gedeeltelijk herzien in 1899.) en No 579 (Verkend in 1903.)
Bij de bedijking van het Noordland in 1461 zal de huidige siersloot - die we nog gedeeltelijk parallel aan de huidige Weistraat zien lopen en nu eindigt in de pastorietuin - afgedamd zijn door de huidige Zuiddijk. Het werd in die periode aangeduid als 's landts Waeteringe, Scheijsloot of Dorpsbrantsloot. We komen deze kreek later ook nog tegen op een kloosterkaart.
Uit opgravingen tijdens sloopwerkzaamheden in de Westerstraat, waarvoor sinds 1953 het Wederopbouwplan was bedacht, werden er ducdalf of dukdalf koppen gevonden. En laat de Westerstraat nu precies het hoekje zijn waar je haven zou kunnen verwachten
69.
Een Ducdalf een verbastering van duc d'Albe - de beruchte hertog van Alva, Fernando Álvarez de Toledo (1507-1582), die ook zwartgekleed was en een witte kraag droeg
70.
Vanwege deze jaartallen mogen we gerust stellen dat we te maken hebben met meerpalen in plaats van dukdalven.
Een gedachte over de situatie net voor de bedijking van het Noordland in 1461 is, dat deze siersloot en de Klinkerlandsche Wetering een en dezelfde kreek was, dat uitmondde in De Diepe Kreeke en vervolgens in De Bieningen of Grevelingen.
Dat er vissersvaartuigen van Nieuwe Tonge waren, bewijzen de lettertekens die er voor Nieuwe Tonge zijn uitgegeven: NTO
71.
De bovenstaande vraagtekens en onzekerheden die bij de havengeschiedenis van Nieuwe-Tonge geplaatst zijn, kunnen eventueel weggenomen worden door een onderzoek dat ondersteund wordt door archeologische opgravingen.
St. Jacobs Polder, 1695
Caarte vande Nieuwe Tonge inde Heerlykheyt ende lande van Grys Oort. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
St. Jacobs Polder, 1753
Sint Jacobspolder onder jurisdictie van Nieuwe Tonge
Kaarte van het eyland Overflakkee / D.W.C. Hattinga en A. Hattinga. - [s.n.] : [S.l.], 1753
bron: Zeeuws Archief, Atlassen Hattinga, nr 198
Een andere polder die ook onder de jurisdictie van Nieuwe Tonge viel, was de Sint Jacobspolder. Deze polder lag net ten oosten van het haventje van Battenoord. Het werd in 1502 voor het eerste ter bedijking uitgegeven. Lang bleef het niet droog. Enkele dijken begaven het en het zou een eeuw duren voordat het in 1648 opnieuw werd bedijkt.
De dijk van de polder was niet bestand tegen de watervloed van 26 januari 1682 en stroomde weer onder water. De schade werd hersteld en men had weer lange tijd profijt. Op de 14 november 1775 werden er opnieuw bressen in de dijk geslagen
72.
Op donderdag 12 maart 1778 zal op het Raadhuis van Nieuwe Tonge opnieuw de bedijking van de geïnundeerde Polder van St. Jacob van een lengte van 590 Roeden openbaar worden aanbesteed. Uitgaande van een Rijnlandse roede (= 12 voet) zal dit à 3,767m voor een roede uitkomen op ruim 2,2 kilometer. Tegelijkertijd wordt ook de leverantie van 5000 lasten Vilvoortse-steenen en 12.000 eiken paaltjes "lang 4 voeten en zwaar over kruis 4 duim". De bestekken hiervoor zijn in te zien bij de "Secretarye van Nieuwe Tonge", "ten Huize van den Heer Rentmeester Johan Corn. Smolders" in Oude Tonge en in Den Bommel "ten Huize van de Landmeeter Johannis van Weel". Van Weel had voor de herdijking al op 9 augustus 1776 een tekening gemaakt
73.
Kennelijk gaat er iets niet zoals gewenst, want we horen niets meer over deze aanbesteding
74.
Immers, het blijft voor de particuliere ondernemingen een afweging of men opnieuw gaat investeren of dat men het verlies neemt. Kennelijk hadden zowel de Ambachtsheeren als de eigenaren van de Polder er nog fiducie in
75.
Sindsdien is de Sint Jacobspolder aan de elementen overgelaten.
Lange tijd, zoals o.a. op de Kadastrale kaart 1811-1832 te zien is, treffen we nog herinneringen aan van de polder in de vorm van een stuk dijk en gorzen dat de naam St. Jacobs Gors draagt
76.
Tegenwoordig vinden we er niets meer van terug.
Aan het raadhuis zijn een aantal opvallende elementen te ontdekken, waaronder het wapen dat we als eerste tegenkomen, wanneer we er langslopen.
Het wapen van Nieuwe Tonge is - vanwege zijn oorsprong - dezelfde als die van de heerlijkheid Grijsoord
77.
In 1798 omschreven door Bakker omschreven als "een groen Schild, met een Dwarsbalk doorsneeden, van onderen blaauw en van boven wit
78.
Dit zou echter al snel van "lazuur, beladen met een fasce van goud" worden
79, dat net als Oude Tonge en Middelharnis gebaseerd was op het wapen van de heerlijkheid Grijsoord.
Het voormalig raadhuis op de Voorstraat 2 werd in 1927 gebouwd naar een traditionalistisch ontwerp van de architecten J. van Vliet en J. van Bokkum. De werkzaamheden, onder leiding van architect P. Mast uit Sommelsdijk, zijn in juni als volgt vergund: Het metselwerk aan meester metselaar Louis van der Velde (Herkingen, 26-12-1885 - Rotterdam, 25-12-1943), het timmerwerk aan meester timmerman Cornelis Pieter Gilles Holleman (Nieuwe Tonge, 23-3-1898 - Rotterdam, 20-10-1980), het schilderwerk aan L. Karels & Zoon en het smidswerk aan Gebr. Tieleman.
Met het slopen van het oude gemeentehuis werd in juli meteen begonnen. Tijdens de bouwwerkzaamheden aan het eind van augustus viel de opzichter I.J. v.d. Broek van de stelling, waardoor hij twee ribben brak. Hij ontving de nodige geneeskundige hulp.
Van de afgebroken - volgens de jonge reiziger, niet zeer aanzienlijke - voorganger, dat in 1830 van binnen nog geheel was vernieuwd en doelmatig was verbouwd, is het - relatief grote - Justitia-beeld (1776) een overblijfsel. Ook de door Johannes Specht in 1765 gegoten klok werd overgenomen
80.
Een nog oudere voorganger van het raadhuis zou midden in de zestiende eeuw door een zware brand zijn verwoest
81.
Ten tijde van de Bataafse Republiek, aan het einde van 1798, werd een inwoner van Nieuwe Tonge, Anthony Peter Anemaet op dertigjarige leeftijd voorgedragen en in de vergadering aangenomen als Burger Agent tot het waarnemen van 't Bailliuwschap van Middelharnis. Hij zou zeer bekwaam zijn en "van een extra goed gedrag"
82.
Hij zal als Schout en Secretaris te Stadt aan 't Haringvliet al op 37-jarige leeftijd overlijden.
De bruto en netto arbeidstijden in Nieuwe Tonge rond 1905.
Waarbij opgemerkt wordt dat de netto werktijden van het koeien wachten of hoeden - veelal gedaan door kinderen - gelijk is aan de bruto uren
bron: Algemeen overzicht van den oeconomischen toestand der landarbeiders in Nederland / Staatscommissie voor den Landbouw. - 's-Gravenhage : Langenhuysen, 1908. - p. 203
Hij overleed 's ochtends zeer vroeg, om half twee op 14 april 1805 aan een uitterende ziekte. Zijn executeurs Testamentair beschrijven Anthony Pieter Kerwal Anemaet als iemand met een braaf karakter
83.
Na het - onder een goede hoek - zien van de fraai vormgegeven windvaan, staan we alweer op de Kerkring.
Schuin tegenover de brug over de kerkgracht stond op de plek waar sinds 2004 op de nummers 2 en 3 nieuwbouw staat het logement, herberg en hotel van Jb. van Paasschen en later van T.H. Holleman, L. Ossewijer/Osseweijer met de namen logement De Oranjeboom en Hôtel d' Oranjeboom. Later werd het slechts een café, waarna het doek viel
84.
We lopen de omgekeerde route weer terug naar de wagen. Zodoende zien we nu het pand dat tegen de voormalige school aan de Nieuwstraat is gebouwd. Hierbij vallen zowel de prachtige hoge keramische schoorsteenkappen met rookzuiger, als de gemetselde schoorsteenuiteinden op.
En even later rijden we alweer via de Zuiddijk en smalle Molendijk het dorp uit.
Halverwege, tegenover de Burgemeester Overdorpstraat, zien we echter de korenmolen staan, waarnaar de Molendijk is vernoemd. En dus parkeren we de wagen even, om deze molen te aanschouwen.
S Kaartboek van de landen behoord hebbende aan het klooster der Maria Magdalena Regulieren van Bethanien te 's Gravezande, vervaardigd op last van den prior Anthonis Pieterz. van Oudenhoven door Coenraet Oelenzn., bevattende zeven en twintig kaarten. Betreft: 's-Gravezande, Monster, Loosduinen, Poeldijk, de Lier, Maasland, Rijswijk, Heenvliet, Nieuwe Tonge.
bron: Nationaal Archief: 4.VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870). - NL-HaNA_4.VTH_S_0030-00013001977 - (CC0)
Het verhaal van molen 29799d’ Oranjeboom uit 1768 wordt samengevat in zijn stichtingsteen:
Deese moole Genaemt Oranje boom
is Gestigt door
Arent zoon en Leyntie van Kasant
Den Eersten Steen aen deesen moolen
is gelegt door den Jongen Huibregt
Samuel van Der Burgt aengehuuwde
zoon van den H. Sebastiaen Anemaet
bailliuw Van Klinkerland Schout Secre-
taris van de Nieuwe Tonge
Jan Dekker 17 5/16 68M molemaker
Deze gevelsteen in Lodewijk XV-stijl met in het midden een Oranjeboom
85 kent - door de tijd heen - vele kleurverschijningsvormen. Nu heeft een zwarte achtergrond waarop met witte letters de tekst is geschreven. De oranjeboom heeft een oranje kruin en witte stam dat geaard is in blauwe grond. De omlijsting is boven tot en met de eerste krul rood. De tweede krul is half wit gevolgd door blauw. Ook de onderzijde van de omlijsting is blauw.
Dit zal de Nederlandse vlag willen verbeelden.
In 1973 staat de tekst met blauw en goud op de steen. Welke kleuren de rest had, wordt niet vermeld
86.
Deze ronde grondzeiler had een standardmolen als voorganger, volgens een kaarttekening uit 1566 van Coenraet Oelenzn
87.
In de namen van de stichters van Arent zoon en Leyntie van Kasant kunnen we het echtpaar Arend Zoon of Aren Zoon en Leentje van Kazant, Lijntje van Kadzant of Lijntje van Kadzand herkennen. De molen zou enkele generaties lang in de (aangetrouwde) familie blijven.
Zijn ouders waren Abraham Zoon en Lena Verweij en haar ouders waren Jacob van Kazant en Grietje Deugd.
Arent en Leyntie krijgen meerdere kinderen, waaronder Abraham (~Nieuwe Tonge, 13-12-1772 - Nieuwe Tonge, 10-5-1844).
Abraham zal in 1801 trouwen met Tannetje Hartman. Zij krijgen ook meerdere kinderen, waaronder Jacob Zoon (Nieuwe Tonge, 24-2-1807 - Nieuwe Tonge, 5-7-1878) en Lijntje Zoon (Nieuwe Tonge, 10-11-1809 - Zierikzee, 8-12-1889).
Lijntje trouwt in 1836 met Dirk Gerrits Landheer (1803-1890). Zij kregen ook meerdere kinderen, waaronder Tannetje Adriaantje Landheer (Oude Tonge, 19-10-1839 - Schoonhoven, 11-3-1912) die zou trouwen met Adriaan van den Berge (1845-1901), Abraham Landheer (Oude Tonge, 20-4-1842 - Nieuwe Tonge, 4-12-1883), Dirk Abraham Landheer (Oude Tonge, 17-11-1846 - Mijnsheerenland, 27-4-1929) en Aren Landheer (Oude Tonge, 2-11-1849 - Ouddorp, 26-10-1910)
88.
Tussen 1969 en 1971 werd de molen ingrijpend gerestaureerd om het weer terug te brengen in maalvaardige toestand. Ook in 1983 werd de molen gerestaureerd, waarbij een bij de vorige restauratie gemaakte fout - de binnen- en buitenroede werden bij het steken verwisseld - eveneens werd hersteld. De goedkope restauratie van '71 bleek dus duurkoop geworden te zijn toen er in 1984 ƒ 45.000 afgetikt mocht worden. Ook in 2008 en tussen 2016 en 2017 werden er de noodzakelijke onderdelen vervangen
89.
Op de eenvoudige groen geverfde baard met witte bies staat sinds 1971 Anno 1768 en d'Oranjeboom geschreven.
Daarvoor stond er op de voorganger van de baard Anno 1768 met daaronder W.A. v. ALPHEN90.
W.A. van Alphen Pz. of Willem van Alphen en zijn zoon Pieter zijn de laatste molenaars die molen beroepsmatig lieten draaien tot ca. 1960
91.
Vóór vader en zoon Van Alphen zijn de volgende eigenaren en molenaars bekend.
De stichters Arent zoon en Leyntie van Kasant (1768 - ....).
Abraham Zoon (.... - ....).
Jacob Zoon (.... - 1869).
Abraham Landheer (1842-1883), neef van Jacob Zoon (1869 - 1883).
Jannis Abraham Brevet (1884 - 1890).
Aren Landheer (1849-1910), broer van Abraham Landheer (1890 - 1910) - molenaar Adriaan van den Berge (zwager).
Cornelis Pape (1910 - 1920).
Lieven Braber (1879-1958), (1920 - 1936) en zoon Jan Cornelis Braber (1909-1994), die als 22-jarige met de vrachtauto een aanrijding had op het Zandpad. Ook was P. v. A. in 1934 molenaar.
D. Wittekoek was eigenaar, maar geen molenaar (1936 - ....). P. van Alphen W.Az deed per 1-1-1950 de zaak over aan zijn zoon W.A. van Alphen Pz. Hij zou zijn vrienden en begunstigers tot en met 1968 als molenaar een voorspoedig jaar wensen
92.
Wanneer de gemeente de molen van W.A. van Alphen Pzn. voor ƒ 10.000 in 1965 overneemt, blijkt dat de ambachtsvrouwe van de heerlijkheid Grijsoord, de Gravin de Chambure-Cuypers, nog jaarlijks ƒ 115 windrecht van de molenaar W. van Alphen incasseert. En zolang de molen bestaat, zal dit windrecht betaald moeten worden
93.
Na de overname van de molen door de gemeente en vervolgens door Molenstichting Goeree-Overflakkee in 1988 hebben diverse molenaars zich ingezet om de molen draaiende te houden, zoals gemeentemolenaar David Blok (1971-1993), Ad Meijer (1995-2003) met assistent Martijn Kom, Martijn Kom en assistent Ronald van Burg (2003), Jan Joppe met assistent Cor Brock (2007-2016) en Johan van Kaam (2018)
94.
Vervolgens lezen we op de stichtingssteen dat Huibregt of Huebregt Samuel van der Burgt, de schoonzoon van den H. Sebastiaen of Sebastiaan Anemaet, de eerste steen heeft gelegd. Wie deze schoonzoon is en met welke dochter van Anemaet hij getrouwd is, blijft een raadsel
95.
Over de Meester Molenmaker en Timmerman Jan Dekker is meer bekend. Zo was hij in 1785 gevestigd aan de Ouden Dyk buiten Rotterdam. Het boekwerkje Molenleven in Rijnland laat weten dat hij naast het maken van graanmolens, ook watermolens maakte, waarbij ook de benodigde herstelplannen en vervangschema's voor onderdelen werd meegeleverd
96.
Jan Dekker was getrouwd met Johanna Maria Revel. Hij overleed in Kralingen op 31 juli 1806 rond 7 's avonds, bijna 80 jaar. Hij zal geboren zijn aan het eind van 1727 of begin 1728
97.
Nadat we bij de molen de Molendijk nog even hebben vastgelegd, rijden we nog een rondje om het dorp om via de Westdijk, Duivenwaardsedijk en Wellestrijpsedijk naar Herkingen te rijden.
noten:
1.
Spijk, p. 681-691 (in: De Ommelanden / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-63-3. - p. 681-691);
2.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 364-365 Nieuwe Tonge;
3.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 maart 1986 | pagina 2 Uit de Historie Nieuwe Tonge (II) 1) Over de kerk in 't algemeen / J.L. Struik; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 216;
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Nieuwe Tonge, p. 8;
4.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 juli 1949 | pagina 1 Kent gij goeree & Overflakkee? 3. Nieuwe Tonge / C.M.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 maart 1986 | pagina 2 Uit de Historie Nieuwe Tonge (II) 1) Over de kerk in 't algemeen / J.L. Struik;
400 jaar kerckedienaers van de Nijewe Tonghe / D.W. Exalto. - Nieuwe Tonge : in eigen beheer, 2015. - ISBN 978-90-90-29124-6. - p. 26-27, 126;
5.
ligplaatsen:
Groot woordenboek der Nederlandse taal : Tweede deel J-R / Van Dale. - Utrecht : Van Dale Lexicografie, 1984. - ISBN 90-6648-403-9
1. plaats waar een zaak ligt, opgeslagen is
- gelegenheid om te liggen, m.n. voor schepen
2. slaapplaats
Deze verklaringen liggen niet voor de hand. Hoogstens betekenis 2. bedoeld voor bijvoorbeeld koeien, paarden of ander vee dat mogelijk op deze boerderij gehouden werd óf t.b.v. de uitbreiding van de menagerie;
Een andere betekenis zou kunnen die van rustplaats in de buitenlucht, voor degenen die tbc hebben. Een soort van sanatorium, een herstellingsoord waar patiënten kunnen herstellen van tuberculose. Dit fenomeen deed zich in de eerste helft van de twintigste eeuw veelvuldig voor.
400 jaar kerckedienaers van de Nijewe Tonghe / D.W. Exalto. - Nieuwe Tonge : in eigen beheer, 2015. - ISBN 978-90-90-29124-6. - p. 26, 126-127;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 juli 1925 | pagina 3 Aanbesteding [gevestigd aan de Groene Hilledijk 209 Rotterdam];
6.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:
Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Nieuwe Tonge, Zuid Holland, sectie A, blad 03 (MIN08126A03) object 514;
Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Middelharnis, Zuid Holland, sectie B, blad 005 (OAT08126A015) object 514;
7.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 maart 1986 | pagina 2 Uit de Historie Nieuwe Tonge (II) 1) Over de kerk in 't algemeen / J.L. Struik;
400 jaar kerckedienaers van de Nijewe Tonghe / D.W. Exalto. - Nieuwe Tonge : in eigen beheer, 2015. - ISBN 978-90-90-29124-6. - p. 12;
8.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 maart 1986 | pagina 2 Uit de Historie Nieuwe Tonge (II) / J.L. Struik;
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Nieuwe Tonge, p. 4;
9.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Nieuwe Tonge, p. 4;
10.
Beschryvinghe van alle de Neder-landen, anderssins ghenoemt Neder-Duytslandt / M. Lowijs Guicciardijn; Cornelium Kilianum (vertaling). - T'Amsterdam : ghedruckt by Willem Jansz, 1612. - p. 270;
11.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 364-365 Nieuwe Tonge;
13.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 juli 1960 | pagina 6 Nieuwe Tonge heeft goed sluitende begroting 1963 Restauratie toren;
15.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 364-365 Nieuwe Tonge;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 mei 1966 | pagina 10 Herv. Gemeente Nieuwe-Tonge nam gerestaureerde kerk officieel in gebruik;
17.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 mei 2009 | pagina 4 Nieuwe-Tonge weer bij de tijd / Hans Villerius [met foto's];
19. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
215;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 juli 1949 | pagina 1 Kent gij goeree & Overflakkee? 3. Nieuwe Tonge / C.M.;
21.
Delpher:
Dagblad van 's Gravenhage, 08-06-1829 Familiebericht;
genealogie Stamboom Van Koert / Rob van Koert » Johannes Christiaan Hooijkaas (1829-1870);
dbnl Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde : 1895. - Leiden : E.J. Brill, 1895. - Levensbericht van Isaäc Hooykaas. / H. Oort p. 2 noot 1;
22.
Delpher:
Opregte Haarlemsche Courant, 28-07-1831 Familiebericht;
dbnl Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde : 1895. - Leiden : E.J. Brill, 1895. - Levensbericht van Isaäc Hooykaas. / H. Oort p. 2 noot 1;
23.
Delpher:
Dagblad van 's Gravenhage, 17-09-1832 Familiebericht;
Opregte Haarlemsche Courant, 15-09-1832 Familiebericht;
dbnl Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde : 1895. - Leiden : E.J. Brill, 1895. - Levensbericht van Isaäc Hooykaas. / H. Oort p. 2 noot 1;
25.
Delpher:
Dagblad van 's Gravenhage, 25-10-1837 Familiebericht;
Opregte Haarlemsche Courant, 26-10-1837 Familiebericht;
Opregte Haarlemsche Courant, 31-08-1894 Dr. I. Hooykaas. : 1838-94;
Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland : Vierde deel Heyden-Klerk / J.P. de Bie, J. Loosjes (redactie). - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1931. - p. 290;
dbnl Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde : 1895. - Leiden : E.J. Brill, 1895. - Levensbericht van Isaäc Hooykaas. / H. Oort p. 57;
27.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 8 december 1915 | pagina 2 Nieuwe Tonge;
28.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 23 juli 1924 | pagina 2 Verslagen;
Maas- en Scheldebode | 23 juli 1924 | pagina 2 Gemeenteraad;
Delpher:
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 05-06-1924 De kerkgracht te Sommelsdijk;
32.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 september 1956 | pagina 3 Keermuur in Kerkgracht wordt verbeterd;
33.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 maart 1999 | pagina 39 Gemeente knapt kerkgracht in Nieuwe Tonge op / Piet Kleemans;
34.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 29798
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 364-365 Nieuwe Tonge;
Delpher:
Rotterdamse courant, 15-09-1810 Advertentie [k2a11];
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 maart 1986 | pagina 2 Uit de Historie Nieuwe Tonge (II) 1) Over de kerk in 't algemeen / J.L. Struik;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 november 1992 | pagina 13 Begraven in Nieuwe Tonge (10) In en ronde de kerk / Jan Both; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
214-214;
35.
Delpher:
Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit / P.C. Molhuysen. - 's-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1913-1924 p. 127;
Universiteit Leiden Cataloque;
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek : Vijfde deel / P.C. Molhuysen, P.J. Blok (redactie). - Leiden : A.W. Sijthoff, 1921. - p. 20;
36.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 117.132;
37.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 196.792;
38.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 29798
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 364-365 Nieuwe Tonge;
400 jaar kerckedienaers van de Nijewe Tonghe / D.W. Exalto. - Nieuwe Tonge : in eigen beheer, 2015. - ISBN 978-90-90-29124-6. - p. 13;
39.
Delpher:
Christelijke encyclopædie voor het Nederlandsche volk : zesde deel / F.W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullman (redactie). - Kampen : Kok, 1926-1931 p. 150;
De leertucht over de leden der Kerk / Joh. Jansen. - Kampen : Kok, 1936 p. 25-26;
Bavianen en slijkgeuzen : Kerk en kerkvolk ten tijde van Maurits en Oldenbarnevelt / A.Th. van Deursen. - Franeker : Van Wijnen, 1994. - p. 330;
De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs / G.J. van Bork, P.J. Verkruijsse (redactie). - Weesp : De Haan, 1985. - p. 60;
Repertorium van geschiedschrijvers in Nederland 1500-1800 / E.O.G. Haitsma Mulier, G.A.C. van der Lem (samenstelling). - Den Haag : Nederlands Historisch Genootschap, 1990. - p. 20;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 maart 1986 | pagina 2 Uit de Historie Nieuwe Tonge (II) 3) De remonstrantse tijd / J.L. Struik;
40.
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 10-11;
41.
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 6, 8, 15, 17;
42.
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 45-46, 89;
99
43.
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 89;
Wikipédia Pierre Brully;
44.
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 89;
Wikipédia Guy de Bres;
45.
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 88;
46.
De Nationale Synode van Dordrecht 1578 : Gereformeerden uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden bijeen / D. Nauta, J.P. van Dooren. - Amsterdam : Buijten & Schipperheijn / Bolland, 1978. - ISBN 90-6064-324-0. - p. 9;
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 90-91;
47.
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 95-96;
48.
Vrije Friezen : Momenten uit de kerkgeschiedenis van Friesland / L.H. Oosten. - Heerenveen : Groen, 2012. - ISBN 978-90-8897-054-2. - p. 46-47;
49.
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 97;
50.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 januari 1954 | pagina 5 Ingezonden Caspar van Baerle en Nieuwe Tonge;
Opbouw | 8 oktober 1946 | pagina 4 Uit oude papieren XVI Onrust in Goedereede in 1618 (1);
400 jaar kerckedienaers van de Nijewe Tonghe / D.W. Exalto. - Nieuwe Tonge : in eigen beheer, 2015. - ISBN 978-90-90-29124-6. - p. 16, 18;
De lage landen bij de zee : Geïllustreerde geschiedenis van het Nederlandse volk / Jan en Annie Romein; P.J. Bouman, O. Noordenbos (bijdrage); H. van der Bijll (illustratieverzorging). - Utrecht : De Haan, 1949. - p. 279 (uitgave 1934: p. 280;
Wikipedia Twisten tussen remonstranten en contraremonstranten;
51.
Delpher:
Christelijke encyclopædie voor het Nederlandsche volk : zesde deel / F.W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullman (redactie). - Kampen : Kok, 1926-1931 p. 150;
52.
Krantenbank Zeeland:
Opbouw | 8 oktober 1946 | pagina 4 Uit oude papieren XVI Onrust in Goedereede in 1618 (1);
53.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 februari 1954 | pagina 3 Ingezonden Caspar van Baerle en Nieuwe Tonge (II);
Calvijn en de Nederlanden / Karla Apperloo-Boersma, Herman J. Selderhuis (redactie). - Apeldoorn : Instituut voor Reformatieonderzoek, 2009. - ISBN 978-90-79771-03-5. - p. 97;
400 jaar kerckedienaers van de Nijewe Tonghe / D.W. Exalto. - Nieuwe Tonge : in eigen beheer, 2015. - ISBN 978-90-90-29124-6. - p. 19;
54.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 februari 1954 | pagina 3 Ingezonden Caspar van Baerle en Nieuwe Tonge (II);
55.
Delpher:
De Standaard 29-07-1924 Aanzegging;
Grondslagen van het atheïsme / A.L. Constandse. - Rotterdam : Luigies, 1926. - p. 133-134;
Bijbel met uitleg: Statenvertaling Jesaja 38 5;
Wikipedia Hizkia;
62.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 maart 1986 | pagina 10 Uit de Historie Nieuwe Tonge (I) Haven in Battenoord / J.L. Struik;
63.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Nieuwe Tonge, p. 2-p. 3;
64. Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701]. -
p. 32;
65. Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701]. -
p. 31;
66. Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701]. -
p. 30;
67. Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701]. -
p. 28;
68. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
164;
Verkorte beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee voor schoolgebruik / B. Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1845 p. 37;
69.
400 jaar kerckedienaers van de Nijewe Tonghe / D.W. Exalto. - Nieuwe Tonge : in eigen beheer, 2015. - ISBN 978-90-90-29124-6. - p. 8-9
[Helaas is de vondst van de dukdalf koppen nog nergens anders gevonden];
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 april 1954 | pagina 6 Westerstraat te Nieuwe Tonge valt in het Wederopbouwplan;
70.
dwars : studentenblad Universiteit Antwerpen het laatste woord, 25/09/2015 dukdalf;
De Ommelanden : band 3 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-61-9. - p. 881-882;
71.
Delpher:
Beschrijving der Nederlandsche zeegaten : Deel I: Zeegat van Vlissingen en Schelde / C.J. de Jong (Pzn). - 's-Gravenhage : Ministerie van Marine, afd. Hydrographie, 1903-1905. - p. 65;
72.
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Zesde deel: I-K. - 1845. -p. 8;
Rijkswaterstaat Publicatie Platform Een korte beschrijving van het ontstaan van de huidige vorm van het Grevelingenbekken. : (tot 1954.) / J. Gooijer. - stagerapport 1978. - p. 13;
nationaal archief 4437 Kaart van de St. Jacobspolder onder de heerlijkheid van Grijsoord, behorende tot een project ter herbedijking. (geinundeerd 14 nov. 1775) NL-HaNA_4.VTHR_4437;
73.
Delpher:
Oprechte Haarlemsche courant, 19-02-1778 advertentie [k2a2];
Wikipedia Roede (lengtemaat);
nationaal archief 4437 Kaart van de St. Jacobspolder onder de heerlijkheid van Grijsoord, behorende tot een project ter herbedijking. (geinundeerd 14 nov. 1775) NL-HaNA_4.VTHR_4437;
75.
Beschouwing van de dijkbesturen en hoogheemraadschappen, in derzelver oorsprong, ontwikkeling en voortduring. - Rotterdam : Van der Meer & Verbruggen, 1839. -p. 110;
76.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:
Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Nieuwe Tonge, Zuid Holland (MIN08126VK1);
78.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Nieuwe Tonge, p. 4;
80.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 364-365 Nieuwe Tonge; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
215;
Delpher:
De jonge reiziger door Nederland / Jan A. Backer. - Amsterdam : D. M. Langeveld, 1790 p. 294;
Monumenten : Aanteekeningen over Goeree en Overflakkee / J.C. Overvoorde (in: Bulletin, jrg 8, 1907, no. 6, 1907 p. 201);
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 29 juni 1927 | pagina 1 Nieuwe Tonge;
Onze Eilanden | 16 juli 1927 | pagina 5 Nieuwe Tonge;
Maas- en Scheldebode | 31 augustus 1927 | pagina 2 Nieuwe Tonge;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 juli 1949 | pagina 1 Kent gij goeree & Overflakkee? 3. Nieuwe Tonge / C.M.;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 10 februari 1926 | pagina 4 hare Zaak heeft overgedaan;
Maas- en Scheldebode | 1 januari 1927 | pagina 7 advertentie;
Stadsarchief Rotterdam Huwelijksakte Gerard Marinus van Dongen en Lena van der Velde;
Stadsarchief Rotterdam Overlijdensakte Louis van der Velde;
Louis van der Velde (Herkingen, 26-12-1885 - Rotterdam, 25-12-1943) x Johanna Adriana Huizer;
Stoffel van der Velde x Maria Doornhein;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 23 oktober 1918 | pagina 3 Machiel van der Ham;
Onze Eilanden | 28 februari 1925 | pagina 6 Burgerlijke Stand.;
Maas- en Scheldebode | 14 maart 1925 | pagina 7 Burgerlijke Stand.;
Maas- en Scheldebode | 11 november 1925 | pagina 2 Nieuwe Tonge.;
Maas- en Scheldebode | 1 januari 1926 | pagina 9 advertentie;
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 23-10-1980 familiebericht;
openarchieven » Geboorte op 23 maart 1898 te Nieuwe-Tonge;
openarchieven » Huwelijk op 12 maart 1925 te Nieuwe-Tonge;
C.P.G. Holleman Pzn x M. Brooshoofd: Cornelis Pieter Gilles Holleman x Maatje Brooshoofd
Nieuwe Tonge, 23-3-1898 - Rotterdam, 20-10-1980
81. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 216;
82.
Delpher:
Resolutien van het Intermediair administratief bestuur, van het voormaalig Hollandsch gewest : Tiende Deel, 1798. - 's-Gravenhage : 'sLands Drukkerij, 1795-1806 p. 201;
85.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 maart 1986 | pagina 10 Uit de Historie Nieuwe Tonge (III) De korenmolen "Oranjeboom" / J.L. Struik;
87.
De Nederlandse Molendatabase D'Oranjeboom;
De Nederlandse Molendatabase D'Oranjeboom voorganger
broncitatie: De Molens op Goeree-Overflakkee : verleden, heden en toekomst / Jan Both. - Middelharnis : Molenstichting Goeree-Overflakkee, 1998;
89.
De Hollandsche Molen d'Oranjeboom;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 364-365 Nieuwe Tonge;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 november 1984 | pagina 1 Molen "Oranjeboom" met kap en wieken weer kompleet;
91.
De Hollandsche Molen d'Oranjeboom;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 maart 1986 | pagina 10 Uit de Historie Nieuwe Tonge (III) De korenmolen "Oranjeboom / J.L. Struik;
92.
De Hollandsche Molen d'Oranjeboom;
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 25 april 1895 | pagina 2 Advertentie;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 17 maart 1898 | pagina 4 Advertentie;
Maas- en Scheldebode | 31 december 1919 | pagina 6 Advertentie;
Onze Eilanden | 14 augustus 1920 | pagina 2 Nieuwe Tonge.;
WieWasWie BS Geboorte met Lieven Braber;
WieWasWie BS Huwelijk met Lieven Braber;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 juni 1958 | pagina 3 Familiebericht Lieven Braber;
WieWasWie BS Huwelijk met Jan Cornelis Braber;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 3 februari 1909 | pagina 2 Burgelijke Stand.;
Maas- en Scheldebode | 15 juli 1931 | pagina 2 Rechtzaken.;
Online Begraafplaatsen Jan Cornelis Braber;
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 18 juli 1934 | pagina 2 Rechtzaken.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 januari 1950 | pagina 4 advertentie overname molen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 december 1967 | pagina 15 advertentie;
95.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 juli 1949 | pagina 1 Kent gij goeree & Overflakkee? 3. Nieuwe Tonge / C.M.;
96.
Delpher:
Rotterdamse courant, 31-05-1785 advertentie Molenmakers-Knegts [k1,k2 2e 3*];
Molenleven in Rijnland : Bijdrage tot de kennis van het volksleven in de streek rondom Leiden / A. Bicker Caarten. - Leiden : Sijthoff, 1946 p. 104;
97.
Delpher:
Rotterdamse courant, 02-08-1806 familiebericht Jan Dekker;
98.
Delpher:
Rotterdamse courant, 13-07-1850 advertentie Jan Dekker;
internetraadpleging: 26-1 - 25-2-2024
"Plons!", Nieuwe Tonge
kerk, Nieuwe Tonge
Kerkring, Nieuwe Tonge
vis, Nieuwe Tonge
toegangshek kerk, Nieuwe Tonge
koor schip toren, kerk, Nieuwe Tonge
windvaan toren, Nieuwe Tonge
Kerkring, Nieuwe Tonge
schildpad #1, Nieuwe Tonge
glas-en-lood, Nieuwe Tonge
koor schip toren, kerk, Nieuwe Tonge
waterpeil 1-2-53, Nieuwe Tonge
schildpad #2, Nieuwe Tonge
"Melissant", Nieuwe Tonge
Zuiddijk, Nieuwe Tonge
raadhuis, Nieuwe Tonge
wapensteen, Nieuwe Tonge
vrouwe Justitia | 1776, Nieuwe Tonge
raadhuis, Nieuwe Tonge
raadhuis, Nieuwe Tonge
windvaan raadhuis, Nieuwe Tonge
Kerkring, Nieuwe Tonge
schoorstenen, Kerkring, Nieuwe Tonge
molen, Molendijk, Nieuwe Tonge
eerstesteenlegging molen, Nieuwe Tonge
Molendijk (ri noordoost), Nieuwe Tonge
Molendijk (ri zuidwest), Nieuwe Tonge
Herkingen
Wanneer we over de Wellestrijpsedijk naar Herkingen rijden, krijgen we meteen al de volgende graanmolen in beeld. Keken we ruim tien minuten geleden nog naar de molen van Nieuwe Tonge , in Herkingen heet de molen De Dankbaarheid (42003). Ook nu betreft het weer een korenmolen en een grondzeiler. Deze echter is een stuk jonger, het bouwjaar is namelijk 1841
1.
De molen heeft een herinneringssteen aan de eerstesteenlegging. Hierop staat te lezen: "De eerste steen
is gelegd op den
12 aug 1841 door
Willem Voorbeytel
Simons Zoon
Oud 13 jaren"
2.
't Gerecht, 1695
Caarte vande polders van Out en Nieuw Herckinge. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
Zoals we op de Caarte vande polders van Out en Nieuw Herckinge kunnen zien stond er op deze plek niet eerder een molen.
Wel troffen we op voormalige hoek van Den Schey Dyck / Den Klinckerlantsen Zeedyck, de huidige hoek Molendijk / Scharloodijk, een standerdmolen aan. Deze werd in 1754 afgebroken, zeer tegen de zin van de toenmalige korenmolenaar Johannes Goudswaard uit Dirksland
3.
Vóór de huidige molen zien we meeuwen in het nieuwe vernatte gebiedje bivakkeren, dat natuurgebied Paardengat is gaan heten. Deze naam is een verwijzing naar de eeuwenoude kreek Paarde Gat dat de basis vormt. De Galgeweg, dat halverwege over de kreek loopt herinnert nog aan t Gerecht dat hier op een aarden verhoging stond.
De kreek Het Paarde Gat droeg echter ook - gedeeltelijk - de namen De Oude Dee of Klaasjis Water, waarmee het samen met de Breede Gooi, oudtijds 't Bree Gooy, in verbinding stond met de Grevelingen
4.
Het Paardengat werd in 1532 genoteerd als 't Pardegat5.
Naast de naam zal de kreek Het Paardengat ook zelf veel wijzigingen ondergaan.
Zo werd er in de zomer van 1886, door een gedeeltelijk droogmaking, 16 gemeten land aangewonnen. Dit kwam ten voordele van de wed. J. van der Velde. Een geplaatst watermolentje zorgde vervolgens dat het droog zou blijven. Aangezien een Sommelsdijks gemet 4051 m² is, zo'n 20 x 200 meter, is het de totale aanwinst van ongeveer 65.000 m² best fors te noemen. Ook elders in de polder Kinkerland wordt er een nieuw windmolen geplaatst wegens de droogmaking in 1913
6.
Gezwommen werd er ook in de kreek Het Paardengat, soms al heel vroeg in het jaar. Zo waren in de laatste week van april 1905 al enkele jongens, gewoon in hun blootje, wezen zwemmen in het vroege voorjaar
7.
Terwijl er in de vorstperiode natuurlijk op het water werd geschaatst
8.
In het voorjaar van 1911 hadden enkele veldarbeiders - in dienst van J. v.d. V. in Herkingen - een meevaller toen ze de sloten aan het uitdiepen waren. Ze wisten zo'n 60 pond aan vette paling te bemachtigen, die veelal van ongekende grootte waren
9.
Herkingen, - later Oud-Herkingen - werd voor het eerst ter bedijking uitgegeven in een oorkonde van 25 september 1482. De veelal genoemde 1420, overgenomen van H. van Dam, komt vermoedelijk door een vertaalfout uit het Latijn
10.
Ook Benjamin Boers, de al vaak aangehaalde predikant en schoolopziener, moet wat zeilen bijzetten om het aantal foutieve jaartallen, die hij tegenkomt, weg te beredeneren
11.
Helaas laat hij de fout wel in zijn "verkorte opgave van de bedijking" en beschrijving van Herkingen staan, zodat hij zijn eigen werk tenietdoet
12.
Omdat wij meestal de toren als richting aanhouden, rijden we - voordat we er erg in hebben - de Scharloodijk op en parkeren we ergens de wagen.
Gezien het tijdstip, hopen weer aan het water een terrasje te kunnen aantreffen. We lopen daarom via de 1 Februariweg naar de zeedijk.
De zeedijk is een merkwaardig verschijnsel. Het is vanaf Herkingen, via Battenoord tot aan de N59 en daarna tot aan de Paviljoen Sluishaven aan Galathese Haven over een afstand van zo'n 18 kilometer een nieuwe dijk gelegd, die geasfalteerd werd.
Inzet: Huis (A) met dijkdoorsteek, eveneens te zien op de overzichtsfoto
Luchtfoto van Herkingen en de ondergelopen polders, links de Oud Herkingen Polder (1) en de St. Elisabeths Polder (2).
Rechts de Klinkerlandsche Polder (3). Onder de Grevelingen. In het midden de graanmolen (B)
Watersnoodramp 1953 / Luchtfotografie Vliegbasis Gilze-Rijen. - 03-02-1953
Marine Luchtvaartdienst (MLD). - 02-1953
Herkingen / van Duinen (fotograaf), Anefo. - 1953-03-12 (CC0)
bron: Ministerie van Defensie - Nederlands Instituut voor Militaire Historie - 2152-075-030 - inzet 2109_P102-C42_009 - inzet 2.24.01.09
De dijk dichten - na de storm van 1 februari 1953 - bij Herkingen had een hoge prioriteit. Hier was de Klinkerlandse zeedijk over een grote lengte weggeslagen en bedreigde zodoende nog de nog droge polders langs Dirksland. Een klus voor de enorme zandzuiger Ahoy, de grootste van Europa, zo wordt gedacht. Het probleem is echter, hoe komt het materiaal op de gewenste bestemming. Hiervoor zullen eerst kanalen gegraven dienen te worden
13.
Om versneld de druk op Dirksland te verminderen - het water liep bij eb niet en te traag weg - had men besloten om zelf de dijk door te steken.
Dijkraad S. was samen met een collega-dijkraad Van de V. uit Herkingen tot dit besluit gekomen om de polder Dirksland te redden, met volle instemming van de dijkring Flakkee en ingenieurs van Provinciale Waterstaat.
Dinsdag 3 februari werd de opdracht gegeven. Een van de arbeiders, die de opdracht uitvoerde verwoord als volgt:
"Dinsdagmorgen waren we bij de dijk. Dijkraad S. zei dat we het gors moesten afgraven en de stenen moesten wegbreken. Hij zei waar we precies moesten beginnen, maar niet hoe diep we moesten gaan. We braken de stenen een meter weg en groeven het gors anderhalve meter diep af. Die stenen zaten muurvast. Tot 12 uur bleven we eraan bezig. S. was intussen naar Battenoord gegaan. Onze voorman had gezegd, dat het daar makkelijker zou gaan. Na 't eten kwam S. zeggen dat we naar Battenoord moesten om daar een gat van vier meter breed te maken. Dinsdagmiddag begonnen we daar en de volgende morgen gingen we verder. We haalde daar de steenglooiing weg tot op het slik toe. Woensdag kwam S. weer kijken. Onze voorman zei, waarschijnlijk in opdracht van S. die er bij stond, dat vijf man naar Herkingen terug moesten om daar het gat net zo diep te maken als in Battenoord. Bij Herkingen kwamen we die woensdag niet klaar. De volgende morgen gingen we met tien man verder. We haalden alle stenen er uit en groeven het gors net zo diep af als in Battenoord, zoals gezegd was. Om half twaalf donderdag waren we klaar."
Omdat het bij Herkingen een moeizame klus bleek, werd ook bij Battenoord een gat in de dijk gegraven. Daar ging het gemakkelijk en daar werd het gat door de stroming niet breder dan gemaakt.
En uiteindelijk, aan het einde van de donderdagochtend, lukte het - zoals al verwoord - de arbeiders bij Herkingen om een gat te maken in de dijk.
Al wandelend over de geasfalteerde dijk zijn we bij de haven aangekomen en hebben we de Brasserie Bolbaken bij de ligplaatsen van Herkingen Marina ontdekt. We zoeken een fijn plekje op het terras, om te gaan lunchen en met dit warme weer het nodige te drinken.
Maar we willen natuurlijk ook weten hoe verder ging met de reddingsactie van de polder Dirksland.
Om het water sneller uit de ondergelopen polders te kunnen laten lopen, gaf S. aan de arbeiders de opdracht om het gat dieper te maken.
Echter, door de vliegende stroom was het zelf aangebrachte gat uitgeschuurd tot een enorme scheur, zoals we op de luchtfoto kunnen zien.
Dijkraad S. was van mening dat niemand dit had kunnen voorzien. Dijkraad Van de V. wijt het aan de slechte ondergrond in Herkingen, dat dit gebeurde.
Dijkwerker Teun B., die al 25 jaar werkzaam was bij de zuidelijke buitendijken, meldde dat hij S. had gewaarschuwd, toen S. die maandagmiddag (2 februari) om halfzes met locoburgemeester op de kade hierover in gesprek was. Hij had zich toen in het gesprek gemengd, dat volgens hem als volgens was verlopen:
B.: Dat moet u niet doen, want dan ontstaat er een tijhaven (een haven waarin het water met het getij op en neer gaat). En bovendien is zo'n gat haast niet te dichten.
S.: Hoe durft u dat zo te zeggen?
B.: Als dijkwerker durf ik dat gerust te doen.
S.: En als dijkráád maak ik uit wat er gebeurt.
B.: Dat moet u maar doen, maar u zult zien dat u er last mee krijgt.
De dijkgraaf, als onderdeel de dijkring Flakkee, had zich tot viermaal toe als tegenstander van het plan uitgelaten. Verder vulde hij aan dat het bij Battenoord niet was uitgeschuurd, vanwege de in allerijl aangevoerde zandzakken, om een herhaling van Herkingen te voorkomen.
Dat dijkraad S. - een invloedrijk man, die een grote boerderij bij Melissant heeft, maar geen land in de polder Dirksland - volledig te goeder trouw was met zijn besluit, daarover is vriend en vijand het wel eens. Er was geen sprake van persoonlijk gewin. S. is er naderhand nog steeds van overtuigd, dat hij met zijn beslissing de polder Dirksland heeft gered. Dat Dirksland het überhaupt kon redden voert terug op een verbod, uitgevaardigd door de hertog van Bourgondië Filips de Goede in 1452, dat ervoor zorgde dat dijken, die later omringd werden door nieuwe dijken, niet geslecht mochten worden. Zodoende had Dirksland nog zijn oorspronkelijk dijk.
Wel is het voor Justitie van belang om te achterhalen of er sprake is van een beleidsfout of van een strafbaar feit. De substituut-officier van Justitie in Rotterdam, mr. R.H.F.H.M. Grasso heeft dan ook een vordering tot instructie ingesteld. Hij onderzoekt de aansprakelijkheid.
Het doorsteken van de dijk van de Klinkerlandse polder en niet tijdig kunnen dichten van het gat had tot gevolg dat bij vloed het water tot de kozijnen van ongeveer honderd woningen komt. Ook de kerk van Herkingen staat in het water.
Een ingenieur die bij het herstel betrokken was, noemde het ontstane gat een kwaad gat. Het was bijna net zo moeilijk als het dichten de twee gaten op Walcheren bij elkaar, die ontstaan waren tijdens WOII!
Een probleem in het relaas van dijkraad S. bleek te zitten in zijn bewering dat het met instemming was gehandeld van de dijkring Flakkee en ingenieurs van Provinciale Waterstaat.
De dijkring kwam pas woensdagmorgen bijeen - voor zover aanwezig, gezien de moeilijke omstandigheden - in het gemeentehuis van Herkingen. Er is toen geen beslissing genomen over het (te maken) gat. 's Avonds kwamen ze nogmaals bijeen, nu met de ingenieurs van Provinciale Waterstaat erbij. Er kwam nog een suggestie ter sprake om de kapitein van de Genie te vragen of hij met springstof een gewenst gat kon maken. Deze kapitein liet donderdag tijdens een volgende vergadering weten, dat het kon, zodat hiertoe werd besloten.
Toen men ter plaatse kwam, bleek het niet meer nodig, aangezien de arbeiders hun klus zelf hadden geklaard.
De scheur was inmiddels 40 meter breed en 11 meter diep. Dit had tot gevolg dat er per getij ongeveer 12.000.000 m² door het gat kolkte, net zoveel als door de Nieuwe Waterweg.
Uiteindelijk zal de breedte uitdijen tot zo'n 300 meter en zou de diepte meer naar binnen gelegen uitkomen op 14 met N.A.P.
Men zou er met man en macht tot 26 februari aan moeten werken om het gat te sluiten. Hieruit blijkt dat dijkwerker Teun B. het met zijn ervaring deskundiger bleek dat de invloedrijke boer, die op gebied van de krachten van water er wel vaker naast zat .
De Sliedrechters van de zinkersfirma Van der Vlies maakten telkens van de negentien minuten, die het doodtij in de tweede week van maart ongeveer duurde, dankbaar gebruik om met de grote zolderschuiten in het gat varen en de zwaarste basaltblokken tot 200 kilo in het gat de smijten. Daarna keert het getij met verwoestende kracht weer terug. In de tussentijd tracht met de doorgang nauwer te maken.
Half april was de dam tot 3.00 meter + N.A.P. opgetrokken. Hieraan hadden, naast de betaalde werknemers, nog eens honderden vrijwilligers aan meegeholpen, om met de 7500 ton stortsteen, 100.000 zandzakken en 10.000 m³ klei het gat te dichten. Het wiel zal later ook volledig worden volgespoten, waarna de nieuwe dijk erop is gebouwd. Zo is deze geschiedenis volledig uit landschap weggepoetst.
Het stroomgat zal de geschiedenis ingaan als het S.-kanaal, Sielingkanaal of in de volksmond het gaetje van S.14.
In november 1953 blijkt dat de officier van Justitie te Rotterdam de dijkgraaf P.D. Sieling te Melissant niet verder zal vervolgen.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992]
Ook het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland heeft - na onderzoek - geen aanleiding gevonden om enige maatregelen tegen Sieling te nemen. Het bleek dat de meeste mensen met bezwarende verklaringen bij de rechter niets meer van de zaak zeggen te weten. Het opgemaakte politierapport kwam daarmee op losse schroeven te staan, waarna de zaak werd geseponeerd
15.
Na de storm blijkt dat er wel degelijk sprake is van eigen belang bij Sieling. Slager noteert hierover in zijn boek: "Op 4 februari wil hij [boer Sieling] de met veel moeite gesloten duiker tussen zijn eigen - ondergelopen - polder Roxenisse en de droge polder Oud-Melissant laten openbreken." De opgetrommelde dijkgraaf C. Warnaer van de "droge polder" is daar (nog) op tegen. De sloten van de polder Oud-Melissant staan namelijk al volledig vol met zout kwelwater. Het zoute water zou dan ook over zijn akkers gaan stromen. Boer M. Struik uit Melissant: "Eerst na een felle woordenstrijd en een dreigende houding van inwoners van Melissant droop Sieling af." Warnaer vertrouwt Sieling echter niet en zet een wachtpost bij de sluis, die dag en nacht waakt. Na een week, wanneer de sloten leeggepompt kunnen worden, wordt het zoute water uit Sielings polder door de duiker gelaten om deze droog te laten lopen
15a.
Dat eigenbelang verder gaat dat alleen het directe verband, het in bezit hebben van grond dat bedreigd wordt, is dan ook duidelijk. Het eigen aanzien wordt belangrijker geacht, blijkt uit het gesprekje tussen B. en S. Gebrek aan kennis, en dát door het beperkte zicht van de oogkleppen niet kúnnen zien, blijkt een veelvoorkomend probleem bij mensen met aanzien. Het belang van aanzien en het hebben of krijgen van aanzien, wordt verward met het hebben van kennis van zaken, door beide partijen of kanten.
Helaas is de aangerichte schade niet te verhalen op het aanzien. De winsten van het belang worden echter - veelal gefinancierd door derden (lees belastingbetaler) - wel geïncasseerd als eigen verdiensten. Ook ontstaat er evenmin een zichtbare correctie op de zelfingenomenheid, zoals we al eerder zagen.
Slager verbaast zich in zijn boek De ramp, dan ook over gemak hoe de ramp zonder consequenties, politiek geruisloos, of parlementaire enquête en vooral zonder antwoord op de schuldvraag voorbij kon gaan.
Wel zal deze ramp het einde betekenen voor het credo Elc sinen dike en de bijbehorende lokale waterschappen
16.
Bijzonder is dat 'iedereen zorgt maar voor zijn eigen dijk' hier nog zo lang heeft stand kunnen houden. Immers, elders in ons dijkrijke leefgebied was het credo "Wie niet wil dijken, moet wijken", al maakte ook dat niet echt het verschil.
"Milan Kundera heeft eens beweerd dat mensen denken dat al het onrechtvaardige wordt bestraft en niets wordt vergeten, terwijl in werkelijkheid bijna niets wordt bestraft en alles wordt vergeten. Het is helaas zo dat verschrikkelijk veel wordt vergeten. Dat valt erg op wanneer je met historisch materiaal bezig bent. Je denkt dat de mensheid toch een geheugen bezit, als je maar de juiste historici opzoekt, de juiste bibliotheken raadpleegt, maar dat is überhaupt niet het geval", vertelt Daniel Kehlmann in een interview met Gertjan de Vugt in de Volkskrant
17.
Je kunt je afvragen - aangezien een polder veelal particulier bezit was - in hoeverre het tegenwoordig anders is. Kijk eens in de straten waar je woont. Het schilderwerk houdt bij koopwoningen vaak zomaar op. Immers de buren moeten daarvoor zelf maar zorgen. Een gemeenschappelijk dakgoot, bij de een kan het los liggen, bij de andere muurvast. Wat te denken van gemeenschappelijk brandveiligheid. Vaak zijn er Verenigingen van Eigenaren (VvE), vergelijkbaar met de vele waterschapjes van weleer. In 2015 waren er 143.835 VvE's geregistreerd. En net als bij de waterschapjes ontstaan er bij de VvE's weleens een 'slapende VvE'. Eén dwarsligger kan al voor dit effect zorgen. En dan opeens wordt men ruw wakker geschud. Men moet opeens de hoge kosten van een achterstallig onderhoud betalen. En dat moet betaald worden door de eigenaren van dat moment. En dus niet door degenen die inmiddels vertrokken zijn, maar wel de voordelen (minder woonlasten) hebben genoten
18.
Een andere vraag is, waar komt dit credo Elc sinen dike eigenlijk vandaan? Is Kees Slager de eerste die het noteert?
Uiteraard niet, zal het antwoord zijn. We dienen daarvoor een stukje terug te gaan in de tijd, naar het ontstaan van de waterschappen.
En dan moeten we in de 11e tot met de 13e eeuw eerder denken aan de ontwatering dan aan de dijkage. In de bedijkte gebieden kwam men er al snel achter dat met moest samenwerken om het binnenwater te kunnen lozen. Deze interlocale samenwerking had duidelijk een andere indeling dan de toen heersende parochie-indeling. "Soms ontstonden er afwateringsdistrikten zonder meer, zoals de wateringen
in Vlaanderen en Zeeland en de beide afwateringsgemeenschappen waaruit later het hoogheemraadschap van Delfland groeide. Soms werden afzonderlijke rechtsterritoria gevormd, zoals de Groningse en Oost-Friese zijlvestenijen, terwijl ook het Leppaverbond van een aantal grietenijen in Friesland bewesten de Lauwers een eigen rechtsterritoir schiep, zij het niet uitsluitend ten behoeve van de afwatering," zo vat Cornelis Dekker in zijn proefschrift van 1971 de diverse bronnen, geschreven door Fockema Andreae, Van Buijtenen en Winsemius samen.
In die eerste periode van de wateringen (elders ook wel weteringen) ging het dus om waterlozing en niet om waterkering waarbij er vooral aandacht was voor de watergang of aquaductus! Het was tevens geen (lands)heerlijke aangelegenheid maar georganiseerd door de locale eigenaren, het zogenoemde communiteitsprincipe.
Bij deze waterlozing bewezen de aanwezige natuurlijke kreken nog steeds hun dienst. Later zullen binnenlanders - met hun ambachtsheren - graag bijdragen aan de ontwatering van de buitenkant, immers voor hun eigen ontwatering waren ze hiervan afhankelijk geworden.
Later - toen het politieke spel zijn intrede deed en de graaf zich machtig genoeg waande - werden de wateringen onder landsheerlijk bestuur geplaatst. "De graaf heeft zich de dijkgraaf gedacht als een ambtenaar, die de ambachtsheren kon kontroleren juist op het punt waarop zij tot dusver quasi-autonoom konden handelen: de waterstaat." Echter, dit politiek spel werd niet gewonnen door de graaf.
Wel verkreeg hij in probleemgebieden met de dijkage grond onder de voeten. Zo riep graaf Floris III middels een ban de hele manschap op om dijken aan te leggen in het algemeen belang. Later werden de Cisterciënsers uitgenodigd om de laatste sluitstukken te leggen.
Het gebied was in deze periode verdeeld tussen de twee graven, die van Holland en van Vlaanderen. De laatste ging over het gebied Bewesten Schelde. Graaf van Holland over Beoosten Schelde.
Sindsdien werden de ambachtsheren van een aan de buitendijk grenzend vierschaarambacht verantwoordelijk voor het onderhoud van hun eigen dijkvak. De ambachtsheer wees de ingelanden van zijn ambacht een stuk te onderhouden en te controleren stuk dijk toe. Elc sinen dike was geboren!
Het zou tussen de twaalfde en zestiende nagenoeg op dezelfde manier blijven functioneren. Slechts bij rampen of dreiging daarop wilde men het anders doen.
Zonder hoge vloeden of dijkvallen werkte dit systeem goed. De vloed van 1288, waarbij Zeeland grotendeels onder water kwam te staan, gaf een signaal dat het toch niet zo goed werkte.
In de zestiende eeuw wist Maximiliaan van Oostenrijk het elc sinen dike in bepaalde delen te doorbreken met 'de grote ordonnantie van Maximiliaan' na de Damiaansvloed van 26 / 27 september 1509. Maar men viel echter steeds weer terug in de oude gewoonte
19.
Na een uurtje op het terras te hebben gezeten, is het weer de hoogste tijd om in de benen te komen.
We wandelen door de coupure, die in de verhoogde dijk na de ramp in 1953 werd aangebracht, weer terug naar het dorp. Dit gat in de dijk werd meteen aangebracht, om toch vanuit het dorp het haventerrein op te kunnen rijden. Het kan zo nodig worden afgesloten door 1 stel vloeddeuren te sluiten. Erachter wordt een dubbele rij schotbalken van boven ingeschoven, waartussen klei kan worden gestort voor een waterwerende afdichting.
20.
In 1955 werd het trapje naast de coupure in de dijk aangebracht, zodat men hier toch de dijk op kan, mocht onverhoopt de vloeddeuren dicht moeten
21.
Twee jaar voordat er in Nieuwe Tonge een Groene Kruis-gebouw werd gebouwd, werd hier op de hoek van de Kaaidijk (en Groene Kruisweg) op vrijdagmiddag 16 december 1955 de eerste steen gelegd door Mevr. A.L.H. van Heyst-Kreiter voor een Groene Kruis-gebouw. Een herinneringsteen - ingemetseld rechts naast de deur - zorgt ervoor dat we dit kunnen weten.
De voltallige gemeenteraad, het Groene Kruis bestuur, de aannemers en vele burgers waren er getuige van.
A.L.H. van Heyst-Kreiter is de vrouw van de burgemeester D. van Heyst, die tevens voorzitter is van de afdeling. In die hoedanigheid sprak hij de menigte dan ook toe, waarbij de dankzegging aan de zogenoemde gouden keten ramphulp uit Zwitserland niet ongenoemd bleef. De gemeente kreeg dan ook ƒ 25.000 voor de stichting van dit gebouw.
Het ontwerp van het gebouw is van het Lochemse architectenbureau G.K. Veeze en F.J. Twijnstra. De uitvoerder van de bouw was de heer A. Troost, metselaar en aannemer uit Melissant
22.
We wandelen de Kaaidijk op en zien achter de Oude Boomgaard een watertje lopen. Het blijkt te gaan om een vergraven slootstelsel dat aansluit op de kreek Klaasjeswater of Oude Dee. De sloot draagt naar verluidt ook die namen.
Het water vanuit Klaasjeswater of Oude Dee wordt afgevoerd via Gemaal De Drie Polders dat aan de Grevelingenweg bij de dijk staat. Het water wordt gespuid in de Oude Haven van Herkingen, zo ongeveer ter hoogte van het zitbankje aan de haven. En als je op het bankje zit met uitzicht op de haven, net iets rechts daarvan.
Een eeuw geleden hadden we hier op de dijk het weeghuisje van Herkingen kunnen aantreffen. Deze was vergelijkbaar met die uit Stad aan 't Haringvliet . Ook hier zijn plannen voor een herbouw van het pandje.
Het nieuwbouw weeghuisje is gebouwd tegenover de coupure bij de haven en was begin december 2023 klaar. Het is gebouwd door bouw- en timmerbedrijf Meijer.
De eerste steen werd gelegd op 8 augustus 2023 door de oudste bouwvakker van het dorp, Piet van Wageningen. Onder deze herinneringsplaat is de symbolische eerste steen als wit marmeren steen door hem gemetseld.
Het pandje krijgt nu de functie van praethuusje. Tijdens 'kantooruren' is er een permanente digitale presentatie te zien, dat het heden en verleden van Herkingen en omgeving in beeld brengt
23.
Even verderop treffen we op de Kaaidijk zowaar nog een van de weinige oude panden aan van Herkingen. De meeste panden moesten na de overstromingsramp van 1953 vervangen worden. Maar dit pand uit 1898 heeft het dus doorstaan.
Het betreft het voormalige raadhuis van Herkingen
24.
De bouw van het raadhuis werd gegund aan J. Snijder te Herkingen. Hoewel hij niet de laagste inschrijven was, hij had ƒ 4602 genoteerd, kreeg hij toch de opdracht. De laagste inschrijver C.P. Tieleman uit Melissant noteerde ƒ 4388, maar werd gepasseerd
25.
Het voormalig raadhuis en nu een sfeervol ruim woonhuis wordt in het najaar van 1988 te koop aangeboden voor ƒ 175.500 k.k.
26
In 1993 woont en werkt de beeldend kunstenaar Jaap Reedijk met zijn gezin in het pand. Het jaar erop willen ze het pand met o.a. torentjes, een gevangenis, woonkamer, keuken, drie slaapkamers verkopen voor ƒ 275.000 k.k.
27
Gemeente Herkingen (detail)
Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Herkingen, Zuid-Holland, sectie A, blad 02 / I. Rosenduch
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08069A02 (CC BY-SA 3.0)
Wanneer we even later de Peuterdijk oplopen, treffen we daar eveneens nog een aantal oudere panden aan. Het oudste pand in dit rijtje staat statig op nummer 13. Het is gelabeld met bouwjaar 1790. Dit is echter niet het oudste pand van Herkingen. De oudste panden treffen we aan vlakbij de molen, ietsjes achteraf aan de Molendijk, waarin de theetuin de Bongerd gevestigd zit. Deze panden zouden stammen uit 1615
28.
Het pand van nummer 13 heeft vanzelfsprekend vele bewoners gekend.
Ten tijde van het aanmaken van de kadastrale kaarten tussen 1811-1832 staat Willem Leonard Veerman, woonachtig te Middelharnis, bij 498 genoteerd als eigenaar. Hij heeft op dat moment nog meer percelen in zijn bezit, zoals zichtbaar gemaakt op de kaart
29.
In het jaar 1951 was een bewoner A.M. de Boer, in 1956 het gezin M. den Boer en A. Jordaan (met Heleentje en Adriaan), in 1959 was de bewoner M. den Boer. Tussen 1960 en 1962 was het bewoond door Gebroeders de Boer. Vanaf 1962 weer M. de Boer. Adriaan den Boer zal zich vanuit dit pand verloven op 21 juli 1976. Zus Heleen den Boer trouwt in 1979 en zal daarom verhuizen. Marinus den Boer, de man van Arendje Jordaan, zal hier op 71-jarige leeftijd komen te overlijden in 1995.
Vanaf 2001 wordt het pand bewoond door dr A. Baelde
30.
Op het inpandige 13 A woonden in 1954 J.C. Huizer en J. van Mourik
31.
In de jaren '70 werd het bewoond door het stel Bram Nieuwland en Lina Ras
31a.
Vanaf mei 1994 ging het pas getrouwde stel D. van der Ham en H. van der Veer er wonen
31b.
Het pand dat hiervan ten westen stond, toen Veerman het in eigendom had, zal afgebroken zijn om ruimte te maken voor het rijtje panden - met de nummers 15 t/m 21 - die er sinds 1910 staan
32.
De naam Marsi legt de herinnering vast aan dat het ooit een winkelpand was.
J.C. Kalle had tussen 1931 en 1968 zijn rookwarenwinkel, kappers-/scheerzaak, kleermakerij, agentschap voor kledingonderhoud, ververij en stomerij, agentschap Land- en Tuibouwzaden en verkocht er andere losse tweedehands producten. In 1956 neemt hij de taak van bedienaar der begrafenissen over van P. van Mourik. Hij woonde hier in die periode met zijn vrouw A. Looij en zoon Hans.
Hij stopt op zaterdag 23 maart 1968. In 1972 zullen ze verhuizen, want de fam. St. Melissant zal er op donderdag 22 juni 1972 een zaak in Groenten en Fruit, Levensmiddelen en Tabaksartikelen openen. Ze zullen in ieder geval t/m 1991 werkzaam zijn.
In ieder geval woont J. de Mul hier in 2006.
Op de "winkeldeur" treffen we nog een Italiaanse vlag aan, maar waarnaar de naam Marsi precies verwijst, komen we niet achter
33.
Bij de buren zien we een uithangbord van de Warme Bakker Jan v.d. Ham.
Autoverkoper Jan zou trouwen met de bakkersdochter Lenie Soeteman. Haar grootvader was hier met de zaak in 1910 begonnen, oftewel toen dit rijtje panden zijn gebouwd.
De Fa. D. Soeteman & Zoon nam het vervolgens over. Daniël Soeteman zal op 81-jarige leeftijd komen te overlijden, op 3 oktober 1995.
Op 22 maart 1969 krijgen J. v.d. Ham en L.N.P. v.d. Ham-Soeteman - hier wonend - hun dochter. Een zoon volgt op 4 juli 1971.
De naam van de firma zal dat jaar veranderen in Fa. D. Soeteman-v.d. Ham.
J. van der Ham runde de bakkerijzaak vanaf 1969, en zal het later overnemen.
In 1994 zal hun zoon trouwen, waarnaar het stel op nummer 13A gaat wonen.
Aan het eind van april 2022 zullen ze (Jan en zijn vrouw Lenie) stoppen met de zaak en werken. Ze zijn dan 76 en 73 jaar en kunnen samen met de oven die 68 jaar dienst heeft gedaan met pensioen.
Het pand is verkocht en ze zullen verhuizen naar een pand op steenworp afstand van de bakkerij
34.
In de jaren '50 van de twintigste eeuw zat op nummer 19 de Fa. J. Ras & Zn., loondorser enz., en later Firma Ras & Zonen, loonbedrijf genoemd, gevestigd. Jan Ras sterft op 81-jarige leeftijd op 1 mei 1977. Zijn vrouw Adriana Huizer werd 86 jaar en overleed op 10 juni 1983.
De familie zal op enig moment het pand verlaten, want in 1999 is er een reddingwinkel van de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij), gerund door de familie M. Gibbon, in gevestigd
35.
Wanneer we de Peuterdijk weer teruglopen, vragen we ons af waar deze merkwaardige naam voor deze dijk vandaan komt.
We moeten peuter zoeken in het woord peut of poot, dat wordt gebruikt voor een jong aangeplante boom
36.
Mogelijk heeft deze dijk een nieuwe naam gekregen - het werd immers voorheen Den Ouden Dijk
37
genoemd - toen er jonge boompjes op de dijk werd geplant. De naam Peuterdijk komt in ieder geval in 1876
38
al voor.
Ook bij het kruispunt Scharloodijk - Peuterdijk | Molendijk - Kaaidijk staan we even stil. Er is op dit vierdijkenpunt eigenlijk iets bijzonders aan de hand. Bij de molen die we bij binnenkomst in het dorp zagen, zagen we al dat in het dorp eerder een standerdmolen stond.
Kruispunt Den Klincker Lantsen Zee Dyck - Den Ouden Dyck | Den Schey Dyck - Den Herkingesen Zee Dyck
Caarte vande polders van Out en Nieuw Herckinge. (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
Veelal blijven de molens eeuwenlang op dezelfde plaats staan, in Herkingen dus niet.
De standerdmolen stond hier al voor de eerste kwart van de zestiende eeuw. In 1544 was in ieder geval Jan Claesz de molenaar
39.
Uit een archiefonderzoek door Coelewij weten we dat in 1695 molenaar Marinus Dingemans de molen voor de periode van een jaar huurt voor ƒ 199
40.
In 1699 verkocht Cornelis Claesz van der Valk, een meester scheepstimmerman zijn scheepstimmerwerf in Brielle. Hij werd eind 1701 aangesteld als schoolmeester in Herkingen, waar hij met zijn gezin op 30 december 1701 aankwam. Hij had drie kinderen. Van zijn eerste vrouw Bastiaantje Jans had hij Rachel (toen 13 jaar) en Jan (10) gekregen. Na het overlijden van Bastiaantje hertrouwde hij met Johanna Buijs. Met haar - ook wel Anna Buis genoemd - doopte ze op 6 januari 1697 in de grote kerk van Brielle hun zoontje Cornelis (5). In maart 1702 werd hun huis in Brielle verkocht.
Op 14 juli 1712, ze woonden inmiddels 10 jaar in Herkingen, kocht Cornelis de windkorenmolen. Een schoolmeester was in die periode eigenlijk alleen maar schoolmeester voor een paar uur per dag in de winterperiode, dus dat kon hij er wel bij doen. Tannetje Noorthoeve was tot dan de eigenaar, maar haar zoon, Jan de Bruijne de molen voor haar verkopen. Voor de voormalige scheepstimmerman was het geen probleem om de molen zelf te onderhouden.
Zo'n tien jaar later, op 11 december 1731, verkocht zijn zoon Cornelis van der Valk (1697-1753) de molen voor ƒ 1300 aan de eigenaar van de Dirkslandse korenmolen Het Fortuin41.
Na de afbraak van de standerdmolen in 1754, kwam er een visbank (42002) te staan.
Lang mocht het deze functie echter niet hebben, rond 1780 verloor Herkingen de visrechten aan de Zeeuwen.
Deze visbank zelf stamt opmerkelijk genoeg uit de eerste helft van zeventiende eeuw. Vooral de vier hardstenen Toscaanse zuilen springen in het oog. Bovenop de zuilen is een houten tentdak aangebracht
42.
De zuilen bepalen mogelijk de leeftijd van de visbank. Aangenomen wordt daarom ook dat deze zuilen eerst onderdeel uitmaakte van de standerdmolen. Ook op de fundering, de teerlingen waarop deze zuilen staan rustte voorheen de standerdmolen. Of moeten we het bij de datering van de visbank het hebben over de houten bank met tafel - dat inmiddels flink uitgesleten, ook deel uitmaakte van de molen en mogelijk (dus) nog ouder is dan de molen zelf? Volgens raadslid Kalle is deze bank het enige authentieke en het gemaakt van de spil van de afbroken molen
43
In 1956 wordt de visbank dan eindelijk gerestaureerd. De eerste gunning na de aanbesteding in 1955 werd aangehouden. Een keuze in de houtsoort van het dak, eikenhout of grenenhout zorgde voor deze uitstel
44.
Op donderdag 24 mei 1973 is de visbank enkele meters verplaatst in verband met de reconstructie van het dorpscentrum. Het stond voorheen tegen de straatkant aan
45.
Plannen hiervoor waren al in de jaren zestig bedacht en in gang gezet. Er was toen al voorzien dat dit een proces van vele jaren in beslag zou nemen
46.
Tijdens de graafwerkzaamheden voor het verplaatsen van de visbank werd door de kraanmachinist Hans Kalle een ander formaat bakstenen opgemerkt. Het bleek te gaan om zogenoemde kloostermoppen. Van deze grote bakstenen wordt aangenomen dat ze onderdeel uitmaakten van de teerlingen van de standerdmolen. Enkele van deze stenen worden voor het nageslacht bewaard in de huidige molen De Dankbaarheid. Ze zijn tijdens de openingstijden van deze molen te bezichtigen
47.
Hoewel we in de molen De Dankbaarheid de eerstesteenlegging van 1841 hebben kunnen lezen, rijst echter de vraag of er toch niet eerder, dus doelend op de periode tussen 1754 en 1841, een molen was. In het Cohyer der verpondingen van de Huysen en andere gebouwen geen uyt gesondert die in Herkyng en de Jurisdie (d.d. Februari 1791) treffen we namelijk de vermelding aan dat "Corns van der Valk de wintkorenmolen getaxeert", waarop een bedrag van 96-0-0 volgt
48.
Uiteraard is deze Corns van der Valk een nazaat van de schoolmeester Cornelis die hier eind 1701 kwam wonen.
Ook de "Oorspronkelijke aanwijzende tafel Herkingen (1811-1832)" doet een duit in het zakje van de twijfelzaaiing. Op de pagina van de vaststelling dd 25 mei 1832, treffen we zo te zien een toevoeging aan: "Koornmolen | ƒ 250". We nemen aan dat het om een toevoeging gaat, gezien de dikkere inktaanbreng en strakke schrijfstijl.
Echter in de tafel zelf vinden we nergens een perceel met molen / molenaar
49.
De visbank draagt een windvaantje in de vorm van een vlag, beschilderd als de Princevlag met de kleuren oranje, blanje, bleu. Opmerkelijk is dat het vaantje tijdens twee bezettingen gewoon onberoerd is gebleven. Zowel tijdens Franse bezetting aan het begin van de negentiende eeuw stond het als Princevlag op het dak "te wapperen". En ook tijdens de Duitse bezetting, halverwege de twintigste eeuw, werd het niet weggehaald. Schijnbaar had men er geen erg in
50.
Een ander - soortgelijk - bijzonderheid op dit vierdijkpunt gaat over de kerk. Schuin tegenover de voormalige standerdmolen stond in de hoek van de huidige Peuterdijk/Kaaidijk voorheen Den Ouden Dyck/Den Herkingesen Zee Dyck de kerk.
De eerste kerk in Herkingen is een op 9 mei 1484 door de bisschop van Utrecht David van Bourgondië verheven kapel, waarbij het de parochiekerk van Herkingen werd. Deze kerk werd naar verluidt samen met het dorp (Oud-Herkingen) al op 14 september 1511 weggespoeld tijdens een watervloed
51.
Deze gegevens corresponderen niet met de kaart uit 1695. We zien daarop immers nog een kerk staan.
Maar wat blijkt, tussen 1695 en 1705 wordt de openbare godsdienst uitgeoefend in een kleine schuur, die achter dijk de ligt, wanneer men naar de kade gaat
52.
Nu komen de gegevens wél overeen. De kaart uit 1695 is dus ontzettend actueel te noemen.
Tegenwoordig is ook deze kerk verdwenen. De nieuwe kerk staat nu schuin aan de overkant, een eindje verder dan waar de molen stond.
En dus wandelen we naar deze 'nieuwe' kerk.
Op de plaats waar nu de kerk staat, lag tussen 1600 en de bouw van de kerk de begraafplaats van Herkingen. Nadat deze zo'n 200 jaar dienst had gedaan, besloot men met toestemming van de bevolking - zo blijkt uit archiefonderzoek - hierop de kerk te bouwen
53.
Mogelijk liggen er zodoende misschien toch nog lijken onbedoeld 'in' / onder de kerk begraven.
De kerk (42004) werd in 1788 gebouwd
54.
Op 17 april 1788 werd de eerste steen gelegd door de schout Jan Deugt, die samen met twee predikanten - Fredericus Seeverts en J.S. van Steenbergen - een nieuwe poging had ondernomen om de benodigde fondsen te werven voor de bouw. Het werd ingewijd op 16 november 1788 met een preek over Hebreeën 13, 16b door de predikant van Goedereede en Stellendam, Cornelius Gavel (1739-1802).
Het is in dit geval vermeldenswaardig dat er bij de bouw werd bepaald, dat er geen lijken in de kerk begraven mocht worden. Het argument hierbij was "opdat de dooden niet schadelijk souden syn voor de leevenden"
55.
Men liep daarbij ver vooruit op de wetgeving die nog zou komen.
Er zal dat jaar geen kermis gehouden worden, werd er besloten
56.
Jan Deugt (ook Jan Deugd) was van 1773 tot 1797 schout en secretaris van Herkingen, maar begon zijn loopbaan als schoolmeester en voorlezer in de kerk tussen 1760 en 1770. Hij was ook Dijkgraaf, onder meer in 1777. Als schout wist hij de bouw van de meestoof De Hoop te bewerkstelligen, dat tussen 1787 en 1879 gefunctioneerd heeft. Daarna werd het voor de afbraak verkocht. De Stoofweg, een zijweg van de Molendijk, herinnert nog aan die periode. Het perceel waarop de meestoof stond wordt omringd door de Stoofweg, Dreve, Jan Deugtstraat en Anthonie de Vliegerstraat
57.
Jan Deugt overleed in Roxenisse op 11 november 1797 en ligt hier achter de kerk begraven. Hier staat op een grote zerk geschreven: "In deezen grafkelder legd begraven De Heer Jan Deugt in leven schout en secretaris van Herkingen en Roxenisse overleden 11 November 1797 in den ouderdom van 57 jaaren 10 maanden en 11 dagen. We kunnen dan uitrekenen dat hij op 31 januari 1740 is geboren
58.
Tijdens de gedenkwaardige raadsvergadering van juli 1949, toen Jannema door het laten vallen van de kopjes en schotels voor deur van de raadszaal de gemoederen in raadszaal deed opschrikken met een oorverdovend gerinkel, besloten de raadsleden Jan Deugt te eren met eigen straatnaam
59.
De executeuren van Jan Deugt waren C. van der Valk en P. Deugt. Van der Valk was schout en Secretaris te Dirksland, als Administrerend Executeur van het Testament van Jan Deugt. Ook deze C. van der Valk betreft Cornelis van der Valk, gezien de tijd waarin we leven, zal dit gaan om de nazaat van meester scheepstimmerman en schoolmeester, de Cornelis van der Valk die leefde van 1759-1802
60.
Nagelaten gedichten / J. van Os. - 's Gravenhage : Gebroeders Vosmaer, 1808 p. 144
In de boedelinventaris van Jan Deugt trof Cathy Westdorp een schilderij aan van Jan van Os.
Van Os, geboren te Middelharnis, leefde van 23 februari 1744 tot en met 7 februari 1808 en was dus een leeftijdsgenoot van Jan Deugt. Jan van Os was naast schilder ook dichter. Van Jan van Os was na bouw van de kerk ook een gedicht op een bord geplaatst, zoals opgenomen in de bundel Nagelaten gedichten.
Vanaf 1763 verbleef Jan van Os in Den Haag, waar hij in 1773 lid werd van het kunstenaarsgenootschap Confrèrie Pictura61.
Zoals overal in het land heeft ook de Oranjevereniging van Herkingen een programma gemaakt ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum van H.M. Koningin Juliana. In Herkingen werd tijdens het uitgebreide programma op 5 september 1973 door de Oranje-Vereniging Herkingen onder andere een ballonwedstrijd gehouden.
de uitslag van de ballonwedstrijd Herkingen: 1. Lingen (Duitsland), 2. Raalte (Overijssel), 3. Epe (Gelderland), 4. Emst (Gelderland) en Apeldoorn (Gelderland)
Er werden toen 250 ballonnen met daaraan een naam en terugzendadres de lucht ingelaten. Begin januari 1974 werd de uitslag bekend gemaakt van welke ballonen het kaartje werd teruggezonden en welke daarvan het verst was gekomen. Er stond over het algemeen gesproken een zuidwestelijke wind. De ballonen kwamen allen in het oosten terecht. Uit Lingen in Duitsland kwam het kaartje terug dat als verst werd genomineerd. Het kwam - hemelsbreed - zo'n 240 kilometer verderop weer op de grond.
De prijzen waren voor Cornelis van Eck (1), Daniël van der Ham (2) - inderdaad, het zoontje van de bakker, Hedie den Boer(3), Ruilof Witvliet (4) en Els Kievit (5) uit Dirksland
62.
Wij wandelen intussen richting de brandweerkazerne.
Naast de kerk komen we het "Schar"rel Loo"dsje tegen. Het Scharrel Loodsje is helaas dicht. Het kleinste kringloopwinkeltje van Goeree Overflakkee is schijnbaar alleen op de laatste zaterdag van de maand open tussen 9 en 12 uur.
En dus lopen we verder naar de fraaie windvaan dat op toren van de brandweerkazerne staat, een motorspuit of stoombrandspuit met brandweerman van een eeuw geleden.
Demonstratie van de eerste Rotterdamse stoombrandspuit 'De Maas' aan het Boerengat in 1864 / Jacobus (J.) van Gorkom jr. (fotograaf, 28/01/1827-02/05/1880) [bewerkt, WP]
bron: Stadsarchief Rotterdam RI-1668-a - CC 1.0
De maker van deze artistieke windwijzer is Cornelis Mulder, die het op initiatief van de gemeente-architect Vreugdenhil had gemaakt. Mulder had in Dirksland aan de Achterdorp 5 een smederij en metaalbedrijf (o.a. bankwerk en metaaldraaierij). Inspiratiebron voor deze windwijzer was de eerste Rotterdamse stoombrandspuit De Maas.
De machine, gemaakt door Merryweather and Sons, werd begin juli 1864 voor het eerst in Nederland in Rotterdam uitgetest. In het voorjaar van 1865 besloot de gemeenteraad van Rotterdam de stoombrandspuit aan te schaffen.
Het is natuurlijk een mooi eerbetoon aan de eerste stoombrandspuit van Nederland, dat Vreugdenhil en Mulder hier verbeeld in deze bijzondere windvaan.
Cornelis Mulder werd op 16 februari 1908 geboren. Naast deze windvaan, maakte hij onder andere het hekwerk aan de Ring in Dirksland en het Wapen van Dirksland. Het maken van het wapen heeft hem, samen met zijn vrouw Leuntje Knops, naar verluidt de nodige zweetdruppels gekost.
Cornelis Mulder overleed op 7 maart 1996. Zijn vrouw werd op 8 januari 1915 geboren en overleed op 4 juni 2012
63.
De gemeente-architect Gerrit Cornelis Vreugdenhil had het eigenhandig op de hoge spits geplaatst.
Vreugdenhil werd op 1 april 1910 geboren, was tot 1 juni 1975 Directeur van Gemeentewerken Dirksland. Kort daarop overleed hij op 19 augustus 1975.
Deze motorspuitvaan had samen met de torenhaan van de kerk schijnbaar een complot gesmeed in 1973. Ze staakten hun werkzaamheden, volgens een gedicht van de onbekende dichter met aftekening J.S.
Na een goede onderhoudsbeurt, liepen ze beide weer gesmeerd.
Op zaterdagmorgen 18 december 1954 had de gemeenteraad de gemeentebegroting rond gekregen en tot de bouw van de kazerne besloten. Men heeft er in eerste instantie ƒ 35500 voor uitgetrokken, dat in 40 jaar zal worden afgelost. Een half jaar later werd dit bedrag tot ƒ 39000. Halverwege juli 1955 is de bouw hiervoor aanbesteed. De bestekken en tekeningen zijn verzorgd door Philip Bolt (1894-1981). Naast de brandweerwagen, dat beneden staat, komt er boven een les- en ontspanningslokaal. De bijna vijftien meter hoge toren gaat ruimte bieden om de slangen van de vrijwillige brandweer te drogen. Het zal dan ook aan alle zijden luchtgaten krijgen. Deze toren van zo'n 72 ton, zal door het gewicht, geheid moeten worden. Hiervoor werd nog een ƒ 3500 uitgetrokken. Architect Bolt was aangesloten bij de Bond van Nederlandse Architecten en lid van de Haagse Kunstkring.
Deze kazerne is een van de weinige nieuwbouw dat hij als architect gemaakt heeft. Hij ging zich al snel richten op de restauratie van historische panden. Wat dat betreft is dit pand dus nu al monumentwaardig.
De uitvoering van de bouw van de kazerne werd gegund aan de Herkingense fa. Chr. v.d. Veer, dit zich voor het bedrag van ƒ 32.375 had ingeschreven.
Zij mochten het pand bouwen op het oude gors, dat na de ramp werd ingedijkt.
De zoon van de burgemeester, de 8-jarige Berend van Heyst had de eer om de eerste steen te metselen. Hij deed dit op een meter of vijf boven de begane grond, op een hoek van de toekomstige toren
64.
Zaterdag 1 december 1956 was de officiële ingebruikname van de brandweerkazerne. Gemeente-architect Vreugdenhil, hoofdaannemer Chr. van der Veer, timmerman P. v.d. Tol (uit Dirksland), smid en loodgieter Arie Vijfhuize (1922-2003) uit Dirksland, elektricien L. van Putten en schilder fa. Karels (beiden uit Herkingen) hadden hun taak volbracht. De totale kosten zijn uiteindelijk uitgekomen op ƒ 35.000, zodat er dus ƒ 4.000 op de begroting bespaard is.
Na een toespraak van burgemeester Van Heyst droeg hij de kazerne met handdruk over aan de brandweercommandant. Daarna wenste hij ook de andere bewoners van het pand, de Vereniging E.H.B.O. en de B.B.-ploeg een goede teamgeest toe
65.
Wij zijn weer bij de wagen aangekomen en rijden dezelfde weg weer terug over de Molendijk. We vervolgen de route naar onze volgende bestemming in het noorden.
2.
Molenstichting Goeree-Overflakkee Herkingen, Zuid-Holland
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:
Collectie AMR Molenfoto's: Gevelsteen met opschrift van ronde stenen grondzeiler / Frank Terpstra. - 2002/2005 FE_42003-07;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 mei 1953 | pagina 1 Herkingen: genoemde eigenaren: fam. Schriër en vanaf 1-5-1885 fam. C. Nijpjes;
5.
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 345 (nr 272);
6.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 12 augustus 1886 | pagina 3 Herkingen. [k1a2];
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 9 april 1913 | pagina 5 Herkingen.;
Wikipedia Gemet;
7.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 29 april 1905 | pagina 3 Herkingen.;
8.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 9 januari 1909 | pagina 4 Herkingen.;
10.
YouTube De groei van Overflakkee : De bedijking van de polders in beeld / Leerlingen van de CSG Prins Maurits uit Middelharnis (project X5. - 20 mei 2015) [weergave 718];
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 75, noot 329; Korte beschrijvinge van alle de plaatsen en polders die ingebroken zijn door de schrickelijcke water-vloedt, geschiedt op maandagh, den 26. ianuarij deses iaars 1682. soo in Hollandt, Zeelandt, Brabandt als Vlaanderen, &c. : met de geschiedenissen vande voornaamste water-vloeden, sedert de generale sond'vloedt, tot op desen tegenwoordigen tijdt toe. : Als mede de hemels gesichten, teeckenen en comeeten, sedert den algemeenen Sond'vloedt, tot en met den jare 1680. / Hendrick van Dam (bij-eenversamelt). - Tot Rotterdam, : gedruckt by Henricus Goddæus, 1682. - p. 41;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 december 1962 | pagina 22 De Visbank;
14.
Delpher:
Algemeen Handelsblad, 02-03-1953 Rechter onderzoekt: Doorsteken van dijk bij Herkingen;
Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland, 02-03-1953 Herkingen opgeofferd om Dirksland te redden;
Het Rotterdamsch parool, 10-03-1953 Donderdag met gat bij Herkingen dicht zijn / (Van onze correspondent) [foto];
Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard en IJselmonde, 13-03-1953 Ondeskundig dijk doorgestoken?;
Het Parool, 21-03-1953 „Ik hoop van harte dat er een proces komt” : Dijkraad op Flakkee, die gat liet maken, rekent op rehabilitatie / (Van een onzer verslaggevers);
Het Rotterdamsch parool, 21-03-1953 Dijkraad liet dijk doorsteken om polder Dirksland te redden : Herkingen, puzzle voor justitie / (Van een onzer verslaggevers);
Krantenbank Zeeland:
Watersnood documentatie 1953 - brochures | 8 januari 1954 | pagina 270 f. Het stroomgat bij Herkingen [p. 268-269];
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 594;
Nationaal Archief: Fotocollectie Anefo
Herkingen / van Duinen (fotograaf), Anefo. - 1953-03-12 2.24.01.09 - 905-5956;
Herkingen / van Duinen (fotograaf), Anefo. - 1953-03-12 2.24.01.09 - 905-5959;
15.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 november 1953 | pagina 1 Rondom het stroomgat te Herkingen;
Watersnood documentatie 1953 - krantenknipsels | 1 januari 2003 | pagina 29 (NRC Handelsblad, 24-1-2003, p. 25) Ramp zonder schuld : De watersnood van 1953 historisch en literair herdacht / Arjen Fortuin;
Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1 februari 2003 | pagina 3 (NRC Handelsblad, 1-2-2003, p. 22) Onheil door eigenbelang : Waterschappen hielden dijken laag in de jaren voor de watersnoodramp / Kees Slager;
Delpher:
Nieuw Utrechtsch dagblad, 03-11-1953 Geen vervolging van dijkraad die dijk liet doorsteken / (Van onze correspondent);
Het Parool, 04-11-1953 Geen vervolging van dijkraad die dijk liet doorsteken / (Van onze correspondent);
Trouw, 07-11-1953 Dijkgraaf gaat vrijuit / (Van onze correspondent);
15a.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 426 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
16.
Krantenbank Zeeland:
de Stem | 28 november 1992 | pagina 17 Verbijsterend plichtsverzuim / Cees Maas;
Watersnood documentatie 1953 - krantenknipsels | 1 januari 2003 | pagina 29 (NRC Handelsblad, 24-1-2003, p. 25) Ramp zonder schuld : De watersnood van 1953 historisch en literair herdacht / Arjen Fortuin;
Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1 februari 2003 | pagina 3 (NRC Handelsblad, 1-2-2003, p. 22) Onheil door eigenbelang : Waterschappen hielden dijken laag in de jaren voor de watersnoodramp / Kees Slager;
17. Kijken wat er gebeurt / Geertjan de Vugt (in: de Volkskrant Boeken, 9 maart 2024, p. 14-17);
19.
Zuid-Beveland : De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de Middeleeuwen / C. Dekker. - Krabbendijke : Drukkerij van Velzen B.V., 1982. - ISBN 90-706-9701-7. - p. 512-513, 514, 521, 522-523, 524, 578, 606;
citaat verwijst naar:
Zuid-Hollandse studiën deel VIII / S.J. Fockema Andreae. - [S.l.] : Historische Vereniging voor Zuid-Holland onder de zinspreuk "Vigilate Deo Confidentes", 1959. - p. 2-7;
Studiën over waterschapsgeschiedenis : VI: Oostelijk Groningen / S.J. Fockema Andreae. - Leiden : Brill, 1950. - p. 6-13;
De Leppa : een rechtshistorisch-waterstaatkundige bijdrage / M.P. van Buijtenen. - Dokkum : Kamminga, 1944;
De zeven ambachten en het Hoogheemraadschap van Delfland / Mr. Dr. J.P. Winsemius. - Delft : W.D. Meinema N.V., 1962;
De oudste verwijzing naar deze zinsnede staat in De Stem van 28 november 1992
Krantenbank Zeeland:
de Stem | 28 november 1992 | pagina 17 Verbijsterend plichtsverzuim / Cees Maas;
Is Elc sinen dike terug te voeren op Tractaet van Dijckagie ± 1578 Andries Vierlingh?
van Mieris II, 211
Meylink. Delfl., Bijl. no. 141
"elc synen dyck"
Het dijk- en waterschapsrecht in Nederland vóór 1795 : Deel 2 / A.A. Beekman. - 's-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1907;
Het dijk- en waterschapsrecht in Nederland vóór 1795 : Deel 1 / A.A. Beekman. - 's-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1905;
Het dijk- en waterschapsrecht in Nederland vóór 1795 : Deel 2 / A.A. Beekman. - 's-Gravenhage : Martinus Nijhoff, 1907;
Met dank aan Kees Slager, mailcontact 23-04-2024 voor zijn doorverwijzing naar:
Zuid-Beveland : De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de Middeleeuwen / C. Dekker. - Krabbendijke : Drukkerij van Velzen B.V., 1982. - ISBN 90-706-9701-7. - 2e druk, ƒ 145 [1e druk, proefschrift: Assen : Van Gorcum, 1971. - (Van Gorcum's historische bibliotheek ; nr. 87)]
Cornelis Dekker (1933-2012) schreef zijn proefschrift te Odijk.
In zijn "Deel VI De waterstaatkundige organisatie" (p. 505-616) noemt hij Elc sinen dike (p. 578, 600, 604, 606, 609) en Elc sinen dicke (p. 601).
De keuren van Floris de Voogd en Floris V (p. 507, noot 8) noemen ook straffen - een geldboete die aan hun afgedragen moest worden, bij het nalaten het onderhoud. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er wel degelijk een verplichting was om zijn eigen dijk te onderhouden. Al kan het van de andere kant ook slechts een bron van inkomsten geweest zijn, wetende dat ze zich toch niet van hun taak kweten als dat (financieel) beter uitkwam.
Wikipedia Floris de Voogd:
(ca. 1228 – Antwerpen, 26 maart 1258), zoon van graaf Floris IV van Holland en Machteld van Brabant. Floris werd gedood tijdens een toernooi in Antwerpen en werd begraven in Middelburg;
Wikipedia Floris V van Holland:
(Leiden, 24 juni 1254 – Muiderberg, 27 juni 1296), zoon van Willem II van Holland en Elisabeth van Brunswijk.
"Op tweejarige leeftijd werd hij graaf van Holland en Zeeland. Zijn vader was een half jaar daarvoor gedood door de West-Friezen. Zijn oom, Floris de Voogd, nam voogdij over hem op zich. Zijn tante Aleida van Henegouwen nam kort daarna de voogdij over na de dood van Floris de Voogd (maart 1258). Zijn ridderlijke opvoeding kreeg hij tussen 1261 en 1266 waarschijnlijk van Albert van Voorne, de burggraaf van Zeeland. Op Voorne kwam Floris in contact met Jacob van Maerlant, die er in dezelfde periode verbleef. Op twaalfjarige leeftijd, in 1266, werd de jonge Floris officieel meerderjarig verklaard, en op 14-jarige leeftijd trad hij in het huwelijk met Beatrix van Vlaanderen, de dochter van Gwijde van Dampierre."
20.
informatiebord "Herkingen en de Watersnoodramp van 1953;
Krantenbank Zeeland:
Watersnood documentatie 1953 - brochures | 8 januari 1954: Verslag over de toestand der waterkering 1953 : Eerste gewone zitting 1954 - 40.2 [pagina 297];
21.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 maart 1955 | pagina 2 Herkingen;
24.
Nationaal Archief: Fotocollectie Spaarnestad Onderwerpen
Herkingen / onbekend (fotograaf) 480105_005;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 273 Herkingen;
30.
Delpher:
Sport en sportwereld; uw eigen sportkrant, jrg 6, 1951, no. 52, 23-07-1951 Inzameling van Olympisch Stadion en ons blad verwekte groot enthousiasme;
Trouw, 21-04-1959 Nagekomen Familieberichten;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 maart 1956 | pagina 9 Familie-berichten [k1a1]
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 januari 1960 | pagina 2 De Wolfederatie-Auto
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 september 1961 | pagina 7 De Wolfederatie-Auto
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 februari 1962 | pagina 7 De Wolauto
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 juli 1976 | pagina 4 Verloofd
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 februari 1979 | pagina 4 Familieberichten
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 november 1995 | pagina 4 Familieberichten
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 september 2001 | pagina 10 Gemeente Dirksland
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 juni 2007 | pagina 8 Gemeente Dirksland
Met dank aan Jan Almekinders, Messengercontact 29-3-2024;
31.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 augustus 1954 | pagina 4 Familie-berichten [k2a2];
31a.
Met dank aan Jan Almekinders, Messengercontact 29-3-2024;
31b.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 april 1994 | pagina 4 Huwelijk;
33.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1948 | pagina 20 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 mei 1950 | pagina 10 advertentie J.C. Kalle;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 april 1952 | pagina 4 advertentie Palthe;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 juni 1953 | pagina 4 advertentie D.W. de Wit;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 augustus 1956 | pagina 8 Familiebericht Dankbetuiging;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 november 1956 | pagina 2 Herkingen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 maart 1968 | pagina 10 Wegens sanering;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1971 | pagina 15 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 juni 1972 | pagina 4 St. Melissant;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 juni 1972 | pagina 2 Dhr. St. Melissant verhuisde zijn bedrijf [foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 december 1990 | pagina 13 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juli 2006 | pagina 8 Gemeente Dirksland;
34.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 november 1965 | pagina 3 Gouda's Glorie;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 maart 1969 | pagina 4 Familie-berichten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1969 | pagina 11 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 juli 1971 | pagina 4 Familie-berichten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1971 | pagina 15 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 december 1972 | pagina 7 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 maart 1984 | pagina 3 Bekendmaking;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 april 1989 | pagina 3 Dankbetuiging;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 april 1994 | pagina 4 Huwelijk;
Eilanden-nieuws, 29 april 2022, 09:30 Afscheid bakker Van der Ham met oranjetompoezen en oranjesoezen;
digibron Afscheid bakker Van der Ham met oranjetompoezen en oranjesoezen;
35.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1957 | pagina 16 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1963 | pagina 12 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 mei 1977 | pagina 3 Familieberichten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 juni 1983 | pagina 3 Familieberichten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 maart 1999 | pagina 1 Reddingwinkels;
36.
Veldnamen in Nederland / M. Schönfeld. - Arnhem : Gysbers & van Loon, 1950. - Tweede druk. - p. 71;
Over de perceelsnamen van het Nederlandse rivierkleigebied : Betuwe en Bommelerwaard : lezing gehouden voor de Naamkunde-Commissie der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen op 19 maart 1949 / C.H. Edelman; A.W. Vlam. - Bijdragen en mededelingen der Naamkunde-Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, 1. - Amsterdam : Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, [1949]. - p. 25;
37.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Herkingen, Zuid-Holland (MIN08069VK1);
38.
Verslag aan den koning van de bevindingen en handelingen van het geneeskundig staatstoezigt in ht jaar 1876 : Bijlage F. De epidemie van pokken op Overflakkee in 1874-1877. - 's-Gravenhage : Van Weelden en Mingelen, 1877. - p. 483;
39.
De Nederlandse Molendatabase Herkingen, Zuid-Holland Molen van Herkingen
broncitatie: De Molens op Goeree-Overflakkee : verleden, heden en toekomst / Jan Both. - Middelharnis : Molenstichting Goeree-Overflakkee, 1998;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 oktober 1956 | pagina 4 Stopbord op kruising bij Visbank;
42.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 273 Herkingen;
De Nederlandse Molendatabase Herkingen, Zuid-Holland Molen van Herkingen
broncitatie: Arie van Elst, 25 november 2008;
43.
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet 1754;
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet Bladzijde 100, Herkingen;
De Nederlandse Molendatabase Herkingen, Zuid-Holland Molen van Herkingen
broncitatie: De Molens op Goeree-Overflakkee : verleden, heden en toekomst / Jan Both. - Middelharnis : Molenstichting Goeree-Overflakkee, 1998;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 mei 1995 | pagina 2 Raad Dirksland heeft het moeilijk met monumenten Restauratie Visbank;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 juli 1999 | pagina 7 ... that's life!;
Monumenten in Zuid-Holland : De visbank te Herkingen / M. van Hoogstraten. - p. 38 (in: Zuid-Holland : Tweemaandelijks orgaan van de Historische Vereniging voor Zuid-Holland onder de zinspreuk "Vigilate Deo Confidentes", Derde Jaargang Nr 2 en 3. November 1957. - p. 38-41);
44.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 juli 1955 | pagina 7 Aanbesteding;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 juli 1955 | pagina 2 Uitslag aanbesteding;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 augustus 1955 | pagina 6 De Visbank te Herkingen zal worden gerestaureerd;
Monumenten in Zuid-Holland : De visbank te Herkingen / M. van Hoogstraten. - p. 39 (in: Zuid-Holland : Tweemaandelijks orgaan van de Historische Vereniging voor Zuid-Holland onder de zinspreuk "Vigilate Deo Confidentes", Derde Jaargang Nr 2 en 3. November 1957. - p. 38-41):
Op deze pagina worden twee foto's getoond met de visbank voor en na de restaurantie;
47.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 september 1982 | pagina 5 De historie van de "Oude" Molen te Herkingen / P.A.J. Coelewij;
De dichter die de gedichten ondertekend met J. S. liet zich een aantal keren inspireren door de visbank:
d' Ouwe Visbank
(in: Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 september 1968 pagina 5);
De "Visbank"
(in: Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 maart 1973 pagina 1);
Arjaon van Hèrken volgt later met
De Visbank ... hoe 't was.
(in: Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juli 1989 pagina 10);
Gedicht van Herkingen / A. de Blok
(in: Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 maart 2001 pagina 11);
48.
Monumenten in Zuid-Holland : De visbank te Herkingen / M. van Hoogstraten. - p. 40 (in: Zuid-Holland : Tweemaandelijks orgaan van de Historische Vereniging voor Zuid-Holland onder de zinspreuk "Vigilate Deo Confidentes", Derde Jaargang Nr 2 en 3. November 1957. - p. 38-41);
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 mei 1973 | pagina 2 Ingezonden De historie van de Visbank;
49.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Herkingen, Zuid-Holland, sectie A, blad T01 OAT08069AT01;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Herkingen, Zuid-Holland, sectie A, blad 02 MIN08069A02;
50.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 december 1962 | pagina 22 De Visbank;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 mei 1973 | pagina 2 Herkingens historische Visbank enkele meters verplaatst;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:
Visbank / Gerard Dukker (fotograaf). - 08-1967 116.838;
51.
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 325 [nr 257]; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 164-165;
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Vijfde deel: H. - 1844. - p. 460;
52. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 165;
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Vijfde deel: H. - 1844. - p. 460;
53.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 maart 1960 | pagina 5 Discussie over afgraving oude begraafplaats : Een stuk historie;
Over het sluiten van de oude begraafplaats
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 8 maart 1916 | pagina 5 Herkingen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 april 1916 | pagina 4 Herkingen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 maart 1960 | pagina 1 Herkingen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 maart 1960 | pagina 5 Discussie over afgraving oude begraafplaats;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 5 april 1960 | pagina 6 Ingezonden stukken Over de afgraving oude begraafplaats te Herkingen / A. Speelman;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 april 1962 | pagina 6 Bouwactiviteit te Herkingen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 januari 1965 | pagina 2 Herkingen [tegelpad];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 oktober 1965 | pagina 1 Herkingen [tegelpad] egaliseren oude begraafplaats;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 maart 1974 | pagina 1 Raad Dirksland vergadert donderdagavaond [bouw aula];
54.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 december 1962 | pagina 22 Kerkgebouw met toren dateert van 1788;
55. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 166;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 december 1962 | pagina 22 Ds Cornelius Gavel stierf 150 jaar geleden;
Bijbel met uitleg: Statenvertaling Hebreeën 13 16b;
Delpher:
Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland / P.C. Bloys van Treslong Prins. - Utrecht : Oosthoek, 1922. - 2 delen in 3 banden: Deel II A. - p. 111;
57. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 167;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 april 1985 | pagina 10 Uit de Historie Herkingen (II; slot);
Delpher:
Amsterdamse courant, 12-06-1777 advertentie;
58.
Delpher:
Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland / P.C. Bloys van Treslong Prins. - Utrecht : Oosthoek, 1922. - 2 delen in 3 banden: Deel II A. - p. 111;
Rotterdamse courant, 14-11-1797 familiebericht;
60.
Delpher:
Rotterdamse courant, 14-11-1797 Familiebericht;
Rotterdamse courant, 05-12-1799 Advertentie;
Decreeten van de Provisioneele repræsentanten van het volk van Holland, Derde deel, Tweede stuk. - 's-Gravenhage : 's Lands Drukkerij, 1799. - p. 1172;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 juli 2000 | pagina 9 Historisch hoekje De Motte en 'Maatje Zaaijers Huijsinghe' : (18) / Cathy Westdorp;
62.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 augustus 1973 | pagina 6 "Oranje-Vereniging Herkingen";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 januari 1974 | pagina 1 Uitslag ballonwedstrijd;
63.
Met dank aan Joke van Rumpt voor het aanreiken van de naam van de windwijzermaker, mailcontact 27 maart 2024;
Met dank aan Hans Kalle, Jan C. Looij, Rien van Wezel en Corrie Kersten-Knops op facebook-groep Nostalgische foto's van Herkingen, 28 - 29 maart 2024 voor informatie over de brandweerkazernewindvaan;
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 17;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1951 | pagina 10 Advertentie [nieuwjaarsgroet];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1953 | pagina 12 Advertentie [nieuwjaarsgroet];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 december 1956 | pagina 1 Nieuwe Brandweerkazerne te Herkingen officieel in gebruik genomen [foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 december 1956 | pagina 6 Advertentie [nieuwjaarsgroet];
Delpher:
Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad, 03-07-1864 Rotterdam, 2 Julij;
Rotterdamsche courant, 12-01-1865 Binnenland;
Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad, 01-01-1866 Advertentie [Nieuwjaarsgroet];
Couranten-Lees-Inrigting P.F. van den Ende zal van de proef met de stoombrandspuit een ansichtkaart laten maken:
Stadsarchief Rotterdam PBK-2007-567;
Trouw, 25 september 2004 Brandspuit zorgde voor revolutie / Chaja Zeegers;
Afrit 6 Fotoalbum 20060810 T20060810_031;
rkd Jacobus van Gorkom (jr.);
Online Begraafplaatsen: Oude Begraafplaats, Kapoenstraat, Dirksland 65743;
Sommelsdijk / Middelharnis
We rijden over het laatste stukje van de Molendijk Dirksland in, om via de Zuiddijk naar Sommelsdijk en Middelharnis te gaan.
De oudste (nog bestaande) polder van Overflakkee is Dirksland dat in 1416 werd bedijkt. Wanneer we naar het noorden gaan rijden heet de dijk de Geldersedijk. Deze loopt parallel aan De Boomvliet. Ten oosten van De Boomvliet ligt de Oudelandsedijk dat deel uitmaakt van de ringdijk uit 1465 van Duyvenwaart, Sommelsdijk en Middelharnis. Tussen beide dijken stroomde ooit De Boomvliet, tegenwoordig niet meer dan een flinke sloot. Het vormde hier de aloude grens tussen Holland en Zeelant van het rechtsgebied
1. De Boomvliet was en volgde een millennium geleden nog gedeeltelijk de geul van de veenrivier Sonnemare of zoals het in het goederenregister van het klooster Lorsch, dat in 776 werd gesticht, werd aangeduid als Sunnonmeri2.
Anderen namen voor dit water zijn onder andere Sonnemere en Zonnemare
3.
De Elisabethsvloeden zal het zand en slik anders rangschikken, waarna de mens de rest doet.
De machtige stroomgeul Boomvliet zou de plek van het dorp Dirksland bepalen. Na de bedijking zou het de toegang tot de haven vormen. Door het bedijken van de andere gorzen verzandde de zeearm steeds verder, zodat het graven van een kanaal rond 1600 noodzakelijk werd. De Boomvliet werd afgedamd en werd zodoende een binnenwater
4.
Een eerste vorm van naamsverandering begon halverwege de vijftiende eeuw. In 1465 komt voor als Bremvliet of Boernvliet, dat vervolgens verbasterde naar Boomvliet
5.
Bremvliet zou vervolgens afkomstig zijn van Breemscat of Bremsgat
6, dat mogelijk een verschrijving is van Helle Vremsgat.
Voordat Dirksland bedijkt zou zijn, werd een gors met hil Hellee genoemd, waarbij hil en Hellee mogelijk een en hetzelfde is. Een getuigenis van Pieter Symonszoen, van uit de tijd voor de Elisabethsvloed - hij is namelijk 88 jaar in een charter van 17 februari 1421 - verhaalt dat hij weet: "dat dit gors eer Dirxlant bedijct wert plach te staen aldair 't bij gheregiert wort in sess delen, aldair die een drie sestedelen of waren veel snoder en de argher dan die ander drie sestedeelen. Ende die snoetste drie sestedelen die plaghen te hebben tot haren baten sess hillen, die sij plaghen te bedriven tot huire profijte, die ghenoemt waren alsdus als hij seyde: Battenoert, Hughevliet, den Broeloese, den Rughenhil, Hellee, ded sesten was hem uut den sin ende en stont hem niet voir".
Ook een ander, Jan Heynenzoen (68 jaar) verklaart iets dergelijks: "Ende heeft die ses hillen voirseyd bij namen volcomelick ghenoemt die die drie snoetste sestedeelen van den gorse voirseyd tot haren profijte hadden, als Hughenvliet, Battenoert, Hellee, Bomerstrijpe ende Rughenhil, die maken een t'samen, 't Gruym ende Broeloese. Voirt heeft hij mede ghenoemt die sess sestedeelen van de gorse voirseyd die hij noemde aldus: die drie beste deelen Doerloe, Aertsdijcwal ende Style; ende die snoetste drie deelen die die sess hillen te baet hadden als voirseyd staet, die hieten 't Nuyelant, Voertdorp ende Harkinghe."7
Door de vliet in 1480 aan weerszijden af te dammen ontstond de polder dat we nu herkennen als De Oude Plaat8.
Halverwege de Geldersedijk zetten we de wagen even aan de kant om een volgende toren vast te leggen. Het blijkt te gaan om de watertoren (525002) van Dirksland. Het is een van de eerste watertorens die in deze traditionalistische bouwtrant, een aan de Delftse School verwante stijl, gebouwd is naar een ontwerp van J. Gerber.
Deze watertoren is een van de hoogste (nr. 4 van de ranglijst
9) van Nederland en meet 62,5 meter
10.
In de zeer ruime uitkraging van het ronde dak met daaronder een rondom lopend wit randaccent herkennen we zijn grote inspiratiebron.
De schrijver J.H.F. Grönloh (1882-1961), voluit Jan Hendrik Frederik met als roepnaam Frits, beter bekend als Nescio, reisde tussen februari 1946 tot eind december 1955 ook door ons leefgebied. Een hersenbloeding kort daarop, zal hieraan een einde maken.
Natuurdagboek versus Het water verbindt (De Ommelanden). film 1 min.
bron: Het water verbindt, 2024
Tijdens zijn bezoek aan Goeree-Overflakkee kwam hij deze watertoren ook tegen. We weten dat, omdat hij tijdens zijn reizen op toevallig voorhanden zijnde oude zakboekjes of enveloppen met potlood vele notities maakte. Deze schreef hij later over - aangevuld met herinneringen - op gelinieerd blocnote-vellen. Deze werkwijze komt ons bekend voor, omdat we het om een soortgelijke manier doen. We maken daarnaast ook gebruik van een gedrukte altas, waarin de route wordt aangebracht.
Een titel had deze verzameling van 472 bladzijden van Nescio niet, maar het wordt omschreven als een tochtendagboek of natuurdagboek. In een tweedelig Verzameld werk in bordeauxrode cassette, bezorgd door Lieneke Frerichs, zal het uiteindelijk als tweede deel met de titel Natuurdagboek, 1946-1955 in 1996 als zijn Verzameld werk worden uitgegeven. Met financiële steun van van het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds kon de cassette op de markt worden gebracht voor ƒ 175.
Op 1 juli 1947 reist hij met zijn dochter, de in december 1909 geboren Maria Jacoba (Miep), naar Goerree. Wanneer ze met de Stad Zierikzee de haven van Middelharnis zijn binnengevaren, gaat de tocht verder per tram. Zodoende rijden ze "langs watertoren 'de Chinees'", waarbij hij een tekeningetje van de watertoren maakt. Wanneer ze 's avonds weer terugrijden per tram schrijft hij de notitie "Op dien 'Chinees' moet Louis een groote hangsnor schilderen."
10a
Vooralsnog is het een raadsel wie deze Louis is. Dat deze snor echter achterwege kan blijven, zullen we zo zien wanneer we de inspiratiebron van architect Gerber ontdekken.
Ingenieur Johan Gerber kwam op 6 december 1885 te Haarlem ter wereld. Zijn ouders waren procuratiehouder Jacobus Arend Gerber en Maria Martha Francisca Selier. Tussen 1906 en 1910 was hij als bouwkundige werkzaam bij Carl Francken in Bremen. Hij werd aangesteld als leider van de bouw van gasfabriekinstallaties. En zodoende heeft hij de installatie van de gasfabriek in Boxtel gebouwd. Hij werd vervolgens chef van het bouwkundig bureau voor de Maatschappij tot bouw en exploitatie van gemeentebedrijven te Utrecht.
Hij schreef in 1912 het artikel Hollandsche kunstenaars in Duitschland in Architectura, orgaan van het Genootschap Architectura et Amicitia.
Op 5 september 1912 trouwde hij met de op 27 november 1880 geboren Maria Regina Lindeman te Amsterdam. Haar ouders waren bankwerker Antonius Hubertus Lindeman en Elisabeth Magdalena Johanna Kwant. Ze was eerder getrouwd geweest, maar 18 juni 1909 gescheiden.
Een van de getuigen van bij dit huwelijk was kunstschilder, graficus, kunstnijveraar en tekenaar, de 26-jarige Walter van Diedenhoven (1886-1915). Drie jaar later zou tbc deze talentvolle kunstenaar en vriend fataal worden.
In 1913 ging Johan aan de Technische Hogeschool te Delft studeren voor bouwkundig ingenieur, waarvoor hij in 1917 zijn diploma haalde.
Hij woonde tijdens zijn studie Bouwkunde op de Molslaan 61. Hij was geen lid van het Delftsch Studentencorps.
In hetzelfde blad Architectura laat hij in 1914 - dus tijdens zijn studie - een aantal malen van zich horen. Om bijvoorbeeld het onrecht jegens een collega tegen te gaan. Maar ook neemt hij stelling over de orden en architectuur in het bouwkundig onderwijs: "De leerling als 't ware de sleutel te verschaffen, die hem in staat stelt om zijn ontwikkelde kijk op de bouwvormen, let wel, vormen, zelfstandig te ontwikkelen en die hem er toe brengt de door hem ontworpen vormen te toetsen aan zijn ontwikkeld inzicht."
Ook deed hij dat jaar, 1914 mee aan ontwerpprijsvraag voor een gedenkteken Nicolaas Beets. Zijn ontwerp met het motto "Holland" werd door de jury, bestaande uit Karel de Bazel, Antoon Derkinderen, Jacobus van Looy, Leonard Springer, Joseph Mendes da Costa, Arend Odé, Jo Limburg en Han van Loghem, uit de 25 inzendingen beloond met de eerste prijs. Althans, zo wordt in enkele kranten bericht.
En andere krant noemde J. Brouwer als winnaar met zijn inzending onder motto "Holland".
Echter, de inkt was nog niet opgedroogd of de jury gaf aan zich vergist hebben. Niet Gerber had de 1e prijs toegekend gekregen, maar J. Bronner te Haarlem kwam als naam uit de enveloppe met motto "Holland". Hij kreeg daarvoor ƒ 1000. De 2e en 3e prijs kregen elk ƒ 300 voor hun ontwerpen Camera Obscura H. en Dreef.
In de berichtgeving wordt ook nog aangegeven dat wanneer de inzenders dit wensen hun namen bekend worden gemaakt.
Zowel Gerber als Brouwer blijken niet de makers van de 2e en 3e prijs te zijn.
Johan Gerber ging daarna werken voor de Rijksbouwmeester ir. Knuttel in Den Haag, waarna hij in 1918 naar "Indië" vertrok.
Vleugel HBS-gebouw in Soerabaja in 1927 / Johan Gerber (ontwerp)
bron: KITLV 50265 - Indische kamparchieven Gouvernements HBS in Soerabaja
Hier ontwierp hij o.a. het HBS-gebouw in Soerabaja. Hij is zelfs nog even locoburgemeester geweest van Bandoeng. In 1924 kwam hij terug naar Nederland en werkt hij nog even bij de Industriële Maatschappij "Mabeg".
Hij was twintig jaar directeur van gemeentewerken van Bussum, waar hij op 1 september 1924 werd benoemd.
In Bussum was hij in 1928 de architect van het schoolgebouw GBO de Indon. De gekozen vorm en inspiratiebron van dit gebouw hoeft geen uitleg.
Voor het 12½-jarig ambtsjubileum van burgemeester Bordes ontwerpt hij namens de burgerij De Bordes-bank, dat op het viaduct over spoorweg is geplaatst, zodat de kijker uitzicht had over de hei.
In die rol was hij op 8 november 1935 aanwezig bij de nationale vergadering over lintbebouwing.
Bij zijn overlijden werd in het Algemeen Dagblad opgetekend dat hij in 1940 als gijzelaar werd geïnterneerd en na zijn vrijlating in een concentratiekamp in Duitsland opgesloten. Dit lijkt onwaarschijnlijk, aangezien hij in 1941 nog is functie bij de gemeentewerken.
Na aanleiding van een aanslag op 7 augustus 1942 door het verzet op een spoortrein van de Duitsche Weermacht roept de bezetter de daders op zich te melden, de bevolking op de daders aan te geven tegen een beloning van ƒ 100.000. Mocht er voor 14 augustus middernacht geen daders gevonden zijn, dan worden er gijzelaars genomen die met hun leven borg zullen staan.
Niemand meldt zich of wordt aangegeven door de bevolking. Johan Gerber is een van vele gijzelaars die gevangen wordt genomen op de 15e.
Begin 1943 komen we hem weer tegen in zijn functie als directeur Gemeentewerken Bussum.
Verder is vastgesteld dat hij op 6 juli 1944 bij Kamp Vught binnenkwam, waar hij bij Philips tewerk werd gesteld.
De gemeentedienst laat de week daarna weten in de pers dat hij op 1 september 20 jaar in dienst is.
Na de bevrijding kwam hij in conflict met het nieuwe gemeentebestuur, dat leidde tot zijn ontslag in juli 1945.
Hij was voornamelijk ontwerper van landsgebouwen, zoals we ook hier aantreffen. Tot 31 december 1948 was hij hoofd van het Streekbureau Walcheren, dat hij vanaf 17 september 1945 had opgericht om Walcheren weer op te bouwen.
Teruggekeerd naar Bussum, noemde hij zijn woning aan de Nieuwe Hilversumscheweg 49a "Walcheren". Kort daarop overleed hij plotseling op 6 april 1949. Tijdens zijn uitvaart op zaterdagmorgen 9 april, waren er vele sprekers, waaronder de bekende Hilversumse architect ir. W. Dudok. Hij zei dat er maar weinig Nederlandse architecten schoner vormen hebben geschapen dan Gerber. Zijn broer W.J. Gerber vertelde dat hij in zijn jeugd een onbegrepene was, bezield door schoonheidsdrang. Later zou hij ondanks werken onder vele conflicten, dingen van blijvende waarde tot stand hebben gebracht
11.
We rijden de Geldersedijk verder af, maar laten Dirksland voor nu nog even links (op de kaart) liggen. Ook het fraais aan het Korteweegje willen we nu nog niet zien. Dat komt hopelijk de volgende keer. Via de Staverseweg (N215) bereiken we de Langeweg, de weg waaraan Sommelsdijk en Middelharnis verenigd zijn.
We rijden deze grensweg uit, waarna we voor de verandering even door de nieuwbouwwijk rijden, op zoek naar een van de parkeerterreinen die we gisteren in Middelharnis ontdekten.
Via de Anna Franklaan, Haveneind, Sommelsdijkse Haven, Herman de Manstraat komen we uit op een soort van hoofdweg door deze nieuwbouwwijk, de Joost van den Vondellaan. In deze straat krijgen we zicht op woningen waarbij delen van de muurpartijen niet bestaan uit baksteen, maar uit dakpannen. Dit doet onmiddellijk denken aan de Amsterdamse School, waarop het mogelijk geïnspireerd is, dan wel een soort van eerbetoon is.
De wijk met straatnamen als Buitenring en Binnenring zijn halverwege de jaren '10 van de eenentwintigste eeuw gebouwd, dus een eeuw later dan de Amsterdamse School.
Samen-leven | 2008 | Astrid Koppen, Sommelsdijk
In de straat Joost van den Vondellaan zelf treffen we een sculptuur aan, getiteld samen-leven. Het was een geschenk van Woningbouwvereniging Woongoed Flakkee aan de bevolking van de gemeente Middelharnis. Aanleiding voor dit geschenk was de ingebruikname van de nieuwbouw aan de Antoon Coolenstraat, dat parallel loopt aan westzijde van de Anne Franklaan. Hier staat het door hoofdaannemer en bouwbedrijf Goldewijk gebouwde AHOED-complex, dat misschien wel geldt als het langste gebouwencomplex op Goeree-Overflakkee. Hoewel AHOED staat voor Apotheek en Huisartsen Onder Eén Dak, zitten er naast 66 woningen veel meer zorgverleners in het complex. Het beeld werd op vrijdag 4 juli 2008 onthuld door de commissaris van de Koningin van de provincie Zuid-Holland, de heer J. Franssen
12.
Het stalen beeld is gemaakt door Astrid Koppen (Utrecht, 1952). Het vertoont een groep mensen in de verschillende levensfasen, dat de bewonersgroepen van het complex wil vertegenwoordigen
13.
Bij een bezoek aan het beeld in de winter van 2018 zag Koppen met eigen ogen dat de voetbal ontbrak
14.
Even later bereiken we het gezochte parkeerterrein op het Spuiplein.
Wanneer we naar de Kaai wandelen, kunnen we via het Nieuwpad nog een blik werpen op wat oudbouw en nieuwbouw. Vervolgens komt de Sommelsdijkse Havendijk. In de verte treffen we de bomenrij van de Buitenkade, dat de Bezomerkade Gorzen beschermde.
Vanaf de Kaai zien we weer iets bekends, namelijk Roos Sali, het restaurant waar we gisteren gegeten hebben.
Het is onze bedoeling om nog een bezoekje te brengen aan het Streekmuseum Goeree-Overflakkee. Maar of we dat halen is, gezien het feit dat het al bijna drie uur is, maar de vraag. Daarnaast willen we ook nog een rondje om kerk van Middelharnis maken.
We lopen daarom maar eerst de Voorstraat in.
Het eerste pand (29794) dat in het oog springt is er een van de familie Kolff, wanneer we afgaan op het familiewapen dat zich boven het bovenlicht bevindt. Het pand lijkt volgens het jaartal in de deurkalf, de tussendorpel is de horizontale dwarsregel tussen een deur en het bovenlicht, te stammen uit 1768.
deur Kolff-pand, Middelharnis
Tussen de 17 en 68 is een druiventros aangebracht. De familie Kolff was namelijk naast een vooraanstaande redersfamilie ook bekend van de wijnhandel. Achter dit pand zit aan weerszijde van de Oostelijk Achterweg een pakhuis. Voor het pand aan de oostzijde van de straat heeft Cornelis Kolff A.Q.zoon op 4-7-1790 de eerste steen gelegd.
Deze laatste zal de op dat moment 14-jarige Cornelis Kolff zijn, geboren op 5 januari 1776 en overleden op 22 september 1830, wiens vader Adrianus Quirinus Kolff is. Hij werd geboren op 22 juni 1745 en overleed op 23 juli 1826. Dit speelde allemaal in Middelharnis.
De familievereniging stelt dat Adrianus Quirinus in 1768 tegelijk met de erbij behorende wijnhandel, het grote huis met pakhuis, wagenhuis, stalling en erf aan de Voorstraat kocht, waarna hij er een eigen bedrijf in begon.
decoratief sluitsteen, Middelharnis
Dit suggereert dat het pand dus eerder gebouwd is dan 1768. Het monumentenregister houdt het op achttiende-eeuws en geeft de aanvulling dat het in de derde kwart van de negentiende eeuw gewijzigd is
15.
Schuin aan de overkant valt een pand (29778) op door de meerkleurige lijstgevel met boven de ramen een decoratief sluitsteen. Dit versiersel is behoorlijk verweerd.
Beide trapgevels (29774 en 29773), die bijna aan het begin van de Voorstraat staan, zijn samen met die aan het eind van de straat de enige drie trapgevels. Het gele pand stamt volgens het jaartal dat op de ton genoteerd staat "TIT 1662" waarop de windvaan met vis is bevestigd, dus uit 1662.
voorgevels / G.J. (Gerard) Dukker (fotograaf). - 08-1973
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 151.866 (CC BY-SA 3.0)
Het pand met rood bovenkant en ontlastingsboog boven het venster stamt uit 1634
16.
In de jaren zeventig van de twintigste eeuw van behoorden beide panden toe aan De Hooge Heerlykheid, de naam van het restaurant met een van de 25 Michelinsterren dat ons land op dat moment rijk is. Je kunt je hier in de achttiende eeuw wanen. Dat komt mede omdat naast koken, de eigenaar John Kern antiek als hobby heeft.
De in 1969 door John en Wieke Kern opgerichte zaak, etaleerde zich vooralsnog als "oud-hollands eethuys en pannekoekhuysje".
In 1993 raakte ze de ster van Michelin weer kwijt.
Zoon Mark Kern en vrouw Karin zal de zaak in 1998 van zijn vader overnemen. In 2008 krijgt de zaak een make-over met een compleet nieuwe uitstraling. Tevens wordt de bedrijfsleiding uitgebreid
17.
Naast het pand (29771) van De Flakkeesche Drukkerij, waarin nu KHG De Flakkeesche Drukkerij gevestigd zit, treffen we een tuinmuur aan. Het poortje heeft als geboorte, de aanzetsteen voor de gemetselde boog, een diamantkop. Ter versiering volgt daaronder nog een keer aan beide zijden een diamantkop
18.
De boog heeft - zo te zien - een figuratieve sluitsteen.
B. Boomsma werd mededirecteur van de al bestaande drukkerij op 1 november 1899, waarin S. van der Plaat eveneens mededirecteur was. Hij was onder meer de drukker van Onze Eilanden. De tweelingzonen J. en M. namen het in 1933 van hem over. De drukkerij stopte toen vader en zoon Van Eesteren met de grote drukkerij in de jaren '70 stopten
19.
Benjamin Boomsma werd op 30 mei 1871 geboren in Sneek. Zijn ouders waren de 26-jarige kantoorbediende Joannes Boomsma uit Drachten en 24-jarige Gepke Sevensma uit Sneek. Zijn ouders waren twee weken ervoor op 18 mei getrouwd. Hij werd opgeleid als accountant. Na zijn aanvaarding van de functie van directeur, ging hij op 23 november 1900 samen met Ary van de Rovaart (uit Zeist), de Rotterdamse koopman Marinus van de Rovaart en Rotterdamse leraar Paulus Laban naar notaris Johannes Cornelis van Bergeyk in Middelharnis, om de NV Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij op te richten.
Het bedrijf was een boekhandel, boekdrukkerij, boekbinderij, linieerderij en alles wat daarmee verband houdt. De NV zou op zijn laatst tot december 1929 bestaan, zo werd bij vastgelegd tijdens de oprichting.
In werkelijkheid werd de N.V. Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij bij besluit van 22 December 1941 ontbonden.
Benjamin nam zelf slechts 6 aandelen van de totaal 170 die de andere drie comparanten namen: 42, 80 en 42. Naast de 170 waren er ook nog 330 aandelen à ƒ 100 beschikbaar.
Marinus van de Rovaart doet de betaling van zijn aandelen met "het huis, schuur, erf en grond aan de Voorstraat te Middelharnis, op den kadastralen legger dier gemeente bekend sectie B n. 2258, huis, schuren en erf, groot 4 aren 92 centiaren, ingericht tot boekdrukkerij, met alle tot die boekdrukkerij behoorende losse en vast gereedschappen, pers, motoren en verdere machinerieën, alsmede den geheelen magazijn- en winkelvoorraad, en in het algemeen alle bezittingen der bij actie, 5 Juli 1889 voor notaris de Vries te Middelharnis opgerichte naamlooze vennootschap, Flakkeesche Boekdrukkerij, waarvan de statuten werden gewijzigd bij akte, 3 Augustus 1891 voor notaris Kuypers te Dirksland verleden, zijnde de comparant Marinus van de Rovaart voornoemd de eenig overgebleven aandeelhouder dezer naamlooze vennootschap".
Benjamin Boomsma wordt benoemd tot enig directeur, de andere worden commissarissen.
Benjamin Boomsma en zijn vrouw Mathilde Henriette van de Rovaart, waarmee hij op 10 mei 1900 getrouwd was, krijgen op 22 maart 1901 hun tweeling Joannes en Marinus.
Mathilde is de op 13 juli 1869 te Parijs geboren dochter van - inderdaad - Marinus van de Rovaart en Jeanne Petronelle Pauline Frederiks.
De ontstaansgeschiedenis van Onze Eilanden blijft enigszins in nevelen verhuld. Het startte met het uitgeven van Onze Eilanden : Nieuws- en Advertentieblad voor de Zuid-Hollandse en Zeeuwsche Eilanden. In welke jaren het verscheen is niet geheel duidelijk. "Na een sluimer van bijna zeven jaren" verschijnt in 1908 het 15e jaargang, kunnen we lezen begin mei 1908. Hierin is opgenomen "Vooruit!".
De periodiek "Vooruit!" : Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede zal verschijnen van 1900-1917. Hierin is opgenomen Onze Eilanden.
De periodiek Onze eilanden : weekblad gewijd aan handel landbouw en industrie zal verschijnen van 1918-1934. Hierin is opgenomen het weekblad "Vooruit!". Het eerste nummer verschijnt op 9 november 1918.
De periodiek Eilanden-nieuws verschijnt vanaf 1928. Het blad had eerst de ondertitel chr. weekblad op ger. grondslag voor de Zuid-Holl. en Zeeuwsche eilanden. Vanaf 12 november 1955 werd dit Chr. streekblad op gereformeerde grondslag voor de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. En tenslotte werd de ondertitel vanaf 6 maart 2007 Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag.
Maar ze ondernemen meer. Benjamin Boomsma en v.d. Plaat zullen samen met J.H. Schoonderbeek in 1919 een N.V. oprichten - Electro-Technische Handelsereeniging "Vulcanus" te Middelharnis - met een kapitaal van ƒ 500.000, dat zich gaat storten op de - voornamelijk doorverkoop van - electro-techniek.
En naast divers handelsdrukwerk drukken en geven ze bijvoorbeeld Gemeente-financiën : maandblad, tevens orgaan van de Vereeniging van Ambtenaren der Gemeente-financiën uit.
Maar ze drukken ook zeer bekende titels voor bekende en minder bekende uitgeverijen, zoals een vierde druk van de Nederlandse vertaling van Ivanhoe.
De tweeling drukken bijvoorbeeld in 1941 het derde druk van De scheepsjongens van Bontekoe.
De oprichters van "NV Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij" zijn trouwens geen vreemden van elkaar. Ze behoren tot dezelfde familie Van de Rovaart.
Ary van de Rovaart, zoon van Arij van de Rovaart en Adriana van der Pol werd geboren op 21 september 1874 te Middelharnis. Hij zou op 89-jarige leeftijd op 24 juni 1964 te Baarn overlijden. Hij was gehuwd met Johanna Jacoba Grauenkamp.
Aandeelhouder en oud-HBS-leraar Paulus Laban, geboren op 1 mei 1845 te Tholen, getrouwd op 20 augustus 1874 met Katharina van de Rovaart, overleed op 64-jarige leeftijd op 19 augustus 1909 in hun in 1905 aangeschafte pand aan de Voorstraat 31-33 te Sommelsdijk.
Benjamin Boomsma werd met de kerst van 1932 ernstig ziek, zodat zijn beiden zonen zijn plaats overnamen. Beide heren Van der Plaat en Boomsma, namen per 1 mei 1933 afstand van hun functie en werden benoemd tot adviseur. Maandagmiddag 18 juni 1934 om 17.45 overleed Benjamin Boomsma op 63-jarige leeftijd. Mathilde overleed op 10 oktober 1938 op 69-jarige leeftijd.
Tweelingbroer Joannes, onderscheiden met het Verzetskruis, werd 80 jaar en overleed op 25 september 1981. Zijn broer Marinus, eveneens onderscheiden met het Verzetskruis, zou 90 worden. Hij overleed op 5 juni 1991
20.
En vervolgens staan we loodrecht tegenover het voormalig raadhuis (29748) van Middelharnis. Het pand is in 1639 ontworpen door Arent van 's-Gravesande. Pieter Adriaanszn. Noorwits bouwde het. De stichtingskosten werden geraamd op 7800 gulden, dat uiteindelijk uitmondde in 9000 gulden.
De leidekkers Abraham van Weelde en Cornelis Vanne zorgden voor het leggen van de dakbedekking.
De voorlopige lijst van monumenten uit 1933 vult hierbij aan dat het pand mede gebouwd is door Ruedolf Wittensz.
Het pand is tussen 1834-1839 vernieuwd en in 1905 gerestaureerd
21.
Arent van 's-Gravesande is de oudste zoon van schoolmeester Aaron Hendrickszoon Noorwits, die uit Engeland kwam, en Elisabeth Jansdochter. Hij werd rond 1610 geboren en overleed rond 1662. Zoals zich laat raden is Arent geboren in 's-Gravesande. Hij kreeg hier een timmermansopleiding. Het gezin vertrok later, maar zonder Arent, naar Schiedam. Arent woonde bij zijn werk in Rijswijk. Hij was meester-timmerman, werd zelfstandig aannemer en architect en vanaf november 1636 "opsynder ende contrerolleur' in Den Haag
22.
De naam van Pieter Adriaanszn. Noorwits wordt op vele manieren en in vele combinaties geschreven, waarbij ook het patroniem sterke afwijkingen vertoond. Noorwits komt voor als bijvoorbeeld Noorwitsz of Norwits. Ook ondertekende hij zelf met het 'deftige' Noorwittius. Zijn patroniem komt, naast Adriaanszn. ook voor als Adriaensz., Arentssz., Aaronssz. of Aaronszoon. Hij komt - als de twee jaar jongere broer van Arent van 's-Gravesande - rond 1612 in 's-Gravenzande ter wereld. Op 25 juli 1638 trouwt hij - inmiddels meester-timmerman - met Antonia Pietersdochter Sluyter. Hij overlijdt in 's-Gravenhage ergens tussen 25 en 31 januari 1669.
Van Noorwits zagen we in Hulst ook zijn uiterst fraaie toren van de Willibrorduskerk / Willibrordusbasiliek
23.
Nu we weten dat de architect en aannemer broers zijn, kunnen we ons afvragen of de aanbesteding misschien met voorkennis van de laagste inschrijvers gebeurd is.
De eerste steen van het raadhuis werd gelegd door Jacobus de Rooij. Deze Jacobus was de jongste zoon van rentmeester Otto de Rooij.
Dat bouwen door Noorwits gebeurde in twee fasen. Zo werden alle onderdelen voor de kapconstructie in Den Haag gemaakt. Vervolgens werd het naar Middelharnis overgebracht om daar als een bouwpakket op het pand gemonteerd te worden
24.
Op het fronton zien we drie beelden staan van Pieter Arjenszn. 't Hooft. Ze beelden de 'Gerechtigheid', 'Liefdadigheid' en 'Voorzichtigheid', twee van de vier Kardinale deugden en een van de drie goddelijke deugden uit. Samen met de Kardinale deugden 'Moed' (Fortitudo) en Gematigheid (Temperantia) en de goddelijke deugden Geloof (Fides) en Hoop (Spes) vormen ze in het christendom de zeven deugden
25.
'Gerechtigheid', Justitia, is hier - bijzonder genoeg - uitgebeeld als een vrouw zonder blinddoek met een zwaard en weegschaal. Veelal draagt ze immers een blinddoek. Het is het sluitstuk van de kardinale deugden. Je handelt rechtvaardig als je dat doet op basis van wijsheid, moed en matigheid oftewel de andere drie Kardinale deugden
26.
'Liefdadigheid', Caritas, staat in het midden. De uitgebeelde vrouw is omringd door drie kinderen, waarvan ze er - zoals altijd - een met de linkerarm vasthoudt. Het grootste kind heeft een bosje bloemen dat het aan zijn moeder wil geven. Het kind op de arm heeft er aandacht voor en wil het - zo lijkt het - aannemen. Het andere kind wil zich in haar mantel verstoppen. Hiermee wordt de toewijding voor een ander uitgebeeld. Men wil graag de ander helpen
27.
'Voorzichtigheid', Prudentia, houdt een spiegel in haar rechterhand. In de linkerhand tracht ze twee slangen vast te houden. Met een praktische wijsheid wordt getracht het eigen handelen en dat van anderen bij te sturen
28.
In het fronton heeft 't Hooft ook het wapenschild van Middelharnis , het heerlijkheidswapen gemaakt. Het is door geel geschilderd cartouche met kwabornamenten omlijst, waarin de witgeschilderde draperie, dat aan weerszijden te zien is, wordt vastgehouden
29.
Pieter Arjenszn. 't Hooft komt in vele schrijfwijze voor, bijvoorbeeld Piter Arentse 't Hooft, Pieter Aryensz. 't Hooft, Pieter Arjensz. 't Hooft of Peter Adriaensen 't Hooft. Hij is in 1610 te Dordrecht geboren. Hij is mogelijk in Leiden overleden, ergens tussen 1649 en 1650. Aangezien er in een akte sprake is van een weduwe, mogen we ervan uit gaan dat hij getrouwd is geweest. Het trouwen vond plaats in Dordrecht in mei 1631
30.
Onder het fronton kunnen we het bouwjaar M DC XXXIX (1639) lezen.
Wanneer we verder naar het raadhuis kijken zien wij aan de linkerzijde van de deurpost halsstenen met ketting hangen. Op de stenen zien we het harnas (van het wapen van Middelharnis) en 'Middelharnis 1675' afgebeeld. Deze werden bij een veroordeelde om de nek gehangen, waarna men van het raadhuis over de Voorstraat naar de visbank op de Kaai en terug moest lopen. Zo'n vernederende wandeling kreeg veel bekijks, waarbij ook bekenden, buren en vrienden de veroordeelde voorbij zagen komen. De stenen zijn in 1675 in gebruik genomen. Opmerkelijk genoeg diende deze vernedering veelal ondergaan te worden door de vrouw die "vleselijk conversatie", ook wel "adulterij ofte overspel" genoemd, dan wel die met geweld zijn gedwongen. Het laatste wordt tegenwoordig verkrachting genoemd. Hierna werd de vrouw voor twaalf jaar van het eiland verbannen. Het justitieel apparaat i.c. de vierschaar en het recht was duidelijk anders ingericht dan dat we het nu kennen
31.
In het torentje van het raadhuis zien we nog een ander attribuut hangen, dat samenhangt met de rechtspraak, namelijk het rechtklokje.
Dit klokje is ouder dan het raadhuis, want het is namelijk gegoten in 1627. Het draagt - nu we een kleine invulling van de rechtspraak hebben gelezen, het niet de lading dekkende Latijnse tekst "Adest Ivdex Qvique Ius Reqviritis", dat "de rechtspraak is aanwezig voor wie recht zoekt" betekent
32.
Passender is misschien een andere vertaling "Voor elk recht dat u verlangt, is er een Rechter"
33.
Overvoorde laat in zijn Aanteekeningen weten dat het toepasselijk randschrift van de door de Rotterdamse C. Ouderogge in 1677 klok Adeste iudex quique ius requirites' luidt. Dit is vertaald als De rechter is aanwezig en u eist gerechtigheid.
Het apostrofje aan het einde lijkt essentieel te zijn voor de vertaling. Zonder apostrof - en waarschijnlijker - wordt het namelijk vertaald als Kom naar de rechter en vraag om gelijk34.
De Schuttevaêr meldt in 1947 dat het bijna geheel onleesbaar geworden Latijns randschrift vertaald kan naar "Rechters en Rechtzoekenden, Weest Aanwezig". Tevens meldt het weekblad dat het tijdens WOII geroofd is, maar gelukkig weer is teruggevonden. Dit was in 1947 in Bodegraven. Het 35 kilo zware klokje is in 1947 weer teruggeplaatst. En om nog meer variatie in het gietjaar van het klokje te brengen, stelt de Schuttevaêr dat het in 1621 is gegoten
35.
Over het merkwaardige verschil van een halve eeuw tussen de gegeven jaartallen 1627 of 1677 kunnen we kort zijn. Zoals al eerder beschreven leefde Cornelis Ouderogge van 1599/1600 tot 1672. Het jaar 1677 van gieten is daarmee onmogelijk en zal mogelijk berusten op een zet- of leesfout.
Het klokje werd op 21 maart 1627 van de Rotterdamse metaalgieter Cornelis Jansz Ouwerogge gekocht voor 12 pond en 6 schellingen en 4 groten Vlaams. Dit was inclusief verzendkosten. Ook in deze berichtgeving treffen we een variant op de Latijnse vertaling aan: "Rechters en gij die recht zoekt, weest aanwezig."
36
Het torentje, een achtkant koepeltje met peer en de al besproken windwijzer of windvaan , heeft aan weerszijden op de makelaars een pijnappel staan
37.
Aan de rechterzijde van de deur hangt - normaal gesproken - een walvisrib.
voorgevel na de restauratie. - 05-1909
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 16.345 (CC BY-SA 3.0)
Tijdens ons bezoek was deze niet aanwezig. Het was er afgehaald om geconserveerd te worden. Ook het gebouw zou gerenoveerd worden, maar dit laat nog even op zich wachten. Eind februari 2024 werd er met de feitelijke restauratie begonnen. Na verwachting is dit karwei - uitgevoerd door bouwbedrijf Boogert - voor de zomer afgerond, zodat ook de walvisrib weer zijn plekje kan innemen
38.
Over de herkomst van deze rib verschillen de meningen. De Schuttevaêr laat weten dat het in de tweede helft van de achttiende eeuw - dus tussen 1750-1800 - is aangespoeld bij Middelharnis. Het Algemeen Handelsblad en Eilanden-nieuws weten zelfs het jaar te noemen, namelijk (omstreeks) 1711. In 1997 kunnen we in het Eilanden-nieuws lezen dat de rib van een walvis is dat in 1768 werd gevangen. Dit laatste betreft de Cagelot, een jonge Walvis, dat op 12 september 1768 "met het afloopende Water, op het drooge, voor 't einde der Haven van voorsz. Plaats, uitkomende in de Rivier het Noorddiep of Haringvliet, ontdekt en aldaar binnen gesleept."
Het zou vervolgens, nog levend, naar Rotterdam zijn vervoerd, waar het overleed. Het werd vervolgens in de pekel gelegd om als bezienswaardigheid een toer te maken langs diverse Hollandse steden. Naar verluidt zou stadhouder Willem V en zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen het dier ook hebben aanschouwd
39.
Het zal in ieder geval een van de weinige ribben zijn die er in ons leefgebied te vinden zijn. De andere bekende walvisbotten betreffen zonder uitzondering onderkaaksdelen
40.
We lopen door het poortje naar de achterzijde van het raadhuis. Daardoor lopen we onder het bordes of hoogen stoep door, dat te bereiken is via de enige in Nederland bewaarde draaiende trap of draeyende trap, de zogenaamde (echter foutief zo genoemde) Leidse Stoep41.
Aan de achterzijde treffen we alleen nog de kerk aan. Het kerkhof, dat tot 1895 in gebruik was, is een grasveld geworden. De rest van de kerkgracht is er ook niet meer. Eerdere bebouwing - waaronder het raadhuis - had al eeuwen geleden een kwart van de gracht doen verdwijnen.
Door vervuiling door de bewoners, onder meer door er kadavers in te dumpen, zag het gemeentebestuur zich genoodzaakt om de beeldvormende kerkgracht te dempen "terwille van de volksgezondheid". Men begon in 1893 aan de oostzijde met het dempen. Tussen 1895 en 1897 was het westelijk deel aan de beurt. In 1900 was het dempen voltooid en was de kerkgracht verdwenen
42.
We staan hier zo dicht op de kerk dat we nauwelijks of beter gezegd geen zicht kunnen krijgen op het geheel.
Wel is duidelijk dat we bij het transept aan de noordkant staan, waarin de noorderkapel is gevestigd.
Aan de buitenmuur treffen we een monument aan voor Lucas Slotemaker, die hier tussen 29 juli 1792 en 13 maart 1821 predikant was. Hij werd beroepen vanuit Leerbroek
43.
De in Giessen Nieuwkerk op 3 december 1763 uit predikant Cornelis Slotemaker (1737-1804) en Deliane Egeling geboren Lucas Slotemaker werd in augustus 1820 ernstig ziek.
Op deze 13 maart 1821 overleed hij, na een huwelijk van bijna 34 jaar met Anna Maria Christina Diemel, op 58-jarige leeftijd.
Lucas was als proponent vanaf 1786 predikant in Est, waarna hij op 13 april 1787 te Zaltbommel met Anna trouwde. Hij zou in 1789 beroepen worden in Leerbroek.
Lucas en Anna kregen in Leerbroek rond 1789 hun dochter Deliana Lucretia en rond 1792 hun zoon Cornelis. In Middelharnis werd in 1798 Petrus geboren. Op 4 september 1799 kregen ze hun zoon Adrianus. Rond 1805 kregen ze hun zoon die ze Lucas noemden.
Deliana ging met haar man de procureur Jean de Rouville in Brielle wonen.
Anna was na de dood van haar man Lucas ook naar Brielle verhuisd. Deliana overleed echter al snel daarna als 33-jarige op 24 november 1822. Drieënhalf jaar later overleed ook zoon Lucas daar als 21-jarige op 29 april 1826.
Adrianus zou als 30-jarige luitenant infanterie op 26 mei 1830 in Groningen trouwen met de in Groningen op 21 mei 1803 geboren Lievina Hendrica Asselina Beurskens.
Cornelis zou als 38-jarige op 18 augustus 1830 in Den Haag trouwen met de 37-jarige in Amsterdam geboren Jacoba Elizabeth Lust. Hij zou als 49-jarige voor de tweede keer trouwen op 3 februari in Utrecht met de 38-jarige in Moordrecht geboren Cornelia Catharina Pellekaan.
Anna zou 81 jaar worden en overlijden op 12 april 1846 te Vlissingen. Ze werd op 30 april 1765 in Amsterdam in de Nieuwe Kerk gedoopt
44.
Het monument is op maandag 20 augustus 1821 ingewijd met een lijkrede, uitgesproken door de voorzitter van hier gevestigde Afdeeling der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Ds. C. de Visser. De bijeenkomst wordt bijgewoond door verschillende autoriteiten van het eiland, diverse predikanten van verschillende gezindten, onderwijzers en andere genodigden die met hem samenwerkten.
Op 22 januari 1810 waren een aantal mannen, waaronder Lucas Slotemaker, bij Willem Johannes Nijgh op bezoek met het doel een departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen op te richten.
Dit in navolging van Jan Nieuwenhuyzen die in Middelharnis vijf jaar lang - tussen 1758 en 1763 - de Mennistenpredikant was.
Hier leerde Jan de noden van de kleine luyden kennen, dat hem later tot het oprichten van het Nut zou stimuleren. Hij verbleef toen in een kamer met keukentje in de Doopgezinde Kerk, dat aan de Steneweg stond. Het kerkgebouw werd in 1805 verkocht omdat er zo goed als geen Mennisten meer te vinden waren in Middelharnis. Het perceel met nummer 710 staat op de "Kadastrale kaarten 1811-1832" op naam van burgemeester Arend van Weel Azn. Het pand werd gebruikt als een schuur. Na de watersnood van 1953 was het zodanig aangetast dat het alleen nog maar voor sloop in aanmerking kon komen. Het kwam echter voor op de Ontwerp-Monumentenlijst vanwege het zeldzame voorbeeld van een zeventiende-eeuwse Mennistenkerk of schuilkerk. Op verzoek van de gemeente haalde de minister het van de lijst, zodat het in het najaar van 1969 kon worden afgebroken.
Lucas Slotemaker werd aangesteld als voorzitter het nieuw opgerichte departement. Bepaald werd ook dat een rooster de aftreding zou bepalen. Dit zou voor Lucas december 1813 worden.
Verder was hij onder meer vanaf april 1818 voor het 6de Schooldistrict in Zuid-Holland schoolopziener geworden.
Lucas was in Middelharnis een van de meest geliefde burgers, hij toonde zich door handel en wandel een waardig evangeliedienaar en trachtte zijn gesproken woord ook in daden om te zetten.
Het monument bestaat uit een hardstenen piramide, dat ondersteund wordt door twee bollen. Bovenop de piramidevorm ligt nog een bol. Dit geheel staat op een rechthoekig voetstuk. Zowel op de piramide als op het voetstuk treffen we tekst aan
45.
Aan Zijne
Nagedachtenis
----- Zijne vrienden
en de
Afdeeling der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen,
Middelharnis en Sommelsdyk
Op het voetstuk kunnen we het volgende lezen:
Lucas Slotemaker
overleden den 13e Maart 1821
Het stoflyk deel eens wakkren leeraars
Dekt deez' aarde,
Van velen vaak miskend en niet geschat
Naar waarde;
Hy was geleerd, begaafd, en stichtelyk
Van leven;
Zyn loopbaan was voleind; God wou hem
D'eerkroon geven
46.
Wanneer we het pad volgen, lopen we zo weer naar de Ring aan de westzijde van de Grote Of St. Michaelskerk. De pijlers van toegangshekken hebben op de piramidevormige top ook een bol.
Vanaf dit punt krijgen we wel de toren (29751) volledig in beeld.
Het complex is grotendeels gebouwd tussen 1475 en 1500. De noordbeuk met het monument voor Lucas Slotemaker is rond 1500 aangebouwd.
Brand is een grote vijand gebleken van het kerkgebouw (29750). In de twintigste eeuw vatte het tweemaal vlam, waarna het telkens weer werd opgebouwd. Telkens bleef de toren wel gespaard.
Hervormde kerk na de brand / A. Mulder (Rijks-architect) [?]. - 07-1904
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 16.346
(CC BY-SA 3.0)
De eerste keer dat de kerk vlam vatte was op 24 juni 1904. De volgende dag wist de pers al te melden dat de brand om half zes was begonnen met als oorzaak het onvoorzichtig handelen tijdens het solderen van de dakgoot, waarbij een omgevallen spirituslamp de veroorzaker was dat de hele kap in korte tijd in lichterlaaie stond. Tijdens de werkzaamheden waren er in maart 1903 twee nieuwe ramen met geschilderde ruiten geplaatst door glazenmaker Petrus Johannes Felis (1867-1939) te Utrecht, maker van kunstwerken in glas in lood. Dit deed hij op 16 juni 1904 nogmaals, waarna de teller op 6 vervangen ramen stond. Onlangs waren er ook drie nieuw geschilderde ramen ingezet. Diverse zaken werden nog gered uit de brandende kerk door vele handen. Hieronder een eigenaardig ornament, de gebeeldhouwde kabels dat aan de preekstoel bevestigd was. Het werd er afgerukt, terwijl de preekstoel al brandde.
Tot 1794 had de leuning aan de noordzijde een versiering die door een beeldhouwer was gemaakt. Deze werd echter verplaatst op de zuidelijke leuning. Op de noordelijke kwam een soortgelijke uit harder hout gesneden kabeltouw te liggen. Deze was aangebracht door stuurman Aren Marinusz. Wafelbakker, die het gesneden had met een gewoon haring-kaakmesje.
Rond tien uur was het vuur zo goed als uit, al bleef het tot de volgende dag her en der nog smeulen
47.
Aren Wafelbakker was de in Middelharnis op 8 april 1753 geboren, op 3 juni 1753 gedoopt en oudste zoon van Marinus Wafelbakker en Anna Vink.
Op 26 mei 1776 trouwde hij als 26-jarige met de 19-jarige Maartje van de Roovaart. Ze kregen tussen 1777 en 1793 tien kinderen, waarvan er enkele al jong overleden.
Aren trouwt voor de tweede keer op 21 april 1801 in Middelharnis. We mogen er daarom van uitgaan dat de op 1 september 1757 in Middelharnis gedoopte Maartje inmiddels was overleden. Hij was bij zijn tweede huwelijk met de ± 31-jarige Johanna Stalpert inmiddels 48 jaar.
Hij huwde voor derde maal als 62-jarige op 9 november 1815 in Klundert met 45-jarige in Dordrecht geboren Elizabeth de Roo. Lang waren ze niet getrouwd. Hij overleed al een kleine zes jaar later op 9 mei 1821.
48.
Het herstel van de kerk werd uitgevoerd door de Rotterdamse architect J. Verheul. Hij werd mede geadviseerd door Rijksarchitect A. Mulder, die ook foto's van de ruïne had gemaakt en de nodige opmetingen had verricht. De herstelwerkzaamheden, grotendeels uitgevoerd door lokale ambachtslui, waaronder Carl Adema, verliepen zeer voorspoedig, zodat de kerk op zondag 20 augustus 1905 alweer ingewijd en gebruikt kon worden. De inwijdingspredikatie werd gehouden door Ds. Bruining
49.
Bij de herbouw is een grafzerk waarop aartsengel Michaël is gebeiteld tegen de achterste muur van het koor gemetseld. Ook is een herinneringssteen aan de eerstesteenlegging door - de toen zesjarige - Adrianus Quirinus Kolff op 25 april 1752 van het nu verdwenen voorportaal in dezelfde muur geplaatst
50.
Op donderdag 30 december 1948 brak er rond tien 's ochtend opnieuw brand uit. Het werd ontdekt door een jongen.
Een ure des gebeds zonder huis des gebeds : oudejaarsavondpredikatie na het afbranden der Ned. Herv. Kerk te Middelharnis / H. Goedhart. - Middelharnis : Rooij & v.d. Velde, 1949
Ditmaal dacht men in eerste instantie dat kortsluiting in het koor vermoedelijk de oorzaak was. Men is echter nooit achter de werkelijke oorzaak gekomen. Rond een uur was de brand bedwongen.
De Oudejaarsavondprediking van ds Hendrik Goedhart (1919-1977) die nu in Sommelsdijk mocht plaatsvinden is - ter troost - in druk uitgegeven
51.
Het herstel van de kerk zou nu minder snel verlopen. Gebrek aan materialen, zo na de WOII, was hier vooral debet aan.
Architect J.C. Meischke (1889-1966) uit Rotterdam en aannemer en uitvoerder C. Kroos uit Middelharnis zorgden er uiteindelijk voor dat de kerk hersteld werd.
Johan Coenraad Meischke werd in Rotterdam op 9 augustus 1889 geboren, waar hij eveneens overleed op 5 oktober 1966.
In de zomer van 1949 werden de zware balken geplaatst, waarna Kroos de verwachting uitsprak, mits het weer goed blijft, dat het voor de winter onder de kap komt. Deze vlotte werkverwachting is dan weer mogelijk gemaakt door de diverse nieuwe elektrische hulpmiddelen die de werklieden nu tot hun beschikking hebben.
Op het koor na, zijn de dakspanten in begin oktober weer aangebracht.
Maandagmiddag 24 oktober 1949 was er opeens een groot tumult, toen aannemer Kroos met metselaar G. Boeter en de opperman op een stelling - acht meter boven de grond - stonden. Bij het afbreken van een muur schoot de stelling uit en vielen alle drie naar beneden. De andere aanwezige ambachtslieden schrokken enorm. Gelukkig was dr. Arends er snel bij en kon Kroos helpen met een enkelwond. Boeter bleek aan de val schaafwonden en een hersenschudding te hebben overgehouden. De opperman bleek schijnbaar met de schrik vrij te komen. Geen van allen hoefden dus naar het ziekenhuis.
En hoewel het niets met de herstelwerkzaamheden van de kerk na de brand te maken heeft, is het ook fijn dat de toren - nadat de klok door Duitse bezetter in 1943 was geroofd - nu aan het einde van 1949 een nieuwe klok geïnstalleerd krijgt. De heren Kroos en Snelleman krijgen hiervoor dank van burgemeester Rijnders.
Vrijdagmiddag voor Kerstmis arriveerde de 1250 kg zware klok in toon E, die gemaakt is door de Gebrs. Van Bergen te Heiligerlee . Het heeft als opschrift de volgende tekst meegekregen:
19 Heiligerlee 49
"Door de vijand geronnen,
Door eendracht gewonnen,
Memento vivere,
De Schepper ter ere."
Een fraai omgedraaide weergave van de uitdrukking "zo gewonnen, zo geronnen". Datgene dat je verdiend hebt, ben je zo weer kwijt.
Zaterdag 24 december 1949 om precies 14:37 uur luidde voor het eerst de klok, een activiteit dat de voormalige gemeentebode-schrijver ter secretarie, opzichter van de begraafplaats, schoonhouder gemeentehuis en wachtgebouw politie, klokkenist en oud-klokluider Iz. Zaaijer mocht uitvoeren. Daarnaast was hij tussen 1905 en 1930 koster van de kerk, vanaf 1907 ook voorlezer en voorzanger, dat hij 50 jaar zou blijven doen. De op 1 november 1883 in Middelharnis geboren Izak Zaaijer was net een klein jaar eerder op 1 januari 1949 op de meest eervolle wijze ontslag verleend. Hij was op 29 april 1907 in functie getreden. Zo'n twee jaar eerder, op 19 mei 1905, was hij als 21-jarige getrouwd met Neeltje Maria Elizabeth van Klink. Hij overleed op 21 september 1957, in het ziekenhuis te Dirksland.
Op 2 april 1952 werd de kerk weer in gebruik genomen. Tijdens de openingsplechtig releveerde architect Meischke dat de kerk dateert uit het midden van de 17de eeuw. Dankzij de medewerking van de burgerlijke gemeente kon de hoofdingang van de kerk weer terugkomen op de oorspronkelijke plek, de toren. Ook nu sieren de historische leuningen van de preekstoel - beiden malen gered tijdens de branden - weer de trap van de kansel. De oudhollandse glazen voor de Gothische ramen werden geleverd door de Glazeniers Warfenius uit Rotterdam.
Na de inwijdingsdienst mocht A.J. Keizer het nieuwe grote orgel bespelen met stukken van J.S. Bach.
Het orgel werd gebouwd door Ernst Leeflang, die hier een levenswerk tot stand heeft gebracht. Het Orgel schrijft dan ook "De beste Orgelbouwers wonen in Denemarken en in Middelharnis". Aangezien het schip en koor weer een geheel zijn geworden, moet het nieuwe orgel ook flink groter worden. Het hangt dan nu ook over de volle breedte van het schip aan de toren en is bijna tien meter hoog. Advies hierover was ingewonnen bij M.A. Vente die indertijd was gepromoveerd op de historie en bouwwijzen van Nederlandse kerkorgels. Uiteindelijk - na overleg met architect Meischke - mocht meubelmaker C. Boeter de houtbewerking van het front maken, "een zeer sober en, behoudens een min of meer kunstzinnige bewerking van de houten lijsten, zonder versiering van betekenis."
52
Gezicht naar de kerk van Middelharnis / Jan de Beyer (tekenaar, 1703-1780). - ± 1750
bron: Haags Gemeentearchief kl. A 2698 | Archieven.nl J18-13
(CC BY-SA 3.0)
In 1804 brak er ook al eens een brand uit. Toen werd op 24 februari de torenspits door de bliksem getroffen.
's Middags om half vijf zag men onder een felle bui met hagel, sneeuw en wind een grote vuurbol boven het kerkhof uit de lucht vallen, dat zich verspreidde, waarop meteen een zware kort afgebroken donderslag volgde. Iedereen die het zag vreesde dat er een gebouw geraakt zou zijn, maar men zag niets. Pas een uur daarna ontdekte men bovenaan in de spits brand. Maar ook een balk van een van de bovenste zolders in de toren brandde. Met een gelijksoortige brand in Sommelsdijk, vijf jaar eerder, zonk iedereen de moed in de schoenen en vreesde men het ergste. De brand kon toen niet bereikt worden door de brandweer.
Hier in Middelharnis betrof het nog de torenspits zoals Meindert Hobbema het schilderde of zoals Jan de Beyer het tekende, met een ui of - zoals ze het hier op het eiland aanduiden - een peer, of - zoals Benjamin Boers omschrijft - een appel
53.
Deze torenbrand werd echter snel geblust door het dappere ingrijpen van metselaar Hendrik de Wit, geholpen door de vissers Aren van Gelderen en Dirk Dekker die water aanreikten. Hendrik de Wit klom hiervoor vanaf de buitenkant in de spits en kon zo met gevaar voor eigen leven de brand doven.
Hij werd door het gemeentebestuur beloond met een gouden horloge en zilveren tabaksdoos.
Aren van Gelderen kreeg een zilveren horloge en tabaksdoos en Dirk Dekker - die kennelijk niet rookte of pruimde - een zilveren horloge en ƒ 26. Hun heldendaad was ingegraveerd in het geschenk
54.
De mededeling van architect Meischke dat de kerk uit het midden van de 17de eeuw komt, dus tussen 1625-1675, geeft even te denken. Immers, het Rijksmonumentenregister geeft in de beschrijving aan dat de kerk stamt uit het derde kwart van de vijftiende eeuw, dus 1450-1475 en dat de noordbeuk rond 1500 is bijgebouwd.
Aangezien de uitgifte voor de inpoldering pas in 1475 werd gedaan, is het dus ondenkbaar dat dit volumineus gebouw er in 1475 al stond. Dat Cornelis Jacobsz al in 1465 is aangesteld als pastoor, zegt niets over het gebouw. Mogelijk doelt Meischke op de periode dat dit gebouw af was
55.
"Wie de kerk binnenloopt, gaat in de richting van Jeruzalem", was de beoogde gedachte.
Tijdens de bouw van de kerk ging men uit van een bepaalde bouwrichting. Het was de traditie om de kerkganger bij het betreden van de kerk richting Jeruzalem te laten lopen
56.
Dat men in die periode nog niet helemaal wist in welke richting men Jeruzalem moest zoeken, kunnen we hun niet kwalijk nemen. De richting is dan ook ongeveer richting het oosten. Dat de gepositioneerde richting van de kerk precies richting Münster wijst, het in 793 door Liudger gestichte bisdom, is echter wel zeer opvallend
57.
We verlaten de Ring met zijn fraaie pandjes, die allen zonder momumentenstatus zijn en wandelen via de Westerlijke Achterweg naar de Westdijk. Tegenover het parkeerterrein staat een oud opslagpand, dat er - volgens de dakpannen - sinds 1789 staat. Het is voorzien van diverse schuifdeuren.
Op de Kadastrale kaart 1811-1832 lijkt het erop dat de schuur bij de kavels 373 en 372 hoort. Bij nummer 372 staat notaris Lambertus Kolff van Oosterwijk vermeldt als eigenaar. Bij 373 Rosetta de Rooy, weduwe notaris Laurens Veerman
58.
Om op de Westdijk te komen, kunnen we het trapje tussen de twee panden oplopen. Op de dijk zouden we het steegje rechtdoor kunnen lopen om bij het parkeerterrein te komen, waar de auto geparkeerd staat.
Wij lopen echter richting Sommelsdijk.
De smalle winkelstraat straalt door de vele kleuren gezelligheid uit. Een pand met dakpannen op de pui, doet aan de Amsterdamse School denken.
Aan het einde van de Westdijk, waar de dijk Zandpad gaat heten, verdwijnt de beslotenheid van de winkelstraat.
Hier bij de Molenaarstrap ligt een molensteen, een overblijfsel van de koren- en pelmolen De Hoop. De steen is een pelsteen, voor het malen van gort, vertelt het gedenkplaatje. Hieraan wordt echter getwijfeld, aangezien het - gezien de aanwezige gaten - vermoedelijk gaat om een kantsteen uit een meestoof.
Opmerkelijk is echter dat een zo op het oog exacte steen begin juni 1999 tijdens graafwerkzaamheden is opgegraven bij de Vissersdijk. En laat nou net in dat pand op nummer 35, waarachter het is aangetroffen, aan het eind van de negentiende eeuw een smederij hebben gezeten. Smid Jacob van de Roovaart was hier in 1885 werkzaam en werd in 1898 opgevolgd door Pieter Snijder. Hij stopte in 1913, waarna uit het pand de functie van smederij verdween.
De steen, met een omtrek van 1.60 meter en 50 cm dik heeft middenin een rond gat van 20 cm. Ook zijn er drie kleinere gaten (die we op oudere foto's nog kunnen waarnemen) in de steen te vinden.
Het blijkt dus dat we naar deze zogenoemde wielpit uit de Vissersdijk kijken
59.
De molen stond - volgens het minuutplan - op perceel 520 als eerste bebouwing van het Zandpad, dus schuin tegenover de plek waar nu de ronde steen ligt. Het verklaart ook de naam van de Molenaarstrap.
Middelharnis had ook al enige eeuwen een molen. Eerst, al vóór 1517, een standerdmolen op de Oudelandsedijk, ter hoogte van de Molenweg, waarop Jacob Alyanens in die periode de molenaar was. Deze eerste versie waaide op 7 juli 1631 rond 14.00 bij zwaar weer van de dijk, waarbij het vernield werd. "De kap en de spanning van het moolenhuis weggeslaagen, zoo dat dien nergens te vinden was geweest ende den vast stelden dat dezelve over de gorzen heen tot in het Diep was gevlogen...." Het werd toen herbouwd op de Oostdijk. Ook de tweede versie waaide de lucht in. De toenmalige eigenaar Huijbregt van der Croon vroeg toestemming om een nieuwe molen te mogen bouwen, hier op de Westdijk, maar ditmaal een stenen versie zoals we al diverse zijn tegengekomen deze reis
60.
De Hoop werd in 1718 gebouwd. Ten tijde van de inventarisatie voor de Kadastrale kaart 1811-1832 staan de erven van Arie Overwater genoteerd bij huis, en korenmolen en erf.
Per 1 november 1864 wil de eigenaar van dat moment, P.L. Slis de Wind-, Koorn- en Pelmolen verkopen.
Honderdtachtig jaar na de bouw werd het, in 1898 afgebroken, nadat A. Dijkers en T. Schilperoort de molen voor de sloop hadden gekocht. Het gebouw en de onderdelen werden door de lokale molenmakers Gebr. Beversluis afgebroken, waarbij diverse onderdelen bestemd waren om te hergebruiken. Het zou dus eventueel kunnen dat wielpit eerder werd gebruikt als molensteen. We kunnen dit niet met zekerheid vaststellen
61.
Vanaf het Zandpad krijgen we vanaf de hoge dijk een voorstelling te zien van Middelharnis. Zo schuift het Diekhuus Cultreel Centrum aan ons voorbij.
Op het Burgemeester Boumanplein zien we een muziektent. Donderdagavond 4 juni 1925 wordt 'de nieuwe' (als opvolger van die aan de Ring) muziektent - met goed weer - ingewijd.
Een kritische noot ging aan de komst van de muziektent op deze plek wel vooraf. Een 'inwoner van Middelharnis' is van mening dat komst puur eigenbelang is van Loterijcommissie onder voorzitterschap van P. van Oudgaarden, die loten verkoopt om de benodigde ƒ 1500 bijeen te sprokkelen. De leden van deze commissie bestaat echter uit een metselaar, timmerman, schilder, meubelhandelaar en enkele ondernemers met een zaak in buurt.
Het ontwerp van de muziektent was van de gemeente-architect G. van Varik.
De muziekvereeniging Sempre Crescendo geeft hier af en toe uitvoeringen. Maar ook vinden er (religieuze) openluchtsamenkomsten plaats.
De omwonenden hangen zaterdag 26 februari 1977 een meterslang spandoek aan de muziektent, met daarop de tekst: "Laten we hopen, dat ze deze tent niet slopen." Het gemeentebestuur was voornemens om dit namelijk te gaan doen, het gebouwtje kostte alleen maar geld voor het onderhoud. Ook was het idee aangedragen om de kap er af te halen en van de romp een enorme plantenbak te maken. Een eerder plan om het aan alle kanten af te sluiten en er een expositieruimte van te maken, vond de gemeente een te duur plan. Het protest heeft geholpen. Vijftien jaar later doet een groepje jongens wel een slooppoging, waarbij ze voor ƒ 700 aan vernielingen plegen. Vier worden aangehouden en krijgen een schaderegeling voorgeschoteld. Er zullen nog vele vernielingen en herstelwerkzaamheden volgen.
In 2006 zullen er weer eens twee optredens worden verzorgd, waarbij akoestische blaasmuziek ten gehore wordt gebracht op vrijdag 23 juni en 9 september. Ook op vrijdag 4 september 2009 wordt er een muziekoptreden gegeven, nu door Fanfare Sempre Crescendo, waardoor er oude tijden zullen herleven. Het wordt georganiseerd door woningbouwvereniging Woongoed Flakkee, dat aan het Burgemeester Bouwmanplein het oudste bezit heeft staan. Ook een gelegenheidskoor van kinderen zal rond de kerstdagen van 2015 bij een levende kerststal kerstliederen ten gehore brengen
62.
En zo blijft de muziektent al bijna een eeuw lang een rol van betekenis spelen in de harten van de bevolking van Middelharnis. Wij treffen slechts de beschermende maatregel "Verboden toegang" aan.
Aan de overkant van de muziektent treffen we drie pandjes aan, die vanaf ongeveer 2001 door het leven zijn gegaan als De drie Huusjes63.
De panden, rond 1879
64 gebouwd, herbergden een brasserie, eterij/tapperij en café. De drie panden hebben als enige drie aan het pad een vorm van bescherming, ze mogen niet worden afgebroken. Voor de rest wordt alleen de rooilijn en bebouwingsschaal in dit deel van het beschermd dorpsgezicht gewaardeerd
65.
In het pand met nummer 48 was in de jaren '60 een drogisterij / parfumeriewinkel gevestigd van mevrouw J. Boekhoudt-Groenenberg
66.
In 1992 krijgt T. Marchalk (Maarschalk) de vergunning om de drie panden, bestaande uit een winkel en twee woningen, te verbouwen tot een horecagelegenheid. A.H.M. Marchalk (Maarschalk) krijgt de vergunning om er een inwerking hebben van een horeca-inrichting te hebben. In 1994 krijgt hij voor Café D'n Diek een aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten. Ook komt er vanaf 1995 een terrasvergunning bij
67.
H.G. Spijker (Molenzicht 54, Dirksland) krijgt vanaf 1998 de vergunningen verleend van de gemeente t.b.v. Zandpad 48 Middelharnis
68.
A.H.M. Maarschalk krijgt in 2000 een vergunning voor het uitbreiden van het horecapand aan het Zandpad 48
69.
Een paar honderd meter verderop - we zijn inmiddels afgedaald naar het winkelgedeelte aan het Beneden Zandpad - trekt een groot pand aan de Langeweg onze aandacht. Boven de deur is een herinneringssteen geplaatst, waarop de volgende tekst is ingehouwen:
Het plan tot het bouwen van dit gesticht
is in 1873 ontworpen door het toenmalig bestuur
A.K. Beausar, voorzr, D. Joppe, B. v.d. Rovaart,
F.C. Armstrong, A.C. Mijs en J.A. van der Salm boekhr.
---------
De eerste steen is gelegd den 5n mei 1874
door het weesmeisje A.J. van Es
Het weesmeisje Anthonia Johanna van Es, geboren op 8 juni 1861 te Sommelsdijk, zal op 13 mei 1887 gaan trouwen te Middelharnis met Cornelis Jordaan en zich als gezin in Middelharnis gaan vestigen.
Haar moeder is Johanna Hendrika van Es. De ouders van Cornelis zijn Leendert Jordaan en Cornelia Dekker.
Haar moeder wordt op 18 juli 1833 geboren te Sommelsdijk, haar ouders zijn Leendert van Es (1792-1840) en Antje Gakels (1797- Sommelsdijk, 6-8-1866). Zij komt als 33-jarige te overlijden te Sommelsdijk op 5 augustus 1866, een dag eerder dan haar eigen moeder. Vermoedelijk zijn zowel Johanna als haar moeder Antje Gakels overleden aan Cholera-epidemie dat op dat moment heerst. Die week zijn er negen mensen overleden aan de cholera in Sommelsdijk. Totaal zijn er sinds het uitbreken van de epidemie in Sommelsdijk al 48 mensen aan overleden. Dat verklaart dus waarom haar dochtertje wordt opgenomen in het weeshuis.
Weesmeisje Anthonia Johanna van Es en haar man Cornelis Jordaan krijgen twee kinderen, Leendert en Johannis. Johannis werd slechts 4 maanden. Hij werd geboren op 2 maart 1891 en overleed op 15 juli 1891. Zijn oudere broer Leendert werd vierenhalf jaar eerder geboren op 8 oktober 1887
70.
Leendert Jordaan (23) zou op 25 november 1910 trouwen met de op 25 november 1886 te Sommelsdijk geboren Jannetje van Antwerpen (24).
Ze krijgen in december 1914 hun zoontje, die ze Cornelis noemen, naar de vader van Leendert.
Leendert wordt 39 jaar en overlijdt op 20 juni 1927.
Jannetje wordt 82 jaar en overlijdt te Sommeldijk op 20 februari 1969
71.
Het weesmeisje Anthonia Johanna van Es zal bijna iedereen van haar naaste familie overleven, wetende dat haar kleinzoon - die dezelfde naam draagt als haar man - er is. Ze komt op 16 december 1940 in Middelharnis te overlijden
72.
Kleinzoon Cornelis Jordaan (1914-1978) zal op 2 maart 1939 trouwen met Adriana Kransse (1914-2009).
Ze krijgen eind februari of begin maart 1940 hun kind Leendert. Dus ook de geboorte van haar achterkleinkind krijgt het weesmeisje nog bewust mee.
Jan krijgen ze in juli 1943.
Later zullen Adri en Kees volgen.
Cornelis begon als erkend schoenhersteller op de Eendrachtstraat B. 81. Ze zullen echter eind jaren '40 verhuizen naar de Westdijk, dat toen nog de nummeraanduiding B 322 had.
Ze wonen in 1964 op de Westdijk 26, zoals het na de hernummering begin jaren '50 genoemd gaat worden.
Cornelis wordt 63 jaar en komt op 4 augustus 1978 te overlijden. Ze woonden toen op de West-Achterweg 25.
Adriana, geboren op 29 september 1914, komt op 15 maart 2009 te overlijden
73.
Achterkleinkind Leen Jordaan is in 1978 woonachtig in Middelharnis en getrouwd Neeltje Koert. Ze krijgen hun zoon Léon.
Ze hebben een lederwarenspeciaalzaak, die van zijn vader Cornelis. Leendert was daarnaast ook lange tijd vrijwillige brandweerman.
Leendert komt op 58-jarige te overlijden op 15 juni 1998
74.
Achterkleinkind Jan Jordaan zal gaan trouwen met Hennie Hartman en in Veenendaal wonen. Ze krijgen daar hun dochters Mirjam en Debora.
Deze twee dochters zullen ook een handvol kinderen krijgen
75.
Achterkleinkind Adri Jordaan zal gaan trouwen met Adriaantje Driece en wonen op diverse plekken in het land. Ze zullen drie dochters krijgen Jeannette, Ellen en Anne-Marrie. Ook deze dochters krijgen een handjevol kinderen
76.
Achterkleinkind Cees Jordaan zal gaan trouwen met Elza de Koning en woont in Middelharnis
77.
En zo blijkt dat het weesmeisje Anthonia Johanna van Es toch nog vele nazaten te hebben gekregen, waaronder inmiddels een handvol achterachterkleinkinderen en twee handenvol achter-achter-achterkleinkinderen. Deze kinderen hebben dus een betovergrootouder en oudgrootouder die de eerstesteenlegging heeft gedaan voor dit 'nieuwe' weeshuis
78.
Het plan voor het bouwen van dit nieuwe weeshuis kwam dus van de voorzitter van het stichtingsbestuur A.K. Beausar, de boekhouder J.A. van der Salm en de leden D. Joppe, B. v.d. Rovaart, F.C. Armstrong en A.C. Mijs.
De voorganger werd in 1772 gesticht en geschonken middels een legaat van ƒ 12.000 of ƒ 15.000 door H. de Krijger, baljuw Hobius de Krijger van Zierikzee, ten behoeve van de wezen van Hervormde ouders.
Het stond op de hoek Marktveld en Sint Joris Doelstraat - voordien de plek van het raadhuis met waag. Ook in dit pand was een herinneringssteen gemetseld, waarop te lezen stond:
Door krYgers Laatste WIL, beVestIgt
In zIJn sterVen,
LIet hIJ U, arMe Wees, het nUt
en heIJL VerWerVen.
Dit tijdvers - we kwam er al eerder een tegen - werd door Abraham Blussé gemaakt en duidt tevens op het bouwjaar 1772. De steen werd gehouwen door beeldhouwer Matthijs van Nooijen (1719-1780) uit Zierikzee.
Binnen dit gebouw waren ook berijmde opschriften van Abraham Blussé te vinden. Ze zijn gebundeld, samen met andere Dortsche dichters, onder de titel Proeve van zedepoëzy.
Dit pand was op een gegeven moment dusdanig vervallen, dat de stichting besloot om een nieuwe te bouwen. Hierin werd in de zuidmuur het tijdvers met wapen van De Krijger ingemetseld. Ook de bel met H D K verhuisde mee
79.
Aan het einde van augustus 1955 wordt het pand, het weeshuis van Anthonia Johanna van Es, betrokken door de drukkerij van Gebrs. de Waal, die tot dan aan het Zandpad gevestigd zat
80.
We lopen een stukje naar het zuiden over de Langeweg, de eeuwenoude grensweg tussen Middelharnis en Sommelsdijk. Vervolgens duiken de Binnenweg van Sommelsdijk in.
Dit aan het einde van de negentiende eeuw bebouwde straat, biedt een alleraardigst schouwspel, zo in de zon. De door de zon van achteren strak beschenen voorgevels vertoond een fascinerend schaduwlijnenspel op de grond.
De gelijkmatige voorgevels aan de andere kant de straat laten hoe verder je kijkt een steeds vollere cirkel zien, al is het gezichtsbedrog. Hoewel de vorm van voorzijde bij alle panden hetzelfde lijken, blijken ze (mogelijk inmiddels) bij nader inzien toch allemaal verschillend te zijn.
Prachtig.
Na de Binnenweg steken we de Oostelijke Achterweg over en wandelen de Sint Joris Doelstraat in. Het is een verbindingswegje naar de Ring, dat in Sommelsdijk diverse namen draagt. Het westelijk en zuidelijk deel draagt de naam Enkele Ring. Het oostelijk deel wordt voor twee derde Dubbele Ring genoemd. Het noordelijk een derde deel - vanaf de Kerkstraat - wordt Sint Joris Doelstraat genoemd. De helft van het noordelijk deel van de Ring wordt ook zo genoemd. De andere helft - vanaf het Marktveld / de Voorstraat - gaat Oranjestraat heten.
Aan het begin van de negentiende eeuw werd het zuidelijk deel aangeduid als Ring.
Onwillekeurig gaat bij zien van deze Ring de gedachten uit naar alle ringwalburgen
81 die we inmiddels in ons leefgebied hebben gezien.
Deze gedachte wordt al snel verdreven door het grote pand uit 1907 dat we aantreffen in de Sint Joris Doelstraat, een stoomdrukkerij dat de Maas- en Scheldebode drukte.
Berichten uit deze krant hebben we al veelvuldig geraadpleegd, dus het is fijn om te ontdekken waar de krant gedrukt werd.
De uitgever van het eerste uur was W. Boekhoven (1859-1938). Oprichter van de krant was M.H. Mulder, het eerste hoofd van de christelijke school van Ouddorp. Deze oprichter en redacteur overleed echter al snel na de start van de uitgaven, na een kortstondig ziekbed op 36-jarige leeftijd. Het in het eerste instantie Christelijk Weekblad verscheen voor het eerst op donderdag 4 maart 1886. Vervolgens verandert W. Boekhoven dit in Antirevolutionair Orgaan. Later, onder leiding van T. Boekhoven en weer later W. Boekhoven, komt het tweemaal per week uit.
In 1887 is er sprake van de uitgevers W. Boekhoven & Co, maar dat is slechts van korte duur.
Vanaf augustus 1890 vermeldt de uitgever "in liquidatie" te zijn, waarna T. Boekhoven (ook al tussendoor) verschijnt als uitgever (en redacteur-uitgever).
Vanaf 1891 dringen zowel W. Boekhoven en T. Boekhoven bij de klanten erop aan om de juiste adressering te gebruiken: Uitgever T. Boekhoven en Boek-, Kantoor-, en Handelsdrukkerij W. Boekhoven. Een jaar later verzoekt T. Boekhoven om voortaan de naam van het blad te noemen, wanneer men zaken wil doen.
Vanaf maart 1911 staat W. Boekhoven genoemd als uitgever.
Het laatste nummer verschijnt op 29 mei 1937. Een veranderende wereld, behoefte aan een dagblad met bredere horizon, de crisis waren de voornaamste redenen om te stoppen. Men beveelt daarom de lezer aan om voortaan het bekende Christelijk dagblad De Rotterdammer te gaan lezen
82.
Gebondenen / Rudolf van Reest. - Baarn : Bosch & Keuning, 1935
Door water en vuur / Marnix d'Hontenisse. - Goes : Zeeuwsch Dagblad, 1952
Het Eilanden-nieuws noemt daarnaast ook een verkeerde leiding - met name Rudolf van Reest, die in zijn boek Gebondenen en daarnaast in de krant opriep tot een ander geloof en daarbij de andere geloofsrichtingen de maat nemend, als een zeer nadelige invloed. Dit bezorgde de krant de bijnaam 'Smaad- en Scheldbode'. Maar ook bijvoorbeeld in de jaren '10 was de strijd aanwezig en werd zelf het organiseren van de honderdjarige onafhankelijkheid in 1913 "verpolitiekt" door de Maas- en Scheldebode van Willem Boekhoven
83.
Rudolf van Reest was het pseudoniem van journalist en letterkundige Karel Cornelis van Spronsen. Hij schreef daarnaast ook onder de naam Marnix d'Hontenisse. Zijn feuilleton Zeeland door water en vuur zal in 1952 ook als boek met de titel Door water en vuur : een verhaal uit de bezettingstijd verschijnen. In 1979 verschijnt het nogmaals, maar dan met Rudolf van Reest als auteur.
Van Spronsen werd in Rotterdam geboren op 12 april 1897, hij overleed op donderdag 29 november 1979 in zijn woonplaats Groenekan, waar hij sinds zijn pensioen in 1963 woonde.
Hij was redacteur bij de Maas- en Scheldebode van 1919 tot 1933. Hij werd vervolgens redactiechef bij uitgeverij Bosch & Keuning, waar hij tot 1939 werkzaam was. Daarna werkte hij bij Oosterbaan & Le Cointre, een drukkerij en uitgeverij van Petrus Oosterbaan en Karel Le Cointre te Goes.
Tijdens WOII zat hij in het ondergronds verzet, waardoor hij tweemaal moest onderduiken. Na WOII werd hij aangezocht om als kapitein bij het militair gezag in het district Utrecht de perszuivering ter hand te nemen. Hij was tot 10 november 1970 getrouwd met Maria Taal, die toen overleed. Ze waren in oktober 1921 met elkaar getrouwd. Maria Taal (Rie) heeft voor het bibliotheekfonds van de theologische hogeschool in Kampen veel betekend
84.
De uitgever van Maas- en Scheldebode Willem Boekhoven is geboren in Sommelsdijk op 14 maart 1859. Hij trouwde op 28-09-1883 te Middelharnis met Grietje Janzen.
Willem overlijdt op 17-12-1938 te Zeist op 79-jarige leeftijd. Grietje wordt ook 79 jaar en overlijdt op 26-02-1942 te Driebergen-Rijsenburg
85.
Zijn ouders waren huisschilder Thomas Boekhoven en Jacoba Nieuwland. Thomas is geboren op 20 april 1829 Sommelsdijk en overleed op 31 augustus 1916 in Poortugaal. Jacoba is geboren op 26 augustus 1832 Middelharnis en was een half jaar eerder eveneens in Poortugaal op 24 maart 1916 overleden.
Ze waren in Middelharnis getrouwd op 26 februari 1857
86.
Willem Boekhoven en Grietje Janzen krijgen verscheidene kinderen waaronder Thomas en Willem.
Thomas Boekhoven wordt op 17 september 1886 in Sommelsdijk geboren. Hij huwt op 8 juni 1916 met Gerritje Boender (1887-1971) en komt "na een langdurig doch geduldig gedragen lijden" op 76-jarige leeftijd op 18 augustus 1963 te Velp te overlijden. Hij was drager van de Gouden en zilveren eremedaille verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau. Deze had hij gekregen vanwege zijn inzet voor de gemeenschap, lees de plaatselijke middenstand. In zijn memoriam kunnen we lezen dat hij de opvolger was van het drukkersbedrijf van zijn vader en toen deze werd opgeheven, alleen de boekhandel. Deze was gevestigd tussen het woonhuis en de 'Stoomdrukkerij'
87.
Zijn broertje Willem Boekhoven is geboren 20 augustus 1890. Hij huwt als 29-jarige op 22 april 1920 in Klundert met de 25-jarige Neeltje Huibertje Cornelia de Vries. Tijdens WOII is Willem een van de drukkers van het toen illegale Trouw. Tijdens de oorlog, aan het eind van 1941 kreeg hij het met zijn "fanatiek A.R.blaadje" De Westhoek aan de stok met N.S.B.-leiders. Er wordt door hun aangestuurd op het verbieden van het blad. Dit gebeurt dan uiteindelijk ook een jaar later. Boekhoven wordt gevangengenomen en ontsnapt maar ternauwernood aan het concentratiekamp. Hij komt op 93-jarige leeftijd te overlijden te Klundert op 9 maart 1984. Zijn drukkerij in Klundert stond als enige drukkerij in Brabant tot aan het dak onder water tijdens de Watersnoodramp van 1953
88.
Aangezien eind jaren '80 en begin jaren '90 van de negentiende eeuw T. Boekhoven wordt genoteerd als uitgever in het colofon, ligt het niet voor de hand dat dit om de zoon Thomas (1886-1963) van Willem gaat. Thomas is dan immers een kind. Willems vader Thomas (1829-1916), dan ongeveer een begin zestiger, ligt daarom meer voor de hand. Echter, hij staat te boek huisschilder, al hoeft dat natuurlijk niets uit te maken.
Later zullen mogelijk de zonen Thomas (1886-1963) en Willem (1890-1984) mogelijk ook in beeld kunnen komen. Willem verhuisd echter naar Klundert, dus dat lijkt minder voor de hand te liggen.
Kortom, wie wanneer nu precies voor welk onderdeel verantwoordelijk was, is niet zo 1-2-3 met zekerheid te zeggen.
In 1898 verzoekt Willem Boekhoven voor zijn pand gevestigd aan de Schoolstraat A.214 Sectie B. No. 297 een gasmotor te mogen plaatsen in zijn boek- courant- en handelsdrukkerij. Dit verzoek wordt gehonoreerd
89.
[huidige Sint Joris Doelstraat] anno 1920-1939 [schatting] / onbekend (fotograaf). - onbekende datum
bron: Nationaal Archief, Fotocollectie Spaarnestad Onderwerpen 485136_003
(Auteursrechthebbende onbekend)
Wij steken onze neuzen inmiddels even het hoekje om en kijken het steegachtige straatje in, dat ook Sint Joris Doelstraat genoemd wordt. Zo'n veertig meter verderop, na het passeren van de Kerkstraat draagt het de naam Dubbele Ring.
Het tweede pand op nummer 32 valt meteen op door de wapenschilden, dat het op de voorgevel draagt. Ook het bijzondere bovenlicht tussen de bezuilde deurpost vraagt om aandacht.
Het pand draagt de naam De Doele (29824), zodat de vraag rijst welke naam er het eerst was, De Doele of de Sint Joris Doelstraat.
Het pand is in 1768 gebouwd
90.
Het pand van 1768 nam de plaats in een bouwvallige vergaderkamer van de "Schutterij binnen Sommelsdijk".
Volgens de notulen wordt door de regenten op 22 januari 1768 hiertoe besloten omdat de vergaderingskamer door outheijd zoo bouwvallig was geworden dat dezelve zonder vrees voor instorten niet meer kon gebruijkt worden en nevens de poort aan het Doelspleijn moeijelijk was te repareeren en dat het Doelhuijs en een der schuttersmuuren door ouderdom bereijds was omgevallen en tot een peuijnhoop geworden.
Na voltooiing van de inpoldering in 1465 en de stichting van het dorp Sommelsdijk is de schutterij ontstaan door Philips van Bourgondië (1464-1524). Philips of Filips was dan ook Heer van Sommelsdijk (en Vlaamse Blaton en Crubeke, het huidige Kruibeke). Hij was een zogenoemd bastaardkind of onwettig kind van Filips de Goede (1396-1467) en een van zijn dertig bekende maîtresses. Tussen 1498 en 1517 was hij admiraal van de Nederlanden. Hij werd - uit politieke overwegingen door keizer Karel V - als 57e bisschop op de bisschopszetel van Utrecht gezet. Zodoende leidde hij tussen 1517 en 1524 een luxueus bestaan in het kasteel van Wijk bij Duurstede. En zo kreeg hij tijdens leven meer functies toegeschoven.
de twee geslachtswapens van de koningskraag van het Sint Jorisgilde / G. de Hoog (fotograaf). - 17-09-1907
Het derde kwartier (met voor ons rechts de klimmende leeuw) is hierbij afwijkend.
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 000.668
(CC BY-SA 3.0)
Philips richt als Heer van Sommelsdijk de Edele Voet- of Kruisboog Sint Joris en Edele Handboog Sint Sebastiaan op.
(detail van) Portret van François van Aerssen (1572-1641), heer van Sommelsdijk, De Plaat en Spijk | 1636 | Michiel Jansz. van Mierevelt (1565-1641)
bron: Rijksmuseum Amsterdam, SK-A-3833 | Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, SK-A-3833
(CC PDM 1.0 DEED)
Hij bekrachtigt op 26 november 1515 het reglement "Hoe langer hoe liever" van het gilde van de rederijkers, de Camer van Retorica - verwijzend naar "Rethorieca." in het bovenlicht.
In 1632 werden beide schuttersgilden en de Rederijkerskamer door de Ambachtsheer van Sommelsdijk, François van Aerssen opgeheven, waarna een vereniging "Schutterij binnen Sommelsdijk" werd opgericht.
Met de komst van de Fransen wordt de schutterij in 1804 ontbonden. En in het kader van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap werden de wapenschilden ontdaan van hun wapens, wat eigenlijk niet meer is dan een familie- of persoonslogo, ter herkenning
91.
Philip van Bourgondië was tussen 1497 en 1524 heer van Sommelsdijk. In deze periode zou hij het land en dorp veel doen verbeteren. Ook heeft hij de nieuwe aanwassen doen bedijken
92.
De beschildering in het bovenlicht - wegens verbleking al eens overgeschilderd - is een ontwerp van W.C. van As, die het in 1890 maakte.
Wouter Cornelis van As, sept. 1924
gedenkboek NMB, fotopagina
Wouter Cornelis van As, geboren op 14 juli 1863 te 's-Gravendeel als zoon van schilder Cornelis van As en Tanna Johanna de Lange, doorliep de schildersschool in 1887.
Hij trouwde hierna vlot met Pietertje Plukhooij op 7 mei 1887. Hij verwierf bij "Arti et Amicitiae" in 1894 zijn titel meester Huisschilderen.
Wouter zal vanaf 1910 de voorzitter worden van de Nederlandsche Bond van Schilderspatroons.
Voor zijn werkzaamheden ontving hij in 1930 bij Koninklijk Besluit no. 63 van 22 augustus 1930 de onderscheiding Ridder van de Orde van Oranje-Nassau.
Wouter komt op de historische datum 4 mei 1945 in Middelharnis te overlijden. "Zijn leven was werken, zijn werken was leven" kunnen we op zijn grafsteen lezen.
We lezen op het bovenlicht de namen "Societeit Doele" en zo te zien "Rethori eca.". Over dit laatste rept echter niemand. Het wordt consequent als "Rethorica" genoemd, dus zonder de letter "e". De spatie is twijfelachtig, deze is op oudere foto's nauwelijks waar te nemen.
De spelling van de naam Rethorica als Rethorieca moet wel abusievelijk gebeurd zijn, aangezien deze spelling in geen enkel stuk voorkomt, volgens Leendert van Nimwegen, Factor van de Sociëteit.
De afbeelding toont verder de wapens van Van Aerssen, van Bourgondië en Zeeland. Verder zien we symbolen die betrekking hebben op de Schutterij
93.
De afgehouwen geslachtswapens van de vijf permanente officieren Hobius de Krijger, Salomon Beket, Johannes van Bosheijden, Theodorus Kruijslander en Cornelis Armstrong en het wapen van de Schutterij kon door een schenking in 1974 door Warnink's Advocaatfabriek in Middelharnis worden hersteld. Tijdens de jaarvergadering in 1960 liet bestuurslid De Vries, notaris, weten dat de wapens nog wel zijn te achterhalen. Waarna hij opsomde:
"1. Het wapen van Hobius de Krijger bevindt zich nog gaaf in een zijgevel van Drukkerij Gebrs. de Waal;
2. dat van Beket betreft een wijnkopersfamilie in het land van Altena;
3. dat van Kruislander is alleen nog te vinden op een lakafdruk;
4. dat van Armstrong moet zich bevinden op een grafzerk te Dreischor;
5. dat van Boschuizen is te vinden op de sluis van het Dirkslandse sas en het
6e wapen van de Doelen "Getrouw tot der doodt", daarvan zijn voldoende afbeelding voorhanden."
Schilder Van Dijk uit Nieuwe Tonge bracht opnieuw de kleuren aan van de afgehouwen geslachtswapens
94.
voorgevel met afgehouwen en nog niet geschilderde geslachtswapens, Sint Jorisdoelstraat 32 / (Gerard) G.J. Dukker (fotograaf). - 09-1967
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 117.452
(CC BY-SA 3.0)
Het pand werd in 1976 door de gemeente overgenomen en in maart 2000 verkocht door de gemeente. Het is toen gekocht voor ƒ 60.000 door de Stichting voor Sociale en Maatschappelijke Belangen (SMB) onder de voorwaarde dat meteen met de restauratie werd begonnen. En aldus geschiedde. Een jaar later, in april 2001, was men halverwege de geplande restauratie en lag het pand onder een nieuw dak met geglazuurde zwarte pannen. De stichting is sinds 2001 gehuisvest in het pand, maar de restauratie werd pas in juni 2002 afgerond.
Tegenwoordig staan de geslachtswapens en het wapen van de Schutterij 'gewoon' weer in 3D 'uitgehouwen' en geschilderd op de voorgevel van het pand. Tijdens de restauratie werd de stichting geadviseerd door Ad van der Blom, docent kunsthistorie en Ella Venbroek, meester in het ontwerpen en vervaardigen van historische kunstvoorwerpen. Hun advies heeft ervoor gezorgd dat we nu zien wat ons opviel, waarbij zo goed als alles - degelijk historisch onderbouwd - is gereconstrueerd.
Ella heeft de zes wapens opnieuw gemaakt. Ze heeft hierbij Funcosil Restauratiemortel gebruikt om de wapens opnieuw te modeleren. Foto's van schilderijafbeeldingen waren hierbij de leidraad. Ze zijn met roestvrij staal bevestigd aan het authentieke deel en verlijmd met Relö Flexlijm. Vervolgens heeft ze de kleuren en bladgoud aangebracht op de nieuwe geslachtswapens.
De kosten voor het herstel van de wapenschilden heeft de Sociëteit Rethorica voor haar rekening genomen.
Al met al is Ella Venbroek er ruim een jaar mee bezig geweest om alle binnen- en buitenwerkzaamheden uit te voeren.
Het schilderwerk werd onlangs weer aangebracht door Geluk Groep95.
De Stichting voor Sociale en Maatschappelijke Belangen heeft - net als het gebouw waarin ze gevestigd is - een lange geschiedenis. Als een van de weinigen uit de historie hebben ze zich weten te handhaven en zich opnieuw uitgevonden. Aan het begin van zestiende eeuw starten ze als de Heilige Geest Meesters, gevolgd door de Armenmeesters van de Grooten Armen. Ze zorgden zodoende eeuwen voor de armen.
De komst van de Algemene Bijstandswet vereiste de gevolgde heruitvinding. Ze wilden zich namelijk blijven inzetten op sociaal en maatschappelijk gebied in de omgeving. Het werd het financieel ondersteunen van verenigingen en instanties en zetten ze zich in voor het behoud van cultuurhistorische panden, de Stichting Monumenten Behoud (SMB). Beide stichtingen met dezelfde afkorting vallen onder hetzelfde bestuur
96.
We lopen verder naar de Voorstraat. Aan het stukje straat van de Sint Joris Doelstraat met de hoek naar de kerk, dat hier Marktveld wordt genoemd, treffen we nieuwbouw aan van tussen 1987-1990.
(detail) kruising Voorstraat/Sint Jorisdoelstraat / (Gerard) G.J. Dukker (fotograaf). - 11-1979
Het voormalige logement C. Spee en Hotel Spee (1880-19..)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 217.201
(CC BY-SA 3.0)
Op deze hoek stond voorheen het hotel. Deze is in drie weken tussen eind augustus en halverwege september 1984 door sloopbedrijf Bik uit Middelharnis afgebroken. Vervolgens was het de beurt aan de amateur-archeologenvereniging de Motte om in deze historische gronden onderzoek te gaan doen. De verrassendste vondst was een fundering die dwars door het terrein loopt. Was men op de fundering van de oude kerkgracht gestuit? Op 22 maart 1985 wordt over de opgraving een lezing gegeven.
Op 10 en 11 november 1986 werden de palen met een lengte van zo'n 10½ meter voor de nieuwbouw de grond in geheid. Om trillingen te voorkomen, werd de eerste 7 meter voorgespoten met water. Desondanks ging het heien van de 40 palen toch nog met de nodige emotie bij de omwonende gepaard.
De nieuwe panden dragen nu gevelstenen, dat ons wil laten terugvoeren in de tijd. Dus naar lang geleden, ver voordat het - inmiddels afgebroken - hotel gebouwd werd: De Vreedzame, De Prince Gúarde, De Noblesse, Den Eendragt, De Magistraat en De Waag.
De panden "De Vreedzame", "De Prince Gúarde", "De Noblesse", "Den Eendragt" uit 1986
De eerste vier zijn de vier kwartieren van de schutterij, die zijn aangeboden door de Sociëteit. Bovenin deze puien is een handgesmeed cijfer geplaatst, die samen de aanvang van het bouwjaar 1986 aangeven. De cijfers werden door architect Ad Gestel aangeboden aan de Woningbouwvereniging.
In het St. Joriscomplex zit op de hoek de gedenksteen van de eerstesteenlegging van vrijdagmiddag 30 januari 1987. De voorzitter van het Streekmuseum A.J. Kruider had de eer om in de vrieskou - geen haar van een bouwvakker zou daaraan ook maar denken - de eerste steen te metselen. De planning liet geen ander moment toe. De steenhouwer Cor Wagemaker had immers de marmeren steen waarin hij dit heugelijk feit had ingehouwen al bij zich tijdens deze bijeenkomst. Deze herdenkingssteen zou dan wanneer de tijd daar was op zijn bestemming meegemetseld worden. Het pand is een ontwerp van architectenburo Ad Gestel en het zal gebouwd worden door aannemersbedrijf Boender en Maasdam
97.
Koeien grazen in de wei, onder toezicht van een koeienwachter / Hendrik Onnes, 1923
Op de weg van Brouwershaven naar Zijpe
bron: Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland, nr BRO-0093B
Bij de kerk aangekomen treffen we het beeld Koeienwachtertje van Anton Beijsens aan. In 1998 werd door de Rabobank Middelharnis een bijdrage van ƒ 15.000 geschonken om de aanschaf van het beeld voor het jubilerende Streekmuseum Goeree-Overflakkee mogelijk te maken.
De onthulling vond plaats op vrijdag 10 september 1999. Ervoor waren er diverse sprekers, zoals de voorzitter van het Streekmuseum die nu 50 jaar bestaat, M.J. van Dam en de voorzitter van Vereniging van Amateurarcheologenvereniging De Motte, die zijn 30-jubileum viert, P. Heerschap. Maar ook de onthuller van het beeld en (mede)oprichter van het Streekmuseum A.J. Kruider sprak de genodigden in de N.H. Kerk in Sommelsdijk toe met een terugblik. G. Joppe, voorzitter van het Bestuur van Rabobank Middelharnis, nam als laatste het woord. Hij vertelde over de historie van het koeienwachtertje, die hij nog met eigen waarneming had gezien. Zo vertelde hij onder meer dat er rond 1793 zo'n 400 koeienwachters rondliepen. Ze verdienden per seizoen zo'n ƒ 16. Een seizoen bestond uit zeven maanden, zeven dagen per week.
Op de onthulling van het beeld om half drie die middag door de oud-voorzitter van het Streekmuseum, A.J. Kruider kwamen zo'n 300 bezoekers af
98.
De maker van het beeld, Anton Beijsens werd op 10 maart 1922 in Roosendaal geboren. Hij overleed in Goes op 24 december 2013. Hij was een veelzijdig man, zo blijkt wanneer we zijn loopbaan bekijken. In 1949 nam hij de bakkerij van zijn vader over en was hij zodoende banketbakker.
Dit bleek echter geen succes, het ontbrak hem aan zakelijk instinct en kon zodoende de zaak niet laten renderen. Vervolgens werd hij leraar in het beroepsonderwijs, uiteraard in het banketbakkersvak. Hij was eerst vijf jaar docent in Middelharnis.
Nadat hij een ambulante werkperiode had in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag, vertrok Antonius Adrianus Pierre Beijsens in oktober 1968 met zijn gezin naar Goes om daar docent aan de ambachtsschool te worden. Na zijn docentenloopbaan ging hij (vroeg) met pensioen.
De vrijheid van Anton Beijsens / Anton Beijsens. - Goes : Anton Beijsens, 1993 - Met 20 losse afbeeldingen
Hij begon toen te schilderen. Eerst landschappen en stillevens, maar tussen 1973 en 1978 kreeg hij een fascinatie voor de vrijheidsymboliek. Hij produceerde in die vijf à zes jaar 45 schilderijen in deze stijl. De gegeven titels als droom, extreem, tolerantie, Utopia, Nieuw Jeruzalem, rust, eenzaamheid, dictatuur, orthodoxie, egoïsme, hoop en glorie aan de magische driehoeken vertellen welke (vrijheids)situatie ermee wordt uitgedrukt. Zo beeldt hij met Nieuw Jeruzalem uit "dat alle mensen gelukkig zijn, omdat niemand meer afgunstig is op de vrijheid van een ander."
Na 1978 werd hij beeldhouwer, nu weer heel realistisch. Het beeld Ugolino van Jean Baptiste Carpeaux, dat hij in het Louvre te Parijs zag, wekte bij hem heftige emoties op.
In zijn beeldhouwwerk zijn kinderen zijn grootste inspiratiebron. Zij vertonen veelal een natuurlijk gedrag en nemen een natuurlijke houding aan. Hij gebruikt ze dan ook graag (uiteraard met toestemming en medewerking van hun ouders) als model.
Het Koeienwachtertje is een eerbetoon aan de jonge kinderen die amper een echte jeugd hebben gehad, niet naar school zijn geweest . Hij wilde hiermee de tijd van sociale en maatschappelijke ongelijkheid vormgeven en in herinnering roepen
99.
We lopen naar het pand ernaast, waar de ingang van Streekmuseum Goeree-Overflakkee al open staat.
Na een korte introductie van het museum gaan we de diverse zalen door van de diverse geschakelde panden waarover het museum beschikking heeft. De eerste indrukken zijn overweldigend, omdat er veel, heel veel te zien is. Voor degenen die eerst een uitleg willen over de vele onderwerpen die onder de zeven daken te vinden zijn, is er een beeldscherm beschikbaar waar diverse thema's kort en krachtig uiteen worden gezet. Zo wordt bijvoorbeeld de complexe ontstaansgeschiedenis van het eiland in ruim 6 min eenvoudig uitgelegd in Het ontstaan van Goeree Overflakkee, zeker de moeite van kijken waard.
Zoals altijd bij het bezoeken van dit soort musea, kunnen we slechts een fractie laten van wat er te zien is. We willen in dit geval slechts enkele thema's uitlichten, die herkenbaar blijken zijn voor onze reizen door ons leefgebied. Daarnaast ook specifiek enkele onderwerpen over Goeree-Overflakkee die we inmiddels herkennen omdat we ze zijn tegengekomen en dus verrijkend zal zijn voor het al vertelde verhaal.
We laten - hoewel hoogzomer en best wel warm - de ar zien. Het museum bezit twee exemplaren van de arrenslee. De paardensleeën werden vroeger ook wel arrepaard of arreslede genoemd. Ook de tuigage voor het paard en arrenbellen treffen we er ook bij aan.
Op een zolder treffen we zo meteen tevens een prachtig gedecoreerde ijsslee aan waarin de kinderen meegenomen kunnen worden, tijdens het schaatsen.
Eerdere varianten op de arrenslee kwamen we tegen in Nationaal Rijtuigenmuseum bij het museum Nienoord te Leek, Groningen. In het museum van Axel , Zeeland Het Warenhuis staat er een, waarop een winters landschap van Axel als decoratie is toegevoegd.
Een paardeslee komen we bij publik Verkoopdag te Leiden tegen, die op 29 februari te koop wordt aangeboden.
De arreslede komen we bij openbare inboedelverkopen tegen, in dit geval te Goes.
Maar ook op Goeree Overflakkee kwamen ze voor. Ook hier werden festiviteiten georganiseerd, waarbij bespannen arrensleden werden ingezet. Bijvoorbeeld voor wedstrijden hardrijderijen, ringrijderijen.
Het hebben van een arrenslee was echter een luxe, want men had immers ook een paard nodig. Het waren dan ook voornamelijk de welgestelde boeren die zich zo'n voertuig konden veroorloven. Er kwam dan ook wel meer bij kijken dan het gebruikelijk voorspannen van een paard. Er werd bij vrieskou aangedrongen om de bitten voor te verwarmen, aangezien dit tot ontvellingen van tong en lippen kan leiden met veel pijn en ongemak tot gevolg. Ook moesten speciale hoeven worden aangemeten met schroeven van circa anderhalve centimeter - een soort van hoefspikes - om te voorkomen dat het paard uit zou glijden.
Jaapje Arendje (Jopie/Jo) Bernds (1909) - de oma van de reizigerster - loopt met dochtertje van huisarts (links van het midden) van Dordrecht richting Zwijndrecht over de bevroren Oude Maas in 1929. Gezien de lengte van de schaduw, zal het al ver in de middag zijn.
bron: familiearchief / regionaal archief dordrecht 552_321552
Meneer A. Bakker uit Dirksland kon zich nog herinneren dat hij ze in de strenge winter van 1928-29 had zien rijden. Het strenge deel van de winter vond plaats vanaf 10 februari. Tussen 10 en 19 februari 1929 - toen ook centraal gemeten in De Bilt - was er sprake van een koudegolf, waarbij op 14 februari de laagste temperatuur van -18.7 °C werd gemeten. Het winterse weer zou aanhouden tot 5 maart toen warmere lucht West-Europa werd ingeblazen.
Jonge meiden gingen tijdens deze witte winter dan pleziertochtje maken. Ze lieten zich, met een knecht achterop, rondrijden op zo'n arreslee. Zelf zaten ze in de open bak onder een wollen deken, waaronder tevens een warme stoof te vinden was
100.
Aren Bakker werd zo begin augustus 1919 geboren te Sommelsdijk. Zijn ouders waren Servaas Bakker (1877-1973) en Cornelia de Wachter (1877-1962). Aren was de jongste zoon. Hij woonde samen met broer Jan (1915-2000) aan de Kortewegje of Korteweegje. Ze hadden hier in januari 1946 een post van Het Rode Kruis, dat telefonisch bereikbaar was. Jan werd dat jaar als aftredende bestuurslid herkozen als Penningmeester en Commissaris van Materiaal.
Aren Bakker zou - als ondercommandant van de Rode Kruis-colonne van Dirksland - tijdens de watersnoodramp meteen in actie komen met het inrichten van een post in de oude christelijke lagere school en kleuterschool aan de Tuinstraat. "Ze hadden beschikking over heel veel materiaal, zoals gas- en oliestellen, grote ketels - waar ook eten in kon worden bereid, dekens, stretchers en noodbedden," aldus Gerrit Robijn, die 50 jaar later in een interview een terugblik gaf.
Aren was een bekend persoon in Dirksland en omgeving. Als 95-jarige mocht hij in mei 2016 het nieuwe pand van de kringloopwinkel 't Lôôsje openen. Voordat de kringloopwinkel naar het nieuwe pand ging hadden ze enige tijd gastvrij onderdak gehad in de schuur bij Aren Bakker. Hij zou 100 jaar worden en vlak na zijn verjaardag op 12 augustus 2019 in Sommelsdijk te komen overlijden
101.
Dat ons funeraire cultuur intussen een eigen ontwikkeling heeft doorgemaakt kunnen we zien aan een getoond rouwbord van de familie Van Aerssen van Sommelsdijck. Tegenwoordig plaatsen we een "Familiebericht" in de krant.
We treffen hier een laatste exemplaar van deze familie aan. De anderen zijn tijdens de kerkbrand van 1799 verloren, waarbij eveneens de graftombe van de familie dat in opdracht van de ambachtsheer François van Aerssen (1572-1641) van Sommelsijck in het koor van de kerk werd gebouwd grotendeels werd verwoest
102.
Dit exemplaar geeft het volgende inkijkje in het familieverhaal:
Portret van Maria van Aerssen van Wernhove (1682-1761) / Constantijn Netscher, 1712 gedateerd [uit: cat. Old Master Paintings (kunsth. J. van Haeften), Londen 1989, nr. 22, met afb. in kleur]
bron: RKD Research 134755
De Hooghedele welgeboore vrouw mevrouw Maria Baronnesse van Aerssen Wernhout Baronnesse Douariere van den Hooghedel welgebooren heer Francoys Baron van Aerssen van Sommelsdyck Heere van Sommelsdyck St. Adolphsland dat men noemt Ooltgensplaat en Den Bommel Vryheere van Spyck voor een derdepart eygenaar in de Geoctroyeerde Societeyt van Surinamen rivieren en districten van dien mitsgaders in leven Vice Amiraal [sic] van Holland en Westvriesland etc. etc. etc. Gebooren 25 maart Anno 1682 sterft in 's Gravenhage op maandagh den 1 juny 1761 en begraven op Sommelsdyck den 10 dito oud synde 79 jaar en 2 maande.
Het rouwbord is dus opgesteld voor Maria van Aerssen van Wernhout. Ze is geboren op 25 maart 1682 en komt te overlijden in Den Haag op maandag 1 juni 1761. Ze op 10 juni 1761 bijgezet in het familiegraf. Ze werd 79 jaar.
De rest van het rouwbord vertelt het een en ander over haar man François van Aerssen, die - net als zijn gelijknamige voorvader - heer van Sommelsdijk, De Plaat en Spijk was. Dit werd hij echter pas na de dood van zijn broer Alexander in 1696. Verder was hij viceadmiraal van Holland en Westvriesland et cetera.
François van Aerssen, geboren in Frankrijk op 24 juni 1669 overleed zelf in Den Haag op 19 juli 1740.
Kaart van Suriname / Alexander de Lavaux, 1737
Kaart van Suriname met rijkversierde rand waarin de wapens van de elf directeuren en de secretaris van de Sociëteit van Suriname, met bladranken, bloemen en vruchten. Het wapen onderaan (samengesteld uit de wapens van Amsterdam, de WIC en de familie Sommelsdijck) met twee Surinaamse mannen als schilddragers. Op de kaart zijn ca. 400 plantages aangegeven.
bron: Rijksmuseum Amsterdam, NG-539
(CC PDM 1.0 DEED)
Daarnaast valt het derdepart eygenaar in de Geoctroyeerde Societeyt van Surinamen op.
Op de "Generale Caart van de Provintie Suriname" treffen we als eigenaren inderdaad het familiewapen van de familie Sommersdijck aan, oftewel Francois van Arssen [sic] van Sommelsdyck, naast die van Amsterdam en WIC. Rechtsboven aan de zijkant zien we er nog een, als directeurs-aanduiding.
De Sociëteit van Suriname, zoals de Geoctroyeerde Societeyt van Surinamen ook wordt genoemd, werd in 1683 in Amsterdam opgericht. Bij de invoering van de Bataafse Republiek in 1795 werd de werkwijze van de Sociëteit niet langer aanvaardbaar geacht. In november 1795 werd de Sociëteit formeel opgeheven en overgedragen aan de Representaten van het volk.
Na het sluiten van het Verdrag van Breda dat op 31 juli 1667 werd ondertekend door de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Engeland, Frankrijk en Denemarken - om een einde te maken aan de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog - wordt het pas op de Engelsen veroverde Suriname - die hier sinds 1650 kolonies hadden gesticht - toegewezen aan de Republiek. Het gebied is dan grotendeels in handen van Zeeland. Zeeland verkoopt het in 1682 aan de West-Indische Compagnie, aangezien ze niet in staat waren de economie van de grond te krijgen. Het WIC verkoopt op zijn beurt in 1683 een derde deel aan de stad Amsterdam en een derde deel aan de opportunist Cornelis Aerssen van Sommelsijk, die voor zijn deel 86.666 gulden betaalde (dat hij geleend had bij Amsterdamse financiers).
Moord op Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk, 1688 / Reinier Vinkeles (I), Cornelis Bogerts; (naar tekening van) Jacobus Buys. - 1780-1795
bron: Rijksmuseum (RP-P-OB-82.656) - CC0 1.0
Gedrieën vormen zij in 1683 de Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname, die Suriname bestuurt onder toezicht van de Staten-Generaal. Cornelis Aerssen van Sommelsdijk zal vervolgens als gouverneur benoemd worden. Tevens begint hij met de aanleg van vele suikerplantages. De tot slaaf gemaakte werkers worden door de WIC aangevoerd vanuit Curaçao
103.
De ouders van Maria van Aerssen van Wernhout waren Cornelis van Aerssen van Wernhout/Boekelo (1638-1706) en Elisabeth Havius (1640-1689). Cornelis was drost van het graafschap Dalhem en het Land van 's-Hertogenrade.
De ouders van François van Aerssen van Sommelsdijk waren Cornelis van Aerssen (1637-1688) en Marguerite du Puy (-1694). Marguerite was marquise de St. André Montbrun en Cornelis natuurlijk weer heer van Sommelsdijk, Bommel, de Plaat, Spijck, Châtillon enz. en daarnaast kolonel der cavalerie, gouverneur van Suriname - waar hij in Paramaribo op 19 juli 1688 werd vermoord door ontevreden soldaten
104.
Een eerste diorama brengt ons weer terug in de ijzige sferen voor wat betreft de temperatuur. We zien een tafereeltje op het ijs, met een koek-en-zopie, een prikslee, iemand die net onderuit aan het gaan is in een omgeving met flinke sneeuwhopen. De tweede vertoont de een landschap dat past in bij de temperaturen waarin wij ons zelf begeven.
De diorama's worden ook wel Bavelaartjes genoemd. Het is een vernoeming naar de drie generaties Bavelaars die de ongeveer 1500 kijkkastjes maakte.
Veelal werd gedacht dat de Leidse timmermansknecht en kunstwerker Cornelis Bavelaar de Jonge (1777-1831), die rond 1800 houten kijkkastjes ging maken, waarin een landschap of situatie werd vertoond, de enige was.
Hij is de zoon van beeldhouwer Cornelis Bavelaar senior of de Oude (1747-1830), die ze echter ook maakte. En zelfs zoon en kleinzoon Joannes Franciscus Bavelaar (1810-1833) was de laatste die deze kijkkastjes maakte.
Deze volksvlijt werd veelal gemaakt van hout of been. Ze waren zeer populair in de huiskamer. Beide getoonde exemplaren zijn gemaakt door H. Berck
105.
De term "bavelaartje" treffen we voor het eerste keer aan in de krant van januari 1884 - dus een klein eeuw nadat ze gemaakt werden. In de periode dat ze het maakten, werden ze aangeprezen als gebeeldhouwde schilderijen
106.
Wie er met H. Berck bedoeld wordt, is niet duidelijk
107.
En of dit de enige twee zijn, die door H. Berck zijn gemaakt, is ook niet duidelijk.
Aangezien de "Bavelaartjes" er in ieder geval al in augustus 1961 waren - nadat het Streekmuseum een naastgelegen pandje bij het museum kon betrekken - zullen we toch mogen denken dat ze vóór of rond 1900 gemaakt zijn
108.
Locatieaanduiding "Oude Wereld" en opgravingssite
Detail - met toevoeging van de in 1618 waargenomen ruïne (blauwe ruïne) in zee en de opgravingssite (blauwe bol) van 1958/1959 en 1982/1983 Generale Caarte ende Afbeeldinge vanden Eylande van West Voorne108a
(in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
Hoewel een stuk langer geleden, brengt het pronkstuk van het museum, een dolium uit circa 150 nOJ - de canon van het eiland start ermee - ons terug naar de Romeinse periode.
Een dolium is een in verscheidene maten voorkomende aardewerken vaas of vat, dat in de Romeinse tijd zowel over land, als over zee en op locatie werd gebruikt om goederen op slaan of mee te verplaatsen. Net als bij onze huidige transportmiddelen als vrachtwagen of vrachtschip zit vaak de goederen opgeslagen in het vervoersmiddel.
Zo is uit recent scheepswrakonderzoek gebleken dat bijvoorbeeld bepaalde vaten op bepaalde plekken in het ruim vastzaten en alleen gebruikt werden voor het transport van wijn. De wijn dient na transport 'overgepompt' worden naar een ander dolium.
Ditzelfde geldt voor alle andere vervoerde producten zoals granen, net zoals nu nog steeds gebeurt met bijvoorbeeld bloem in bulktrailers, die bakkerijen bevoorraden
109.
Dit dolium werd net ten noorden van het oude stadscentrum van Goedereede, de havenstad van weleer, gevonden door J.A. Trimpe Burger.
Het is in Amersfoort bij het R.O.B. geheel gerestaureerd, omdat het een zeldzaam stuk is dat nergens in Nederlandse musea wordt aangetroffen.
Alle TS (terra sigillata) stempels 1959 campagne / Jan Adriaan Trimpe Burger (1923-2008, tekenaar). - Rijksdienst v.h. Oudheidkundig Bodemonderzoek, 1959
Romeinse opgraving Ouddorp, Oude Oostdijk; Pottebakkersstempels op terra sigillata
bron: DANS GOO_001.jpg Access File schaal 1:1
(CC-BY-4.0)
In de Oostdijsepolder werd tweemaal archeologische onderzoek gedaan, tussen 1958 en 1958 en vervolgens tussen 1982 en 1983. Langs een kanaalroute werden resten van een nederzetting gevonden met grote langwerpige huizen, waarbij de archeologen stuiten op veel aardewerk afkomstig uit onder andere Engeland, België en Duitsland. Ze troffen vele pottenbakkersstempels aan, waaruit geconcludeerd kon worden dat deze uit maar liefst 160 verschillende pottenbakkersateliers kwamen.
Slechts enkelen duidden op lokale ateliers
110
uit Bergen op Zoom, de zogenoemde Low Lands Ware en uit de Vlaamse kustvlakte
111.
De datering van de in beide gevonden campagnes fragmenten versierde terra sigillata ligt tussen 70-75 en de vroege tweede eeuw. Ze komen voornamelijk uit productiecentra in Zuid-Gallië en Trier.
In Zuid-Gallië liggen de centra in La Graufesenque dat aan de Torn ligt en Banassac dat aan de Lot ligt.
Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9
DANS Data Station Archaeology dataset
Zowel de Torn als Lot stromen via de Garonne bij Bordeaux in zee. Trier ligt aan de Moezel, dat via de Rijn (als Romeinse grens) ons leefgebied binnenstroomt. De producten die uit Lezoux dateren vanaf het einde van de eerste tot en met het einde van de tweede eeuw. Ze vallen op omdat ze relatief zeldzaam zijn in West-Nederland. Lezoux, dat bekend staat als groot productiecentrum van terra sigillata, ligt tussen de Allier en de Dore. Ze stromen samen als de Loire naar de kustplaats Nantes.
Tot uit de productie van de eerste helft van de derde eeuw werden er nog scherven gevonden, zodat er toen nog zeker van bewoning sprake was.
Daarnaast zijn er ook een klein aantal fragmenten gevonden van terracotta beeldjes en een masker. De laatste hing aan de muur, zoals toen te doen gebruikelijk was. Het masker werd gevonden onder een laag dakpannen op de zuidelijke oever van de circa 16 meter brede natuurlijke kreek waaraan bewoning stond, zodat het gedateerd kan worden in het begin van de derde eeuw.
De ligging van deze nederzetting op deze natte omgeving lijkt vreemd, maar stelde de bewoners in staat om contact te hebben met verschillende regio's
112.
En die bewoners waren de Frisiavones - althans zo werden ze door de Romeinen genoemd, dat ook voorkomt als Frisævones of Frisiabones. Ze worden een enkele keer ook aangeduid als de kleine Friezen. In het Romeinse deel van ons leefgebied werd het gebied tussen de Rijn en de Maas werd voor de Romeinen gecontroleerd door Cananefaten en Bataven. Deze twee moeten we zien als een groep krijgers met aanhang, die zich als zetbazen van de Romeinen fungeerden. 'n Beetje vergelijkbaar met de Wagnergroep die tegenwoordig over de planeet rondzwerven.
In cultureel opzicht waren de door de Romeinen Frisiavones genoemde mensen verwant aan de ten noorden van de limes wonende door de Romeinen genoemde Frisii of grote Friezen, wanneer we mogen afgaan op hun zelfgemaakte aardewerk. Ook toen het andere aardewerk in de tweede eeuw nOJ via de rivieren hier naartoe kwam, bleven ze veelal hun eigen potten en kommen gebruiken
113.
Mogelijk werd de opgegraven nederzetting gebruikt voor de op- en overslag, waarnaast ook lokale pottenbakkers nodig waren voor het maken van nieuwe opslagcontainers, het dolium.
Tijdens zijn eerste spreekbeurt op 22 maart 1960 over de opgraving in Sommelsdijk sprak Timpe Burger over de gevonden geul, waarin een tamelijk sterke stroom moet hebben gestaan, dat ze vermoeden dat het langs een handelsroute moet hebben gelegen, al kon hij nu nog niet vaststellen of het een romeinse nederzetting is geweest. De vondsten zijn echter wel romeins
114.
De conclusie van de onderzoekers is dat de nederzetting mogelijk een rol heeft gespeeld in het handelsnetwerk tussen Frankrijk en Engeland, waarbij de handelswaar dus de terra sigillata uit met name Lezoux is geweest.
115.
Tijdens beide opgravingscampagnes werden totaal 31 Romeinse munten gevonden.
116.
Tijdens een uit onwetendheid illegale speuractie met een metaaldetector van een amateur met een metaaldetector werden in 2000 nog eens 26 Romeinse munten gevonden. Bij deze partij werden de eerste vier zilveren denarii op deze vindplaats gevonden
117.
Wat de onderzoekers van de site opvalt is de discrepantie tussen de bewoning, die hier plaatsvond van zo tussen 80 en 225 nOJ, en de datering van de munten. De einddatering van de munten is ongeveer het jaar 181
118.
Zo lijkt het dus - met een verschil van zo'n veertig jaren - alsof er nog wel bewoning was maar geen handel.
Het is aannemelijk dat het verlanden van de kreek en daardoor het verminderen van de afwatering, waardoor de omgeving vernatte, ertoe heeft bijgedragen dat de bewoning werd beëindigd
119.
Chronijck van den Ondergangh der Tyrannen band II / Pieter Jansen Twisck. - Hoorn : Isaac Willemssz, 1620
Deze archeologische site wordt in verbinding gebracht met de ruïne die in de zomer van 1618 waar te nemen viel. Pieter Jansen Twisck wijdt hieraan 'voor het eerst' enkele woorden aan. Boers schrijft dat er al eerder meldingen waren gedaan en noemt hierbij de verhalende naam van Baudartius. Hij schrijft dat er bij Goeree, nabij Den Brielle een oud vervallen stadje is bloot komen te liggen, nadat het eeuwen onder het zand heeft gelegen, maar onlangs door de zee is schoongespoeld.
De bewuste pagina 1762 uit de kroniek van Twisck
De fundamenten van grote huizen en een straat. Men vond er onder andere twee grote tanden aan elkaar en twee grotendeels vergane koperen ringen - waarvan in eentje mogelijk een steen zou hebben gezeten. Daarnaast enkele koperen penningen waarop Adrianus en op een andere Antonius is te lezen. Uit deze twee namen concludeert men dat het Romeins gebied is geweest.
Twisck schrijft nadrukkelijk dat er tot dusver nog geen gouden of zilveren munten zijn gevonden
120.
Pieter Jansz. Twisck (1565-1636) komt sporadisch ook voor als Twisch (1566-1636). Hij is geboren en overleden in Hoorn, waar hij leraar was bij de Friesch Doopsgezinden. Hoorn ligt nabij het fraaie dorp Twisk , dat in 1639 voorkomt als Twiscke. Hieruit blijkt wat de schrijfwijze behoort te zijn
121.
Romeinse kust : Het land van Nehalennia. - Middelburg : Zeeuws Museum, 2018
Dit tekstboekje hoort bij de tentoonstelling ROMEINSE KUST - HET LAND VAN NEHALENNIA, dat te zien was het Zeeuws Museum te Middelburg van 18 november 2017 t/m 6 mei 2018.
Er is lang over gespeculeerd wat van dit verhaal te denken.
De auteur van Korte Beschrijvinghe van het eylandt Westvoorn, H. van Dam trok zelf naar Goedereede en logeerde daar enige tijd. Enkele bewoners, waaronder Mees Arentsz. van der Boom, Job Jobsz. Kievit en Job Dimmesz. Blok lieten hem stukjes munten zien, die gevonden waren, nadat in 1618 ten noorden van de Oostduinen een deel van het strand was weggeslagen.
Van Dam ging met zijn zoontje ook zelf nog kijken. Ze vonden onder andere koperwerk, een ring, glas en andere snuisterijen. Opmerkelijk was dat ze ook veel boomstammen zagen liggen, allemaal in een richting: het zuidoosten. De storm had dus vanuit het noordwesten geblazen. Dit fenomeen zijn we inmiddels vaker gekomen, namelijk in Gaarkeuken , Doezum en in de Ee bij Burdaard . Dendrochronologisch onderzoek van de veeneik uit Doezum had uitgewezen, dat het een om een circa 260 jaar oude eik gaat die rond het jaar 1887 vOJ is omgevallen.
Toen Van Dam en zijn zoon de bomen aanraakte, voelden ze sponsachtig aan.
Een inwoner van Goedereede had een gedicht gemaakt waarin de geschiedenis wordt beschreven:
Wat zien men hier dus staan, gewassen op dees stranden?
't Zijn wortels van 't geboomt, die hier wel eer te lande
Gegroeid zijn, als daar blijkt door stammen, klein en groot,
Heeft daar geen tuin gestaan, daar legt een delf of sloot.
't Is zaaibaar land geweest, daer ziet men d'akkers leggen,
't Is ook goe aard en klei; 't was goed landt, zou men zeggen,
Ziet, ginder ligt een weg, die loopt ter zeewaarts in.
'k Zie 't wagenspoort heel klaer, en 't paards-gespoor niet min.
Zij strekt bijna zoo heen of 's op Oostvoorn viele,
Was dit de weg ook niet van Goeree op den Briele
Daar langs de Mechelaar, gelijk men somtijds zeide,
Dat hij de wagen lang op vracht gereden heidt.
Wel dan scheen 't nocht wat, waer dat d'oude lui ons zeiden.
Een schapenwachter eerst met schopj' een grepje leide
Hier tussen Goereesland en 't Brielsche land te gaar,
Daar doe de zee in viel, en scheidt ze van malkaar,
Maar hoe de wateren Flakkee doen overliepen,
Had die geen weg ter zee, dan door het Schouwensdiepe,
Ons land schoot dat schier toe, 't was groot en werrep breed,
Of vielens in de Schelda of wierd in d'Maas geleid,
Het was door Gerritvliet, of door de Brielsche goten,
Of dat men nu niet weet, zijn 't zeewaarts heen geschoten.
"Hier heeft een dorp gestaan, daar zijn de leykens bloodt".
"En daar leydt in de put, een kiste van een dood".
"'t Is mede hier omtrent, daer 'm al die reetschap vonde".
Dat kleine koopre goedt, van Oudheyd schier verslonden,
Een oude roomsche munt, oock van de roest geknaagd,
Die nog het beelt en naam van d'eerste keizers draeght.
Met noch een teekeningh, die was van goud niet kleene
Langhwerpigh rondt gemaekt, en hieldt een bruine steene;
Daerin was net gesneen een trotsig heldenhooft,
Siet wat de zee ontdeckt, dat ons den duin ontrooft.
Het krantenartikel van 1988 stopt hier met de publicatie. Van Dam schrijft in Oud-Nederlands in 1680 nog even door:
Of was't een treff'lijck Dorp, wie is't die Straten vandt,
Ten minsten wast een Vleck met Bosch en vruchtbaer Landt:
't Was dat daer hem onhieldt die Man, of wel die Heere,
Wiens Segelringh gaf glasns van sijn bysond're Eere,
't Was daer men Dooden groef, en Goet en Geldt hadt staen,
Ja was't Outvlaerdingh niet, 't is altoos nu vergaen,
Tot bewijs blyven hier verscheyde Teyckens staen,
O dertel Nat, uw spel met 't swalpen uwer Golven
Verstrooyt ons Strandt en Duyn, en 't Lant werdt uytgedolven,
Ick denck uw slaende Stroom heeft dit al neergehackt,
En voorts met desen stof onse Stadts Diep verswackt:
Ghy leght doch staegh en wroet op Polders, Steden, Dorpen,
Die gaet gy ver in't Lant, dees gaetg' in't diepe worpen:
Dus heb je dit vernieldt, soo j' oock Oudt-vlaerdingh sleed,
En schende Goeree soo ghy 't machtigh Stav'ren deed.
Maer Zee ghy doet seer wel, gy dient dus uwen Heere,
En toont syn Kracht, sijn Recht, sijn Wijsheyt en sijn Eere;
Wijst 's Werelts Nietigheyt, en maent ons onse schult,
En leert hoe't ons fou gaen, hadt God niet noch gedult.
Uw kracht, Heer 't Landt versmelt, en giet weer nieuwe Landen
En uwe is dat recht te geven Diept' en Sanden:
Uw Wijsheydt in beleydt vint alle midd'len ree,
En in uw Heerschappy leydt Aerde ende Zee;
Wy sien dus 's Werelts Goet, de Lande, Bosch, Gebouwen
Die loopen daer soo heen, wat sou' er dan behouwen?
En soo is 't met de Eer die iemandt krijgen kan,
Al blijft den Naem noch wat, siet niemant kent den Man:
Misschien dat dit Gebeent verdient de Lauwerieren,
't Zy waer van Roomers Volck, of Goereers Batavieren
En moog'lijck Pen en Boeck den lof zyns Naems verbreen,
Maer niemandt eerdt dit nu, 't waer schoon Augustus
En om sulck ydel Goedt wy 't Lijf en Ziele wagen,
En doen ons Naesten leedt, en naer Godts Wet niet vragen;
Den Gever alles goedts die wert van ons veracht,
Wy tergen hem tot toorn, die 't al heeft in syn macht.
O Heer wilt ons verstandt de rechte kennis geven,
Herbuyght ons wil en lust na uwen Raet en leven,
Soo worden wy al vast met 't hoogste Goedt voorsien,
En houden staegh 't genut, en ghy de Eer van dien.
De bewoners noemden de Oude Wereld ook wel Oud-Vlaardingen. Echter, van een Vlaardingen was nog geen sprake in deze periode. Wel wordt in dit verband gesproken over de bij Oude Tonge al eerder genoemde Witla.
De bode de Mechelaar of Megchelaar (omdat hij mogelijk in die stad was geboren), was vrachtrijder tussen Goedereede en Oostvoorne, zo wordt verteld.
Het "trotsig heldenhooft" zou volgens de een afbeelding zijn Alexander Magnus. Anderen denken dat het om een afbeelding van Minerva of Pallas ging.
Alexander Magnus oftewel Alexander de Grote, Alexander III van Macedonië leefde van 356-323 vOJ. Het zou kunnen dat iemand 500 jaar later nog met een afbeelding van zijn hoofd in een ring rondloopt. Er bestaan immers ook nog Romeinse munten uit de derde eeuw met zijn afbeelding.
Ook beide godinnen Minerva (Romeins) en Pallas (Grieks) zou kunnen. Het meest voor de hand, in een castellum, zou Minerva zijn. Maar ook dit zullen we niet met zekerheid kunnen weten
122.
Tegenwoordig gaat men ervan uit dat de gevonden Romeinse haven deel uitmaakte van een netwerk van handelsplaatsen die met elkaar verbonden waren door het sinds juli 2021 UNESCO-werelderfgoed statusdrager en overbekende Romeinse Kanaal van Corbulo - een vernoeming naar de Romeinse generaal Gnaius Domitius Corbulo die hier het veroverde gebied moest beveiligen - en gekanaliseerde kreken achter de duinen.
Het Kanaal van Corbulo en de vermoedelijk vaarroute rond het jaar 200 nOJ.
kaartje uit Romeinse kust, pagina 17
Het graven van dit kanaal van 23 mijl - zo'n 34 kilometer - kwam immers voort om qua incerta Oceani vitarentur, de onzekerheden van de tocht op de oceaan te kunnen vermijden.
Met deze verbinding zou er tussen de Rijn, bij Leiden en het Helinium (de monding van Waal en Maas) bij Naaldwijk een veilige binnenvaart-route zijn ontstaan. En bij 'veilig' gaat vooral de gedachte uit naar het niet meer overvallen worden door piraten. De gevonden aanwijzingen doen nu vermoeden, dat de route naar het zuiden verder achter de duinen vervolgd werd, met gebruikmaking van natuurlijke kreekverbindingen. Ook het Kanaal van Corbulo maakt gebruik van twee bestaande waterlopen. Vanaf de Maas werd gebruik gemaakt van de hoofdarm van de getijdekreek De Gantel, dat met een wijdvertakt stelsel van kreken en kreekjes het huidige Westland ontsloot. Bij de huidige stad Leiden mondde (de alles en nietszeggende) kreek De Vliet in de Rijn.
Tussen beide kreken lag nog een stuk van zo'n vier kilometer waarvoor een kunstmatige verbinding gegraven moest worden.
Tevens fungeerde het waarschijnlijk als bevoorradingspunt van het nabijgelegen militaire steunpunt, dat op een gegeven moment de Oude Wereld is gaan heten, dat op zijn beurt weer de belangrijke havenplaats verdedigen moest tegen piraten. Dit militaire steunpunt doet, gezien de lange, rechte en kromme straten een Romeins castellum vermoeden, maar zeker is het niet. Aannemelijk is het wel. Een historische bron vermeld "dat Germaanse benden in het jaar 174 vanuit zee overvallen uitvoerden op de Belgische kust." De Romeinen besloten nadien tot het versterken van de kust. Gezien de ooggetuigen, lijkt aannemelijk te stellen dat het gebied minstens enkele hectaren betrof. De locatie zal tegenwoordig niet meer in zee liggen, maar onder het huidige strand of onder de duinen die sinds de achttiende zijn ontstaan. Of er nog iets overgebleven is, na eerst nog eens eeuwen eb en vloed over zich heen gekregen te hebben, is de grote vraag
123.
Origineel Nehalenniasteen in 1970 bij Colijnsplaat opgevist, gezien op 27 juli 2015 in Zeeuws Museum te Middelburg
Deze gedachte strookt ook met de vele Nehalennia-vondsten bij de nederzetting Ganuenta bij Colijnsplaat waar een tempel stond om een behouden vaart te bespoedigen. Op het tekstboekje zien we Romeinse kust dan ook een interpretatie van de meest fraaie vondst staan.
Immers, de schippers vragen hier om een veilige overtocht over zee. Aangezien de producten die ze vervoeren veelal uit het Rijn en Moezelgebied kwamen én deze schippers zouden dus vanuit het Helinium verder over zee moeten, dan zou je bij de monding van het Kanaal van Corbulo of omgeving een Nehalennia Tempel verwachten. Echter hiervan tot op heden geen sporen van gevonden. Dit maakt het aannemelijk dat men binnendoor naar Colijnsplaat kon varen en vanaf daar over zee verder moest.
Voor de gedachte dat er tussen de Maas en Schelde ook moeite is gedaan om binnenvaartroutes aan te leggen en / of te onderhouden - waarbij 'of' de suggestie wekt dat ze er mogelijk al lagen - zijn er indirecte aanwijzingen te vinden. Ook zandlagen en botanische gegevens ondersteunen dit beeld op sites welke onderzocht zijn.
Ditzelfde geldt voor de monding van de Rijn, voordat het Kanaal van Corbulo gegraven was. Ook dit wekt de suggestie dat er al binnendoorvaarten bestonden.
In de periode van de aanwezigheid van de Romeinen zijn er al aanwijzingen dat de monding van de Rijn en Maas aan het dichtslibben waren. Delen van zandbanken in het Helinium konden toen al bewoond worden of waren begaanbaar.
Echter door de vele latere overstromingen is - in het gebied waarin we ons nu bevinden - veel bewijs weggespoeld en is het gebied door de natuur herschapen
124.
Hoe snel dit kan gaan zien we vandaag de dag in De Kwade Hoek.
Rest ons nog even te kijken naar het perspectief van het begrip piraten. Wie waren deze piraten?
Aangezien de binnendoorvaarten van de bewoners van dit leefgebied werd geblokkeerd door de binnengedrongen Romeinen is het begrip piraten natuurlijk een framing vanuit Romeins perspectief, om een negatieve associatie op te roepen en angst in te boezemen voor een bepaald deel van de schippers die hier rondvoeren.
Friezen uit het noorden konden over zee tot in de tweede helft van de tweede eeuw (150-199 nOJ) de kustlijn tussen de Rijn en de Maas nog steeds vrijelijk benaderen. Mogelijk doelden de Romeinen op de Chauken, die als soort vroege Vikingen door de Romeinen werden gevreesd om hun zeeroverij. Zij zouden rondom de Eemsmonding hebben gewoond. De Romeinen bouwden in ieder geval daarom militaire steunpunten langs de kust, van de Oude Rijn tot aan Noord-Frankrijk, om aanvallen van die bewoners tegen te gaan
125.
Mogelijk is toen ook de Oude Wereld gebouwd.
We slingeren door de tijd van vitrinekast naar vitrinekast. Een volgende kast toont een selectie wandtegels waarop afbeeldingen staan, waarop vertier tot uitdrukking komt. We herkennen namelijk sleedje prikken (op het ijs), kolven, hengelen, boogschieten, jachthonden en de degens kruisen. Maar ook lallen, zuipen en opmaken.
En dat opmaken kan natuurlijk met de prachtige sieraden en kant.
En voor die ene speciale dag treffen in dezelfde vitrinekast een zogenoemde huwelijksbroche. Deze is bijzonder, om ze meestal niet gepersonaliseerd zijn. Deze draagt echter wel een inscriptie. We kunnen hierop duidelijk lezen dat LVDV houdt van DLWK, met het jaartal 1824.
Op 17 december 1824 trouwt namelijk de 52-jarige Leendert van der Velde uit Herkingen met de 24-jarige Dirkje (Leendertsdochter) Wittekoek. Hun huwelijk zou 22 jaar duren, aangezien de polderopziener en dijkbaas Leendert van der Velde op 20 december 1846 als 74-jarige overleed. Dirkje, geboren te Oude-Tonge op maandag 29 september 1800 overleed vier jaar later op 24 mei 1850
126.
Ze trouwden in Herkingen. Het was Leendert zijn tweede huwelijk, hij was namelijk eerder met Cornelia Mosterdijk, de op 23 juni 1782 te Herkingen geboren dochter van Jacob Mosterdijk en Lena Wittekoek, getrouwd met wie hij een vijftal kinderen kreeg.
Cornelia Mosterdijk overleed kort na de geboorte van hun baby Lena Cornelia van der Velde. De baby werd geboren op 15 september 1823. Cornelia, overleed op 7 oktober, maar ook haar pasgeboren dochtertje overleed kort daarop. Ze werd maar 6 weken oud en overleed op 1 november 1823.
Maar ook met Dirkje kreeg hij twee kinderen, te weten Leendert Cornelis op 22 december 1829 en Jan op 16 november 1833. Beide werden ook in Herkingen geboren.
Zijn ouders waren Louis van der Velde en Maatje Riedijk, voluit Louis Segerszn van der Velde en Maatje Lambrechtdr Rietdijk. Zij kregen Leendert op zondag 13 september 1772 in Herkingen.
Leendert was in 1812 drukdoende geweest met de aanbesteding van honderd lasten blauwe Doorniksche Stenen voor de Oud-Herkingschen Zeedyk. In 1831 zou hij voor een aanbesteding voor de polder Oud Herkingen ook weer beschikbaar zijn voor informatie. Deze keer moest er 95.000 bossen eenbands-bladriet, 4.000 bossen Hollandsch dijk-rijs, 800 bossen zware tuin-latten, 1.600 bossen Walchersche palen en 300 ellen klei-aarde geleverd worden.
De ouders van Dirkje waren Leendert Wittekoek en Cornelia Labeur. Haar grootouders waren Dirk Wittekoek en Lena de Jong of Jongh
127.
Dirk Wittekoek en Lena de Jong waren de ouders van Lena Wittekoek (die dochter Cornelia Mosterdijk kreeg) en Leendert Wittekoek (die dochter Dirkje Wittekoek kreeg). Leendert van der Velde trouwde met beide dochters en zo bleven de kinderen toch in de familie met dezelfde grootouders. Leendert van der Velde huwde dus met het nichtje van zijn overleden vrouw.
Een fraai voorwerp treffen we aan in een volgende vitrine. Het is een verre voorganger van het social media-geweld van tegenwoordig, het vriendenboekje. Getoond worden drie vormen van hoe men zoal een boodschap kon achterlaten, tekst, tekening en borduursel. De pentekening is wel fijn verzorgd gemaakt.
Dit vriendenboekje, ook wel album amicorum genoemd, is eigenlijk geen boekje. Het is een doosje met losse vellen die in het doosje, in boekvorm, bewaard worden. Zo wordt in ieder geval voorkomen, wat bij een poëziealbum wel gebeurt, dat iedereen alle voorgangers kon lezen.
Tegenwoordig worden de album amicorum als topstukken bewaard, zoals we onder meer bij de Koninklijke Bibliotheek kunnen zien: Jacoba Cornelia Bolten (1805-1843), Samuel Johannes van den Bergh (1814-1868), Petronella Moens (1762-1843)
128. Ook in het Fries Museum zijn er ruim 50 exemplaren te vinden. Deze zijn dan veelal wel als een echt boekwerkje gemaakt, waarbij het boekwerkje zelf al een schitterend object is.
Zelf ook een vriendenboekje beginnen? Deze boekjes worden met hand gemaakt door de auteur. Uiteraard ook voor vele andere doeleinden te gebruiken.
Veelal bepaalde voor een groot deel de inhoud, de verhaaltjes van beroemdheden of bekende schrijvers de waarde, naast natuurlijk de historische waarde van de verhalen op zich.
Dit tentoongesteld vriendenboekje - dat om de genoemde reden behoord tot de Canon Streekmuseum Goeree-Overflakkee in 71 voorwerpen - is van Arendje Petronella Anemaet (1823-1851) geweest. De inhoud is - voor zover bekend - tussen 1838 en 1842 geschreven. Dus grofweg tussen haar vijftiende en twintigste levensjaar. In het jaar 1838 en 1839 treffen we een bijdrage aan van E.W. van Krieken, K.J. Moolenburg en I.M van Roon.
E.W. van Krieken zal de op 3 mei 1825 in Oude-Tonge geboren Elizabeth Willemina van Krieken zijn. Haar ouders waren Gerardus Samuel van Krieken en Aagtje Ringleve. Ze zal in Rotterdam op 82-jarige leeftijd op 27 mei 1907 komen te overlijden.
Arendje Petronella Anemaet is slechts 28 jaar worden, want ze overleed een jaar na de geboorte van haar dochtertje in haar ouderlijk huis waar haar vader notaris was. Wat de reden van haar bezoek was is niet bekend, want ze ging na haar trouwen in Maassluis wonen
129.
Haar ouders waren Cornelis Anemaet en Elizabet Simonda Hendrika Eland en zij trouwden op 8 mei 1822 te Koudekerk waar de bruid geboren was en tot dan woonde. Cornelis was toen 34 jaar en in Oude Tonge schout, secretaris en notaris. Zijn ouders waren Pieter Anemaet en Arendje van der Valk. De ouders van de bij het huwelijk 24-jarige Elizabet waren Simon Eland en Elizabeth van den Briel.
Arendje Petronella Anemaet werd op 20 november 1823 in Oude-Tonge geboren.
De familie woonde aan de Kerkkring waar ze op het blok tussen de Voorstraat en de Agterweg - nu een toegangsweg en ten noorden het gebouw van het Huisartsenpraktijk Oude Tonge op de West-Achterweg - hun pand hadden staan. Het terrein liep tot halverwege de Nieuwstraat door. Aan de Agterweg had het gezin een tuin met daarop een tuinhuisje.
Ze trouwt als 25-jarige op 24 mei 1849 met de net jarig geweest zijnde 29-jarige Johan Rutger Boeije. Hij is namelijk geboren op 22 mei 1820 te Noordgouwe.
Op 5 april 1850 wordt ze in Maassluis moeder van Helena Jacoba Boeije. Helena zal op 28-jarige leeftijd in Schiedam op 22 augustus 1878 trouwen met de 33-jarige op 2 januari 1845 in Amsterdam geboren Catharinus Drost. Deze koopman zal 20 jaar later in Den Haag komen te overlijden. Helena wordt 80 jaar en overlijdt eveneens in Den Haag op 4 mei 1930. Ze was na het overlijden van Catharinus in 1898 hier gaan wonen
130.
In een vitrinekastje over de opgravingen in Berwoutsmoer treffen we ook schoeisel aan. Het betreft een 'overschoen' en schoenzolen in twee maten. De overschoen is gemaakt van eikenhout. De zool is voorzien van 6 lange pennen - als het ware spikes.
maquette middeleeuwen, Streekmuseum, Sommelsdijk
Ook aan de hiel- en neuszijde was een setje pennen aanwezig, die tot taak hadden om leren riempjes vast te houden, waarmee de schoen in de overschoen vastgemaakt, vastgebonden kon worden. Het is gevonden op de plek van het huis op de rechterkreekoever, toen ze daar op maandagochtend 14 mei 1984 weer aan het graven waren. Er werd een plankje gevonden. Toen ze het omdraaiden, bleek het dus om een zogenaamde veenschoen te gaan. Men heeft de schoenmaat van de drager van deze overschoen bepaald op maat 36. Ze schatten het gebruik van deze voorloper van de patijnen of trippen in op tussen 1250-1300. Maar misschien moet de start van het maken van een trip ook voor 1400 veranderd worden, net als de datering van de zestiende eeuw van deze overschoen door Olaf Goubitz in Stepping through time131.
De gevonden schoenzolen worden een eeuw later gedateerd, zo ergens in de veertiende eeuw. De kleine van een kind in de leeftijd 1 tot 3 jaar, een maatje 21. De grote is maat 42/43
132.
Op een zolder treffen we een ijsslee aan, dat ons denken aan de duwslee voor volwassene op de Dekema State in Jelsum in Friesland en eveneens - als variant - aan de prikslee in Hindeloopen in Friesland.
Deze fraaie slee is aan de zijkant beschilderd met een zomers tafereeltje van een wit pand naast een zanderig slingerende weg, dat aan een zijde wordt geflankeerd door een bomenrij
133.
En vervolgens staan we plotseling in de schoenmakerij van Mel Dale in Stad aan 't Haringvliet.
Op het informatiebordje zien we een glunderende pijprokende Mel Dale, waarop we zijn levensverhaal kunnen lezen.
Nadat zijn hondje Grietje was overleden, werd hij snel ouder
134.
Achter de pop - dat Mel moet voorstellen - zien we nog een aantal beeldjes, die hij gemaakt heeft.
Tijdens het zwerven door de gebouwen treffen we in een hoekje "Spuit No 4" van Sommelsdijk aan. Deze spuit doet denken aan de het ontwerp van Martinus van Marum, Teylers Museum eerste directeur, uit 1807. Een eerste versie van deze kleine handbrandspuit demonstreerde hij voor het eerst in 1797. De kleine spuit dat door een man gedragen kon worden, bleek een groot succes. Hij had op 8 en 11 mei op het Haarlemse Harmen-Janssens-veld een houten hut van 24 voet lang bij 20 voet breed en 14 voet hoog gemaakt met ramen en deuren, dat vanbinnen was ingesmeerd met teer, waarbij tevens dik beteerde rietmatten de wand bekleedde. Om het vuur fel te kunnen laten branden stond het geheel een halve voet boven de grond. Dit werd vervolgens aangestoken. Op de eerste proefdag stond er een flinke wind, zodat de hut snel in lichterlaaie stond en nagenoeg onblusbaar. Het prototype had slechts vijf emmers water nodig om het vuur te blussen! In de tweede proef ging hij - inderdaad Martinus van Marum - na vier minuten opnieuw het vuur te lijf. Na drie minuten en drie emmers water was wederom het vuur geblust. Het vuur had zich - na afloop goed zichtbaar - op meeste plekken in het hout tot een kwart duim ingebrand. De Haarlemsche Courant schreef op 16 mei 1797 een recensie en dat sorteerde het nodige effect. Er kwamen reacties uit Parijs en München. Maar ook de magistraat van Middelharnis reageerde, al is onduidelijk om wie dit - in deze woelige tijden - gaat. Na nog meer demonstraties in andere landen met lovende recensies in de pers werd er gestart met de productie. De Delftse instrumentenmaker J.H. Onderdewijgaart Canzius kreeg een heleboel klanten. Zeker toen koning Lodewijk Napoleon had bepaald dat alle plaatselijke besturen over moesten gaan tot de aanschaf van een draagbare spuit, waarbij het ontwerp van Van Marrum van harte werd aanbevolen
135.
Van bluswater naar drinkwater is het in dit museum maar een kleine stap. In een fraai van ijzer gemaakt kunstwerk treffen we het eiland aan waarop we de waterleiding, pompstations en watertorens kunnen zien liggen. Zoals we bij de watertoren te Zuidzijde al ontdekten, werd de Drinkwaterleiding "Goeree en Overflakkee" in juni 1934 officieel in gebruik genomen. De waterlevering startte echter al op maandag 19 februari 1934. De stichting "Drinkwaterleiding Goeree en Overflakkee" dateert van 1929. Ook was er een Bouwbureau-Drinkwaterleiding Goeree en Overflakkee in het leven geroepen. Voor de realisering ontving de stichting een rentedragend voorschot van ƒ 1.450.000. Er werd door Mabeg en de Stichting aan Geveke en Co's de opdracht gegeven om zo'n 5000 t in zand gegoten ijzeren buizen en hulpstukken te leveren. De uitvoering lag in handen van Halbergerhütte te Brebach/Saar.
De beide watertorens die in het kunstwerk zijn te zien, zijn we tijdens de reis tot nu toe al tegengekomen. Gisteren zagen we de watertoren in Zuidzijde en zonet die van Sommelsdijk-Dirksland 136.
Gezien de drie bevestigingsgaten in het kunstwerk lijkt het erop dat het voorheen ergens aan een muur heeft gehangen. Het heeft oorspronkelijk gehangen in het kantoor van de St. Drinkwaterleiding aan de Burgemeester Mijslaan. De aanbesteding voor het bouwen van dit kantoorgebouw met woning, twee garages, een magazijn en een schuurtje n.a.v. het bestek van Mabeg vond plaats op 6 juni 1934.
De kaart hing toen naast de deur met een plaat waarop het opschrift "Drinkwaterleiding Goeree-Overflakkee" stond. Wie het gemaakt heeft is niet bekend, evenals de datum wanneer het is gemaakt.
De oplevering van het pand zou een optie kunnen zijn, evenals een jubileumjaar als 1959 - het vierde toen haar 25-jarig operationeel bestaan.
In 1974 is het gefuseerd met de NV Waterleidingmaatschappij Zuid-West-Nederland (WMZ). Het pand in Middelharnis is daarna verkocht en verlaten. Het overgebleven personeel verhuisde naar een kleiner pand aan de Oosthavendijk en nam beide objecten mee.
Rond 2004 werd ook dit pand verlaten, waarna beide objecten in 2005 werden geschonken aan het museum
137.
Ook de scheepvaart in dit museum komt vanzelfsprekend ruim aan bod. Ons blik valt op de ton met scheepskaak, zoals ze hier worden genoemd. Tegenwoordig zijn ze nog steeds verkrijgbaar als hardbroodjes in Muntendam . Maar ze zijn ook bekend als scheepsbeschuit, die o.a. door Branbergen in Musselkanaal gefabriceerd werden.
Deze scheepskaak worden getoond in een ton uit 1875 van de Wagenmaker J. Edewaard, die zijn werkzaamheden verrichtte in Sommelsdijk. Jacob Edewaard, geboren als kind van Cornelis Edewaard en Cornelia van Eck op 2 augustus 1839 te Sommelsdijk, was getrouwd op 29 april 1873 met Jacomina Maria de Graaff. Hij zou op 4 mei 1909 komen te overlijden.
Het meel voor de scheepsbeschuit - die veelal wordt geconsumeerd door zeelieden - is van eerste kwaliteit en goed gemalen. Het deeg wordt tweemaal gekneed. Vervolgens wordt het deeg in stukken gesneden en tot ballen gevormd, die met een rolstok wordt afgeplat. Voordat het de oven ingaat, wordt het doorboort met gaten. Nadat ze gebakken zijn, worden ze luchtdicht afgesloten in kisten, waardoor ze ongeveer een jaar goed blijven.
En waarvan wordt het meel gemaakt, dat vertelt de volgende dichtregel van Ovidius , dat tevens het geheim van de oorsprong van dit mysterieuze zaad onthuld:
Cérès a la première apporté dans le monde
Des blés aux gerbes d'or la semence féconde.
Ceres was de eerste die met gouden schoven
vruchtbaar zaad in de wereld van tarwe bracht.138
Bij onze terugkomst in de ontvangstruimte, raken we nog even in gesprek over de gesneden kunstvoorwerpen, de diorama's . Dat ze zo lijken op de knipkunst, waarna we even het bijzondere papierknipsel van J. de Mooy uit 1889 in het Kapiteinshuis in Nieuwe Pekela en het coulisseknipsel van 1786 van Pieter Reynders in het Westfries Museum in Hoorn aanhalen.
Vooral het papierknipsel van De Mooy is voor deze omgeving interessant om het het verhaal vertelt over het schip Pegno d’Amicizia dat hier op de banken van het Goereesche gat vastliep met een lading graan en de reddingsactie die daarop volgde.
We worden meteen weer het museum ingetrokken, om de verschillende knipwerken van mevrouw A.J. van de Poest-Clement en Barbara de Graaff nog even te bewonderen.
Deze kunstuiting van schaar met papier - door ons eerder aangeduid als knipkunst - ontbeert een duidelijk begripsaanduiding, zoals knipwerk van papier of kunstschaarwerk zou kunnen zijn. Tegenwoordig wordt de kunst van papierknippen ook met het begrip papierknipkunst aangeduid. De kunstvorm is eigenlijk al zo oud als de uitvinding van papier. In Europa geïntroduceerd zo rond de zestiende eeuw. In Polen werd het 'knip uit' oftewel wycinanki genoemd. Duitsland en Zwitserland werd het Scherenschnitte genoemd en de joden gebruiken ketubah hiervoor als begrip. In de mexicaanse gemeenschap, waar men beitels gebruiken om door meerdere vellen tegelijkertijd te kunnen gaan, gebruiken hiervoor de term papel picado.
Tegenwoordig ziet de traditionele - of beter geduidt - historische papierknipkunst of papercuts er een stuk moderner uit, zoals we bij onder andere Rob Ryan (1962), Béatrice Coron (1956) of Elsa Mora (1971) kunnen zien. Maar ook de in drie dimensies van papierknipkunst zijn er diverse kunstenaars actief, zoals Mia Pearlman, om zogenoemde papierinstallaties te maken en te tonen.
knipwerk Barbara de Graaff, Streekmuseum, Sommelsdijk
detail uit schilderij met 45 knipsels
detail uit schilderij met 23 knipsels
In het geval van het door de heer A.J. van de Poest Clement geschonken knipwerk van Barbara de Graaff aan het Raadhuis te Sommelsdijk - dat we nu hier in het museum aantreffen - kunnen we spreken van en profiel knipwerk, vergelijkbaar wat door Gerlof Smit (1946-2014) in Schingen is gedaan. Dit knippen van silhouetten of cameo's werden vooral populair ter vervanging van de dure portretten bij een stamboom. Het werk van Barbara de Graaff wordt in een adem genoemd met het werk van de beroemde Amsterdamse knipkunstenares Johanna Koerten (1650-1715).
Aangezien mevrouw A.J. van de Poest Clement - waarvan we ander knipwerk aantreffen - voor haar huwelijk met A.J. van de Poest Clement, Jacoba Johanna de Graaff genoemd werd en schenker de heer A.J. van de Poest-Clement de behuwd-broeder - tegenwoordig zwager - was van Barbara de Graaff, kunnen we stellen dat Jacoba Johanna het jongere zusje is van Barbara.
Beide geschonken knipwerk-schilderijen van Barbara de Graaff hebben de volgende begeleidende tekst: "Knipwerk van Barbera de Graaff geboren te Sommelsdijk 25 Mei 1804 overleden aldaar 8 januari 1884 als weduwe van Jacob Schipper Ned. Herv. predt te Stellendam."
"In 1902 ten geschenke gegeven aan de gemeente Sommelsdijk door haar behuwdbroeder A.J. van der Poest Clement."
Beide dochters zijn kinderen van de eerste burgemeester - na de Franse tijd - van Sommelsdijk, Jacob de Graaff Jbz. en Maria Johanna Witz, de bewoner van het Van Aerssenhuis . Daarnaast waren er nog Jan, Jannetje en Cornelia. Jan de Graaff (1805-1883) is getrouwd geweest met Cornelia Hendrika Feirabent (1807-1835), Maria Mijs (1808-1849) en Adriana van Driel (1805-1888). Jannetje de Graaff (1807-1880) zal trouwen met Arent Mijs. Cornelia Anna de Graaff (1813-1829) komt 16-jarige te overlijden.
Barbera de Graaff trouwt op 26 september 1841 te Sommelsdijk met Jacob Schipper (weduwnaar van Simonetta Alida van Aalburg), de zoon van Jacob Schipper en Grietje Keijzer.
Jacoba is als dochter van Jacob de Graaff en Neeltje Johanna Witz geboren op 13 november 1817 te Sommelsdijk. Ze trouwde op 6 augustus 1843 te Sommelsdijk met notaris Anthonie Johan van der Poest Clement, de zoon van Andries van der Poest Clement en Josina Cornelia Vissers. Anthonie wordt ook geschreven als Anthony en Antonie.
Anthonie werd op 7 juni 1815 te Leur (Baronie van Breda) geboren. Hij was o.a. Ambachts Heer van Haarlemmerliede, Reeuwijk en Poortugaal en lid der Staten van Zuid-Holland.
Jacoba overleed in Amsterdam - waar ze o.a. woonde in de Vondelstraat 68, Weteringschans 49 en Frans Halsstraat 19 - op 11 maart 1889 als 71-jarige, nadat ze drieënhalf jaar ernstig ziek was geweest.
Antonie overleed op 25 december 1905, nog steeds woonachtig op de Frans Halsstraat 19 in Amsterdam als 90-jarige
139.
Net voor sluitingstijd staan we dan toch nog weer in de fraai uitziende Kerkstraat.
Aan het einde van de jaren veertig van de twintigste eeuw besloot het toenmalig gemeentebestuur - dat gezegend was met een historisch besef - dat het straatje "radicaal hersteld" diende te worden.
voorgevel Kerkstraat 66 Sommelsdijk / W.C.L.A. Scheepens (tekenaar). - 20-08-1925
[het huidige huisnummer 8 - datumjaar: 1928, WP]
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed BT-014669
(CC BY-SA 3.0)
Dat wil zeggen, ontdaan van alle geknoei van voormalige herstellingen, zodat het pittoreske en stemmige van de stijl uit de zeventiende eeuw weer in alle schoonheid en met details naar voren komt.
Architect Ir. J.C. Meischke (1889-1966), die ook voor het herstellen van de kerk van Middelharnis had gezorgd - althans zo meldt de lokale pers - wordt ook nu gevraagd om het Kerkstraatje terug te brengen in de staat van zo rond 1610, 1620. De behoefte aan het herstel vloeit samen met de behoefte om een Streekmuseum van Goeree-Overflakkee op te richten en dat hier te vestigen.
Om het plan uitvoerbaar te krijgen is het de bedoeling om eerst de twee panden die al in het bezit zijn van de gemeente voor het herstel in aanmerking te laten komen, zodat er alvast een oudheidkamer, zoals burgermeester Rijnders dat in de raadvergadering benoemde, in gevestigd kan worden.
Het blijkt echter de broer van J.C. Meischke, Ir. M.C.A. Meischke (1893-1973) te zijn die het restauratieplan ontwierp. Ook Mattheus Carel August Meischke is eveneens architect.
M.C.A. Meischke uitte zijn gevoelens over de Kerkstraat in 1949 met de woorden "Als je al drie eeuwen oud bent, heb je niet veel te beweren noch te presteeren aan het geslacht van vandaag, alleen dat kleine beetje poëzie, dat we juist in onze denderende tijd zoo hard noodig hebben."
Op woensdag 18 juli 1956 was het zover, dat onder zeer grote belangstelling 's middags het Streekmuseum werd geopend. Het dochtertje van de voorzitter A.J. Kruider, Marian Kruider bracht op een kussen in de Sommelsdijkse kleuren blauw en geel een door de leerlingen van de Technische School gemaakte sleutel naar de burgermeester P.W. Hordijk. Hij opende als voorzitter van De Flakkeesche Gemeenschap het museum. De sleutel droeg de letters V.S.M en G & O, dat staat voor Vereeniging Streekmuseum Goeree Overflakkee. Marian Kruider droeg voor deze bijzondere gelegenheid een jurk in de Sommelsdijkse kleuren, waarop het wapen van Sommelsdijk was geborduurd.
Tijdens de vele toespraken die volgden, liet Ir. Meischke zich ontvallen dat hij vond dat er nog een uithangbord met opschrift Streekmuseum moest komen. Hij bood aan om hiervoor de tekening te zullen maken
140.
Voor het vervolg van de restauratie van de Kerkstraat, blijkt het afwachten te zijn totdat bewoners van de panden besluiten te gaan verhuizen. Dhr Jansen, die tegenover het museum woont, besluit dit in de zomer van 1963 te gaan doen, zodat zijn pand volgende is waaraan gewerkt kan worden. Aan de kant van het museum op nummers 10 (29829) en 12 (29834) - begin 1956 opgeknapt, volgde in 1964 nummer 14. Nummer 8 was al eerder opgeknapt. In 1972 volgden er nog drie panden, de nummers 2 (brandspuithuisje), 4 en 6 zodat deze kant geheel gerestaureerd was.
Aan de overkant zijn ook nog een aantal panden in de oude stijl te vinden. Ze dragen de namen Groot Rapenburgh en Klein Rapenburgh. Op de hoek met de Sint Joris Doelstraat stond voorheen Oud Rapenburgh. Groot Rapenburgh, de voormalige kosterswoning doet nu dienst als werkplaats en depot. Op nummer 7 (29827) zat tussen 1972 en 2014 het clubhuis van Rarekiek, de fotoclub.
Het buurpand op nummer 9 - dat samen met nummer 11 en 13 weer opnieuw van de grond af opnieuw zijn opgetrokken - heeft een authentiek gevelsteen uit 1598 met daarop een scheepje (29828), dat afkomstig is uit het gesloopte veerhuis. Dit veerhuis stond aan het eind van de Voorstraat bij de Kaai. Het bediende de veerverbinding Sommelsdijk - Hellevoetsluis
141.
Wanneer we langs het beeld Koeienwachtertje zijn teruggelopen zien we naast het toegangsportaal van de kerk (29841) aan de linkerzijde ook nog een gevelsteen zitten. De steen heeft een gotisch opschrift. Hieruit blijkt dat de kerk in 1499 werd voltooid: Anno XIIIIc XCIX (1499) doen wort dese kerck toegeleit in de Mey maet (meimaand).
Zo'n 125 jaar later brak er brand uit. Een feest ter ere van Piet Hein op 8 september 1624 was hiervan de oorzaak. Hij had namelijk op 10 mei 1624 met zijn WIC-vloot de stad San Salvador in het Braziliaanse Bahia veroverd op de Portugezen. Tijdens het feest besloot de door alcohol benevelde menigte de kerk te versieren met brandende fakkels. Hierdoor vatte de kerk vlam.
In 1632 werd er begonnen met de herbouw. De toren werd nu aan de westzijde gebouwd. Het zou inclusief de achtkantige houten spits met peertoren (of ui- / siepel- / sipeltoren) 53 meter hoog worden.
Driehonderd jaar na de bouw, breekt op 23 september 1799 opnieuw brand uit. Ditmaal was brand in de Enkele Ring de oorzaak. Omstreeks 6 uur 's ochtends ontdekt men brand in of tussen de schuren achter het huis van Leendert van Dam en de Herberg dat vanouds de Prins werd genoemd, maar dan kon nu natuurlijk niet meer in Bataafse Republiek.
Door de toenemende zuidelijke wind vatte de torenspits vlam door opvliegende brandende rietdelen van schuurdaken. Een uur stortte de spits om en werd het schip meegenomen in de vuurzee. Enkele inventarisstukken konden nog gered worden, zoals Bijbels, enkele stoelen en een bank. Met had mogelijk nog meer kunnen redden, maar er werd een gerucht verspreid dat er kruit in de Kerk en Toren lag opgeslagen. De Burgers werden zo bevreesd gemaakt, dat ze het reddingswerk staakten. En wat de huidige of vorige Regeringsleden ook zeiden, het hielp niet.
Schijnbaar waren ze zelf ook niet in staat om het reddingswerk voort te zetten.
De kerk wordt in 1807 voorzien van een nieuw dak dat de hele overgebleven ruimte in eenmaal overspant. Men had namelijk besloten om het koor niet te herbouwen. Alleen de noordelijke muur werd gehandhaaft, omdat dit dient als achtermuur van de huisjes aan de Kerkstraat. Het herstel van de toren - nu zonder spits - zal nog tien jaar op zich laten wachten.
Tot op heden kunnen we - mede dankzij de restauratieperikelen tussen 1975-1987 met voorbereidingen, toren-, kerk- en orgelrestauratie - nog naar die situatie kijken
142.
Maar ook het toegangsportaal van de kerk heeft nog twee gevelstenen. Aan de zijkant lezen we dat Anna Elizabeth van Bosheyden de eerste steen legde aan dit voorportaal op 20 juni 1794.
Anna Elizabeth van Bosheyden, ook voorkomend als Anna Elizabeth van Bosheijden of Anna Elisabeth van Bosheijden ging in ondertrouw op 5 september 1797 in Sommelsdijk met de op 19 december 1770 te 's-Hertogenbosch gedoopte Christiaan van Adrichem (later president bij de Regtbank, voorzitter der Arrondissements Rechtbank) die op 70-jarige leeftijd overleed op 28 februari 1841, op dat moment gehuwd met Johanna Francoise van Hurn en weduwnaar van Anna Elisabeth Bosheijden.
Anna Elizabeth en Christiaan kregen ondermeer op 31 januari 1802 Hendrik Albert van Adrichem. Zij zal kort daarop komen te overlijden, aangezien hij op 1 oktober 1804 hertrouwd met Johanna Francoise van Heurn
142a.
Aan de voorzijde van het toegangsportaal treffen het wapen aan van de burgelijke gemeente Sommelsdijk.
We lopen een rondje om de kerk (voor zover mogelijk) en komen langs de toren, waar in we twee wapenstenen ingemetseld zien aan weerzijden boven de deur.
familiewapen Van Aerssen
detail Portret van Cornelis van Aerssen / Adriaen Hanneman. - 1658
bron: Rijksmuseum SK-A-1670 - CC0 1.0
familiewapen Walta
Het linker wapen is van de familie Van Aerssen en is een in vieren gedeeld schild, zijnde het eerste en vierde van zilver, met een geschakeerd St. Andrieskruis van zilver en sabel met dwarsbalk; het tweede en derde van goud, met drie meerlen, zonder bek en pooten, van sabel.
Rond het familiewapen zien we nog een keten met kokkelschelpen, een teken dat hij behoorde tot de Orde van St. Michel. Wanneer hij toegelaten werd tot deze orde is niet duidelijk. Zijn vader, François van Aerssen (1572-1641), trad toe in 1612. Deze Orde was in 1469 door Koning Lodewijk XI gesticht met als doel om de bedevaartsoord, het eilandje de Mont St. Michel in tijden van oorlog te verdedigen
142b.
Het rechter wapen dat getoond wordt als ovaal - dat duidt op de vrouw - bestaat uit drie zilveren ruiten op een blauw achtergrond, twee boven en een (gecentreerd) daaronder is van de familie Waltha of Walta 142c.
Onder beide wapens staat Anno 1660
142d.
stamboom Van Aerssen & Walta
voorouders en nazaten van Cornelis Van Aerssen (1600-1662) en Lucia van Walta (1610-1674)
De wapens zullen dus van Cornelis van Aerssen (1600-1662) en Lucia van Walta (1610-1674), de dochter van Pieter
Douwesz Walta en Frouk van Juckema, zijn. Zij kregen 16 kinderen, waaronder dus de drie dochters die volgelingen waren van Jean de Labadie. Na diens dood verplaatsten de Labadisten zich naar het Walta State in Wieuwerd waar ook Anna Maria van Schurman verbleef
142e.
Voordat de kerk in 1799 afbrandde, lagen de familie Van Aerssen begraven in het koor.
kapelletje familiegraf Van Aerssen
Wanneer we langs het schip zijn gelopen treffen we het gapend gat waar voorheen het koor stond.
Aangezien dit niet is herbouwd, treffen we nu 'slechts' een kapelletje aan. Hierop kunnen we lezen "Anno 1782" en "Memento Mori".
Hoewel het is afgesloten door een deur, stond deze toch telkens open. De overgebleven lijkkist met doodsbeenderen was open. Na de brand van 1799
had de bevolking zich toegang gegund om de lijkkisten te beroven van het lood en koper, waarbij de beenderen verspreid door de kelder achterbleven.
Het is aan A.J. Kruider, de (mede)oprichter van het Streekmuseum, te danken dat het er überhaupt nog staat. Het was na de WOII in dusdanige staat dat men het wilde slopen. Hij wist F.C. Baron van Aerssen Beyeren van Voshol - op dat moment ambassadeur in China - te bereiken, die bereid gevonden werd om de restauratie van het grafmonument te bekostigen.
In het koor stond bovenop de grafkelder een verheven tombe van wit marmer. François van Aerssen (1572-1641) had na zijn koop van Sommelsdijk van Herman van Bourgondië op 12 maart 1611 in het koor een bescheiden grafkelder laten graven voor zijn familie. Nadat kort daarop de hele kerk afbrandde in 1624, werd bij het herstel van het koor de grafkelder vergroot naar ± 4 meter breed bij 5 meter diep en 2 meter hoog. De overwerving werd in gotische stijl gedaan met een kruisgewelf. Achterin kwamen aan weerszijden nisjes.
Grafmonument met dubbelportret van François van Aerssen van Sommelsdijk (1572-1641) en Petronella Borre (1578-1653) / Willem van der Lely (1698-1772) (tekenaar). - 27-10-1752 (Loco delin.)
Public Domain -
RKDimages 128812 -
WikiMedia 128812 -
Koninklijke Bibliotheek KW 130 B 18
Het geheel werd in het koor afgedekt met de witmarmeren praaltombe. De maker van de tombe had François van Aerssen (1572 - 27-12-1641) en zijn vrouw Petronella Borre (1578 - 12-1-1653) geknield op een kussen afgebeeld, met tussen hun in een met een laken bedekte tafel waarop opengeslagen boeken liggen tot op borsthoogte, waarbij ze beiden uit een gebedenboek lazen. François keek hierbij het schip in.
Het monument droeg - voordat ze waren afgehouwen - de wapens van Van Aerssen van Sommelsdijk en Borre en de volgende tekst:
"François van Aerssen, ridder van de ordre van St. Michiel heer van Sommelsdijk, Plate, Bommel ende Spijk in zjin leeve d'eerste ordinaris ambassade in Vrankrijk wegens de Vereenigde Nederlande, noch twee extraordinarice aldaer noch vijf in Engelandt noch eene aan de Republicque van Venetiën in hoochste eere ende voordeel van deze staat uytgevoert hebbende naderhant in de Raad van State lastelijck ter vergaderinge van de State Generael uyt de Ridderschap van Hollandt gedeputeert is onder de sijnen uyt deze tijdlicheyt gescheyden eeven soo stichtelijk als hij die eerlijk ende dienstech den vaderland hadde toegbragt
In 's Gravenhage den XXVII Decemb. CIↃ IↃ CXLI (oftewel M D CXLI - 1641)."
Dit onderste deel van circa 1.30 meter hoog was van blauw natuursteen. Het hoofd- en voetstuk was voorzien van een wit marmeren plaat, met daar het wapen van elk. Ze werden omlijst door zwart gepolijst marmeren rand.
In 1795 werd de laatste nazaat, Anna Margaretha Baronnes van Aerssen bijgezet is deze grafkelder.
Het bluswater van de wederom alles verwoestende kerkbrand van 1799 zorgde ervoor dat het verhitte marmer in stukken uiteenviel
142g.
Het restant van het koor, de noordmuur, kunnen we nog wel zien. Dit dient namelijk tevens als achtermuur van de gerestaureerde huisjes aan de kerkstraat, waarin het Streekmuseum te vinden is
142h.
De littekens van de aansluiting van het koor op het schip zijn nog steeds goed te zien, zodat we een aardige indruk krijgen van het grootte van het koor. Ook het verhoogde deel in het huidige grasveld helpt hierbij. We kunnen ons zo een goed beeld maken hoe de toegang aan de buitenmuur van het koor zat, om te kunnen afdalen naar de grafkelder van 4 bij 5 meter
142i.
"De laatste rustplaats van enkele groten uit de vaderlandse geschiedenis, nl. Francois en Cornelis van Aerssen."
142j
Veel graven zijn er niet meer aanwezig op dit kerkhof. Een paar vallen echter nog steeds op.
Zo treffen we net schuinachter het denkbeeldige koor een huldezerk aan voor de voormalige burgemeester A.J. de Graaff, met naast hem zijn vrouw.
Arend Jacob de Graaff was burgemeester van Sommelsdijk en Nieuwe Tonge vanaf 1883 tot zijn overlijden in 1910. Hij werd geboren in Sommelsdijk op 18 februari 1844 en overleed in het huis van zijn schoonzoon P.A. van Buuren in Middelharnis op 6 augustus 1910 als 66-jarige.
Zijn ouders waren landbouwer Jan de Graaff en Maria Elisabeth van den Broek.
Zijn grootouders waren Jan de Graaff en Adriaantje Heerder aan vaderskant en Jan Abram van den Broek en Adriana van de Rovaart aan moederskant.
Hij - toen 28 jaar en koopman - was op 23 maart 1872 in stad Groningen getrouwd met de 25-jarige Antje ter Cock.
Ze kregen vier kinderen, allen te Sommelsdijk geboren: Catharina Adolphine op 8 april 1872, Maria Elisabeth op 26 september 1874, Johanna Afina Tjardewee op 17 april 1877 en Jan op 16 september 1879
142k.
Antje ter Cock is op 21 januari 1847 als dochter van landbouwer Adolf ter Cock (36) en Trijntje Berends (35) in Bellingwolde geboren.
Antje overleed op 5 oktober 1918 te Sommelsdijk.
Adolf ter Cock was tussen 13-9-1855 en 1860 wethouder in Bellingwolde. Hij overleed als 68-jarige als logementhouder te Groningen, waar hij het Hotel der Zeven Provinciën aan de Grote Markt met zijn tweede vrouw J.R. Oosterveld runde. Adolf ter Cock had het hotel in 1872 gekocht van Gerard Uithof. Na zijn dood, zal het in september 1878 worden overgenomen door A. Hoven. Eerder was logementhouder van "het Sterrebosch", aan de Hereweg, maar dit t.b.v. de Staatspoorwegen vanaf augustus 1867 gesloopt worden.
Aan het einde van de lente van 1868 zit hij in de commissie die belast is voor het organiseren van een algemene landbouwtentoonstelling.
De ouders van Adolf (Bellingwolde, ±1810 - Groningen, 24-8-1878) waren Adam Adolfs ter Cock (landbouwer) en Tjadduwe Heres Starke.
Adam Adolfs ter Cock overleed op 61-jarige leeftijd te Hamdijk (gem. Nieuweschans). Zijn (Bellingwolde, ~11-8-1782 - Hamdijk, 20-4-1844) ouders waren landbouwer Adolf Adams en Epke Harberts, die op 10 mei 1776 waren getrouwd. Rond 1814 waren hun namen ingeschreven als Adolph Adams ter Kock en Epke Harberts Bruggers.
De moeder van Adolf Adams was Ike Eppes
142l.
Het stel trekt ook de aandacht vanwege hun woonplaatsen Sommelsdijk en Bellingwolde. Beide dorpen liggen niet echt naast elkaar, kunnen we stellen.
Arend Jacob de Graaff was in 1864 lid geworden van de Afdeeling Overflakkee en Goedereede der Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Hij werd tien jaar later, in 1874 lid van het bestuur. Drie jaar later werd hij gekozen tot tweede voorzitter. In 1900 aanvaarde hij het voorzitterschap van de Afdeeling.
Eind januari 1869, Arend zou zo 25 jaar worden, tekende hij met zijn nieuwe compaan Andries Pieter Armstrong, eveneens wonende te Sommelsdijk, een akte tot oprichting van een vennootschap tot het uitvoeren van een commissiehandel in Granen, Peulvruchten, Meekrap, Stroo, Aardappelen, Ajuin, Ajuinzaad, enz. onder de naam Armstrong & De Graaff.
Verder was hij Secretaris van de Vereeniging Landbouwonderwijs.
Maar ook in de politiek werd hij en was hij actief. Als 34-jarige werd hij op 9 maart 1878 benoemd tot lid van de Gemeenteraad. Hierna volgden tevens diverse bestuursfuncties bij diverse instellingen.
Op 8 september 1883 werd hij benoemd tot burgemeester van Sommelsdijk, waarna nog meer nevenfuncties volgden. In 1891 volgde tevens de benoeming tot burgemeester van Nieuwe-Tonge. Vijfentwintig jaar later vierde hij zijn burgemeestersjubileum
142m.
Aangezien Arend en Antje al voor zijn politiek-bestuurlijke carrière getrouwd waren, zullen we de ontmoeting in zijn landbouwproducten- en handelsreizen moeten zoeken. De Beurs in stad Groningen én de landbouwtentoonstellingen die in de Stad en elders in de provincie werden georganiseerd waren dan een must en dan zal hij er ook overnacht hebben, mogelijk bij zijn toekomstige schoonvader.
We lopen over het gras van het koor naar de Enkele Ring. Wanneer we vanaf de Enkele Ring de kerk willen aanschouwen, blijkt dat de bomen het zicht op het schip ontnemen. Ook het ontbreken van het koor wordt nu totaal niet opgemerkt.
Het hoekpand met de Oost-Indische Hoek valt op door zijn gevel met hart en ruit. Het pand is oorspronkelijk in 1637 gebouwd en is daarmee ongeveer even oud als de herstelde kerk van na de brand van 1624
142n.
De toegangspoort voert ons weer naar de toren met zijn twee ingemetselde wapenstenen. Bij het rondkijken bij de toren valt een klein herdenkingsteen of grafmonument op, dat er opvallend nieuw uitziet. Het blijkt dan ook de vervanging te zijn van een oudere zerk.
Het wil Jacobus van der Waal Lz (17-12-1887 - 26-10-1918) in herinnering houden.
Bijzonder genoeg vermeld de oude zerk de geboortedatum van 14-12-1887. Hij is de volgende dag, 15-12-1887, ingeschreven in het geboorteregister. We mogen dus aannemen dat zijn geboortedatum 14 december 1887 is.
Jacobus is de zoon van Leendert van der Waal en Geertrui Grootenbroer
142o.
Jacobus trouwde op 3 februari 1911 in Sommelsdijk met Sijtje van Vliet, de dochter van Adrianus van Vliet en Francina van der Mast
142p.
Datzelfde jaar werd op 13 december 1911 zoon Leendert geboren in Middelharnis. Hij zal trouwen met Margaretha Cornelia Knöps (25-11-1925 - 09-11-2004). Op 76-jarige leeftijd komt hij op 4 juni 1988 te Mijnsheerenland te overlijden
142q.
Adrianus zou zo'n 1½ jaar later volgen. Hij wordt op 31 maart 1913 geboren. Hij zal als 30-jarige Sgt. Gi. KNIL op 23 augustus 1943 sterven als krijgsgevangene bij de aanleg van de Birma Siam Spoorweg. Hij ligt begraven op het Chungkai ereveld bij Kanchanaburi
142r.
Ruim twee jaar later zou op 11 juli 1915 hun zoon Dimmes geboren worden. Hij zal trouwen met Adriana de Korte (06-11-1915 - 30-09-2000). op 63-jarige leeftijd zal hij op 22 december 1978 komen te overlijden
142s.
Sijtje van Vliet, geboren op 28 oktober 1889 zal haar man ruim 50 jaar overleven en 83 jaar worden. Ze komt op 12 november 1972 te overlijden
142t.
We keren de kerk de rug toe en vervolgen de route naar de Kaai. We hebben nu oog voor het fraaie pand uit 1902 aan de Marktveld op nummer 3, terwijl de panden op nummer 7 (29840) en 1 (29839) monumenten uit de 17e en 19e eeuw zijn.
Wie dit herenhuis met neorenaissance- en jugendstilelementen heeft ontworpen is onbekend. Gesuggereerd - in Monumenten in Nederland - wordt wel, dat het van dezelfde hand moet zijn als van de vrijwel identieke pand op de St. Joris Doelstraat 13-15 van ±1910.
De ontwerptekeningen van het laatste pand zijn gemaakt door timmerman Arie Cornelis van Driel.
De enige Arie Cornelis van Driel die hiervoor in aanmerking komt, is de Arie Cornelis van Driel die op 16 juli 1888 in Sommelsdijk is geboren.
Hij is een zeer geachte patroon gebleken, die slechts 65 jaar werd. Hij overleed plotseling op 18 mei 1954.
Gezien zijn geboortejaar 1888, hij was 14 jaar in 1902, zal hij niet ontwerp gemaakt hebben van het pand, waarbij we nu staan.
De suggestie zal daarom - gezien de overeenkomsten tussen beide panden - berusten op een veronderstelling
143.
M. van den Doel Pz., commissionair in veldvruchten woonde hier tussen de jaren '50-'60.
Het pand werd vervolgens eind 1969 geveild, op 28 oktober 1969 was er ƒ 28.000 op ingezet.
De familie Castermans is de volgende bewoner. Mevrouw M. Castermans is o.a. secretaresse van Het Nederlandse Rode Kruis. De heer A.C. Castermans is rector van de Rijksscholengemeenschap Goeree-Overflakkee te Middelharnis. Nadat hij afscheid in 1974 had genomen van de RSG zijn ze verhuisd. Het pand wordt vervolgens bewoond door de familie Gravendeel. De heer Arie Gravendeel is schoolleider en mevrouw Gerda Gravendeel-Flach is daar juf. Ze hadden elkaar leren kennen op de kweekschool in Dordt. In '54 en '55 kwamen ze beiden over naar het eiland. Een paar jaar, zeiden ze tegen elkaar, dan zouden ze wegwezen. Maar veertig jaar later wonen ze er nog steeds. Het eiland heeft hun hart gestolen. Daarnaast doet ze o.a. secretarieel werk voor de Stichting Hervormd Diakonale Gezondheidszorg Sommelsdijk.
Arie ging in 1988 met vervroegd pensioen en kon zich wel verheugen op tijd dat zijn vrouw ook zou stoppen. Dat gebeurde acht jaar later in 1996, toen ze 60 jaar werd en 40 onderwijsdienstjaren gewerkt had.
Helaas werd Arie slechts 65 jaar oud en overleed op 5 april 1998. Nauwelijks een jaar was hun nog gegund om "leuke dingen te doen, kunst kijken bijvoorbeeld en die invitaties honoreren".
R.A. Cornielje is de volgende bewoner geworden rond de eeuwwisseling
144.
Het hoekpand op de Voorstraat / Sint Joris Doelstraat valt op door zijn bijzonder vormgegeven balkonnetje, dat inpandig lijkt maar niet is. De vierkantige pilaren, samen met de suggestie van - vierkantige balken die erop gedragen worden en elkaar stapsgewijs in het midden naderen scheppen een spannende compositie. Hierbij voegt de zon met zijn geworpen schaduw een extraatje toe. Scherp wordt een kopse kant van liggende balk over de langste zijde met donker doormidden gesneden, terwijl het wit van het trapezium slechts lichtgrijs kleurt.
Uiteraard valt dit spel niet onder monumentenzorg. De rest van de Voorstraat bestaat uit - een logisch gevolg van het al eerder genoemde status van beschermd dorpsgezicht - grotendeels wel uit monumenten.
Omdat er in deze straat ook een boekhandel zit, Boekhandel Van der Boom, betreden we zelfs het monumentale pand (29863) waarin het is gevestigd. Uit onderzoek blijkt dat het mogelijk zelfs ook een huis van Van Aerssen is geweest. Het was dan ook een feestelijke gebeurtenis toen de baron mr. Marnix van Aerssen Beijeren van Voshol en zijn 68-jarige vrouw Henriëtte en zoon Philip in het pand de Van Aerssenkamer op de bovenste verdieping officieel kwamen openen tijdens de historische wandeltocht van 27 mei 2006, die in het teken stond van de familie Van Aerssen. De ouders van Marnix hadden hem als 10-jarige in 1947 al eens meegenomen naar Sommelsdijk. Zijn ouders hadden toen contact met de familie Kruider, waar ook een bezoek aan het familiegraf werd gebracht. "Als jongentje van tien jaar oud was dat erg spannend. Vooral omdat de kist met de skeletten geopend kon worden. Dat vergeet je natuurlijk nooit meer."
144a.
Een man in de branding - deel 1 en 2 / J. W. Ooms. - Leliereeks, 14-15. - Leiden : Groen, 1967
144b
De boekhandel was voor deze wandeltocht speciaal op zoek gegaan naar tweedehands exemplaren van Een man in de branding om aan de wandelaren te kunnen verkopen. Deze roman, geschreven door J. W. Ooms en voor het eerst in twee pocketdelen (Leliereeks 14-15) in 1967 uitgegeven door uitgeverij J.J. Groen & zn, gaat over Cornelis van Aerssen (1637-1688), in Suriname Cornelis van Sommelsdijck genoemd.
Na een korte selectieronde van twintig minuten, verlaten ook wij ook weer de zaak met de benodigde titels.
Wanneer we naar het begin van de Voorstraat wandelen, valt vooral de veelvormigheid van de panden op die we in de straat zien. De nummering van de panden zijn trouwens oplopend vanaf de haven - alszijnde het centrum - gezien.
Iets verder dan de boekhandel komen het pand (29859) tegen dat doorgaat als de winterresidentie van Cornelis van Aerssen (1637-1688), waarbij de zomerresidentie Boomvliet bedoeld wordt
144c.
Het pand zal eerder verkocht zijn, dan dat de laatste Van Aerssen zijn laatste adem had uitgeblazen, want het komt niet voor in de boedelscheiding. Mogelijk was het daarvoor verkocht aan de Ontvanger der Directe Belastingen Arnoldus Johannes Papet. Hierop volgde burgemeester en landbouwer Jacob de Graaff en zijn vrouw Neeltje Johanna Witz als bewoners.
Nadat de familie De Graaff het verkocht werd het pand opgesplitst verkocht (Voorstraat en Achterstraat) en de Voorstraat verticaal gesplitst. De voormalige leraar Paulus Laban komt er nog wonen. Daarna lukt het de nieuwe eigenaar, de gerechtsdeurwaarder H.L. van Kampenhout, alles weer in bezit te krijgen. Door alle voormalige verbouwingen is er veel van het oude verloren gegaan.
De allegorische plafonds - de voormalige herenkamer had fraai stucwerk met voorstellingen die vrede, liefde en gerechtigheid voorstellen - zijn door een volgende eigenaar, Cornelis van Duijn, keurig gerestaureerd. Ze houden open huis op het moment van de genoemde historische wandeling. Een oud-bewoner van het pand vertelde tijdens wandeling nog een anekdote: "Er bestond in het Van Aerssenhuis een klein kamertje. Toen de vrouw van Cornelis van Aerssen zijn oude jas zonder zijn toestemming aan de koetsier had gegeven, werd zij door Cornelis in dat kamertje opgesloten."
144d
Het pand dat 't Ouwe Raethuus (29871) boven een glas in lood-raam heeft staan toont een gevel dat rond 1840 een nieuwe gevel en dakruiter kreeg. Het pand zelf stamt uit de achttiende eeuw en was toen nog geen raadhuis.
144h.
Het voormalige postkantoor met neorenaissancedetails valt door zijn geglazuurde diepgroene bakstenen erg op. Het doet denken - in lichte vorm - aan de baksteengotiek. Het is tussen 1908 en 1909 als zodanig gebouwd en heeft dan ook een directeurswoning. Zeer fraai is ook de topgevel met tot tweemaal toe een verdikking in de top met een trapgeveltje. Gemeentearchitect P. Mast maakte het ontwerp om de voormalige woning van de brievengaarder Van Dorsser voor ƒ 11.000 te verbouwen.
A. P. van Dorsser, in oktober 1887 in Sommelsdijk benoemd en op 1-11-1908 zijn betrekking heeft neergelegd, zal per 1 mei 1909 met eervol ontslag uit zijn functie treden.
Andries Pieter van Dorsser, trouwde op 13 april 1866 in zijn geboortedorp Rozenburg als 23-jarige met de 19-jarige Ingetje Stehouwer (9-6-1846 - 18-8-1925). Zijn ouders waren Johannes Adrianus van Dorsser en Cornelia Renetta Armstrong en haar ouders waren Arie Stehouwer en Maria Groeneveld.
Andries werd op 10 april 1843 geboren en overleed als 90-jarige in het Van Weel Ziekenhuis te Dirksland op 30 maart 1934. Het stel kreeg 12 kinderen, allen tussen 1866 en 1883 geboren in Sommelsdijk. Tot de verkiezingen van 1905 zat hij een periode in de Gemeenteraad. In 1886 komen we in de berichtgeving voor het eerst tegen als deelnemer van de Openbare Vergadering van den Raad der Gemeente Sommelsdijk. In 1893 werd hij herbenoemd als lid der Plaatselijke Schoolcommissie.
Gelukkig was hij aan de beurt om als deelnemer van de Gemeenteraad af te treden.
In ieder geval een persoon was het er niet mee eens en had de volgende dichtregels op het stembriefje geschreven: Ik schenk aan mannen mijn vertrouwen,
Op wier bekwaamheid men kan bouwen,
Die met hun raadlidschap beoogen,
Hier bloei en welvaart te verhoogen,
Ik kies daarom de aftredende Heeren:
J. B. Mijs,
A. P. van Dorsser en
C. Mosterdijk.
We zijn benieuwd of er tegenwoordig nog mensen zijn, die zoiets op hun stembiljet schrijven!
Voor de verkiezingen van de Provinciale Staten en Gemeenteraad in 1895 werd hij wel weer gekozen als lid van het stembureau.
Als zetter voor 's Rijks directe belastingen werd hij in 1898 en 1902 weer herkozen. Uiteindelijk zou 42 jaar lid zijn van het College van Zetters, waarna hij op zijn eigen verzoek door de Commissaris der Koningin eervol ontslag is verleend.
Hij werd in 1901 door de stemgerechtigde Ingelanden van de polder "Everdina" ook weer tot Gezworen herkozen.
Ook vinden we hem later weer terug in de raadszaal. Kortom, hij had genoeg nevenfuncties omdat hij intussen hij ook nog 'gewoon' landbouwer was.
Burgemeester A.J. de Graaff had voor de verbouwing van het pand in 1908, met de Inspecteur der Posterijen overlegd om er postkantoor of bijkantoor van Middelharnis in te krijgen, inclusief de telegrafie en telefoon.
In 1910 is met ingang van 16 augustus tot directeur van het postkantoor benoemd, de nu nog commies-titulair der posterijen en telegrafie G. J. F. Meijer. Merkwaardig waren de openingstijden. Het postkantoor was op de bekende middaguren gesloten. Hieraan kwam begin 1921 een eind, hoewel het slechts een classificatie had in de 4e klasse A, de laagste klasse dat aan een kantoor kon worden toegekend. Het kantoor van Middelharnis had 2e klasse A, vier klassen hoger. Hoewel het ruime postkantoor er pas is neergezet, wordt er besloten - onder groot protest van 408 inwoners van Sommelsdijk - het kantoor in 1922 alweer te sluiten. Het verzet had geholpen en het werd omgebouwd voor ƒ 1000 tot een bijkantoor van Middelharnis. Echter drie jaar later, eind 1926, wil de minister van Waterstaat tocht het kantoor sluiten, ten gunste van Middelharnis. Een jaar later wil men overwegen om er een poststation van te maken, met een postagent, aangezien "die plaatsjes leven niet alle te vreedzaam met elkaar", aldus de minister
144k.
In 1929 had F. v.d. Weide zijn zaak op de Voorstraat A 226, in het voormalige postkantoor gevestigd.
Daarna is het voor de gemeente zaak om het pand verhuurd te houden, ook een klusje voor P. Mast. In 1933 komt het Consultatiebureau over van de Langeweg om in de voormalige directeurswoning zich te vestigen
144l.
Op het kruispunt met de dijk maken we een kruispuntfoto met zicht op de Voorstraat richting de kerk, de Oost-Krakeelstraat, de West-Krakeelstraat, de Kaai en dan nog even de Oostdijk en de Westdijk.
Ook hier zijn zo goed als alle panden tussen de dijk en lagergelegen straat verdwenen. Alleen aan de oostkant kunnen we nog twee panden terugvinden.
Café de Kok - op deze plek officieel geopend op dinsdag 26 oktober 1954 als café-restaurant - heeft enig kleur toegevoegd aan het monumentaal pand (29825) door hun naam op de gevel te plaatsen en door het bovenraam te versieren, zodat het op een bovenlicht lijkt. Piet en Corrie de Kok-Vis zijn dan de eigenaren. In 1989 komt zoon Ad erbij en wordt het een vof
145.
Nu is de boel dicht, evenals aan de overkant, vanwege de huidige omstandigheden.
De huidige omstandigheden doen echter niets af van het beeld en sfeer dat we bij de haven van Sommelsdijk aantreffen, ter vergelijking van gisteren in Middelharnis aan de haven
. Het zichtveld van de Sommelsdijkse haven is steen. Maar dat waren de straten waar we net doorheen gelopen hebben - op een bijzondere uitzondering na - ook. Het past er wat dat betreft dus uitstekend bij.
De bijzondere uitzondering is natuurlijk de Voorstraat, met zijn prachtige volwassen bomenlaan. Dát beeld hebben we weer niet bij de andere Voorstraten gezien. Wel bijzonder om te constateren.
Het blijkt zelfs dat het groene hoekje met de komst van het contenstalen kunstwerk - dat we als eerste tegenkomen - ook verdwijnen moest.
Het kunstwerk verbeeld de afgemeerde tjalk waarop de landvruchten, de oogst van dat moment geladen moest worden. Op het land werd aardappelen, uien, suikerbiet et cetera verbouwd, dat met karrevrachten op kade werd gestort. De producten werden, voordat ze met hand aan boord werden gesjouwd, gewogen. De suikerbieten per mand, maar de aardappelen werden afgewogen per mud.
de haven, Sommelsdijk
'Weeghuisje' en De Koperen Naald, Sommelsdijk
Een mudvolle zak aardappelen woog zo'n 70 kilo. Dit wegen gebeurde op bascules. Later kwam de weegbrug, het andere kunstwerk van contenstaal dat we hier aantreffen, waar het met kar en al gewogen werd.
Beide werken van Jaap Reedijk willen het beeld van vroeger, toen het hier nog bedrijvig was, in herinnering brengen. Een eerbetoon aan de mensen die hier hun werk verrichtten in de lange keten van voedselvoorzieners, aan de bewoners van dit leefgebied. Voor een eiland was een haven the place to be, om nieuwtjes op vangen over 'de overkant' of nieuwigheden aan goederen of ervaringen tegen te komen. De haven was de toegangspoort van buiten.
Op zaterdagmiddag 12 september 2015, Monumentendag, werden om drie uur de kunstwerken onthuld door twee burgemeesters. Uiteraard waren de makers en plaatsers van de beelden, Konstruktiebedrijf D. de Roon en Zonen v.o.f. ook aanwezig
146.
Achter het 'Weeghuisje' treffen ouder een werk aan. Dit werk van Ruud van de Wint stamt uit 2000 en draagt de titel De Koperen Naald.
Reindert Wepko van de Wint (Den Helder, 22 juni 1942 – Den Helder, 30 mei 2006), noemde zich naast Ruud of Rudi ook Jochum, dit om het accent te leggen op zijn dualistische persoonlijkheid. In Den Helder was hij sinds de jaren '80 bezig met zijn project De Nollen.
Vergaderzaal van de Tweede Kamer, Den Haag
Werk van Van de Wint kent bij wijze van spreken iedereen, omdat onderdelen van zijn serie Het oog - over de verhouding tussen licht en donker - de wand achter 'vak K' en de voorzitter in de Vergaderzaal van de Tweede Kamer sierden. Dit titelloos onderdeel, dat in de boekcatalogus De oneindige ruimte indertijd werd besproken, dat hij voor ƒ 213.200 maakte, bestaat uit tien vlakken van 6,80 meter hoog. De breedte varieert tussen de 1 tot 4,5 meter en waren te zien vanaf de opening van de nieuwe Vergaderzaal op 28 april 1992
147.
Het beeld werd donderdagmorgen 30 maart 2000 voor het eerst geplaatst in Middelharnis, als herkenningspunt bij binnenkomst van het dorp. Het stond is het hoekje van de Rottenburgseweg, Langeweg en Zuidelijke Randweg langs de Langeweg.
De onthulling vond echter pas plaats op dinsdag 24 oktober 2000. Dit zal gebeuren door de voormalig voorzitter van de Raad voor Cultuur, de heer J. Jessurun onder toeziend oog van de raadsleden en college van Middelharnis, andere betrokken en natuurlijk de kunstenaar zelf. Het werk is tien meter hoog en 1 meter breed. Het opgekrulde blad zal aan de binnenzijde koperkleurig blijven, de buitenzijde zal oxideren. Door de lampen die onderaan het beeld staan, worden deze kleuren in het donker geaccentueerd.
Het object riep na plaatsing - zoals wel vaker - op tot verschillende reacties. Maar ook de over de plek werd getwist. In plaats van een plek waar massaal auto's passeren naar een plek waar je erbij kunt stilstaan. Als noodoplossing werd gesuggereerd door Harry J. Goosens om de naald inclussief haken en ogen te verplaatsen naar het havenhoofd.
In verband met de komst van de nieuwbouw voor de Rabobank aan de Langeweg werd het beeld verplaatst naar zijn huidige plek aan de Kaai.
Een 'zusje' van dit beeld, De lichtnaald uit 2007, staat langs de A28 bij hectometerpaal 141,9 Li, afslag Hoogeveen
148.
We lopen weer terug naar de Oostdijk, zodat we na een kilometer weer bij de auto terug zijn.
Na zo'n veertig meter zien we een rond raam, waarin we een Davidster herkennen. Het pand aan de Oostelijke Achterweg herbergt echter slechts een garagedeur en schuifdeur, waarmee - wanneer deze is opengeschoven - de garagedeur onzichtbaar is geworden.
De Oostdijk bestaat voornamelijk uit woonhuizen, pas bij de aansluiting met het Zandpad beginnen de winkels.
Op deze grens staat ook de inmiddels wereldberoemde grenspaal van Sommelsdijk/Middelharnis en daarmee Zeeland en (Zuid-)Holland. Vandaar dat dit knooppunt - een T-splitsing met Oost-Krakeelstraat, Langeweg en Zandpad - Holland-Zeeland wordt genoemd.
De Oostdijk en het Zandpad zijn tegenwoordig door een verhoogd boogbrugje aan weerszijde van de Langeweg met elkaar verbonden. De Langeweg is door het weghalen een stuk dijklichaam verlengd naar een nieuwbouwwijk waaraan sinds de millenniumwisseling wordt gewerkt. Het fungeert daarmee als een voorstraat - onder de naam Anne Franklaan - naar de Derde Ring, zo had stedenbouwkundige Ashok Bhalotra (Gujarat, India, 8 maart 1943 – Rotterdam, 5 april 2022) verzonnen.
Voor de bouw van de fiets- en voetgangersbrug is in 2003 een vergunning/ontheffing verleend
149.
Deze grenspaal uit 1782 is in 1984 hier komen te staan en stond daarvoor in de Weipolder, de polder tussen de Haven, de Kraaijesteijnsche dijk, het Zuiddiep en de grens met Middelharnis
150.
De grenspaal fungeerde nog slechts 23 jaar als zodanig. Vanaf 29 april 1805 maakte een Staatsregeling van het Bataafs Gemenebest een eind aan deze Zeeuwse enclave. Het werd toegevoegd aan het departement Holland.
Tegelijkertijd kwam er ook een eind aan de Hollandse enclave Bommenede op Schouwen-Duivenland, dit werd toegevoegd aan het departement van Zeeland
151.
Nationaal Archief (1.1 1418)
Akte van uitgifte door Jacoba van Beieren aan haar moeder Margaretha van Bourgondië tot bedijking van een gors genaamd Sommelsdijk, gelegen in Zeeland beoosterschelde:
NL-HaNA_3.19.49_1.1_R
(CC0)
De Staten van Holland en Zeeland hadden in 1578 afgesproken dat Sommelsdijk bij Zeeland zou blijven
152.
Schijnbaar is een bestuurlijke pennenstreek voldoende om hieraan in 1805 een einde te maken.
Hoewel de gors in een akte uit 1418 werd uitgegeven om het te bedijken en daardoor tot Zeeland behoorde, waardoor de inkomsten ook naar deze eigenaar (lees ambachtsheer of -vrouwe) vloeit, kun je je afvragen tot hoelang dit doorgaat. Boers somt in zijn beschrijving de ambachtsheren en ambachtsvrouwen op. Aangezien eigendom bepalend was dat het bij de Staten van Zeeland ging horen, zou de koop door iemand anders uit een andere omgeving dan bepalen dat het plotseling - bijvoorbeeld wanneer de koper in Holland zou wonen, geboren zou zijn - dan bij Holland zou gaan horen?
153
In 2023 zal een andere pennenstreek ervoor zorgen dat de paal extra in schijnwerpers komt te staan, omdat men er zo aan voorbij schijnt te lopen.
Onze (schoon)moeder zou dan hebben gezegd "Wie snel loopt ziet het niet, wie langzaam loopt heeft er geen erg in!"
Op vrijdag 18 augustus 2023, 15.20 zal een glazen kolom om de paal onthuld worden. Boven het glaswerk zijn twee informatiepanelen gemaakt waarop het geschiedenisverhaal Holland-Zeeland van Jan Both van het Streekarchief Goeree-Overflakkee te lezen is
154.
We waren wat dat betreft dus net op tijd, zodat we de paal nog zonder glas konden aanschouwen.
Vanaf de voetgangersbrug hebben we een goed uitzicht op een kunstwerk dat lang op zich heeft laten wachten. Bij het afronden van het bouwproject Het Knooppunt was het de bedoeling dat er kunstwerk zou komen, dat de historische bouw met de nieuwbouw zou verbinden en tevens de hoog- en laagbouw zou overbruggen.
Light my Fire | 2008 | Ton Kalle, Sommelsdijk
Nadat het dan eindelijk geplaatst, werd door de maker van het werk Ton Kalle (Terneuzen, 23-12-1955) met soortgelijke woorden het beeld geïntroduceerd: "Het mist een tussenstap. Een tussenstap tussen hoogbouw en laagbouw, maar ook tussen nieuwbouw en oudbouw. En een kunsttoepassing kan die tussenstap alsnog maken". De overgang wordt ingevuld door iets dat de havenplaats altijd al heeft gemist, een vuurtoren. Het beeld Light my Fire, uitgevoerd in de kleuren van de nieuw- en oudbouw wil met deze prehistorische vuurtoren de ontbrekende overgang symboliseren.
Het getal drie speelt een terugkomende en bijna vanzelfsprekende rol in zijn werk, zo ook in deze vuurtoren. De top wordt gedragen door drie dragende delen. En door de splitsing van de bovenste kei bestaat het beeld - verticaal gezien - ook uit drie onderdelen.
De totale kosten van dit granieten werk van 1.10 x 1.90 x 5 meter waren € 40.000. Het werd woensdagmiddag 28 mei 2008 onthuld. Als ceremonie overhandigde Kale daarbij een miniatuur van het beeld aan de wethouder Philip van den Berg van de gemeente Middelharnis
155.
Met een laatste blik vanaf de loopbrug de nieuwbouwwijk in, lopen we vervolgens over een bekende weg weer terug naar het parkeerterrein van de wagen.
Wanneer we bij de Westdijk aankomen piepen we het trapje af, het Spui op om hier het water richting de Sommeldijkse haven te bekijken.
Het beeld op het nieuw gegraven kanaal waarlangs de nieuwbouwwijk is gebouwd hebben we echter nog niet op ons gemak aanschouwd.
Het blijkt dat voor de nieuwbouwwijk het oude havenkanaal in twee fasen, in 2002 en in 2004, is gedempt.
Dit beeld over het water - van naar we aannemen de Singel aangezien de nieuwe Singelkade ernaast ligt - kijkt uit op het pand, waarnaar we keken vanaf de voetgangersbrug. Het sluit prima aan bij het zichtveld van steen aan de Sommelsdijkse haven.
De Sommeldijkse haven was lange tijd nog bereikbaar via een havenkanaal, dat door beide spuikommen van beide dorpen was gegraven. In 1970 werd dit kanaal afgesloten voor scheepsverkeer
156.
Nu we weer vlakbij de gezellige haven van gisteren zijn aangekomen, pakken we ook meteen maar even een terrasje voor een drankje en hapje eten. We gaan nu aan de overkant zitten, op een van de terrassen op de Vingerling. We laten ons verleiden om aan een tafeltje van Grand cafe no 9 te gaan zitten.
Hoewel de naam gewoon verwijst naar het huisnummer waar het stel André Mulder en Iefke Kiela met aantal anderen op 3 oktober 2014 met Eetcafe No 9, als opvolger van 't Genot, zijn begonnen, willen we er toch nog iets fraais van maken door een link te leggen met het beroemde nummer van The Beatles Revolution 9, dat begint met "Number nine" en waarbij alleen deze tekst in dit nummer te horen is op het legendarische naamloze album "white album".
De eigenaar was niet onder de indruk, gewoon No 9 of nummer 9 en geen poespas.
drankje | hapje | crème brûlée, no 9, Middelharnis
Uitstekend!
Wij bestellen een drankje en kijken wat rond.
Op een muur aan de Kaai zien we een bijzonder reliëf, dat ons gisteren niet is opgevallen. Het lijkt om een wat oudere dame dat gebogen over een tafel zit. Het blijkt om een stucmotief in een hal te gaan, want later blijken we naar een deur te kijken en is het beeld verdwenen.
De haven voor het terras ligt vol met bootjes, dus is genoeg te zien. De mensen scharrelen rond en de terrasganger babbelen gezellig met elkaar. Na het bestellen van het eten, bestellen we meteen ook een crème brûlée, zodat deze alvast op kamertemperatuur kan komen. De vanille komt dan weer op smaak en geur, iets dat gekoelde klimaatomgeving blokkeert.
Het eten wordt geserveerd, zodat we kunnen gaan eten.
Na het eten volgt vanzelfsprekend de cappuccino met de crème brûlée. Helaas blijkt nu net de brander het begeven te hebben. Zul je net zien, is de crème brûlée op kamertemperatuur, ontbreekt het krokante gekarameliseerde laagje suiker. Maar voor het krokante idee hebben ze, creatief en flexibel als ze zijn, een oplossing verzonnen. Met wat kletskoppen klinkt het bijna echt
157.
Na het eten flaneren we nog even over het rondje Vingerling en Vissersdijk.
Op het havenknikje treffen het beeld aan van de Kofjekoker, de lokale benaming voor ketelbinkie, reepschietertje of afhoudertje in het Menheers, het dialect van Middelharnis. Deze knaap - van vaak aan het begin van de pubertijd - had als taak aan boord van de vissersscheepjes voor de koffie zorgen, "porren, de ton-achter-de-mast legen, het drinkwater verversen, de reep schieten, helpen bij het halen van de vleet en het uitkloppen van de netten", zo vertelde 96-jarige Arend Smit (17-2-1896 - 20-2-1994), die als 13-jarige op de MD-13, De Voorlichter aanmonsterde, in 1993 aan Frans Dubbeld van het Eilanden-Nieuws.
Met het schieten van de reep, de zware kabel waaraan de rechthoekige netten rechtstandig hingen, was men zo'n 1½ uur bezig.
De Kofjekoker van het beeld is gekleed met een zuidwester en draagt klompen en uiteraard de koffieketel
158.
Het idee om een blijvende herinnering aan de visserij - dat superbelangrijk was voor Middelharnis - te maken, kwam van een zoon van Hans van der Put, C. van der Put uit Sommelsdijk. In de zomer van 1970 kwam er uitvoerend comité, bestaande uit burgemeester Joh. van Es, C. van der Put, Mr. L.J. den Hollander, P.A. Nipius, A.J. Kruider, A. Boogerman, G. Wijnhoff en A.J. Grinwis, dat geld ging inzamelen voor "een prachtige bronzen kofjekoker op een hoge sokkel, die vanaf de hoek bij wijlen Manus Brinkman zo Noordnoordoost de haven uitkijkt naar het Haringvliet alsof er nog een sloepje thuis komt zeilen." Dat inzamelen strekt zich uit tot Vlaardingen, IJmuiden, Hoek van Holland, Scheveningen, Rotterdam-Zuid en Maassluis, want zo'n bronzen jongetje zal wel ƒ 15.000 gaan kosten, is de gedachte. A. Boogerman roept in een ingezonden brief aan zijn voormalige vissersjongens op gul te geven. Met "Ik heb nu mijn beugje geschoten en ik verwacht van jullie dat er flink in de lever gebeten wordt", sluit hij zijn oproep af.
De oproep dringt door tot buiten de landsgrenzen. En zo komen er dollars, ponden en peseta's binnen.
Eind oktober '70 kreeg een deel van het comité een ontwerp te zien van het beeldje
159.
De maker van het beeld Pieter de Monchy, dat zijn atelier had in een oud schoolgebouw in Ouderkerk aan de Amstel, heeft het tienjarig jongetje Jan Pieter Nipius gebruikt als model. Het beeld, dat hij vormde uit klei, is gegoten bij de Bronsgieterij in Haarlem.
Engel Pieter de Monchy werd op 2 juli 1916 in Hengelo geboren en overleed in Haarlem op 27 april 2011 als 94-jarige. Hij was een zoon van de Twentse textielfabrikant Rudolf Adriaan de Monchy en Dorothea Maria van Leeuwen Boomkamp
160.
Het beeld is op zaterdag 26 juni 1971 om half drie 's middags onthuld door minister J.A. Bakker van Verkeer en Waterstaat. Hierbij wordt hij bijgestaan door de twee oudste kofjekokers die nog in leven zijn, Jaap Boogerman (89) en Hein Groen (88).
Zee en Eiland / Arjanus Faasse. - 1965
Voor de onthulling moesten ze een fokkezeil verwijderen. Uiteraard was het jongetje, dat model had gestaan, in vol ornaat van de kofjekoker ook aanwezig.
Aai Boogerman laat in zijn betoog nog maar een keer weten, waar het beeldje aan wil herinneren. Het moet gezien worden "tegen de geweldige achtergrond van de visserij en ieder die daarmee te maken had, de vissers, de reders, de kuipers, de mandemakers, de ambachtsmensen, de scheepsbouwers, kortom het kofjekokertje herinnert aan dat 'hele boeiende leven van Middelharnis' visserij'."
Verder nam hij het gehoor mee de rijke geschiedenis in en vertelde over de heimwee, waarbij het boek van Arjanus Faasse Zee en Eiland aanhaalt, dat dit beschrijft.
's Ochtends wordt de onthulling voorafgegaan door een reünie voor zo'n 60 oud-kofjekokers, waarbij als lunch een broodmaaltijd met verse tong wordt geserveerd
161.
Met uitzicht op de Menheerse Werf ligt het water ervoor vol met nog meer vaartuigen. Deze komen - in plaats van vis leveren, die verkocht geld opleveren - meteen geld in het laadje brengen. Door bij wijze van spreken de vis in de restaurants 'onder genot van' direct consumeren, zoals we net hebben gedaan.
Wanneer we even verder lopen, stuiten we al snel een volgend beeld. Deze is gemaakt door Jaap Reedijk in 2013 en uitgevoerd door Segno D'Arte voor Han en Rien Boomsma, de op 22 maart 1901 geboren tweeling Joannes (1901-1981) en Marinus (1901-1981) Boomsma. Han en Rien woonden aan de Vissersstraat, zijn ongehuwd gebleven en hielden van reizen. Dat laatste gingen ze doen, nadat ze de drukkerij hadden verkocht - waarin ze wel veel bijzondere boeken en ander drukwerk het levenslicht hadden laten zien. Verdrinkend land is daarvan een mooi voorbeeld. Tijdens WOII fotografeerde Han illegaal het resultaat van acties van de bezetters. Hij beschouwde het als "tot een nationale plicht behoorend", omdat hij ervoor de gelegenheid had. Echter, soms moest hij ook een gelegenheid scheppen, meldt hij in het voorwoord van dat boek.
Hij moest eens weten hoe dat tegenwoordig gaat... de wereld kan zo goed als bijna (en soms) live meekijken.
Met zijn gedachtegang die hij toen had zat dus op een voorspellend spoor: "Wat zou het voor ons land van een onschatbare waarde zijn, wanneer wij een serie documentaire foto's bezaten over den Tachtigjarigen oorlog, over Willem den Zwijger, Prins Maurits, Frederik Hendrik. Of van onze vlootvoogden, de Trompen, de vader, zoon en kleinzoon, Piet Hein, Michiel de Ruyter. [...] Fotografie bestond nog niet in de dagen van onzen grooten Vrijheidsstrijd."
Maar ook een andere indrukwekkende gebeurtenis kwam uit drukkerij, het al getoonde standaardwerk Gebroken dijken.
Het reizen door Europa ging op de fiets, waarbij ze tot hun 75ste kampeerden. Later maakten ze ook cultuurreizen in de rest van de wereld.
Op hun beelden zien we de foto's die ze maakten en van hun zijn gemaakt, als blijvende herinnering aan deze bijzondere tweeling
162.
Op dezelfde hoogte aan de huiszijde staat in een luchthapper een komische kapitein met open mond - van verbazing ? - de boel in de haven een beetje in de gaten te houden. Een geniale stripkunstuiting, want het roept vele emoties op.
We nemen in principe geen kunst bij particulieren op, maar aangezien deze zo goed als op straat staat en zoveel doet, maken we bij deze een uitzondering
163.
Glimlachend lopen we naar het einde van de straat, waar we de brug en de toegang tot het havenkanaal van Sommelsdijk aantreffen.
Dit bebouwd hoekje bestaat aan de havenkanaalse zijde van de brug nog uit oudbouw.
De hoek met Vingerling - waar voorheen de oude scheepswerf De Goede Hoop was gevestigd, heeft vele bestemmingen gehad. Sinds de negentiende eeuw stond hier hotel Meijer. Op het laatst werd dit het hotel De Parel van de Delta (het voormalige Hotel van Marion). Als laatste zal het uitgewoond worden als AZC.
Het pand is in 2014 uiteindelijk gesloopt en is inmiddels vervangen door nieuwe hoogbouw, waaraan sinds 2017 is gebouwd.
De toe- en uitrit van de parkeergarage onder deze nieuwbouw, draagt dan ook keurig een verwijzing naar dit verleden: Parel van de Delta164.
Deze nieuwe Parel van de Delta is een ontwerp van Friso Woudstra en wil eigenlijk een juweel aan de haven van Middelharnis zijn. De bouw is gerealiseerd door Aannemersbedrijf Van Den Nieuwendijk Bouw BV, die er vanaf 2017 mee aan de slag ging
165.
Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Sommelsdijk, Zuid-Holland, sectie B, blad 01 - detail Sommelsdijkse Sas
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08191B01
(CC BY-SA 3.0)
De werf [op kavel 36] met huis [37] en schuur [38] was in de tijd van "Kadastrale kaart 1811-1832" van scheepstimmerman Leendert Jonker en consorten
166.
Scheepstimmerman Arij of Ary van der Staal - een van de consorten - woonde op kavel 34 aan de Visschersdijk. Dit zal de kavel zijn van het pand dat we nu achter Trattoria Le Pinocchio pizzeria zien staan
167.
Deze werf stopte in 1858
168.
Ary van der Staal (1788-1866) is een zoon van Adrianus Aryse van der Staal (1765-1811) en Jannetje Rijke of Jannetje Rijcke Jacobsdr. (1763-1795). Zijn vader had de werf op 11 juli 1795 overgenomen van de stichter van de werf Gijsbert Jacobsz Visser en zijn neef Leendert Jonker, die er in 1750 mee waren begonnen.
Hij overleed op 30 maart 1866 als 77-jarige in Stavenisse. Hij zal driemaal in het huwelijksbootje stappen. Op 21 april 1815 met Jacoba van der Haart, op 8 augustus 1824 met Adriana Verhage en op 6 augustus 1847 met Susanna Vermeer
169.
De punten bij de Sas, de kavels 34bis en 35, aan weerskanten van de dijk, waren van de gemeente. We zien op de oude kaart dan ook twee sluizen ingetekend. De een net voor de brug waarbij we nu staan en net na de bocht
170.
Deze brug lag er in de tijd van de Kadastrale kaart nog niet. We zien wel iets vaags ingetekend.
De Wilhelminabrug is gebouwd in 1898 door de plaatselijke smid Jan Vis Cz. in enkele weken tijd. Op 17 maart 1898 besloot de raad van Sommelsdijk dat de oude brug, vervangen moest worden. Eind juli werd de Sasbrug al feestelijk geopend en gedoopt als Wilhelminabrug.
Wel moesten de schippers netjes hun lading hooi of stroo laden, om zodoende niet het verse metselwerk van de Sasbrug te beschadigen.
Er lag er dus eerder een bruggetje, het zogenoemde Kogelbruggetje, waarover - volgens een contract uit 1808 - toendertijd slechts licht vervoer over was toegestaan
171.
Jan Vis was getrouwd met Lydia Cornelia Born. Hun ouders waren Cornelis Vis en Arendje Weeda en Cornelis Born en Maatje Joppe. Ze kregen in Sommelsdijk een zoon op 6 juni 1881, die ze wederom Cornelis noemde, die op 16 april 1902 toestemming kreeg om in zijn vaders voetsporen te treden.
Jan Vis werd zelf op 21 februari 1846 geboren. Hij overleed echter als 56-jarige op 28 maart 1902. Zijn vrouw zou op 20 december dat jaar volgen
172.
De huidige brug is een gereconstrueerde versie van die uit 1898. De oorspronkelijk brug bleek in dusdanige conditie te zijn dat reparatie en restauratie geen zin meer had. Deze brug is officieel op zaterdag 25 juni 2022 in gebruik genomen door het een eindje omhoog en weer omlaag te draaien. Deze handeling werd verricht door Willy de Zoete (Gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland) en wethouder Daan Markwat
173.
We wandelen weer de brug over naar de Vissersdijk en gaan weer terug naar de wagen, benieuwd naar wat morgen ons gaat brengen.
noten:
1.
Vaderlandsch woordenboek : Zes-en-twintigste deel. R-S / Jacobus Kok. - Amsterdam : Johannes Allart, 1792. - Sommelsdyk p. 215;
2.
De neringen in de republiek / N.W. Posthumus. - Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afdeeling Letterkunde. Serie B ; dl. 84, nr. 1. - Amsterdam : Noord-Hollandsche Uitgevers-Maatschappij, 1937. - p. 98;
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet deel 1 - 1229 tot 1572 1415;
3.
Handboek der middel-Nederlandsche geographie / L.P.C. van den Bergh. - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1949 (3e druk / aangevuld en omgew. door A.A. Beekman en H.J. Moerman). - p.66;
5. Havenkanaal Dirksland : Cultuurhistorische waardering en ruimtelijke richtlijen / Patty van der Kleij, Mathijs Witte, Hams Lammers (kerngroep); Marinke Steenhuis, Isabel van Lent, Johanna van Doorn (projectteam). - Rotterdam : SteenhuisMeurs, 2020. - p. 13;
citerend: De waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid-Holland : De eilanden : 10, 2 / Jhr. L.F. Teixeira de Mattos. - M. Nijhoff, 1941. - p. 59;
6.
De waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid-Holland : De eilanden : 10, 1 / Jhr. L.F. Teixeira de Mattos. - M. Nijhoff, 1941. - p. 213 en 399;
7.
Groot charterboek der graaven van Holland, van Zeeland en heeren van Vriesland / Frans van Mieris. - Vierde deel. - Leyden : Pieter vander Eyk, 1756. - p. 569;
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 317-318 [nr 252];
10a.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 15;
Eilanden-Nieuws, 25 juni 2022, 13:30 Nieuwe toekomst voor de Chinees / Kees van Rixoort;
Nescio's natuurdagboek 1951 / Lieneke Frerichs, p. 313 (in: Tirade, jaargang 26, nummer 276/277, mei/juni 1952, p. 313-316);
Wikipedia Nescio;
Delpher:
NRC Handelsblad : Cultureel Supplement Literair, 14-12-1990 Blauw goud en groen en stilte en vrede en warmte : De weerloosheid van Nescio / Janet Luis;
Krantenbank Zeeland:
de Stem | 5 september 1996 | pagina 27 Een nieuw perenboompje voor Nescio / Ed van de Kerkhof;
Nescio Verzameld werk : deel 2 Natuurdagboek 1946-1955 / Lieneke Frerichs. - Amsterdam : Nijgh & Van Ditmar / G.A. van Oorschot, 1996. - ISBN 90-388-5494-3; ISBN 90-388-5491-9 (set). - p. [4], 38; Deel I, p. 885;
11.
Krantenbank Zeeland:
Zeeuwsch Dagblad | 18 december 1948 | pagina 3 Bij het afscheid van Ir J. Gerber;
Provinciale Zeeuwse Courant | 7 april 1949 | pagina 2 Ir. J. Gerber overleden;
Provinciale Zeeuwse Courant | 11 april 1949 | pagina 2 Teraardebestelling Ir. J. Gerber : Treffende plechtigheid in Bussum;
Delpher:
Nieuwe Tilburgsche Courant, 03-01-1910 Advertentie Een bekwaam Gasfitter;
Algemeen Handelsblad, 11-05-1910 (Kostenlooze plaatsing wegens onvermogen);
De Amsterdammer, 07-09-1912 Burgelijke Stand. Gehuwd;
Delftsche studenten-almanak voor het jaar 1913 p. 401;
Zutphensche courant, 28-07-1914 Gedenkteken Nicolaas Beets.;
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 28-07-1914 Hildebrand-monument.;
De nieuwe courant, 28-07-1914 Laatste berichten;
Het nieuws van den dag : kleine courant, 28-07-1914 Hildebrand-monument;
Het nieuws van den dag : kleine courant, 30-07-1914 Het Hildebrand-monument te Haarlem;
Nieuwe Haarlemsche courant, 27-08-1914 De Prijsvraag voor het Hildebrand Monument (1)-(2);
De Preanger-bode, 04-02-1920 Advertentie bouwkundige teekenaars;
De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad, 05-01-1926 Advertentie Rekeningen Gemeentewerken;
De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad, 30-01-1926 Advertentie Gemeentelijke Zanderij;
Het gas, jrg 61, 1941, no. 12, 15-06-1941, p. 163;
Vrij Nederland, jrg 3, 1942, no. 3, 15-08-1942, p. 66-67;
Arbeidsbestel, jrg 2, 1943, no. 1-12, 1943, p. 13;
De Gooi- en Eemlander, 28-01-1943 Huldiging H. Hendriks;
De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad, 14-07-1944 Plaatselijk nieuws;
De Gooi- en Eembode, 21-07-1945 Ir. Gerber gaat heen.;
Algemeen Handelsblad, 06-04-1949 Ir. J. Gerber overleden;
De Gooi- en Eemlander : nieuws- en advertentieblad, 06-04-1949 Ir. J. Gerber overleden;
Algemeen Handelsblad, 08-04-1949 Familiebericht;
Hollandsche kunstenaars in Duitschland / Johan Gerber. - p. 150-151 (in: Architectura, orgaan van het Genootschap Architectura et Amicitia, jrg 20, 1912, no. 19, 11-05-1912);
Ingezonden / Johan Gerber. - p. 221-222 (in: Architectura, orgaan van het Genootschap Architectura et Amicitia, jrg 22, 1914, no. 27, 04-07-1914);
Ingezonden / Johan Gerber. - p. 304-305 (in: Architectura, orgaan van het Genootschap Architectura et Amicitia, jrg 22, 1914, no. 43, 24-10-1914);
Verslag van de vergadering van 8 november 1935 in het hoofdgebouw van het Koninklijk zoölogisch botanisch genootschap te 's-Gravenhage, belegd door den Koninklijken Nederlandschen toeristenbond A.N.W.B. - den bond Heemschut - de commissie "De weg in het landschap" - het Nederlandsch instituut voor volkshuisvesting en stedebouw - de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten - de Vereeniging het Nederlandsche wegen-congres, betreffende de lintbebouwing. - Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw, [43]. - [s.l.] : [s.n.], 1935. - p. 30;
noord-hollands archief Reg. 4G fol. 9v huwelijk;
noord-hollands archief overlijdensaktie 06-04-1949;
openarchieven M. R. Lindeman;
Online Begraafplaatsen 763;
Indische kamparchieven Gouvernements HBS in Soerabaja;
Digitaal Archief - Historische Kring Bussum Albert C. Neuhuijslaan 1;
Digitaal Archief - Historische Kring Bussum Burgemeester de Bordesbank;
Digitaal Archief - Historische Kring Bussum Brinklaan;
Oorlogsbronnen 357912;
Oorlogsbronnen 10583-19;
Wikipedia Walter van Diedenhoven;
14.
facebook Atelier "In Beeld", 4 februari 2018;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 juli 2008 | pagina 1 Sculptuur AHOED (foto beeld met bal);
17.
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 25-04-1975 Zeeuwse vis met een ster / Peter Spek;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 mei 1969 | pagina 1 advertentie de hooge heerlykheid;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 februari 1993 | pagina 23 Michelin-sterrenslag in vaderlandse restaurants;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 november 2008 | pagina 4 Restaurant De Hooge Heerlijkheid feestelijk heropend;
21.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst : 3 / Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1933. - p.
250;
Krantenbank Zeeland
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 december 1997 | pagina 38 Rien Poortvliet Museum;
24. Een onbekend ontwerp van Pieter Aaronsz. Noorwits : De toren van de Willibrorduskerk in Hulst (1663-1667) / Simon Groenveld, p. 27 (in: Bulletin KNOB 110, 2011, p. 19-43);
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 april 1992 | pagina 9 Van raadhuis tot museum / Jan Both;
27.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 april 1992 | pagina 9 Van raadhuis tot museum / Jan Both;
Wikipedia Liefde Christelijke traditie;
28.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 april 1992 | pagina 9 Van raadhuis tot museum / Jan Both;
Wikipedia Phronèsis;
29.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 april 1992 | pagina 9 Van raadhuis tot museum / Jan Both;
34.
Monumenten. : Aanteekeningen over Goeree en Overflakkee / J.C. Overvoorde p. 199 (in: Bulletin Nederlandsche Oudheidkundige Bond, 8e Jaargang. no. 6, December 1907. - Amsterdam : Johannes Müller, 1907, p. 196-208);
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst : 3 / Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1933. - p.
250;
Google translate 17-4-2024 Adest Iudex Qvique Ius Reqviritis';
Google translate 17-4-2024 Adeste iudex quique ius requirites;
35.
Delpher:
Weekblad Schuttevaêr, 31-05-1947 "Schuttevaêr" in Jaarvergadering.;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 april 1992 | pagina 9 Van raadhuis tot museum / Jan Both;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 december 1997 | pagina 38 Rien Poortvliet Museum;
36.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 december 1997 | pagina 38 Rien Poortvliet Museum;
37.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst : 3 / Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1933. - p. 250;
Een Leidse Stoep.
Breestraat met Societeit Minerva / W. de Jong, circa 1890 [Schenking mevrouw J.T.L. Stokhuyzen-de Jong, 1978]
bron: Erfgoed Leiden en omstreken PV_PV103169
(Public Domain CC0 1.0)
41.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 december 1997 | pagina 38 Rien Poortvliet Museum;
De hoge stoep van het stadhuis / R. Meischke, p. 30 (in: Leids jaarboekje 1990 Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken, 1990 tweeentachtigste deel, p. 27-30); Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 264 [hooge stoep];
Delpher:
Algemeen Handelsblad, 24-02-1954 Stoep sociëteit Minerva moet verdwijnen;
Nieuwe Haarlemsche courant, 26-02-1954 Leidse stoep moet verdwijnen;
Deze historische trap en Leidse Stoep in Leiden hoorde bij het studenten-sociëteit Minerva aan de Breestaat en werd in 1954 verwijderd, omdat de trap teveel ruimte innam en daarmee de veiligheid van de voetgangers in gevaar bracht. De trappen zijn echter pas in 1875 aangebracht en zeker niet draaiend. Met de stoep wordt het deel tussen beide trappen aangeduid.
Bij gelegenheden werd te stoep tussen de trappen verhoogd (PV_PV104088).
In het geval van Middelharnis wordt het dus aangeduid als bordes.
43.
Hervormde Gemeente Middelharnis Historie Predikanten;
Delpher:
Naamregister der predikanten, zo van de Nederduitsche, als Walsche en Engelsche kerken. - verandert tot den eersten January 1793. - 's Graavenhaage : Johannes Thierry en Cornelis Mensing, 1793 ;
45. Redevoering ter nagedachtenis van Lucas Slotemaker : gehouden in de kerk te Middelharnis voor de afdeeling van de Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, Middelharnis en Sommelsdijk op maandag den 20sten augustus 1821 / C. de Visser. - Sommelsdijk : G. Jongejan, 1821;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 augustus 1991 | pagina 5 De Menheerse Mennisten / Jan Both;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 oktober 1992 | pagina 6 Op het kerkhof en de Galgeweidjes / Jan Both;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Mennistenkerk, Middelharnis (foto's);
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Kadastrale kaarten 1811-1832 OAT08115B021 oorspronkelijke aanwijzende tafel;
Delpher:
Rotterdamsche courant, 04-04-1815 In Zuidholland;
Gedenkschrift ter gelegenheid van het honderd-jarig bestaan van het departement Middelharnis-Sommelsdijk der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen / K. Vos; Jan van Schouwen Cz. - Middelharnis : Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij, 1910. - p. 8, 10, 45;
46.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 oktober 1992 | pagina 6 Op het kerkhof en de Galgeweidjes / Jan Both;
47.
Hervormde Gemeente Middelharnis - Historie - Geschiedenis van de Grote of St. Michaëlskerk Brand 1904; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 264-265 noot;
Delpher:
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 19-04-1893 Bulletin;
Opregte Haarlemsche Courant, 29-06-1893 De Tentoonstelling te Winschoten;
Haagsche courant, 25-10-1895 Familieberichten huwelijk P.J. Felis en G.M. Lina;
Het adresboek der stad Utrecht, 1893 F. kaatstraat 2;
Het adresboek der stad Utrecht, 1904 Leidseweg 45;
Het adresboek der stad Utrecht, 1904 Leidseweg 45 - glas en loodatelier;
Nieuwe Tilburgsche Courant, 25-06-1904 Men meld heden uit Middelharnis;
Rotterdamsch nieuwsblad, 27-06-1904 Kerkbrand te Middelharnis;
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 31 maart 1903 | pagina 2 Kerknieuws.;
Maas- en Scheldebode | 16 juni 1904 | pagina 3 Plaatselijk Nieuws.;
Utrechts volksblad : sociaal-democratisch dagblad, 04-01-1939 Burgerlijke Stand - Overleden;
WieWasWie Petrus Johannes Felis geboorte;
WieWasWie Petrus Johannes Felis overleden;
49.
Hervormde Gemeente Middelharnis - Historie - Geschiedenis van de Grote of St. Michaëlskerk Brand 1904;
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 16 augustus 1905 | pagina 5 Middelharnis.;
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 16 augustus 1905 | pagina 5 De Gerestaureerde Kerk te Middelharnis.;
De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 3 augustus 1906 | pagina 1 Snippers uit de oude doos. : Wemeldinge (Slot.) / Scaldis;
50.
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 16 augustus 1905 | pagina 5 De Gerestaureerde Kerk te Middelharnis.;
51.
Hervormde Gemeente Middelharnis - Historie - Geschiedenis van de Grote of St. Michaëlskerk Brand 1948;
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 16 augustus 1905 | pagina 5 Nederl. Herv. Kerk te Middelharnis verbrand. : Alleen de muren en de toren bleven staan;
de Vrije Zeeuw | 31 december 1948 | pagina 2 De Ned. Herv. Kerk te Middelharnis in brand.;
Hervormde kerk tijdens de brand / G. van Eck (fotograaf). - 30-12-1948
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed OF-04319 (CC BY-SA 3.0 gewijzigd op 06-05-2024 vanwege evt. nog lopende auteursrechten);
54.
Hervormde Gemeente Middelharnis - Historie - Geschiedenis van de Grote of St. Michaëlskerk - Wat voorafging, het begin en de bouw van de Grote of St. Michaëlskerk De bouw; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 268-269 noot;
Delpher:
Rotterdamse courant, 28-02-1804 Van Middelharnis [p2k3a3];
Er komen diverse personen in Middelharnis voor die de naam Hendrik de Wit dragen. De juiste vinden zal nog het nodige onderzoek vergen:
Hendrik de Wit x Jannetje de Buizer / Jannetje Buizer
zoon
Hendrik de Wit x (12-03-1813) Elisabeth van den Boogert
Hendrik de Wit x Jannetje van der Kamp
Hendrik de Wit x Jannetje van der Koning;
Hendrik de Wit x Neeltje Bries | Neeltje Cornelia Brijs
Hendrik de Wit x Balten de Wit
Hendrik de Wit ( - 16-12-1846) (moeder Maatje de Wit)
56.
Hervormde Gemeente Middelharnis - Historie - Geschiedenis van de Grote of St. Michaëlskerk - Wat voorafging, het begin en de bouw van de Grote of St. Michaëlskerk De bouw;
58.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Middelharnis, Zuid-Holland, sectie B, blad 011 OAT08115B011 no 372, 373;
59.
De Nederlandse Molendatabase Middelharnis, Zuid-Holland Standerdmolens van Middelharnis
Trivia: Informatie van Frans Weemaes, 14 maart 2009;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 juni 1999 | pagina 5 In Middelharnis: Wielpit gevonden? / Jan Both;
Met dank aan Jan Both, mailcontact 3-9-2024, voor het geven van de bevestiging;
60.
De Nederlandse Molendatabase Middelharnis, Zuid-Holland Standerdmolens van Middelharnis
broncitatie: De Molens op Goeree-Overflakkee : verleden, heden en toekomst / Jan Both. - Middelharnis : Molenstichting Goeree-Overflakkee, 1998;
61.
De Nederlandse Molendatabase Middelharnis, Zuid-Holland De Hoop, Middelharnis
broncitatie: De Molens op Goeree-Overflakkee : verleden, heden en toekomst / Jan Both. - Middelharnis : Molenstichting Goeree-Overflakkee, 1998;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Middelharnis, Zuid-Holland, sectie B, blad 015 OAT08115B015 no 519, 520;
Allemolens.nl De Hoop, Middelharnis [3 afbeeldingen]
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 24 september 1864 | pagina 2 Wind-, Koorn- en Pelmolen;
mailcontact 9-9-2024, Jan Both;
62.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 22 oktober 1924 | pagina 2 Ingezonden Stukken De nieuwe Muziektent te Middelharnis;
Onze Eilanden | 30 mei 1925 | pagina 3 Ingezonden Mededeeling.;
Maas- en Scheldebode | 3 juli 1926 | pagina 3 Plaatselijk Nieuws. Middelharnis.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 juli 1953 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws. Middelharnis - Openlucht samenkomst.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 maart 1977 | pagina 1 Spandoek op muziektent;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 april 1992 | pagina 1 Vernieling muziektent;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 maart 1993 | pagina 10 De muziektent / Jan Both;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 december 2005 | pagina 2 Verleende vergunningen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 september 2009 | pagina 6 90-jarig Woongoed Flakkee organiseert nostalgisch nazomerconcert;
Goeree-Overflakkee nieuws.nl Levende kerststal in Middelharnis;
63.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 juli 2001 | pagina 8 Gemeente Middelharnis Verleende vergunningen/ontheffingen;
66.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 juni 1964 | pagina 3 advertentie;
67.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 maart 1992 | pagina 7 Gemeente Middelharnis Verleende vergunningen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 juli 1992 | pagina 7 Gemeente Middelharnis Verleende (bouw)vergunningen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 maart 1994 | pagina 14 Gemeente Middelharnis Beslissingen Algemene wet bestuursrecht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 juni 1995 | pagina 16 Gemeente Middelharnis Beslissingen Awb;
68.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 april 1998 | pagina 5 Gemeente Middelharnis Verleende vergunningen (Awb);
69.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 maart 2000 | pagina 10 Gemeente Middelharnis Voorgenomen bouwvergunningen;
73.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 maart 1940 | pagina 5 Burgerlijke Stand. Middelharnis.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 juli 1943 | pagina 3 Plaatselijk Nieuws. Middelharnis.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1944 | pagina 2 C. Jordaan;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1948 | pagina 7 C. Jordaan;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 februari 1964 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 augustus 1978 | pagina 3 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 september 1978 | pagina 4 Familiebericht Dankbetuiging;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 maart 2009 | pagina 4 Familiebericht;
74.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 februari 1964 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 augustus 1978 | pagina 3 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 juni 1998 | pagina 3 Familiebericht;
75.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 augustus 1978 | pagina 3 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 juni 1998 | pagina 3 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 maart 2009 | pagina 4 Familiebericht;
76.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 augustus 1978 | pagina 3 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 juni 1998 | pagina 3 Familiebericht;
77.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 augustus 1978 | pagina 3 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 juni 1998 | pagina 3 Familiebericht;
80.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 augustus 1955 | pagina 1 Drukkerij Gebrs. de Waal gaat verhuizen;
81.
Google zoekvraag op de weikopiebes.nl site ringwalburg;
82.
WorldCat Maas- en Scheldebode; Hilbrandt Boschma (1869-1954) : Nederlands-hervormd / Aad Schravesande. - Amsterdam : Universiteit van Amsterdam, 2021. - p. 81. - proefschrift;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 27 januari 1887 | pagina 1 colofon;
Maas- en Scheldebode | 8 april 1887 | pagina 1 colofon;
Maas- en Scheldebode | 15 augustus 1890 | pagina 1 colofon;
Maas- en Scheldebode | 22 augustus 1890 | pagina 1 colofon;
Maas- en Scheldebode | 3 oktober 1890 | pagina 1 colofon;
Maas- en Scheldebode | 31 juli 1891 | pagina 4 Advertentie;
Maas- en Scheldebode | 13 november 1891 | pagina 1 Attentie;
Maas- en Scheldebode | 13 mei 1892 | pagina 3 Beleefd verzoek.;
Maas- en Scheldebode | 29 mei 1937 | pagina 1 Mededeeling aan de lezers!;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 mei 1998 | pagina 10 Publicatie van 'De Motte' over Industrieel Erfgoed Van cliché's, zeehaken en matrijzen / Jan Both;
89.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 15 april 1898 | pagina 4 Plaatselijk Nieuws.;
Maas- en Scheldebode | 6 mei 1898 | pagina 3 Officiëel gedeelte..;
90.
informatiebord "De Doele";
91.
informatiebord "De Doele";
Een kleine geschiedenis van Sommelsdijk in 55 + 1 verhalen / Jan Both (m.m.v. Pau Heerschap). - Sommelsdijk : Sociëteit Rethorica, 2015. - p. 35-36, 51;
Heraldiek = Heraldry, customs, rules and styles / Carl-Alexander von Volborth; D.J. Arriëns (vertaler). - Amsterdam : De Bataafsche Leeuw, 1985. - ISBN 90-6707-035-1. - p. 16, 27;
Wikipedia Filips van Bourgondië-Blaton;
Sociëteit Rethorica Geschiedenis / J.L. Koert (oud-secretaris, † 2002);
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: François van Aerssen (1572-1641), heer van Sommelsdijk, van de Plaat en Den Bommel / M.J. van Mierevelt, 1636 B1530;
100.
Delpher:
Leydse courant, 05-02-1772 publik verkogt 29 februari 1772;
Middelburgsche Courant, 10-11-1832 Openbare verkooping 15 november 1832;
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 18 maart 1929 | pagina 5 Wetenschappelijke Berichten. : De strenge winter van 1929;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 februari 2010 | pagina 8 Vervoer en vermaak met de slee / Rinus van Dam;
KNMI Koudegolven sinds 1901;
106.
Delpher:
Leydse courant, 02-04-1827 advertentie 4 april 1827 [k2a9];
Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage, 31-01-1884 veiling [k5a2];
107.
Over wie de H. Berck is, die de Sommeldijkse Baverlaartjes maakte, kunnen we niet achterhalen.
In de pers kunnen we vijf "H. Berck" terugvinden:
H. Berck, Middelburg
Krantenbank Zeeland:
Middelburgsche Courant | 4 augustus 1798 | pagina 2 - 3;
H. Berck Rotterdam = de droogscheerderij
Delpher:
Rotterdamsche courant, 19-11-1839 Familiebericht;
H. Berck Dordrecht = handelaar in binnen-jalousiën en zon-gordijnen
Delpher:
Algemeen Handelsblad, 17-03-1843 Advertentie;
H. Berck-v. Wiggen zoon Schiedam
Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker:
Nieuwe Schiedamsche Courant | 19 juli 1938 | pagina 2 Burgerlijke stand. Aangiften van 18 juli.;
108a. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 11-12;
111. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 136;
112. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 27, 29, 90-91, 108;
Wikipedia Lezoux;
113.
Onder onze voeten : De archeologie van Nederland / Evert van Ginkel, Leo Verhart; Koos Staal, Bart Kootstra (vormgeving). - Amsterdam : Bert Bakker, 2009. - ISBN 978-90-351-3207-8. - p. 148, 150, 171;
Wikipedia Frisiavones;
115. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 136;
116. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 109;
117. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 109, noot 88:
Goedereede - Ouddorp * Oude Oostdijk / Bouke Jan van der Veen, p. 75-76 (in: Holland, Archeologische Kroniek, 34e jaargang * 2002, p. 75-78)
118. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 124;
119. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 130;
120.
informatietekst Streekmuseum: Romeinen op Goeree;
Chronijck van den Ondergangh der Tyrannen band II / Pieter Jansen Twisck. - Hoorn : Isaac Willemssz, 1620. - p. 1762; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 63 en verder;
121.
Koninklijke Bibliotheek Twisck, Pieter Jansz;
Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde(1888-1891) / F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks. - Amsterdam : L.J. Veen, 1888-1891 [Pieter Janszoon Twisch];
124. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 138-141;
125. - Lesbrieven Haaglanden in de Romeinse tijd : De wisselwerking tussen Romeinen en Cananefaten / Jacques Moerman m.m.v. Hans Koot, Rita Bakker, Thea de Langen, p. 6;
Onder onze voeten : De archeologie van Nederland / Evert van Ginkel, Leo Verhart; Koos Staal, Bart Kootstra (vormgeving). - Amsterdam : Bert Bakker, 2009. - ISBN 978-90-351-3207-8. - p. 195;
131.
informatietekst Streekmuseum: 'Overschoen';
Boeren in Berwoutsmoer : 1200 - 1400 : Opgegraven onder Ooltgensplaat / Rias Olivier m.m.v. Pau Heerschap, Cathy Westdorp (redactie); Kees van Rixoort (eindredactie); Joyce van Dijk (bijdrage). - Middelharnis : De Motte, 2019. - ISBN 978-90-805116-9-9. - p. 55-56;
Stepping Through Time : Archaeological Footwear from Prehistoric Times Until 1800 / Olaf Goubitz, Carol van Driel-Murray, Willy Groenman-Van Waateringe. - Zwolle : Stichting Promotie Archeologie, 2001. - ISBN 90-801044-6-9;
132.
informatietekst Streekmuseum: Schoenzolen;
Boeren in Berwoutsmoer : 1200 - 1400 : Opgegraven onder Ooltgensplaat / Rias Olivier m.m.v. Pau Heerschap, Cathy Westdorp (redactie); Kees van Rixoort (eindredactie); Joyce van Dijk (bijdrage). - Middelharnis : De Motte, 2019. - ISBN 978-90-805116-9-9. - p. 82;
133.
Delpher:
De Nederlandsche stad- en dorp-beschrijver : Deel VI (het Land van Voorne en Putten, Overflaque, Portugal, etc.) / Rs. Bakker. - Amsterdam : H.A. Banse, 1798. - Goedereede, p. 7 en verder;
134.
informatietekst Streekmuseum: Mel Dale;
135.
Teylers Museum : Kraamkamer der techniek / Bert Sliggers, p. 15 (afbeelding 10) - 16 (in: Teylers Magazijn, jaargang 30, zomer 2011, nummer 111, p. 12-17);
Delpher:
Oprechte Haarlemse courant, 16-05-1797 Haarlem den 14 Mai.;
136.
Streekarchief Goeree-Overflakkee > Lokale historie > Canon >
Tijdvak 1900 - 1950 > Waterleiding en ziekenhuis; De komst van de drinkwaterleiding / J.C. Both. - versie 29-01-2014;
Delpher:
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1933 p. 734;
Drinkwatervoorziening in Nederland / August Hermann Günther. - Alphen aan den Rijn : Samson, 1934 p. 277 [Proefschrift Amsterdam, G.U.];
Drinkwatervoorziening in Nederland, 1913-1938 : gedenkboek ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Centrale Commissie voor Drinkwatervoorziening en van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening. - Den Haag : Moorman's Periodieke Pers N.V., 1938 p. 60 noot 1;
Het gas; orgaan van de Vereeniging van Gasfabrikanten in Nederland, jrg 52, 1932, no. 17, 01-09-1932 p. 370;
Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad, 20-02-1934 Drinkwaterleiding op Goeree en Overflakkee;
138.
De Ommelanden : band 3 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-61-9. - p. 899, 1189-1195;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 24 juni 1886 | pagina 3 Burgelijke Stand. Sommelsdijk;
openarchieven Geboorte op 2 augustus 1839 te Sommelsdijk Jacob Edewaard;
openarchieven Huwelijk op 29 april 1873 te Sommelsdijk Jacob Edewaard en Jacomina Maria de Graaff;
openarchieven Overlijden op 4 mei 1909 te Sommelsdijk Jacob Edewaard;
Delpher:
De groote cultures der wereld : Haar geschiedenis, teelt en nuttige toepassing / J.E. van Someren Brand (leiding en voorwoord). - Het Graan / Pierre Niclas. - Amsterdam : Elsevier, 1906. - p. 86, 118-119;
Google translate 14-6-2024;
Dichtregels worden toegedicht aan de romeinse dichter Ovidius (43vOJ-17nOJ) verzameld in Les métamorphoses;
Wikipedia Ovidius;
139.
De Ommelanden : band 3 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-61-9. - p. 1099-1101;
Krantenbank Zeeland:
Schouwen's Badcourant | 31 juli 1981 | pagina 13 Voorwerpen uit de oude doos in streekmuseum Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 9 januari 1903 | pagina 1 Knipwerk door wijlen Mevr. Barbera de Graaff.
De moeder van Barbara wordt hierin Maria Johanna Witz genoemd;
openarchieven Huwelijk op 26 september 1841 te Sommelsdijk Barbera de Graaff en Jacob Schipper;
openarchieven Overlijden op 8 januari 1884 te Sommelsdijk Barbera de Graaff;
openarchieven Geboorte op 13 november 1817 te Sommelsdijk Jacoba Johanna de Graaff;
openarchieven Huwelijk op 6 augustus 1843 te Sommelsdijk Jacoba Johanna de Graaff en Anthonie Johan van der Poest Clement;
Delpher:
Uit de vroegte : gedenkboek / P.M.H. Welker. - Vlaardingen | Oud-Beierland : Dorsman & Odé | Hoogwerf, 1903 p. 355 [k1 Juli 21 Adriana de Graaf van Goudswaard-Van Driel = naam is niet geheel correct];
Uit de vroegte : gedenkboek / P.M.H. Welker. - Vlaardingen | Oud-Beierland : Dorsman & Odé | Hoogwerf, 1903 p. 355 [k2 Maart 11];
Verdwenen Kunstvaardigheid p. 5 (in: Algemeen Nederlandsch familieblad, orgaan van de Vereeniging Het Nederlandsch Familie-Archief, jrg 1, 1884, no. 101, 26-02-1884);
Kwartieren betrekkelijk het geslacht van der Poest Clement p. 186 (in: Algemeen Nederlandsch familieblad, orgaan van de Vereeniging Het Nederlandsch Familie-Archief, jrg 2, 1885);
Het geslacht de Graaf in Over-Flakkee / A.J. van der Poest Clement p. 253 - 257 (in: Algemeen Nederlandsch familieblad; orgaan van de Vereeniging Het Nederlandsch Familie-Archief, jrg 4, 1887);
Het nieuws van den dag : kleine courant, 28-12-1905 Familiebericht;
Hoornsche courant, 29-12-1905 Familiebericht;
Dagblad van Noord-Brabant, 29-12-1905 Familiebericht;
Het nieuws van den dag : kleine courant, 30-12-1905 Familiebericht;
Nieuwsblad, gewijd aan de belangen van de Hoeksche Waard en IJselmonde, 25-07-1888 Familiebericht;
Gemeente Amsterdam - Stadarchief: registratie Jacoba Johanna de Graaff; registratie Jacoba Johanna de Graaff; registratie Jacoba Johanna de Graaff; registratie Antonie Johan van der Poest Clement;
Kranten Regionaal Archief Alkmaar:
Alkmaarsche Courant | 15 maart 1889 | pagina 4 Familiebericht;
Archieven.nl Portret van Joanna Koerten, knipkunstenares in Amsterdam.;
rkd research Maria met kind en Johannes de Doper in een boslandschap, ca. 1703;
rkd research Johanna Koerten;
Papier knipkunst : Complete gids voor het knippen van papier tot prachtige kustwerkjes, wenskaarten en decoraties / Emely Hogarth; Saskia Peeters (vertaling van: Cut up this book! : step-by-step instruction for artworks, greeting cards, keepsakes, and more). - Kerkdriel : Librero, 2012. - ISBN 978-90-8998-230-8. - p. 10, 12-15;
Symposium Historische papierknipkunst / Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst. - 17 oktober 2024, 13:00-17:00;
Wikipedia Rob Ryan (artist);
Wikipedia Béatrice Coron;
140.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 september 1949 | pagina 2 De Historische Kerkstraat te Sommelsdijk wordt gerestaureerd : Het Streekmuseum zal er onderdak vinden;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 november 1950 | pagina 2 Vervolg Wetenschappelijk Genootschap : Het Kerkstraatje;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 november 1950 | pagina 1 Restauratie van het Kerkstraatje te Sommelsdijk : Twee panden voor huisvesting van het Streekmuseum;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 491 Sommelsdijk;
Discussiepunt: Hierin staat dat de broer van J.C. Meischke (1889-1966), M.C.A. Meischke (Mattheus Carel August Meischke 10-3-1893 Rotterdam - 11-3-1973 Rotterdam) het herstel van de Kerkstraat vanaf 1948 ter hand heeft genomen.
Het schijnt dat Johan Coenraad en Mattheus Carel August wel vaker met elkaar verwaard worden.
Internet Archive WayBackMachine: Gemeente Rotterdam Meischke;
Wikipedia Johan Coenraad Meischke;
RKD Research Johan Coenraad Meischke;
RKD Research Mattheus Carel August Meischke;
Beide bronnen beamen dat J.C. Meischke de hersteller van de St. Laurenskerk te Rotterdam was;
Ook mogen uit noot 52 concluderen dat het herstel van de kerk in Middelharnis is uitgevoerd door J.C. Meischke, immers de herbouwkosten na Brand 1948 worden door firma Meischke en Schmidt geraamd. En dit is J.C. Meischke;
We houden echter de informatie uit de "Mededelingenblad" aan:
Delpher:
Oprichting Stichting Streekmuseum Goeree-Overflakkee / A.J. Kruider, p. 8 (in: Mededelingenblad van de Historische Vereniging voor de provincie Zuid-Holland, jrg 4, mei 1951, no 11, p. 7-8);
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 juli 1956 | pagina 1 Streekmuseum voor Goeree-Overflakkee geopend : Een museum is geen kijkspel maar een leerschool;
141.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 augustus 1963 | pagina 6 Gemeenteraad Sommelsdijk;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 september 1991 | pagina 10 Een monumentaal museumstraatje / Jan Both;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 juni 2001 | pagina 9 Het streekmuseum Goeree-Overflakkee (1) / J.J. van Nimwegen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 juni 2001 | pagina 9 Het streekmuseum Goeree-Overflakkee (2) / J.J. van Nimwegen; Fotoclub RarekiekGeschiedenis;
142.
informatiebord "N.H. Kerk" / ANWB;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 491 Sommelsdijk;
Hervormde Gemeente Sommelsdijk - Kerkgebouwen De geschiedenis van onze kerk; een chronologisch overzicht;
Delpher:
Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland : Deel II B / P.C. Bloys van Treslong Prins. - Utrecht : Oosthoek, 1922 p. 479;
Rotterdamsch nieuwsblad, 08-10-1799 Sommelsdyk. / P. Alderkerk;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 oktober 1973 | pagina 9 Uit Sommelsdijk's verleden : III / J.L. Braber;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 juli 1996 | pagina 2 Brand! De kerk brandt! : Met De Motte op stap in het verleden (5) / Rias Olivier;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 november 1999 | pagina 1 Boeiende beschrijving van het 500-jarig bestaan kerk Sommelsdijk;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 januari 2006 | pagina 7 Historische wandeling 2006 biedt blik in archief hervormde gemeente Sommelsdijk : Unieke archiefstukken in stoffig hok van twee bij vier meter / Roeland van Mourik;
De kerkgeschiedenis is te vinden in:
Te zijner tijd zullen wij maaien : geschiedenis van de Hervormde Gemeente Sommelsdijk : 1499-1999 / P. van Driel. - Hervormde Gemeente, Sommelsdijk, 1999. - ƒ 34,95 [gedrukt bij Drukkerij Gebr. De Waal];
142g.
Delpher:
Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland : Deel II B / P.C. Bloys van Treslong Prins. - Utrecht : Oosthoek, 1922 p. 480;
Een afbeelding van hiervan is te vinden in: Afbeeldingen van grafmonumenten in Nederlandse kerken / samengesteld door Willem van der Lely (1698-1772). - deel 2, fol. 10-10b: Afbeelding en beschrijving van het grafmonument van François van Aerssen (1572-1641) en zijn echtgenote Petronella Borre (1578-1653) in de Nederlands Hervormde kerk te Sommelsdijk; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p. 232-233; De familie van Aerssen van Sommelsdijck / J.C. Both. - versie 28-01-2014, 16:33:26 [afbeelding praalgraf];
142h.
informatiebord "N.H. Kerk" / ANWB;
142i.
informatiebord "N.H. Kerk" / ANWB;
142j.
informatiebord "Grafkelder Fam. Van Aerssen" / ANWB;
142k.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 10 augustus 1910 | pagina 3 Familiebericht Arend Jacob de Graaff;
Delpher:
Het geslacht de Graaff in Over-Flakkee / A. J. van der Poest Clement, p. 255 (in: Algemeen Nederlandsch familieblad; orgaan van de Vereeniging Het Nederlandsch Familie-Archief, jrg 4, 1887, p. 253-257);
Nederlandsch landbouw weekblad, 13-08-1910 Gemengde Berichten. In Memoriam;
Alle Groningers:
Arend Jacob de Graaff en Antje ter Cock huwelijk;
Adolf ter Cock overlijden;
Adam Adolfs ter Cock overlijden;
Adam Adolfs ter Cock doop;
Adolph Adams en Epke Harberts huwelijk;
Adolph Adams en Epke Harberts huwelijkse voorwaarden;
Adolph Adams ter Kock en Epke Harberts Bruggers overlijden dochter;
openarchieven Huwelijk op 27 december 1835 te Middelharnis Jan de Graaff x Maria Elizabeth van den Broek;
142l.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 30 november 1918 | pagina 4 Familiebericht A.J. de Graaff, Geboren ter Cock;
Delpher:
Het geslacht de Graaff in Over-Flakkee / A. J. van der Poest Clement, p. 255 (in: Algemeen Nederlandsch familieblad; orgaan van de Vereeniging Het Nederlandsch Familie-Archief, jrg 4, 1887, p. 253-257);
Staatsalmanak voor het Koningrijk der Nederlanden, 1860 p. 230;
Provinciale Drentsche en Asser courant, 09-07-1867 Woensdag jl.;
Landbouw-courant, 27-02-1868 48. Maatschappij van Landbouw in de prov. Groningen;
Provinciale Drentsche en Asser courant, 12-12-1871 Advertentie Hôtel de Zeven Provinciën;
Algemeen Handelsblad, 24-06-1872 Advertentie Hotel de Zeven Provincien;
Algemeen Handelsblad, 03-09-1878 Advertentie;
YouTube Hotel ‘de Zeven Provinciën’ - Grote Markt Groningen 2024 / Groningen Stad & Ommeland;
Alle Groningers:
Antje ter Cock geboorte;
142q.
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit! ”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 20 december 1911 | pagina 7 Burgelijke Stand. Middelharnis;
Maas- en Scheldebode | 30 december 1911 | pagina 4 Burgelijke Stand. Middelharnis;
“Vooruit! ”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 14 november 1972 | pagina 3 Familiebericht Sijtje van Vliet;
Online Begraafplaatsen Leendert van der Waal;
142r.
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit! ”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 2 april 1913 | pagina 6 Burgelijke Stand. Middelharnis;
Online Begraafplaatsen Adrianus van der Waal;
Stichting Herdenking birma-Siam Spoorweg & Pakan Baroe Spoorweg Namenlijst Chungkai 286. Waal, A. van der;
142s.
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit! ”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 14 juli 1915 | pagina 7 Burgelijke Stand. Middelharnis;
“Vooruit! ”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 14 november 1972 | pagina 3 Familiebericht Sijtje van Vliet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 oktober 2000 | pagina 3 Familiebericht Adriana de Korte;
Online Begraafplaatsen Dimmes van der Waal;
142t.
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit! ”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 14 november 1972 | pagina 3 Familiebericht Sijtje van Vliet;
Online Begraafplaatsen Sijtje van Vliet;
143.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 491-492 Sommelsdijk;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 mei 1998 | pagina 10 Publicatie van 'De Motte' over Industrieel Erfgoed Van cliché's, zeehaken en matrijzen / Jan Both;
openarchieven Geboorte op 16 juli 1888 te Sommelsdijk Arie Cornelis van Driel;
openarchieven Huwelijk op 11 juli 1913 te Middelharnis Arie Cornelis van Driel x Teuntje Johanna Vermeer;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 mei 1954 | pagina 4 Familiebericht Arie Cornelis van Driel;
Hij was gehuwd met Teuntje Johanna Vermeer:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 november 1989 | pagina 1 Mevr. van Driel-Vermeer wordt morgen 100 jaar;
Met dank aan Jan Both, Plaatsvervangend gemeentearchivaris, mailcontact 25 juni 2024;
144.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1955 | pagina 7 Nieuwjaarsgroet [k4a3];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1965 | pagina 12 Nieuwjaarsgroet [k3a11];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 oktober 1969 | pagina 4 Bericht van Inzet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 november 1971 | pagina 11 Algemene en Buitengewone Algemene Vergadering;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 oktober 1973 | pagina 5 Lustrumcollecte Nier Stichting;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 augustus 1974 | pagina 1 Drs. S. Otter, nieuwe rector Rijksscholengemeenschap;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 april 1975 | pagina 3 vacature;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 oktober 1976 | pagina 7 Unicef start weer haar jaarlijkse aktie;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juni 1996 | pagina 1 Juffrouw Gravendeel stopt na 40 onderwijsjaren [met foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 5 juli 1996 | pagina 2 Overweldigende afscheidsavond voor Bommels bovenste beste juf [met foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 april 1998 | pagina 7 Familiebericht Arie Gravendeel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 april 2001 | pagina 10 Gemeente Middelharnis;
144h.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 492 Sommelsdijk;
144k.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 492 Sommelsdijk;
Een kleine geschiedenis van Sommelsdijk in 55 + 1 verhalen / Jan Both (m.m.v. Pau Heerschap). - Sommelsdijk : Sociëteit Rethorica, 2015. - p. 98-99;
openarchieven Huwelijk op 13 april 1866 te Rozenburg Andries Pieter van Dorsser x Ingetje Stehouwer;
Online Begraafplaatsen 655671 128;
Delpher:
Nederlandsche staatscourant, 16-07-1910 Benoemingen Koninklijk besluit 13 juli 1910 no. 43;
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 09-02-1921 Het zotte plan.;
De Maasbode, 12-06-1922 Ingezonden. Inconsequentie. / Schaars;
De Maasbode, 29-07-1922 Een weg te nemen postkantoor.;
De Maasbode, 28-11-1926 Het postkantoor te Sommelsdijk.;
Algemeen Handelsblad, 08-12-1927 De Staatsbegrooting voor 1928. Posterijen en Telegrafie P.T.T.-begrooting.;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 18 maart 1886 | pagina 2 Sommelsdijk;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 13 oktober 1887 | pagina 1 Zierikzee, 12 Oct.;
Maas- en Scheldebode | 25 november 1892 | pagina 2 Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 20 januari 1893 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 21 april 1893 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 21 juli 1893 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 15 februari 1895 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 14 oktober 1898 | pagina 3 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 15 maart 1901 | pagina 3 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 10 september 1902 | pagina 4 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk;
”Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 14 juni 1905 | pagina 5 Plaatselijk Nieuws Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 3 oktober 1908 | pagina 3 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk;
Maas- en Scheldebode | 28 april 1909 | pagina 2 Posterijen. Sommelsdijk;
Onze Eilanden | 29 maart 1922 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk;
Onze Eilanden | 31 maart 1934 | pagina 6 Familiebericht;
144l.
Krantenbank Zeeland:
Advertentiebode. Gratis weekblad voor Goeree en Overflakkee | 21 december 1929 | pagina 1 Attentie s.v.p!;
Maas- en Scheldebode | 30 augustus 1933 | pagina 2 Middelharnis;
145.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1955 | pagina 7 advertentie De Kok;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 februari 1982 | pagina 4 Familiebericht Frans Hoogzand;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 november 1989 | pagina 2 Onthutste Piet de Kok: "ik stae perplex...!";
Groot Goeree Overflakkee.nl, 21 oktober 2019, 11:56 5e EK Stoneskimming haven Sommelsdijk [421x];
146.
Meerpaal Informatiebord "Landbouwhaven". - 2015;
Geschiedenis van Zuid-Holland, 10 december 2015 Flakkeese kunst met historische wortels / Kees van Rixoort;
Jaap Reedijk, 19 september 2015 Monumentaal / Jaap;
147.
Wikipedia Ruud van de Wint;
rkd Rudi van de Wint;
Wikipedia Vergaderzaal van de Tweede Kamer;
Tweede Kamer der Staten-Generaal Kunstwerk plenaire zaal;
Binnenhof Renovatie, 22-02-2024 | 12:00 Hogere inpakkunst in Tweede Kamer;
Delpher:
NRC Handelsblad, 02-02-1991 De juichende Kamer / Marc Chavannes;
NRC Handelsblad, 28-04-1992 Doeken met surrealistisch effect / Din Pieters;
De oneindige ruimte : schildering plenaire zaal Tweede kamer / R.W. van de Wint; [Jacqueline van Koningsbruggen ... et al. (samenstelling); Marianne Niederer (eindredactie); Hendriktje Ruiter ... et al. (fotografie)]. - [Den Helder] : Stichting De Nollen, 2007. - ISBN 978-90-812212-1-4. - Uitgave t.g.v. de gelijknamige tentoonstelling op drie locaties: Tweede kamer der Staten-Generaal, Perscentrum Nieuwspoort en de Centrale Bibliotheek Den Haag, van 5 september t/m 2 november 2007;
149.
Wikipedia Ashok Bhalotra;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 mei 1997 | pagina 6 Middelharnis krijgt een schitterende nieuwbouw-wijk;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 augustus 2003 | pagina 4 Gemeente Middelharnis : Beslissingen Algemene wet bestuursrecht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 maart 2006 | pagina 2 Ingezonden Toch Holland-Zeeland / P. Lodder;
150.
Eilanden-nieuws, 21 augustus 2023, 09:59 “Grenspaal is markeringspunt in geschiedenis Sommelsdijk” / Kees van Rixoort (foto);
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: verzamelplan Sommelsdijk, Zuid-Holland (MIN08191VK1);
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Sommelsdijk, Zuid-Holland, sectie A, blad 03 (MIN08191A03);
154.
Eilanden-nieuws, 15 augustus 2023, 14:33 Historie Holland-Zeeland gaat meer leven door infokolom / Kees van Rixoort;
Er zijn ook nog andere varianten op deze gezegde van Ria van Baalen-Dodde bekend:
Wie snel loopt ziet het niet, wie langzaam loopt let er niet op!
Wie snel loopt ziet het niet, wie langzaam loopt kijkt er niet naar.
Wie snel loopt, ziet het niet. En wie langzaam loopt, hebt er niks mee te maken.
Wie langzaam loopt is in gedachten en wie snel loopt heeft haast.
Wie langzaam loopt, ziet veel, wie snel loopt, ziet weinig;
158.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 december 1993 | pagina 13 De kofjekoker / Frans Dubbeld;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 december 1994 | pagina 9 Het raadsel van de haringvisserij van Middelharnis / M. Smit:
revereert kritisch aan:
De ondergang van de (beug)visserij van Middelharnis : een poging tot verklaring van de ondergang van de (beug)visserij in Middelharnis in de periode van 1889-1923 / Dean van der Wekke. - Rotterdam : Erasmus Universiteit Rotterdam, 1989. - p. 19-21, 38, 63; Bijlage III;
Online Begraafplaatsen Arend Smit;
163.
Twee uitzonderingen hebben we eerder vastgelegd vanwege de zeer interessante achterliggende (historische) verhalen, die daarbij naar voren kwamen:
Het beeld Bartold Entens uit ±1998 van een kunstenaar in Nigeria [De Ommelanden - band 1, p. 372-373]
Het beeld Koningsdrama uit 1979 van Chris van den Berg [De Ommelanden - band 2, p. 514-515];
164.
Krantenbank Zeeland:
Schouwen's Badcourant | 4 juli 1986 | pagina 13 Middelharnis-Hellevoetsluis voortaan per schip mogelijk : Rondvaartboot voor 'opstappers';
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 oktober 2001 | pagina 9 De vluchteling die onder ons woont (2);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 november 2005 | pagina 13 Het Meijer Theater : Een bijzonder gebouw met zeldzaamheidswaarde, Jugendstilornamenten en glas-in-loodramen / Bertrand van den Boogert (m.d.a. D. Hoogmoed en fam. Kaptein);
165.
parel v/d/ delta Het project;
parel v/d/ delta Nieuws, 5 mei 2017: Aannemer Parel van de Delta geselecteerd;
parel v/d/ delta Nieuws, 15 april 2014: Sloop Parel van de Delta voltooid;
Friso Woudstra, voluit Jan Friso Woudstra geheten, kwam in Itzehoe op 21 april 1949 ter wereld.
Hij vertelt in interviews over het artistieke gezin waarin hij is opgegroeid en tevens over de genetische verbinding met de architectuur die hij heeft met zijn grootvaders heeft. Een die aannemer was en een architect uit Bolsward. De archictect heette voluit Klaas Bins Kroon (30-1-1865 - 18-3-1947). Naast dat er onder zijn architectuur een aantal stelphuizinge zijn gebouwd, was deze grootvader ook voornamelijk uitvoerder.
Mogelijk heeft hij zijn verkooptalenten dan van zijn vader geërfd, waarvan we weten dat hij o.a. kaashandelaar en verzekeringsinspecteur was.
Friso's ouders waren Douwe Woudstra (IJlst, 24 maart 1909 - Vorden, 4-3-1984) en Hylkjes Cornelia Kroon (Bolsward, 27 juli 1912 - 19-9-1996).
De ouders van Douwe waren fabrikant Uiltje Woudstra en Gerritje Hofstra.
De ouders van Hylkjes waren timmerman en architect Klaas Bins Kroon (30-1-1865 - Boornbergum, 18-3-1947) en Siementje Sjaarda (±1867-1939). Zij hadden beiden hun echtgeno(o)t(e) verlopen en dus opnieuw getrouwd en gezin gesticht.
Hoewel de term architect al ingeburgerd was, noemde hij zich in aan het einde van de zomer van 1917 nog steeds timmerman. Een half jaar later, op 5 maart 1918 komen we hem tegen als architect K. B. Kroon te Bolsward! Een tweede stelphuizinge zullen van hem aantreffen in Hichtum. Grotendeels blijft het toch een uitvoerende timmerzaak. In 1936 werd er onder zijn architectuur nog een stelphuizinge in Workum gebouwd.
bronnen:
Een familie Riefkogel of Rijfkogel uit Diepholz Duitsland Generatie 9da / Patrick van Griethuysen & Loes Peters;
Contact | Bronckhorst Noord, 12 september 2022, 21:00 Friso Woudstra en het vanzelfsprekende verleden;
Contact | Bronckhorst Noord, 12 september 2022, 20:15 Friso Woudstra is 50 jaar architect: ‘Het zat er als kind al in’ / Luuk Stam;
Delpher:
Leeuwarder courant, 22-09-1917 Advertentie;
Leeuwarder courant, 05-03-1918 Advertentie;
Leeuwarder courant, 23-05-1924 Aanbestedingen.;
Leeuwarder courant, 08-09-1924 Aanbestedingen.;
De courant Het nieuws van den dag, 09-04-1926 E. Ettema.;
Nieuwsblad van het Noorden, 01-08-1936 Afloop van verkoop en aanbesteding Bolsward;
Leeuwarder courant, 09-10-1939 De Gemeente Bolsward [foto met K.B. Kroon];
Graftombe Woudstra, Douwe;
Gelders Archief Overlijden Klaas Bin Woudstra, 24-07-1963 - download nr 239 = Scan 128/208;
166.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Middelharnis, Zuid-Holland, sectie B, blad 002 (OAT08115B002);
167.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Middelharnis, Zuid-Holland, sectie B, blad 002 (OAT08115B001);
Delpher:
Rotterdamse courant, 18-10-1810 advertentie [k2a8];
arjaentje - vrijdag 8 september 2023
De bouw van vissloepen in Middelharnis in de negentiende eeuw / Marlies Jongejan;
170.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Middelharnis, Zuid-Holland, sectie B, blad 002 (OAT08115B001);
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Middelharnis, Zuid-Holland, sectie B, blad 002 (OAT08115B002);
171.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 1898 | 29 juli 1898 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 december 1959 | pagina 6 Sommelsdijkse raad besprak reparatie Wilhelminabrug : Heftige aantijgingen tegen buurgemeente Middelharnis;
Een kleine geschiedenis van Sommelsdijk in 55 + 1 verhalen / Jan Both (m.m.v. Pau Heerschap). - Sommelsdijk : Sociëteit Rethorica, 2015. - p. 91-92;
Op deze vierde dag van ons bezoek aan Goeree Overflakkee vervolgen we de route vanaf Dirksland. We rijden vanaf de N215 bij de watertoren van architect Johan Gerber het Korteweegje in. Hier rijden we naar het fraais waaraan we gisteren moedwillig voorbijreden.
Dirksland
Het valt nog niet mee om een fatsoenlijk parkeerplekje te vinden bij het schoons dat we willen gaan bekijken. Na een extra rotonderondje pakken we een parkeerplekje in de een van de parkeerhavens van de Kamilleweg.
Wachtend op een gunstig moment aan de overkant van de weg Korteweegje leggen we ze vast, de monumentale poortpalen van hofstede Boomvliet (9815).
In de jaren '50 waren ze echter niet meer in oorspronkelijke staat.
Ze zijn bekroond door voluten - de boekrolkrullen, de naam 'Boom' en 'vliet' en daarop een groen met roodbruine pijnappels. Aan de voorzijde van de bakstenen hekpijlers zijn ze elk versierd met een wapen.
Deze wapens dateren echter uit de eerste helft van de achttiende eeuw (1700-1750)
1.
Volgens sommige bronnen zou er ook nog een spreuk op palen gestaan hebben Nec temere, nec timide, dat "noch onbezonnen, noch bevreesd" wil aangeven
2. Wij zijn dit echter niet tegengekomen.
Het wapen op de 'Boom'-paal behoort toe aan de familie Slicher, goud met rode dwarsbalk waarboven drie hoefijzers en waaronder een molenijzer, beide in blauw.
Het wapen op de 'vliet'-paal is van de familie Van der Dussen, doorsneden van goud en blauw, waarover heen een St. Andrieskruis geblokt van rood en zilver in twee rijen.
Het echtpaar Van der Dussen-Slicher, een Dorts regentengeslacht, hadden de hofstede overgenomen van de inmiddels bekend geachte familie Van Aerssen.
Afhandelen verkoop onroerend goed tussen Hieronimus van der Dussen en Frans van der Valk
Notariële archieven, archiefnummer 5075, inventarisnummer 15661, aktenummer 597203
bron: Gemeente Amsterdam Stadsarchief 597203
Hieronimus van der Dussen, secretaris van Amsterdam, verkocht de boerderij 'De Boomvliet' uiteindelijk in april 1794 aan de pachter van dat moment, Frans Leendertsz van der Valk. De Middelharnisse notaris Lambertus Kolff was hierbij betrokken
3.
Frans Leendertsz van der Valk is rond 1757 geboren.
Ene Frans van der Valk trouwt op 27 september 1786 te Sommelsdijk met Maria Roodsant.
Dit past in het beeld dat hij de pachter zou kunnen zijn van de boerderij 'De Boomvliet', die hij vervolgens zal kopen.
Vervolgens blijven deze mensen in nevelen gehuld
4.
De wapens, links de man en rechts de vrouw, duiden op het echtpaar Anthonie Slicher en Elisabeth van der Dussen. Mr. Anthonie Slicher, geboren in Amsterdam op 1 november 1655 en overleden te Den Haag op 9 november 1745, trouwde in Gouda op 13 februari 1685 met Elisabeth van der Dussen die in Gouda geboren werd op 10 januari 1669 en op 28 mei 1699 overleed te Den Haag
5.
Aangezien eerder gesteld is dat de wapens dateren uit de achttiende eeuw is het ook mogelijk dat er een ander echtpaar bedoeld is, die mogelijk de eigenaar was. Wel moet hiervoor gedacht worden aan links de vrouw en rechts de man.
De relaties tussen Slicher en Van der Dussen
De wapenhouders kunnen dan Elisabeth Aletta Slicher, geboren te Gouda op 9 februari 1727 en overleden in Dordrecht op 20 december 1769 en M. Nicolaes Ewoutz van der Dussen, heere van Oostbaerendrecht, oud raed en oud president scheepen der stadt Dordrecht, geboren op 2 september 1718 te Delft en overleden op 13 januari 1770 te 's-Hage geweest zijn.
Hij trouwde in Gouda op 27 mei 1749 met Elisabeth Aletta Slicher. Zij was een dochter van Mr. Hieronimus en Catharina Cornelia Temminck.
Hieronimus van der Dussen was de ongehuwd gebleven zoon van Nicolaas en Elisabeth. Hij werd op 14 juli 1754 geboren en overleed in 1804. Hij werd op 22 november 1804 bijgezet in de familiegrafkelder in de Oude Kerk te Delft
6.
Met de gebruikte bronnen tot nu toe is het niet helder te krijgen wie precies wanneer 'De Boomvliet' via vererving de goederen in bezit kreeg.
De familie Van Aerssen verbleven indertijd op een jachtslot in een bosrijke omgeving, zo verbeeld een bron ons. Of dit laatste een gedachte is dat voortvloeit uit Boomvliet is niet gezegd. De naam Boomvliet heeft echter een andere oorsprong en heeft niets met bomen te maken, zo bleek gisteren al.
De huidige boerderij is gelegen aan een smal geworden Boomvliet in de tot Sommelsdijk behorende polder, de in 1480 bedijkte Oude Plaat.
Om die reden stond ook hier aan het Korteweegje een grenspaal tussen Holland en Zeeland. De paal was in 1712 nodig bevonden, toen een grensslootje werd volgestort met slib dat vrijkwam bij het uitdiepen van de Spuikolk. De paal is na de gemeentelijke herindeling van 1966 verdwenen.
Het Korteweegje is ontstaan bij de bedijking van de polder Onwaard in 1504. Het was toen inderdaad een korte weg, dat liep tot aan de Onwaardsedijk. Tegenwoordig is de weg dus onder deze naam doorgetrokken tot aan de watertoren
7.
In 1601 werd de polder Onwaard herdijkt, omdat het tijdens de Allerheiligenvloed van 1570 samen de polder Aarddijkswal was geïnundeerd. "Ter voorziening van hun eigen afwatering en die van Oude Plaat en St. Christoffel, verbonden de bedijkers zich op 14 april 1601 een nieuwe sluis in hun nieuwe havendijk te maken."
8
Vervolgens is men landbouw gaan bedrijven. De boerderij werd tot in de gront vernieuwt, waaruit we mogen concluderen dat datgene dat er eerst stond - de zogenoemde jachtslot - tot in de grond is afgebroken. Net zoals elders in ons leefgebied, werden alle materialen zoveel mogelijk hergebruikt.
De oudst bekende boer is Jacob Willemszoon Buth. Hij werd in 1696 geboren en overleed in 1724.
Ondanks zijn jonge leeftijd, wist hij drie jaar voor overleden toch een zoontje te krijgen.
Arent Jacobszoon Buth werd rond 1721 geboren. Hij was namelijk drie jaar toen zijn vader overleed. Totdat hij de boerderij kon overnemen was zijn oom Hendrik zijn voogd. Arent overleed in 1778.
Arent zal driemaal trouwen.
Zijn eerste vrouw was Jacomina van Es. Zij overleed in 1748 in het kraambed.
Zijn tweede vrouw werd Jannetje Broodshoofd. Ook zij overleed in het kraambed in 1751.
Tenslotte huwde hij Lydia Zaaijer. Met haar kreeg hij Johannes Arentszoon Buth.
Deze Johannes Arentszoon Buth werd in 1755 geboren en overleed in 1824. Hij zou de boerderij van zijn vader overnemen na diens dood in 1778.
Later vertrok hij naar Onwaard, waar hij nog een boerderij had.
Hij trouwde met Crijntje Tiggelman. Zij was van Ooltgensplaat en was in 1755 geboren. Ze overleed in 1823.
Toen hij vertrok naar Onwaard, hij was toen kerkmeester en schepen van Sommelsdijk, werd de hofstede "De Boomvliet" beboerd door Adr. Tiggelman. Hij was - zoals de naam doet raden - verwant aan de vrouw van Johannes Arentszoon Buth, Crijntje Tiggelman.
De dochter van Adr. Tiggelman, Maria Tiggelman zal gaan trouwen met Beye Buth.
Beye Buth is in 1813 geboren en overleden in 1883.
Toen de dochter van Beye Buth, Adriana Buth in 1871 ging trouwen met Krijn den Baars, verliet Beye de hofstede.
Krijn den Baars en Adriana Buth boerden hier tot 1912.
Jacoba den Baars ging toen trouwen met A. van Es.
A. van Es en Jacoba den Baars kregen een zoon Klaas Krijn van Es.
Klaas Krijn van Es zal vanaf 1939 de boerderij runnen
9.
In 2006 zwaait Aren van Es hier de scepter
10.
Wat opvalt in de gelaagdheid van eigendom en gebruik is dat in april 1794 de pachter Frans van der Valk de boerderij 'De Boomvliet' koopt.
Echter Johannes Arentszoon Buth staat in deze periode ook te boek als gebruiker.
Weliswaar blijkt het om een ingewikkelde overeenkomst te gaan tussen Van der Dussen en Van der Valk, waarbij telkens bedragen worden afgelost.
Gezien de levensloop van koper en verkoper is de uitkomst van de overeenkomst mogelijk veranderd. We hebben daarop echter geen zicht gekregen
11.
Damhek Boomvliet, Sommelsdijk. 10-1949
[met rode kruis-teken van de gebr. Bakker]
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 40.267
(CC BY-SA 3.0)
Op de gewelven van de duiker valt op de sluitstenen moeizaam nog 'Anno' aan de ene zijde en '1698' aan de andere zijde te lezen. Dit jaartal is ook op de Hoeve "Boomvliet" dat een puntgevel heeft en is afgedekt door een rollaag
12.
De bekende buurman Aren Bakker heeft een deel van zijn grond tegen kosten koper aan de "Stichting Behoud Poortpalen Boomvliet Dirksland" weggegeven, zodat er daar een alternatieve bredere inrit gemaakt kon worden. Te grote vrachtwagens hadden schade aangebracht aan het monument. De gemeente zal de kosten voor de aanleg van de inrit voor haar rekening nemen en de maximaal € 10.000 afboeken als bijdrage aan monumenten.
De "Stichting tot behoud van de poortpalen", gevestigd op het adres van de eigenaar van de boerderij en poortpalen, Aren van Es, draait als particulier op voor de 30% van restauratiekosten, terwijl de rijkssubsidie 70% bedraagt, dat echter wel een houdbaarheidsdatum heeft tot 31 december 2007. De begrootte kosten stonden op € 91.000, zodat er een behoorlijk bedrag opgebracht moeten worden, door een particulier - die er in principe niets aan heeft. Daarnaast hadden de broers Wim, Jaap en Aren van Es, die stichting beheren, nog een probleem. Ze waren juridisch wel eigenaar van de palen, maar kadastraal was het eigendom van de gemeente. Hierdoor werd er minder subsidie door het Rijk gegeven. De gemeente zag af van het kadastraal eigendom, zodat de Stichting volledig eigenaar werd en de 70% kon ontvangen
13.
Halverwege 2007 werd de restauratie ter hand genomen. Bouwbedrijf P. van de Boogert uit Sommelsdijk verwijderde de poortpalen. De paalkoppen worden gerestaureerd door Cor Wagemaker Marmer en Graniet uit Middelharnis. Bouwbedrijf Van der Linde uit Ouddorp herstelde de fundering en sluis, waarbij de oude zandsteenstukken en nieuwe - door Wagemaker bijgemaakt, omdat deze ontbraken - weer op hun plekken zijn ingevoegd
14.
Op het dak van de boerderij staat een windwijzer in de vorm van een koopvaardijschip. De familie Van der Dussen moet naast grondbezitters ook reders zijn geweest, zo denk men in de jaren '50 van de twintigste eeuw
15.
Aan de andere kant van het Korteweegje, aan de Onwaardsedijk, treffen we een pand met jaartal 1912 aan. Boven het jaartal is een stenen dakkapel met gevelmakelaar te vinden, dat de windveren voorziet van een extra versteviging. Tussen het pand uit 1912 en het Korteweegje staat een schuur, dat aan de voorzijde traditioneel is voorzien van hout. De baander, de dubbele schuurdeuren zijn voorzien van een klinket of winket, de geïntegreerde loopdeur
16.
Zoals we net al waarnamen op de oude foto van het damhek, hierop staat het Rode Kruis-teken, omdat de buren van 'De Boomvliet' lange tijd de gebroeders Bakker waren. Samen met zijn broer Jan zou hij hier wonen, tot diens overlijden in 2000. Daarna zou Aren Bakker (1919-2019) er nog tot op hoge leeftijd zelfstandig blijven wonen. Als 95-jarige woonde hij er in ieder geval niet meer. Het is dan 2016.
Helaas komen we er niet achter wat er daarna met het pand is gebeurd of wie de nieuwe bewoners zijn geworden.
Wel weten wie de vorige bewoners waren. In het pand, dat rond 1893 is gebouwd, zat namelijk de eerste boterfabriek van Dirksland gevestigd. Het stond weliswaar toen nog op het grondgebied van Sommelsdijk, maar de Coöperatieve Roomboterfabriek De Eendracht had hier speciaal een pand laten bouwen. Succesvol was de fabriek echter niet. In 1900 werd het al ingericht als woonhuis, waarna het in 1915 werd opgesplitst in twee woningen, de huidige nummers 30 en 32.
Vanwege zijn korte historie als boterfabriek zit er onder het pand een grote kelder voor de opslag van de gemaakte boter. Tevens is er grote tras onder pand te vinden, zodat er altijd voldoende koel en helder water voorhanden was, voor de productie van de boter
17.
Van de verrijzing van een boterfabriek in Dirksland wordt in januari 1895 bericht. De statuten van de NV stoom-roomboterfabriek "De Eendracht" nabij Dirksland zijn onder nummer 193 in de Staatscourant van 10 juli 1895 (159) gepubliceerd. Enkele landbouwers staan hiervoor garant, te weten Huibert Kooman Leendertszoon te Melissant, Gabriel Bosschieter te Dirksland, Cornelis Warnaer te Dirksland, Marinus Kooman Leendertszoon te Melissant, Krijn den Baars te Sommelsdijk, Leendert van Rossum te Sommelsdijk en Paulus Buth te Dirksland. Ze nemen allen een aandeel voor ƒ 100. Ook zijn er inmiddels 84 koeien toegezegd, waarvan de melk zal worden aangeleverd.
Om aan vers water te komen had men in het voorjaar van 1896 een poging gedaan om een Nortonpomp te slaan. Deze poging mislukte.
Begin 1898 wordt de Stoom - Roomboterfabriek "De Eendracht" met erf en grond te Sommelsdijk, nabij Dirksland voor ƒ 2200 verkocht. De inventaris bracht daarnaast nog ƒ 300 op.
De Flakkeese melkverwerkingsfabrieken doen het niet goed, zo wordt geconstateerd. Een voor een sluiten ze de soms pas sinds kort geopende deuren. De voornaamste reden hiervoor is - zo wordt gedacht - dat de landbouwers op Flakkee een hogere prijs voor hun melk vragen, vergeleken met bijvoorbeeld hun Friese collega's. Daarnaast worden de gemaakte producten alleen lokaal verbruikt
18.
We verlaten dit bijzonder historisch gebiedje en halen de auto op om naar het centrum te rijden.
We volgen hiervoor op de rotonde het bordje "Centrum", waarna we maar de Kaai inslaan, dat ons naar en volgens door de Voorstraat leidt.
We zien al rijdend dat we weer wat mooie objecten zullen gaan zien. Op de Ring rijden we de Kapoenstraat in, om te kijken of we daar ergers de wagen kunnen parkeren. We treffen hier zelfs enkele parkeerhavens aan. De reden waarom deze hier liggen zullen we na het uitstappen snel begrijpen.
Op deze locatie krijgen een goed uitzicht op het bovenste deel van de toren. En we hebben mazzel, de wind staat zodanig dat we het windvaantje - een haantje zonder poespas - goed in beeld krijgen. Ook de gouden bol zien we duidelijk, met daarin - naar we aannemen
19 - de bouwtekening van de toren en kerk.
Om de hele toren met schip en koor in beeld te krijgen, zal waarschijnlijk weer onmogelijk zijn.
Wanneer we ons omdraaien, zien de we de reden van de parkeerhavens. We staan namelijk bij de "Oude begraafplaats", met zijn oude poortpalen uit 1796. Bij de start van de Bataafse Republiek in 1795 werd het begraven in kerk immers verboden. Dirksland was er dus snel bij met het inrichten van deze begraafplaats
20. Op de palen zien we dat de vergankelijkheidssymbolen zwart geschilderd aangebracht zijn.
We draaien ons weer om en lopen richting de Ring dat nog voor driekwart bestaat uit water.
Voordat we daar zijn, moeten we eerst weer even de Kapoenstraat door.
De Kapoenstraat, meteen dringt er in gedachte een Sinterklaasliedje aan ons op.
In het liedje wordt het liefkozend kapoentje gebruikt als 'deugniet', waarmee de kinderen dan ook mee worden aangeduid. Eerder was het minder liefkozend bedoeld. Het werd vooral als spotnaam gebruikt, met de betekenis 'vreemde gast', 'schurk' of 'bandiet'.
De dichter, toneelschrijver en rederijker Bredero (1585-1618) gebruikte dit aan het Franse verwante capon ook al als scheldwoord. Het verwijst dan ook naar 'gecastereerde haan' en 'gecastereerde man'. Ook besneden mannen en in celibaat levende mannen worden ook in verband gebracht met castratie. Vandaar dat het ook toen als scheldwoord werd gebruikt voor Joden en als zodanig geldt het dus ook voor Sinterklaas die bisschop was en dus celibaat was.
In Vlaanderen wordt het nog steeds voor kinderen gebruikt als liefkozende 'deugnietje'.
In Maastricht, waar diverse Kapoenen - vanwege hun malsheid - op gevelstenen zijn uitgebeiteld, wordt de Kapoenstraat voorheen als cappuynstraete aangeduid.
In de zestiende eeuw stond een arme capuyn voor arme stakkerd.
In bepaalde streektalen zijn de haantjes ook een groep van bladkevers of kleine kevers in het algemeen. In deze omgeving wordt een lieveheersbeestje dan ook aangeduid als kapoentje.
De naam voor het lieveheersbeestje is ten tijde van de kerstening ontstaan. Daarvoor werd het aangeduid als Freyafugle, vogel van de godin Freya, de godin van de liefde. In het Engels nog steeds aangeduid als ladybird, in het Amerikaans ladybug. De boodschapper van Frya dat geluk bracht, werd toen hertaald naar het beestje van de lieve heer (God). En in dit kader is het ook weer toepasbaar op die lieve heer de Sint.
In het Zeeuws komt het voor als kapoenebêêsje, waarin beide woorden zijn samengevoegd, ter onderscheid van de eigenaardige snuiter of ondeugende jongen 'n kapoen.
Het zou dus kunnen dat de naamgeving van de straat verwijst naar een hanenmesterij - de voorganger van de kalkoen. Op de hoek met de Voorstraat stond namelijk een boerderij
21.
In 1901 wordt in ieder geval al de straatnaam Kapoenstraat gehanteerd
22.
Aan het begin van deze straat staat sinds 1904 een gebouw, dat geflankeerd wordt door laagbouw-vleugels.
Een uithangbordje en een raamschildering vertellen ons dat het om 'de oude bieb' gaat.
De afdeeling Dirksland der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen had op 1 oktober 1839 al een leesbibliotheek opgericht. Deze zal hier dus niet gevestigd zijn.
In 1908 maakt het CBS melding van het bestaan van de Bibliotheek der gemeente Dirksland, echter zonder een adres te vermelden, zodat we niet weten of het om deze 'bieb' gaat. Ook is er in 1912 sprake van de aanleg van een bibliotheek door de vereniging Ceres. Ceres is een vereniging van oud-leerlingen van landbouw-cursussen op het eiland, die tot doel heeft om de kennis te behouden en uit te breiden
23.
In 1930 komt de Hervormde predikant ds. C. v.d. Wal met het initiatief op een bibliotheek op te richten, dit in het kader de crisisjaren met grote werkloosheid. Het zou de jeugd van 12-20 zinvol bezig kunnen houden. De Gereformeerde Gemeente, bij monde van ds. de Blois stemde ermee in
24.
Het bestuur van de Dordtsche Openbare Leeszaal en Bibliotheek, die in de Gemeente Dirksland en andere omliggende gemeenten een zogenoemde Correspondentschap heeft gevestigd, dat in een grote behoefte voorziet - heeft in principe geen bezwaar tegen de oprichting. Echter, waar men wel bezwaar tegen maakt is het beeld dat geschetst wordt door deze oprichters. We lezen in een ingezonden brief van het Dordtse Bestuur het volgende: "In een circulaire [van de oprichters van de Christelijke Openbare Leeszaal en Bibliotheek] komt n.l. de volgende passage voor: "De Dordtsche Bibliotheek, die zoogenaamd neutraal is, bevat heel wat lectuur, die wij uit godsdienstig oogpunt, zoowel als om haar zwoel, immoreel karakter, veroordelen.""
De O.L. en B.'s worden echter gesubsidieerd door het Rijk, Provincie en Gemeenten en dienen zich aan diverse bepaling te houden:
"Art. 4. Zij behooren een algemeen ontwikkelend en onderrichtend karakter te dragen en alle moreel schadelijke en uitsluitend propagandistische lectuur te weren.
Art. 5. Algemeene O.L. en B. behooren het karakter van onpartijdigheid te dragen, lectuur van elke richting te bevatten en in de besturen elke bestaande richting zooveel mogelijk te doen vertegenwoordigen."
Het bestuur draagt vervolgens het bewijs aan dat zij "werkelijk" neutraal zijn.
Van de redactie van de "Maas- en Scheldebode" krijgen de oprichters van de C.O.L. en B. meteen een gelegenheid om te reageren op de ingezonden brief van de A.O.L. en B.
De oprichters stellen dan ook vast dat ze hun gewraakte zinsnede zullen handhaven, omdat "de gebreken, die haar o.i. aankleven, vloeien dan ook niet voort uit het kiezen van boeken in strijd met haar neutraliteit, maar deze zijn juist een uitvloeisel van hare z.g.n. neutraliteit."
De consequentie, zo schrijven ze verder, van Art. 5. is n.l. dat het lectuur van elke richting zal moeten bevatten, dus ook van ongodsdienstige en anti-godsdienstige. Dus boeken voor een geest die Calvijn kenmerkte, maar ook werken van "een Multatuli, den patroon en profeet der Dageraadsmenschen" of een Couperus die God profaneert in zijn God en goden.
"Wij hebben derhalve reden te over om de wenk van Dr. Wielenga ter harte nemen, dat de paedagogische leiders van het volk wel zullen doen toe te zien, dat de onrijpe zielen niet door ongeoorloofd contact in hun levensstrijd worden bemoeilijkt," is de reactie dat vele werken in de Dordtse catalogus staan, die zowel 'zwoel' als 'immoreel' gebrandmerkt kunnen worden.
Zoals ds. M. v.d. Linden bij de heropening van de bibliotheek in 1986 zal terugblikken: "De bibliotheek heeft vanaf het begin het stempel van het kerkewerk gedragen, ook al kenden de kerken het risico zich vuile handen te maken in een zorgvuldige afweging van verantwoorde boeken."
25
In 1933 wordt de Vereeniging voor eene Christelijke Openbare Leeszaal en Bibliotheek, gevestigd te Dirksland opgericht. Het werd toen gevestigd in het voormalige postkantoor
26.
In 1947 was het al verhuisd naar het voormalige 'oude mannenhuis' in de Kapoenstraat, echter geldgebrek - door o.a. WOII - zorgde ervoor dat de bibliotheek werd opgeheven. Echter het jaar erop startte de Hervormde Gemeente opnieuw de bibliotheek op. De heer en mevrouw Matsinger werden de bibliothecarissen. Zijn zouden zich pas 38 jaar later, in 1985 terugtrekken
27.
Een volgend initiatief, nu van de Hervormde predikant ds. M. v.d. Linden, om een nieuwe stichting op te richten waarin alle plaatselijke kerken zouden deelnemen als participanten, werd uitgevoerd op 25 juni 1975.
28.
Over het oude mannenhuis, ook aangeduid als oud-mannenhuis, is niet veel bekend. We komen enkele berichten tegen uit de jaren '10 van de twintigste eeuw. Of het om het bedoelde pand gaat is onduidelijk. Een bericht doet melding van het verblijf van 40 Belgen in het vroegere oude-mannenhuis. Of dit pand ruim genoeg is om veertig bedden te herbergen is onduidelijk. In het oud-mannenhuis werden ook mensen opgenomen om te verplegen
29.
In 1986 is zowel het pand, als de inventaris gemoderniseerd. Bij de opening blijft men zich echter wel verbazen over de merkwaardige naam constructie van "Christelijke Openbare". De bibliotheek wordt gerund door vrijwilligers en iedere vrijdagmiddag en -avond open van 14.00-17.00 en van 18.30-21.00. De huur van een boek bedraagt ƒ 0,30 per week. In 1987 wil men de openingstijden uitbreiden. Ook dinsdagsavond tussen 18.00-19.30 zal het open zijn. Voor vrijdag zal de openingstijden wijzigen in 13.00-17.00 en 18.00-20.00
30.
Sinds 2016 is 'De Oude Bieb' in het pand gevestigd. 'De Oude Bieb' is een inloophuis met kringloopwinkel
31.
De bomenpartijen op het 'kerkeiland' belemmeren vanuit de Kapoenstraat het zicht op de kerk. We lopen daarom een rondje Ring - op z'n Flakkees de Rienk - om te kijken of we elders meer beeld kunnen krijgen van het gebouw.
De Ring werd in vroegere tijden, zo rond 1600, aangeduid als Rinck en Dorpsrijnck. Tussen de achttiende en twintigste eeuw spreekt men over Kerkencingel en Kerksingel
32.
Wel krijgen we meteen zicht op het voormalige weeshuis (10259) dat - volgens de gevelsteen - in 1868 is gesticht.
Om al het voorwerk te bekostigen werden intekenlijsten voor giften gemaakt. Hierop werd voor ruim ƒ 5.000 toegezegd. Zo kon er voor elk kind een apart bed geregeld worden. Ook konden er twee secreten gemaakt worden. Het lekkende dak kon worden gerepareerd en er konden kachels en schoorstenen aangelegd worden.
De raad van Dirksland kwam op 6 en 27 maart 1868 bijeen om het reglement van het weeshuis goed te keuren.
Het echtpaar Matheus v.d. Slik en Dirkje van Ostende werden benoemd tot vader en moeder van het weeshuis.
De eerste wees die op 20 november 1868 werd opgenomen was Johannis Troelja, 20 jaar. Direct daarna werd zijn 18-jarige broertje Jacob Troelja ingeschreven, gevolgd door Kornelis Kastelein (19), Aren v.d. Vlugt (16), Lenderdert Aren v.d. Vlugt Cz. (7), Margrietha de Ruiter (17), Pieternella de Ruiter (10) en Louwrientje Struik (19).
In 1889 werd nog slechts een wees verzorgd, nadat er in de acht jaren ervoor velen het weeshuis hadden verlaten omdat ze meerderjarig waren geworden. De heer C. Driendijk en mej. de wed. De Graaff-Lodder waren in deze periode de regent en regentes van het weeshuis.
Eerder was er in Dirksland ook al een weeshuis. In 1820 wordt er namelijk een nieuwe vader en moeder gezocht, die op jaarlijks traktement van ƒ 150 per jaar deze post willen innemen.
De opgenomen jongens en meisjes kunnen tot hun 23e jaar in het weeshuis blijven. Hun opvang wordt gefinancierd door het Burgerlijk Armbestuur.
De bronnen van het Burgerlijk Armbestuur waren:
a. inkomsten van goederen tot het fonds behorende of later daaraan toegevoegd.
b. bijdragen door kerkelijke of bijzondere instellingen van weldadigheid.
c. verdiensten van de weeskinderen in het gesticht opgenomen.
d. collecten en giften.
e. toelagen van de gemeentekas.
Voor die tijd was het in gebruik als school, waaruit blijkt dat het pand zelf ouder is. Na 40 jaar stopte het weeshuis in 1907, de vier nog aanwezige wezen werden - net als voorheen - weer ondergebracht bij pleeggezinnen. De laatste wees van het weeshuis was Jacob Westdijk
33.
Nieuwsgierig geworden naar het waarom Johannis Troelja de eerste was en wat er van hem gekomen is, duiken we even in zijn familiegeschiedenis.
Johannis of Johannes Troelja kwam op 21 november 1848 te Dirksland ter wereld. Zijn ouders waren Leendert Eliza Jansz. Troelja en Pieternella Bakker. Zijn vader, geboren te Middelharnis op 10 december 1810, overleed in Dirksland op 41-jarige leeftijd op 26 oktober 1852. Leendert was op 11 maart 1836 te Dirkszand getrouwd met Pieternella, die in Herkingen was geboren op 10 juli 1811. Zij overleed in Dirksland op 1 maart 1858 op 46-jarige leeftijd. Johannis werd dus wees op 9-jarige leeftijd.
Leendert en Pieternella kregen echter 8 kinderen die hun overleefden. De oudste Elisabeth (1836-1869), geboren in Melissant op 20 december 1836 was toen haar moeder overleed een paar maanden 21 jaar. Broer Jan (1838-1860) was net een maand 20 jaar. Zus Neeltje (1840-1875) was 18 jaar en zus Cornelia (1842-1866) zou in augustus 16 worden.
Of de kinderen, de jongste - Maria - was nog net geen vier, zijn ondergebracht bij pleeggezinnen is ons niet bekend.
Tegen de tijd dat het weeshuis operationeel werd in 1868, voldeden de vijf oudste kinderen van Leendert en Pieternella niet meer aan de leeftijdgrens van 23 of waren al overleden. Johannis kwam - met zijn jongere broer Jacob (1850-1911) nog wel in aanmerking. Zijn jongste zusje Maria was net - op 17 december 1867 - op 15-jarige leeftijd overleden.
Johannis zal pas als 91-jarige leeftijd komen te overlijden in Dirksland, op 28 januari 1940.
Hij mag als 23-jarige het weeshuis op zaterdag 25 november 1871, om 15.00 uur verlaten. Twee jaar later gaat hij trouwen met Lena Breur. Hij is namelijk 25 jaar op zijn trouwdag, 20 november 1874, toen hij in de kerk te Herkingen huwde.
Met Lena kreeg hij drie kinderen:
Leendert Eliza Troelja (Melissant, 6-9-1875 - Dirksland, 8-3-1899),
Jacob Johannis Troelja (Melissant, 18-7-1880 - Dirksland, 2-3-1969) en
Pieternella Troelja (Dirksland, 14-3-1884 - Rotterdam, 25-12-1961).
Pieternella Troelja zal op 21 juni 1905 in Dirksland trouwen met Adrianus van der Wekke (ook voorkomend als Adrianus Wekker).
Pieternella en Adrianus krijgen diverse kinderen waarvan een groot aantal (zeer) jong komen te overlijden.
Hendrika van der Wekke (Dirksland, 19-6-1906 - Rotterdam, 29-3-1948).
Lena van der Wekke ( - Dirksland, 29-8-1908).
Arie van der Wekke (Dirksland, 26-5-1909 - ).
Lena van der Wekke (Dirksland, 6-7-1910 - ).
Elizabeth van der Wekke (Dirksland, 11-9-1912 - ).
Pieternella van der Wekke ( - Dirksland, 28-5-1914).
Pieternella van der Wekke (Dirksland, 5-3-1915 - Rotterdam, 17-12-1938).
Adrianus van der Wekke (Dirksland, 20-3-1919 - ).
Leendert Eliza van der Wekke (Rotterdam, 29-11-1920 - 30-1-1926).
Corrie van der Wekke (Rotterdam, 31-10-1925 - ).
Leendert Eliza Johannes van der Wekke (Rotterdam, 17-5-1928 - Bergen op Zoom, 3-11-1990), trouwde op 9 mei 1951 als 22-jarige met 20-jarige M. M. Slotboom, kreeg kinderen (o.a. dochter 24-6-1953, zoon 22-10-1955, dochter ll 14-8-1958, dochter 14-01-1960 en zoon 13-10-1961) en kleinkinderen, werd o.a. eigenaar garage met Quick Servicestation op de Hooidrift te Rotterdam, verkoper in schoonmaakartikelen, directeur GOM (Gebouwen Onderhoud Maatschappij) te Schiedam, campinghouder te Bergen op Zoom (Neerland 10).
In 1920 verhuizen Pieternella Troelja en Adrianus van der Wekke naar Rotterdam.
Pieternella Troelja overlijdt als weduwe - Adrianus (Dirksland, 24 juni 1883 - Rotterdam, 3 februari 1956) overleed 5 jaar eerder - op 77-jarige leeftijd in Rotterdam op 25 december 1961.
Arie van der Wekke (Dirksland, 26-5-1909 - ) huwt met de 26-jarige Rotterdamse Petronella Catharina Flock op 8 november 1945 in Rotterdam.
Ze krijgen diverse kinderen, een zoon op 20-10-1947, een zoon op 3-10-1949, een dochter op 13-2-1956 en een dochter op 29-12-1959.
Een zoon, Arie van der Wekke, zal trouwen met Martina Littel (Tineke). Zij krijgen twee kinderen: Peter Leonard Jan van der Wekke (die gaat trouwen met Maartje Marline Schot) en Petronella Catharina Martina van der Wekke (Marjolein)
34.
De broer van Pieternella Troelja (1884-1961), Jacob Johannis Troelja (1880-1969) trouwt als 25-jarige op 25 mei 1906 in Dirksland met de 23-jarige Adriaantje Kastelein (±1883 - Dirksland 25-9-1968). Ze is de dochter van Stoffel Kastelein en Adriaantje Robijn.
Ze krijgen in mei 1907 in Dirksland hun dochter Lena Troelja.
Ze krijgen een zoon, Stoffel Leendert Eliza Troelja (-8-1909 - 7-4-1976). Hij huwt met Sara Arentje Both en krijgen in december van 1954 dochter Adriaantje Lucretia (Erna), die op haar beurt huwt met C.I.B. Slui, waarmee ze Simone krijgt.
In januari 1912 krijgen ze (nog steeds in Dirksland) hun dochter Adriaantje Troelja. Zij trouwt met de heer Bestman.
In augustus 1915 volgt de volgende dochter, Pieternella Troelja. Zij trouwt met St. den Hollander.
In 1968 woonden ze aan het Poldersweegje 3.
Kort na het overlijden van Adriaantje zal Jacob op 2 maart 1969 komen te overlijden.
Jacob en Adriaantje kregen ook kleinkinderen en achterkleinkinderen, o.a. van Henk en Bep met Erna, Anja en Henja
35.
Kortom, het weeshuis heeft met Johannis Troelja een toekomstbestendig individu afgeleverd, die voor vele nazaten heeft gezorgd.
Het pand waarin het weeshuis werd gevestigd is echter veel ouder dan het genoemde stichtingsjaar van het weeshuis.
Het pand zal tussen het jaar 1600 en 1650 gebouwd zijn. De oudhollandse keldertegels in het pand zijn overduidelijk zeventiende-eeuws. De puntgevel wordt bekroond door een houten topfronton. De aanbouw heeft een opmerkelijke gevel en is in de loop van de tijd regelmatig voorzien van een ander aanzien. Soms heeft een deur, dan weer een raampartij of zoals nu een garagedeur
36.
In de tijd dat het pand werd gebruikt als school, had de schoolmeester naast het onderwijzen nog vele andere taken. Hij was onder meer waagmeester. De plaats van de waag zat achter de opmerkelijke gevel van de aanbouw
37.
Sinds 1949 is het (mede) in handen van Aart Willem Knöps. Vanaf 1967 zijn de bewoners Lena Knöps en Dingeman van der Heijden, gevolgd door Nelly van der Heijden en Hans van der Maas. In de stamboom zijn deze namen in het groen aangegeven.
voorgevels Ring 43 (1868) / G.J. Dukker (Gerard) - (fotograaf). - 08-1967
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed -
116.646
(CC BY-SA 3.0)
Het Armbestuur verkocht het pand in 1949 voor ƒ 11.200 aan de heren A.W. Knöps, D. Gestel en P.C. van Eck. Zij splitsen en verbouwen het pand aan de achterzijde in drie woningen. De verbouwing wordt geraamd op ƒ 15031. Ze krijgen hiervoor een bijdrage op de voet van de "Premieregeling Woningverbetering en -splitsing" ter waarde van ƒ 7.650.
Aart Willem Knöps of Knops (28-6-1885 - 10-5-1968), zoon van Johannes Gerardus Knöps en Hendrika Kemper, is op 7 december 1911 getrouwd met Jannetje Cornelia van Es (18-11-1887 - 18-1-1957), dochter van Hubertus Agatinus van Es en Tona Dijkman. Hij is meestersmid aan de Voorstraat A 186 in Dirksland. Hij slaagde eind 1921 voor het rijks diploma voor hoefsmid en was medeoprichter van de Bond van Smeden, Constructie- en Machinebedrijven (Smecoma), afdeling Goeree-Overflakkee in 1911. In het voorjaar van 1947 verkocht hij zijn smederij, woon- en winkelhuis met haarden en kachels onderhands aan Abraham Vijfhuizen te Herkingen. Ze verhuisden daarna naar de Geldersedijk 4. Voor zijn inzet werd hij koninklijk onderscheiden.
D. Gestel is architect - meester metselaar. Hij woont in Dirksland. Zijn grootvader A.D. Gestel ontfermde zich in 1884 ook al eens over het gebouw.
P.C. van Eck is een meester timmerman en woont in 1922 in Dirksland. Hij - P.C. van Eck J.Mz. - trouwt op 23 november 1922 met P. Arkenbout Ld.
38
Sinds 1967 is het bewoond door familie D. van der Heijden. Dingeman van der Heijden (27-7-1908 - Dirksland 9-3-1987) woonde hier met zijn vrouw Lena Knöps (6-7-1910 - Dirksland, 20-8-1992).
Lena is een dochter van Adrianus Knöps en Jannetje Wouterina Breur.
Vervolgens namen dochter N.A. van der Heijden (Nellie, Nelly) en schoonzoon, straaljagerpiloot en latere hoofd Gedragswetenschap van de Luchtmacht J.J. van der Maas (Hans) het pand in 1978 over.
Deze eigenaren gingen aan de slag, samen met architect Ad Gestel uit Middelharnis en in overleg met de Rijksdienst voor Monumentenzorg om het pand weer in oorspronkelijk staat terug te brengen
40.
Bij de wisseling van bewoners in 2004 ontstonden er na overdracht van documentatie over het pand van zijn voorganger, borrelde er nieuwe vragen op. Hierop startte K.J. Waleboer (voluit Kornelis Johannes Waleboer, Goudswaard, 12-7-1932 - Rotterdam, 26-7-2020) opnieuw een onderzoek. De resultaten werden gepubliceerd in het boekwerkje van 132 bladzijden, getiteld Het weeshuis te Dirksland : 1610 - 2009 : 400 Jaar geschiedenis, dat voor € 35 beschikbaar werd gesteld
41.
We lopen verder over de Ring naar de Irenelaan en zien naast het Hervormd Verenigingsgebouw onder de wiek een pand staan, dat door zijn twee pilasters in de gevel met daartussen een dakgoot, opvalt. Dit zou suggereren dat het zadeldak afgewolfd is, maar aan de nok te zien is dit niet zo. Bijzonder.
Doordat we hierbij stilstaan valt ook iets anders op, namelijk het straatwerk. We treffen hier op de Ring een zestal uitvoeringen van straatmakerskunst: de wieken, een huis, een grondvlak van een achtkantige molen, een windroos, een esculaap, een zon.
De wieken treffen we dus voor het verenigingsgebouw aan, dat de naam er aan ontleent.
Voor het volgende pand (het kantoor van de Woningbouwvereniging) komen we een huis tegen.
We lopen even weer terug naar de T-splitsing met de Irenelaan en zien daar iets dat lijkt op een grondvlak van een achtkantige molen.
Wanneer we de route over de Ring vervolgen, komen we bij het bruggetje over de kerkgracht naar de kerk een windroos tegen.
Verderop komen we voor de voormalige dokterswoning een esculaap tegen.
En ten slotte zien we in het deel van de Ring dat de Zomerstraat heet, de zon stralen ter hoogte van de huidige huisartsenpraktijk J.A. Kooij
42.
Maar dat komt pas straks, we komen eerst aan bij de windroos.
Toren vanuit het westen (detail boogbrug) / (Gerard) G.J. Dukker (fotograaf). - 08-1972
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 145.453
(CC BY-SA 3.0)
Bij de windroos ligt de boogbrug met balustraden over de kerkring (29378), zodat de kerkgangers naar de kerk kunnen. De gemetselde boogbrug is rond 1955 gebouwd, ter vervanging van een ijzeren bruggetje, dat ook wel de Kerkbrug werd genoemd in de periode dat men nog sprak over de Kerksingel i.p.v. Ring. De vervanging van de brug gebeurde gelijktijdig met de restauratie van de kerkgracht waarvoor de architect uit 's-Gravenhage, de heer Bolt een plan had gemaakt, waarbij het Instituut Stad en Land en de Rijksdienst voor Monumentenzorg een adviserende rol hadden. Het hekwerk is - zoals eerder vermeldt - gemaakt door Cornelis Mulder
43.
Ook wij lopen even over de boogbrug en zodoende krijgen we de mogelijkheid om de toren zo goed als helemaal in beeld te krijgen.
Het ANWB-informatiebordje vermeldt dat deze kerk het oudst is van Goeree-Overflakkee
44.
Dat is natuurlijk ook niet vreemd, gezien de eerste bedijking vóór 1284 nOJ en herbedijking in 1415 plaats vond. Vóór 1275 zou Diderik van Zierikzee eigenaar van dit opgekomen land geweest zijn.
Hoe je eigenaar wordt van zoiets, is ons nog steeds een raadsel. Pierre-Joseph Proudhon (1809-1865) vraagt zich dit in zijn Qu'est-ce que la propriété? (Wat is eigendom?) uit 1840 ook af.
Floris [IV] , die leefde tussen 1210-1234, ging met Costijn van Zieriksee op 15 mei 1229 een ruil aan "van grond in Schouwen tegen goederen in Zierikzee". Zierikzee werd in deze oorkonde geschreven als Sericze en Zerixzee, Schouwen als Scouden en Duiveland als Duueland. In de oorkonde wordt ook Dircslant genoemd. Diens kleinzoon (en dus weer een) Floris [V] noemde het in 1275 een zoutland.
Deze Floris [V] zou op 25 juni 1284 Dirksland en Grijsoorde verkopen aan Albrecht van Voorne. Het "Zoutlant, genaamd Diederiksland, gelegen ten zuiden van het water genaamd Sonnemare, 't welk eertijds het land is geweest van heer Hugo van Zierikzee, ridder, van Johannes zijn broeder en van de zonen van Diederik van Zierikzie".
Voor Dirksland komen we diverse schrijfwijze tegen, die telkens hetzelfde uitdragen: Diderixland, Diederichslande, Diederiksland, Diederixland, Dirckslant, Dircslant, Dirks-land, Dirkxland, Dirxland.
Dit had hij op 2 januari 1279 ook al aangegeven: Florentius comes Hollandie universis presentes litteras visuris salutem. Notum facimus universis quod nos vendimus domino Aelbert domino de Vorne, dilecto et fideli nostro, terram illam que vocatur Diederixland jacentem inter aquas que dicuntur Sonnemaer et Greveninghen, que terra fuit condam filiorum Theoderici de Zerixsee, domini Hugonis dicti condam de Zerixee et Johannis fratris sui, Wolfaerdi et Dancardi filiorum Pauline fratrum, Colini et Hellinx filiorum Johannis fratrum, pro centra summa pecunie quam idem dominus de Vorne nobis integraliter persolvit.
Et dictam terram ipsi abhinc in posterum tytulo proprietaris libere et quiete conferimus possidendam, volentes ut ipse de dicta terra tamquam de suo proprio ordinet et disponat, secundum sue libitum voluntatis. Testes ver qui presenti emptioni interfuerunt fuerunt dominus Arnoldus de Breda et dominus Nycolaus de Catse. In cujus rei testimonium presens scriptum sigillo nostro fecimus communiri. Datum apud Middelborch feria secunda post circumcisionem Domini, anno Domini millesimo CCLXXVIII.
Dit werd ruim twee eeuwen geleden vertaald als: Wy Floris Graave van Hooland, alle die deeze tegenswoordige zien Heil! wy maken aan alle bekent, dat wy aan Heer Albert, Heer van Voorne, onze lieve en getrouwe verkogt hebben, het Land genaamd Diederiks Land, geleegen tusschen de Wateren die genaamd zyn Zonnemaare, en de Greevening, 't welk eertyds toebehoort heeft aan de Zoone van den Heere Diederik van Zierikzee, aan Heer Hugo, eertyds genaamd van Zierikzee, en Johannis zynen Broeder, en Wolfaard en Dankaard, Zoone van Paulina, en aan de Broederen Colyn, en Hellenx, de Zoonen van de Broederen van Johannis, voor zekere somma Gelds, welke dezelve Heer van Voorn, ons geheel en al betaald heeft, en dat wy het voornoemde Land, van nu af aan, in het toekomende met titul van eigendom, aan hem vry en gerustelyk overgeeven, willende dat hy over voornoemde Land, als over zyn eigen goed ordonneere en disponneeren zal, naar zyn goedvinden en wille.
De getuigen die over deezen tegenwoordigen Koop gestaan hebben, zyn Aernaut van Breda, en Heer Nicolaas van Katze."
Geschreven te Middelburg de tweede Ferre of Vierdag na de Besnydenis onzes Heeren, in het Jaar des Heeren 1278.
En misschien was Diderik wel de eerste bedijker. Dit zou dan ook de verklaring moeten zijn van de naam Dirksland
45.
Mooi dat in deze aankondiging Dirksland wordt gepositioneerd tussen Sonnemaer en Greveninghen.
D.K. Soldaat-Poortvliet stelt zich in "Zeumerwind" het begin van de bewoning op Dircslant voor: "Allen kwamen van de overkant van het water. Als kolonisten strekken ze hier neer in het nieuwe land en gezamenlijk proberen ze er het beste van te maken.
In de polder liggen nog op hun hun hillen de eenzame boerderijen. Sommige stammen nog van voor de bedijking; nu enkele tientallen jaren geleden."46
Wat hierbij trouwens niet onbenoemd mag blijven, is dat de vaders van Floris I-III ook een Dirk was.
Nadat de eerste bedijking in de brief van uitgifte door hertog Jan van Beijeren van 13 november 1415 aan "de aannemers der dijkage Pieter Claeszone en zijne medegezellen vergund" had plaatsgevonden, werd ook de belofte aan hertog Jan van Beieren ingelost, om een kerk 'ter eeren Godts' te bouwen. Tegelijk met de start op 17 augustus 1416 van de aanleg van de dijk, werd ook begonnen met de bouw van de kerk. Het eerste gebouw dat werd gebouwd, was ook al een tufstenen gebouw en had een rieten dak. De ramen waren voorzien van 'glas metten ijseren', oftewel glas-in-loodramen
47.
Boven de toegangsdeur van de toren treffen we het oudste gevelsteen van Goeree-Overflakkee aan. We kunnen nog wel het jaartal lezen, maar de boodschap van de steen is verloren gegaan: Int jaer M CCCC LXXX III ende48.
Honderd jaar geleden dacht men dat er "Int jaer MCCCCLXXXVIII... Jan Jansz. de erste steen." zou staan
49.
Ook wordt de tekst geïnterpreteerd als de datum 24 juni 1488. Het is echter niet bekend wat ermee bedoeld wordt. Wel wordt tegenwoordig gedacht, dat het "in ieder geval geen betrekking op de vroegste bouw van de kerk, zoals in het verleden wel werd aangenomen"
50.
Via de esculaap en in de Zomerstraat - wat wij interpreteren als - de zon, komen we bij een hoekpand met de Nieuwstraat, waaraan gewerkt wordt. Het draagt de naam "'t Huis met de luifel". Een luifel draagt het momenteel niet.
De Zomerstraat staat in de zon (wanneer deze schijnt) in tegenstelling tot de Winterstraat, zo luidt de naamsverklaring voor beide straatnamen.
De Nieuwstraat werd voorheen "den Achterweg" of "de Lange Mispit" genoemd. De mispit is daarbij een verwijzing naar de mestvaalten, een platte hoop mest en gft dat door bewoners van de Voorstraat hier verzameld werd.
Toen in 1992 De Motte wegens de aanleg van een parkeerterrein een proefopgraving mocht doen, bleek dat hier enkele kreekjes hadden gestroomd tot het moment van de inpoldering. Vondsten tonen aan dat men daarna de beddingen is gaan volgooien met afval. Zo kwam er tijdens het onderzoek nog botten, aardewerk en leerrestanten naar boven.
Het parkeerterrein zou 'De Welle' gaan heten. Dit is een vernoeming naar de zeventiende-eeuwse gestapelde welput die toen ook ontdekt is en nu onder het wegdek ligt. De put is als herinnering weer zichtbaar gemaakt.
In de eerste kwart van de twintigste eeuw was eerst de slagerij van Kaslander in het pand gevestigd. Vervolgens vestigde Dingeman van der Heide - doelend op Dingeman van der Heijden - er zijn winkel in elektronica
51.
Jac. Kaslander zal rond 1916 met zijn slagerij hier begonnen zijn. Hij verkocht toen namelijk zijn slagerij te Melissant
52.
Of de luifel toen al aan de gevel bevestigd was, wordt niet duidelijk.
Aangezien er in 1928 door 19-jarige zonderling de gevel is besmeurd met carboleum (lees carbolineum, een destillaat van steenkoolteer om hout te beschermen - dat sinds 2001 verboden is, vanwege grote gezondheidsrisico's), dat tevens door een openstaand tuimelraam ook naar binnen is gelopen, is er een behoorlijke schade ontslaan. Een luifel wordt niet genoemd
53.
Op een oude foto uit de tijd van de slagerij, staat de luifel echter wel al. Een oudere foto laat de vorige bebouwing zien, zonder luifel. Het ligt dan ook voor de hand dat bij de nieuwbouw de luifel meteen is meegebouwd
54.
Boekhandel "De Luifel" volgt de elektronicawinkel van Van der Heijden op en opent op donderdag 10 november 1977 haar deuren. De boekhandel zou zich verder ontwikkelen tot kantoor- en boekhandel.
Deze kantoorboekhandel wordt op 1 april 1985 overgenomen door het echtpaar Adrie Tieleman (was boekhouder) en Wilma Vervloet (was verpleegster).
Het adres wordt ook gebruikt door de Woningbouwvereniging "Dirksland" waarbij de bewoner dhr. A.C. Tieleman optreedt als secretaris van de vereniging. Vanaf de jaren negentig worden er ook computers verkocht. Een uitbreiding met een postagentschap zou in 1993 volgen
55.
In de zomer van 1993 wordt voor de helft van ruimte van de boekhandel voortaan gebruikt door een nieuw postagentschap in combinatie met de van Dick Grootenboer overgenomen tabakswinkel, dat op naam van Wilma Tieleman-Vervloet komt te staan. Het volgend jaar wordt de ruimte uitgebreid met het pand van op nummer 8, waarin voorheen de ABN-bank gevestigd was
56.
Op woensdag 4 april 2001 wordt Stip Drogisterij (onderdeel van DA) 'de Moriaan' geopend door Henk en Ida Eekhof, met assistente Nicole. De naam 'de Moriaan' is een verwijzing naar de drogist in Rockanje, waarvoor ze voordien werkten. De drogist in Rockanje heette daar namelijk al sinds 1922 Moree, naar de familie die daar de zaak zijn begonnen. Henk Eekhof zit zijn hele leven al de drogisterij en komt uit een drogistenfamilie. Zijn grootvader was in 1924 in Veendam gestart met een drogisterij, zijn ouders in Rotterdam - waar hij dan ook geboren is
57.
Hoewel het pand momenteel gerenoveerd wordt, kunnen we hier toch doorheen prikken en genieten van het houtsnijwerk van de pui en de fraaie tegels die eronder te bewonderen zijn. Het pand stamt uit 1907
58.
toren, Irenelaan, Dirksland
Omdat we nog een poging gaan doen om een zicht op de hele kerk te krijgen, keren we om en lopen door de Burgemeester C. Zaaijerland naar de Beatrix- en Irenelaan. Het lukt ons hier en daar het bovenste deel van de toren te zien, maar meer dan dat lukt niet.
Bij de Irenelaan lopen we weer langs de 'Oude begraafplaats'. Uiteindelijk wordt ons ommetje beloond en krijgen we iets meer zicht op de toren. Maar ook hier belemmeren bebouwing en de bomen het zicht op het gebouw.
Doordat we - wanneer we weer bij de Ring zijn aangekomen - richting de Kapoenstraat lopen om even iets uit de wagen te halen, krijgen we een beter beeld van rijen bebouwing van de Tuinstraat. Door de plaatsing van de vele dakkapellen met dezelfde kleurstelling ontstaan er een fraai lijnenspel.
Wanneer we voor de tweede keer bij de wagen vertrekken, wandelen we weer de Ring op, maar nu richting Voorstraat.
Als eerste komen we de tot atelier omgebouwde schuur tegen van Foke Stribos.
Foke is in 1949 geboren in Weert en heeft zijn opleidingen gedaan bij de Academie voor beeldende kunsten St. Joost te Breda (1968-1973) en Jan van Eyck Academie en Stadsacademie voor toegepaste kunsten te Maastricht (1973-1975). Ook bezocht hij de Hogeschool Rotterdam (1994) en Willem de Kooning Academie (2000-2001) te Rotterdam. Sinds 1995 is hij hier neergestreken, al kwam hij in 1983 al naar Dirksland.
Naast het creëren was hij ook docent Beeldende Vorming CKV bij CSGPM Middelharnis. Kortom, hij leerde, past toe, ontwikkelt en droeg over.
Met een fotograaf als vader "wiens camera alles ziet" (Fons Stribos, 15-11-1927 - 16-09-2007) en in haar kleurrijke, lange rokken schilderende moeder (Anny Nederveen, 25-4-1921 - 17-2-2010) is de beeldende kunst hem met de paplepel ingegoten
59.
De Voorstraat is waarschijnlijk op een van de oevers van de Smalle Gooy gebouwd. Gedacht wordt dat de Smalle Gooy voor de inpoldering in verbinding stond met de Boomvliet60.
Het grootste pand (10256) van de straat komen we onmiddellijk tegen, wanneer we de Zomerstraat zijn gepasseerd. Dit was het voormalige gemeentehuis van de gemeente Dirksland. Het in Neoclassicistische stijl opgetrokken gevel uit 1835 is sinds 1951 weer in baksteen te zien. Daarvoor was het bepleisterd.
Nadat in 1966 de gemeentelijke herindeling op Goeree-Overflakkee plaats vond, waarna de gemeente Dirksland werd uitgebreid en ging bestaan uit de dorpen Dirksland, Herkingen en Melissant, verdween ook het gemeentewapen van de gemeente Dirksland tot 1966.
Het Wapen van Dirksland is gemaakt door Cornelis Mulder (1908-1996), waaraan zijn vrouw Leuntje Knops (1915-2012) ook heeft meegeholpen.
Wat wel nog overgebleven is uit deze gemeentehuisperiode is het lantaarntje in het bovenlicht. Dit lantaarntje is mogelijk vervaardigd door leerlingen van de Ambachtsschool.
Het oude Wapen van Dirksland verhuisde mee naar het nieuwe gemeentehuis, waar het een plekje kreeg in een van de gangen.
Nadat Goeree-Overflakkee in 2013 een gemeente werd, blijkt het oude Wapen van Dirksland spoorloos te zijn
61.
In het timpaan van het fronton vinden we een opmerkelijk oeil de boeuf. Het bevat namelijk drie elkaar centraal kruisende boogpijlen. Of het enig symboliek vertegenwoordigd en welke dit dan is, blijft onduidelijk. Veelal staat een pijlenbundel voor eendracht. Mogelijk is het dus een verwijzing naar de drie dorpen die tussen 1966 en 2013 de gemeente Dirksland vormde
62.
Het pand (10257) links naast het voormalig gemeentehuis heeft trouwens een soortgelijke opmerkelijke sierlijke en golvende aanbouwgevel als we zagen bij het weeshuis .
drie tinten kleibaksteen geel rood blauw
Deze kwamen we tegen in Ditzum
Hoewel in de Voorstraat diverse panden de status van Rijkmonument dragen, hebben we ook oog voor andere fraai vormgegeven gevels, zoals bijvoorbeeld op nummer 28 met art deco-invloeden
63.
Dit pand is oorspronkelijk gebouwd in 1855. Hieruit mogen we concluderen dat de gevel later is toegevoegd. De gevel is hier gemetseld met de twee donkerste tinten van de kleibaksteen. We komen deze combinatie ook - in andere art deco-vorm - tegen bij de nummers 36 en 48, die respectievelijk in 1927 en 1910 zijn gebouwd
64.
Bij dit pand op nummer 28, valt vooral de uitstekende dakgoot op, maar ook de betonrand boven elk raampartij kunnen we niet over het hoofd zien.
Erg nieuwsgierig raken we bij het zien van de raampjes op - vermoedelijk - kelderniveau. We stellen ons zo voor, dat het werd gebruikt voor de aanvoer van levensmiddelen die meteen in de kelder geplaatst kon worden. Nieuwsgierig zijn we naar de constructie die daarvoor uitgespaard zal moeten zijn in de ruimte erboven, naar we aannemen de woonkamer.
Naast het art deco-pand op nummer 36 met robuuste gevel, zien we ook een fraaie gevel in een andere stijl, dat wel de monumentstatus (11424) heeft.
Aan de overkant valt een pand op dat symmetrisch overkomt, maar volstrekt niet is. In eerste instantie valt het oog - wanneer we komen aanlopen - op het ronde hoekraam, met fraai ornament. Net als nummer 28 heeft ook dit pand grote dakgoten.
Het pand is in 1916 gebouwd
65.
In het laatste art deco-pand op 48, een winkelpand, is Snackbar / Petit Restaurant Maarten gevestigd. M.M. de Jong heeft hiervoor vanaf 30 mei 2007 een drank- en horecavergunning ontvangen
66.
Schuin aan de overkant treffen we een travalje en wielpit aan op de Voorstraat.
voorgevel Voorstraat 37 / (Gerard) G.J. Dukker (fotograaf). - 08-1967
smederij met travaille
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 116.662
(CC BY-SA 3.0)
Het Franse travaille, de hoefstal, kwamen we ook tijdens deze reis historisch gezien al vaker tegen in Ooltgensplaat en in Stad aan 't Haringvliet . Maar ook in het Friese Langweer en het museumdorp Allingawier en Zeeuwse Kats , Hulst en Grijpskerke zijn ze te vinden.
Deze hoefstal van de smid Arnoldus van der Pol staat hier vanaf 1793.
In de jaren '30 van de twintigste eeuw konden we hier smid Knops vinden. In 2005 is het compleet vernieuwd.
Was de hoefstal een hulpmiddel voor de smid om het paard in bedwang te houden tijdens de vervanging van de hoefijzers - een klus van toch al gauw twee uur, de wielpit of wielsteen was ook een hulpmiddel. In dit geval om een wagenwiel in bedwang te houden, wanneer het werd voorzien van een nieuwe gloeiendhete ijzeren band.
Dit was trouwens een klus voor vier personen. Nadat de nieuwe band in het smidsvuur op maat en roodgloeiend was gemaakt, werd het met vier bandhaken door de vier personen naar buiten gebracht en rond het houten wiel gelegd. Het kan ook met twee personen, waarvan een twee bandhaken had en de andere slechts een. Nadat de band goed lag, werd het door twee personen met bandklemmen op zijn plaats gehouden, terwijl de twee anderen de band met houten hamers de band op de juiste plek werd geslagen. Vervolgens werd er snel water over gegoten, zodat het hete ijzer het hout niet in vlam zette en door de afkoeling krimpt, zodat het vast rond het wiel kwam te zitten
67.
Aan de overkant staat op het hoekje met de Palingstraat een pand uit 1913, met een gevel waarin met muurankers 1947 is aangeven. Het pand loopt achter de buren door naar de achtergelegen Onderlangs
68.
Naast de smidse zat in de Voorstraat op de hoek met de Winterstraat ook al heel lang een hotel. We zitten inmiddels vlakbij de haven, waarmee ook hotelgasten als handelsreizigers werden aangevoerd.
Van dit pand is bekend dat het sinds ± 1700 een herberg en logement is.
In het huidige pand hebben zeker Dorpslogement en later Hotel "Brooshooft" gezeten.
Pieter Brooshoofd was op de hoek Voorstraat en Winterstraat rond 1830 kastelein van de Dorpsherberg.
Het zal deze Pieter Brooshoofd - als zoon van Marinus Brooshoofd en Grietje Both - zijn, die op 5 mei 1814 trouwde met Lena van der Schenk, de dochter van Pleunis van der Schenk en Willemtje van den Berg. Pieter was eerder getrouwd geweest met Maatje van de Gevel.
Lena zette de herberg na het overlijden van Pieter door en was in 1866 nog actief.
Tussen 1885 en 1908 staat er wederom een P. Brooshooft, voluit Pleunis Brooshooft, aan het roer van de herberg. Hij is op 23 maart 1861 geboren.
Pleunis komt als 73-jarige te overlijden als echtgenoot van Tijsje Roodzand op 20 augustus 1934. Zij waren in juli 1882 getrouwd. Tijsje in op 28 september 1863 geboren en overleed drie jaar na haar man op 22 september 1937, eveneens 73 jaar
69.
In mei 1929 komen we een eerste keer de naam van Polderman tegen als opvolger van de herberg van den Doel. L.I. Polderman heeft de herberg toen van den Doel overgenomen.
We komen H. van den Doel in 1913 tegen als eigenaar van een herberge. Dit jaartal sluit weer aardig aan bij 1908 toen het nog van P. Brooshoof was. Aangezien we H. van den Doel, vroeger Brooshoofd, in juni 1912 tegenkomen, mogen we aannemen dat de overname kort daarvoor, dus begin 1912 is geschied
70.
Deze werd opgevolgd door Hôtel "Polderman". Hotel Polderman komen we vanaf 1929 tegen.
Leendert Izak Polderman (1896-1990) was op 19 februari 1929 te St. Maartensdijk getrouwd met Anthonetta Catharina Lindhout (1901-1995).
Het stel zal dus na het huwelijk gestart zijn met de herberg.
Hij was een zoon van Martinus Polderman (1872-1910) en Hendrika Giljam (1872-1950) en werd op 11 mei 1896 te Sint Maartensdijk geboren.
Hendrika Giljam (1872-1950) ging op ondertrouw op 22 november 1895 met landbouwer Martinus Polderman (1872-1910), zoon van Leendert Izak Polderman en Alida Hoek. Ze huwden op 5 december 1895. Aangezien Martinus vrij jong overleed en de kinderen nog jong waren, hertrouwt hotelhoudster Hendrika op 13 maart 1914 met Martinus' broer koopman Gerard Polderman (1870-1939).
Het hotel werd voortgezet als Hotel van Haren. Het echtpaar Polderman-Lindhout zijn dan rond de 62 en 57 jaren oud en hebben er zo'n 30 hoteljaren opzitten. Ze zijn dan nog onwetend dat ze nog 32 jaren en 37 jaren in het verschiet hebben liggen
71.
Dit Hotel van Haren was actief tussen 1958-1966
72.
En later C.G. Jansen-van Haren.
Zij was actief in 1962.
73.
De volgende eigenaar werd C.G. Jansen, dat ook als Hotel-Café-Restaurant C.G. Jansen doorging.
74.
Daarnaast komen we nog een Hotel-Café-Restaurant T. v.d. Heijden tegen
75.
In de jaren zeventig verloor het gebouw deels en tijdelijk de horeca-functie.
Er is echter nog steeds een hotel gevestigd in het pand, dat in 1973 't Galjoen werd genoemd. In augustus wordt het Café-Restaurant in de verkoop gedaan. Er werd ƒ 82.000 op ingezet
76.
Het jaar 1977 wordt dit als "Kolossaal, in centrum van dorp gelegen, pand met c.v." met 4 verdiepingen opnieuw in de verkoop gebracht. Het wordt nog steeds aangeduid als "voormalig Hotel Polderman". Het dient geheel gerenoveerd te worden. De vraagprijs is desondanks in vier jaar tijd gestegen tot ƒ 179.000. Twee maanden later was de prijs met ƒ 10.000 gezakt. Drie maanden later werd er weer ƒ 9.000 van de vraagprijs gehaald. Was de vraagprijs in 1977 tot ƒ 160.000 gezakt. In mei 1978 wordt de vraagprijs flink verhoogd, ƒ 195.000 wordt het nieuwe bedrag. Een nieuwe makelaar laat het pand voor ƒ 130.000 k.k. gaan in mei 1984
77.
Het werd in mei 1987 in de verkoop gezet als een gerestaureerd woon-winkelpand voor ƒ 350.000. In augustus werd de verkoopprijs verlaagd tot ƒ 225.000
78.
Liestbeth van Ast wil met haar man Jaap na het beëindigen van haar atletiekloopbaan in 1994 in het pand een restaurant starten. Ze heeft hiervoor de doelgroep middelklasse families in gedachten. Het dient tevens de functionaliteit van een pension te krijgen. In mei wordt het voorbereidingsbesluit om niet beschreven reden ingetrokken
79.
Op de hoek van het voormalig hotel zien we een opmerkelijk tafereel verschijnen. Allereerst stijgt de weg. Daarnaast blijken hier - naast de Voorstraat en Winterstraat - nog meer wegen samen te komen: Secretarieweg, Heul, Kaai, Straatdijk en Onderlangs. De Heul en Kaai lijken samen een cirkel te vormen. De Heul trekt met zijn naam de aandacht.
Zal het een hill, donk of misschien zelfs wel een vluchtheuvel of terp zijn van weleer?
De kern van dit begrip ligt in Zuid-Holland als waternaam. De Vlaams-Zeeuws-Hollands-Utrechtse naam Heul blijkt een pyp-functie aan te duiden, al gaat hier slechts om het boogbrug of duiker gedeelte. Hier werd het overtollige water van Dirksland - dat aansluiting had op de deels vergraven of gegraven watergang de Smalle Gooi, dat door het dorp meandert - gespuid op de haven.
Dat er vervolgens een huis in 1618 op de Heul wordt gebouwd, uiteraard ook op de dijk, maar duidelijk ook cirkelvormig uitdijend, doet de gedachte teruggaan naar de vraag. Het betreffende pand op nummer vier heeft - voor ons onzichtbaar door wat leilindes - de volgende tekst op de gevelsteen tussen de luiken van de eerste verdieping staan: ’t Is voor menighe een grot besware, dat sy een ander wel sien vare.
Een andere Heul, namelijk de Rotterdamse Schie, die in 1340 is gegraven of vergraven, vertoont eenzelfde afgunst. In dit geval zijn de Delftenaren afgunstig op Rotterdam, die hiermee voordeel behalen ten nadele van de Delftenaren. De doorgang is beperkt geworden. Om de Rotterdammers dwars te zitten lieten de baggeraars van de Delftsche Schie voor de ingang van de Rotterdamse Schie een flinke ondiepte liggen. De grote schepen moesten zodoende hun lading ontladen en belemmerde daarmee de doorgang.
Ook haalden ze een stunt uit bij de brug bij de Heul. Deze brug was inmiddels - ten behoeve van de grotere schepen - voorzien van een opneembaar dek, zodat ook de grotere schepen erdoor konden varen. Dit met de hand op te tillen dek was gemaakt van vuren of grenen. Toen het vervangen moest worden, hebben de Delvenaars hiervoor eiken gebruikt, waardoor het dek tweemaal zo zwaar was geworden
80.
Wij wandelen intussen de Straatdijk op, een smalle dijkstraat. De Straetdiek was een eeuw geleden een gezellige winkelstraat met alle winkels die je toendertijd nodig had. Dat was langzaam zo gegroeid, het waren daarvoor voornamelijk woonhuizen. En dat is het nu ook weer geworden, zoals we zien.
Halverwege de straat tegenover - hoe kan het ook anders - de Smidsslop treffen we een voormalige smederij van Arie Nieuwland (1890-1964) aan. Hij had het op 1 juli 1919 van zijn vader Frans Nieuwland overgenomen. Wel bleef vader Frans de handel in huishoudelijke artikelen en rijtuigen zelf doen.
Arie van getrouwd met Teuntje Jacomijntje Cornelia van Walbeek. Later zijn beide overgenomen door Arie zijn kinderen, de broers Frans en Cor Nieuwland
81.
Een paar panden verder vinden een herinneringssteen aan de muur van een nieuwbouwwoning:
Hier stond het geboortehuis
van
Willem Walraven
journalist en schrijver
07-06-1887 tot 13-02-1943 "En er gaat geen dag voorbij
dat ik niet aan Dirksland denk"
Willem Walraven was de zoon van de kruidenier Frans Walraven en Antje van Kassel. Hij schreef ook onder pseudoniem Maarten Cornelis.
Het beeld dat hij over zijn eigen leven schetst, is er een van verbanning. In postscriptum bij een brief dat hij in 1939 verstuurde, schrijft hij
"Ik lag zooeven op bed te denken, dat ik eigenlijk 48 jaar verbannen ben geweest van de 52. N.l. 19 jaar in Dirksland, 5 jaar in Canada en 24 jaar in Indië. (...) Ik was alleen niet verbannen 2 jaar in Delft en 2 jaar in Rotterdam. De rest is ballingschap en anders niet."
Zijn beginjaren thuis waren niet goed. De verhoudingen tussen hem en zijn ouders waren ronduit slecht te noemen.
De relatie met zijn moeder - zelf een schippersdochter - kwam onder grote druk te staan, toen zij de 19-jarige Willem verbood om de liefde van 'een arm schippersmeisje' te beantwoorden. Het meisje genaamd Anthonia Hendrika Okker, geboren op 24 maart 1884 in een vaartuig liggende in de IJssel (aangegeven in Krimpen aan den IJssel) en de dochter van schippers Pleunis Okker en Elizabeth Bons, bleek echter na dit verbod al zwanger te zijn van Willem. Het dochtertje Maria Elisabeth werd op 10 maart 1908 geboren en werd - zogenaamd ver weg - in Klundert aangegeven. Of 'ver weg' de reden van de aangifte in Klundert was, lijkt onjuist, aangezien schippers nu eenmaal veelal varen. De baby overleed al 6 weken later in Dirksland op 24 april 1908, dus in het dorp waar het waarschijnlijk verwekt is.
Anthonia zou op 19 november 1908 in Oude-Tonge trouwen met Jan den Rooijen. Op 29-jarige leeftijd zal ze in Dordrecht op 30 juni 1913 komen te overlijden.
Willem zou het verbod om Anthonia te zien zijn moeder nooit vergeven.
In een poging dit te ontlopen emigreert hij naar Canada om vijf jaar later weer berooid voor de Dirkslandse deur te staan. De situatie wordt als snel weer onhoudbaar, zodat hij voor drie bij het KNIL tekent. Hij wordt telegrafist op Java. Hij trouwt na die drie jaar, in 1918, vervolgens de Soendanese Itih, waarmee hij 4 zoons (waarvan 1 jong overleed) en 5 dochters kreeg.
Een van deze dochters werd op 18 maart 1927 geboren. Hij gaf haar de naam Elisabeth Marie - bijna de naam van zijn eerstgeboorne die hij nooit heeft gezien. Dat verklaart zijn haatgevoelens jegens zijn moeder.
Wel zou hierdoor elke dag aan Dirksland blijven denken.
Vanaf 1930 leeft hij van zijn schrijven als freelancer.
Op 13 juli 1942 wordt hij door Jappen weggevoerd naar het interneringskamp Kesilir. Hier overlijdt hij op 13 februari 1943 aan malaria, dysenterie en algehele uitputting
82.
Na de Straatdijk lopen we terug naar het water van de haven. In 1970 verliet voor de laatste keer een binnenvaartschip de haven
83.
De gebouwen aan de Kaai van toen staan er echter nog wel. We vergapen en verbazen ons even over het klontje gebouwen dat aan de Kaaizijde van de Heul ligt.
Het pand zou volgens de administratie uit 1915 komen, terwijl op het gebouw in romeinse cijfers 1919 staat geschreven.
Het pand had, toen het gebouwd werd, een topgevel. Het zal op een gegeven moment als plat dak zijn samengetrokken met het pand ernaast
84.
Mattheus Gerrit de Graaff had hier tussen 1956 en 1957 zijn aardappelhandel met beurtdienst Dirksland-Rotterdam v.v. Hij had deze beurtvaart overgenomen van zijn vader Adriaan de Graaff . Na '57 bleef de aardappelhandel over, de concurrentiestrijd tegen het vervoer per as was verloren. Het schip Neeltje werd verkocht aan een mosselvisser in Bruinisse en kreeg BR 31 op de boeg.
Ook Adriaan had het beurtveer weer van zijn vader Mattheus Gerrit overgenomen. Dit gebeurde in 1919. Deze had het weer samen met zijn broer Pieter Christoffel overgenomen van hun vader Adriaan . Deze Adriaan (1813-1889) was deze beurtvaart in 1864 gestart. Hij kreeg in 1883 een vaste ligplaats in de haven van de B en W van Dirksland.
Kleinzoon Adriaan de Graaff had het huidige pand echter in 1919 laten bouwen met stenen die hijzelf hier naartoe had gebracht. Ze waren afkomstig uit een windmolen bij Krimpen aan den IJssel. De metselaar meldde dat er 99.000 oude stenen waren gebruikt met daar nog bij 1500 Waalstenen en 2650 IJsselklinkers.
Vanwege het feit dat de molens uit Krimpen aan den IJssel die voor 1919 verdwenen zijn op een na alle grondzeilers of wipmolens zijn, is het verlokkelijk te stellen dat het de stenen zijn van de hoge stellingmolen dat als zaagmolen werd ingezet in Krimpen aan den IJssel. Deze zaagmolen zou rond 1898 verdwenen zijn. Mocht het inderdaad om de stenen van zaagmolen gaan, dan zullen deze dus geruime tijd ergens opgeslagen hebben gelegen. Bewijs is hiervoor echter niet aanwezig.
In 1923 liet Adriaan in schip Neeltje, een zeilklipper van 85 ton vernoemd naar zijn moeder, dat zijn vader in 1890 op de werf bij Boot in Alphen aan de Rijn had laten bouwen, een nieuwe 30 pk motor uit de Bronsmotorenfabriek van Jan Brons (1865-1954) te Appingedam laten plaatsen.
Adriaan had met zijn schip tijdens WOII het nodige vervoerd om hongerend Rotterdam van voedsel te voorzien.
Ook ging er soms een hele lading naar het verzet. Ook vrachtjes met onderduikers of geallieerde oorlogsvliegers, wapens, illegale bladen en ander smokkelwaar werden - zonder dat de Duitse bezetters er ooit achter zijn gekomen - naar elders gebracht. Hiervoor werd hij en zijn 40 jaar in zijn dienst zijnde 'matroos' Arie Holleman - waar ook verschrikkelijk veel van heeft afgehangen - postuum onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis. Zijn zoon Mattheus Gerrit de Graaff nam het op maandagmiddag 24 oktober 1983 namens zijn vader in ontvangst in het bijzijn van Frieda de Jong, eveneens drager van dit kruis. Burgemeester Bos reikte dit ereteken uit. Frieda de Jong, die tijdens de oorlog tussen 1942 en 1943 in het Dirkslands ziekenhuis werkzaam was en nu de enige overlevende is van een Groningse verzetsgroep, had het kruis aangevraagd voor Adriaan de Graaff en Holleman bij het Nationaal Comité. Ze had zelf waargenomen welke activiteiten er met Neeltje hadden plaatsgevonden en had ook regelmatig contact met hem. Toen ze aan boord van Neeltje het eiland verliet was er naast wapens en illegale bladen, een ter dood veroordeelde aan boord
85.
Frieda de Jong, geboren in Stad Groningen op 15 oktober 1915, overleed enkele jaren na de uitreiking op 72-jarige leeftijd op 14 november 1987 te Rotterdam.
Ze noemde zich ook Dini de Graaf.
Ze heeft samen met Annie Zoeteman en een waterbouwkundig ingenieur Rob ondergedoken gezeten in de tras van de molen Het Fortuin van de moeder van Cor van Seters (1924) te Dirksland. Zijn vader, Arie van Seters was 1 maart 1934 door ziekte komen te overlijden. Zijn moeder, Neeltje Hameete gaf bij zijn huwelijk op 24-4-1944 met Mar Geertsema, die verpleegster was in het Dirkslands ziekenhuis, op dat ze molenaarster was
86.
Adriaan de Graaff werd als kind van Marinus de Graaff en Adriana Quist geboren op 28 april 1813 te Oud-Vossemeer. Zijn ouders waren als 19- en 20-jarige op 15 januari 1813 met elkaar getrouwd. Gezien de geboortedatum van Adriaan zal ze dus ruim vijf maanden zwanger zijn geweest.
Op 16 november 1837 trouwde Adriaan als 24-jarige veerman in Oud-Vossemeer met Maria Rijstenbil. Zij overleed echter als 30-jarige op 31 mei 1846 te Tholen. Tien jaar na zijn eerste huwelijk trouwde hij voor de tweede maal. Nu in Oude-Tonge en op 27 augustus 1847 met Cornelia Alida van Luijk (Steenbergen, 22-1-1820 - Dirksland, 18-7-1894).
Adriaan komt in Dirksland op 31 december 1889 te overlijden. Hij werd 76 jaar
87.
Mattheus Gerrit de Graaff werd geboren te Tholen op 2 december 1859. Zijn ouders waren Adriaan de Graaff en Cornelia Alida van Luijk.
Matteus trouwde op 30 oktober 1890 in Herkingen met Neeltje Moerkerk (Herkingen, 9-11-1862 - Dirksland, 2-8-1948).
Ze kregen vijf kinderen, waaronder Adriaan.
Mattheus overleed op 12 april 1939 in Dirksland
88.
Adriaan de Graaff kwam in Dirksland ter wereld op 20 augustus 1891. Zijn ouders waren Mattheus Gerrit de Graaff en Neeltje Moerkerk.
Adriaan trouwde met Willemina van Es (Dirksland, 12 juli 1896 - Dirksland, 27 maart 1942) in Dirksland op 22 januari 1920. Willemina werd slechts 45 jaar en overleed tijdens WOII na een langdurig geduldig gedragen lijden.
Adriaan overleed op 5 november 1974 op 83-jarige leeftijd
89.
Mattheus Gerrit de Graaff werd op 5 juli 1931 geboren. Zijn ouders waren Adriaan de Graaff en Willemina van Es. Teeuw moest zijn moeder al op 10-jarige leeftijd in de oorlog missen.
Mattheus was getrouwd met Jannetje Ras (Ooltgensplaat, 10-6-1932 - Dirksland, 21-8-2009).
Hij overleed in Dirksland op 30 november 2012
90.
We wandelen een stukje verder langs de Kaai en Haven van Dirksland, totdat er geen panden meer langs de Kaai staan en wij het zicht krijgen op de panden op de West Havendijk. Net voor de Trambrug komen we een fraaie gevel tegen van een pand dat volgens de administratie in 1910 is gebouwd
91.
Een paar panden verderop, in het verlengde van de Trambrug, krijgen we uitzicht op het ziekenhuis van Dirksland, dat inmiddels flink is uitgedijd, Het Van Weel Bethesda Ziekenhuis. Hierbij valt vooral het torentje op.
Van Weel-ziekenhuis te Dirksland | 1934 | Johan Wilhelm Hanrath
bron: Delpher: Het schouwvenster; week-illustratie voor het christelijk huisgezin, jrg 27, 1934, no. 26, 30-03-1934 p. 319
[copyright ? fotograaf onbekend, publicatiedatum 30-03-1934 is met 70 jaar overschreden]
Het torentje met windvaan is afkomstig van het Van Weel-ziekenhuis, dat samen met het Hervormd Ziekenhuis Bethesda op dit terrein stond, maar in de jaren negentig van de twintigste eeuw beide zijn afgebroken
92.
Hierdoor werd het mogelijk om een nieuw ziekenhuis te bouwen, nadat de beide ziekenhuizen officieel op 27 december 1965 zijn gefuseerd.
Het gescheiden ontstaan had echter wel een gemeenschappelijke oorsprong, namelijk een legaat van Paulina van Weel. Ze had namelijk ƒ 1 miljoen geschonken aan Dirksland. De naam van het ziekenhuis zal luiden: "Van Weel-ziekenhuis". Er moet ook een steen in de gevel geplaatst worden met de volgende tekst: "Ter nagedachtenis van Meester David van Weel J.Azoon, geboren te Dirksland een en twintig Mei achttienhonderd acht en dertig, overleden te 's-Gravenhage achttien April negentienhonderd elf. Hij droeg zijn langdurig zwaar lijden met geduld en heldenmoed".
Het ziekenhuis is bedoeld om de min- en onvermogende ingezetenen - mannen, vrouwen en kinderen - van alle gezindten uit de gemeente en aangrenzend gebied waarvan de bewoners zich als bewoners van Dirksland beschouwen. Mochten er - in bepaalde perioden - nog bedden beschikbaar zijn, dat mogen de gegoede ingezetenen tegen betaling gebruik maken van de beschikbare zorg en middelen.
De invulling van de wens levert vervolgens jaren overdenkingen op. En schijnbaar ook de nodige interpretaties, manipulaties en wijzigingen.
De ene helft was voor de burgerlijke gemeente en de andere helft voor de kerkelijke gemeente, kwam er tenslotte uit. Beiden besloten tot de stichting van een ziekenhuis. Architect Johan Wilhelm Hanrath (Amsterdam, 24-12-1867 - Hilversum, 2-7-1932) uit Hilversum werd voor de bouw van beide ziekenhuizen aangesteld. De bouw werd begin februari '32 gegund aan de firma Mosselman & Korteweg te Rotterdam, met de laagste inschrijving. Op 27 juli 1932 werden de eerste stenen gelegd, 50 meter uit elkaar. Burgemeester D.J. Visscher legde de steen voor het Van Weel-ziekenhuis.
Voordat deze steenlegging plaatsvond, werd eerst een oorkonde op het bouwterrein aan de Stationsweg getekend. Deze werd vervolgens met een muntstuk van alle gangbare munten vanaf een rijksdaalder tot een cent in een loden buis gedaan, dat dicht werd gesoldeerd. De munten dienen ervoor - mocht de oorkonde in de toekomst verteerd raken - dat het jaar van de bouw toch nog te achterhalen is.
Na een toespraak metselde de burgermeester de oorkonde in.
Ook de zandstenen gedenksteen werd op zijn plaats getakeld. Dit had als opschrift: "De Eerste Steen van het Van Weelziekenhuis is gelegd op 27 Juli 1932 door D. J. Visscher, Burgemeester van Dirksland."
Vervolgens deed Ds. Van der Wal, Herv. Predikant te Dirksland de gevelsteen met opschrift "De eerste steen van het Hervormd Ziekenhuis "Bethesda" gelegd op 27 Juli 1932, C. van der Wal, Hervormd Predikant van Dirksland." op zijn plaats komen.
Als eerste werd het Van Weel-ziekenhuis geopend. Dit gebeurde op 9 maart 1934. Enkele dagen later, op 12 maart, volgde de opening van het Hervormd Ziekenhuis Bethesda
93.
De architect Hanrath was niet bij de opening van het ziekenhuis op vrijdagmiddag 9 maart 1934. Hij was immers op 2 juli 1932 overleden. De chef Paul Henri Nicolaas Briët (Nunspeet, 23-1-1894 - Hilversum, 17-2-1978), waarmee Hanrath in 1927 een associatie was aangegaan, was er wel bij. Ook aanwezig waren de aannemers en de heer J. van Altveer, bouwkundige van het Architectenbureau Hanrath, die de dagelijkse leiding had.
Toespraken waren er onder meer van de burgermeester D.J. Visscher. De minister van Sociale Zaken Prof. Dr. J.R. Slotenmaker de Bruïne noemde het belang van de particulier in zijn speech: "Dan is er een derde reden, waarom ik hedenmiddag gekomen ben!
Dit ziekenhuis zou niet ontstaan zijn - en hiermee verklap ik geen geheim - wanneer de overheid er aan had moeten betalen.
Waarom is het tot stand gekomen? Omdat een particulier gezegd heeft: ik kan iets doen."
Notaris van der Sluys, de enige die Paulina van Weel goed gekend heeft omdat hij ruim 25 jaren haar belangen heeft behartigd, gaf in zijn korte toespraak aan dat deze dag waarschijnlijk haar gelukkigste dag had geweest, wanneer ze nog geleefd had. "Ze was buitengewoon eenvoudig en had een medelijdend hart voor ongelukkigen. Ook was het opmerkelijk, hoe deze ongetrouwd gebleven vrouw, vol liefde was tot kinderen. Vandaar dat zij in haar testament ook aan de Dirkslandse kinderen heeft gedacht." Er werd geld beschikbaar gesteld voor het oprichten en in stand houden van badhuis voor schoolgaande kinderen (ƒ 50.000) en voor meisjes een naai- en breischool (ƒ 100.000) van alle gezindten. Er werd een fonds à ƒ 35.000 gesticht, zodat uit de renteopbrengsten alle schoolgaande kinderen jaarlijks een St. Nicolaas-geschenk zouden krijgen.
Ook volgden er nog een rede van Ds. C. van der Wal en de geneesheer-directeur Dr. C. Boot. De architect Ir. Briët sloot de sprekersrij met een dank- en wenswoord
94.
De door Paulina van Weel gewenste steen is er ook gekomen, met een verkorte verwoording:
"Ter nagedachtenis van
Mr. David van Weel J.A.zn.
Geboren te Dirksland 21 Mei 1838
Overleden te 's-Gravenhage 18 April 1911
Hij droeg zijn langdurig zwaar lijden met geduld en heldenmoed"
95.
We lopen nog een stukje verder, naar de plek waar de Kaai eindigt en weer overgaat in de West Havendijk en tevens aansluit op de Boezemweg. Het water De Boezem spuit hier ook haar water af in de Haven van Dirksland, zoals we zo zullen zien. Het begin van De Boezem zullen we bij het verlaten van Dirksland nog tegenkomen. We richten onze blikken nu op de Haven van Dirksland.
In de verte zien diverse interessante zaken opdoemen. Om dit te bekijken zullen zo meteen de auto gaan ophalen .
Met de Haven in het zicht lopen we weer naar de trambrug.
De tramlijn - met daarbij dus alle kunstwerken als deze havenbrug, waarvoor de RTM een eigen brugwachter in dienst had - was in gebruik, zoals we eerder zagen , tussen 1 mei 1909 tot eind 1956.
Lange tijd deed brugwachter De Leeuw hier zijn werk.
Ten behoeve van het goederenvervoer was er - net als in Oude-Tonge en Ooltgensplaat - in Dirksland een verbinding aangelegd naar de haven.
In december 2020 zal er een nieuw kunstwerk geplaatst worden. Jaap Reedijk heeft een M67 op schaal laten nabouwen door constructiebedrijf van de broers Maarten en Wim de Roon uit Dirksland. Dit bedrijf maakte ook de trambrug. Door het bankje "in" de tram, waarop men plaats kan nemen en door op de koersrol, filmrol of lijnfilm op de voorzijde van de tram "Dirksland" te plaatsen, krijgt het kunstwerk volgens Reedijk ook een "groeten uit"-effect. Daarnaast kan het dienen als "leugenbankje", om de lokale nieuwtjes uit te wisselen of om gewoon even uit te puffen tijdens een fietstocht.
Hierdoor is er interactie mogelijk met het kunstwerk.
De M67 was een diesellocomotief die de RTM in 1937 in gebruik nam en tussen 1953 en 1956 nog op Goeree-Overflakkee heeft rondgereden. Het ontwerp uit 1948/1949 van de locomotief was van Maas-Buurt Spoorweg (MBS). Hoewel de 'replica' van Reedijk van staal is en dus vandalismebestendig, was het origineel grotendeels van teakhout gemaakt.
De bewoners van Dirksland konden in de zomer van 2020 tot 3 augustus kiezen uit drie ontwerpen die door een jury waren geselecteerd. De jury bestond uit een afvaardiging uit de dorpsraad, het RTM-museum, de provincie Zuid-Holland, de gemeente Goeree-Overflakkee en de Culturele Raad GO. Met 96 van de 175 uitgebrachte stemmen kozen de inwoners voor de M67. De andere twee geselecteerde beelden waren van Paul Louis Kalishoek en een anonieme kunstenaar.
Paul Louis Kalishoek - we zullen later werk van hem tegenkomen - had met Tram Dirksland een optische illusie een 3D geschilderde rails bedacht, dacht 's nachts oplicht, met daarnaast een trein. De ketel van de stoomtrein heeft een Wilhelmina-munt als front om de gebrachte welvaart te symboliseren. Daarnaast kan men bij de achterzijde naar binnen, om vooruit door de twee ronde ramen te kijken.
De anonieme kunstenaar wilde met Geniet van de 'Tramzit' een uitzichtplaats creëren. Het rijtuig met aan de buitenzijde een visuele look van de M65, zal binnen een vijftal foto's herbergen, waarop de geschiedenis te zien is en uitgelegd wordt.
Deze twee kregen echter te weinig stemmen en zijn zodoende niet gerealiseerd.
De feestelijke onthulling van De Tram M67 liet - vanwege de corona-situatie - even op zich wachten. Op 16 juni 2021 heeft wethouder en voorzitter van de Erfgoedtafel Goeree-Overflakkee, Daan Markwat de openingsceremonie verricht
96.
Aan de overkant zien we de uitwateringsluis van De Boezem in het havenkanaal. Elk najaar wordt het sluisje met de hand door een medewerker van het waterschap dichtgedraaid. In het voorjaar wordt het weer opengedraaid. Dit biedt karpers mogelijkheden om hun leefgebied weer te vergroten en hun paargronden in de boezemkom op te zoeken.
Ook de aalscholver vindt vanuit de mooie 18 meter hoge monumentale (1683241) tweestammige es - die net zo oud is als het pand (1920) waarnaast het staat - een overzichtelijke startpositie om te gaan paren in dezelfde boezemkom.
Hierin werd voorheen ook het water van de Dorpsgooi verzameld. Die liep van het Polderweegje naar het westen, langs de Tuinstraat, via Onderlangs en de Secretarieweg naar de voorboezem. Het werd gefaseerd gedempt. De gooi verdween in 1910 bij Onderlangs. In 1929 verdween het langs de Secretarieweg tot de tramlijn. De demping bij de Tuinstraat vond tussen 1935 en '37 plaats, waarna deze Dorpsgooi uit het dorpsbeeld verdwenen is
97.
Wanneer onze blik naar boven afdwaalt, treffen we twee beelden aan. We lopen over de trambrug om ze van dichtbij te kunnen aanschouwen. Ze doen nieuw aan, deze afbeeldingen van taferelen die ons wegvoeren naar het Midden-Oosten, al wil de grillige afmetingen ons iets anders doen geloven.
Het ene verhaalt over de lakenhandel, waarbij de schapen de leveranciers zijn van de wol. Van de wol wordt het stof geweven, waarna het laken overtuigend aan de man wordt gebracht.
Het andere vertelt een dubbelverhaal, namelijk het maken van brood, waarvoor graan wordt verbouwd. Vervolgens wordt het graan gemalen. Het tweede verhaal gaat over de druiventeelt en wijnopslag in kruiken.
In 2009 zijn de muurtjes, waarin deze beelden zitten, ingemetseld door de bewoners, de familie Lalleman, die hier tussen 2008 en 2019 woonden. Atelier Ma Rose was hier in deze periode ook gevestigd
98.
Voormalig bewoonster Anneke Lalleman-Meijer, die naast kunstschilder ook actief was in de Dirkslandse dorpsraad, heeft getracht het verhaal van deze gevelstenen - zoals zij ze aanduiden - te achterhalen, nadat zij ze hadden gevonden onder dikke laag tuinafval in hun achtertuin!
De bas-reliëfs 'De Wever' en 'de Brouwer', zoals de familie ze zijn gaan noemen, zijn mogelijk al een eeuw oud zijn. De uitgebeelde figuren hebben een Midden-Oosterse uitstraling. Hoe ze precies hier terecht zijn gekomen, blijft nog in nevelen gehuld. Ze zouden namelijk van een brocante uit Brabant kunnen komen, waarmee de oorsprong dus verborgen blijft
99.
Wij lopen vervolgens aan de achterzijde van de West Havendijk en Kaai terug. De Secretarieweg, zoals de straat nu heet, laat ons eerst veelal de achterkanten van de panden aan West Havendijk zien, later vormen ze ook zelfstandige panden. De straat werd voor de naamswijziging dan ook Achterweg genoemd.
We komen de Secretarieweg voor het eerst tegen in de pers vanaf 1914.
De straatnaam is een herinnering aan toen in deze hoek - de hoek Secretarieweg en Winterstraat - het Hof van de ambachtsheer van Dirksland woonde. In 1802 zou dit worden overgenomen door schout en secretaris van Dirksland, David van Weel, de grootvader van Paulina van Weel . In de voormalige bebouwing op Winterstraat 6 - 12 waren toendertijd de gemeentelijke secretarie gevestigd. De secretaris is in 1817 ondergebracht in het raadhuis op de Voorstraat
100.
De andere kant van straatzijde wordt geheel ingenomen door "Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis".
De Secretarieweg brengt ons weer naar de zessprong bij de Heul.
In vroegere tijden - toen de Dorpsgooi hier overkoepeld was - stond op de noordkant van de pyp, de Vischbank (nr. 349 op de Kadastrale kaart).
Het hoekpand (350) was toen in bezit van schipper Dirk Droogendijk en consorten.
Wij kunnen hiervan niets terugvinden en wandelen de Winterstraat in.
De panden in deze straat maken ons meteen weer alert. Er zijn namelijk bijzondere details te ontdekken.
Het eerste pand, op nummer 2, is gebouwd rond 1900. Rond 1990 werd er tegen een compensatie van ƒ 215.000 gezocht naar nieuwe bewoners. Het jonge gezin Lorjé nam er zijn intrek
101.
Het pand ernaast is er een dat volgens de gevelsteen in 1909 is gebouwd met fraai metselwerk dat gebruik maakt van gele baksteen voor de gecreëerde accenten. Ook heeft aan de voorzijde drie mooie muurankers. Op de nok treffen we pijlornamenten aan.
koekoek, pand 4, Winterstraat, Dirksland
Aan de voorzijde treffen we op schuine dak twee - naar verluidt de kleinste van Dirksland - dakkapelletjes of zoals u wilt koekoeken aan. Deze dienden er veelal slechts voor om licht in de ruimte krijgen. Maar wanneer het op een geschikte hoogte is geplaatst, zou men er door kunnen uitkijken of gluren.
Commissionair Johannes Huizer Kzn. (13-11-1919 - 13-08-1990) en latere President-Kerkvoogd woonde hier in de jaren '50-'80. De familie verhuist in het voorjaar van 1989.
In 2023 zal het pand wederom te koop komen te staan met een vraagprijs van € 495.000 k.k.
102.
Even verderop zien we op de hoek met de Nieuwstraat een aantal sfeervolle gevelpartijen. Het hoekpand met torentje, op nummer 5, springt daarbij natuurlijk het meest in het oog.
Sinds 1912 is hier het Manufacturen- en Confectiebedrijf van H. Braber te vinden. In oktober 1962 vieren ze hun 50-jarige jubileum onder grote belangstelling. Drie generaties H. Braber, D. Braber en wederom H. Braber hadden hieraan gewerkt. In 1993 zal de zaak worden overgenomen door Yvonne en Dirk Terveer onder de naam Tourelle - een fijne verwijzing naar het torentje dat de familie Terveer deed zwichten, om hier hun bedrijf te vestigen. Na twintig jaar stoppen ook de familie Terveer in 2004 met de zaak
103.
Inmiddels doet niets meer herinneren aan dit modehuisverleden dat ongeveer een eeuw lang de bevolking van Dirksland kleedde.
De Winterstraat en zijn vervolg de Stationsweg waren zo'n twee eeuwen geleden samen de Hoogeweg. Dit zou erop kunnen wijzen dat de Hoogeweg een kleirug of reliëfinversie is en hoger in het landschap is komen te liggen door differentiële klink. Het was dus net als de vele Voorstraten op het eiland de bodem van een voormalige kreek. De kreek liep verder waar nu het Krommepad ligt.
Zoals we al te weten waren gekomen bij 't Huis met de luifel is dat de Nieuwstraat toen nog erfgrond was met daarnaast een Watering. Beide waren in het bezit van De Gemeente van Dirksland. Het pand - met nr 283 op de Kadastrale kaart - naast of misschien wel in de Watering was in het bezit van - toeval of niet - de winkelier Johannes van Beek
104.
Of dit om Johannes of Johannis van Beek (1794-1843) gaat, die op 13 augustus 1819 als 25-jarige trouwde met Kornelia of Cornelia Prinsse is niet duidelijk.
Dit stel kreeg in ieder geval een tiental kinderen: Hendrik (1820-1906), Neeltje (1821), Kaatje (1823-1842), Willemina (1825-1848), Leendert (1827-1840), de tweeling Adriana (1830-1830) en Barend (1830-1830), Barend (1832-1842), Johannis (1834), Adriana (1837-1900).
Zijn ouders waren Hendrik van Beek en Kaatje de Koning. Haar ouders waren Leendert Prinsse en Neeltje Plokhooij
105.
Naast het torentje vallen ook de drie voormalige koetshuizen en huidige garages op. Ze stijgen vanaf deze zijde telkens een stuk in hoogte.
Wanneer we een stukje verder de Winterstraat zijn ingelopen en omkijken, valt de voormalige dubbele "koetshuis" van de Voorstraat 35 (10252) op.
Ook in het Achterdorp kunnen we nog een aardig geveltje terugvinden.
Aan de huidige Stationsweg treffen we een gevel aan dat ouder aandoet dan dat het is. Het pand schijnt gebouwd te zijn in 1915
106.
Een jonger uitziend pand ernaast is daarentegen - volgens het jaar op de gevel - weer een stuk ouder, namelijk 1870
107.
Het pand op de hoek met de Paulina van Weellaan staat een merkwaardig pand met trapgevel dat die naam niet mag dragen uit 1910.
108.
Ook in de Paulina van Weellaan, een beduidend jongere straat, komen soms opvallende ontwerpen tegen. Ter illustratie hiervan bekijken we het pand op nummer 15. Het betreft een woning uit 1930 met een spitsboogdak, waarvan de spitboogvorm zowel in de toegangsportiek als op de luiken is doorgevoerd
109.
In de Julianalaan zien we - wanneer we in tegengestelde richting verder wandelen - een gevel uit 1925 op nummer 17, met subtiele boogversiering als metselwerk boven de deur- en ramenpartijen. Hierbij is niet gekozen voor een alleen contrasterende steenkleur, maar ook is hierbij dezelfde steenkleur gebruik, waaruit de gevel is opgebouwd
110.
Omdat we nu voor een tweede keer door deze straat lopen, kunnen we ons slenteren versnellen.
Ondanks het tempo om bij de auto te komen, vertraagd onze pas wanneer we bij de Oude Bieb aankomen. Er brandt licht, er staat bordje buiten en de deur blijkt open te staan.
We besluiten daarom nog even snel een blik naar binnen te werpen, uiteraard geïnteresseerd of er nog naslagwerken over de omgeving te vinden zijn. Dat blijkt tegen te vallen, het betreft voornamlijk literatuur.
We krijgen koffie aangeboden, wat we vriendelijk weigeren. Wel gaan even kort in gesprek met de vrijwilligers over de historie en de bijzonderheden van de dag.
Buitengekomen, valt ons oog op het trottoir, waar we nu pas groots "bibliotheek" in kapitalen zien staan.
Nu we weer bij de auto zijn aangekomen, kunnen we de "interessante zaken" langs de Haven van Dirksland gaan bezoeken.
Wanneer we een paar minuten later op de West Havendijk staan, bemerken we dat er hier heel veel parkeerplekken zijn. Zowel aan de westkant als aan de oostkant van de haven is benedendijks een parkeerterrein. Ten westen van het beeld De Kruiwagens, waarbij we nu staan is echter een groot parkeerterrein. Dit aan de Mozartsingel gelegen terrein zal mede zijn aangelegd voor bezoekers van het ziekenhuis, waar sinds de nieuwbouw nog nauwelijks parkeerplaatsen zijn. Je staat echter na een wandeling van 500 meter middenin het ziekenhuis.
Daarnaast - ook letterlijk - is het ook ideaal voor de bezoekers van het jaarlijkse Koningsdag festival "Oranjepop Dirksland".
Onze aandacht gaat echter uit naar het beeld De Kruiwagens dat in 2013 is ontworpen door Michel Snoep (1959-2016) en uitgevoerd door D. de Roon & Zn.
Het beeld laat een stukje historie zien, de zogenoemde bietenstort. Op deze bietenstortplaats, lokaal aangeduid als peekaai, werd tijdens de oogsttijd van de suikerbieten met grote houten kruiwagen de bieten hier naartoe gereden om ze vervolgens in een beurtschip te stortten. De schepen vervoerde ze vervolgens naar de fabrieken aan de overkant.
Met de drie getoonde fasen wil Snoep de beweging laten zien
111.
Michel Snoep hield er als romanticus herkenbare denkbeelden en leefwijze op na. Hij speelt soms jarenlang met ideeën, voordat hij ze verwerkt. ”Eerst moet de inhoud er zijn, dan zoek ik de vorm die er het best bij past. Esthetiek zonder inhoud is leeg. L’art pour l’art, dat zegt mij niets.” [cursief, wp]
In zijn verbeeldingen hanteert hij symboliek voor stilstand en beweging. Dit brengt hij veelal tot uiting met geworteld zijn, zoals bruggen, bomen of steden én vrijheid, met bijvoorbeeld water, boten, vogels of vliegtuigen.
Zijn olie op doek-werk ZT van 100x100, waarmee zijn site begint, geeft vermoedelijk zijn strijd weer in alle vrijheid. Schitterende uitvoering. Het is een variant op Waterval en vliegtuig uit 1998.
Michel liet, toen hij in Den Bommel woonde, ook tijdens praktijklessen kinderen kennismaken met schilderkunst door ze, na uitleg, een zelfportret te laten maken.
Zelf had hij zijn opleiding gevolgd aan de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam. Later gaf hij 20 jaar les aan Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag.
Op Goeree-Overflakkee was hij vanaf het begin lid en betrokken bij de stichting KunstWerkt.
Hoewel hij in zijn pubertijd een goed atleet was, is hij als 57-jarige veel te jong overleden. Hij leed aan de zeldzame ongeneeslijke ziekte FTD (frontotemporale dementie). Hierdoor was hij genoodzaakt om in april 2015 te stoppen met werken, om een jaar later opgenomen te worden in een verpleeghuis in Ouddorp. Hij overleed op zaterdag 24 december 2016 en is op 2 januari 2017 begraven in zijn geboorteplaats Schiedam, waar hij op 21 februari 1959 werd geboren
112.
Wanneer we op bietenstortplaats staan krijgen we ook nog een mooi beeld op de trambrug met de M65, het dorp met het laatste stukje van de haven.
Ook kunnen we met een schuine blik de uitwateringssluis uit 1672 waarnemen. Deze wordt de Dirkslandse Sluis genoemd. Het was de opvolger van een vorig sluisje op deze plek die het overtollige water uit de polder Dirksland liet stromen.
De aanwassen Oud Melissant, Roxenisse en Alteklein, die rond de polder Dirksland lagen, werden ook bedijkt. Eerst spuiden deze hun water af op de Hals. Toen dat niet meer mogelijk was, werd de samenwerking aangegaan met het polderbestuur van Dirksland.
Dit leidde uiteindelijk tot de huidige sluis.
familiewapen Van Dam
bron: Geslacht van Dam (in: Algemeen Nederlandsch Familieblad Xe Jaargang (1893), no. 7 en 8. - p. 167)
Ten tijde van de uiteindelijk bouw was Leonardus van Dam dijkgraaf van de polder Dirksland. Het is zijn familiewapen dat hier - nog nauwelijks te zien - op de jaarsteen staat.
Dit familiewapen heeft een blauw veld met een ster en wassende maan van goud, zo wordt aangenomen.
Over Leonardus van Dam is weinig bekend.
De ene bron laat de weduwe van Dam in mei 1671 inschrijven in de Dirkslandse kerk, samen met Adrianus, Hendrik, Leonardus en Crina [sic, dit zal Corena zijn]. Hij is vermoedelijk een zoon van (burgemeester van Goedereede) Cornelis Adriaansz. van Dam.
Een andere bron laat hem als zoon van (burgemeester van Goedereede) Cornelis van Dam en Alijda Verhaven ongehuwd sterven.
De weduwe van Dam zal dus de moeder van Leonardus zijn, Alijda Verhaven. Ze werd weduwe op 2 juni 1663, waarna Cornelis van Dam te Rotterdam werd begraven.
Leden van het geslacht waaruit Alijda Verhaven voortkwam zaten in de regering. De moeder van Alijda was Maria Hendriksdr. van Neck.
Na een lange periode buiten gebruik te zijn geweest, heeft het met de komst van de nieuwe woonwijk De Klein Boezem weer de functie gekregen, waarvoor het ooit gebouwd was. Op 11 september 2002 is het gerestaureerde monument weer officieel als sluis in gebruik genomen
113.
Vanaf de peekaai krijgen we ook zicht op een ander, grootse landschapsinrichting, dat als geheel onder de titel
Bridge and designs for Highway S47 is gebracht.
Deze 'Land Art' - een kunstuiting dat in 1969 het levenslicht zag - die we hier op de Aarddijkswal zien vormt samen een geheel met de Staverseweg, die start bij de Langeweg van Middelharnis / Sommelsdijk. Het is tussen 1984 en 1989 ontwikkeld door Lucien den Arend. Hij kreeg als beeldhouwer, met onder meer levende materialen, de vraag van de Provinciale Dienst Bouwkunde van de Provincie Zuid-Holland om als experiment de mogelijkheden te verkennen voor het implementeren van innovaties die voortkomen uit een artistieke perceptie van de plannen die er gemaakt waren voor het nieuwe stuk snelweg S47 (nu N215). Dit stuk weg had als doel om de dorpen Middelharnis, Sommelsdijk en Dirksland te ontdoen van slechts passerend verkeer.
Den Arend nam de uitdaging van de financierder (het ministerie van WVC) aan om "te zorgen dat de beeldende kunst niet in de woon- en leefomgeving ontbreekt". In een rapportage, waaraan hij ongeveer een half jaar gewerkt heeft, schetste en beschreef hij wat hij wilde maken.
De meeste van zijn plannen werden geaccepteerd. Een enkele, zoals de twee aarden kegels die als een poortachtige ingang bij de Langeweg van Sommelsdijk / Middelharnis was bedacht, haalde het niet.
In de lokale pers werd dit experiment meteen al afgedaan als "symbolen van wansmaak", "puisten" en "molshopen". Deze "aankleding" van de "twee pyramiden van zand" waarachter de contouren van Middelharnis zou verdwijnen wordt "absurd en totaal vreemd aan het landelijk karakter" bevonden.
Wel vermelden ze dat er wel "anderen waren die het avontuur wel aandurven en gekscherend al namen voor de heuvels bedachten".
Nadat een half jaar later het maandblad de Architect met een positieve toon over "kunst langs de weg" komt, krijgen de "twee merkwaardige molshopen" en zijn andere objecten de in het maandblad verhaalde positieve aandacht met duiding.
Daarentegen werd de veel kleinere evenknie als toegangspoort voor de fietsers naar Sommelsdijk wel uitgevoerd. De fietsroute snijdt hier door aangebrachte terpen met een hoogte van 90 cm. Het fietspad wordt zodoende geflankeerd door betonnen muren die de bolle contour volgt. Ze gaven ook een gevoel van bescherming. Begin 2023 zijn deze terpen geëgaliseerd en dus verdwenen, evenals de betonnen muren.
De N215 zou ook het tot monument verworden de Onwaardsedijk kruisen.
Vaak hadden nieuwe grootschalige projecten de aandacht weggenomen van het historische oorspronkelijke, zag Den Arend. Nog vaker werd de omgeving volledig aangepast aan de beoogde situatie, zodat het historische verdween of door bijvoorbeeld een weg in tweeën verdeeld, zodat alleen nog de nieuwe weg een entiteit vormt.
Den Arend wilde dit - voor zover dit nog mogelijk was - voorkomen. In zijn uitvoering bij en in de Dirkslandse polder zorgde hij ervoor dat bij de doorsnijding van de Onwaardsedijk duidelijk in het landschap zichtbaar bleef. Dus niet de N215 op gelijke hoogte brengen als de Onwaardsedijk, of - zoals eerst de bedoeling was - de N215 laag houden maar de Onwaardsedijk aan weerszijden afronden, waarmee het onzichtbaar werd. Den Arend koos er juist voor om de N215-snede expliciet te maken. Twee verticale betonnen muren, die de contouren van de dijk volgen, maken het bestaan van de Onwaardsedijk zichtbaar. Een situatie die we herkennen van de coupure bij Herkingen, maar dan zonder dijkafsluitmogelijkheid.
De ene muur wordt tevens zwart en de andere wit om de dijk visueel verder van de weg te scheiden.
Dit concept is bij een latere toevoeging van een B-weg langs de N215 gehandhaafd en opnieuw toegepast. Alleen de zwart en wit-elementen zijn hier niet (meer) toegepast, zodat graffiti de overhand heeft.
Tijdens onze ontmoeting met zijn brug over de Haven van Dirksland moeten we ook constateren dat zijn poging om het bestaande landschap te respecteren door het nieuwe element, de brug te voorzien van kleur als een manier om de structuur van zijn omgeving te onderscheiden, inmiddels teniet is gedaan door het geheel slechts te voorzien van een betonkleur.
De kleuren dienden als nadruk van de eveneens strak gekozen lijnen van alle (noodzakelijke) brugonderdelen ten opzichte van de lichte meandering van het eeuwenoude havenkanaal en meebuigende dijken.
De voorkeur om de brug niet te hoog te laten worden, bracht technische eisen met zich mee, dat uiteindelijk zorgde voor de uitkomst van de lange keermuren, met kleinere aansluitingen aan de dijk. Deze aansluitende vlakken waren voorheen kleurrijk: wit, rood en geel. De draagconstructie van de brug was - net als bij doorsnijding van de Onwaardsedijk - zwart en wit. De smalle verticale lijnen - de balkjes - bij de aansluiting tussen draagvlak en keermuur kregen de primaire kleuren te geven geel, rood, blauw en groen. De keermuren waren contrasterend met het draagdeel wit, grijs en zwart
114.
Lucien den Arend heeft hiermee een kleurrijk abstract schilderij aan het landschap toegevoegd, waarbij het historische intact is gebleven.
Het biedt daarmee ook kleurrijke omlijsting van het dagelijkse leven dat hierin zichtbaar is - iets wat telkens is of kunt tegenkomen in deze vormgegeven 'Land Art'.
Zoals al opgemerkt, het kleurrijke loodrechte lijnenspel is inmiddels verdwenen. Alsof je naar een Mondriaan kijkt, dat grijs is overgeverfd, omdat het teveel in contrast staat met het historische gebouw waarin het hangt.
Hiermee is het nieuwe opgegaan in de historie en daarmee een met de omgeving of misschien wel leidend in die omgeving geworden. Precies wat er niet beoogd is - zo'n veertig jaar geleden - met deze beeldvorming.
De prefab brugonderdelen zijn tussen eind 1988 en begin 1989 geïnstalleerd op geheide betonpalen door twee aannemers. AVK te Oude Tonge deed het grondwerk en de Belgische Aannemersfirma Mols het betonwerk. De hele brug heeft een lengte van 42 meter, waarvan zo'n 15 meter voor de te overbruggen kanaal. Aan weerszijden is met een hoogte van 4.24 meter ruimte gereserveerd voor een D categorie-weg. De rijbanen op de brug zijn elk 6.20 meter
115.
Na een klimmetje de Aarddijkswal op, wordt een blik gegund op wat de automobilist - die uit de richting van Middelharnis komt - ziet, wanneer deze over Dirkslandbrug komt rijden.
Met dit 'Land Art'-project Time Lapse wil Lucien den Arend de bestuurder met behulp van rijen populieren een verwachtte tijd laten ervaren. Hij verwoordt het zelf als volgt: "The time needed to drive from the beginning of one screen to passing the next row is longer than the time one would anticipate, seeing that the actual distance between the screens is relatively much shorter than the traveled distance."
Aan het einde - na de rotonde - waar de bestuurder op de weg de populierenrijen doorkruist - een subtiele verwijzing van de doorkruising van het nieuwe door het historische - staat inmiddels een populieren kubus van circa 25 meter. Een paadje slingert er doorheen om de bezoeker zicht te geven op de hemel. Door de inmiddels volgroeide kruinen zal men zich in een kubus wanen. Hierbij zal een vierkant gat zichtbaar worden, in de kleuren die alleen een hemel kan bieden.
Hiermee is de verbinding gemaakt met de andere kleurvlakken van de Dirkslandbrug en wordt de natuurbeeldhouwer in optima forma zichtbaar. Het resultaat van dit kunstwerk heeft zo'n 25 jaar op zich laten wachten, want zoveel tijd hebben de bomen nodig gehad om de bedachte vorm te krijgen. Geduld als kunstvorm, hoe bijzonder is dat om te creëren en in je dorp te hebben staan!
116
Lucien den Arend is in Dordrecht geboren op 15 december 1943. Hij studeerde onder meer aan de California State University (waar hij met zijn ouders toen woonde), in Tilburg voor zijn Akte Nht en aan de Academy of Fine Arts Rotterdam (Willem de Kooning Academy Rotterdam).
Hij is in 1993 de initiatiefnemer om te komen tot een beeldenpark in Zwijndrecht.
Hij woont inmiddels al geruime tijd in Finland
117.
We zullen meer werk van hem tijdens onze reizen her en der tegenkomen.
Vanaf het hogere deel van het dijklichaam krijgen we nog een mooi overzicht van de vele hoogteverschillen en beide beelden langs de haven.
We rijden vervolgens over de D categorie-weg onder de N215 door, dat nu nog slechts een hoogte van 4.10m heeft en stoppen bij de brugverbinding tussen de West en Oost Havendijk. Hier zien we de meander van de haven richting de Dirkslandse Sas, waar we nu naar toe rijden.
Net na een fietsbrug tussen de West en Oost Havendijk en net voor de Noorddijk (van de noordzijde van de oude polder Dirksland) en ter hoogte van de Fruitkwekerij & Camping Oranjehof, vervolgen we de West Havendijk richting het noorden en de Sas. Deze Dirkslandse Sas bereiken we over een op het oog kaarsrechte dijkweg. In deze ruim 2 kilometer lange dijk zit echter een hele flauwe bocht. De Haven van Dirksland slingert lichtjes tussen de beide dijken.
De sluis is door bosschages en bewoning nauwelijks vanaf de dijk te zien.
We plaatsen de wagen voor de bezichtiging van deze schut- en uitwateringssluis maar even in de berm rond het kruispunt West Havendijk - Zuiderdiepweg - Nieuwedijk - Kraaijenissedijk.
De bebouwing bij de sluis wordt aan diverse zijden beschermd door inmiddels hoge bomen. Het paadje naar de sluis doet daarom aan als een miniboswandeling.
Echter toen de bomen nog jong waren stond er op de open plek nog een woning
118.
Er is - naast de sluis (506932) - veel te zien, zoals het gebouw, een bruggetje en diverse herinnerings- en herdenkingstenen.
Tussen 1790-1791 werd dit van oorsprong dubbel kerende schutsluis gebouwd. Het complex is een ontwerp van Teunis Blanken Jansz. (±1761-1829). Echter, niet alles is - vanzelfsprekend - meer authentiek. Ook ontbreken er diverse onderdelen.
Teunis is de jongste zoon van timmerman, molenbouwer, dijkmeester en controleur van sluizen en duikers Jan Teunis Blanken en Niesje den Blieck, wiens oudste broer Jan Blanken Jansz. (1755-1838) was, die een stuk bekender is geworden in deze tak van werkzaamheden.
Teunis was getrouwd met winkelierster Neeltje Plooster (±1763-1823). Ze kregen diverse kinderen waaronder
Jacoba Blanken (~1787-1842),
Niesje Blanken (±1789-1866),
Helena Petronella Blanken (±1796-1867),
Jan Marius Teunisz. Blanken (±1798-1845) die burgemeester en notaris werd en
Johanna Adriana Blanken (±1800-1824).
Teunis Blanken is overleden op 68-jarige leeftijd te Brielle, waar hij te boek stond als stadsarchitect
119.
Een draaibruggetje in het Sasje, het koosnaampje van dit sluizencomplex, stelt voetgangers en fietsers in de gelegenheid om eenvoudig naar de overkant te komen.
Hier treffen we een bonte verzameling van herinneringstenen aan. Op sommige valt nog nauwelijks iets te ontdekken. Anderen zijn door replica's, die op de oorspronkelijk plek zijn herplaatst, alsnog te ontcijferen. Laten we een poging doen om te kijken van welke berichten men graag wilde, dat wij ze tot in de eeuwigheid zouden kunnen lezen. Welke kennis en wetenwaardigheden zijn zo belangrijk, dat ze in steen moesten worden vastgelegd.
De eerste - mogelijk de oudste van de verzameling - is dusdanig versleten of mogelijk afgehouwen tijdens een van de twee periodes waarin dit gebeurde, dat we slechts een silhouet van een wapen met aan weerszijde een versiering kunnen ontwaren.
Wapen De Dijkring Flakkee
bron: De Hoge Raad van Adel De Dijkring Flakkee, KB 7 december 1954, No. 13
Zo te zien liggen hiernaast wat plompverloren restanten van een herinneringsteen die de tekst "Dijkring Flakkee - 1955" vormen.
Ze liggen boven een steen uit 1799. Enig verband tussen beide stenen zal er dan ook niet zijn.
Toen de tekst nog in de muur gemetseld was, stond het onder het wapen van het waterschap De Dijkring Flakkee. Dit zag als volgt uit:
Doorsneden: I. gedeeld: a. in keel een gekanteelde burcht van zilver, verlicht, gevoegd en gesloten van sabel, gedekt door een aanziende liggende leeuw van goud; b. in goud drie St. Andrieskruisjes van sabel; II. Gedwarsbalkt van azuur en zilver van zes stukken. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen.
We herkennen hierin de motieven uit de wapens van Voorne (a) en van Putten (b). De banen op het onderste deel (II) verwijzen naar het water in de wapens van Sommelsdijk i.c. Zeeland. De Hoge Raad van Adel had dat jaar aan de Dijkring Flakkee toegekend als hun wapen.
De vormen van de stenen waarop "Dijkring", "Flakkee" en "1955" staan, zijn niet geheel toevallig zo. Ze zaten in de buitenmuur boven de ingang van het Waterschapshuis en pasten zodoende onder het nieuwe wapen van de Dijkring en in de rollaag met dus een schuine strek.
Dit Waterschapshuis werd maandagmiddag 21 november 1955 officieel geopend door prof. mr. Schilthuis. De aanbesteding had een jaar eerder plaatsgevonden. Zodoende weten we dat er ook een ambtswoning naast gebouwd is. De eerste bewoner zou de secretaris van de dijkring, dhr. Verheul worden. Het ontwerp was Ir. M.C.A. Meischke en diens schoonzoon dhr. De Jong te Rotterdam. De firma Spreeuwenburg uit Heenvliet werd de hoofdaannemer, die het pand bouwde aan de Langeweg 74 in Middelharnis. De firma Geveke en Gibbels waren de onderaannemers. Binnen werd het interieur verzorgd door Campfens woninginrichting. De tuin werd aangelegd door de firma Bestman uit Dirksland
120.
Direct eronder treffen we dus een steen uit 1799 aan. Hierop valt het volgende (aangevuld) te lezen:
Johannes van Bosheyden dijkgraaf
Leendert van der Tol en Johannes
Zayer gezworens
Cornelis van der Valk secretaris
Anno 1799
121.
Naast deze twee ligt een grote steen dat moeilijk leesbaar is.
Aan dese sluis gebout onder het bestuur
van Pr. Anemaet dijkgraaff
J. Buijs }
Mr. S.H. Anemaet } gswoerens
Kl. Roodzand }
en
A. Vreeswijk } gecommiteerde
I. Goudswaard }
N. de Herder } ingelanden
van den polder Battenoord
is den eersten steen gelegt
door
François Cornelis Renettinus Anemaet
den 15 april anno 1821
De toen 8-jarige François Cornelis Renettinus Anemaet is het zoontje van de gezworene Sebastiaan Hendrik Anemaet en Jacomina Maria Armstrong.
Hij kwam ter wereld in Nieuwe Tonge op 13 juli 1813.
Sebastiaan Hendrik Anemaet (Nieuwe-Tonge, 28 januari 1786 - Nieuwe-Tonge, 21 januari 1863), zoon van Pieter Anemaet (1756-1824) en Arendina van der Valk (±1758-1812), zou een roemruchte politieke carrière tegemoet gaan. Na hij schout en secretaris (1817-1826) en burgemeester en gemeentesecretaris (1826-1852) van Nieuwe-Tonge was geworden, was hij tussen 1822 en 1840 lid van de Provinciale Staten van Holland, tussen 1840-1842 lid Provinciale Staten van Zuid-Holland. Verder werd hij in 1840 buitengewoon lid Tweede Kamer der Staten-Generaal en vervolgens tussen 1842-1853 en 1854-1863 lid Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hier hanteerde hij met enige regelmaat de voorzittershamer
122.
Het meest opmerkelijk is dat hij in 1844 bij het selecte gezelschap de Negenmannen behoorde. Onder leiding van Thorbecke werkten ze aan een liberale grondwetsherziening. Op 9 december 1844 werd dit ontwerp ingediend bij de Kamervoorzitter Van Akkerlakken.
Dit voorstel diende als aanzet om nu eens te komen tot een gerichte discussie in de Kamer om wel een door de Kamer noodzakelijk geachte grondwetsherziening te bewerkstelligen. De discussie kwam er.
Het deed er volgens velen echter niet toe of de grondwet een sluitend geheel was of niet. Expres schreef Thorbecke in zijn pas weken later verschijnende Memorie van Toelichting daarom "dat men bewust zo dicht mogelijk bij het bestaande had willen blijven: 'oude, bekende wanorde' was nu eenmaal herkenbaarder dan een nieuwe orde".
Vanaf 26 mei 1845 volgde het Kamerdebat over het Negenmannenvoorstel, dat vijf dagen zou duren. Het resultaat, 34 leden stemden tegen en 21 leden steunden het voorstel. Met enkele medestrijders ging Thorbecke samen met hun vrouwen uit eten: "Er moet een glas worden gedronken op de begrafenis van het onsterfelijke voorstel." Hij vertrouwde op de toekomst en dat de schokgolf dat het voorstel had gehad, nog lang niet uitgegolfd en gerimpeld was
123.
We kunnen achteraf concluderen dat hij daarin gelijk heeft gekregen.
Een leesbare replica van deze steen is - exact twee eeuwen later - weer teruggeplaatst door wethouder Daan Markwat van Goeree-Overflakkee, Dick Jonker van de dorpsraad in Nieuwe-Tonge en dijkgraaf Jan Bonjer op zijn oorspronkelijk plek bij de sluis bij Battenoord.
Deze replica is gemaakt door Ellen van der Bok, een van de vier zandstralers - die ons land rijk is - die dit ambacht en deze kunstvorm met en uit de hand kan uitvoeren
124.
Ook de volgende steen is nog grotendeels leesbaar. Met behulp van wat literatuur komen we tot invulling van de moeilijk leesbare onderdelen.
Gesticht 1917 K. de Graaff Dijkgraaf
Gezworenen:
P. Kieviet
J. A. Slis
A. A. Mijs
J. van Schouwen secretaris-penningmeester
J. M. van Paasschen
tijdelijk waarnemend secretaris-penningmeester
de Civiel. ingenieur H. Paul.
Het betreft een gemaal van polders die loosden op de haven van Sommelsdijk. Dit zijn de polders Het Oudeland van Sommelsdijk en de Everdinapolder. Het Bestuur besteedde op 18 januari 1917 de bouw van een motorgemaal bij de sluis te Sommelsdijk aan.
Ing. H. Paul was toen gevestigd aan de Sweelinckstraat 80 in Den Haag.
De uitkomst van de aanbesteding wordt wel bekend gemaakt. De bedragen liggen tussen de ƒ 27890 en ƒ 22178 (door W. Klootwijk, Papendrecht). Echter, het werk is nog niet gegund
125.
Op de laatste steen van deze herdenkingsstenenbegraafplaats lezen we het volgende:
Den eersten steen van
deeze sluys is gelegt van
Cornelis van der Valk
den jongen zoon van
Cornelis van der Valk
Adjunct Dykgraaf
van den polder Dirksland
den 25 juni 1781
De familie Van der Valk maakt het ons niet gemakkelijk, we komen immers Cornelis van der Valk verschillende malen tegen.
Kort voor de de eerstesteenlegging had dykgraaf Cornelis van der Valk op 9 juni 1780 de verlenging en verbreding van de Haven van Dirksland aanbesteed. Dit was onderdeel van een visie en zou een opmaat blijken naar een veel grootser plan, al had hij daarvoor nog niet de juiste positie voor (ingenomen)
126.
Om welke sluis het hier gaat wordt ons niet duidelijk.
Het zal niet gaan om de eerste steen van de bouw van deze Sas van Dirksland, die vond pas plaats op 25 augustus 1790. Ook voor deze bouw nam dijkgraaf en schout van Dirksland Cornelis van der Valk het initiatief.
Op 13 mei 1790 werd deze klus aanbesteed.
Er werd toen ook begonnen met de sluiswachterswoning. De totale kosten zou uitkomen op ƒ 105.000.
Zo'n 600 polderwerkers hadden hieraan werk. Deze vonden echter dat ze te weinig betaald kregen voor hun werkzaamheden. Na een staking werd door de directie beloofd dat de schaftgelden met 20% verhoogd zouden worden
127.
deur, sluishuis, Dirkslandse Sas, Dirksland
Boven de deur van de sluiswachterswoning, het Sashuis, is het toen geldende wapen van Dirksland aangebracht. Hierop zien we een "van lazuur beladen met 3 golvende fasces, en verzeld van 3 vogelklaauwen, staande 2 en chef en een en pointe, alles van goud". Op een ouder wapen zijn de vogelklaauwen nog ganzenpoten
128.
Havenkanaal ri dorp, Dirkslandse Sas, Dirksland
Vanaf de sluisdijk kunnen we onze blikken nogmaals over landschap, de sluiswachterswoning, de zijden van de Haven van Dirksland laten glijden.
De vier gietijzeren lantaarnpalen die we zodoende hier gepaard bij beide sluishoofden in het oog krijgen, zijn voorzien nieuwe 'antiek' aandoende amaturen
129.
Wanneer we weer terugwandelen vanaf de top van de dijk naar de wagen, zien ze we dat ook deze sluis een herdenkingssteen heeft gekregen. De jaartallen 1790 - 1972 geven de periode aan dat het Sas in functie was.
Nadat door de Deltawerken de Sas overbodig was gemaakt, werd het tussen 2004-2005 gerestaureerd, waarna het op 17 juni 2005 officieel werd geopend door de commissaris van de koningin in de provincie Zuid-Holland, de heer J. Franssen. Jan Franssen (1951) is een rechtstreekse nakomeling van de eerste sassenier.
Om de oude Waterschap de Gemeene Uitwatering van Dirksland - opgericht door Cornelis van der Valk en zijn collega's van aangrenzende polders - te herdenken werd in 2005 deze steen aan de westzijde van de sluisdijk geplaatst.
De Sas behoorde tot 1972 bij het Polderbestuur van Dirksland, dat daarna werd opgeheven.
Tijdens onthulling van de steen op 7 oktober 2005 memoreerde Gerrit Joppe - als afgevaardigde van de polder Oud-Melissant, die ook betrokken van bij de 'gemeene uitwatering' - de laatste sluiswachter van het Sas: Cornelis van den Doel.
Deze familie bezorgde generaties lang de sasmeester, zoals een sluiswachter werd genoemd.
Na oplevering van de Sas, werd Jilles van den Doel (1755-1809) de eerste sassenier waar hij op 12 januari 1791 de eerste schepen schutte. Uiteraard waren ook de architect Teunis Blanken en initiatiefnemer Cornelis van der Valk hierbij.
Cornelis van den Doel (1791-1851) was sasmeester van 1809 tot 1846.
Zijn zoon Pieter van den Doel (1817-1885) volgde zijn vader op in 1846 en bleef dit tot zijn dood doen. Hierna nam zijn vrouw, de weduwe Johanna Schilperoord het waar tot zoon Cornelis - die vanaf zijn geboorte doof was - het overnam.
Cornelis van den Doel (1863-1943) volgde na de dood van zijn moeder 1916 haar op als sluiswachter. In 1924 was hij genoodzaakt zijn functie bij De Gemeene Uitwatering op te zeggen
130.
Tenslotte vraagt Gerrit Joppe tijdens de ceremonie aandacht voor de dijkgraaf Cornelis van der Valk. Het zijn soms initiatieven en dadendrang van een enkeling, dat generatieslang zijn doorwerking heeft op een streek. Zo'n doortastende persoon verdient dat er een straat naar hem wordt vernoemd
131.
Wij rijden weer dezelfde weg terug naar het centrum van Dirksland en vervolgen onze route op de Philipshoofjesweg. Het eerste pand heeft een historisch voorkomen door zijn trapgevel en luikjes, maar is schijnbaar pas in 1930 gebouwd. Een andere bron laat dit nieuwe woongedeelte echter als in 1916 bij een bestaande boerderij voorzetten
132.
De merkwaardige straat Philipshoofjesweg heette voorheen gewoon de Dorpsweg. Op de Kadastrale kaart staat de huidige Philipshoofjesweg en Tuinstraat al aangeduid als Philips Hoofjes Weg
133.
Wanneer we deze weg - dat in feite de polder van Dirksland in tweeën deelt - verder volgen, komen we bij het punt dat we de oude kreek Smalle Gooi kunnen oversteken.
Dirksland gevormd door Sonnemare. Reconstructie kaart omgeving Maasmond voor 1150, gecombineerd huidige kaart. bron: Streekarchief Voorne-Putten, Archieven.nl E042 - TA_REC_021
De Smalle Gooi - dat inmiddels in het dorp gedempt is - had zijn beginpunt als aftakking van de Sonnemare (De Haven van Dirksland). De Smalle Gooi had meerdere zijtakjes die nu de namen De Boezem, de Manezee, Zwarte Gat en Breede Gooi dragen.
Bij de kruising van Philipshoofjesweg met de Smalle Gooi blijkt dat zelf de naamgeving van het water opgedeeld is: het noordelijk deel wordt nu De Boezem genoemd, terwijl het zuidelijk deel Smalle Gooi wordt genoemd.
Tweehonderd meter verderop rijden we over een kaarsrechte watering - naamloos - dat zijn water afvoert via het Gemaal Smits in de Haven van Dirksland, de Zuiderdiepboezem genoemd
134.
Even verderop rijden we via de eeuwenoude wegen, Monnikenweg, Hoekvateweg, Bustelweg en Ovenkeetweg richting on volgende dorpsbezoek: Melissant.
noten:
1.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 oktober 1952 | pagina 1 Hoe het vroeger was Monumentale poortpalen van "De Boomvliet";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 april 1998 | pagina 1 Landelijke belangstelling voor poortpalen van De Boomvliet
gebaseerd op: Bouwhove De Boomvliet / M. Zaaijer en wapensbeschrijving-artikel / Th. Schelhaas (in: Gens Nostra, juli/augustus 1999, Goeree-Overflakkee Special, september 1999)
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 augustus 1999 | pagina 2 Goeree-Overflakkee Special van Gens Nostra : Bram van Evelingen zorgde voor een bijzondere editie;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 april 2003 | pagina 10 Restauratie poortpalen Boomvliet in zicht;
2.
Krantenbank Zeeland:
Nieuwe Zeeuwsche Courant | 12 april 1913 | pagina 5 Duitschland.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 september 1964 | pagina 10 Folklore en Taal 2 : 2e serie nr. 117 Latijn V;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 april 1968 | pagina 6 Folklore en Taal 2 : 2e serie nr. 164 Over het dorp Dirksland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 november 2003 | pagina 6 Uit de bundel Dorp door Werner Bloemendaal - 24 - Boomvliet;
3.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 oktober 1952 | pagina 1 Hoe het vroeger was Monumentale poortpalen van "De Boomvliet"
Volgens dit artikel woonden Van der Dussen-Slicher in Delft;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1998 | pagina 23 Hofstede 'De Boomvliet';
Volgens dit artikel was de familie Van der Dussen een Dordts regentengeslacht;
5.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 maart 1974 | pagina 6 Uit Sommelsdijk's verleden - XXV - Heraldiek (2) / J.L. Brabers
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 januari 2006 | pagina 15 Ingezonden Boomsvliet Dirksland / D. Hoogzand
6.
Delpher:
De Vroedschap van Amsterdam, 1578-1795 / Johan E. Elias; W.R. Veder (inleiding). - 2 delen. - Haarlem : Loosjes, 1903-1905. - Deel II p. 678;
Grafmonumenten en grafzerken in de Oude Kerk te Delft / E.A. van Beresteyn. - Van Gorcum's historische bibliotheek, nr. 16. - Assen : van Gorcum, 1938. - p. 82;
De buitenplaats Suydervelt bij Wateringen / A. van der Marel p. 213-214 (in: Historia, maandschrift voor geschiedenis en kunstgeschiedenis, jrg 15, 1950, p. 213-216);
WieWasWie DTB Begraven met Hieronimus van der Dussen;
Erfgoed Delft Stadsarchief Hieronimus van der Dussen (overledene);
Ewout van der Dussen (1669-1729) is als zoon Eewout op 4-1-1669 gedoopt te Dordrecht door zijn ouders Nicolaas van der Dusfen en Lydia van Beveren (ook: Lidia Jacobsdr. van Beveren)
regionaal archief dordrecht Doopinschrijving Eewout, 1669.01.04;
regionaal archief dordrecht voogdijstelling;
Antonis Slicher (Antoni, 29jr) en Elisabeth van der Dussen (16jr) gaan op 25 januari 1685 te Amsterdam in ondertrouw.
Gemeente Amsterdam Stadsarchief p. 120/231 [234];
7.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 oktober 1952 | pagina 1 Hoe het vroeger was Monumentale poortpalen van "De Boomvliet";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1998 | pagina 23 Hofstede 'De Boomvliet';
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 mei 1999 | pagina 9 Verloedering anno 1999 De poortpalen van de Boomvliet in Dirksland / Rias Olivier;
YouTube De groei van Overflakkee : De bedijking van de polders in beeld / Leerlingen van de CSG Prins Maurits uit Middelharnis (project X5. - 20 mei 2015) [weergave 745];
Dorpsraad Dirksland foto's van oud-Dirksland De verlengde Korteweegje naast de toegangspoort;
9.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 oktober 1952 | pagina 1 Hoe het vroeger was Monumentale poortpalen van "De Boomvliet";
dit artikel maakt gebruik van: Het Geslacht Buth / G.J. Buth, A.W.E. Dek [Gerrit Johannes Buth en Adriaan Willem Eliza Dek]. - Middelharnis, 1951;
10.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 oktober 2006 | pagina 6 Gemeente verliest geduld met eigenaar poortpalen : Restauratie blijft uit, hoewel de financiën rond zijn / Gert van Engelen;
14.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 juli 2007 | pagina 1 Restauratie omvat meer dan poortpalen alleen... / Hans Villerius (tekst, foto);
15.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 oktober 1952 | pagina 1 Hoe het vroeger was Monumentale poortpalen van "De Boomvliet";
17.
Water en melk, drinken van eigen bodem / Eva Lassing. - p. 69-70 (in: Van eigen bodem : voedselbronnen van weleer in de gemeente Dirksland / Kees van Rixoort (eindcorrectie). - Schetsboeken van Dirksland 4. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2009. - ISBN 90-806598-4-1. - p. 64-71);
18.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 18 januari 1895 | pagina 2 Dirksland.;
Maas- en Scheldebode | 22 mei 1896 | pagina 6 Dirksland.;
Delpher:
Nederlandsche staatscourant, 15-07-1895 No. 193;
De fiscus; orgaan voor de ambtenaren van de directe belastingen, het kadaster, de invoerrechten en accijnzen, jrg 7, 1895, no. 342, 20-07-1895 Statuten;
Nederlandsch weekblad voor zuivelbereiding en veeteelt, 04-01-1898 Openbare Vrijwillige Verkooping.;
Nederlandsch weekblad voor zuivelbereiding en veeteelt, 01-02-1898 Men schrijft uit Dirksland;
19.
De Ommelanden : band 3 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-61-9. - p. 1160;
20.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 47-48;
21.
Onze Taal kapoentje;
Delpher:
Beredeneerde inventaris der oorkonden en bescheiden van het kapittel van O.L. Vrouwekerk te Maastricht, berustende op het provinciaal archief van Limburg / G.D. Franquinet. - 2 delen. - Maastricht : Hollman, 1870-1877. - p. 42;
Wikipedia Gerbrand Adriaensz. Bredero;
Wikipedia Kapoen;
Middelnederlandsch Handwoordenboek / J. Verdam, C.H. Ebbinge Wubben (bewerking). - 's-Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1973. - ISBN 90-247-0713-7. - p. 282 Capoen;
Wikipedia Lieveheersbeestjes - Etymologie;
Museon - lessen - Lieveheersbeestje [internet archive waybackmachine];
Streekmuseum Wandelpuzzeltocht Dirksland 1e etappe, vraag 72;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 november 1995 | pagina 6 Een straatje om in Dirksland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 februari 2007 | pagina 5 Met Raad en Daad Waarom Lieveheersbeest?;
Woordenboek der Zeeuwse Dialecten / Ha. C.M. Ghijsen (redactie). - Amsterdam/Brussel : Elsevier, 1979. - ISBN 90-10-03024-5. - zesde druk jublileumeditie. - p. 406 kapoenebêêsje;
22.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 5 december 1901 | pagina 9 Verkoopingen;
23. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
150;
Delpher:
Statistiek der openbare leeszalen en bibliotheken 1908 / Centraal Bureau voor de Statistiek. - 's-Gravenhage : Belinfante, 1910. - p. XIII;
Archieven:
Weekblad Voorne-Putten, Overflakkee en Goedereede, 1912-01-30; p. 2 Dirksland.;
29.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 23 augustus 1911 | pagina 1 Dirksland.;
Archieven:
Weekblad Voorne-Putten, Overflakkee en Goedereede, 1914-10-18; p. 5 Dirksland.;
32.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 november 1995 | pagina 13 Een straatje om in Dirksland (vervolg) / Cathy Westdorp;
33.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 33;
Parallel Ring 43 Dirksland;
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 2 april 1889 | pagina 1 Dirksland;
Maas- en Scheldebode | 20 januari 1893 | pagina 3 Dirksland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 februari 1980 | pagina 5 Nieuwe eigenaar speurde in 't verleden van v.m. weeshuis / [J.J. v.d. Maas];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 november 1981 | pagina 10 Het Dirkslandse weeshuis / D.K. Soldaat-Poortvliet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 december 1981 | pagina 5 Het Dirkslandse weeshuis (III) / D.K. Soldaat-Poortvliet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 februari 1999 | pagina 1 Dirksland's schoolkinderen en het weeshuis;
Delpher:
Gids der Nederlandsche weldadigheid : uit officiëele en particuliere bronnen bewerkt / J.F.L. Blankenberg; H.J. de Dompierre de Chaufepié. - Landelijk Nederland in beeld. - Amsterdam : Van Holkema & Warendorf, 1899. - p. 636;
Rotterdamsche courant, 06-01-1820. - Vader en Moeder;
kinderen van P C van der Wekke-Flock:
Delpher:
Het Rotterdamsch parool, 21-10-1947 Burgelijke Stand Aangiften van 20 Oct. - Bevallen;
Algemeen Dagblad, 04-10-1949 Burgelijke Stand van Rotterdam aangiften van 3 october;
Het Rotterdamsch parool, 14-02-1956 Burgelijke Stand van Rotterdam Aangifte Geboorte d.d. 13 feb.r. '56;
Het Rotterdamsch parool, 14-02-1956 Burgelijke Stand van Rotterdam Aangifte Geboorte d.d. 29 dec. 2959;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 07-12-1977 Burgelijke Stand Aangiften van geboorte te Rotterdam op 5 december 1977;
Genealogie Littel / Ronn Boef Martina Littel;
Over de kinderen van Pieternella Troelja en Adrianus van der Wekke:
Delpher:
Het Rotterdamsch parool, 11-05-1951 Burgelijke Stand van Rotterdam - Gehuwd te Rotterdam 9 Mei 1951;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 12-05-1951 Burgelijke Stand Rotterdam Aangiften op 11 Mei 1951 - gehuwd [k4];
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 25-06-1953 Burgelijke Stand Aangiften op 24 juni;
Het Rotterdamsch parool, 24-10-1955 Burgelijke Stand van Rotterdam - Aangifte Geboorte d.d. 22 Oct. 1955;
Het Rotterdamsch parool, 15-08-1958 Burgelijke Stand van Rotterdam - Aangifte van overlijden van 14 aug. 1958 Rotterdam, levenloos;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 15-01-1960 Burgelijke Stand Aangiften van 14 januari;
Het Rotterdamsch parool, 14-10-1961 Burgelijke Stand van Rotterdam - Aangiften van geboorte op 13-10-'61 Rotterdam;
Het Rotterdamsch parool, 17-10-1961 Burgelijke Stand van Rotterdam - Aangiften van geboorte op 16-10-'61 Rotterdam;
Het Rotterdamsch parool, 07-09-1957 Service station op de Hooidrift;
Algemeen Dagblad, 14-02-1958 Verkoop bij executie;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 06-06-1968 De bliksemcarrière van L.E.J. van der Wekke Poetsen aan het image van het Nederlandse schoonmaken / Herman Moscoviter [foto];
Algemeen Dagblad, 07-11-1990 Familiebericht;
Krantenbank Zeeland:
de Stem | 6 april 1976 | pagina 5 faillissementen uitgesproken;
de Stem | 30 mei 1978 | pagina 12 faillissementen opgeheven, gebrek aan baten;
35.
openarchieven geb Jacob Johannis Troelja;
openarchieven huw Jacob Johannis Troelja;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode, 16 mei 1906 | pagina 3 Burgerlijke Stand Dirksland;
Maas- en Scheldebode, 25 mei 1907 | pagina 4 Burgerlijke Stand Dirksland;
Maas- en Scheldebode, 14 augustus 1909 | pagina 4 Burgerlijke Stand Dirksland;
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede, 31 januari 1912 | pagina 7 Burgerlijke Stand Dirksland;
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede, 4 augustus 1915 | pagina 8 Burgerlijke Stand Dirksland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1954 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws Dirksland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 mei 1968 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 september 1968 | pagina 3 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 november 1968 | pagina 2 Dankbetuiging;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 maart 1969 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 april 1976 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 december 1992 | pagina 4 Familiebericht;
36.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: voorgevels Ring 43. (1868) / G.J. (Gerard) Dukker (Fotograaf). - 08-1967 116.646;
Delpher:
Zuid Holland in beeld / A. Loosjes. - Landelijk Nederland in beeld. - Amsterdam : Scheltema & Holkema, [1930]. - p. 281;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 februari 1980 | pagina 5 Nieuwe eigenaar speurde in 't verleden van v.m. weeshuis / [J.J. v.d. Maas];
38.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 28 februari 1912 | pagina 3 Familiebericht;
Maas- en Scheldebode | 5 april 1916 | pagina 4 bekwaam Smidsknecht;
Maas- en Scheldebode | 11 oktober 1916 | pagina 3 6 Blaasbalgen;
Maas- en Scheldebode | 7 december 1921 | pagina 2 Dirksland.;
Maas- en Scheldebode | 31 december 1921 | pagina 5 Nieuwjaarsgroet;
Onze Eilanden | 11 november 1922 | pagina 6 Familiebericht;
Onze Eilanden | 31 december 1929 | pagina 8 Nieuwjaarsgroet;
Opbouw | 2 mei 1947 | pagina 7 Dirksland.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 mei 1947 | pagina 3 Bekendmaking;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 augustus 1950 | pagina 1 De Raad te Dirksland bespreekt bezoldigingen gem.-personeel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1952 | pagina 6 Nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 januari 1957 | pagina 4 Familiebericht [Jannetjte];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 februari 1957 | pagina 10 Familiebericht [Jannetje];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 mei 1961 | pagina 1 Gouden jubileum metaalbewerkersbond op Goeree-Overflakkee;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 april 1962 | pagina 2 Plaatselijk Nieuws Dirksland Koninklijke onderscheiding;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 mei 1962 | pagina 10 Dirksland Koninklijk zilver voor de heer A. W. Knöps [foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 mei 1968 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 februari 1980 | pagina 5 Nieuwe eigenaar speurde in 't verleden van v.m. weeshuis / [J.J. v.d. Maas];
Delpher:
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1949 : Sept.1949, dl.2: H-Z. - PTT, 1949. - p. 352 Middelharnis;
WieWasWie BS Geboorte met Aart Willem Knops;
WieWasWie BS Huwelijk met Aart Willem Knops;
WieWasWie BS Geboorte met Jannetje Cornelia van Es;
39.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 februari 1980 | pagina 5 Nieuwe eigenaar speurde in 't verleden van v.m. weeshuis / [J.J. v.d. Maas];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 maart 1987 | pagina 4 Familiebericht
Zo te zien woonde het gezin van der Maas-van der Heijden nu wel in Dirksland;
Delpher:
Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland, 27-08-1963 Burgelijke Stand Leeuwarden;
Trouw, 22-02-1983 Familiebericht
Zo te zien ging het gezin van der Maas-van der Heijden niet in het pand wonen;
Trouw, 23-08-1984 Familiebericht;
Online Begraafplaatsen 65682 133;
Geni Lena Knöps;
41.
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet Het weeshuis te Dirksland;
Online Begraafplaatsen 1598963 1007;
K.J. Waleboer, vertrok in 1952 vanuit Goudswaard naar Apeldoorn, trouwde als 23-jarige in 1956 met E. van 't Hoff (21), was in 1959 woonachtig op Vondellaan 18B Maassluis, krijgen zoon Abraham Jan Maarten.
Delpher:
Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard en IJselmonde, 16-06-1952 Goudswaard Vertrokken;
Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard en IJselmonde, 29-06-1956 Goudswaard Burgelijke stand;
Maassluise courant, 09-01-1959 Burgerlijke stand;
42.
Over deze straatmakerskunst hebben we geen achterinformatie kunnen vinden;
43.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 25;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 7 december 1900 | pagina 5 S. Nagtegaal;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 september 1953 | pagina 2 De kerkgracht van Dirksland moet nodig gerestaureerd worden;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 november 1955 | pagina 2 Dirksland Nieuwe kerkbrug;
44.
ANWB informatiebordje "NH kerk te Dirksland";
45. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
25 [met Floris I zal Floris V bedoeld worden, aangezien Floris I leefde van ±1025 - 1061 en Floris V tussen 1254 en 1296 ],
34,
139,
141;
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet Oorkonde van Dirksland
overgenomen uit:
Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299 : II: 1222 tot 1256 / J.G. Kruisheer. - Assen/Maastricht : Van Gorcum, 1986. - ISBN 90-232-2171-0;
Oorkondenboek van Holland en Zeeland : eerste afdeeling tot het einde van het Hollandsche Huis / L.Ph.C. van den Bergh (bewerking). - Amsterdam/'s Gravenhage : Frederik Muller / Nijhoff, 1866-1901. -
223 No. 506.;
Oorkondenboek van Holland en Zeeland : eerste afdeeling tot het einde van het Hollandsche Huis / L.Ph.C. van den Bergh (bewerking). - Amsterdam/'s Gravenhage : Frederik Muller / Nijhoff, 1866-1901. -
159 No. 373.;
46.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 november 1996 | pagina 5 Ringdorp op de rand van de Polder : Met De Motte op stap in het verleden (20b) / Rias Olivier;
47.
Hervormde Gemeente Dirksland Geschiedenis Kerkgebouw (pdf), p. 1, 5;
Verslagen omtrent 's rijks oude Archieven / J.H. Hingman 141;
Delpher:
Ons heerlijk vaderland / H. Blink. - Amsterdam : Van Holkema & Warendorf, 1908. - p. 189;
48.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 4;
49.
Delpher:
Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland : Deel I / P.C. Bloys van Treslong Prins. - Utrecht : Oosthoek, 1922. - p. 167; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
148-149;
51.
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet Den Achterweg of de Lange Mispit rond 1938 / Piet van Dongen JM.zn., 2006;
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet Foto 22 Zomerstraat, Dirksland;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 maart 1954 | pagina 4 Demonstratie hoogtezon;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 november 1995 | pagina 13 Een straatje om in Dirksland (vervolg) / Cathy Westdorp;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 november 1996 | pagina 5 Ringdorp op de rand van de Polder : Met De Motte op stap in het verleden (20b) / Rias Olivier;
52.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 30 augustus 1916 | pagina 3 Huis te koop!;
53.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 16 mei 1928 | pagina 2 Dirksland;
Wikipedia Carbolineum;
55.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 november 1977 | pagina 4 Het is zover ...!;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juni 1991 | pagina 7 all-round onderhoudsmedewerker;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 december 1991 | pagina 8 December-aanbieding;
56.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 juni 1993 | pagina 2 Postagentschap in 'de Luifel';
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 juni 1993 | pagina 12 postkantoor;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 juni 1993 | pagina 4 Boekhandel de Luifel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 juni 1994 | pagina 4 postkantoor;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 april 1995 | pagina 2 Kapsalon 'Silhouet' brengt fleur in Achterdorp Dirksland;
57.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 maart 2001 | pagina 2 Dirksland krijgt weer een drogisterij [met foto luifel en 2 zonneschermen];
Joost de Vree luifel;
De drogisterij van H.J. Eekhof:
Delpher:
De Noord-Ooster, 10-02-1925 Advertentie Gevraagd;
De Noord-Ooster, 08-08-1925 Advertentie Bloedwijn;
59.
Foke Stribos biografie;
rkd Foke Stribos;
LinkedIn Foke Stribos;
facebook Foke Stribos geboortedatum: 21 december 1949 (niet geverifieerd / kunnen verifiëren);
Eilanden-Nieuws, 16 juni 2023 Foke Stribos;
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 9 juli 1997 | pagina 2 Met expositie van Foke Stribos en wekelijkse Sing-in Open Kerkdagen in Gasthuiskerk Zierikzee;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 juni 2011 | pagina 10 Kunst en kunstenaar op Goeree-Overflakkee (1) Foke Stribos: 'Als kunstenaar moet je met beide benen op de grond staan' / Jolanda Driesse-Bosland;
zijn ouders:
CBG Verzamelingen Stribos Weert;
A.P.M. Stribos
A.A.M. Stribos-Nederveen
Delpher:
Volkskrant, 26-11-1960 Familiebericht;
Fons Stribos en Annie Stribos-Nederveen
Delpher:
Volkskrant, 26-11-1960 Tentoonstelling Gemeentemuseum;
Anny Stribos-Nederveen
Delpher:
Limburgsch dagblad, 20-08-1988 Kasteel Limbricht;
Fons Stribos 15-11-1927 - 16-09-2007
Graftombe Stribos, Fons;
Anny Nederveen 25-04-1921 - 17-02-2010
Graftombe Stribos, Fons;
de Volkskrant, 29 september 2007 Mijn camera ziet alles / Peter Brusse;
Met dank aan Foke Stribos voor het 'lenen' van zijn digitale versie van Dirksland vanuit de polder gezien - Landschap 2, mailcontact 15 - 16-10-2024;
60.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 november 1996 | pagina 5 Ringdorp op de rand van de Polder : Met De Motte op stap in het verleden (20b) / Rias Olivier;
61.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 31, 38;
met dank aan Corrie Kersten-Knops facebook Messenger-contact, 10-7-2024 voor info over het wapen en lantaarn;
Wikipedia Dirksland;
Wikipedia Goeree-Overflakkee;
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet Geschiedenis van Dirksland deel 4 - vanaf 1940 1966;
62.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 38;
Joost de Vree oeil de boeuf;
Joost de Vree timpaan;
Joost de Vree fronton;
Joost de Vree symboliek pijlenbundel;
63.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 40;
Wikipedia Art deco;
66.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 juni 2007 | pagina 8 Drank- en Horeca;
67.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 29;
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 12 september 1985 | pagina 4 Halve eeuw fa. Braber Bru wordt gevierd met receptie voor hele Bruse bevolking;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 november 1995 | pagina 13 Een straatje om in Dirksland (vervolg) / Cathy Westdorp;
Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 16 oktober 1997 | pagina 1 Meestoof krijgt wielsteen uit AJP;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 mei 2000 | pagina 4 Naar school, 70 jaar geleden / Cor van Seters;
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet deel 2 - 1572 tot 1795 1792;
Museum de Meestoof - Sint Annaland Deze steen kreeg klappen;
70.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 1 juni 1912 | pagina 2 Verkoopingen;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 10 januari 1913 | pagina 3 Verkooping;
Maas- en Scheldebode | 3 december 1913 | pagina 2 Verkoopingen;
Maas- en Scheldebode | 25 mei 1929 | pagina 2 Verkoopingen;
74.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed suikerzakje C.G. Jansen / Club van Suikerzakjesverzamelaars in Nederland;
75.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed suikerzakje T. v.d. Heijden / Kees Lier (verzamelaar);
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 september 1970 | pagina 7 Voorlichtingsavonden;
76.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 december 1973 | pagina 11 advertentie Publieke verkoop;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 augustus 1976 | pagina 7 advertentie Café-Restaurant "'t Galjoen";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 september 1976 | pagina 4 Bericht van inzet;
80. Caarte vande Heerlykheyt van Melis sant. 1696 (in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701].
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson);
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet deel 1 - 1229 tot 1572 1416;
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet deel 2 - 1572 tot 1795 1618;
Nederlandse Waternamen / M. Schönfeld. - Bijdragen en mededelingen der Naamkunde-Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, 6. - Amsterdam : Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, 1955. - p. 31-32;
Dorpsraad Dirksland Ontdek historisch Dirksland Voorstraat en Heul;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 september 2002 | pagina 5 Ontdekkingstocht langs kleine ornamenten met grote betekenis;
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 4;
Wikipedia Duiker (waterbouwkunde);
Delpher:
Nederland als polderland / A.A. Beekman. - Zutphen : Thieme, 1932 (3e druk). - p. 186;
Handboek der middel-Nederlandsche geographie / L.P.C. van den Bergh. - 's-Gravenhage : Nijhoff, 1949 (3e druk / aangevuld en omgew. door A.A. Beekman en H.J. Moerman). - p. 50-51;
81.
Dorpsraad Dirksland: De winkels op de Straatdijk van vroeger en nu / Frits Veringmeier p. 24;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 28 juni 1919 | pagina 5 Smederij;
Maas- en Scheldebode | 12 augustus 1925 | pagina 3 Dirksland;
Maas- en Scheldebode | 8 januari 1927 | pagina 5 Burgelijke Stand Dirksland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 oktober 1964 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 oktober 1992 | pagina 6 Wie schrijft er mee van en over Flakkee? / Annie Walraven;
82.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 januari 1993 | pagina 2 "Walraven is een schrijven om trots op te zijn" / Cathy Wesdorp;
Provinciale Zeeuwse Courant | 28 juni 2006 | pagina 25 Eindelijk / Lo van Driel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juni 1985 | pagina 6 Uit de Historie Dirksland (IV) / J.L. Struik;
dbnl: Paradijzen van weleer : Koloniale literatuur uit Nederlands-Indië, 1600-1950 / E.M. Beekman; Maarten van der Marel, René Wezel (vertaling). - Amsterdam : Prometheus, 1998. - ISBN 90-5333-593-5. - p. 576 [B 498]
[B 498] = Brieven. Aan familie en vrienden 1919-1941 / W. Walraven; R. Nieuwenhuys, F. Schamhardt, J.H.W. Veenstra (redactie). - Amsterdam : Van Oorschot, 1992. - ISBN 90-282-0769-4. - 2de verm. druk. - p. 498;
huygens instituut Walraven, Willem (1887-1943) / Frank Okker (laatst gewijzigd 12-11-2013);
gezin: Pleunis Okker x Maria Elizabeth Bons:
Dirk Jan Okker, geboren op 26 mei 1879 te Dordrecht
WieWasWie BS Geboorte met Dirk Jan Okker
Anthonia Hendrika Okker, geboren 24-03-1884 aan boord schip in IJssel, te Krimpen aan den IJssel
WieWasWie BS Geboorte met Maria Elisabeth Okker
WieWasWie BS Overlijden met Maria Elisabeth Okker
WieWasWie BS Geboorte met Anthonia Hendrika Okker
WieWasWie BS Huwelijk met Jan den Rooijen
WieWasWie BS Overlijden met Anthonia Hendrika Okker;
InternetArchive: OOGO literaire periodiek van Goeree-Overflakkee Willem Walraven;
Dirksland tussen de doerians. Een biografie van Willem Walraven / Frank Okker. - Amsterdam : Bas Lubberhuizen, 2000. - ISBN 90-76314-43-8 - Proefschrift Universiteit Leiden;
83.
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet - Foto's: Dirksland in oude ansichten deel 1 Foto 60;
84.
BAG 0504100001641623 de nummer 9 en 11: 1915;
BAG 0504100001643669 nummer 7: 1880;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag 15 april 1994 | pagina 9 De schepen van Dirksland (II) / D. Hoogzand m.d.a. families M.G. de Graaf-Ras, A.J. de Graaff-van Wijk, Hester de Graaff;
Delpher:
Buiten; geïllustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd, jrg 26, 1932, no. 53, 31-12-1932 p. 633copyright [onduidelijk of er nog auteursrechten gelden];
85.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 december 1956 | pagina 17 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1963 | pagina 19 nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag 25 oktober 1983 | pagina 1 Dirksland: Verzetsherdenkingskruis posthuum uitgereikt [foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag 15 april 1994 | pagina 9 De schepen van Dirksland (II) / D. Hoogzand m.d.a. families M.G. de Graaf-Ras, A.J. de Graaff-van Wijk, Hester de Graaff;
Met dank aan Nelly Sonneveld, Molendatabase, mailcontact 17 september 2024, voor ontknoping van de zaag- en korenmolen op deze plek en de datering van de zaagmolen. Deze hoge molen zal omstreeks 1898 verdwenen zijn. Later, rond 1901 is er een tweedehands houten korenmolen op 'dezelfde' plek geplaatst:
De Nederlandse Molendatabase Krimpen aan den IJssel, Zuid-Holland Zaagmolen, Krimpen aan den IJssel;
De Nederlandse Molendatabase Krimpen aan den IJssel, Zuid-Holland korenmolen Hoop en Liefde, Krimpen aan den IJssel;
Traces of War: Verzetsherdenkingskruis (VHK) Frieda de Jong;
Geni: Verzetsherdenkingskruis : I t/m K Frieda de Jong;
Traces of War: Verzetsherdenkingskruis (VHK) Adriaan de Graaf;
Geni: Verzetsherdenkingskruis : G t/m H Arie Holleman;
De Ommelanden : band 2 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-60-2. - p. 719, 730-731;
Leven en werken rond Lek en IJssel : Bedrijvig verleden / Elly van Gelderen-Kasbergen. - Capelle aan den IJssel : AVW Vakpers, 2005. - ISBN 90-76217-13-0, 978-90-76217-13-0 [gecorrigeerd 978-90-76217-13-8]. - p. 97-98;
De Nederlandse watertoren in oude foto's en prentbriefkaarten / Henk Rienks. - Capelle a/d IJssel : Voet, 2000. - ISBN 90-73647-34-7. - p. 92;
Wikipedia Watertoren (Ouderkerk aan den IJssel);
86.
rouwadvertentie Frieda de Jong AKA Dini de Graaf
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 19-11-1987 Familiebericht
Frieda de Jong was tussen 1942 en 1943 werkzaam in het ziekenhuis te Dirksland.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag 25 oktober 1983 | pagina 1 Dirksland: Verzetsherdenkingskruis posthuum uitgereikt [foto Frieda de Jong];
Een Frieda de Jong heeft ondergedoken gezeten (samen met de als vrouw verkleed waterbouwkundig ingenieur Rob, die de bezetter had geweigerd om land onder water te zetten en Annie Zoeteman) in de molen van Van Seters in Dirksland. De schuilkelder was gemaakt in de tras die onder de molen zat. Cor van Seters beheerde de molen namens zijn moeder, die weduwe was nadat haar man door ziekte was overleden als 36-jarige in 1934. Cor van Seters was getrouwd (24-4-1944) met Mar Geertsema (Ulrum, ±1911), verpleegster in het ziekenhuis. Cor had samen met timmerman Lughthart (van de Voorstraat) de tras omgebouwd om het er even te kunnen uithouden.
De molen Het Fortuin is in 1912 afgebroken en stond in de hoek De Boezem en de Molendijk, dat nu de Westhavendijk genoemd wordt. Er werd nu gewerkt met een motor-malerlij. Verder was er nog de woning en een pakhuis op het terrein.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 21 januari 2000 | pagina 2 Ingezonden 'Een schuilplaats onder de molen' / Cor van Seters;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 2 februari 1952 | pagina 1 Hoe het vroeger was! : De haven van Dirksland met korenmolen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 21 september 1993 | pagina 2 Industrieel aardewerk aan de Westhavendijk te Dirksland : 25e onderzoek van De Motte in bouwput Den Hertog / Rias Oliver;
De Nederlandse Molendatabase Dirksland, Zuid-Holland Het Fortuin, Dirksland
Delpher:
Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad, 24-05-1994 Familiebericht 50 jaar huwelijk;
Cornelis werd te Stellendam geboren net voor 10 mei 1924. Zijn ouders waren Arie van Seters (Stellendam, 30-9-1897 - Dirksland, 1-3-1934) en Neeltje Hameete.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 10 mei 1924 | pagina 4 Burgelijke Stand;
Maas- en Scheldebode | 3 maart 1934 | pagina 4 Familiebericht;
Maas- en Scheldebode | 7 april 1934 | pagina 4 Familiebericht;
openarchieven Geboorte op 30 september 1897 te Stellendam Arie van Seters;
openarchieven Huwelijk op 10 mei 1918 te Stellendam Arie van Seters en Neeltje Haameete;
openarchieven Huwelijk op 24 mei 1944 te Ulrum Cornelis van Seters en Martje Geertsema;
openarchieven Overlijden op 1 maart 1934 te Dirksland Arie van Seters;
========
Geni: Verzetsherdenkingskruis : I t/m K Frieda de Jong;
AlleGroningers Frieda de Jong;
Online Begraafplaatsen 320620 662
Een Bijbeltekst uit Johannis 21, vers 22 "Volg gij Mij....." staat op haar zerk;
Het familiebericht van Frieda de Jong (1915-1987):
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 19-11-1987 Familiebericht;
Trouw, 19-11-1987 Familiebericht;
Archieven.nl NIOD 249-A0587 30 Correspondentie en knipsels van Frieda de Jong;
========
Aangezien het in eerste instantie niet duidelijk was om wie het precies ging, immers hoeveel personen met de naam Frieda de Jong zullen een ziekenhuis-relatie hebben, hieronder nog een dwaalspoor:
========
Een Mevr. Dr. Frieda de Jong-van Brero, kinderarts wonende te Burchtpl. 20 Wassenaar, komt voor in de "Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst", jaargangen 1939-1949
Delpher:
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1939 Brero, p. 1489;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1940 Brero, p. 1556;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1941 Brero;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1942 Brero, p. 50;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1943 Jong, p. 1349;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1947 Jong, p. 755;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1948 Jong, p. 834;
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1949 Jong, p. 917;
Deze kinderarts, Dr. Frieda de Jong-van Brero, stopt in november 1956 na 28 jaar kinderarts geweest te zijn. Dus werkzaam van 1928-1956.
Krantenviewer Noord-Hollands Archief:
Haarlem's Dagblad | 2 november 1956 | pagina 13 Kinderarts neemt afscheid van Consultatiebureau;
Conclusie, kinderarts Frieda de Jong-van Brero is niet de gezochte Frieda de Jong (1915-1987).
========
Dit is m.i. een andere Frieda de Jong:
Joodserfgoedrotterdam Harddraverstraat;
========
90.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag 1 april 1942 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag 15 april 1994 | pagina 9 De schepen van Dirksland (II) / D. Hoogzand m.d.a. families M.G. de Graaf-Ras, A.J. de Graaff-van Wijk, Hester de Graaff;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 augustus 2009 | pagina 3 Familiebericht;
Mensenlinq: Eilanden-Nieuws, 4 december 2012 Familiebericht Mattheus Gerrit de Graaff;
Eilanden-Nieuws, 4 december 2012 Familieberichten Mattheus Gerrit de Graaff;
Online Begraafplaatsen 545190 1635;
97.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 mei 1952 | pagina 1 De "wacht" aan de Dorpsgooi te Dirksland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 augustus 1969 | pagina 9 Oude Dorpsgooi te Dirksland [foto Dorpsgooi Tuinstraat];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 april 1971 | pagina 5 Het watergemaal staat in Dirksland in een landelijk omgeving [foto];
BAG 0504100001642322 nummer 39: 1920;
Met dank aan Anneke Lalleman-Meijer voor de persoonlijke noten, mailcontact 23 september 2024;
Landelijk Register van Monumentale Bomen - Gewone es (1683241);
98.
Google Streetview aug 2009;
Google Streetview sept 2013;
Met dank aan Anneke Lalleman-Meijer voor de persoonlijke noten, mailcontact 23 september 2024;
99.
Met dank aan Anneke Lalleman-Meijer voor de persoonlijke noten, mailcontact 23 september 2024;
Krantenbank Zeeland:
Provinciale Zeeuwse Courant | 15 maart 2012 | pagina 55 Eiffeltoren op rotonde Flakkees 'Klein Parijs' / Ton van den Nouweland;
100.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 1 januari 1914 | pagina 5 Nieuwjaarswens.;
Maas- en Scheldebode | 2 december 1914 | pagina 2 Rechtzaken.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 november 1995 | pagina 13 Een straatje om in Dirksland (vervolg) / Cathy Westdorp;
101.
Winterstraat 2 Dirksland film / arjo van der Graaff (Fotograaf), 12-7-2020, 20:51;
Delpher:
NRC Handelsblad, 17-11-1990 Dirksland, Winterstraat 2;
Algemeen Dagblad, 14-05-1992 Celeste Bastiana;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 november 1995 | pagina 13 Een straatje om in Dirksland (vervolg) / Cathy Westdorp;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Dirksland, Zuid-Holland, sectie B, blad 010 (OAT08036B010);
102.
Winterstraat 4 Dirksland funda - film;
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 18;
Joost de Vree koekoek 2;
etymologiebank.nl koekoek 2;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1955 | pagina 10 Nieuwjaarswens. Joh. Huizer;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1981 | pagina 8 Nieuwjaarswens. Joh. Huizer;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 november 1984 | pagina 4 Tweede organist;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 april 1989 | pagina 7 Wij zijn verhuisd;
Online Begraafplaatsen 65635 133;
113.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 61;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 september 2002 | pagina 11 Historisch hoekje Het wapen op de Dirkslandse Sluis van 1672 / Cathy Westdorp; Geslacht van Dam (in: Algemeen Nederlandsch Familieblad Xe Jaargang (1893), no. 7 en 8. - p. 167-168);
123.
Wikipedia Sebastiaan Hendrik Anemaet;
Thorbecke wil het : Biografie van een staatsman / Remieg Aerts. - Amsterdam : Prometheus, 2018. - ISBN 978-90-351-4479-8. - p. 308-309, 312-313;
125.
Delpher:
Staatsalmanak voor het Koningrijk der Nederlanden, Deel: 1917. - 1916 p. 535;
Staatsalmanak voor het Koningrijk der Nederlanden, Deel: 1919. - 1918 p. 199;
Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap, 1919, 01-01-1919 p. 477;
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit! ”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 6 januari 1917 | pagina 7 Aanbesteding.;
Maas- en Scheldebode | 20 januari 1917 | pagina 4 Uitslag Aanbesteding.;
127.
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet deel 2 - 1572 tot 1795 1790 [6e + 7e]; Havenkanaal Dirksland : Cultuurhistorische waardering en ruimtelijke richtlijen / Patty van der Kleij, Mathijs Witte, Hams Lammers (kerngroep); Marinke Steenhuis, Isabel van Lent, Johanna van Doorn (projectteam). - Rotterdam : SteenhuisMeurs, 2020. - p. 17;
Delpher:
Leydse courant, 07-05-1790 Dykgraaf en Gezworens van Dirksland;
129.
Kleine ornamenten in de gemeente Dirksland / Jan Both. - Schetsboeken van Dirksland 2. - Dirksland : Gemeente Dirksland, 2002. - ISBN 90-806598-2-7. - p. 55;
130.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 oktober 2005 | pagina 1 Gerestaureerde Sas krijgt gedenksteen / Adri van der Laan;
stamboom.DoeVos.nl : genealogie van onze families / Peter van den Doel Jilles van den Doel;
stamboom.DoeVos.nl : genealogie van onze families / Piet van Dongen, Peter van den Doel Jilles van den Doel;
stamboom.DoeVos.nl : genealogie van onze families / Peter van den Doel Cornelis van den Doel;
stamboom.DoeVos.nl : genealogie van onze families / Peter van den Doel Cornelis volgde zijn vader op;
stamboom.DoeVos.nl : genealogie van onze families / Peter van den Doel Pieter van den Doel;
stamboom.DoeVos.nl : genealogie van onze families / Peter van den Doel Cornelis van den Doel ;
Wikipedia Jan Franssen;
131.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 oktober 2005 | pagina 1 Gerestaureerde Sas krijgt gedenksteen / Adri van der Laan;
132.
BAG 0504100001644437;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 138 Dirksland;
133.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 november 1995 | pagina 6 Een straatje om in Dirksland / Cathy Westdorp;
Cathy geeft aan de Philipshoofjesweg naast de Dorpsstraat ook Hagenaersweg werd genoemd, naar een lokale bestuurder Hagenaer.
Een gedachte die opkomt bij het lezen van de Philips Hoofjes Weg is een mogelijke verwijzing naar de hoven van ene Philips. Gezien de leeftijd van de weg zal er vast een Philips in deze eeuwen hier bezit hebben kunnen hebben. Het blijft echter giswerk;
Melissant
Wanneer we in gedachte over de Sonnemare rijden, belanden we via de eeuwenoude Noorddijk van Dirksland en de Nieuweweg in het merkwaardige gebied en dorp dat de naam Melissant draagt.
Het is een merkwaardig gebied omdat het zich - vanaf het laatste kwart van de vijftiende eeuw, vallend onder 't Land van Voorn
1
- als heerlijkheid van Melissant telkens met aanwassen rondom Dirksland uitbreidde. Dit ging door totdat Dirksland grotendeels was omsloten door Melissant
2.
Melis sant 1696 (en Dirksland met kreken)
Caarte vande Heerlykheyt van Melis sant, 1696.
(in: Voorne caart-boeck van alle de dorpen, en polders gelegen inden lande van Oost, ende West Voorne, mitsgaders Over Flacqueê ... / Gedaan maaken door ordre ende resolutie vande heeren Breetste Geerfdens vanden selven lande genomen op den 7e Juny 1695 ... . - [S.l.] : [s.n.], [1701])
bron: De collecties van de Universiteit van Amsterdam - Allard Pierson
Zelf raakte het zijn laatste waterverbinding door verdere inpoldering ook kwijt in 1605, zodat zelfstandige handel was uitgesloten met alle gevolgen van dien - het zou eeuwenlang arm blijven. Het dorp zou dan ook bekend komen te staan als geitendorp, de koe van de armen
3.
De Nieuweweg is inderdaad relatief nieuw. In vroegere tijden moest men - na De Oven Keet Wegh in Dirksland - na de Noorddijk rechtdoor gaan over De Nolle Wegh, de huidige Nolleweg. Via de Mool Dyck - de Molendijk - kwam men dan bij de Voorstraat van Melissant.
detail uit: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Melissant, Zuid-Holland, sectie A, blad 02
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08113A02 (CC BY-SA 3.0)
Op de Kadastrale kaarten 1811-1832 treffen we parallel aan de uitwatering - dat hier Kerk Sloot wordt genoemd - inmiddels het Melissantse Pad aan
4.
Deze komt uit bij een rechthoekige kerkgracht dat voor vijf achtste deel uit water bestaat. Hierover is een schuin een bruggetje gelegd, zodat men bij de kerk kan komen en eventueel verder kan lopen. Het pad ligt daarmee in het verlengde van de Voorstraat.
Het Melissantse Pad wordt nu aangeduid als Nieuweweg.
We stoppen even aan het einde van de Nieuweweg om de eerste Social Sofa, die we op het eiland tegenkomen, te bekijken.
In het kader van "Meer Kunst en Kleur", de titel van een visiedocument uit 2011 met de uitkomst van de Dorpsraad en bewoners van het dorp, die hierin bepleiten dat "het dorp wel wat meer kleur kan gebruiken"
5.
Akkie Krouwel van de Dorpsraad kwam met het idee voor de Social Sofa.
De tekeningen die we op deze bank aantreffen zijn getekend door de leerlingen van groep 7 en 8 van beide basisscholen die het dorp rijk is. Hiervoor moesten ze natuurlijk eerst op zoek in het dorp naar de bijzondere gevels die er nog te vinden zijn. Van de gemaakte tekeningen zijn er tenslotte negen tekeningen gekozen die op het ontwerp van de bank 'gemozaïekt' gaan worden. Het Social Sofa team uit Tilburg zorgt ook hier voor de begeleiding.
Een groep bewoners, zo'n 30 - voornamelijk vrouwelijke - personen, hebben zo'n 300 uur geplakt in een loods van de familie Kardux van camping Elizabeth Hoeve om alle tekeningen kleurrijk zichtbaar te krijgen.
Op de zijkant met armleuning zien we een geel gebouw. Op het zitvlak staat de naam van het dorp Melissant. De rugleuning bevat drie gebouwen en op voorzijde van de armleuning een borstbeeld van een geit. De achterzijde bevat eveneens drie gebouwen met om het hoekje nog een wit gebouw met toren, waarnaast een gelig gebouw staat.
De bezoeker kan dus op zoek gaan naar deze negen gebouwen in het dorp. Het gaat onder andere om het voormalige gemeentehuis, de dorpskerk, de kapel en boerderij 'Rust Roest'.
Uiteindelijk is de bank in oktober 2014 op het Plakplein geplaatst. Het werd vervolgens op 1 november om 14.00 uur gezamenlijk onthuld door een kind van elke school die een tekening had gemaakt. De onthullers waren Rick van Niedek (kerk rugleuning) en Fenna Dekkers
6.
Er is in 2015 ook nog een "Social Bin" geplaatst, waarin de afvalbak kleurig is verhuld.
Door de uitvoering van dit project valt de Dorpsraad in 2015 in de prijzen. Het ontvangt tijdens de voorjaarsbijeenkomst van de Zuid-Hollandse Vereniging voor Kleine Kernen (ZHVKK) - dat jaar in Wijngaarden gehouden - de tweede prijs ter waarde van € 275. André Kool nam de prijs namens de Dorpsraad in ontvangst
7.
Inmiddels is het Plakplein omgedoopt tot André Koolplein. André Kool was tussen 2006 en 2015 onder andere actief als penningmeester in de dorpsraad
8.
Een eindje verderop hadden we al een terrasje gezien bij café De Gouden Leeuw, dat overduidelijk open was. We gaan dus niet plaatsnemen op de mozaïek-bank, maar op een stoel op het terras van het café. We zijn ook wel even toe aan een natje en droogje.
Wanneer we op het terras zitten, denken we na over de naamgeving van het dorp.
De naam Melissant doet vermoeden dat het afkomstig is van "het zand van Melis".
Wanneer we kijken welke naamvarianten door de eeuwen er voor Melissant zijn geweest, komen we misschien tot een ander inzicht.
In een schrijven van 1 april 1547 komen we Melissant tegen als Melesant
9.
Maar we komen ook varianten tegen als Meliszand
10 en explicieter Melis-Zand (1780)
11, Melissand (1900).
12.
Het werd in 1480 door hertog Maximiliaan van Oostenrijk uitgegeven om te bedijken. Mogelijk was Melis de eerste bedijker
13.
Bedenkelijk hierbij is telkens weer dat de zogenoemde uitgever van de bedijking niet de naamdrager is.
De volgende polders werden telkens toegevoegd aan Melissant / Out Melis Sant, soms in samenhang met andere dorpen: Alteklein / Alte Kleen, Diederikspolder, Elisabethspolder / Ste Elisabets Polder, Klinkerland / Klincker Lant, Kraaiertpolder, Nieuw-Kraaier / Nieuw Kraayerpolder, Noorderschorren, Onwaard, Oude-Plaat / d'Oude Plaate, Roksenisse / Roxenisse / Rocxenisse
14.
De gronden bestaan volledig uit zeeklei, waardoor ze door hun vruchtbaarheid voornamelijk als bouwland wordt gebruikt. Op een enkele verspreide boerderij na, concentreerde de bevolking, bestaande uit circa 1700 mensen, zich een eeuw geleden - net als nu met ruim 2100 inwoners - volledig in het dorp
15.
Voor zoveel vruchtbare gronden was het uiteraard noodzakelijk dat er in ieder geval ook een notaris was. De volgende notarissen hadden een standplaats in het dorp:
1681 F. de Munck
1690-1719 J. van der Kers
1722-1742 C. du Sart
1743-1783 Cornelis van der Valk
1803-1811 C. Ripping Gz.
16.
Op die vruchtbare gronden kwamen uiteraard ook boerderijen te staan. Enkele langhuisboerderijen in de Polder Kraaijenisse - dat net ten noordoosten van het dorp ligt - hebben de monumentstatus gekregen. Daarnaast zijn er exemplaren die inmiddels zijn afgebroken.
Zoals bijvoorbeeld boerderij Akkerzorg (42005) uit ±1750-1775 aan de Kraaijerdijk en de boerderij (42006) eveneens uit ±1750-1775 een kilometer verderop aan de Kraaijerdijk.
Zo'n 800 meter zuidelijker - aan de Tweede Weg - ligt nog een boerderij (42007) uit deze periode. Tekenaar R. de Gast tekent in 1987 aan de zuidzijde in de dakbedekking het jaar 1614.
"Welgelegen", voorgevel Kraayerdijk 5 / E.A. Canneman (fotograaf)
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 33.367 (CC BY-SA 3.0)
Een soortgelijke boerderij met de naam Welgelegen dat aan de Fortuynweg of Fortuinweg - in feite Kraayerdijk 5 - stond, was niet meer te redden.
Het was in 1791 gebouwd en had een hekwerk met dat stamt uit 1810. Het heeft ook op de "Voorlopige lijst" gestaan. Deze langhuisboerderij had een fraaie windvaan - een man die de wind vangt
17.
Het langhuis waarin het café gevestigd is, staat er pas sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw. We kunnen echter opmaken uit de Kadastrale kaart 1811-1832 dat een soortgelijk pand hier in die periode ook al stond. Het was toen eigendom van tapper Klaas van Duuren.
De naam van het Café "De Gouden Leeuw" komen we een eeuw geleden ook al tegen. Toen besloot A. van der Werf als de uitbater stil te gaan leven en het café te verkopen. Het bestond toen uit een café, woonkamer, winkel, achterkamer, keuken en schuur met stalling. Later - in de jaren vijftig werd het ook nog een herberg. Het pand van toen (een foto uit ±1905) lijkt echter sterk het pand van nu, zodat een lichte twijfel ontstaan over het bouwjaar in de jaren zestig.
In 1962 doet J.D. v.d. Werff het café-biljart over aan D. van Wijk, die uit Ouddorp afkomstig is.
Op donderdag 22 augustus 1974 wordt het café heropend.
De volgende uitbater H. J. Rigter zal voortaan vanaf 23 september 1974 op maandag gesloten zijn.
A.M. Hilker krijgt in 1996 een vergunning voor het hebben van een terras op het trottoir. Het café is ook stempelplaats voor de Elf Dorpen Fietstocht, een tocht van 120 kilometer over het eiland dat in 1980 als Haventocht is begonnen en sinds 1990 is omgedoopt tot Elf Dorpen Fietstocht
18.
Het pand op nummer 7 is echter wel al in de negentiende eeuw gebouwd, zo rond 1890
19.
We vragen ons af hoelang het smalle weggetje naar de Achterweg - tussen het café en dit pand - zich nog zal kunnen handhaven als rijweg voor auto's.
De panden met nummers 1 - 5 stammen volgens het BAG uit 1880
20.
De eerstesteenlegging van het gemeentehuis op nummer 1 duidt echter overduidelijk op het jaar 1858:
De eerste steen
van dit
Gemeentehuis
is gelegd door
L. van Es Jz.
Burgemeester dezer Gemeente
den 20 julij 1858
21.
De plek waarop dit gebouw met drie huisnummers staat, bestaat naast het gemeentehuis ook uit een school.
Met deze school is echter iets bijzonders aan de hand. Het is in 1829 gebouwd en bevat overblijfselen van de muur van een 16de-eeuwse kapel dat hoorde bij een klooster dat hier stond. Dit zou in de laatste kwart van de zestiende eeuw (1575-1599) zijn gebouwd.
Het zou bestaan uit een klein gebouw met een vierkant klokkentorentje.
In het voorjaar van 1852 werd het vergroten van het schoollokaal, inclusief de levering van de daarvoor benodigde materialen, aanbesteed in het Gemeentehuis.
Een andere aanbesteding in het gemeentehuis vond plaats in februari 1896. Op de schrikkeldag zou om 10 uur de aanbesteding van het begrinten van de Westdijk over een lengte van 1440 meter van de polder Oud-Melissant plaatsvinden. Tegenwoordig zal hiermee de Schenkeldijk en het zuid-noord deel van de Molendijk bedoeld worden.
Achter het gemeentehuis stonden tot 1906 nog vier woningen (die ingetekend zijn op de Kadastrale kaart 1811-1832), die toen voor afbraak inclusief grond werden verkocht in de herberg van A. van der Werf.
In 1937 werd de restauratie van het gemeentehuis zelf ook aanbesteed, terwijl het inmiddels voormalige gemeentehuis (inclusief de naastgelegen woningen van nummer 3 en 5 - de voormalige schoollokalen) te Melissant begin 1968 te koop wordt aangeboden.
Het klokje uit het torentje wordt niet verkocht, deze verdwijnt naar de hal in het gemeentehuis van Dirksland. Dat is echter - zoals we inmiddels weten - ook geen gemeentehuis meer.
Dit (hier verdwenen) klokje blijkt bij het afscheid van Klaas Kuipers in 2018 nog steeds een item te zijn tussen de dorpen. Misschien de hoogste tijd om dit in een conferentie van dorpsraden voor eens en altijd netjes op te lossen.
Benjamin Boers heeft het in zijn werk niet over een klooster.
Historie Van Broer Cornelis Adriaensen Van Dordrecht [...]. - Amsterdam : By Abraham Boekholt, 1698
bron: Internet Archive
Portret van broeder Cornelis Adriaensz. van Dordrecht / Anonieme meester, Brugge?, 1573, 1573; Hugo Maertens (foto)
collection: Musea Brugge - Groeningemuseum
bron: artinflanders.be - (public domain)
Wel haalt hij het verhaal van Hendrick van Dam aan, dat vertelt dat vóór de Hervorming Broeder Kornelis van Brugge, dit is de minderbroeder-franciscaan Kornelis Adriaanz. en Cornelis Brouwer (Dordrecht, 1521 - Brugge, 14-7-1581), hier nog kwam prediken. Hij was mateloos populair, waarschijnlijk omdat hij in staat was om de complexe theologische vraagstukken in lekentaal en in het Nederlands te verwoorden. Dit deed hij door met concrete voorbeelden te komen en deze geestig en gevat te brengen. Hij kreeg tevens met zijn vlijmscherpe tong de spotters op zijn hand.
Cornelis Adriaanz Brouwer studeerde in Leuven filosofie en letteren en werd in 1545 tot priester gewijd.
Deze broeder maakte naam door zijn onbeschaafd taalgebruik, zijn bemoeienis met staatszaken en woest getier tegen de hervormingsbeweging dat toen gaande was.
Zo had hier eens vanaf zijn Predickstoel geroepen: "Ba, goe Lien, wat sal ick langer staan kouten? laat ons de Verkens uyt 't Koorn jagen." Na dit gedaan te hebben keerde hij (met zijn meegelopen toehoorders) terug naar zijn gestoelte "Ba, mijn beminde Catholijkken, wat hebben wy daar een goedt werck ghedaan?"
Vanuit de zijde van de Calvinisten kwam een reactie op gang met pamfletten en spotprenten die hem aanvielen en belachelijk maakten. Er kwam vanaf 1569 - in die tijd uiteraard nog anoniem - zelfs een satirische Historie van Broer Cornelis boekwerk op de markt, voornamelijk voor de protestantse en erasmiaanse katholieke lezers bedoeld. Het bleek een parel van literaire satire in de volkstaal.
Een monnik en een begijn / Cornelis Cornelisz van Haarlem. - 1591
Frans Hals Museum Haarlem 13997
bron: Wikipedia Original file
Het zou vele herdrukken krijgen, zoals in 1698. Hierin krijgt de beschrijving van de Discipline der devotarigen (of tuchtiging van vrome vrouwen) de aandacht. Bij de biecht - de ze alleen bij hem mochten doen - zouden ze hem dan nederig moesten vragen om getuchtigd te worden met een roe, die ze zelf moesten meenemen. Hij zou ze dan tuchtigen, dat hij lancsamich dede met een seker getal cleyner slaechskens, die niet seer seere en deden: de secrete penitentie.
Het zou hem zowel bij katholieken als niet-katholieken de duurzame faam als verdorven monnik opleveren. Schilder Cornelis Cornelisz van Haarlem (1562-1638) zal in 1591 dit optreden als illustratie schilderen
22.
Het gemeentehuis hoeft men dus niet meer te zoeken.
Het fraaie pand op de kop van het Plein heeft de uitstraling van een woonhuis. De omringende gebouwen verraden echter dat het voorheen toch echt een boerderij was. De Kadastrale kaart 1811-1832 kan ons de naam van de bouwman vertellen die hier toendertijd vanuit hier boerde. Paulus Lokker was zijn naam. Deze Paulus Lokker is waarschijnlijk de Paulus Lokker die getrouwd was met Pieternella van Es.
Ze kregen in ieder geval vijf kinderen, waaronder Anthonij (1811-1892), Maria (1813), Klijntje (1814-1814), Paulus (1819-1819), NN (1824). Bij het huwelijk van Maria staan ook de namen van haar grootouders vermeld: Antonij Lokker en Klijntje van der Meulen, Leunis van Es en Maria Vreeswijk
23.
Ruim een eeuw later - vanaf 1929 - komen we de familie Mijnders op dit adres tegen
24.
In 1994 treffen we de familie Van Prooijen hier aan
25.
Op het plein zelf is ook weleens iets te doen. Er staat - terwijl wij op het terras zitten - een marktauto.
Het volksvermaak dat men hier in de negentiende eeuw nog kon aanschouwen, het naaldblazen, treffen wij vandaag niet aan.
Toen werd een stopnaald in een blaaspijp gestopt, met de bedoeling de naald op witte schijf te blazen, waarop een hart en een ring was getekend. Mogelijk schuilt hierachter een romantische uitdaging en een boodschap voor de goede en ervaren blazer.
Tegenwoordig worden er schuimparties gehouden, met mogelijk dezelfde uitwerking
26.
We besluiten om na ons zitje op het terras nog even de benen te strekken en wandelen na het einde van de Voorstraat, waar nu de kerk staat. De eerste steen is wederom door de burgemeester gelegd:
De eerste steen
gelegd door
L. van Es Jz.
Burgemeester
dezer gemeente
den 2n October 1862.
We lezen de gouden letters op een zwart achtergrond, dat ingekaderd is door een gouden rand, met bovenop een versiersel.
De kerk stamt dus uit 1862, maar de geveltoren bevat een klok dat gegoten is in 1790 door Gerrit Bakker te Rotterdam. Hij had daarvoor de opdracht gekregen van de Schout, Dijkgraaf en Secretaris van de gemeente Cornelis v.d. Valk. Zijn naam staat dan ook op de klok te lezen, evenals de namen van de Schepenen L. Soldaat, I. Hollander, P. Bot, I. Dooren en P. v.d. Velde.
Dat de klok niet tijdens WOII is omgesmolten, is te danken aan - zo gaat hier het verhaal - een aanval van de Engelsen op het schip, dat op dat moment op het IJsselmeer voer, waarop de vele geroofde klokken vervoerd werden. Het schip werd tot zinken gebracht en werd pas na de oorlog gelicht. Toen de geborgen klokken in Delft waren aangekomen, herkende een zoon van dorpsgenoot Touw de inscripties en het wapen. Zodoende kon het op 5 januari 1946 weer worden teruggeplaatst, zo meldt de krant Opbouw in haar nummer van 11 januari 1946.
In werkelijkheid blijkt de eigenaar en schipper J. van Dijk van klipperschip Op Hoop van Zegen, groot 150 ton, geweigerd te hebben om deze lading met door de Duitsers gestolen klokken te gaan vervoeren. Hij is met zijn meevarende zoon ondergedoken en moest zich daarna redden van de weldadigheid. Het door de Duitsers op 23 oktober 1944 gevorderde schip werd door een andere schipper - de onervaren gelegenheidsschipper Marten Homma - alsnog het water opgestuurd. Deze moest de M-klokken - M staat voor monumentaal - vanuit de opslagplaats in Leerdam naar Emden in Duitsland vervoeren. Het schip werd in Leerdam op vrijdag 3 november geladen. Deze schipper liet het schip met de Kerstdagen van '44 opzettelijk stranden bij Urk, zodat de lading voor de Duitsers verloren ging. Zo is althans de gedachte van J. van Dijk, begin maart 1946.
Klok Onder Water / Boudewijn de Groot (Lennaert Nijgh, tekst)
YouTube: Klok Onder Water
Universal Music Group ℗ 2004 Papa's Music
[nr 13 van "Het Eiland In De Verte"]
Ze kennen het verhaal
Toen de vijand is gekomen
Zijn de klokken uit de toren
Naar het oosten meegenomen
Naar het oosten naar de oorlog
Maar de klokken op de schuit
Ze zijn nooit aangekomen
Want ergens in het water
Van de diepe Zuiderzee
Na de bevrijding heeft Rijkswaterstaat de lading klokken geborgen en ter beschikking gesteld aan de Inspectie Kunstbescherming aan de Sweelinckplein 84 te Den Haag. Berichten uit alle andere kranten vermelden dat de klokken zelf naar Amsterdam zijn gebracht, om ze te identificeren, zodat ze naar de eigenaar terug kunnen. Het schip werd naar enkele reddingspogingen opgegeven en dient als wrak verloren beschouwd te worden
27.
Later zal blijken dat het in 1897 gebouwde klipperschip, gesleept door de Duitse sleepboot BS14 pas op 6 januari vanuit Amsterdam de overtocht naar Lemmer in konvooi is aangevangen. Het hele konvooi strand vervolgens bij de nog steeds beruchte zandbank De Vormt.
De volgende ochtend konden er nog acht van de elf schepen binnengesleept worden. Drie schepen, waaronder het klokkenschip bleven waar ze waren. De Fa. A. Hoekman en Zonen, een machinefabriek, kreeg van de Duitsers alsnog de opdracht om het schip vlot te trekken. Dit bleek echter niet mogelijk, kregen de Duitsers te horen. Het schip had veel schade opgelopen, het was aan de zijkant over acht meter opgescheurd. Ook de bodem - het vlak - was beschadigd. Op de plaat De Vormt liggen namelijk enkele grote keien.
In 1997 doken er verhalen op van de vier kapiteins van de sleepboten die gesommeerd waren Op Hoop van Zegen vlot te trekken.
Een zoon van J. Krikke, kapitein van de sleepboot de Rijnvaart vertelde het verhaal van zijn vader: "'Tijdens de oorlogsjaren kreeg mijn vader opdracht samen met nog drie collega’s met hun sleepboten een schip van de Vormt te trekken. Tijdens een bespreking die de kapiteins onder elkaar hielden, werd een plan gesmeed om te proberen het schip daar NIET vandaan te halen. Het plan was om de sleepverbinding zodanig vast te maken, dat door de enorme kracht die vier sleepboten konden ontwikkelen, de bolders waarop de sleepverbinding was gemaakt, afgesneden zouden worden. Hetgeen ook gebeurde. Bovendien wisten de bergers te bewerkstelligen dat zij nog een laatste inspectie zouden mogen uitvoeren om de Duitsers ‘gerust te stellen’. Toen zij het schip verlieten, vergaten ze opzettelijk de roeden, ijzeren stangen die voor de kleppen van de luiken langs worden gestoken, er weer voor te doen. Een zuidwesterstorm deed de rest.’ Krikke eindigt met de opmerking: ‘Geholpen door de elementen water en wind en de manier waarop deze berging werd uitgevoerd, kan men wel spreken van een sabotage- of verzetsdaad.’"
Een andere bergingsploeg, Hijlkema / Meester gingen dinsdag 15 januari 1945 een poging doen. Het bleek dat het wrak in tweeën was gebroken en dat bergen dus onmogelijk was.
De berging door Rijkswaterstaat begon eind juli 1945, zo vertelt een ongedateerde brief van de Urker havenmeester C. Zeeman aan de burgemeester G. Keijzer. Het bevestigt het verhaal van Krikke, maar noemde tevens de naam van de vuurtorenwachter Jacob Schraal, die het (nood)licht doofde van de vuurtoren - met het vastlopen van de konvooi tot gevolg. Ook Fokke Hoekman werd als leider van de bergingsploeg genoemd, die er eerder voor had gezorgd dat het schip niet geborgd zou kunnen worden.
Deze klokkenbergingsploeg bestond onder meer uit Sjouke Zoer. Hij was door de firma Daalder, waar hij bij in dienst was, op 31 juli 1945 naar Urk gestuurd. Zoer herinnert zich dat er voor de dieper in het water gelegen klokken een duiker was ingehuurd. Hij liet tijdens het interview in het voorjaar van 1989 ook nog enkele kiekjes van het Klokkenschip zien.
Maar ook J. van Dijk uit Dordrecht wordt in de brief van de havenmeester genoemd als ware vaderlander, met de opoffering van zijn broodwinning en schip.
Het vermeldt tevens het verdere verloop na de bevrijding. Eerst werden de 226 klokken en 145 klepels tijdelijk opgeslagen op de hoek van het strand op de Westhaven.
Schipper Jan van Laar bracht de lading op zijn schip Eben Haëzer op donderdag 9 augustus naar Amsterdam, waarna het na identificatie werd teruggegeven aan de eigenaren.
Het schipwrak Op Hoop van Zegen werd door de werfbaas Meindert Hakvoort met twee anderen in de winter van 1963/64 - toen er ijs lag - met branders op de plek waar het lag gesloopt. Het oud ijzer werd met een slee naar Urk gebracht. Ze ontvingen voor het dit werk ƒ 300
28.
Schipper Jan van Dijk van Op Hoop van Zegen was sinds zijn weigering de klokken te vervoeren, zijn schip, huis en zijn inkomen kwijt. Na de oorlog zocht hij contact met de Inspectie Kunstbescherming. Deskundigen hadden zijn schip getaxeerd op ƒ 15.000. J. Kalf, de Rijksinspecteur van de kunstbescherming, stelde voor om een waarborgfonds te vormen van ƒ 10.000, zodat de schipper alvast een nieuw schip kon kopen, in afwachting van de uitkering van het rijk.
Kalf schrijft in zijn brief van 12 juni 1946 - die het schip daarin foutief "Hoop op Zegen" noemt, dat vervolgens doorwerkt in alle publicaties - "Wel beschouwd is de redding van de klokken mede te danken aan de vaderlands-lievende houding van Van Dijk, die liever zijn schip in den steek liet dan een deel van ons kostelijk klokkenbezit naar het land van den vijand te vervoeren."
Kalf vroeg voor het vullen van dit fonds aan alle eigenaren van de geborgen klokken een bijdrage van 75 gulden. Om tot dit bedrag te komen werd er kennelijk gerekend met de 145 geborgde klepels (en bijbehorende klokken). Immers 145 maal 75 gulden levert een bedrag op van ƒ 10875. Zou Kalf uitgegaan zijn van het aantal van 226 geborgde klokken, dan komen we tot een fondsbedrag van ƒ 16.950, ruim voldoende voor het taxatiebedrag.
De oproep van Kalf aan de eigenaren van de klokken, de kerken en gemeenten waren grotendeels tegen dovemansoren gericht. De oproep leverde slechts 2990 gulden op. Schipper Jan van Dijk had zijn leven en dat van zijn zoon in de waagschaal gesteld voor het redden van de 226 klokken.
De Oranjevereniging "Oranje Nassau" uit Poortugaal schreef een prijsvraag uit. De hoofdverpleegkundige van "Maasoord", A. van Zanten won met haar inzending. Zodoende kunnen nog een herinnering aan schipper Jan van Dijk terugvinden op een plaquette in de zuidmuur in de kerktoren van Poortugaal, met daarop het winnende - maar zoals we nu inmiddels begrijpen, niet volledig inhoudelijk correcte - gedicht:
In drie jaar klonk mijn stem niet meer,
‘k Lag op de bodem van het IJsselmeer.
Heldenmoed van schipper Van Dijk,
Liet mij daar zakken in het slijk.
Maar nu jubel ik het uit,
Besef, o mens, wat dit beduidt.
Geloof van mij, dat God gewis,
In nood en dood uw redder is.
28 juni 1943 – [een afbeelding van een klok] – 8 januari 1946
Jan van Dijk werd op 30 december 1881 te Zwijndrecht geboren. Zijn ouders waren Lambrecht van Dijk en Neeltje van der Linden.
Vader Lambrecht is geboren in Zierikzee op 30 augustus 1854 en overleed in Zwijndrecht op 11 februari 1915 als 60-jarige. Hij voer ook al op de clipperaak Op Hoop van Zegen. Zijn vrouw Neeltje - waarmee hij in Zwijndrecht op 20 mei 1880 trouwde - is in Zwijndrecht geboren op 26 oktober 1857 als kind van Jan van der Linden en Lena Blanken.
Op Hoop van Zegen werd in 1897 gebouwd op een werf te Zaltbommel. De clipperaak is gemaakt van ijzer en heeft waterverplaatsing van 148,063 ton. Het heeft een lengte van 26 meter en een breedte van 5.41 meter. De eerste meting (onder nummer D240N) vond plaats te Dordrecht op 14 juli 1897 en had als eigenaar L. van Dijk. Ook in 1904 was hij nog eigenaar.
Hieruit mogen concluderen dat vader Lambrecht het schip als 43-jarige heeft laten bouwen.
Een laatste meting (onder nummer R14202N) in augustus 1943, staat - uiteraard - Jan van Dijk als Eigenaar genoteerd.
Jan trouwde te Dordrecht op 13 februari 1908 met Maria van Dalen, die in Dordrecht was geboren op 24 maart 1883. Zij overleed op 9 september 1925 in het kraambed, na de geboorte van hun vijfde kind Maria.
Ze kregen daarvoor Neeltje in Dordrecht op 19 augustus 1908, die in 1929 met de latere sleepbootkapitein Emmanuel Maria Hell trouwde.
Daarna volgde in Zwijndrecht Johannes die op 2 januari 1910 werd geboren. Hij trouwde in 1934 met Petronella Cornelia Ponsen (±1911 - 2002). Johannes overleed tijdens de oorlog in Dordrecht op 2 juli 1941.
Ook zijn broer Lambrecht die eveneens in Zwijndrecht werd geboren op 6 juni 1912 overleed in de oorlog, kort nadat vader geweigerd had met de klokken te gaan varen. Hij was op 22 maart 1945 met zijn jongere broer, de in Rotterdam op 13 november 1919 geboren Hendrikus Thomas en een sleepbootkapitein K.D. v.d. Klooster in een roeiboot de Nieuwehaven uit komen varen om kolen te gaan halen. Na door een schildwacht gesommeerd te zijn om naar de wal te komen, werden ze door de schildwacht vanaf het Zwijndrechtschveer beschoten.
Lambrecht had een schot in de buik en linker bovenarm en moest in het Diaconessenhuis worden opgenomen. De volgende dag, 23 maart 1945 was hij overleden.
De beide anderen waren licht gewond en zijn naar huis gebracht.
rouwadvertentie Jan van Dijk in de Dordtenaar 29-03-1966
Hendrikus Thomas had een schotwond in het linker onder- en bovenbeen, terwijl de sleepbootkapitein aan rechterpols en beide onderbenen gewond was.
Hendrikus Thomas was getrouwd met C.A. van Olm (1925-1996) en overleed in Dordrecht op 14 november 1998.
Jongste kind en dochter Maria van Dijk werd dus in Dordrecht geboren op 9 september 1925. Ze - Maria Coomans (1925-1996) - werd de pleegdochter van het echtpaar Franciscus Jacobs Coomans en Anna Catharina Hanssen. Ze trouwde met Korstiaan Roos.
Jan van Dijk komt te Dordrecht op 84-jarige te overlijden op 27 maart 1966
29.
Jan zal Op Hoop van Zegen van zijn vader overnemen, mogen we aannemen.
In augustus 1907 passeert Van Dijk Hansweerd om richting Utrecht te varen. Vader Lambrecht is dan 53 jaar en Jan 26 jaar.
Twee jaar later loopt het klipperzeilschip met een lading steenkolen vast op de grond net boven de brug bij Opijnen en zal gelicht moeten worden. Met andere zaken komen we dit schip niet tegen in de pers, voordat het vergaat
30.
Gerrit Bakker behoorde bij een klokkengietersfamilie, bestaande uit Otto Bakker, Pieter Bakker en Gerrit Bakker. Gerrit goot de meeste klokken, namelijk zeven. Dit deed hij tussen 1774 en 1794. De andere twee maakten elk twee. Otto tussen 1760 en 1770 en Pieter tussen 1770 en 1773. Een latere bron maakt echter melding van andere aantallen. Hierin maakt Otto er tussen 1755 en 1770 vier, Pieter rond 1770 drie en Gerrit in de genoemde periode acht.
Pieter zal de zoon zijn Pieter Backer en Anna Margrita Dop. Zijn moeder Anna is de dochter van geelgieter Adriaen Dop. Vader Pieter zal zich na het huwelijk in 1695 met Anna als zelfstandig meester geelgieter gevestigd hebben. Hij overleed in 1748.
Zijn zoon Pieter wordt mogelijk rond 1712 geboren en huwt in 1749 met Gijsberta Kelkens, om in 1780 te overlijden.
Pieter had dus ook nog een oudere broer, Otto, die eveneens geelgieter was.
Otto is gedoopt op 3 april 1704, trouwde op 10 april 1735 met Johanna Reijnders. Otto overleed op 28 november 1770.
Johanna zette de zaak voort en overleed op 14 februari 1787.
Zij kregen als zoon Gerrit, die ze op 10 augustus 1741 doopten. Gerrit huwde op 16 mei 1773 met Marija / Maria van der Pol. Later, op 10 juni 1792 trouwde hij na het overlijden van Maria op 24 januari 1791 nogmaals, nu met Elizabeth Bregitta Moll. Hij zette zowel de zaak van oom, als van zijn ouders voort. Deze door het gieten van klokken bekend geworden geelgieter overleed op 23 juni 1817 te Rotterdam.
De firma wordt rond 1790 "Bakker en Zonen" genoemd
31.
We lopen van de kerk naar de dijk, de Molendijk, waar we tegen een pand aanlopen, waar we een aaneenschakeling van periodes verwerkt zien. Mooi voorbeeld van met de tijd meegaan, maar oude respecteren, zodat de verschillende tijden blijvend gezien worden.
Wanneer we de beide richtingen van de Molendijk opkijken, zien we veelvoud van beelden diverse bouwstijlen en vormen die - zo te zien - organisch zijn ontstaan, waarbij zelfs de smalle dijk - weliswaar nieuw beklonken - zichzelf is gebleven.
Wanneer we weer teruglopen naar de auto op het Plein, valt het grappig beschilderde trafokastje op. Ook dit is voortgekomen uit de behoefte om Melissant meer kleur te geven.
We komen zo diverse oplossingen tijdens onze reisjes tegen, zoals bijvoorbeeld in Leeuwarden , om deze saaie transformatorhuisjes - waar we allen maar dagelijks tegenaan moeten kijken - om te toveren tot iets wat waarnaar je kunt blijven kijken.
De Voorstraat was ongeveer een eeuw geleden het toneel van een feestgedruis dat - net als wij - ook naar het Plein liep.
Op zaterdag 16 juni 1923 was het groot feest in Melissant en overal wapperden de vlaggen. De bewoners van het dorp hadden succesvol gestreden tegen de grenswijziging die aanstaande zou zijn. Het protest had Gedeputeerde Staten bewogen om te besluiten dat ze Melissant niet mochten verscheuren. De historische grenzen werden daarom blijvend geëerbiedigd. De stoet die op weg was naar het gemeentehuis om de mannen te huldigen die de grenzen hadden verdedigd gingen schuil achter een schild waarop aan de voorkant een tekst was te lezen:
"Hulde aan de strijders voor het behoud van de historische grenzen onzer gemeente." De achterkant bevatte ook nog een tekst: "Melissant blijft één. Leve de buitenwijken."
32
Op het hoekje van het café komen we nogmaals een kleurrijk trafohuisje tegen.
We stappen weer in de wagen om naar het volgende dorp te rijden.
Via de Voorstraat rijden we de Julianaweg in. Deze straat is beduidend ruimer opgezet dan de Molendijk en doet ook meer planmatig aan.
Maar ook hier staan nog panden die de nodige aandacht trekken.
Zoals bijvoorbeeld het voormalige - bij de in 1880 gestichte openbare lagere school - onderwijzerswoning met sober chaletstijl-sierspant. De openbare school huist inmiddels in nieuwbouw
33.
Wanneer we goed hebben opgelet bij de Social Sofa treffen we in ieder geval ook het gelige pand met de zes muurankers aan dat aan de buitenkant van de leuning te zien is.
Het staat in dezelfde stijlperiode naast het pand waarin we Bakkerij Van Harberden aantreffen. Een dorpsbakker, waar nog gewoon achter de winkel de producten worden gemaakt en het brood wordt gebakken. Hierbij onderscheidt de bakker zich met typische dorpseigen-producten, zoals de geitenpoten (in plaats van bokkenpoten) en het geitenbrood. Het eerste gebakken geitenbrood overhandigde bakker Jan van Harberden aan de inmiddels bekend geachte André Kool van de Dorpsraad. Aan dit tarwebrood van Flakkeese bodem is melk toegevoegd van Geitenboerderij de Mekkerstee, waardoor het een unieke romige smaak heeft gekregen
34.
We voegen ons - als Julianaweg - ter hoogte van de Nolleweg weer bij de Molendijk. Hier staat tevens al eeuwen een boerderij waarin twee eeuwen geleden bouwman Marinus Kooman goed boerde
35.
Een eerste vermelding van Marinus Kooman in Melissant treffen we aan vanwege de geboorte op 23 juli 1827 van Neeltje Kooman.
Marinus Kooman blijkt getrouwd te zijn met Elizabeth van Rossum. Hun huwelijksvoltrekking had iets meer dan 9 maanden eerder plaatsgevonden op 13 oktober 1826 te Onwaard. De ouders van Marinus Koman [sic] waren Leendert Koman en Neeltje de Bonte. De ouders van Elizabeth van Rossum waren Huibert van Rossum en Maria Drieëndijk.
Marius is geboren te Roxenisse, op 25 februari 1804. Hij overleed op 72-jarige leeftijd in huis no. 24 te Gemeente Dirksland op 8 september 1876.
Naast Neeltje (1827-1893) kregen ze nog Maria (1829-1879), Leendert (1830-1900), Kommertje Maria (1832-1908), Huibert (1834-1905), Willemina Louiza (1835-1904), Willem (1838-1838), Leentje (1839-1903) en Leendert Willem (1843-1844)
36.
Aan de voorzijde kijkt de boerderij uit op de Nolledijk. Achter de Nolledijk is de Provincialeweg aangelegd, waarvan de verbindingstaken inmiddels zijn overgenomen door de N215. Bij de oprit naar de Provincialeweg kijken we recht op een zaalkerkje, H. Jozef kapel (525003). Deze is gebouwd in 1900 aan de Provincialeweg in opdracht van het bisdom Rotterdam voor de rooms-katholieke parochie te Melissant. Architect A. Bruning uit Amsterdam ontwierp het gebouw in een sobere, landelijke stijl met invloeden van neogotiek. Aanvankelijk was het legaat van Jhr. H.J. Diert van Melissant uit Den Haag bedoeld voor de stichting van een kerk met toren, een sacristie, een pastorie en een schoolgebouw. Het bisdom besloot echter, gelet op het lage aantal communicanten te Melissant, te volstaan met de zaalkerk met een sacristie en twee kamers, bedoeld voor tijdelijk verblijf van de pastoor, tezamen in één gebouw
37.
Aan de rechterzijde van de kapel staat de boerderij, die we herkennen van de Social Sofa.
Wij rijden de Provincialeweg op om terecht te komen bij het volgende dorp.
Wanneer we met het halve rotonderondje de N215 hebben gekruist, moeten toch nog even de wagen aan de kant zetten.
We komen hier namelijk sinds maart 2021 de landmark 'Nattegeit' tegen.
Dit zes meter brede beeld van Paul Louis Kalishoek, getiteld 'Nattiggeit' - al mag volgens de geinende Kalishoek Natteggeit ook - is officieel op vrijdagmiddag 5 maart 2021 onthuld door kinderen van beide basisscholen van het dorp.
Op zijn site duidt Kalishoek zijn landmark als 'Nattegeit', om er nog maar eens een variant aan toe te voegen. Je voelt in ieder geval de nattigheid. "De strijd tegen het water heeft het dorp gemaakt. En de geiten op de golven steken er in kracht bovenuit."
Water en beelden van golven en Overflakkee zijn we inderdaad al tegengekomen op deze reis. Er zal voor menig rotonde rijdende automobilist een extra rondje nodig zijn om de twee geitenkoppen, rijzend uit de golven, te ontwarren. Zo natuurlijk lijken de geitenkoppen op golven.
Kalishoek heeft zijn hufterproof kunstwerk, gemaakt van een revolutionaire soort cement (webertec CMM 250) dat ook wordt gebruikt in olifantenverblijven, afgewerkt met zijn specialiteit: een toplaag met acht lagen verf, waardoor - afhankelijk van de lichtinval - diverse kleurtonen kunnen ontstaan. Op deze lagen is weer een fluorescerende laag aangebracht, dat het mogelijk maakt dat het beeld met een bepaalde beschijning oplicht in het donker. Koplampen van auto's hebben echter niet dit effect. En tenslotte is er een coating aangebracht.
Het initiatief voor dit beeld kwam van de Unie van Melissant.
YouTube 'de Nattegeit' door Paul Louis Kalishoek
Fantastic Visions [weergave 292]
Paul Louis Kalishoek vond de ideale plek voor datgene dat hij inmiddels in zijn hoofd had bedacht, het gat in de dijk!
Dat het beeld iets met de strijd met het water en geiten moest hebben, stond al gauw vast.
Daarnaast moest het ook iets beeldbepalends - de Melissantse variant van Luctor et Emergo - en herkenbaarheid bieden. "Vrijwel ieder dorp op het eiland heeft een beeld, maar Melissant niet", was dan ook de aansporing van het Dorpsraad.
Vervolgens ging Kalishoek vijf maanden aan de slag.
Eerst moest hij iets uitvinden, het is immers "iets op de grens van het verhaal van Melissant, de symboliek en schoonheid”, zegt hij. Aan het bestaande verhaal over Melissant wil hij wel iets corrigeren: "Vaak denkt men dat Melissant geitendorp wordt genoemd omdat de bewoners geen koeien hadden maar geiten, vanwege de armoe. Maar dat is niet zo. Als je vroeger met het trammetje in Melissant aankwam, zag je als eerste een stel geiten op de dijk. Daar komt het vandaan."
Kalishoek (±1963) woonde zeven jaar in Melissant, van 2016-2023. Hier vond hij in die periode ruimte en de dorpse eigenheid. Inmiddels is hij verhuisd naar een rustige streek in Frankrijk, waar hij zich gevestigd heeft in een oude boerderij
38.
Wij vervolgens onze Provincialeweg-reis naar Stellendam.
noten:
1.
Delpher:
Vaderlandsch woordenboek: deel. K-M (-V). / Jan Fokke. - Amsterdam :Johannes Allart, 1790. - p.
23;
11.
Delpher:
Beknopte opheldering van eenige plaatsen uit het Nieuwe Testament. / Cornelis Brinkman. - Dordrecht : Pieter van Braam, 1780. -
titelpagina;
12.
Delpher:
Beknopt woordenboek der Nederlandsche taal / Johannes Manhave. - Leiden : Sijthoff, 1900. - p. 564;
14.
Delpher:
Woordenlijst van de aardrijkskundige namen in Nederland / M.J. IJzerman (herziend). - Amsterdam : Veen, 1915. - p.
829367073939598103113;
Wikipedia Melissant;
16.
Delpher:
Register der protocollen van notarissen in Nederland : samengesteld in opdracht van de Broederschap der Notarissen in Nederland van ±1550 tot heden / F. L. Hartong. - Amsterdam : Broederschap der Notarissen in Nederland, 1916. - p.
130,
173,
205,
215,
251,
467 [overzicht];
17.
Delpher:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst / Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1933. - p. 250;
dbnl Duizend jaar bouwen in Nederland / S.J. Fockema Andreae, R.C. Hekker, E.H. ter Kuile. - Amsterdam : Allert de Lange, 1948. - p. 305;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 351 Melissant;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Agrarisch Erfgoed - Bouwkundige tekeningen SHBO: monument 42007 / R. de Gast (tekenaar) SHBO0730.001;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: monument 42006 / IJ.Th. Heins, (IJsbrand) (tekenaar). - 09-10-2002 504.243;
18.
BAG 0504100001641350;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Kadastrale kaarten 1811-1832 OAT08113A004 oorspronkelijke aanwijzende tafel;
Delpher:
De boerderij; weekblad gewijd aan den land- en tuinbouw, veeteelt, pluimveehouderij enz., jrg 9, 1923-1924, no. 48, 27-08-1924 Café met Vergunning;
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 1 januari 1920 | pagina 7 Nieuwjaarwensen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 april 1952 | pagina 1 De post per postkar door het eiland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 april 1962 | pagina 12 heeft overgedaan;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 augustus 1974 | pagina 1 heropening;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 september 1974 | pagina 1 maandag gesloten;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 5 april 1996 | pagina 7 vergunning terras;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 juni 1996 | pagina 11 Fietstocht;
21.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 351 Melissant;
22.
Delpher:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst / Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1933. - p. 249, p. 424;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 351 Melissant;
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, jrg 8, 1907, no. 6, 1907-12 p. 197;
De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad, 05-05-1852 Aanbestedingen.;
Rotterdamsch nieuwsblad, 11-02-1896 Aanbestedingen.;
De banier : staatkundig gereformeerd dagblad, 05-07-1937 Melissant.;
Trouw, 19-01-1968 het voormalige gemeentehuis te Melissant;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 11 april 1906 | pagina 2 Verkoopingen. - Van Schouwen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 januari 1953 | pagina 3 Hoe Melissant een gemeente werd;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 oktober 1969 | pagina 2 Gemeente-avond in Melissant Zoals het klokje thuis tikt ....;
PvdA Goeree-Overflakkee, 4 maart 2018 De Unie van het Geitendorp; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
159; Korte beschrijvinge van alle de plaatsen en polders die ingebroken zijn door de schrickelijcke water-vloedt, geschiedt op maandagh, den 26. ianuarij deses iaars 1682. soo in Hollandt, Zeelandt, Brabandt als Vlaanderen, &c. : met de geschiedenissen vande voornaamste water-vloeden, sedert de generale sond'vloedt, tot op desen tegenwoordigen tijdt toe. : Als mede de hemels gesichten, teeckenen en comeeten, sedert den algemeenen Sond'vloedt, tot en met den jare 1680. / Hendrick van Dam (bij-eenversamelt). - Tot Rotterdam, : gedruckt by Henricus Goddæus, 1682. - p. 4445;
regionaal archief dordrecht Cornelis Adriaensz Brouwer / Willem Frijhoff. - januari 2014;
Wikipedia Cornelis Brouwer (predikant);
artinflanders.be Portret van broeder Cornelis Adriaensz. van Dordrecht;
Flandrica.be: Openbare Bibliotheek Brugge Historie van B. Cornelis Adriaensen van Dordrecht, minrebroeder binnen die Stadt van Brugghe;
24.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 juni 1969 | pagina 4 Huwelijksaankondiging;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 november 1969 | pagina 4 40-jarig jubileum;
25.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 december 1994 | pagina 11 kapvergunning;
26.
De volksvermaken / Jan ter Gouw. - Haarlem : Erven F. Bohn, 1871. - p. 372;
Dorpsraad van Melissant Schuimparty Plein Melissant;
27.
Delpher:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst / Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1933. - p. 249;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 351 Melissant;
Weekblad Schuttevaêr, 25-08-1945 Schip met klokken terug; schipper liet zijn vaartuig zinken!;
Weekblad Schuttevaêr, 08-09-1945 Ingezonden;
Weekblad Schuttevaêr, 06-10-1945 Klokken duiken op;
Weekblad Schuttevaêr, 27-10-1945 Het schip met de klokken. *;
Weekblad Schuttevaêr, 02-03-1946 Vragenbus *
De eigenaar noemt zijn schip Op Hoop van Zegen;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 07-11-1945 Waren alle schippers collaborateurs?;
De waarheid, 25-04-1946 De Klokkengieter van Heiligerlee Het maken van klokken.;
De Nederlander, 12-01-1949 Den Burg op Texel;
De waarheid, 07-12-1951 Schipper weigerde klok te vervoeren;
Kerknieuws; weekblad voor objectieve berichtgeving van alle protestantse kerkformaties in Nederland, jrg 6, 1948-1949, 15-01-1949 Den Burg op T.;
ANP Nieuwsbericht - 15-10-1974 - 121 den briel;
De geschiedenis der oude kerk van Warmenhuizen (St. Ursula) / J.L. Lutjeharms mmv Jb. Westra. - [Warmenhuizen] : "Stichting tot Restauratie van het Nederlands Hervormde Kerkgebouw Sint Ursula te Warmenhuizen met toren", 1949. - p. 48;
Krantenbank Zeeland:
Opbouw | 11 januari 1946 | pagina 2 Melissant.;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 17 juni 1947 | pagina 3 Zierikzee krijgt zijn carillon terug;
Provinciale Zeeuwse Courant | 22 augustus 1994 | pagina 5 1944 Munten;
Provinciale Zeeuwse Courant | 2 februari 2001 | pagina 31 Herstel toren in laatste fase;
Provinciale Zeeuwse Courant | 1 juni 2004 | pagina 15 Het openbaar urinoir werd pissebakje genoemd;
dordtenaZOEKer: Van Dijk Generatie 4 IVb;
Zoektraject zoon Touw:
Maas- en Scheldebode | 3 juni 1911 | pagina 4 Burgelijken Stand. Melissant.;
Maas- en Scheldebode | 15 oktober 1919 | pagina 3 Verloofd:;
Maas- en Scheldebode | 5 oktober 1929 | pagina 4 Stellendam;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 maart 1985 | pagina 10 Opmerking:;
Opbouw | 4 april 1947 | pagina 9 Dirksland.;
Geen concrete aanknopingspunten gevonden:
Abraham Touw trouwde als 31-jarig in juni 1911 met de 26-jarige Adriaantje Nagtegaal
N. Touw en G. Huisman Arts verloofden zich op 7 oktober 1919
M. Touw en gezin verhuisd op 5 oktober 1929 van Stellendam naar Melissant
Meester Mels Touw (gaf les op Normaalschool in Middelharnis)
Rond 4 april 1947 overleden als 84-jarige weduwnaar van A. van de Steen;
28. Toen de klokken zwegen ..., p. 96 (in: Van bezetting en bevrijding : Urk in oorlogstijd 1940-1945 / A. van Urk. - Urk : Stichting Urker Uitgaven, 1995. - ISBN 90-71521-14-1;
Internet Archive Waybackmachine: Urk in oorlogstijd ... het klokkenschip / Albert van Urk
In dit verhaal draagt het schip de naam Hoop op Zegen;
Wie met Gods klokken schiet / Albert van Urk. - Urk : Stichting Urker Uitgaven, 2007;
De eigenaar noemt zijn schip echter Op Hoop van Zegen:
Weekblad Schuttevaêr, 02-03-1946 Vragenbus *;
YouTube 'Wie met Gods klokken schiet, die wint de oorlog niet' 1:31 - 2:08;
30.
Delpher:
De Maasbode, 10-08-1907 HANSWEERD 8 Aug. Gepasseerd voor halfvier en bestemd voor:;
31.
Delpher:
Lijst van Nederlandsche klokkengieters met enkele bizonderheden : Opgave van in Nederland aanwezige klokken van buitenlandsche gieters / M.A. Brandts Buys (samenstelling). - 's-Hertogenbosch : Comité tot voor bereiding van het Beiaard-congres en -tentoonstelling, 1925. - p. 7;
St. Gregorius-blad, Volume 56. - Snelpersdrukkerij Sint Jacobs-Godshuis, 1931 p. 240;
Lood om oud ijzer : Koper, tin en ijzer in Nederlandse kerken / Tim Graas. - Publicatiereeks van de Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland, deel 4. - Soesterberg : Uitgeverij Aspekt, 1998. - ISBN 90-75323-58-1. - p. 135, 184;
Nederlandse vijzels / D.A. Wittop Koning. - Utrecht : OPG, 1989;
Otto:
WieWasWie DTB Trouwen met Otto Bakker;
Pieter:
WieWasWie DTB Dopen met Katrina Willemina Backer kind Pieter Backer en Gijsberta Kelfkens;
Gerrit:
WieWasWie DTB Dopen met Gerrit Bakker zoon van Otto Bakker en Johanna Reijnders;
WieWasWie DTB Trouwen met Gerrit Bakker bruid Marija van der Pol;
WieWasWie BS Overlijden met Gerrit Bakker zoon van Otto Bakker en Johanna Reijnders;
WieWasWie DTB Begraven met Maria van der Poll;
Otto Johannes:
WieWasWie DTB Dopen met Otto Johannes Bakker zoon van Gerrit Bakker en Maria van der Pol;
WieWasWie DTB Begraven met Otto Bakker zoon van Gerrit Bakker;
Otto Johannes II:
WieWasWie DTB Dopen met Otto Johannes Bakker zoon van Gerrit Bakker en Maria van der Pol;
WieWasWie DTB Begraven met Otto Johannes Bakker zoon van Gerrit Bakker;
33.
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 351 Melissant;
'Nattiggeit' | 2020 | Paul Louis Kalishoek, Melissant
'Nattiggeit' | 2020 | Paul Louis Kalishoek, Melissant
Stellendam
Het ritje vanuit Melissant over de Provincialeweg naar Stellendam is van korte duur. De Plaatweg neemt namelijk de vervoerstaak in Stellendam over.
Detail Statendam
Het Zuid-Hollandsche Deltagebied omstreeks 1300 / Johan Christoffel Ramaer (1852-1932, waterbouwkundige, inspecteur-generaal Rijkswaterstaat), 1899
Geographische geschiedenis van Holland bezuiden de Lek en Nieuwe Maas in de Middeleeuwen / J.C. Ramaer. - Verhandelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Afd. Letterkunde; nieuwe reeks dl. 2, no. 3. - Amsterdam : Müller, 1899
Internet Archive Plaat IV
Hier verlaten we dan ook Overflakkee. Lange tijd is dit nog zee. Hals wordt dit stuk tussen Het Oudeland van Goeree en Overflakkee genoemd. Halverwege in de Hals valt zomers een gors droog. Zomerland krijgt het dan ook als naam.
Waarschijnlijk was er een kleine nederzetting op deze plaat en volgens de kaart van Ramaer (1852-1932) - dat de situatie van 1300 illustreert - was het zelfs bedijkt.
Echter, in de dertiende eeuw is dit weggespoeld door de golven
1.
Later zal het bedijkt de naam Stelgors of Stellegors dragen. Deze naam zal het te danken hebben aan de stel of stelle
2, die - net als bij Stad - op dit Zomerland aanwezig was.
De stelle bevatte - naast dat het fungeerde als vliedberg - ook in het midden een put met drinkwater voor het vee. Op de kaart van Kips uit 1835 zien we zo er nog een ingetekend op kavel 272 van Sectie C - de Eendragtspolder. In een verkenning tussen 1875 en 1876 werd deze - ook wel elders als dobbe genoemde - zoetwatervoorziening nog waargenomen
3.
Op deze onbedijkte hoge gors of stellegors woonde de herder op vluchtheuvel en was zodoende dus ook bewoond
4.
De Plaatweg is dan weer een herinnering aan dat het ooit een plaat was.
detail Kaart van de Zuidhollandse Zeegaten met het Brouwershavense zeegat, aangelegen stranden, rivieren naar boven, platen, droogten en diepten / I. Blanken Iz. - 1792.
bron: Nationaal Archief NL-HaNA_4.VTHR_4421 - CCO
Ten westen van de Plaatweg liggen de Langeweg en Nieuwe Provincialeweg (N215) met secundair de Damdijk, dat verderop de Damweg genoemd wordt.
De Damdijk en Damweg zijn de gamechanger in de samenvoeging van Goedereede (Goeree) en Overflakkee. Deze vijf kilometer lange dam - beter bekend als de Statendam - door de Scharrezee
5
kwam in 1751 gereed.
Dit was echter niet de eerste poging om de twee delen met een dijk aan elkaar te hechten. Blanken tekent op een achttiende-eeuwse kaart de ligging van een dam in, dat iets zuidwestelijker ligt en daar in 1734 zou hebben gelegen.
Toen de eerste bebouwing te zien was, kreeg het slechts de veelzeggende aanduiding 't Nieuwe dorp. Van zowel een Statendam, als Stellendam was nog geen sprake
5a.
detail. "Kaarte van het eyland Goederede of Westvoorn, benevens de gorsingen en slikken, genaamt Den Hals, en nieuwe rijsdam of tragel over deselve gemaakt a(nn)o 1751, --- opgenomen --- op ordere van wijlen sijn doorlugtigste hoogheit den heere prince van Orange en Nassau ---." / door D.W.C. Hattinga en A. Hattinga. - 1753
bron: Zeeuws Archief Atlassen Hattinga, nr 199
We moeten ons echter bij de aanleg van dit soort - in naam indrukwekkende - dijken nog niet zoveel voorstellen, al blijft het indrukwekkend voor die tijd. De dijk was slechts een halve voet - zeg zo'n 15 cm - hoger dan het hoogste punt van de vloed
6.
Daarnaast liet Benjamin Boers al weten dat alleen de Hals bij hoog water voor schepen bevaarbaar was. Bij eb durfden de bewoners over de platen en gorzen tussen Overflakkee en Goedereede met paard en wagen te rijden. En soms zelfs gewoon te voet! De eilanden waren dus eigenlijk ook al voor 1751 aan elkaar gehecht
7.
Nadat de dijk in 1751 was aangelegd ontstonden er aan de noordoostzijde al vlot aanwassingen
8.
De jaarlijkse seizoenen zorgden ervoor dat jaren later grote delen van de dijk waren weggespoeld. Na de reparatie in 1763 gebeurde dit nogmaals, waarna de Staten van Holland het bijtje erbij neerlegde.
Detail Statendam
Goedereede en Overflakkee toestand in 1751 na den aanleg van den Statendam [bewerkt, WP]
Geschiedenis van Dirksland / Jacco Witvliet De ontwikkeling van Goeree-Overflakkee.
De waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid-Holland - deel X : kaart no 4/ Jhr. L.F. Teixeira de Mattos. - 1941 (Heruitgave Rabobank Middelharnis, 2001)
Detail Statendam
[bewerkt, WP]
Goedereede en Overflakkee / J.H. Kips, 1835 Blad III en Blad IV
4.ZHPB4 Inventaris van het eerste gedeelte van het kaarten- en tekeningenarchief van het Provinciaal Bestuur van Zuid Holland, ook bekend als de Collectie Ernsting, (1531) 1570-1850 (1961)
114 Goeree-Overflakkee (naar de kadastrale opmeting) - [(CCO) U kunt deze afbeelding rechtenvrij en gratis (her)gebruiken.]
Dr. Joannes Eusebius Voet van Vormiseele komt met een plan om af te komen van de hoge kosten voor de Staten. Het plan behelst een vereniging van alle gewonnen landen in een heerlijkheid Stellendam. Heer Unico Willem, graaf van Wassenaar tot Wassenaar, heer van Twickel krijgt de heerlijkheid overgedragen.
Dit zal gebeurd zijn, na het overlijden van zijn ongehuwde broer Johan Hendrik in 1745. Johan Hendrik had als oudste zoon in 1714 de belangrijkste bezittingen, waaronder de Hollandse stamgoederen geërfd. Unico Wilhelm had toen Twickel geërfd. Bij ondertekening van het contract op 29 oktober 1765 was het recht op de heerlijkheid al overgegaan aan - jawel - ambachtsman Joannes Eusebius Voet. Hij had het recht verkregen van Unico Willem.
Een aantal mede-ondertekenaren bezaten delen van dit geheel, zoals Iman Cau, J.P. Voet, Joannes Eusebius Voet en zijn vrouw Elisabeth Ghyben.
De staten van Holland droeg deze op 23 april 1765 over aan Jacob Krijger en Teunis Sonnemare cum suis onder voorwaarde dat het binnen 36 jaar bedijkt diende te worden. Medestanders van dit octrooi zijn onder meer ook weer Iman Cau en Joannes Eusebius Voet.
Voet draagt de heerlijkheid na zijn dood over aan Cau.
Toen ze het in 1765 in handen kregen, hadden ze de vrijheid om op eigen kosten de dam te repareren en te verhogen. De Damdijk kwam in 1769 gereed.
En meteen werd ook de Adrianapolder - een vernoeming naar de vrouw van de ambachtsheer van dat moment, Mr. Iman Cau - aan de zijde van Goederede ingepolderd. Daarna volgde in 1780 achter de verbindingsdijk de Eendragtspolder, waarmee de basis voor Stellendam was gelegd
9.
Deze bijzondere constructie doet wel een duit in het zakje om een eerdere vraag te beantwoorden over hoe eigendom of bezit ontstaat
.
Wie waren deze spelers die in de gelegenheid waren en werden gesteld om zich te verrijken aan land dat er eerst niet was?
Heer Unico Willem, graaf van Wassenaar tot Wassenaar, heer van Twickel (Twickel, 9-11-1692 - Den Haag, 9-11-1766) had naast de erfenis van zijn vader en later alles van zijn broer, ook - in het naast Twickel gelegen Delden - het landgoed van zijn peetoom Unico Ripperda geërfd. Naar deze peetoom is hij dan ook vernoemd.
Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam, zoals hij ook wel wordt aangeduid, overleed op zijn verjaardag toen hij 74 werd. Hij werd begraven in de Grote of Sint-Jacobskerk in Den Haag in de familiegrafkelder onder het monument, waarop zijn grootvader en zeeheld Jacob van Wassenaer Obdam staat.
Componist Unico schreef onder meer het beroemd geworden Concerti Armonici voor een strijkorkest, dat lange tijd ten onrechte werd toegeschreven aan de Italiaan Giovanni Battista Pergolesi
10.
Dr. Joannes Eusebius Voet van Vormiseele, ook wel genoteerd als Vormizeele, werd dus ook heer van Stellendam. Hij was een veelzijdig man met vele capaciteiten.
Catalogus systematicus Coleopterorum = Catalogue systématique des Coléoptères = Systematische naamlijst van dat geslacht van insecten, dat men torren noemt / J.E. Voet. - La Haye : G. Bakhuijsen, 1806
Zo was hij medicus, theoloog, hoofdambtenaar - waardoor hij dus in de positie was om een plan te maken dat ook in werking zou treden, dichter - waarbij psalmberijmer in het verlengde ligt, entomoloog en zo nog wat functies.
Hij was een zoon van schilder en entomoloog Carel Burchat Voet en werd op 24 januari 1706 in Dordrecht geboren. Hij overleed - vooral bekend geworden door zijn nog steeds gebruikte Psalmberijmingen, waarvan er 82 zijn opgenomen in de Psalmberijming van 1773 - op 28 september 1778 te Den Haag.
Hij is tweemaal getrouwd.
De eerste keer, op 5 augustus 1725, met Sara van Outshoorn / Oudshoorn uit Leiden (~1706-1748), waarmee hij 14 kinderen kreeg: Jacomina Maria (1726-1745), Johanna Sophia (1727- ), Carel Borchard (1728-1798), Theodora Lydia (1730-1753), Dirk (1732-<1739), Cornelia Eusebia (1733-1796), Isabella (1734-1756), Adriana Geertruy (1735-1762), Egberdina (1737-1741), Dirk (1738-1783), Sara (1740-1763), Johannes Petrus (1741-1784), Christina (1744-1784) en Jacomina Maria (1746- ).
Zijn tweede vrouw wordt dus - de al eerdergenoemde - Elisabeth Ghyben ( -1778). Hij trouwde met haar op 16 februari 1749, een jaar en 5 dagen na het overlijden van Sara. Elisabeth stierf kinderloos.
Na zijn overlijden in 1778, werd in 1806 zijn catalogus van de torren in 2 banden uitgeven. Hij was er zelf al in 1769 mee begonnen. In dit volumineus werk van zo'n 850 pagina's, staan ruim 100 prachtige kleurentekeningen van de torren afgebeeld. Hiertussen zitten - naast eigen werk - ook werken van zijn vader
11.
Iman Cau / Yeman Cau (1716-1801) kwam als zoon van Schepen, Burgemeester van Zierikzee Mr. Johan Anthonij Cau / Johan Antony Cau en Jacoba Ockerse op 20 februari 1716 te Ziekikzee ter wereld. Hij trouwde op 17 oktober 1741 met Adriana Agatha van Bueren / Adriana Agata van Bueren. Ze kregen vijf kinderen: NN (1744-1744), Johanna Jacoba Cau (1746-1747), Jan Jacob Cau (Ziekikzee, 2-12-1750 - Voorschoten, 15-11-1836) - hij zou, als opvolger van zijn vader, Heer van Stellendam worden, Adriana Jacoba Cau (12-4-1752 - 10-5-1817) en Iman Meynard Cau / Iman Meijnard Cau / Iman Meinard Cau (17-2-1755 - 16-7-1791).
Iman Cau werd - net als zijn vader - Burgemeester van Zierikzee en later gedeputeerde voor Zeeland in Den Haag. Ten tijde van de Bataafse Republiek werd hij als Burger Iman Cau tot Lid der Nationale Vergadering benoemd.
Na hun "vertrek" uit Zierikzee schreven ze zich in 1759 in bij de Hervormde gemeente Den Haag. Ze gingen wonen aan de Wagenstraat in Den Haag en later op het Landgoed Ter Horst, in Huize ter Horst, bij Wassenaar.
Mr. Iman Cau overleed op 24 februari 1801 in Den Haag, na een ziekte van acht dagen, op 85-jarige leeftijd
12.
Jacob Krijger of Kryger (1698-) trouwde voor de eerste keer in 1731 met Elisabeth Jacobse Krijger, ook wel Betje Jobs Krijger (of varianten daarop) genoemd. Zij overleed in 1762. Ruim een jaar later hertrouwde Jacob met Leuntje Sonnemaar (1729-1801).
Na de aanvang van zijn dijk- en polderavontuur overleed hij. Wanneer dit gebeurde is niet bekend, maar in ieder geval vóór 1796.
Nadat Jacob Kryger was overleden woonde Leuntje in ieder geval in de Polder Oudeland. Daar woonde ook Johannes Haymeete Man, waarmee Johannes Hameeteman (1761-1825) bedoeld zal worden. Dit is een kleinzoon van Pieter Krijger, een vier jaar jongere broer van Jacob Krijger. Ze hadden samen 't Vertegenwoordigd Lichaam in 1798 verzocht om de Schoof te mogen ontblooten.
Leuntje Sonnemaar is op 71-jarige leeftijd op 12 april 1801 overleden, toen weduwe van Jacob Kryger, zo meldt haar schoonzoon J.R. Hessig.
Deze J.R. Hessig heeft een militaire achtergrond. In Ouddorp komen we echter alleen een Johan Rudolph Hessig tegen, die getrouwd is met Baaltje Herrewijer. Hij is als 74-jarige overleden op 13-7-1841 in Aarau, Zwitserland. Hij was geboren op 28 juni 1767. In de bron staat als geboorteplaats Haarau in Zwitserland genoemd. Dit zal - nu we zijn sterfplaats weten - eveneens Aarau zijn geweest, aangezien Haarau niet voorkomt in Zwitserland
13.
Teunis of Theunis Sonnemare, Sonnemaer, Sonnemaar of Zonnemare is de vader van Leuntje Sonnemaar, die op dat moment voor de tweede keer was getrouwd, nu met Jacob Krijger. Van Teunis zelf komen we niet veel te weten, behalve dat hij in Ouddorp op 8 mei 1729 met Baaltje van der Linde (1713- ) trouwde. Ze kregen vijf kinderen, waarvan Neeltje dus de eerste was op 13 november 1729, zo'n zeven maanden na hun huwelijk
15.
Het buitenleven : in vier zangen / Willem Bilderdijk. - Amsterdam : Johannes Allart, 1803
Over een van deze hoofdrolspelers dichtte Willem Bilderdijk in zijn Tweede Zang Het Buitenleven. Dit dichtbundel verscheen in 1803 bij Johannes Allart. Het handelde ook over het ontstaan van Stellendam. Veelal worden slechts de volgende vier regels over Stellendam overgenomen.
o Vruchtbaar Stellendam, gewoekerd uit den vloed,
Gedenkstuk van de vlijt, van d'onvergeetbren Voet,
Wiens Goddelijke Harp, den Heiland opgedragen,
Des aardrijks wellust was, der Englen welbehagen !
Het verhaal gaat echter als volgt verder:
U groet ik, vette grond van aangespoelde klei,
Waar 't grazend rundervee de meekrap heeft tot wei,
En de oude Merwestroom, zich schurende aan uw stranden,
Zijn schatting nederlegt op heur begroeide randen !
o Welk een zegpraal, wat juichend veldgeschal,
Verhief zich door de lucht, als 't nieuwgewonnen dal,
Omgord met d'eersten dijk, nu enkle binnenkade,
Zich onafhanklijk zag van 's waters ongenade !
Hoe dikwerf sints dien tijd zag uw vermeerderd land
Zijn nieuwe gorzongen met nieuwe helm beplant,
Met nieuwe slib bespoeld, verrijkt met nieuwe zoomen,
En door een' nieuwen dijk aan 't stroomgebied ontnomen !
Bloei, welgelukkig oord, van stille vreê omringd,
Zoo lang de naam van Voet, zoo lang zijn harptoon klinkt !
16.
Met Voet doelt Willem Bilderdijk in dit gedicht op Dr. Joannes Eusebius Voet van Vormiseele.
Deze veelzijdige man had immers het plan bedacht om te voorkomen dat de Stellegors geen overstromingen meer zou veroorzaken op Goeree en Overflakkee. Hij liet op 4 september 1764 een Contract van Associatie opmaken
17.
Restantje De Hals, Stellendam
Restantje kreek vanaf de Buitendijk, Stellendam
De Plaatweg heeft ons inmiddels langs vette klei en de Halsweg laten rijden, waarlangs nog een restant van De Hals als kreek loopt. En vervolgens komt de zijstraat Zomerweg in beeld, dat mogelijk een hint is naar het Zomerland van weleer.
Een fractie later rijden we weer langs een stukje meandering van een kreek tegen. Van deze kreek hebben we geen naam kunnen ontdekken, maar staat duidelijk op een kaart van J. Turpin uit 1787 ingetekend.
Vanaf hier draagt de dijk de naam Eendrachtsdijk, dat met een bocht even de contouren volgt van Stellegors. Landschapscamping de Vlugtheuvel doet ook nog historisch duitje in het zakje, met een verwijzing naar de Stelle als vliedberg.
Hierna kruisen we weer een kreek, dat lange tijd - aan de oostzijde van de dijk - dienst deed als haven.
Aan de westzijde van de Eendrachtsdijk loopt onder de dijk de Eendrachtsweg en nog een restant van de kreek.
Detail van Havenwerken te Stellendam, aanleg spuikolk en havenkom. - ± 1780
bron: Streekarchief Goeree-Overflakkee D18-07
De kromme kreek loopt verder zuidwestelijk richting naar de Damdijk, waarover nu de N215 - de Nieuwe Provincialeweg - gelegd is.
De hoogte van de Eendrachtsdijk wordt mooi geïllustreerd door fraaie panden die hier staan. We kijken bijna op de nokken, zo hoog staan we.
De panden hebben hun eigen brug over de kreek liggen om op de Eendrachtsweg te kunnen komen.
Het eerste pand, waaraan momenteel aan de bovenste luiken wordt gewerkt, staat hier inmiddels ongeveer een eeuw
18.
Het pand dat ernaast staat is beduidend jonger, namelijk 1955
19.
Het derde pand dat we vanaf hier nog kunnen zien is feitelijk geadresseerd aan de Nieuweweg, maar oorspronkelijk georiënteerd op de Eendrachtsweg. Een fraaie gevelomlijsting - met een glas in lood-zesbladige schroef in de gevel - waarbij de omlijsting het wolfseind op een zeer bijzondere manier toont, stamt volgens het aangebrachte bord uit 1908
20.
Net als Jacobus Craandijk en Pieter Adrianus Schipperus het anderhalve eeuw geleden ervoeren, zien wij verbaasd vanaf de hoge dijk over de daken van de huizen in de Nieuweweg. Zij zagen toen een soortgelijke blik over de Voorstraat.
Vanaf de dijk kunnen we de hele havenkom en haven van weleer overzien tot het in Het Spui uitmondt dat gemarkeerd wordt door de Lichtopstand van de Oude Haven. We zullen daar zo nog even naar toe wandelen.
Aan de andere kant van de dijk zien we op de hoek van de Nieuweweg een kleurrijk versierd pand met fraaie rondingen uit 1909 staan. Het is in deze staat geschilderd door Klussenbedrijf John Rietdijk.
Hierin woonde onder meer Johannes Koese
20a.
Hij verkocht het in 1956 aan havenmeester Marinus Hartman (±1905 - Ouddorp, 7-12-1997), die er tot 1993 met zijn gezin kwam wonen.
Doordat de voormalige kreek 't Vissers gat - toen al aangeduid als sloot - was gedempt, kon de tuin een jaar na aankoop van het pand al uitgebreid worden met 56ca pachtgrond. Marinus was havenmeester van de Oude Haven Stellendam. Het zal dan ook niet geheel op toeval berusten dat we hier een trapje de dijk op en af aantreffen. Op 25 oktober 1992 was zijn 81-jarige vrouw, de op 13 februari 1911 te Rotterdam geboren Geertruida Henrica Maria Spermôn, overleden. Ze gingen als 37-jarige en 32-jarige in april 1943 in ondertrouw
20b.
Net na de Nieuweweg komt voegt er zich ook een andere kreek, 't Vissers gat, dat meer uit het westen komt, bij de huidige kreek.
't Vissers gat doorkruist het dorp - tegenwoordig gedempt of anderszins onzichtbaar gemaakt - door de tuinen tussen de Nieuweweg en Meester Iman Caustraat, de Dwarsstraat en verder traag meanderend naar de Henri Dunantstraat. Het reikte ooit net iets verder dan de Langeweg - de tramdijk.
De demping van de 'sloot' tussen de Nieuweweg en Meester Iman Caustraat kon na schriftelijke instemming van de Generale Dijkagie na de Raadsvergadering van zomer 1958 gaan plaatsvinden. De 'sloot' in de Henri Dunantstraat zal worden uitgediept, waarbij de kanten geëgaliseerd zullen worden en met gazongras ingezaaid worden.
Intussen glijdt het dorp zo te zien links en rechts aan ons voorbij, met rechts dus de haven en een molen, Molen Korenlust.
Links zien we een kerk met dakruiter van de Hervormde Gemeente van Stellendam-Melissant. Wat we niet zien is optie om van de dijk te komen.
We merken wel dat de dijk langzaam lager wordt en binnen een paar honderd meter op gelijk niveau van de omgeving is gekomen. De rotonde wijst ons vervolgens naar het centrum.
De rotonde is aangekleed met zes dukdalven. Vanuit diverse kanten kreeg de gemeente Goedereede in 2002 te horen dat de provinciale rotonde er te saai uitzag. G. Tanis van het gemeentelijk groenbureau bedacht een plan met zes meerpalen. Het zijn echter geen echte meerpalen van hout. Deze palen zijn ongeluksvriendelijk gemaakt, wat wil zeggen dat er nauwelijks autoschade zal ontstaan bij een aanrijding. De palen zijn namelijk gemaakt van twee millimeter plaatstaal en met breekbouten bevestigd
20c.
Op de meerpalen komen - zo is de bedoeling - kunststof meeuwen te staan, waarvan enkele net willen gaan wegvliegen
20d.
Hoewel wij nu geen meeuwen op de dukdalven zien, waren ze bij de plaatsing in januari 2003 wel degelijk te zien
20e.
Maar zoals PvdA-fractievoorzitter T.H. Tigchelaar al tijdens het besluit vreesde, was binnen een paar weken na de plaatsing gebeurd. Vijf van de zes meeuwen waren verdwenen.
Met twee spandoeken met "Waar is het fatsoen om die te doen?" en "Vandalen, we hebben de balen" laten enkele burgers hun ongenoegen lezen over deze vorm van vandalisme.
De meeuwen die van kunststof gemaakt zouden zijn, blijken echter met de hand uit goed hout gesneden te zijn door Job Bezuijen. De voormalige kraandrijver had deze hobby zich eigen gemaakt tijdens de uren wachten in de kraan. Inmiddels zijn vele exemplaren over de grens gegaan en in Saoedi-Arabië, Irak, Afrika en Duitsland terecht gekomen.
Hij was Grôôs dat hij gevraagd werd door wethouder Van Oosterom om de meeuwen te maken. Maar nu de meeuwen in de nachtelijke uren van vrijdag op zaterdag van de palen zijn getrokken en volledig vernield in de buurt werden teruggevonden was zijn trots vervangen door teleurstelling
20f.
Hoewel vaak wel bekend is wie de vandalen zijn, wordt er toch gezwegen. De verontwaardigde burgemeester Sinke hekelt dan ook zwijgzaamheid van de bevolking. Men weet toch wie uiteindelijk voor de kosten opdraait
20g.
Na driekwart de rotonde te hebben gereden, rijden we het dorp in.
Omdat we meteen een beeld tegenkomen, parkeren we de wagen in een parkeerhaven van de Eendrachtsweg.
Na het uitstappen treffen we eerst een hen aan die bezorgd in onze richting kijkt en vervolgens snel met haar kuikens door een haag uit het zicht verdwijnt.
Het beeld - dat de scheepsschroef vervangt dat hier enkele jaren heeft gelegen - is een monument "Ter nagedachtenis aan de 69 slachtoffers die in onze gemeente verdronken ten gevolge van de watersnoodramp van 1 februari 1953".
Deze tekst wordt gevolgd in een kleiner korps met "Die de wateren der zee roept, en giet ze uit op de aardbodem, Heere is zijn naam".
Hierna volgt in weer een kleiner korps "Beeldhouwers JeanMarianne Bremers uit Helvoirt - A.D. 1993".
Het echtpaar Jean Bremers en Marianne Deiman maken sinds 1980 gezamenlijk onder hun gezamenlijke naam JeanMarianne Bremers bronzen kunstwerken. Ze hadden de opdracht voor het maken van dit beeld gekregen van de gemeente Goedereede.
Jean Bremers, geboren in Maastricht in 1935 en Marianne Deiman, geboren in Oldenzaal in 1943 maakten het beeld in 1993. Ze hadden elkaar leren kennen, toen Jean een kamer zocht en kreeg bij Mariannes ouders in Vught. Na hun trouwen in 1965 begonnen ze aan hun kunstavontuur, dat startte met de afronding van de nodige studies.
Marianne is onlangs, op 1 maart 2020, in 's-Hertogenbosch op 76-jarige leeftijd overleden. Ze is in een parkeergarage achter het stuur van haar wagen onwel geworden
21.
Wat opvalt aan hun beelden is de vastlegging van beweging. Ook in Het Watersnood monument zien we hoe een vrouw een kind uit de klauwen van grijpende golven tracht te redden.
Het beeld werd op zaterdagmiddag 30 januari 1993 onthuld door - en dat blijkt wel bijzonder te zijn, zal zo blijken - de oud-burgemeester van Goedereede en Stellendam, J. Baron van Knobelsdorff, voluit Johannes van Knobelsdorff of Jan Baron van Knobelsdorff (Den Haag, 19-9-1917 – Lemele, 2-4-2020).
Twee overlevenden uit Stellendam, mevrouw M. Keijzer-Breederveld en meneer D. Boshoven, legden vervolgens de eerste krans bij het beeld, waarna enkele minuten hierbij werd stil gestaan.
Maartje Keijzer-Breederveld verloor tijdens de ramp haar vader en moeder, broertjes en zusje. In september 1955 kreeg ze, net 18 jaar geworden, via de Stichting Maatschappelijk Werk een gift uit een Frans dorpje. Ze was tot 3 oktober 1998 gehuwd met Piet Keijzer, waarmee ze op 19 april 1974 was getrouwd, aangezien ze toen plotseling op 61-jarige leeftijd overleed. Ze kwam op 23 augustus 1937 ter wereld. Pieter leefde tussen 27 februari 1934 en 30 augustus 2012.
Daan Bovenhoven verloor ook zijn vader en moeder. Van hun tien kinderen overleefde naast Daan slechts twee deze ramp.
J. Baron van Knobelsdorff was burgermeester tussen 1947 en 1960. Hij gaf na de onthulling aan dat "De onthulling van dit monument moest gewoon gebeuren, vooral op een dag als vandaag, een dag van gedenken." Hij had het idee dat er nu iets "afgemaakt" was. Hij herinnerde zich de ramp in Stellendam als de dag van gisteren: "De Spuipolder was als eerste volgelopen met water. De dijken rondom Stellendam braken, de Grevelingen stormde binnen. Het water kwam van alle kanten. Er was geen contact meer met de buitenwereld. Geen telefoon, geen electrisch. In Nederland kwamen de berichten van de ramp langzaam op gang. In die tijd waren er nog geen journaals. Veel mariniers hebben zich ingezet voor het behoud van het dorp Stellendorp." Hij prees de vele helpende handen van de bevolking.
Als honderdjarige kijkt Johannes van Knobelsdorff terug op zijn jeugd in Den Haag, waar hij beschermd opgroeide onder het gezag van zijn streng calvinistische rentenierende vader. "Het was een heel bekrompen leven achter het hek," laat hij zich ontvallen. Inwonende dienstbodes en kinderjuffrouw verzorgden het gezin. Een kindermeisje kwam daarbij overdag helpen. Verder kwam er vrijdags een Scheveningse dame in dracht om te poetsen. Een naaister deed het herstelwerk en een kokkin bereidde het eten. Toen ze de leeftijd ervoor kregen, kwamen er docenten aan huis. "Ik ben nooit op 'n lagere school geweest, dus ik ben een beetje onderontwikkeld. We hebben er wel last van gehad. Eer we op de middelbare school aangepast waren, hadden we wel een paar ongelukken. We waren natuurlijk kansarme kinderen aanvankelijk. Zo was dat, ja. Dat je op school komt en dat je vakken krijgt waar je nog nooit van gehoord hebt en anderen wel." "En dan blijkt dus dat er dingen niet aansluiten. Je bent 14 of 15 jaar en je zit bij kinderen van 12." "Dus in één keer word je in het leven gestort. Ik vond het heel raar." In de klas kreeg hij meteen al te maken met klassikaal onderwijs en de bijbehorende klassikale tucht. Nadat zijn vader in 1932 was overleden, besloot hij "om te trachten het burgemeestersambt te verwerven. Ik wist dat dit in die tijd toen de weg was: Je werd volontair, dat was verplicht twee jaar. Dan moest je drie jaar een opleiding volgen, dat heb ik dus gedaan. En toen hebben zij mij tijdelijk gevraagd op arbeidscontract om ambtenaar bij Sociale Zaken te zijn. Dat heb ik een jaar gedaan." En toen ging er wereld vol armoede voor hem open, mensen die helemaal niets hadden. "Ik ben erg blij dat ik er vroegtijdig mee in aanraking ben gekomen. Dan zit je niet meer zo hoog op de bok hoor. Nee."
22
Het andere verhaal wordt opgetekend uit de mond van Lourens Visser, boer in Stellendam aan de Voorstraat, wethouder van de gemeente Goedereede, lid van het polderbestuur De Grote Dijagie en commandant van de vrijwillige brandweer. Daarnaast had hij vele andere bestuursrollen aangenomen. De eerste drie zullen hem trouwens in 1963 - met de dichtslibbing van de (oude) haven - op deze drie fronten met zichzelf in gevecht brengen. Als (waarnemend) dijkgraaf wijst hij de gemeente erop dat zij verantwoordelijk zijn voor het mogelijk houden dat het polderwater via de haven kan lozen. "Wij willen geen last hebben." Als boer kan hij nu geen gebruik meer maken van deze haven en moet met zijn trekkervracht zeven kilometer (een half uur) verder rijden. "Het geld dat anders aan baggeren was besteed, komt ons toe," menen de boeren
22a.
In de Voorstraat is hij, Lourens Visser, op 6 oktober 1921 ook geboren, als zoon van Cornelis Visser en Catharina de Goede. Zijn grootouders waren Lodewijk Visser en Maria Roon aan vaderszijde en aan moederszijde Lourens de Goede en Hendrikje Appelo. Hij trouwde te Stellendam op 21 maart 1963 met Elizabeth Abma (roepnaam Betsy - Folsgare, 8 mei 1939), een dochter van de in Hidaard geboren Jelle Abma (zoon van Ruurd Taedes Abma en Hesseltje Brandsma) en in Uitwellingerga geboren Doutje Bouma (dochter van Tjitze Bouma en Ruurdje Stilma).
Ze krijgen drie kinderen:
Cornelis Lodewijk Visser, op 14 november 1965 geboren in Stellendam, die trouwde op 3 mei 1997 te Dinxperlo met Wilhelmina Johanna Schuurman (roepnaam Mieke, Winterswijk, 10-1-1967) en kregen daarmee hun eerste kleinkind Laurens Visser op 7 oktober 1998.
Carolien E. Visser (Stellendam, 19-6-1967), ze trouwde met Leo Zuidmeer.
Jelle L. Visser (Stellendam, 24-1-1973).
Op zijn 75ste woont hij vlak naast zijn geboortehuisje in de monumentale boerderij op nummer 56 en is hij intussen een van oudste wethouders, al 44 jaren bestuurder in 1997. In oktober 1998 wordt hij "landskampioen" langstzittende bestuurder en wethouder, dat hij inmiddels 40 jaar is. "Ik ben niet weg te krijgen", zegt hij daarover. "Als je hier bent geboren en opgegroeid is zo'n streek een stukje van jezelf geworden. Ik heb het besturen van de gemeente altijd met veel plezier gedaan." Hij blijft bescheiden over zijn rol in het geheel. "Invloedrijk? - ach, ik weet niet of dat zo is. Misschien wel. Maar ik ben altijd mezelf gebleven. Ik rij nog altijd op mijn fiets door het dorp. Ik ben niet zo'n heertje, hoor. Ik ben, denk ik, de laatste wethouder op klompen."
Zo had hij in 1956 er op zijn eigenzinnige manier bewerkstelligd dat de R.T.M.-tramdiensten op het eiland gestaakt werden. Hij had namelijk gehoord dat de trambanen in slechte staat waren. Op 10 oktober was er om ongeveer kwart over zeven op de Dordtsestraatweg - een spoorvlak tussen Rotterdam en de Hoeksche Waard - een ongeluk met een treinstel van RTM gebeurd. Een lokomotief en vier wagons - waarin zich ongeveer 100 passagiers bevonden - ontspoorde, waarbij echter niemand gewond raakte. Naar aanleiding daarvan zal er op alle banen een algeheel onderzoek ingesteld worden door prof. ir. K.H.C.W. van der Veen, buitengewoon hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft. En dan gaat Visser - zoals hij altijd is blijven doen - zelf op onderzoek uit. Bij de Langeweg - waarlangs de baan liep - bleek hij met zijn blote handen de kraagschroeven uit de houten bielzen te kunnen trekken. Vele bouten zaten los of ontbraken of lagen naast de trambaan. Zijn bewijs legde hij vervolgens tijdens de volgende raadsvergadering op tafel. De hele trambaan is verrot, was zijn conclusie. Zijn stunt kwam uiteraard in de pers, waarop de directeur van de R.T.M. Visser een proces-verbaal liet bezorgen omdat hij zich als onbevoegde op de trambaan had begeven. Of hij de boete heeft betaald is onbekend, maar aan de tramdiensten kwam wel een einde. De firma Jac. Stoof en Zoon uit Breda was voor de zomer van 1957 klaar met het verwijderen van de baan op het eiland.
Dertig jaar later zorgde hij er - samen met vriend Gerard Schellinger uit Ouddorp - weer wel voor dat het niet goedlopende R.T.M.-museum in Hellevoetsluis naar Ouddorp kwam. Nadat alle afspraken tussen het R.T.M.-bestuur en de gemeente waren afgerond, werd Visser bij aanvang van de verhuizing uitgenodigd om de eerste kraagschroef los te draaien. Arie Baars, secretaris R.T.M. hoorde hem zeggen: "Deze zat vaster dan in 1956 te Stellendam". Ook de humor ontbrak niet bij Visser. Vervolgens wilde hij een papieren zakdoek, "want deze schroef neem ik mee en die draai ik er persoonlijk te Ouddorp weer in."
Echter, toen dit op 14 april 1990 zou moeten gebeuren, belde hij in de ochtend de R.T.M. op met de vraag: "Hebben jullie nog zo'n schroef, want ik ben de mijne kwijt."
De burgemeester van dat moment, C. Sinke tracht de in 1982 geridderde man van Calvinistische snit bij zijn "landskampioen" te karakteriseren en te kenmerken. Hij is in ieder geval gezegend met vele talenten, die hij ook veelal weet te cultiveren en in te zetten voor algemeen belang. In soberheid, maar wel in overtuiging. Een waar bestuurder, die wars is van bureaucratie en daarentegen helder, doortastend, weerbarstig, kloek en onbevreesd te werk gaat om mens- en probleemgerichte oplossingen aandraagt, uitvoert, mandateert, delegeert of waarschijnlijker en bij voorkeur allemaal en dan het liefst tegelijkertijd.
Tegenwoordig zouden we stellen dat hij was gezegend met een neurodivergent brein.
Burgemeester Sinke sluit zijn beschrijving van Visser hiervan onwetend af met "velen willen het, maar weinigen kunnen het". En dat klopt, de meeste mensen hebben een neurotypisch brein.
Op 8 november 2000 komt er in het ziekenhuis - hij was ernstig ziek geworden - na 79 jaar een einde aan zijn bijdrage aan Stellendam en de gemeente waarbinnen het valt. Vele eerbetuigingen in de vorm van "familieberichten" volgen, waaronder die van JeanMarianne Bremers. De beeldhouwers hadden hem leren kennen als iemand die Het watersnood monument, De pekgooiende vrouw en De uitmijner had besteld en begeleidde alsof het zijn eigen geld was en zelf tegenover de monumenten woonde. Een zeldzaamheid!
Enkele dagen later wordt hij na een indrukwekkend afscheid begraven. Met "Het zou pa goed hebben gedaan" dankten de broers, mede namens hun zus en moeder, de aanwezigen voor hun getoonde belangstelling.
Het verhaal van Lourens Visser over de ramp is er een dat zelf ervaren is.
Op 31 januari 1953 woedde er de verschrikkelijke storm. Visser - toen 31 jaar - had tot half één 's nachts naar de korte-golfband geluisterd, om de reddingsactie van de Stellendamse reddingsboot die was uitgevaren, te volgen. Ze kwamen onverrichter zake weer terug. Zo'n noodweer hadden ze nog niet eerder meegemaakt, "de zee was op dat moment een hel". Toen hij vervolgens naar bed wilde gaan, bonkte de ondercommandant en oud-visser Roon op zijn deur. Roon had in de haven net ruzie staan maken met de 70-jarige polderopzichter Z. van de Velde. Roon vond dat er alarm geslagen moest worden, Van de Velde niet.
Hij bezocht daarom Visser, aangezien hij lid is van het polderbestuur en dus een beslissing kon nemen. De burgemeester van de gemeente woonde immers niet in Stellendam, maar in Goedereede. De burgermeester Baron J. van Knobelsdorff was hier 's avonds nog geweest, omdat er een boerenschuur was omgewaaid. Van Knobelsdorff zag het water weliswaar in de haven van Stellendam al op de kade staan - net als in Goedereede, maar is gewoon teruggegaan. Na een praatje met de brandweercommandant van Goedereede over het water op de kade daar, verdwijnt hij vervolgens weer naar huis.
Visser vertelde over de gevolgen: "De vissers uit Stellendam waren nog niet direct ongerust, zij waren immers opgegroeid met de zee. Zij kenden toen nog geen angst en gingen die nacht rustig slapen."
Hij ontpopte zich vervolgens spontaan als leider en ondernam meteen actie. Hij liet het hele brandweerkorps optrommelen. De bewoners van het Spuipoldertje werden uit hun huizen geschreeuwd met "Het water komt!!". Het poldertje kon namelijk elk moment volstromen, bleek toen ze om half twee in de haven stonden.
Even dacht Visser dat het daarbij zou blijven, maar nadat deze polder volgestroomd was, liep het door naar het dorp aan de andere zijde van de dijk - met de provinciale weg.
Om te voorkomen dat polders, ook die niet aan het water grenzen, onder water lopen, is het gebruikelijk om de duikers af te sluiten wanneer men hoog water verwacht. Zo wordt voorkomen dat zeewater de polders kan binnenstromen. En dus ging ook boer W. Blokland als secretaris van de polder Nieuw-Stellendam de helse storm in om enkele duikers te sluiten. Echter bij een lukte het niet. De schuif wilde niet naar beneden.
Boer Blokland vertrouwt intussen op, dat Jan Bijdevate - die speciaal is aangesteld om de nieuwe grote uitwateringssluis in de Damdijk te bedienen - deze Damdijksluis zal sluiten. Echter Jan ligt vredig te slapen in zijn huisje vlak naast de sluis, zonder dit gedaan te hebben.
De voorman van het waterschap De Generale Dijagie, M. Klink weet van nog drie sluizen rondom Stellendam, die niet gesloten zijn. Polderopzichter Z. van de Velde geloofde - zoals al gezegd - niet dat de situatie gevaarlijk genoeg was en gaf daarom geen opdracht. Klink is toen met zijn mannen om tien uur 's avonds - in de storm - begonnen met het plaatsen van de vloedplanken aan de Havendijk van Stellendijk.
Doordat er geen opdracht kwam van de polderopzichter bleven de sluizen tussen de Eendrachtpolder en de Adrianapolder, tussen de Gabrielinapolder en de Eendrachtpolder en de sluis in de Halsdijk gewoon open. Door deze sluizen zullen binnen een paar uur het zoute water gaan stromen.
Nadat het water ook naar de andere zijde van de dijk door Stellendam liep, vond Visser het de hoogste tijd om groot alarm te laten loeien. De Postkantoorhouder K. van de Houte wordt wakker gemaakt met het verzoek om iedereen in dorp die een telefoon heeft wakker te bellen en alarm te slaan. Om drie uur 's nachts gaan de sirenes van het groot alarm loeien.
Vijf kwartier later bereikt een vloedgolf het dorp. Kort daarvoor was de zware sluis van 10.000 kilo door stampende zee losgetrild uit de dijk en zestig meter de polder ingeduwd. Een enorm stroomgat van veertig meter breed en bijna vier meter diep is het gevolg. Het huisje van Bijdevate zal niet meer worden teruggevonden.
Visser bedenkt 's nachts dat hij ook nog koeien en paarden in de stal heeft staan, die vastgebonden zijn en dus geen kant op kunnen. Hij waadt zich vanaf de dijk naar zijn boerderij aan de Voorstraat. Hij probeert ze nog los te snijden, dat lukt nog bij een koe en een paard, maar het is te laat. Hij kan zichzelf nog net in veiligheid brengen door op de zolder te kruipen, waar hij met zijn gezin en zo'n veertig anderen - die hier hun toevlucht hadden gezocht - de nacht zal door moeten brengen. Visser: "Ik zag het water hoger komen en dacht: 'Zullen we omkomen, zoals bij de zondvloed bij Noach? Het water raakte de zolder, maar toen kwam het niet hoger. Ik kreeg weer hoop dat we het zouden overleven.'"
Een in Breskens op de kade gesmeten Urker vissersschip, had in de middag noodkreten van de amateur-zender Ma Be in Hellevoetsluis opgevangen, dat er dringend hulp nodig was in Stellendam op Flakkee. Aanzien de Urker kotters uitgerust zijn met zenders, zouden zij voor de broodnodige verbindingen kunnen zorgen. Met zestien schepen wagen ze met een loods om halfeen 's nachts de oversteek over het woelige Westerschelde via het Kanaal door Zuid-Beveland binnendoor naar Flakkee te varen.
Zondagmiddag vertrekken ook de eerste marinevaartuigen, maar geen beide voor Stellendam bestemde schepen, een schouw en een motorkotter wagen die zondag al naar Stellendam te varen. Het merkwaardige excuus van kapitein O. de Booij zal hem op kritiek komen te staan. Naast de marine blijkt ook de Rijkspolitie te Water in Wemeldinge banger te zijn dan de Urker visser. Ook zij wagen het niet om de Oosterschelde over te varen.
De eigen redders gingen de dijk op. Visser: "Toen het water niet meer verder steeg, gingen we met man en macht mensen redden. Ons roeibootje reikte tot aan de dakgoten van de huizen in Stellendam." Op de reddingsboot hadden ze beschikking over een noodgolf, waarmee contact werd gezocht met het ministerie. Het zou nog tot maandag 2 februari duren voordat de mariniers kwamen.
Naast een dokter en dominee, brachten de mariniers ook goede sloepen mee, zodat het reddingswerk pas goed op gang kwam.
Zo konden - na meer dan dertig uur verkleumd, maar de storm te hebben doorstaan - boer Hameeteman met vrouw en kind, Sjaan Roos en Willem van Veen van het kruispunt Middeldijk en de Provincialeweg gehaald worden. Het tot op het bot verkleumde vijftal werd meteen overgebracht naar een ziekenhuis op de vaste wal.
De zwaarste 'opdracht' vond Visser het bergen van de lijken die in de polder rondom Stellendam lagen, die ze vervolgens naar de vismijn, de visafslag brachten waar ze ze moesten schoonmaken, kisten en identificeren
23.
Wat bijzonder is - we zagen het ook al gebeuren bij het verschil van aanpak door de burgemeesters van Ooltgensplaat en Oude Tonge - dat Lourens Visser spontaan de kar gaat trekken, maar anderen de snor drukken.
Zo blijkt P. Doornbos, als het kringhoofd van de BB voor heel Goeree-Overflakkee, zich op 2 februari meteen laat afvoeren naar veilig gebied. Dit zal bij terugkomst het advies opleveren om zijn ontslag in te dienen, wat hij dan ook doet.
Ook twee wethouders van de gemeente Goedereede laten zich afvoeren. Met de burgemeester op Goedereede is Visser de enige met natuurlijk gezag en wordt daarom ook als loco van Stellendam beschouwd. De burgemeester kwam met de dijkgraaf wel na enige dagen kijken, maar lieten de leiding en uitvoering graag over aan Visser en zijn brandweervrijwilligersteam, om weer naar Goedereede te vertrekken.
Het Stellendams brandweerteam nam zijn intrek in de reddingloods, waar ze konden slapen op stro.
Bij een van de begrafenissen in Melissant bespreekt Lourens Visser een probleem van zijn team met de godsdienstleraar Bouman van de Nederlands Hervormde Kerk van Stellendam. Ze waren dagen niet uit de kleren geweest. Bouman zorgt ervoor dat ze elke vrijdag naar het ziekenhuis Van Weel-Bethesda - op het droog gebleven Dirkland - kunnen komen, om zich te douchen en schone kleren (terug) te krijgen. Met een jeep van de Haagse Brandweer konden ze over de dijken het Ziekenhuis bereiken, hun tijdelijke rustplek, thuis, waar ze met hun verhalen terecht konden bij de zusters, die hun toch wel als aparte figuren zagen.
Tot mei hebben ze vanuit de reddingloods geopereerd en het dorp weer op orde gebracht met de vele hulp van buiten dat ze kregen
24.
De bevolking die was geëvacueerd maar naar een paar weken weer terug wilden keren om bruikbare en noodzakelijk geachte spullen voor de broodwinning te halen, kregen te maken met een streng politieoptreden.
Ze hadden namelijk van de burgemeester de opdracht gekregen om niemand zonder toestemming toe te laten. Baron J. von Knobelsdorff had het hele dorp tot 'sperrgebied' verklaard. Met een ongeoefende hand was op een ongeschaafde plank "Verboden grondgebied Stellendam" geschreven.
Dit leidt tot opmerkingen van bewoners als "Burgemeester baron van Knobelsdorff is in de rampzaligste uren en de droeve dag daaropvolgend weinig doortastend geweest maar nu munt hij uit door resoluutheid." Ook zijn gemeenteleden begrijpen hem niet, zijn beleid is soms onbegrijpelijk.
Zo bracht Johannes de Jager, leesbibliotheekhouder en kruidenier op 15 maart een bezoek aan zijn winkel, omdat hij om in aanmerking te komen voor een uitkering, moest aangeven wat de opgelopen schade was aan de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels. Na aanvraag voor een vergunning, dat hem werd geweigerd, sprong de commissie voor het Leesbibliotheek voor hem in de bres. Ook nu weer zonder resultaat. De Jager reisde zodoende op 15 maart toch af naar zijn winkel. Hij had de pech Knobelsdorff tegen het lijf te lopen, waarna hij meteen van het eiland werd verwijderd. Enkele dagen later kreeg zijn vrouw wel toestemming om met zoon en dochter voor een tweedaags bezoek te komen. In plaats van zijn zoon - die vervulde zijn militaire dienst - dacht De Jager zelf te kunnen meegaan. Dit kwam hem - toen ze bezig waren de winkel schoon te maken - op een arrestatie te staan - met een geëiste straf van zes dagen hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van zes maanden.
Willekeur (in hedendaagse negatieve zin en niet oorspronkelijk betekenis ) ligt dus schijnbaar op de loer.
Goeree-Overflakkee. Koningin Juliana bezoekt Stellendam / Van Duinen [Anefo]. - 25-3-1953
nationaal archief: Glasnegatief 2.24.01.09 (CCO) U kunt deze afbeelding rechtenvrij en gratis (her)gebruiken.
Koningin Juliana loopt met burgemeester J. baron van Knobelsdorff (rechts) door de Voorstaat.
Het echtpaar Abraham Lokker en Martijntje Jannetje Kok woonden toen aan de Voorstraat. Juliana heeft er binnen een kijkje genomen, om te zien hoe het er uitzag, nadat een schoonmaakploeg het al wat opgeknapt had. "Ze heeft echt gehuild", herinnert Jannetje haar bezoek. Zelf durfde eigenlijk niet mee naar binnen, want ze had haar laarzen aan. Ze heeft zich er snel overheen gezet en is toch doorgestapt naar binnen.
Abraham zal 87 jaar worden. Hij is geboren op 30 augustus 1910 en overleed op 6 februari 1998. Zijn vrouw Martijntje zal een jaar ouder worden. Zij leefde van 18 maart 1916 tot 13 september 2004. Ruim 63 jaar waren ze met elkaar gehuwd, ze trouwden namelijk op 7 september 1934
27.
Er blijken namelijk wel degelijk tientallen mensen in het dorp aan het werk te zijn, zonder toestemmingen. En er loopt ook een legertje met Rijks- en Haagse gemeentepolitieagenten rond. Zowel politie als burger storen zich niet aan de opdrachten van de burgemeester
25.
Ook uit de Studies in Holland Flood Disaster 1953 zou blijken dat de burgemeester een dictator is, die ijzeren gordijn rondom Stellendam heeft opgetrokken. Ook zou het tot botsingen hebben geleid met de twee informele leiders die er in Stellendam waren, dokter Kreling en Lourens Visser
26.
Voor de ramp was er ook al het een en ander aan de hand, dat ervoor zorgde dat het hier zo mis kon gaan. Zoals al vaker aangeven, is het beheer vaak een ondergeschoven kindje. Ook nu weer. Zo wisten de boeren J. Hameeteman en A. Human te vertellen dat in de dijk van het Poldertje van Goedkoop van dijkgraaf D. Goedkoop "al jarenlang gangen dwars door de dijk zaten." Ook "wemelde het er van de konijnenholen". Dit laatste kon Provinciale Waterstaat in oktober 1953 zelf door een onderzoek nog bevestigd zien in de restanten van de dijk.
De Gabriëllinadijk is doorgebroken op een plek waar de binnenberm door koeien is 'rotgelopen', zo meent Piet Blokland. Ook zijn er dijken elders doorgebroken door een zogenaamd koeienpaadje. Doordat koeien steeds over hetzelfde plekje over de dijk lopen, kan er zomaar een gleuf in de dijk uitgesleten worden van 60 cm breed en 30 cm diep. De zee doet de rest
28.
Na zijn overlijden ebt de herinnering aan Lourens Visser niet weg. In mei 2001 zal de reddingsboot van de Ouddorpse Reddings Brigade dat zijn naam Lourens Visser draagt, de eerste reddingsactie uitvoeren
29.
In 2006 zal de oudste zoon van Lourens Visser, Cornelis het stokje van zijn vader overnemen. Hij kreeg dezelfde kamer als zijn vader toegewezen en daar kon hij achter het bureau gaan plaatsnemen, dat zijn vader nog had uitgezocht. Een jaar later lonkte Europa en nam hij afscheid
30.
Wij gaan ook verder en stappen weer in de auto en rijden langs de dijk terug over de Eendrachtweg naar de Voorstraat en parkeren daar de wagen om vanaf hier door het dorp te gaan wandelen.
En dan staan we natuurlijk meteen stil bij het eerste pand!
't Wapen van Stellendam
van
tot
door
1782
?
Iman Cau
1863
?
T. Veldman
1872
1925
Frans Troost
1925
?
Adriaan Kaashoek
?
1977
D.H. Wielaard
1977
fam. Breen
Het eerste stenen huis werd in 1782 op de Stelgors gebouwd door de inmiddels bekende Iman Cau . Het gebouw werd gebruikt als rechtkamer en dorpsherberg.
Tegenwoordig is hierin 't Wapen van Stellendam gevestigd, gelegen aan de Voorstraat op nummer 2. Het Wapen van Stellendam komen al sinds 1927 tegen als naam van dit hotel, logement of herberg
31.
Dat jaar, 1782, wordt als stichtingsjaar van Stellendam beschouwd.
Het pand en gronden staan op de "Kadastrale kaarten 1811-1832" te boek op naam van de Erven van Iman Cau
32.
Detail van Den Eendragt Polder met een extract uit het Register der Resolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland / J. Turpin. - 1787
bron: Streekarchief Voorne-Putten NL-BleSAVPR_TA_BRIELLE_093
De straat waaraan de herberg, dorpsherberg of Dorps-Herberg stond werd eerst nog Sluis Weg genoemd. Later kreeg het de naam de Dorpsweg en tegenwoordig noemen we het de Voorstraat. De herberg draagt in eerste instantie geen naam, tenzij we de Dorps Herberg of - zoals we het in 1848 tegenkomen - de Dorps-Herberg van Stellendam als naam beschouwen
33.
We gaan ervan uit dat er in het begin slechts een herberg is in Stellendam. Later zal er namelijk nog een bijkomen. Deze staat aan de haven. We komen vanaf 1863 een naam van de uitbater van de herberg tegen. In mei van dat jaar is T. Veldman de herbergier
34.
Frans Troost - inmiddels 26 jaar - staat in mei 1872 genoteerd als huurder van de herberg met naam Dorpsherberg, dat hij tot 30 april 1875 huurt voor ƒ 100 per jaar. Deze herberg is gelegen aan het noordeinde van de straat (kadaster sectie B, no 201 en 202). Ook in 1895 en 1896 komen we hem tegen en de herberg wordt dan tevens aangeduid als logement.
Frans Troost wordt op 7 januari 1846 rond 11.00 uur te Stellendam geboren. Zijn ouders zijn de 41-jarige schipper Abraham Troost en Pieternella Visser, die op no 19 wonen. Abraham Troost was eerder getrouwd geweest met Suzanna Bakker, maar hertrouwde op 27 april 1838 in Stellendam met Pieternella Visser. Frans Troost grootouders van vaderszijde zijn Jacob Troost en Elizabeth Duim. Zijn overgrootouders Jan Troost en Annetje Bleikers.
De 22-jarige schippersknecht Frans trouwt op 19 maart 1868 in Stellendam met Lena Koetse, de dochter van Leendert Koetse en Neeltje Hoek. Frans en Lena zullen negen kinderen krijgen, te weten:
Arentje Pieternella (1869-1928),
Neeltje Kaatje Troost (1871-1935),
Jacoba Elizabeth Troost (1872-1892),
Leentje Johanna Troost (1873-1925),
Rozalia Wilhelmina Poulina Troost (1874-1940),
Johanna Hendrika Troost (1876-1956),
Pieternella Cornelia Troost (1877-1952),
Elizabeth Jacoba Troost (1881-1939) en
Abraham Leendert Troost (1882-1882).
Tot en met 1906 met de huwelijken van zijn drie dochters komen we Frans tegen als beurtschipper. Bij het laatste huwelijk van zijn vierde dochter in 1913 - hij is inmiddels rond de 65 jaar - staat hij te boek als logementhouder. Het is dus aannemelijk te stellen dat hij ergens in deze periode stopte met zijn deeltijd beurtschipperschap.
Frans overlijdt in Stellendam op 82-jarige leeftijd op 31 augustus 1928
35.
Vanaf 1907 treffen we een eerste naam van de herberg aan, vanwege een rechtszaak, dat doet denken aan de huidige naam, Het Stellendamsche wapen36.
Vreemd genoeg komen we in 1919 C. Troost tegen als de eigenaar. Echter, het wordt al gauw weer aangeduid als F. Troost en zelfs Frans Troost. Mogelijk gaat dit om een zetfoutje in de krant
37.
In 1925 zal Troost de zaak overdragen aan Kaashoek.
Genealogie Troost - Kaashoek
Frans Troost (1846-1928) is in 1925 al 79 jaar en verkocht begin 1925 zijn dorpsherberg, ook wel omschreven als logement met stalling, onderhands aan A. Kaashoek, de eigenaar van Hotel de Gouden Leeuw tot 1919 en daarna in Ouddorp eigenaar van Café Restaurant en Pension Strandlust38.
Adriaan Kaashoek is sinds 23 juli 1903 te Herkingen getrouwd met Rozaliea Willemiena Pouweliena Korvink. Zijn ouders waren Leendert Kaashoek en Janna Schrijver. Haar ouders waren Adrianus Korvink en Jacoba Elisabeth Troost. De ouders van Jacoba zijn Abraham Troost en Pieternella Visser
39.
Feitelijk had Frans Troost zijn logement dus aan zijn nicht verkocht, waardoor dit historische pand in de familie bleef.
Rozaliea Willemiena Pouweliena Korvink is in Herkingen geboren op 30 oktober 1872. Adriaan Kaashoek was er ruim anderhalf jaar eerder geboren op 9 februari 1871. Adrianus zal op 69-jarige leeftijd overlijden in Stellendam op 9 augustus 1940. Rozaliea komt op 27 februari 1958 in Stellendam te overlijden.
Ze krijgen een zoon, die ze Adrianus Leendert Kaashoek noemen. Hij wordt op 8 december 1908 te Goedereede geboren.
Adrianus Leendert Kaashoek zal - inmiddels kapper geworden - vlak na de dood van zijn vader, op 27 november 1940 in Rotterdam trouwen met de Rotterdamse Anna Maartje Padmos, waar ze ook bleven wonen. Adrianus wordt echter bij de razzia op 10 november 1944 in Rotterdam opgepakt.
Anna komt op 5 januari 1959 in Rotterdam te overlijden.
Adrianus Leendert Kaashoek zal op 82-jarige leeftijd overlijden in Ouddorp op 22 september 1991
40.
Adrianus Leendert Kaashoek en Anna Maartje Padmos kregen op 6 november 1941 Rodi en in ± 1946 Jan als kinderen
41.
Eigenaar Adriaan Kaashoek wil in 1937 een van zijn twee panden, badhotel café-restaurant in Ouddorp of Stellendam verkopen. Het zal er niet echter meer van komen voordat hij tijdens het begin van oorlog op 9 augustus 1940 komt te overlijden.
Enkele jaren later, zal zijn vrouw, de weduwe A. Kaashoek-Korvink in 1943 het badhotel Strandlust te Ouddorp op last van de bezetter zien worden afgebroken
42.
Weduwe A. Kaashoek-Korvink viert op 5 augustus 1950 als krasse 77-jarige dat ze 50 jaar in het vak zit. Vijfentwintig jaar daarvan beheert ze Het wapen van Stellendam. Ze zit nog vol plannen, blijkt wanneer ze mededeelt dat ze haar Strandlust wil gaan laten herbouwen. Het moet al in het seizoen van 1951 operationeel zijn. Het zal er echter niet van komen.
Na de ramp in 1953 werd het enige hotel-café van Stellendam op moment op donderdagmiddag 20 mei 1954 heropend. Weduwe A. Kaashoek-Korvink had het met moed en volharding zodanig gemoderniseerd, dat het leek op een grote stadszaak, aldus burgemeester Van Knobelsdorff . De mahoniehouten betimmering en plafonds van zachtboard waren geleverd door de firma Boogaart uit IJselmonde. De vloerbedekking en meubilering werd gedaan door de firma Sytshof, eveneens uit IJselmonde - toen inderdaad nog met een s geschreven.
De verlichting werd verzorgd door de Amsterdamse firma Pruis.
Ze zal als 85-jarige in Stellendam in 1958 komen te overlijden.
In 1966 bestaat Hotel-café-restaurant Kaashoek aan de Voorstraat 2 nog steeds
43.
Dochter Janna Jacoba Elisabeth Kaashoek, getrouwd met Dirk Kurvink, neemt het stokje over van haar moeder Rozaliea. Ze werd op 3 september 1905 geboren.
Janna overleed op 28 juli 1994
43a.
De zoon van Adrianus Leendert Kaashoek, Jan A. Kaashoek nam het nog voor even over van zijn tante Janna Kurvink-Kaashoek.
J.A. Kaashoek of Jan Kaashoek, vertrekt in september 1970 met gezin Yvonne Hartogs - waarmee hij op 19 januari 1966 te Rotterdam was getrouwd - en de in 1969 geboren zoon Michel Adrianus van Stellendam naar Dordrecht
44.
D.H. Wielaard, de voormalige uitbater café De Kroon in Oude Tonge, komt in dezelfde periode met zijn gezin over naar Stellendam.
Dirk Hendrik Wielaard (Melissant, ±10-9-1913 - Stellendam, 26-6-1985) is getrouwd met Cornelia Tieleman (Melissant, 22-1-1916 - Oude Tonge, 27-5-2005). Zijn ouders zijn Jacob Wielaard en Maria Doorn die op 2 mei 1912 te Melissant zijn getrouwd
45.
D.H. Wielaard verkoopt op 29 oktober 1977 het hotel-café-restaurant "Het wapen van Stellendam" aan de familie Breen
46.
Sinds 1 november 1977 zwaaien A. Breen en H. Breen-Hameetteman hier de scepter in het dorpscafé en restaurant.
Hans Breen, zoon Adriaan Breen en schoonzoon en zwager Piet Bezuijnen breiden de zaak anderhalf jaar later uit met een grote zaal. Burgemeester Van Velzen open de zaal donderdag 31 mei 1979.
Nadat Adriaan met zijn vrouw Hannie de zaak had overgenomen van zijn ouders, besloot hij - hoewel hij de noodzaak inzag van een hotelvoorziening op de kop van het eiland - toch te stoppen met het hoteldeel. De aanwezige kamertjes waren dusdanig klein, dat het niet lonend geacht werd. Ook werd het interieur aangepakt en vernieuwd. Ook de nieuwe medefirmanten Jeroen Breen en Jeroen Andernach zijn zo klaar voor de toekomst en kunnen de fakkel van 't Wapen van Stellendam overnemen, hoewel de in 2009 57-jarige Ardiaan nog geen zin heeft om thuis te gaan zitten
47.
Wanneer we er later gaan lunchen, treffen we als oudste elementen nog wat glas en lood-deuren en ramen aan met wat houten meubilair. Daarnaast lijkt de muur nog bijzondere boodschappen te bevatten.
Wanneer we verder lopen komen we op nummer 27 een pand uit 1909 tegen, dat om aandacht vraagt. Naast het bouwjaar is tevens de naam C.J. Holleman aangebracht, boven een stijlvolle gevel.
C.J. Holleman blijkt C.I. Holleman te zijn, voluit Cornelis Iman Holleman. Hij is op 21 oktober 1904 geboren.
Zijn ouders waren broodbakker Pieter Dingeman Holleman en Jacoba Kuijper. Zij waren op 3 augustus 1899 in Goedereede getrouwd.
Pieter Dingeman, geboren op 22 januari 1876, was de zoon van bouwman, winkelier Aren Holleman en Cornelia Holleman. Jacoba Kuijper was de dochter van Cornelis Kuijper en winkelierster Pietertje Tanis.
Cornelis Iman Holleman overleed in Oostvoorne als 28-jarige op 14 oktober 1933. Wanneer zijn naam op de gevel is geschilderd is ons niet duidelijk geworden.
Bakker Pieter Dingeman Holleman komt als 64-jarige, enkele dagen voor zijn 65ste verjaardag te overlijden op zaterdag 18-1-1941 in het Paulina van Weel-Ziekenhuis.
Hij was al enige tijd ernstig ziek en was daarom opgenomen in het ziekenhuis in Dirksland.
In het openbare leven was hij bij veel zaken betrokken - veelal omdat hij veel zaken initieerde. Daarnaast voltrok hij vele huwelijken, was bestuurder bij Emgo en bij de Heemraad van de Generale Dijckagie. Ook was hij raadslid, wethouder en loco-burgemeester in diverse perioden. Verder was hij onder meer voorzitter bij het Groene Kruis, S.B.Z., het muziekcorps "De Hoop", "Bijstand Zij Ons Doel", de Liberale Kiesvereeniging, het Volksonderwijs, de Varkensverzekering en de IJsclub.
In zijn vakgebied was hij tevens de voorzitter en later Hoofdbestuurslid van de afdeling van de Nederlandse Bakkersbond voor Goeree & Overflakkee. Hij liet 30 juni 1903 weten een Eilandafdeling te willen stichten mits er belangstelling zou zijn.
Aan zijn bakkersvak ging een lange weg vooraf, van zichzelf steeds beter maken en deelnemen aan bakkers-vaktentoonstellingen. Daarmee sleepte hij uiteindelijk 53 onderscheidingen binnen. Hierop volgend werd hij vervolgens zelf jurylid.
De start van zijn bakkerscarrière ging echter niet van een leien dakje.
Zaterdag 29 juni 1901 - Pieter was toen 25 jaar, bijna 2 jaar getrouwd en bakker - brak er 's avonds tegen half acht brand uit in zijn turfschuur, in het deel waar zijn vader een hittenstal heeft. Een hittenstal is een stal voor hitten, dit zijn zeer kleine paarden, afkomstig van Hitland, dat we nu de Shetlandeilanden noemen. Tegenwoordig wordt zo'n paard dus aangeduid als een shetlandpony of gewoon pony.
Gelukkig werd de brand snel ontdekt en kon daarom snel geblust worden.
Even na tienen zag de buurvrouw Arentje van Seters (Middelharnis, 21-4-1866 - Rotterdam, 2-3-1945), de vrouw van onderwijzer en net als Pieter medeoprichter van de coöperatieve Boerenleenbank te Stellendam Noach Johannes van Dongen (Middelharnis, 8-10-1867 - Stellendam, 27-3-1929), weer licht bij de schuur en waarschuwde haar man. Noach ging meteen kijken en constateerde dat er weer brand was. Pieter werd gewaarschuwd en het pas ontstaande brandje werd snel uitgemaakt. Opgemerkt werd dat het brandje nu in een ander deel was ontstaan en dat er afgebrande lucifers werden aangetroffen. Het was dus niet een ongelukje, zoals bij het eerste brandje nog werd gedacht. Tijd om de politie te waarschuwen.
De politie onderzocht de aangetroffen situaties nog eens en nam de lucifers in beslag.
Toen ze de schuur verlieten, troffen ze nog een brandende turf aan. Aangezien het die avond stevig waaide had dit een aanleiding kunnen zijn, waarbij alle schuren aan de achterweg vlam hadden kunnen vatten met alle drama's van dien. Aan opzet werd nu niet meer getwijfeld. De politie besloot daarom die nacht te waken
48.
Het doet ruim een eeuw later erg denken aan de dakdekkers en loodgieters die met zwaar vuurwerk worden belaagd.
Vanaf begin 1942 komen we de firma v.d. Steenhoven en Zonen Luxe Bakkerij te Stellendam tegen. De bezetting van ons leefgebied is dan ruim anderhalf jaar bezig.
Aangezien we ze zo'n tien jaar later op hetzelfde adres tegenkomen als waar Holleman zijn bakkerij had, lijkt het voor de hand te liggen dat zij de bakkerij van Holleman toen hebben overgenomen
49.
Cornelis van den Steenhoven, wonende op de Voorstraat 14 en Jacoba Anthonia Zeedijk, woonachtig op de Achterweg 248 kondigen in een bericht aan dat ze op 3 september 1942 gaan trouwen.
Hij is de zoon van broodbakker Christiaan Dirk van den Steenhoven en Adriana Anna Bakker en geboren op 17 mei 1922 te gemeente Werkendam
49a.
B.M. v.d. Steenhoven en M. v.d. Steenhoven plaatsen een afscheidsbericht dat ze vertrekken naar Duitsland, eind maart 1943.
B.M. wordt getransporteert naar Leipzig en Marius naar München.
Marius, geboren op 2 december 1917 te Werken en Sleeuwijk en woonachtig op de Voorstraat 14 te Stellendam zit sinds 6 september 1941 opgesloten in Den Haag en wordt op 10 oktober doorgestuurd naar Scheveningen.
In juli 1941 was er aangifte gedaan dat B.M. v.d. Steenhoven de berichten van radio London verspreidde.
Zijn broer Marius werd vervolgens gearresteerd en was op 4 augustus 1941 ingesloten op verdenking van het luisteren naar een verboden zender
49b.
Marius zal de tewerkstelling in Duitsland overleven en terugkeren. Hij trouwt op 2 juni 1949 in Stellendam met Maatje Arendje van Oostenbrugge (1922-1994). Hij komt als 52-jarige te overlijden in Ouderkerk aan de Amstel op 25 maart 1970
49c.
Bas Marinus van den Steenhoven werd op 6 februari 1919 geboren, ook in De Werken en Sleeuwijk. Ook hij zal net als zijn broer terugkeren uit Duitsland.
Hij trouwt als 33-jarige bakker in Middelharnis op 28 oktober 1952 met de 32-jarige Elisabeth Hendrika Neuschwanger.
Drie maanden voor zijn 50ste verjaardag komt hij te overlijden op 8 november 1968 te Middelharnis, waar ze wonen aan de Voorstraat 1.
Het pand bestaat tegenwoordig niet meer, maar de foto uit september 1967 laat zien dat ze daar een luxe brood- en banketbakkerij hadden
49d.
We kunnen dus concluderen dat Christiaan Dirk van den Steenhoven en Adriana Anna Bakker hier met hun bakkersfirma zijn begonnen, samen met hun zonen Marius (1917-1970), Bas (1919-1968) en Cornelis (1922-1995).
Zij waren op 6 januari 1916 te De Werken en Sleeuwijk getrouwd. Hij was toen 29 jaar en broodbakker. Zij was 28 jaar. Adriana Anna Bakker overleed echter al op 52-jarige leeftijd op 8 september 1939 te Rotterdam.
Christiaan Dirk van den Steenhoven zou als 72-jarige op 1 oktober 1958 komen te overlijden bij zijn zoon Bas op de Voorstraat 1 te Middelharnis
49g.
De jongste zoon, Cornelis van den Steenhoven werd geboren op 17 mei 1922 te Werkendam en trouwde Jacoba Anthonia Zeedijk.
Hij overlijdt als 73-jarige op 29 september 1995. Zij overleed een klein anderhalf jaar later als 76-jarige op 26 januari 1997
49h.
De laatste generatie die in Steenhoven's Luxe Brood- en Banketbakkerij zullen werken zijn Adrie C. van den Steenhoven en Annie van den Steenhoven-IJzerman. Adrie is een zoon van Cornelis van den Steenhoven en Jacoba Anthonia Zeedijk. Zij zullen in juni 1968 stoppen en vertrekken naar Heerde
50.
Van Rooij's Bakkerijen treffen we er in de jaren '70 in het pand aan. Ze breiden al snel uit met het pand op nummer 5. Het pand op nummer 27 zullen ze vervolgens verlaten. Het woon- en winkelhuis met werkplaats en schuur, dat verbouwd is tot 2 garages met uitrit naar de Mr. Iman Caustraat, kadaster gemeente Stellendam sectie B nr. 1576, groot 2 aren 86 centiaren wordt in mei 1973 verkocht
51.
In 1974 neemt de Rabobank zijn intrek in het pand om het deel assurantiebemiddeling als dienst te gaan leveren, dat ze m.i.v. 1 september 1974 van wijlen A. den Eerzamen te Goedereede hebben overgenomen. Het zal slechts tijdelijk zijn. De Rabobank zal ook weer het pand verlaten, wanneer de verbouwing van nummer 77 gereed is. Dit moment is omstreeks juli 1975 aangebroken
52.
Vanaf de jaren '80 tot aan het begin van het nieuwe millennium kunnen we hier het gezin Huber-Floor vinden.
Theodorus Huber en Jacoba Floor hadden elkaar het jawoord gegeven in september 1965.
Ze waren elkaar tegengekomen tijdens de uitzending van het Jongeren Vrijwilligers Program (JVP), het Nederlandse Vredescorps, naar Kameroen. De 21 vrijwilligers verbleven daar tussen november 1963 en augustus 1965. Toen ze vertrok uit haar ouderlijk huis aan de Soesterbergsestraat 74 in Soest was Coby 24 jaar en snel omgeschoold tot huishoudkundige. In februari stond ze nog als politieagent met haar klapbord op de brug van het Wachtje bij het Haagse Malieveld. Twintig maanden later kwam ze als 26-jarige terug, samen met de 23-jarige landbouwkundige Theo van de Oostzanddijk 30 in Hellevoetsluis. Ze hadden elkaar gevonden op de grassfield bij het dorpje Bambui, vlakbij Bamenda in West-Kameroen en hadden maar een doel, zo snel mogelijk trouwen. En dat is ze gelukt.
Ze zouden beiden les gaan geven.
Jacoba of Coby, Cobi of Cobie en Joekie, zoals ze ook werd genoemd, werd op 25 juni 1939 geboren. Ze overleed op 9 september 2011 te Stellendam.
53.
In het najaar van 2001 staat het in monumentale stijl gebouwd royaal woonhuis met ruime garage en zonnige tuin te koop voor ƒ 620.000 k.k.
54
We lopen verder aan de even zijde. Door de prachtige straatlange leibomensliert zien we bijna niets van de panden die erachter schuilgaan.
Na de Schoolstraat en Koningin Wilhelminastraat komen we aan op de hoek waar de eerdergenoemde boerderij staat.
Het jaartal van de bouw van dit monumentale boerderij, waarin Lourens Visser heeft gewoond en geboerd, staat in de zwarte dakpannen geschreven in een verder dekkende rode pan. Maar ook bovenin de gevel - net onder de hoog van de gevel bazuinende windvaan - staat het jaartal 1801 genoteerd. Een monumentale status heeft deze boerderij echter niet, ondanks dat het slechts negentien jaar na het stichtingsjaar van Stellendam is gebouwd.
Op het minuutplan zien we dat de Voorstraat toen Dorpsweg werd genoemd. Naast de boerderij liep in die periode nog de kreek 't Vissers gat. Maar het zou ook kunnen - gezien de doorlopende Dorpsweg - dat het inmiddels om stukjes restanten van de kreek gaat.
In de oorspronkelijke aanwijzende tafel Stellendam 1811-1832 komen we bouwman Abraham Hamete tegen als eigenaar van deze boerderij.
Abraham Hameete was getrouwd met Martijntje van Berkel / Martijntje van Orker.
Abraham Hameete, geboren omstreeks 1765 in Dirksland, overleed als 79-jarige bouwman op 23 juni 1844 in Stellendam.
Ze hadden in ieder geval een dochter genaamd Neeltje Hamete (±1810-1893) die tweemaal trouwde. Haar eerste man was sinds 14 juni 1827 Anthonij Zeedijk.
Anthonij en Neeltje kregen een aantal kinderen. Op 13 oktober 1827 werd Cornelis Zeedijk geboren, gevolgd door Maatje Zeedijk op 23 augustus 1829, Abraham Zeedijk op 16 januari 1833, Jacoba Zeedijk op 17 juli 1837, Leuntje Zeedijk op 11 juni 1842, Adrianus Zeedijk op 14 mei 1846, Bart Zeedijk op 24 oktober 1850, Teunis Zeedijk op 2 november 1852 en Jacob Zeedijk op 5 februari 1855.
Nadat Anthonij op 5 maart 1858 overleden was, hertrouwde ze op 20 januari 1859 met Pieter van der Wekke
55.
De Dorpsweg was tot in 1927 in eigendom van de Ingelanden van de Generale Dijkage van Stellendam. In een vergadering van mei dat jaar, hebben ze besloten om het af te staan aan de gemeente Stellendam. Tijdens dezelfde vergadering werd trouwens ook besloten om een perceel grond in huur te geven aan de Zuid-Hollandse Reddingsmaatschappij. De ZHRM werd zo in staat gesteld een gebouw voor een werk- en bergplaats bij de hier al gestationeerde reddingsboot te bouwen
56.
In 1931 wil de gemeente dat de waterleiding in de Dorpsweg met 250 meter wordt uitgebreid. Hiervoor is ƒ 2100 nodig
57.
Met de komst van de nieuwe gemeente Goedereede - waartoe ook Stellendam gaat behoren - wordt begin 1966 besloten om de dubbele straatnamen binnen de nieuwe gemeente te gaan aanpassen. Het deel van de straat in Stellendam dat dan nog Dorpsweg wordt genoemd, wordt daarom gewijzigd in Voorstraat. Hiermee is de Voorstraat een stuk verlengd
58.
Het eerstvolgende pand naast de boerderij heeft een aardige stippendecoratie boven de raampartijen zitten, waarbij de ossenbloed gekleurde stippen op een grijze achtergrond zijn geplaatst.
We passeren vervolgens de zijstraat Deltastraat en treffen net voor de begraafplaats een grijs pand uit 1867 aan, waarnaast een jaren '50 garage gebouwd is.
Feitelijk is de garage stijlvoller gebouwd dan het pand waarbij het nu hoort.
De garagedeur bestond in de beginjaren - toen het nog gebruikt werd als zondagschool en catechisatie - ook uit stijlvolle houten deuren.
Voorheen - zo rond de jaren '60-'70 hoorde het bij de panden aan de overkant op de nummers 85-87 en werd het gebruikt als timmerwerkplaats. Vanaf '74 wordt hiervoor de naam Karwei centrum Joh. Loef gehanteerd. De garage is dan inmiddels verlaten en omgeruild voor een schuur achter de panden.
Hoewel de garage op het oog symmetrisch lijkt, is het dat net niet. Maar zoals we vaker zeggen "Wie snel loopt ziet het niet, wie langzaam loopt heeft er geen erg in!" Waar we wel erg in hebben, zijn de detailleringen in de ornamenten. Helaas zijn ze inmiddels dusdanig verweerd, dat we niet meer kunnen zien wat er verbeeld wordt. Aangezien de drie ornamenten met elk vier vlakken totaal twaalf afbeeldingen zou kunnen weergeven, kunnen we fantaseren over wat erop zou kunnen staan.
De familie Netjes-van Wijk wonen hier in ieder geval in 1963, wanneer het gezin is uitgebreid met een dochtertje. W. Netjes is op dat moment de predikant van de Gereformeerde Kerk
59.
In 1967 woont hier de familie Trommel, waarbij zoon Piet Trommel het huis zal verlaten omdat hij gaat trouwen
60.
Zo'n dertig jaar later, in 1998, heeft de 25-jarige uit Zwijndrecht afkomstige Vincent Otten met zijn ongediertebestrijdingsbedrijf Biotoop Services intrek genomen in de 'oude pastorie'
61.
Na het passeren van de begraafplaats komen we uit bij het plein dat Raadhuisplein wordt genoemd. Aan de Voorstraat treffen we dan ook het voormalige raadhuis aan, de verbouwde en voormalige villa van mevrouw Charbon
62.
Na de gemeentelijke herinrichting van 1966 wordt naarstig gezocht naar een herbestemming voor het raadhuis van Stellendam. Zou het bijvoorbeeld een ambtswoning voor de burgemeester kunnen worden?
63.
Het zal in 1983 in handen komen van een accountskantoor
64. En dat treffen we een kleine 40 jaar later nog steeds aan.
We lopen verder naar de Langeweg en komen weer een boerderij tegen. Aan dit woonhuis is tevens een garage gebouwd. Boven de ramen en garagedeur is in het op de muur aangebrachte cementlaag een figuur getekend. Wanneer we verder het pand voorbijlopen en omkijken, blijkt dat er naast het oude gezicht ook een nieuwe blik op het pand gelegd kan worden. Het woonhuis heeft aan deze zijde een nieuwe bakstenen buitenmuur gekregen. Ook de dakpannen zijn vernieuwd.
We steken snel even de bereikte Langeweg over, om te kijken of de Voorstraat nog veel verder gaat en ons nog verrassingen te bieden heeft. Het blijkt dat we nu een jongste nieuwbouwwijk hebben bereikt.
Bij de zijweg Blazer keren we daarom terug op onze schreden.
We krijgen nu voor ons een lange haag van groen te zien, met aan het eind de korenmolen Korenlust uit 1856
65.
Deze molen staat bij de oude haven van Stellendam
66.
Station Stellendam
bron: Geschiedenis van Zuid-Holland - De RTM op Goeree-Overflakke / Marloes Wellenberg (Collectie Nico Spilt)
Net voor de aankomst bij de Langeweg komen we nu een informatiebord tegen.
Hier kruiste de Dorpsweg het spoor van de RTM-trambaan en de Langeweg. Het oorspronkelijk stationsgebouwtje is in 1953 tijdens de Ramp vernield. Het vervangen door een nieuw gebouw, dat na 1956 de functie verloor. Tegenwoordig maakt het deel uit van het woonhuis dat we achter het bord, verscholen kunnen aantreffen
67.
We lopen weer verder naar het Raadhuisplein. In een raadvergadering van zomer 1958 werd een bedrag van 6 à 7 duizend gulden goedgekeurd en gereserveerd op de begroting om te kunnen komen tot de bouw van een muziektent. Ook werden de diverse argumenten uitgewisseld over de plaats waar het gebouwd zou kunnen worden. Het liefst wilde men dat het centraal in het dorp zou komen. Echter, zo bleek, een plek van het juiste formaat kon nergens gevonden worden. Het Raadhuisplein werd als een goed alternatief beschouwd.
Architect Labee tekende het ontwerp, dat vervolgens werd uitgevoerd door de aannemer Van Es. Het werd in het voorjaar tijdens de Bevrijdingsdag van 1959 aan de gemeente overgedragen.
Vermoedelijk is het halverwege de jaren '80 alweer verdwenen
68.
Wanneer we op het plein rondkijken valt ons de woonboerderij aan de Meester Iman Caustraat op waarin in de top van de gevel iets okergeel naar beneden stroomt, waarin een rechthoekje zit. Is het raampje of een eerste steen herdenkingsteen, vragen we ons af. En is het okergeel een mos? En dus lopen we er even naartoe.
Het blijkt inderdaad om een herinnering te gaan dat een eerstesteenlegging wil herdenken. We lezen:
De eerste
steen is
gelegd door
Adriana, Moijses
den 30 augustus
1902
Wat opvalt zijn de vele vouwen die in de letters lijken te zitten. Het lijkt wel of het op papier is geschilderd, waarin zelfs een gat zit. Zou het dan toch ook een raampje zijn (geweest)?
Op 23 juli 1894 wordt in Stellendam Adriaantje Moijses geboren, als dochter van Jan Moijses en Aagje Looij. Het zou ons verbazen als dit niet de bedoelde Adriana Moijses is. Ze was tijdens het leggen van de eerste steen inmiddels acht jaar.
Adriana zal als 19-jarige op 19 september 1913 in Stellendam trouwen met de 20-jarige landbouwknecht Cornelis Noorthoek. Ze krijgen een aantal kinderen, waaronder Jan in 1924, Cornelis in 1928. Cornelis Noorthoek zal als man van Adriana als 76-jarige in Stellendam in 1969 komen te overlijden. Adriaantje Moijses zal als 88-jarige komen te overlijden in Stellendam op 27 december 1982. Beide overlijden ze in het huis aan de Mr. Iman Caustraat 43
69.
De ouders van Adriana, Jan Moijses en Aagje Looij, waren op 12 februari 1886 in Stellendam getrouwd. Jan Moijses was een zoon van Bart Moijses en Adriaantje Lodder en geboren op 4 oktober 1863 te Stellendam. De moeder van Aagje Looij was Neeltje Looij. Aagje werd op 9 april 1866 geboren en overleed in augustus 1949 op 83-jarige leeftijd. Jan en Aagje kregen in ieder geval 11 kinderen: Neeltje (1883-1970), Bart (1886-1967), Leendert (1888-1966), Adrianus (1891-1980), Adriaantje (1894-1982), Jacobus (1897-1972), Wilhelmina (1900-1971), Cornelis Hendrik (1902-1976), Jan (1906-1984), Prinse of Prina (1907-1908) en Cornelia (1910-1952)
69a.
Na het Raadhuisplein treffen we een pand in de Voorstraat aan, dat in 2024 verkocht zal worden, waarvoor de vraagprijs stond op € 965.000 k.k.
70.
Boven de deur van de ingang is een herinneringssteen te vinden aan de eerstesteenlegging. Hierop staat te lezen:
Den eersten steen
van dit gebouw
gelegd door
Human Kievit Kz.
den 29 april 1848
Human was toen net een paar maanden vijf jaar oud. Hij is namelijk in huis numero 4 te Stellendam geboren op 20 januari 1843 als kind van bouwman Krijn Kievit (~5-4-1789 - 17-12-1869) en Hendrika Brinkman (28-6-1802 - 20-9-1843). Krijn was bij de geboorte van Human inmiddels 53 jaar. Krijn en Hendrica waren op 15 oktober 1829 getrouwd. Hendrica, dochter van Human Brinkman en Geertruid Binneweg, was toen 27 jaar. Ze kregen zeven kinderen, waarvan Human de laatste was. Krijn was eerder weduwnaar van Arentje Visser (1794-1826). Van Arentje had hij ook zeven kinderen gekregen. Zij waren getrouwd op 11 maart 1811. Krijn, zoon van Cornelis Kievit en Maartje Emaus, was toen 22 jaar en dijkgraaf. Arentje, dochter van Leendert Visser en Pieternella van Es, was toen 17
71.
Human Kievit Kz. zal zelf als 50-jarige vervolgens trouwen - ook in Stellendam - op 20 juli 1893 met de 28-jarige Cornelia de Graaf, de dochter van Willem de Graaf en Maria Kalle. Geen van de vier ouders waren toen nog in leven.
Ze zullen zes kinderen krijgen.
Human zou als 79-jarige op 11 september 1922 te Stellendam in het huis nommer 103 van wijk 1 om kwart na zes 's ochtends overlijden
72.
Wanneer we weer aangekomen zijn ter hoogte van de boerderij uit 1801, treffen we als hoekpand met de Dwarsstraat het pand aan van installatiebedrijf Van Damme. Het lijkt gevestigd in aaneengeclusterde bouwwerken uit verschillende periodes, waarbij de jaren 1850 voor het achterste deel en 1965 voor het voorste deel geregistreerd staan
73.
We zien dat de toegangsdeur hier op deze hete dag openstaat om het binnen wat te laten doorwaaien. Wij zien daardoor dat er in de gang fraaie jugendstil of art nouveau-tegels liggen. Dit doet vermoeden dat dit deel van het pand meer uit rond 1900 zal stammen.
De mevrouw in het kantoor waarna de gang leidt, hoort ons babbelen en nodigt ons uit om naar binnen te komen. Ze vertelt - na onze introductie - het ontstaansverhaal en die van de voorganger. Ze laat in een korte tour door het gebouw het oude deel zien van de voorganger.
Het pand was voorheen van de buurman aan de andere kant van de Dwarsstraat. Op dat pand staat - in metaal - A. de Goede geschreven.
In het kantoor is een aquarel te zien.
Boompjes, Ouddorp | 1986 | Janny van Damme, Stellendam
Het is een herinnering aan het pand van Van Damme & zn. in Ouddorp aan de Boompjes. De panden zullen we morgen, tijdens ons bezoek aan Ouddorp, in het echt zien. Het is in 1986 geschilderd door Janny van Damme
74.
Janny van Damme was in oktober 1959 getrouwd met Tom Posthuma. Janny schilderde bloemen aquarellen en stillevens, waarmee ze als veertiger en vijftiger onder andere exposeerde in het Ouddorps museum, het logegebouw van de Vrijmetselarij aan de Sint Domusstraat in Zierikzee, Galerie Potteriet aan de Nieuwstraat 13, hoek West Achterweg in Middelharnis, in de Flower & Giftshop Hillegersberg aan de Bergse Dorpsstraat 37-39 te Rotterdam en in Brielle in de galerie 'de Nimph', Voorstraat 45.
In 1988 kwam ze op het idee om van hun garage op de hoek Dirkdoensweg en Dorpstienden naast de Gereformeerde Kerk haar atelier te maken en deze tevens voor publiek open te stellen. Het pand hadden ze indertijd gekocht van de echtgenote van de bekende schoolmeester in Ouddorp, mevrouw De Leeuw.
Janny gaf haar atelier de naam 't Ooilam, dat een vriendin bedacht had. Dit betekent naast jong vrouwelijk schaap, ook een voor de eigenaar een uniek, kostbaar of dierbaar bezit. Achteraf moest de gemeente voor deze wijziging in het bestemmingsplan "Kom Ouddorp" nog de benodigde procedures in gang zitten.
Dertig jaar later viert ze in 2018 als 77-jarige het 30-jarig jubileum van 't Ooilam75.
Even verderop komen we een pand tegen, een twee-onder-een-kap, fraai geaccentueerd met groen geglazuurde bakstenen. Hierin is - zo te zien later - op een wat vreemde plaats een eerstesteenlegging-herinnering geplaatst. Hierop is het volgende te lezen:
De eerste steen gelegd
door
A.L. v.d. Vlugt Jz.
26 augustus 1919.
A.L. van der Vlugt Jz is de zoon van bouwman Jan van der Vlugt (1881-1941) en Jannetje Kreeft (1880-1954), die op 31 augustus 1906 in Stellendam met elkaar waren getrouwd.
Aren Laurens was bijna tien jaar toen hij deze eerste steen mocht leggen.
De 26-jarige Aren Laurens van der Vlugt (30-10-1909 - 14-9-1977) zal in het voorjaar van 1935 huwen met de 22-jarige Elizabeth Josina Hanson (22-12-1912 - 5-7-1990). Ze zullen Ali en Jan krijgen als kinderen. Aren zou vanaf 19 juli 1963 lid zijn van de Raad van Toezicht van de Rabobank "Stellendam en Goedereede"
76.
Weer een paar panden verder worden er naast vele bijzondere objecten van enige tijd geleden, een paar "museale" bromfiets-exemplaren in een etage tentoongesteld. Prachtige collectie.
"Au cheval noir" | 2007, Stellendam
We lopen weer een paar panden verder en naderen bijna het raadselachtige pand uit 1909. Maar eerst komen we Au cheval noir, dat "Bij het zwarte paard" betekent, uit 2007
77 tegen. Aangezien het pand als gebouwd in 1954 geregistreerd
78 staat, zal het jaartal over de gevelsteen gaan.
De nieuwe bewoners van dat jaar hebben deze gevelsteen met Het Friesche Paard - waarvan we een natuurgetrouw beeld van Auke Hettema (1927-2004) in Leeuwarden kunnen terugvinden - door Adriaan Nuy (werkzaam bij bouwbedrijf Van den Nieuwendijk) laten inmetselen. Ze hadden toen een exemplaar van dit sierlijk dier
79.
Wanneer we weer bij Het Wapen van Stellendam zijn aangekomen vervolgen we de route - een aantal jaren later - met een wandelingetje van een uur aan de andere kant van de Eendrachtsdijk.
Om aan de overkant van de Eendrachtsdijk te geraken, besluiten we om hiervoor het trapje de dijk op bij het voormalige pand van havenmeester Marinus Hartman te gebruiken.
We lopen daarom verder de Eendrachtsweg in. Bij het Gemaal Stellendam vallen de buizen - die schijnbaar onder weg van de Eendrachtsdijk doorlopen - meteen op.
Tussen de planning in 2020 en uitvoering in 2023 is er gewerkt aan de renovatie van dit gemaal. Ook zijn er visvriendelijke pompen geplaatst, zodat er meer vispassage tussen de polders kan plaatsvinden en is het gemaal beter bestand gemaakt tegen belasting bij wateroverlast bij piekbuien. De buizen zijn mogelijk een residu van de noodzaak om een tijdelijke pompvoorziening aan te leggen tijdens deze renovatiewerkzaamheden
80.
Voor in de toekomst altijd handig in geval van nood, zullen we maar denken.
Dit gemaal is gesticht in het jaar 1939
81.
Het nieuwe electrische gemaal van de polder De Generale Dijkagie is sinds de oplevering in 1940 wel van gedaante veranderd. Het pand is naar achteren verbreed uitgebreid, waarna het zadeldak met 90° is gedraaid. Mogelijk bevindt het oude pand nog onder de met gele baksteen omhuld nieuw geheel. De twee smalle ramen ogen wel hetzelfde formaat te hebben
82.
Mogelijk is deze uitbreiding gebeurd na 1970 - de afsluiting van het Haringvliet - toen er een nieuwe pomp werd bijgeplaatst. Samen met het Dirklands water werd het voortaan gespuid in het afgesloten ('nieuwe') Zuiderdiep, dat ook wordt aangeduid als Het Spui83.
Schuin achter het Gemaal Stellendam, midden op de het terrein tussen de Meester Iman Caustraat en de Nieuweweg vinden we - denkbeeldig aan het gedempte 't Vissers gat - een fraai pand. Numeriek is het gelegen aan de Meester Iman Caustraat en is hier net voor de twintigste eeuwwisseling geplaatst
84.
Het werd rond de jaren '70-'90 bewoond door de familie R.P. van Rijswijk
85.
Hij runde hier - later ook met anderen - tussen 1974 en 1995 zijn dokterspraktijk. Huisarts Rudolf Pieter van Rijswijk, Ruud overleed op 55-jarige leeftijd op 25 januari 1997
86.
Hij werd op 16 november 1941 te Haarlem geboren
87.
Het echtpaar, hij was getrouwd met Agneta Maria Hermina (Agnet) Sterringa (1943-1999), nam de praktijk over van dokter L.L. Kreling per 1 maart 1974.
Ansichtkaart van een herenhuis aan de Eendrachtsdijk in Stellendam
bron: archief Streekarchief Goeree-Overflakkee Beeldbank
De toen 32-jarige Ruud had gestudeerd aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij studeerde in het najaar van 1968 af voor zijn artsenexamen. Een half jaar eerder waren ze getrouwd. Hij specialiseerde zich vervolgens een jaar in de chirurgie. Met deze kennis ging hij naar Ghana, waar hij de enige arts was in een ziekenhuis met 140 bedden. Hier heeft de nodige ervaring opgedaan met de meest uiteenlopende operaties. Toen ze gedrieën uit Ghana terugkwamen gingen ze op Marken wonen. Hij studeerde nog een jaar gynaecologie en verloskunde en verhuisden vervolgens naar Stellendam.
In 1994 trok hij zich terug
88.
De praktijk wordt voortgezet door P.R. de Vries, (Paul) en E.G. Houwink (Eeke), maar verhuizen tussen 26 en 30 mei 1997 naar de Voorstraat 141
89.
Dokter L.L. Kreling - we kwamen hem al eerder tegen - werd geboren als Laurens Lambertus Kreling op 13 april 1906 en overleed op 27 mei 1990.
Ansichtkaart van huizen die aan de Eendrachtsweg staan
bron: archief Streekarchief Goeree-Overflakkee Beeldbank
Voorop deze ansichtkaart staat het volgende (moeilijk) te lezen: "L.C. Ik wil je toch [ook] dezen photo's van Stellendam nog even sturen. Zij zijn nu mijn huis aan het schoonmaken. Je broer Lambert"
Op deze foto valt vooral de nog niet gedempte 't Vissers gat op!
Hij trouwde met Maria Petronella Lips (13-10-1907 - 19-4-1997). Door de gemeenteraad werd hij op 15 maart 1942 benoemd als gemeente-arts. Na zijn afscheid zou hij naar Ouddorp verhuizen.
Kreling was afkomstig uit Boskoop en werd de vervanger dokter Mulder
90.
Dokter Pierre Jean Mulder, nam op 1 februari 1942 ontslag, nadat hij 33½ jaar hier zijn praktijk had uitgeoefend. Hij was gehuwd met Petronella Adriana Cornelia Overvoorde (Hillegom, 14-8-1882 - Roosendaal 16-4-1951). Hij was geboren in Leiden op 10 februari 1879 en overleed op 21 november 1959 als 80-jarige in Steenbergen. Ze trouwden te Hillegom op 24 september 1908
91.
Een van zijn eerste in het oog springende actie was met de in levensgevaar zijnde zoon van A. Hoogendijk en N. J. Kleijburg in de nacht 6 op 7 november 1908 met de Stoomboot Maasnymph naar Rotterdam te varen, om het kind naar het Sofia-Kinderziekenhuis over te brengen. Ook de bemanning waren direct bereid gevonden om deze reis mogelijk te maken.
De operatie slaagde zodat hun zoontje bleef leven
92.
De in 1901 hier geroepen Nederlandsch Hervormde predikant Arie Hoogendijk (1872-1955) en Neeltje Josina Kleijburg (1875-1948) waren op 26 april 1905 te Nieuw-Lekkerland getrouwd.
Hun geopereerde zoon Jacob Leendert Pieter werd rond 1907 geboren. Een half jaar na dit nachtelijk avontuur kregen Arie en Neeltje hun dochtertje Gerritje Sofia op 16-5-1909
93.
Jacob Leendert Pieter Hoogendijk zou als 31-jarige werktuigkundig ingenieur op 6 oktober 1938 te Schiedam trouwen met de in IJsselmonde geboren 34-jarige leerares Lena Andeweg (±1904-1986).
J. L. P. Hoogendijk heeft - wonende te Echteld bij Tiel - in 1933 bij Technicum Mittweida het ingenieursexamen gehaald.
In 1969 was hij (±62jr) commissaris van de N.V. Apparaten- en Machinefabriek H. Glasbeek te Waddinxveen. Tijdens het overlijden van Lena in 1986 woonden ze op de Chopinlaan 2 te Waddinxveen
94.
Aangezien Dokter Pierre Jean Mulder rond oktober 1908 is begonnen, zal hij de opvolger zijn van Dr. Duijster.
Het blijkt hiervoor een komen en gaan te zijn van gemeente-artsen.
Per 1 april 1907 zal de Stellingdamse gemeente-arts, de heer Dr. J. Duijster tijdelijk benoemd worden in de gemeente Goedereede. Hij zal in de zomer van 1908 het verzoek doen aan de gemeente Stellendam om hem eervol te ontslaan. De Raad besluit hem niet-eervol ontslag te verlenen. Een verzoek om hem alsnog eervol ontslag te verlenen, wordt met een "de Raad komt niet terug op een genomen besluit" afgewezen. Duijster had in zijn verzoek aangegeven dat hij wilde weten waarom hem eervol ontslag wordt onthouden, en mocht dit verzoek niet ingewilligd worden, dat hij wegens de onbillijkheid hiervan zich tot Hare Majesteit de Koningin zal wenden, met het verzoek het raadsbesluit te vernietigen, zodat hij alsnog eervol ontslag zal ontvangen
95.
In december 1904 werd een nieuwe gemeente-arts benoemd. De heer J. Lindehovius vestigde zich hier meteen
96.
Hij zal de opvolger zijn van Dr. Kaiser.
De heer Dr. G. H. Kaiser heeft maandag 24 oktober 1904 Stellendam als gemeente-arts verlaten om geneesheer in Drachten te worden. Hier zal hij als 87-jarige op 31 maart 1963 te komen overlijden.
G.H. Kaiser slaagde voor het eerste gedeelte van het artsexamen in mei 1899 te Leiden. Een jaartje later, maart 1900 werd hij bevorderd tot arts.
Gerbert Henrij Kaiser zal in Stellendam op 6 juni 1902 trouwen met Cornelia Olie
97.
Of Dr. Kaiser de opvolger is van de tijdelijk gemeente-arts Zielstra is niet duidelijk.
Mogelijk is hij de eerste bewoner van dit pand.
Dhr. Zielstra van Goedereede wordt als tijdelijk gemeente-Arts in 1894 benoemd als opvolger van B. ter Cock die naar Millingen vertrekt
98.
Van de eerste bewoningsjaren is onduidelijk wie er woonde. Of het telkens een arts wordt ons ook niet duidelijk.
Wel wordt duidelijk dat de decoratieve sluitsteen boven de ramen en deurportiek er al vanaf het begin ingemetseld waren.
Naast het pand zien we de sinds 1958 gedempte (voormalige) 't Vissers gat of sloot als de erfscheiding terugkomen.
We lopen naar het genoemde trapje dat ons over de dijk kan brengen, zodat we onze wandeling door dit deel van Stellendam kunnen starten.
We lopen de Parkhaven in en hoewel we al een blik hadden gekregen toen we over de dijk reden, we worden toch overweldigd door wat we allemaal zien. De restant van de kreek met een vergezicht op de haven. Het gebouw waarin ook ooit een herberg gevestigd zat. En verder nog wat kunstwerken. Kortom, voordat we echt kunnen gaan wandelen, hebben we nog het een en ander te bekijken.
We lopen, om dichter bij de kunstwerken te komen, daarom naar het bruggetje dat hier over het kreekje ligt. Nu krijgen we ook de bootjes in het zicht. Aan een eerste steiger liggen de SL 25 en SL 51. Dit blijken echter niet de garnalenvissersboten van weleer te zijn, die deze nummers voorheen droegen
99.
Vanaf hier krijgen we het kunstwerk van Paul Louis Kalishoek in het vizier. Aan de andere kant kunnen we het scheepje zo aan van de steigers laten aanmeren. Dat was ook precies de bedoeling van hem, kregen we al eerder van hem te horen. En zoals bij een van foto's staat "Het beeld heeft een 3D effect waarbij het lijkt alsof het schip echt vaart in de oude vissershaven van Stellendam."
100
Ook voor dit werk heeft Kalishoek in materiaalkeuze een eigen recept gebruikt, namelijk de brons patina voor het schip
101.
Om de functie van het scheepje, een historische garnalenschuit, te benadrukken zijn er roze rozen als symbool van de garnalen geplaatst. Het net suggereert dan ook dat het garnalen vangt
102.
Kalishoek heeft een dubbele functie voor het beeld bedacht. Een constructiefunctie, het scheepje vaart zwevend in de ruimte, waardoor het dus ook op het water te zien is in de haven.
De Blazer | 2022 | Paul Louis Kalishoek, Stellendam
"Als je op een steen gaat staan, is het net of het schip in de haven ligt. Zeker als het mistig is...", vertelt Kalishoek over zijn idee. Daarnaast is de draagconstructie tevens het net waarmee de garnalen gevangen worden. Dit net bestaat uit betonvlecht werk, dat een massief ijzeren geraamte omhuld. Hierdoor wordt het geheel zo'n twee meter hoog. "Het beeld is geen exacte replica van een blazer. Het refereert eraan. Net zoals de vormen refereren aan de art-deco en jugendstil kunststroming uit de tijd dat die vissersschepen de haven in en uit voeren."
103
De opdracht voor het maken van dit visserschip, een blazer, heeft Kalishoek gekregen na een uitvraag onder kunstenaars. Van de drie inzendingen werd de zijne gekozen, na een toetsing door een jury waarin ook drie basisscholen zaten en uiteindelijk een stemronde door de bewoners van Stellendam waarvan 67 bewoners gebruik maakten
104.
De onthulling van het beeld De Blazer vond plaats op zaterdag 25 juni 2022. Gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, Willy de Zoete mocht met wethouder en voorzitter van de erfgoedtafel, Daan Markwat het beeld onthullen. Uiteraard was de maker hierbij aanwezig.
Vooraf aan beide onthullingen - ook het glaskunstwerk van Ellen van der Bok zal onthuld worden - sprak de wethouder. Hij vond dat er goed was nagedacht over beide kunstwerken. Ze laten zowel het schip als de vissers zien. "Het is belangrijk om gerealiseerde projecten de aandacht te geven die ze verdienen. Het gaat niet alleen om bouwen, maar vooral om het beleven van de cultuurhistorie."
Eerder waren er vanuit de erfgoedlijn Goeree-Overflakkee - inmiddels uitgebreid tot de erfgoedlijn Historisch Haringvliet, zodat ook de Hoeksche Waard en Voorne-Putten vertegenwoordigd zijn naast datgene wat hun verbindt, het Haringvliet - ook al andere projecten gerealiseerd, zoals de lichtopstand, het jaagpad en de zalmschouwen
105.
Een beeld uit die periode, zo rond 1910, laat een kale haven zien. We zien een drooggevallen kreekmonding, het zal dus eb zijn. Het bruggetje, waarover we net gelopen hebben, was er toen ook al. De molen stond een eeuw geleden nog volledig in het zicht. Het hoge pand aan de haven met het naastgelegen pand dat een verdieping lager is stonden er ook al.
Op hoge pand, waarop reclame wordt gemaakt voor .R.V.S., het Rotterdam Verzekerings Sociëteit dat in 1838 is opgericht en in 2011 is opgegaan in de Nationale-Nederland (NN)
106,
was rond deze periode in gebruik als herberg door de familie Knöps.
We hadden immers al geconcludeerd dat er naast 't Wapen van Stellendam nog een herberg moest zijn. Een eerste aanwijzing hiervoor kwamen we tegen tijdens de openbare Verkoopingen voor de herberg van A. Kockx te Stellendam in 1875
107.
Ook een Logement Van Gelder - dat we in 1888 tegenkomen - draagt bij aan deze gedachte
108.
Een decennium later, in 1896 vindt er een mishandeling van de stoker van de Antoinette, A. Snoek plaats in de herberg van Gebraad. Dit zal tevens gaan om het logement van J. Gebraad
109.
Aan het eind van 1899 wordt Van Rossem als eigenaar van een herberg genoemd
110.
Een paar maanden later komen we weer een de herberg van Gebraad tegen, gebruikt als "Wachthuis der Stoombooten", dat tevens ook Hotel Gebraad genoemd wordt
111,
zodat mogen constateren dat er minimaal twee herbergen zijn in Stellendam in de jaren zeventig van de negentiende eeuw.
De familie Gebraad houdt wel van wat reuring.
Zo organiseerden ze in het café bijeenkomsten. Zo nodigden ze enkele malen in de winter van 1901-1902 de heer A.H. Pinot Jr. uit, die in Transvaal in Kaapstad had gewoond en als mederedacteur van het dagblad Ons Land had rondgereisd. Nu reisde Pinot met een sciopticon - een projectielantaarn - rond om zijn lichtbeelden van daar te laten zien. Hierbij vertelde hij in heldere bewoordingen wat zijn toehoorders zoal zagen.
Zo liet hij lichtbeelden zien uit de Parijsche bloedbruiloft. Dit drama, de Bartholomeusnacht van 23 op 24 augustus 1572, had er - zo vertelde Pinot - voor gezorgd dat er Hugenoten naar Holland kwamen en vervolgens doorreisden naar Zuid-Afrika waar ze met Hollandse kolonisten versmolten, waarbij hun nazaten de Hollandse taal bleven spreken.
Maar Pinot had ook bewegend beeld bij zich, dat nogal eens het café liet lachen of door hun schoonheid de zaal weer deed zwijgen.
In de pauze werd vervolgens een collectie gehouden voor weduwen en wezen van de gevallen strijders in de Vryheidsoorloë, de Boerenoorlogen tussen 1880 en 1902.
De gedreven en smakelijke verteller Adriaan Hendrik Pinot werd als zoon van de 40-jarige boekdrukker Adrianus Pinot en Anna Maria Flora Buisen of Buijsen te Breda geboren op 7 maart 1868. Op het moment van zijn sciopticon-tour door Nederland verbleef hij dan ook op de Boschstraat 88 in Breda. Hij overleed op 77-leeftijd in Utrecht op 6 maart 1945.
Jan Gebraad en Leentje van der Velde vieren hun zilveren huwelijksfeest uitbundig waarbij het muziekgezelschap de Hoop langskwam.
Ze waren namelijk op 22 november 1877 in Nieuwe-Tonge - waar ze beiden ook waren geboren - met elkaar getrouwd.
Jan werd op 5 november 1853 geboren als zoon van Johannes Gebraad en Wijntje Overdorp.
Leentje was de dochter van Abraham van der Velde en Johanna Snijder en kwam op 9 april 1855 ter wereld.
Deze in 1896 opgerichte muziekvereniging kwam trouwens - veelal op uitnodiging - wel vaker langs, blijkt wanneer we de dankadvertenties zien.
Ook hun gouden jubileum kunnen ze nog vieren.
Het logement zal niet het belangrijkste inkomensbron geweest zijn, aangezien hij als commissionair kwam te overlijden.
Het café, dat dus tevens dienst doet als wachtkamer voor de overvaarten, en het logement wordt aan het eind 1901 verkocht. De volgende eigenaar, Johannes Gerardus Knöps, zal het vanaf 1 februari 1902 aanvaarden.
Jan overlijdt op 18 maart 1933 te Stellendam als 79-jarige, Leentje volgt een klein anderhalf jaar later op 26 december 1935 als 80-jarige
112.
Haven Hotel
van
tot
door
1875
?
A. Kockx
1888
?
Van Gelder
1896
1901
Jan Gebraad
1902
1920
Johannes Gerardus Knöps
1920
1942
Mijnders
1942
1953
Meijer
In 1908 is er sprake van een herberg van Knöps in Stellendam, dat ook voorkomt als hotel van Johs G Knöps.
Al eerder, in 1905, wordt Knöps illustratief gebruikt in een politiek steekspel, waarbij Flakkeesche vergunninghouders door de Drankwet van dr. Kuyper worden uitgesloten om een openbaar ambt te bekleden... alsof vergunninghouders geen staatsburgers zijn
113.
Een bericht in de Maas- en Scheldebode van 12 juni 1912 en Algemeen Handelsblad van 2 juli 1913 bevestigd de constatering van twee herbergen.
Zowel de herberg van Frans Troost, als die van J.G. Knöps wordt genoemd. Ze blijken beiden ook te boek te staan als Logement
114.
Met Johs G Knöps en J.G. Knöps wordt Johannis Gerardus Knöps bedoeld.
Zijn ouders zijn Pieter Knöps en Cornelia Zeedijk. Zijn grootouders Johannis Gerardus Knops en Neeltje Brooshoofd van vaderszijde en aan moederskant Jakob Zeedijk en Neeltje van den Tol. Hij wordt op 24 september 1867 in Middelharnis geboren.
Op 3 oktober 1901 trouwt hij, 34 jaar, met de al maandenlange zwangere Leuntje Cornelia Meijer (26) in Middelharnis. Haar ouders zijn Klaas Johannis Meijer en Sara Cornelia Nipius. Zij is op 7 november 1874 in Middelharnis geboren.
Op de laatste dag van 1901, 31 december komt Pieter Knöps in Middelharnis ter wereld.
Enkele jaren later, op 11 oktober 1904 krijgen ze in Stellendam Sara Cornelia Knöps. Zij zal later trouwen met Willem Frans Adrianus Guilonard en via Brielle als gezin met zoontje Pieter Johannes Gerardus Guilonard naar Dordrecht verhuizen.
En op 20 juli 1906 wordt - eveneens in Stellendam - Klaas Johannis geboren.
Johannes Gerardus Knöps komt op 1 februari 1915 na langdurig lijden te Stellendam als 47-jarige te overlijden in zijn hotel in Wijk 1 op no 226. In zijn overlijdensakte staat - doorgehaald - Sara Cornelia Nipius als zijn moeder genoteerd. Dit is in de kantlijn verbeterd met Cornelia Zeedijk.
Mej. de weduwe J.G. Knöps - oftewel zijn vrouw Leuntje Cornelia Meijer - staat in november 1916 aan het roer van de herberg, ook Hôtel Knöps genoemd
115.
Het logement van Knöps zal rond 1920 worden overgenomen door Mijnders (of Meijnders)
116.
M. Mijnders, zijn logement ook Hôtel noemend, komt in 1938 voor met tel.nr. 1
117.
Tot en met 1941 komen we de logementen van Mijnders en Kaashoek nog tegen
118.
In 1942 blijkt Mijnders te zijn vervangen door Meijer, zodat we spreken over de logementen van Kaashoek en Meijer.
Dit blijkt eenmalig, want daarna komen we geen van beide meer tegen
119.
In 1947 treffen we in het telefoonboek uit die tijd zowel Hôtel M. Mijnders aan als Hotel A.R. Meyer v.h. Mijnders. Hotel Meijer is gelegen aan de haven van Stellendam en dan inmiddels gerund door wed. Meijer
120.
Een laatste keer treffen we dit hotel aan bij een veiling en afslag op 12 en 21 juli 1948
121.
Op dinsdag 5 februari 1952 vindt er in Hotel Kaashoek een "verkoop krachtens rechterlijk bevel" plaats "voor de Erven Wed. Kl. Meijer-Troost te Stellendam van twee vorderingen ten laste der gemeente Stellendam" groot ƒ 2.900 en ƒ 1.250 tegen 3% rente.
Ze worden gekocht door Jac. van Rossum voor ƒ 2.200 en ƒ 1.020
122.
Klaas Meijer was als 56-jarige landbouwer op 26 januari 1916 te Stellendam getrouwd met de 46-jarige Suzanna Troost.
Klaas was de zoon van Aren Meijer en Dina Westhoeve. Suzanna was de dochter van Jan Troost en Dina Hartman. Een oom van haar was Frans Troost 123.
Klaas Meijer is op 26 april 1859 in Stellendam geboren, waar hij ook als 78-jarige overleed op 21 februari 1938
124.
Suzanna Troost kwam ook in Stellendam ter wereld op 18 maart 1869 en overleed er op 9 oktober 1949. Ze werd 80 jaar
125.
Zoals bij de onthulling van De Blazer al werd aangehaald, was er hiervoor ook al een project gerealiseerd om de bezoekers het varen te laten ervaren. Hiervoor is er een fluisterstille zalmschouw ontwikkeld waarop met maximaal 10 personen een vaartocht bij de groene vaart gemaakt kan worden. Een vaarbewijs is hiervoor niet verplicht. Deze zalmschouwen liggen aan de steiger voor het beeld De Blazer in het water. Ze zijn replica's van de stoere ijzeren scheepjes van weleer
126.
Het kunstwerk van Ellen van der Bok - dat we op het botenhuis aantreffen - werd net als De Blazer onthuld op zaterdag 25 juni 2022. Dit glaskunstwerk De sfeer van het verleden beeldt de garnalenvissers in 1954 uit. Het is gezandstraald in diverse oppervlakte technieken.
Het beeld werd gemaakt in opdracht voor de gemeente Goeree-Overflakkee
127.
Zoals we helaas al eerder hebben moeten waarnemen, blijkt ook dit werk niet heilig. Met zeven flinke slagen is het beeld vernield.
Ook De Blazer is al beschadigd geweest. Rovers dachten dat het beeld van brons was en wilden het daarom stelen. Echter het beeld is niet van brons, het is alleen bronskleurig
128.
Wanneer we na het bezoeken van alle windrichtingen het kunsteiland verlaten, zien we ook aan deze zijde van de dijk de negen buizen als een residu van de tijdelijke pompvoorziening.
De wandeling naar de Lichtopstand laat ons lopen over - wederom een van de al eerder gerealiseerde projecten - het herstelde jaagpad.
Een eeuw geleden bezocht een verslaggever van Onze Eilanden de Algemeene Vergadering Schuttevaêr te Sommelsdijk. Deze vond plaats op 3 januari 1919. Hij vond het een vreugde om rustig aan zijn perstafeltje te mogen zitten luisteren. "Het schippersvolk is ons altijd sympathiek geweest. Het is alsof op de gebruinde koppen iets ligt van de rust der breede Hollandsche watervlakten en of toch ook de stormen daar niet over heen zijn gevaren zonder hun indruk na te laten." Aan het einde van de vergadering vraagt hij zich echter bij de laatste punten van technische aard af of dit niet boven zijn petje gaat. Het gaat dan "over de plaats van 'n roode ton, over de brug bij Spijkenisse, over de haven van Stellendam en deszelfs jaagpad, waar je 'stikt in de modder'."
We stellen vast dat het jaagpad er nu goed bewandelbaar bijligt. Schepen werden aan een touw door een scheepsjager (man/vrouw/kind) of paard over dit pad voortgetrokken. Dit voorttrekken werd jagen genoemd. Een jaagpad wordt ook aangeduid als lijnpad, treilpad, trekpad of -weg, tragel of wegel. De scheepsjager droeg dan een beage of trekzeel, een stevige brede band, om de borstkas waaraan het touw zat, waaraan het schip werd voortgetrokken. Mochten er bochten in de vaart zitten, dat waren hier rolpalen aangebracht
129.
Halverwege de wandeling naar de Lichtopstand kunnen we een blik werpen op De Witte Paddestoel. Vanwege de dijk, die het zicht op het onderste belemmerd, zien we nu slechts het bovenste deel, dat nog grote overeenkomsten vertoond met de eerste oplevering.
Dit alleen al maakt deze wandeling de moeite waard!
Maar er komen nog meer fraai beelden. Allereerst krijgen we zicht op het gors, dat nog deels onbebouwd is en nog iets tot verbeelding overlaat van hoe de buitengors ooit was.
Een met bomen begroeide vluchtheuvel maakt dit stuk gebied, waarin nog wat meanderingen van dode kreken te vinden zijn, voor de beeldvorming helemaal af.
Langzaam onthult zich een weids waterrijk beeld voor ons, waarachter een diversiteit aan hoogtes aan riet, bosschages en boomsoorten met geelbruine kleurtinten als duinpartijen staan.
Het Spui, Lichtopstand en haven (180°-panorama), Stellendam
We krijgen dan meteen ook de Lichtopstand in het zicht. Het oorspronkelijke havenlicht staat er al sinds 1970 niet meer.
Ook deze was trouwens een opvolger van een vuurtoren waarvan men op 23 mei 1887 op de hoogte is gebracht.
Het originele lichttoestel ging vanaf 12 januari 1892 functioneren, eerst op gas - het had toen ook nog een bolle koepel met walmbol, maar vanaf 10 oktober 1931 werd het elektrisch. Het stond met een hoogte van 7,2 meter op het westelijk deel van het havenhoofd. Het dioptrieke lichttoestel is geplaatst op een zeskant donkerbruin ijzeren geraamte met trap en omgang en grijs lichthuis.
In augustus 1932 wordt het licht van Stellendam gewijzigd. Op ± 51 gr., 48.7 min. nb. en 4 gr. 2 min. El is in het havenlicht van Stellendam een rode sector ingevoerd. Het licht is thans zichtbaar: rood van onder de benedenstroomsen wal tot in 333 graden, overig wit.
Later - onbekend is wanneer - zal de in februari 1953 beschadigde havenlicht toch nog worden hersteld. Waarschijnlijk is toen ook de bolle koepel vervangen door puntig dakje, die we nu ook weer kunnen zien
130.
De replica uit 2020 is een ontwerp van Ir. A. van der Zwan
131.
De onderdelen werden op woensdag 7 oktober in elkaar gezet door de mannen van Goeree Staal
132.
Wanneer we de Lichtopstand naderen zien we dat deze ook volledig beschadigd is. De ramen van de gele toren zijn ingeslagen en de wanden zijn volgespoten met puberale woordjes
132.
Aan de overkant van het voormalige Zuiderdiep, nu Het Spui, treffen we op de plaat met dezelfde naam Natuurreservaat Scheelhoek aan.
Aan de Haringvliet is het sinds het (af en toe) openen van de sluizen weer mogelijk dat er hier brak water ontstaat. Dit heeft een positief effect op de diversiteit van de natuur. Vissen kunnen weer stroomopwaarts, vogels vinden voedsel. Door de dynamiek van het water herstelt de natuur. Scheelhoek is een vogelreservaat met een rietmoeras. Deze is vanuit een vogeluitkijkpost te bekijken. De uitkijkpost staat aan de boszijdekant van kanaaltje aan de overkant. Het is te bereiken via diverse boswandelpaden.
Langs het Haringvliet zijn diverse eilanden gemaakt in het brakke water, dat weer andere vogels aantrekt. Deze zijn te bekijken vanuit het Vogelobservatorium Tij, dat de vorm heeft van een ei van de grote stern. Vanuit dit ei, dat 8 meter hoog is en 11 meter lang krijg je 360 graden-uitzicht voorgeschoteld. Hoewel dit observatorium het hele jaar vrij is te bezoeken, is het pad ernaartoe niet altijd droog. Wanneer de waterstand boven de 90 cm +NAP komt, stroomt het pad ook onder water. Rijkswaterstaat Waterinfo geeft over de waterstanden bij Hellevoetsluis hierover de benodigde informatie.
Het pad er naartoe zorgt er tevens voor dat je onzichtbaar blijft voor de vogels.
Het observatorium wordt vanzelf een auditorium wanneer de vogels je een concert bezorgen.
Het ei is een ontwerp van architect Thomas Rau en collega’s van Ro&Ad Architecten en is begin mei 2019 geopend. Het eilandje - dat de naam Bliek heeft gekregen - waarop het ei staat heeft de vorm van een garnaal
133.
Na nog een blik op de haven in de verte geworpen te hebben, lopen we verder over schelpenpad. Het pad wordt begeleid door knotwilgen.
Ter hoogte van de tennisbanen staat er een dubbele rij die een fraaie haag vormen.
We wandelen weer terug over de Zuiderdiepstraatweg.
Zodoende ontmoeten we halverwege deze straatweg het bijzondere gebouw De Witte Paddestoel. Helaas is tegenwoordig de bijzonderheid niet meer te zien.
De contouren ervan kunnen we echter nog steeds terugzien in de huidige horecagelegenheid, dat er dus - zoals we al zagen - nog steeds staat. Het oorspronkelijke en bijzondere ontwerp van Willem Brinkman (1931-2013) is echter verdwenen.
Voor het oorspronkelijke restaurant De witte Paddestoel, dat hier in de Molenpolder in 1966 te Stellendam voor D.C.W. Rooth is gebouwd, was ruim 300 m3 beton nodig. Het bestaat uit vijf verrezen vierkanten met elk een eigen functie: een bar, keuken, zitruimte, eetsalon en natuurlijk een keuken. Dit gaat geëxploiteerd worden door de heer Suykens, zijn vrouw en zoon met vrouw.
Een blauwe band omringd grotendeels de vierkanten. Aan de buitenzijde kan hierop lichtreclame aangebracht worden. Wanneer men in een van de vierkanten aanwezig is, ziet men de verlichte decoratie van een kunstenaar. Hij heeft met kleurige plastic vissen en planten gemaakt.
Lourens Visser vroeg zich bij de start zich nog af of ze er wel goed aan hadden gedaan om aan het plan hun goedkeuring te geven. Nu het af was, was hij "blij dat 'aan de poort van de Delta' dit restaurant was verrezen".
De uitvoering van dit prachtig project - waarbij volgens Tieleman architect Brinkman zeker 50 jaar vooruitloopt - was in handen van firma De Blok en Tieleman (hoofdaannemer) uit Melissant, firma Verhage (electriciteit) uit Middelharnis, firma De Geus - Seton (oliestook installatie), firma De Vogel (schilderwerk) uit Melissant en firma Donkelaar (restaurant installatie) uit Rotterdam.
Drie jaar na opening wordt het pand met 5 zomerwoningen alweer verkocht. Nadat het er was ingezet op ƒ 80.000 werd er week later afgemijnd door A. Human Azn. voor ƒ 125.000. De eigenaar D.C.W. Rooth zal binnen een week bepalen of het pand gegund wordt, aangezien hij er ongeveer een half miljoen in had geïnvesteerd om het te laten bouwen
134.
Architect Willem Jan Brinkman werd in Vlaardingen geboren 1 februari 1931 als zoon van Jan Brinkman (Vlaardingen, 11-9-1898 - Dortmund, 6-5-1945) en Elisabeth Gerritje (Bets) van den Akker (1902-1988). Hij trouwde als 23-jarige op 5 februari 1954 met de 19-jarige Johanna Wilhelmina Cornelia Verhoeff (1934-1989).
Architect Willem Brinkman is de neef van de Vlaardingse schilder Willem Brinkman.
Willem Jan en Johanna kregen vlot na hun huwelijk op 4 juni 1954 een zoon.
Hij huwde als 27-jarige op 9 september 1958 in Middelharnis met Mies Jacobi. Ze gingen wonen aan het Zandpad in Middelharnis. We komen onder andere nummer 84 en nummer 80 tegen.
Zij kregen drie kinderen.
Vlak voor de zomer van 1960 zoekt hij al een leerling of aankomend bouwkundig tekenaar.
Hij gaat ook lesgeven op de kunstacademie in Rotterdam. In deze functie wordt hij in 1971 enigszins in verlegenheid gebracht, wanneer de Middenstandsvereniging de winnaars van een tekenwedstrijd voor kinderen bekend maakt. De juryleden, bestaande uit een groep leerlingen van de Rotterdamse kunstacademie hadden vooral gekeken naar de aanwezigheid van artisticiteit in de tekening. Zijn toen 9-jarige zoon Jeroen won de eerste prijs, een sportfiets. En ook zijn zus viel nog net in de prijzen met de zevende plaats.
Vanaf 1975 zoeken ze ook hulp in het huishouden en voor de opvang van de dan naar schoolgaande kinderen.
Aan het leven van zoon Jeroen komt abrupt een einde, wanneer hij - met zijn net gehaalde motorrijbewijs - een motor van iemand anders terug mag brengen van Middelharnis naar Dirksland. In dezelfde bocht waar een jaar eerder een vriend uit de bocht was gevlogen en de valpartij niet had overleefd, vloog ook hij uit bocht, met dezelfde gevolgen.
In het Familiebericht worden de woorden van zijn grootvader Jan Brinkman geciteerd: "Het leven is te moeilijk om het te leven naar den zin."
In de jaren '80 verhuist hij naar Rotterdam
135.
Eind jaren '60 wordt de Stichting "Nieuwe Woonvormen" opgericht. Een aantal architecten, waaronder Willem Brinkman, weigeren om zich nog te conformeren aan de "bijna niet meer te hanteren hoeveelheid normen en instituten, maatschappijen en dergelijken, die het veel meer om economische dan om leefbare bouwprojecten gaat. Bovendien is ook, met name de woningbouw, bijna geheel in handen gevallen van technici, terwijl bouwen (en het daaruit voorvloeiende wonen) méér is dan het nuttig in elkaar knutselen van constructies. [...] Daardoor is er een belangrijk potentieel aan vormgevend vermogen in ons land braak blijven liggen."
Lokaal zet hij zich in voor het behoud van de Waterweg-woninkjes. Het zal er uiteindelijk toch anders uit komen te zien dan hij bedacht heeft.
Ook nieuwe hofjes worden vanuit de nieuwe filosofie bedacht. Met een vierkant doosje De uitdaging van de hersendoos weet hij op een congres in het Belgische Hasselt 400 architecten-in-opleiding in vervoering te brengen dat uitmondde in een donderend applaus. Enkelen schilderden op zowel voor- als achterruit van zijn blauwe Opel GT "Sirkus Nieuwe Woonvormen".
Het doosje leidt tot toevalligheden. Het "is een middel om de onmondig gehouden mensen te laten weten, dat ze het best zelf kunnen doen. [...] Wij als architecten geven te weinig toeval en een veel te veel vaststaande omgeving. [...] Door architecten, ambtenaren en woningbouwverenigingen is er nooit aan gedacht om de mensen hun eigen gang te laten gaan en hen daarmee mondig te maken. Neem zoiets geks als een modelwoning. Als zo'n vastgebakken woning eenmaal klaar is, dan komt een meubelfirma laten zien hoe de inrichting moet zijn. Zelfs in hun inrichting zijn de mensen onmondig verklaard."
In Hasselt verkondigde hij ook "architectuur is zinloos en doet niet ter zake". Hij laat het zien door langs zijn eigen dijk te lopen. "Eerst alle huizen langs aan de voorkant, waar de bewoners hun bestaansbron (winkel) of hun welstand (statig huis) presenteren. Dan [...] de achterkanten: fraaie en hummelige tuintjes, schuurtjes en werkplaatsjes. 'Ieder z'n eigen rommeltje bij wijze van spelletje. Hier leeft iedereen zoals hij wil, en waar is ergens architectuur te bespeuren?' [...] Onze bureaucratie heeft het spelen verboden."
In Barneveld krijgt hij van een particulier de vrije hand om in een nieuwbouwwijkje zijn interpretatie van de nieuwe woonvorm te scheppen. De particulier woont nu nog in een "middenstandswoning in zo'n rijtje, je-kent-dat-wel". Hij had slechts twee voorwaarden: het moet een grote open haard krijgen en het moet iets aparts worden. Het wordt een piramidevorm
136.
Willem Jan Brinkman overleed als 82-jarige in Haarlem op 28 augustus 2013
137.
Omdat de in eerste instantie verwachte 'toeristen' uitbleef, werd het niet een succes. De weg die de toeristen zou aanvoeren kwam niet langs het pand te liggen, maar 400 meter verderop, zodat ze moesten omrijden.
Aan het gebouw aan de Zuiderdiepstraatweg 28 is in de loop van de tijd flink gesleuteld. Desondanks zien we dat de eerste verdiepingslaag vrijwel zichtbaar intact is gebleven.
In 1978 werden er daarom 13 kleine bungalows bijgeplaatst. Ook werd de onderkant dichtgemaakt. Het restaurantdoel werd verlaten en men bouwde het om tot woningen.
In december 1981 werd het geheel verkocht aan de familie Fok.
In 1982 kreeg D. Fok (de vergunning om de beoogde lichtreclame op het pand aan te brengen, van de gemeente Goedereede.
Dirk Fok (±1931-1993) komt als echtgenoot van Pietje Elisabeth van der Winden (±1933) op 61-jarige leeftijd op 30 maart 1993 te overlijden.
Om die reden is Motel 'De Goede Reede' dan ook enkele dagen gesloten.
Het stel was als 25- en 23-jarige op 10 juli 1956 in ondertrouw gegaan, om vervolgens op 26 juli te trouwen.
Cees Fok (1960) had voor het aanbouwen van 2 serres en het wijzigen van de gevels aan het begin van de zomer van 1996 een bouwvergunning aangevraagd. Deze verbouwing zal plaatsvinden in oktober van dat jaar. Zijn éénjarige dochtertje Vicky Fok had de eer om op 14 oktober 1996 de eerste steen te leggen, aldus een herinneringssteen in de muur
138.
Begin 2007 wordt een vergunning aangevraagd voor de vernieuwing van de bergingen en het oprichten van logies appartementengebouw op het perceel. Cees Fok krijgt toestemming om het met 16 appartementen uit te breiden, mits - zo luidt de aanvulling, aangezien men permanente bewoning door buitenlandse werknemers van het motel vermoedt - het niet voor permanente bewoning wordt gebruikt.
De 16 appartementen worden in 2008 operationeel.
Eetcafe "De Paddestoel" is per 1-1-2017 gesloten.
Na 37 jaar familiebezit werd het verkocht
139.
Wanneer we verder lopen zien we dat ook de 16 appartementen in een bijpassende stijl zijn gebouwd.
Zelfs bij de vakantiehuisjes van Urlaub an der Nordsee die we na de parkeerplaats bij het zwembad 't Zuiderdiep tegenkomen, treffen we nog herkenbare stijlelementen aan.
Zodra we het gebied van de voormalige Spuikom binnen wandelen, moeten we ook omhoog om de dijk op te komen.
Het aangezicht van alle verticalen doet ons twijfelen over wat er helt of wat loodrecht staat of horizontaal ligt.
Wanneer we Molenkade inslaan zien we aan het einde van de straat de reden waarom de voormalige Spuydijk nu Molenkade genoemd wordt. Daar staat de Molen Korenlust (16270).
Beide aanduidingen van de dijk kwamen trouwens al voor rond 1915 en komen we Spuydijk ook tegen als Spuijdijk, Spuidijk
140.
Op de Koorn Molen, zoals het op de "Kadastrale kaart 1811-1832" op nummer 94 staat genoemd, was indertijd Sara Stoutjesdijk de koornmolenaarster. Ze was ook eigenaar van het woonhuis nummer 92, dat toen aan op de dijk aan de haven stond. Naast 't Spuysluis was hier toen nog geen bebouwing
141.
De naam van de koornmolenaarster op de molen, tussen 1820 en 1856 nog een standerdmolen, wordt door de molendatabase geschreven als Sara Stoutgesdijk maar tevens ook als Sara Stoutjesdijk
142.
Sara Stoutjesdijk kocht de standerdmolen - met het doel om dit door te verkopen aan haar pasgetrouwde dochter - op 10 april 1828 voor fl. 5700 van de eerste eigenaar en bouwer Marienus Bibbe.
Sara was toen al weduwe. Sara Jansse Stoutjesdijk was getrouwd geweest met Pieter Marinusse Klippel, die landbouwer was te Stavenisse en op 58-jarige leeftijd te Stavenisse op 25 september 1825 was komen te overlijden. Sara Stoutjesdijk zou, als kind van Jan Stoutjesdijk en Sara Uijl, op 16 februari 1860 op 76-jarige leeftijd te Stavenisse komen te overlijden
143.
Marinus Bibbe kwam op 12 september 1796 in Heinkenszand als zoon van Bartel Bartelse Bibbe en Pieternella van der Weele/Wiele ter wereld in een molenaarsfamilie. Marinus Bibbe trouwde als 23-jarige op 15 september 1819 met de 20-jarige in Ouwerkerk geboren hoefsmiddochter Janna Bruin. In 1820 liet hij deze standerdmolen bouwen en in 1823 het huis. Beide gebouwen moesten omheind worden van de Generale Dijkagie, om het de dijk ook voor begrazing verhuurde.
Ze kregen vier kinderen in Stellendam. Op 15 december 1820 werd hun eerste kind doodgeboren. Op 24 augustus 1822 werd Pieternella geboren, gevolgd door Huibrecht Cornelis Bibbe op 22 november 1824.
Op 29 januari 1828 werd in Stellendam Arie Bibbe geboren.
Een half jaar voordat Janna op 7 november 1828 te Stellendam overleed werd de molen verkocht. Arij zal op 20 maart 1830 te Zuidland komen te overlijden.
Marinus Bibbe zal in Heinenoord op 21 augustus 1831 hertrouwen met Elizabeth van der Lijde.
Hij zal als 67-jarige te Heenvliet komen te overlijden op 16 september 1863
144.
De dochter van Sara en Pieter, Sara Johanna van Klippel of Sara Joanna Klippel, geboren op 31 maart 1807 te Stavenisse trouwde op 3 april 1828 te Stavenisse met de in 1801 te Ouwerkerk geboren 26-jarige Johannes Slagboom. Hij was toen molenaarsknecht in Stavenisse. Zijn vader, Jozua Slagboom, was in 1828 ook molenaar.
Het jonge paar Sara Johanna en Johannes Slagboom verhuisden naar de molen te Stellendam en kregen daar acht kinderen:
Helena Jozina Slagboom (10-2-1829 - Wemeldinge, 7-2-1900),
Sara Slagboom (15-10-1831 - Rotterdam, 14-2-1909),
Josua Slagboom (27-6-1834 - Stavenisse, 13-11-1849),
Pieter Leendert Slagboom (7-2-1837 - Stavenisse, 5-12-1857),
Maria Cornelia Slagboom (20-2-1838 - 16-9-1838),
Maria Cornelia Slagboom (18-1-1839 - 25-1-1839),
Arij Slagboom (11-8-1840 - Rotterdam, 1-6-1886),
Johannes Slagboom (27-10-1841 - Stavenisse, 9-3-1883).
Zo'n vijf jaar na hun verhuizing, op 11 november 1833 namen ze de molen over van Sara Stoutjesdijk.
Drie jaar later, tijdens een hevige najaarsstorm in 1836 of door een orkaan in november 1838, ging het bijna mis. De molen verschoof zo'n twaalf duim van de fundering.
Na het overlijden van Johannes Slagboom op 22 mei 1841, kwam er tijdelijk hulp van molenaarsknecht Maarten Lem uit Oud-Vossemeer.
Sara Johanna besloot in 1844 met haar vier kinderen terug te keren naar Stavenisse en liet de molen verkopen. Sara overleed als 49-jarige op 18 november 1856 te Stavenisse
145.
Op 28 september 1844 kocht Elizabeth Nagtegaal-Schaaf de molen. Zij was op 31 januari 1794 gedoopt en kort daarvoor geboren te Melissant. Ze trouwde op 2 september 1820 met de veel oudere Melissantse bakker Paulus Nagtegaal, die in 1828 als 56-jarige al overleed. Ze hadden echter nog wel vier kinderen gekregen - waarvan twee doodgeboren (1821 en 1823) - Elizabeth Nagtegaal (Melissant, 1821 - Dirksland, 27-1-1870) en zoon Jacob Nagtegaal (Melissant, 20-7-1825 - Melissant, 20-4-1882). Met deze molenkoop hadden de ouders een goede zet gedaan, omdat de Stellendamse molen ook het graan voor Melissant maalde. Melissant was hun molen tussen 1700 en 1730 al kwijtgeraakt.
Voor de tussentijd werd een molenaarsknecht aangenomen.
Eenmaal volwassen trouwde Jacob Nagtegaal op 23 mei 1851 met de in 1824 te Dirksland geboren Anna Zaaijer. Ze was een dochter van de welgestelde boer Johannes Gerritsz. Zaaijer en Gijsje van Bruinisse.
Jacob Nagtegaal liet de standerdmolen in 1856 vervangen door de molen waarna we nu kijken.
Elizabeth Nagtegaal-Schaaf, geboren als Lijsebet Machielsd Schaaf, overleed te Melissant op 11 juli 1878. Ze was de dochter van Magchiel Schaaf en Elizabeth Benterink.
Bruikbare onderdelen van de standerdmolen kunnen in deze ronde stellingmolen nog terugvinden
146.
Op de herinneringssteen van de eerstesteenlegging staat te lezen:
De eerste steen van dit gebouw
is gelegd door
Leendert Buth Johannis zoon
op den 9 maart 1856
Naar verluidt zou dit het oudste kleinkind van Elizabeth Nagtegaal-Schaaf zijn.
Leendert Buth was toen het vijfjarige zoontje van Elizabeth Nagtegaal en bouwman Johannis Buth die op 9 mei 1850 te Dirksland werd geboren. Leendert, ook bouwman, zal op de dag voor zijn 26ste verjaardag in Dirksland komen te overlijden, op 8 mei 1876
147.
Tot circa 1927 was deze molen ook ingericht als pelmolen.
De molen bleef tot 1957 in het bezit van de familie Nagtegaal.
Zoon Johannes Nagtegaal, geboren te Melissant op 19 februari 1855, nam de molen over van zijn ouders Jacob Nagtegaal en Anna Zaaijer.
Zo komen we onder meer het gezin Johannes Nagtegaal en Arjaantje Witte rond 1886 tegen. Johannes (30) en Arjaantje (23) waren op 19 november 1885 getrouwd. Hij was daarvoor, in 1881, op zoek naar een koorn- en pelmolenaarsknecht, met loon naar bekwaamheid. Het jaar erop verkoopt hij een zeldzaam goede jachthond. In 1886 is hij wederom op zoek naar een Korenmolenaarsknecht die gehuwd is. In 1890 zocht hij een bekwame getrouwde korenmolenaarsknecht, die voor 8 gulden per week voor hem wilde komen werken. Dit werd een half jaar later met twee kwartjes verhoogd tot ƒ 8,50. In 1892 is hij op zoek naar een tweedehands ijzeren molenroede van 20,56 m. Het dient zwaar in de as van 30 x 35 cm te zijn en zal als buitenroe moeten dienen. In 1914 zoekt J. Nagtegaal weer een nieuwe bekwame molenaarsknecht, tegen een goed loon. Rond 1918 is J. Nagtegaal de molenaar.
Johannes Nagtegaal kunnen we ook in de politiek en in het bestuur van Stellendam terugvinden. Ook wordt hij voor de rol Zetter bij 's Rijks Directe Belastingen voor Stellendam benoemd, als opvolger van D. Zaaijer Az.
Johannes en Arjaantje kregen 18 juli 1886 hun zoon Jacob. Johannes Nagtegaal zal op 10 december 1932 te Stellendam als 77-jarige weduwnaar te komen overlijden. Hij was toen nog steeds molenaar.
De molenaarsknecht die rond 1937 in dienst in is bij J. Nagtegaal, Willem Krijn Huyser krijgt bij Koninklijk besluit van 22 april 1937 de aan de Orde van Oranje-Nassau verbonden eremedaille in brons. Willem Krijn Huyser is in (Oost en West) Barendrecht op 20 december 1859 geboren en te Stellendam overleden op 14 maart 1947. Op 27-12-1949 ontving het Rijk het eremetaal retour, nadat ze Stoffel Jansen, Wijk I-171C twee weken eerder hadden aangeschreven.
Stoffel is de man van Maria Huijzer, die op 11 april 1918 in Stellendam waren gehuwd. Maria Huijzer is de dochter van Willem Krijn Huijzer en Elisabeth Bakker. Ze werd op 31 oktober 1887 in Stellendam geboren.
Willem Krijn Huijser en Elizabeth Bakker trouwden op 16 september 1880 te Dirksland. Zodoende weten wie hun ouders waren.
De ouders van Willem waren predikant Willem Huijser en Pieternella van der Waal. De ouders van Elizabeth Bakker waren Leendert Bakker en Maria van Hoekekok.
Willem Krijn Huijser was 20 jaar toen hij vanuit zijn ouderlijk huis te Melissant trouwde. Hij was toen al korenmolenaarsknecht.
Na alle verschillende schrijfwijzen gezien te hebben hoe Willem zijn naam voorkomt, is het opvallend dat hij zijn trouwakte tekent met W.K. Huizer.
Daarnaast werd er - volgens de Nederlandse Molendatabase - nog een viertal jaren, tussen 1957 en 1961 commercieel gemaald door S.J. Later. Hiermee zal molenaar S. de Later van de Voorstraat 17 bedoeld worden. Op de Voorstraat 15-17 zal hij in 1962 - nog steeds molenaar - tevens een Sigaren- en Sigarettenhandel houden.
In 1965 vertrekt S.J. de Later uit Stellendam. Via Rotterdam komt hij in Den Haag terecht. Hier zal hij op 6 oktober 2005 als 80-jarige komen te overlijden. Hij is op 3 juli 1925 in Stellendam geboren, waarschijnlijk als laatste kind van Cornelis Adrianus de Later en Pieternella de Geus.
De gemeente Stellendam kocht in 1961 de molen, zodat het tussen 1964-1965 gerestaureerd kon worden
148.
Vanaf 1988 nam de Molenstichting Goeree-Overflakkee de molen Korenlust over.
Tijdens een van vele onderhoudsrondes was de molen voor een klein half in 2016 weer eens in zijn originele bouwstaat met de gele baksteen te zien
149.
Halverwege de Molenkade valt een soort van gelede boerderij op waarbij de nokken van woongedeelte en bedrijfsgedeelte lijken op een kameeldak, maar dan zonder glooiing
150.
Hieraan vast zit nog een woongedeelte, dat als het oudste deel wordt beschouwd. Het zou in 1889 gebouwd zijn, terwijl de boerderij uit 1920 stamt. Ernaast staat nog zo'n soort pand. Deze is echter twee decennia ouder en stamt uit 1901
151.
Het meest in het oog springende onderdeel is natuurlijk de groene dubbele schuurdeur in het aan de straatzijde witgeschilderde muur. In deze dubbele schuurdeur treffen we in het linkerdeel een fraai ogend klinket aan. Het rechterdeel is in tweeën gesplitst, de boerendeur.
Een fraai voorbeeld om met kleur een detaillering aan te brengen, alsof er geglazuurde stenen zijn gebruikt bij de decoratie van de gevel, zien we een eindje verder.
Na een verplicht rondje om de molen, het staat immers midden op de dijk, komen we een hedendaagse invulling tegen om een coupure te vullen. In plaats van de gebruikelijke schotbalken of vloedplanken, liggen hier ronde buizen klaar in geval van nood.
Wanneer we door de coupure - in andere regio's ook aangeduid als dijkschut of wagengat - gelopen zijn, staan we weer in de haven.
Bij het teruglopen naar de Eendrachtweg hadden we, tot enkele jaren geleden, op de landtong aan de Eendrachtsdijk het sinds april 2011 getoonde werk van Krijn de Koning kunnen zien. In dat jaar had Zuid-Holland "Leve de historische vaarwegen en waterlinie" als thema gekozen. Krijn de Koning had voor zijn werk het uitzicht op het havenkanaal als uitgangspunt genomen. Door op verschillende plekken op zijn omlijstend werk te gaan zitten, wordt de kijker uitgenodigd om telkens een ander standpunt en daarbij behorende uitzicht te beleven en hierbij stil te staan
152. Het 'kunsteiland' is inmiddels - zoals besproken - verrijkt met De Blazer van Kalishoek.
Krijn de Koning presenteerde op 15 december 2010 - samen met Hugo Kaagman voor Ooltensplaat - zijn plan voor een belevingspunt in de haven van Stellendam.
Het doel was "dus eigenlijk om de combinatie van drie verschillende aandachtsvormen te vangen in één object, één voor de esthetische aspecten van het object zelf, één voor de aandacht voor het gebruik van de plek (het zitten, praten, eten) en één voor de omgeving van de plek."
De diverse uitzichten zullen door zijn monumentaal belevingspunt omringd worden door een 'gouden' randje, dat na plaatsing een mooi fris zachtgroene kleur met schaduwaccenten blijkt te hebben.
Zijn site-specific installatie werd officieel geopend door wethouder Bert Tuk van de gemeente Goedereede. De toepassing, elkaar ontmoeten en samen of alleen kijken, is voorzien van een 'statafel', een 'bankje' en een 'picnickruimte'.
De wethouder "sprak de hoop uit dat het kunstwerk bij de haven veel mensen zal plezieren en hij riep de aanwezige Stellendammers op om er zuinig op te zijn."
Dit zal al snel een legendarische, maar ijdele hoop blijken. Het was dan ook niet voor de lange duur gemaakt. Vanwege het beschikbare budget is dan ook van hout gemaakt. Periodiek onderhoud zorgde ervoor dat het nog enkele jaren heeft gestaan.
Het verdwenen werk doet denken aan een grote uitvoering het werk Poort met bank uit 2006 van JCJ Vanderheyden, dat we in Woltersum zagen, dat hetzelfde effect wil bereiken. Ook doet het denken aan de nog grotere uitvoering dat Lucien den Arend met zijn landschapsinrichting voor ogen had
153.
Krijn de Koning (Amsterdam, 1963), omgevingskunstenaar, abstraheert met minimale middelen het aanzicht. Hiermee tracht hij de kijker anders te laten zien, perspectieven en focus te bieden. "Ik hou ervan om het beeld in al zijn ruimtelijkheid te laten zien en rekening te houden met de omstandigheden die een plaats je biedt, de lichtval, de kleur, de ruimtelijkheid, het gevoel. Voor mijn werk is die plaatsbepaling essentieel."
154
Het beeld is ergens tussen het tweede helft van 2016 en eerste helft van 2017 volgens afspraak weer weggehaald, omdat het werk slechts een beperkte levensduur had
155.
We beseffen ons nu ook - nu we van deze zijde naar het bruggetje kijken - dat op deze plek ongeveer de uitwateringssluis zal hebben gezeten die in januari 1918 tot de noodlottige dood van een polderwerker heeft geleid.
De 38-jarige polderwerker Marinus van der Linde was hier namelijk met een klus bezig, die in die sluis moest gebeuren. Nadat hij er met zijn bootje was ingevaren, sloeg plotseling zijn noodlot toe: de waaierdeuren vielen dicht. Vanaf dat moment zat hij vast in het sluisgewelf. Toen het water steeg kon hij geen kant meer op. Nadat hij door de opzichter gemist werd, moest er eerst gewacht worden tot het water weer gezakt was, om de deuren te kunnen openen. Maar toen bleek hij allang te zijn overleden.
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 18 januari 1918 | pagina 6 Familiebericht
Hij was op 1 juni 1900 te Renesse getrouwd met Adriaantje Patmos. Hij was toen slager en zij dienstbode.
Ze kregen elf kinderen, waarvan er nog zeven in leven zijn bij zijn overlijden: Pieter (1900- ), Bartel (1902- ), Adriana (1903- ), Johannes (1904-1904), Nicolaas (1906-1912), Lena (±1908- ), Neeltje (1909- ), Maria (1910-1910), Jan (1912-1912), Maria (±1914- ), Cornelia (±1915- ).
Marinus van der Linde is een zoon van aannemer Pieter van der Linde en Adriana de Jonge uit Scharendijke.
Hij werd geboren te Elkerzee op 22 februari 1879 en overleed dus in de uitwateringsluis den Eendrachtspolder op 15 januari 1918 te Stellendam
156.
We verlaten de haven en lopen over de dijk richting de Eendrachtsweg.
We steken de Eendrachtsdijk over en lopen via de Eendrachtsweg naar de Bosschieterstraat. De bosschages verhullen grotendeels het zicht op het pastoraat. Het toegangspad gunt ons een blik op de voorgevel, waarbij eigenlijk alleen maar een beeld krijgen van het balkon.
Het voorgevelbalkon en de onderliggende entreedeur zijn niet meer oorspronkelijk en ook niet passend gedetailleerd.
Het gebouw heeft door de vele wijzigingen in architectonische zin nog nauwelijks cultuurhistorische waarde. De ruimtelijke verandering met de kerk vertegenwoordigd wel cultuurhistorische waarden
157.
De kerk (16269) treffen we achter het pastoraat aan.
D.O.M.
S.
Op uitdrukkelijke begeerte
van wijlen den WelEdelGeboren
Heer Mr. Iman Cau en deszelfs
vóóroverledene Echtgenoote
Vrouwe Adriana Agatha van Bueren,
in leven AmbachtsHeer en Vrouwe
van Stellendam, is, ter dankbare
erkentenis van het welgelukken
van het bedijken dezer polders,
alhier ter plaatse, waar voorheen
de zee stroomde, door derzelver
descendenten, ter eere Gods
en ten dienste der Hervormde
Gemeente van Stellendam,
gesticht dit kerkgebouw,
waarvan de eerste steen
is gelegd den 20 Mei 1819,
door Mr. Jan Jacob Cau
AmbachtsHeer van Stellendam.
Op de herinneringssteen van de eerstesteenlegging kunnen we het volgende lezen:
Met de hoofdrolspelers die hier genoemd worden, hebben we al kennis gemaakt.
Jan Jacob Cau (Ziekikzee, 2-12-1750 - Voorschoten, 15-11-1836) was toen 68 jaar.
De verdere financiering van onderhoud et cetera, kon gerealiseerd worden doordat de derde en laatste ambachtsheer Mr. F.D. Cau en echtgenoot H.A. van den Santheuvel na zijn dood op 18 mei 1861 alle door de familie in bezit zijnde rechten, zoals het collatierecht en benoemingen over te dragen aan de kerk en werd er een kerkelijk fonds voor deze gemeente opgericht. Dit zou verder verhoogd worden na het overlijden op 14 april 1871 van zijn vrouw
158.
De reden voor deze stap ligt voor de hand, ze hadden geen nazaten.
Deze derde ambachtsheer van Stellendam Franc Diderik Cau was dus de zoon van Iman Meijnard Cau en Geertruijd Anna van der Burch. Hij werd op 11 februari 1783 te Delft gedoopt. Hij trouwde op zijn 35e met de 25-jarige Johanna Helena Adolphina van den Santheuvel in Den Haag. Dit gebeurde op 25 september 1818.
Ze kregen twee kinderen. Johanna Adriana Sabina Cou overleed als baby van vijf, bijna zes maanden op 24 januari 1831 te 's-Gravenhage. Hun zoon Jan Iman Jacob Cau werd 18 jaar en overleed op 27 april 1846 te 's-Gravenhage
159.
We lopen vervolgens nog even door naar de begraafplaats. Hier staan we stil bij de namenlijst van "In Memoriam - 1 februari 1953". We zien de jonge kinderen voorbij komen die nog geen tien jaar zijn geworden: Gerda Bilkes, Tannetje J. Bilkes, Aren G. Boshoven, Tannetje M. Boshoven, Neeltje T. Boshoven, Martientje W. Boshoven, Jan M. Koese, Maarten van Oostenbrugge, Abraham G. H. van Oostenbrugge, Tannetje van Seters, Dina H. van Soest, Jan van Soest, Johannes van Soest, Arentje K. Troost, Klaas G. Troost, Gerrit M. Troost en Jacob van der Voort.
Ongeloof overkomt de vader van Jacob van der Voort. Hij was in Canada achtergebleven met hun andere kinderen, toen zijn vrouw Grietje Marina van der Voort-Bijdevaate op vrijdag voor de ramp in Nederland was aangekomen om het jongste kleinkind aan de grootouders Christoffel Jan Bijdevaate en Klaartje Bijdevaate-Tanis vol trots te tonen. Alle vier verdronken ze
160.
Op de begraafplaats treffen uit dezelfde familie Van Seters nog een kind aan die door een noodlottig ongeval op 8-jarige leeftijd in 1943 was omgekomen.
Nieuwe reddingsschip "Koningin Juliana" in Hoek van Holland door prins Bernhard tijdens een korte proefvaart aanvaard, in zijn functie van erevoorzitter van de Koninklijke Zuidhollandse Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen. De prins gaat aan boord en wordt begroet door schipper Willem van Seters.
Het schip is gebouwd op de scheepswerf van De Merwede in Hardinxveld.
Eric Koch / Anefo, 17-4-1963 - Nationaal Archief 915-0479, CC0
Jacoba Maria Cornelia van Seters, geboren op 3 januari 1935 als kind van garnalenvisscher en latere schipper van o.a. de motorreddingsboot Koningin Juliana Willem van Seters (8-1-1907 - 16-9-1966) en Maria Brinkman (30-1-1915 - 4-11-1978) overleed op 5 augustus 1943. Willem (27) en Maria (19) waren in oktober van 1934 getrouwd. Voor het overlijden van Jacoba waren ze ook al hun babydochter Cornelia van drie weken verloren.
Het contrast met het leed veroorzaakt door de gemeenschappelijk geleden leed van de Watersnoodramp kan dan ook haast niet groter worden, wanneer we weten dat Willem van Seters in hoedanigheid van reddingbootschipper tijdens die storm juist mensenlevens heeft gered. In zijn gehele carrière nam hij deel aan het redden van 462 mensen bij 63 reddingen. Voor een aantal is hij dan ook door diverse landen onderscheiden. Zijn overlijden in het ziekenhuis van Vlaardingen werd zelf op de radio als ANP-Nieuwsbericht verspreid.
Zijn zoon Hendrik trad tijdens zijn laatste reddingsactie van de Ping An, waarbij alle bemanningsleden van het schip werden gehaald, in zijn voetsporen, zodat ze beiden deze ervaring delen
161.
Net voordat we de begraafplaats willen verlaten, zien we de grafzerk staan van de persoon die we eigenlijk ook hoopten tegen te komen. Net als zoals we wel vaker meemaken, zodra je stopt met zoeken, kom je datgene tegen dat je wilde vinden. En zo ook nu weer. Een toevallige blik op een achterkant van een pand, waarvan we denken dat het het voormalig raadshuis betreft doet de blik vallen op zerk van Lourens Visser, landbouwer en wethouder .
Nu verlaten we de begraafplaats echt en wandelen over de Voorstraat terug naar de auto om de reis voort te zetten.
Terwijl we over de Eendrachtsweg weer terugrijden naar de rotonde met de Het watersnood monument, valt ons een korte straatnaam op, Elve.
Straat Elve is een verwijzing naar de kavel 11 van Stellendam, dat was opgedeeld in 62 kavels. Deze kavel leek in 1950 erg op de Sahara vonden de bewoners. De straat was toen nog niet versteend
162.
Vervolgens rijden we nog even snel - voordat we de dag beëindigen - naar de huidige haven van Stellendam. We rijden de rotonde half rond om de route over de Zuiderdiepstraatweg te kunnen vervolgen.
Twee rotondes verderop bereiken we aan de Meester Snijderweg de haven van Stellendam. Bij het huidige KNRM reddingsstation Stellendam krijgen we - mooi uitgelijnd - de steigers met vissersschepen te zien.
Achter de schepen treffen we de Goereesesluis aan, zodat er scheepverkeer mogelijk is tussen het zoete en zoute deel van het Haringvliet.
Naast de Spuisluis Zuiderdiep krijgen we nog twee beelden voorgeschoteld aan weerszijden van de dam. Het overtollige zoete water van 't Spui en de Goedereede Haven wordt vanaf hier gespuid in het laatste restje zoute water van het Haringvliet en de Noordzee.
Aan de overkant van het Haringvliet kijken we - zo'n vier kilometer verderop - op het strand en duinen van Rockanje en bossen bij het Quackjeswater.
Morgen gaan we bij deze Spuisluis verder met de ontdekking van Goeree.
noten:
1.
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 596;
Archieven.nl: Beeldbank (Streekarchief Goeree-Overflakkee) D19-72 Het Zuid-Hollandsche Deltagebied omstreeks 1300 / Johan Christoffel Ramaer (1852-1932, waterbouwkundige, inspecteur-generaal Rijkswaterstaat), 1899;
Delpher:
Nederland als polderland / A.A. Beekman. - Zutphen : Thieme, 1932 (3e druk). - p. 305;
2.
De Regulieren van Rugge / J.L. van der Gouw. - Alphen aan den Rijn : Canaletto, 1986. - ISBN 90-6469-627-6. - p. 71, noot 306;
Delpher:
Nederland als polderland / A.A. Beekman. - Zutphen : Thieme, 1932 (3e druk). - p. 114;
3.
Delpher:
Nederland als polderland / A.A. Beekman. - Zutphen : Thieme, 1932 (3e druk). - p. 114;
4.ZHPB4 Inventaris van het eerste gedeelte van het kaarten- en tekeningenarchief van het Provinciaal Bestuur van Zuid Holland, ook bekend als de Collectie Ernsting, (1531) 1570-1850 (1961): 114 Goeree-Overflakkee (naar de kadastrale opmeting): Goedereede en Overflakkee / J.H. Kips, 1835 Blad IV;
Zuid-Holland : ±1892-1914 : schaal 1:25.000 / Carel Brendel, Anoek van der Leest, Huib Stam (samenstelling, redactie); Ed Schilders (eindredactie). - Grote historische topografische atlas. - Tilburg : Nieuwland, 2005 (Tweede druk, 2008). - ISBN 90-8645-005-3. - No 542 (Verkend in 1875 en 1876. Herzien in 1899; ged. herzien in 1909.) Uitgave 1912;
6.
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 596
refererend aan:
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - p. 88 (in: Neerlands volksleven, jrg. 16 (1966), afl. 2-3);
9.
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 596
refererend aan:
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - p. 91 (in: Neerlands volksleven, jrg. 16 (1966), afl. 2-3); Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
59;
Resolutien van de Heeren Staten van Hollandt ende Westvrieslandt, Volume 145, 1765. - p.
419;
Delpher:
Uit den Ziethoverhoek : bouwstoffen voor de geschiedenis van een Twentsch erf, en de geslachten, die daaraan hun naam ontleenden / [Jurriaan van Toll]. - Leiden : A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij, 1942. - p. 323-325;
Twickel : Wandelen, historie, architectuur, bewoners, tuinen, kunstschatten, landschap, Delden / Aafke Brunt, Jan Haverkate, Lucia den Ouden (redactie); Roderik zu Castell-Rüdenhausen (illustraties); Alphons B. ter Brake (fotografie). - Delden : Stichting Twickel, 2013. - ISBN 978-90-820964-0-8. - p. 142, 146;
10.
Delpher:
Uit den Ziethoverhoek : bouwstoffen voor de geschiedenis van een Twentsch erf, en de geslachten, die daaraan hun naam ontleenden / [Jurriaan van Toll]. - Leiden : A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij, 1942. - p. 324;
Twickel : Wandelen, historie, architectuur, bewoners, tuinen, kunstschatten, landschap, Delden / Aafke Brunt, Jan Haverkate, Lucia den Ouden (redactie); Roderik zu Castell-Rüdenhausen (illustraties); Alphons B. ter Brake (fotografie). - Delden : Stichting Twickel, 2013. - ISBN 978-90-820964-0-8. - p. 141, 142, 146, 147;
11.
Delpher:
Uit den Ziethoverhoek : bouwstoffen voor de geschiedenis van een Twentsch erf, en de geslachten, die daaraan hun naam ontleenden / [Jurriaan van Toll]. - Leiden : A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij, 1942. - 309 [overlijden Christina], 323, 325;
Geslacht Voet / Chr. J. Polvliet, p. 245 (in: Algemeen Nederlandsch familieblad; orgaan van de Vereeniging Het Nederlandsch Familie-Archief, jrg 4, 1887. - p. 242-245);
Karel Borchart en Joannes Eusebius Voet, p. 159 (in: De Nederlandsche Spectator, no. 20, 18 mei 1867);
Wikipedia Johannes Eusebius Voet;
Wikipedia Psalmberijming van 1773;
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek : Tiende deel / P.C. Molhuysen, P.J. Blok (redactie). - Leiden : A.W. Sijthoff, 1937. - p. 1128;
Erfgoed Leiden en omstreken doop Sara van Outshoorn;
12.
openarchieven Doop op 4 februari 1777 te Delft [Getuigen: Iman Cau en Adriana Agatha van Bueren];
Erfgoed Delfst Stadarchief Doop op 4 februari 1777 te Delft [Getuigen: Iman Cau en Adriana Agatha van Bueren];
openarchieven Lidmateninschrijving (in het jaar 1738-1760);
openarchieven Overlijden op 9 mei 1817 te 's-Gravenhage Adriana Jacoba Gau, 64 jaar oud;
Biografisch portaal van nederland Jan Jacob Cau;
Biografisch portaal van nederland Iman Cau;
Biographisch woordenboek der Nederlanden : Deel 3 / A.J. van der Aa. - Haarlem : J.J. van Brederode, 1858 p. 274;
Biographisch woordenboek der Nederlanden : Deel 3 / A.J. van der Aa. - Haarlem : J.J. van Brederode, 1858 p. 275;
Delpher:
Bijzonderheden over oude patricische woonhuizen te Zierikzee / P.D. de Vos. - Geschriften, deel 3. - Zierikzee : Vereeniging "Zierickzee", 1915 p. 79;
De vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw tot 1795 / P.D. de Vos. - Middelburg : Den Boer, 1931 p. 625;
Geslacht Anemaet, p. 4 (in: Algemeen Nederlandsch familieblad; orgaan van de Vereeniging Het Nederlandsch Familie-Archief, jrg 1, 1884, no. 106, 08-03-1884. - p. 2-4);
Amsterdamse courant, 28-03-1795 Nederlanden;
Oprechte Haarlemse courant, 26-02-1801 Familiebericht Iman Cau;
Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage, 26-02-1877 't Huis ter Horst;
Het nieuws van den dag : kleine courant, 17-04-1904 Koningin Wilhelmina's Ter Horst / B.;
Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad, 14-06-1935 Hr Ms Landgoederen onder Wassenaar en Voorschoten : II. Ter Horst / E.C. Houbolt;
13.
Jacob Krijger
Delpher:
Uit den Ziethoverhoek : bouwstoffen voor de geschiedenis van een Twentsch erf, en de geslachten, die daaraan hun naam ontleenden / [Jurriaan van Toll]. - Leiden : A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij, 1942. - p. 324;
Besluiten der Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen volks : Agtiende Deel Eerste Stuk, 7 january 1800. - 's-Gravenhage : 's Lands Drukkerij, 1798. - p. 212-213;
Rotterdamse courant, 16-04-1801 Familiebericht J. R. Hessig;
Opregte Haarlemsche Courant, 24-07-1841 Familiebericht Johan Rudolph Hessig;
14.
Delpher:
Rotterdamse courant, 16-04-1801 Familiebericht J. R. Hessig;
Jacob Krijger was eerder getrouwd geweest met Bettie Jobs Krijger (Betie Jobs Krijger, Bettje Jobse Krijger). Zij is voor 27-12-1762 overleden.
bron:
genealogieonline Genealogie/parenteel Hameeteman / Cornelis Hameeteman » Cornelis Wouterse Haymeetman (1729-1796);
De ouders van Bettie Jobs Krijger zijn Job Claase Krijger en Baaltje / Baeltie Johannes Mus (1680- ).
De ouders van Job Claase Krijger zijn klaas krijger (1645- ) en lijsbeth tanis (1647- )
bron:
genealogieonline Regio Goeree Overflakkee / Rene Luijkenaar » Job KRIJGER Kzn (< 1673-????);
genealogieonline Regio Goeree Overflakkee / Rene Luijkenaar » Baaltje MUS Jdr (1680-????);
genealogieonline Stamboom Van Rumpt / Aart van Rumpt » job krijger;
+
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1739/01/28 overeenkomst;
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1747/11/27 procuratie;
Jacob Krijger heet met patroniem Jacob Dimmesze Krijger. Zijn vader heet dus iets met Dimmes ... Krijger.
bron:
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1744/01/29 borgstelling;
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1744/05/26 borgstelling;
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1745/03/13 borgstelling;
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1745/06/02 borgstelling;
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1746/02/11 borgstelling;
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1746/06/25 borgstelling;
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1747/02/03 borgstelling;
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1747/06/09 borgstelling;
Het Feijne Kwartier : Genealogisch Centrum Goeree-Overflakkee - Uw voorouders van Goeree-Overflakkee notaris T. Grinwis samen: 6461 1748/06/08 borgstelling;
Vermoedelijke broers en zussen van Jacob Krijger - voor het verkrijgen van de namen van de ouders:
Maria Dimmes Krijger (x Maarten Kwaadland)
Martijntje Dimmens Krijger (x Jan Groenleer)
Jobje Dimmens Krijger (x Hendrik Klaasz Kom te bedde)
Jannetje Dimmens Krijger (x Jacob Jacobsz Breen)
bron:
Streekarchief Voorne-Putten 62. Transportregisters (1799-1810) - akte van kaveling 7-4-1808;
Maria Krijger (x Maarten Kwaadland)
Martijntje Krijger (x Jan Groenleer)
Jobje Krijger (x Hendrik Kom te bedde)
Jannetje Krijger (x Jacob Breen de Jonge)
ouders ?:
Dimmen Krijger x Martijntje Mierop (dochter van Martijntje Koote. Martijntje Koote heeft broer Leendert Koote)
bron:
Archieven.nl Dirk Meeldijk, schepen van en won. te Biert, transporteert aan Ary Bakker, bouwman, won. in Biert, 3 gem. 150 r. weiland in de polder van Biert op nr. 92 voor 1400 g.;
ouders JA
kinderen zijn:
Maria Krijger (1765-1834)
Martijntje Dimmense Krijger (1767- )
Jobje Krijger (1770- )
Jobje Krijger (1773- )
Job Krijger (1775- )
Jannetje Dimmen Krijger (1777-1813)
bron:
genealogieonline Stamboom Van Britsom en Bax / M. van Britsom » Dimmen Krijger (1729-1795);
Jannetje Dimmen Krijger (1777-1813) x Jacob Jacobszn Breen.
bron:
genealogieonline Stamboom Van Britsom en Bax / M. van Britsom » Jannetje Dimmen Krijger (1777-1813);
Martijntje Jans Mierop (1730-1784) is inderdaad dochter van Martijntje Leunis Koote (1707-1730) en Jan Willemsz Mierop (1706)
Ze trouwde (1764) met Dimmen Jobs Krijger (1729-1795)
Is dit een broer van Betje Jobs Krijger?
bron:
genealogieonline Stamboom Haeck en alles wat daar aan vast lijkt te zitten / Menno Haeck » Martijntje Jans Mierop (1730-1784);
Dimmen Jobs Krijger (1729-1795) is zoon van Job Krijger (1692- ) x Maria van der Bock (1691-1757)
bron:
genealogieonline Stamboom Haeck en alles wat daar aan vast lijkt te zitten / Menno Haeck » Dimmen Jobs Krijger (1729-1795);
Job dimmensz Krijger (1692-1731) is een zoon van Dimmen Jobsz Krijger (1649-1720) en Maatje thomasse Grinwis (1663-????)
Job dimmensz Krijger (1692-1731) x (1728) met maria cornelisdr van der bok (1691-1757) > zoon dimmen jobs krijger (1729-1795)
bron:
genealogieonline Stamboom Van Rumpt / Menno Haeck » Job Krijger (1692-????);
genealogieonline Stamboom Haeck en alles wat daar aan vast lijkt te zitten / Aart van Rumpt » jop dimmensz krijger (1692-1731);
Deze ouders Dimmen KRIJGER (1649-1720) x (1691) Maatje GRINWIS (1663-????) treffen nogmaals aan, met de volgende kinderen:
Job KRIJGER (1692-1731) x (1728) Maria van der BOCK (1691- ) > Dimmen KRIJGER (1729-1795)
Thomas KRIJGER (1695- ) x (1731) Soetje BERKEL (±1709- ) > Dimmen KRIJGER (1733-<1744) en Dimmen KRIJGER (1744- )
Jacob KRIJGER (1698-????) x (1731) Elisabeth KRIJGER (±1700- )
Neeltje KRIJGER (1701- )
Pieter KRIJGER (1702- ) x (1735) Durfje BAX (1714- ) > Maartje KRIJGER (1736-1773) x (1759) Cornelis HAMEETEMAN (1736-1773) >> Pieter HAMEETEMAN (1760- ) en Johannes HAMEETEMAN (1761-1825)
Jacomijntje KRIJGER (1704- )
Jan KRIJGER (1705- )
bron:
genealogieonline Regio Goeree Overflakkee / Rene Luijkenaar » Jacob KRIJGER Dzn (1698-????);
genealogieonline Regio Goeree Overflakkee / Rene Luijkenaar » Dimmen KRIJGER Jzn (1649-1720);
Jacob KRIJGER Dzn is gedoopt op 2 februari 1698 in Ouddorp, Goeree-Overflakkee, NL-ZH.
bron:
genealogieonline Regio Goeree Overflakkee / Rene Luijkenaar » Jacob KRIJGER Dzn (1698-????);
De genoemde Elisabeth KRIJGER (±1700- ) zal bedoeld worden met Betje:
Zij is getrouwd met Jacob KRIJGER. Zij zijn getrouwd op 20 mei 1731 te Ouddorp, Goeree-Overflakkee, NL-ZH.
bron:
genealogieonline Regio Goeree Overflakkee / Rene Luijkenaar » Elisabeth KRIJGER (Jacobdr) (± 1700-????);
15.
Teunis Sonnemare c.s.
Resolutien van de Heeren Staten van Hollandt ende Westvrieslandt, Volume 145, 1765. - p.
70;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 september 1951 | pagina 6 De Statendam (1751-1951);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 juni 1967 | pagina 6 Ouddorpse geslachten (Derde reeks) - Van Koppen.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 april 1987 | pagina 13 Op z'n Ouddurps 'ezeid: In den tied dat de kestanjeboamen 'eplant wiere;
Delpher:
Uit den Ziethoverhoek : bouwstoffen voor de geschiedenis van een Twentsch erf, en de geslachten, die daaraan hun naam ontleenden / [Jurriaan van Toll]. - Leiden : A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij, 1942. - p. 322-324;
Zoektocht naam:
nationaal archief - 3.22.01.01 Inventaris van de collectie Handschriften van de Derde Afdeling, tot en met 1950 - 208 26 oktober 1693;
16.
Het buitenleven : in vier zangen / Willem Bilderdijk. - Amsterdam : bij Johannes Allart, 1803. - 77-78;
Van het gedicht van Bilderdijk bestaan ook varianten: O, vruchtbaar Stellendam, ontworsteld aan den vloed
Gedenkstuk van den vlijt, van d'onvergeetbren VOET,
Wiens Goddelijke Harp, den Heiland opgedragen
Des aardrijks wellust was, Der Heemlen welbehagen !
Delpher:
Uit den Ziethoverhoek : bouwstoffen voor de geschiedenis van een Twentsch erf, en de geslachten, die daaraan hun naam ontleenden / [Jurriaan van Toll]. - Leiden : A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij, 1942. - p. 322-323;
o Vruchtbaar Stellendam, gewoekerd uit den vloed,
Gedenkstuk van de vlijt, van d'onvergeetbren VOET,
Wiens goddelijke Harp, den Heiland opgedragen,
Des aardrijks wellust was, der Englen welbehagen !
Bron:
Delpher:
Landbouw-courant, 10-12-1891 Een paar voorbeelden tot navolging. : I.;
17.
Delpher:
Uit den Ziethoverhoek : bouwstoffen voor de geschiedenis van een Twentsch erf, en de geslachten, die daaraan hun naam ontleenden / [Jurriaan van Toll]. - Leiden : A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij, 1942. - p. 324;
20a.
met dat aan Sary van Weenen-Hartman Chats, 28-12-2024;
20b.
facebook Stellendam / Petra Roon Nieuweweg 2 / Leen Koese;
met dat aan Sary van Weenen-Hartman Chats, 28-12-2024;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 april 1943 | pagina 1 Plaatselijk Nieuws Stellendam;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 5 april 1957 | pagina 4 Gemeenteraad Stellendam Tuingrond.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 november 1992 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 december 1997 | pagina 12 Familiebericht;
Online Begraafplaatsen Geertruida Henrica Maria Spermon;
openarchieven Geboorte op 13 februari 1911 te Rotterdam Geertruida Henrica Maria Spermon;
20c.
Krantenbank Zeeland:
Provinciale Zeeuwse Courant | 30 april 2002 | pagina 15 Rotonde Stellendam te saai / Ali Pankow;
20e.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 januari 2003 | pagina 5 Ook Stellendam heeft zijn binnenkomer [met foto Meerpalen met meeuwen];
24.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 344, 376 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag, 1 oktober 1999 | pagina 7 Verhalen van toen... over het Ziekenhuis en de ramp van 1953;
25.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 389 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 27-02-1953 Groeiende onrust in een verlaten dorp 's Nachts wonen er alleen mannen in Stellendam : Burgemeester regeert met harde hand / Van een speciale verslaggever;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 21 maart 1953 Stellendammer in conflict met zijn burgemeester;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 27 maart 1953 'IJzeren gordijn' houdt inwonders weg uit het dorp Stellendam : Verzet tegen burgemeester groeit met de dag / Van een speciale verslaggever;
26.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 389, 549 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
27.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 477 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
Delpher:
Het Parool, 26-03-1953 Koningin Juliana in Stellendam;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 september 1989 | pagina 4 Familiebericht 55e huwelijksjaar Lokker-Kok;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 september 1994 | pagina 2 Echtpaar Abr. Lokker-Kok in Stellendam 60 jaar getrouwd;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 februari 1998 | pagina 6 Familiebericht Abraham Lokker;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 september 2004 | pagina 3 Familiebericht Martijntje Jannetje Lokker-Kok;
Online Begraafplaatsen 55603 120 vak 38;
28.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 412, 413 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
31.
Wandelingen door Nederland met pen en potlood : VII. Zuid-Holland / J. Craandijk, P.A. Schipperus. - Haarlem : H.D. Tjeenk Willink, 1885. - p. 146;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 495 Melissant;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 september 1951 | pagina 6 De Statendam (1751-1951);
Delpher:
De Maasbode, 05-10-1927 Stating van garnalenvisschers.;
32.
Delpher:
Van Eems tot Schelde : wandelingen door oud en nieuw Nederland : met kaartjes, gekleurde en ongekleurde platen en gravures / Hendrik Blink. - Amsterdam : Van Holkema & Warendorf, 1902-1906. - Tweede deel p. 189;
Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Stellendam, Zuid-Holland, sectie B, blad 006 OAT08197B006;
34.
Delpher:
Rotterdamsche courant, 23-05-1863 Aanbesteding van een nieuwe meestoof;
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 27 mei 1863 | pagina 2 Aanbesteding van een nieuwe meestoof;
"Koornlust" Stellendam, aanzicht / G.J. Dukker, Gerard (fotograaf). - 08-1967
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 117.509 (CC BY-SA 3.0)
36.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 16 november 1907 | pagina 11 Rechtszaken.;
37.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 12 juli 1919 | pagina 10 Verkoopingen Zetfoutje?;
Onze Eilanden | 17 juni 1922 | pagina 3 Verkoopingen;
38.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 25 februari 1925 | pagina 2 Stellendam. Goedereede. Ouddorp.;
Maas- en Scheldebode | 30 mei 1925 | pagina 7 Verkoopingen;
Maas- en Scheldebode | 30 december 1916 | pagina 7 Nieuwjaarsgroet;
Maas- en Scheldebode | 27 september 1919 | pagina 4 Goedereede;
Onze Eilanden | 31 december 1921 | pagina 8 Nieuwjaarsgroet;
41.
Delpher:
Het Vaderland : staat- en letterkundig nieuwsblad, 06-11-1941 Burgerlijke stand 6 november;
Het Rotterdamsch parool, 21-01-1966 Burgelijke stand Op 19 januari 1966;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 september 1991 | pagina 4 Familiebericht;
42.
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 10-03-1937 Badhotel;
Algemeen Dagblad, 02-08-1950 50 Jaren in het vak;
43a.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 februari 1975 | pagina 3 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 juli 1994 | pagina 3 Familiebericht;
Online Begraafplaatsen Kurvink - Kaashoek;
44.
Delpher:
Het Rotterdamsch parool, 20-12-1965 Burgelijke stand Ondertrouw 14 dec. 1965;
Het Rotterdamsch parool, 21-01-1966 Burgelijke stand Op 19 januari 1966;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 oktober 1970 | pagina 10 Burgelijke stand Ingekomen - Vertrokken;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 september 1991 | pagina 4 Familiebericht;
Met dank aan Michel Kaashoek voor correctie Rotterdam in Dordrecht, telefonisch gesprek 6 december 2024;
Online Begraafplaatsen Hartogs;
45.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 oktober 1955 | pagina 4 Café overgedaan;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 april 1952 | pagina 4 Familiebericht 40-jarig echtvereniging;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 mei 1957 | pagina 6 Scheepswerf;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 maart 1969 | pagina 10 Burgerlijke Stand;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 oktober 1970 | pagina 10 Burgelijke stand Ingekomen - Vertrokken;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 januari 1973 | pagina 4 Familiebericht Jacob Wielaard;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juni 1985 | pagina 4 Familiebericht Dirk Hendrik Wielaard;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 mei 2005 | pagina 3 Familiebericht Cornelia Wielaard-Tieleman;
openarchieven: Huwelijk op 2 mei 1912 te Melissant Jacob Wielaard x Maria Doorn;
46.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 oktober 1977 | pagina 4 Het wapen van Stellendam;
49.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 januari 1942 | pagina 6 Stellendam.;
49a.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 januari 1942 | pagina 6 Familieberichten Zeedijk x Steenhoven;
openarchieven Geboorte op 17 mei 1922 Cornelis van den Steenhoven;
49c.
genealogieonline Stamboom Edelman / Stella A. Edelman » Marius Steenhoven van der (van de, van den) (1917-1970);
Online Begraafplaatsen Marius van den Steenhoven;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 maart 1970 | pagina 4 Familieberichten Marius van den Steenhoven;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 juli 1947 | pagina 7 Tribunaal;
49d.
openarchieven Geboorte op 6 februari 1919 Bas Marinus van den Steenhoven;
Online Begraafplaatsen Bas Marinus van den Steenhoven;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 oktober 1952 | pagina 4 Familie-berichten B. M. v. d. Steenhoven en E. H. Neuschwanger;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 november 1952 | pagina 4 Burgerlijke Stand Middelharnis;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1953 | pagina 10 nieuwjaarwens;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 november 1968 | pagina 4 Familieberichten Bas Marinus van den Steenhoven;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1968 | pagina 6 nieuwjaarwens;
49e.
Cornelis Jan Deenik
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 september 1944 | pagina 2 advertentie C.J. Deenik neemt bakkerij (Voorstraat A 233) over van P.A. Schroots;
Opbouw | 29 april 1947 | pagina 4 Cornelia (Voorstraat A 233);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 juni 1949 | pagina 6 Plaatselijk Nieuws Cornelis Jan Deenik en Elisabeth Hendrika Neuschwanger;
Online Begraafplaatsen Cornelis Jan Deenik 25-07-1918 - 21-11-1989;
50.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 november 1952 | pagina 3 Steenhoven's Banketbakkerij;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1955 | pagina 11 nieuwjaarsgroet Steenhoven;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 september 1967 | pagina 3 familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 juni 1968 | pagina 4 vertrek;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 september 1995 | pagina 3 Familie-berichten A.C. v.d. Steenhoven x A. IJzerman;
51.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1971 | pagina 20 nieuwjaarsgroet Van Rooij;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 december 1972 | pagina 16 nieuwjaarsgroet Van Rooij;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1973 | pagina 7 Verkoop bij inschrijving;
52.
Krantenbank Zeeland:
Schouwen's Badcourant | 7 juni 1974 | pagina 14 advertentie Rabobank;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 augustus 1974 | pagina 1 advertentie Rabo-bank;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 april 1975 | pagina 10 advertentie Rabo-bank;
53.
Krantenbank Zeeland:
Provinciale Zeeuwse Courant | 14 augustus 1965 | pagina 3 Eerste vrijwilligers uit Kameroen zijn weer thuis [Theo Huber, Hellevoetsluis; Coby Floor, politieagente / huishoudkundige Soest];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 mei 1983 | pagina 5 Open schoolgroepen houden op huis;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 januari 1986 | pagina 9 PvdA kandidatenlijst Goedereede [Theo Huber, Stellendam];
Scheldebode | 27 december 1990 | pagina 5 Ton Fagel beoordeelde recpten van onze lezers;
Delpher:
Algemeen Dagblad, 16-08-1963 Huwelijksreis naar Kameroen / Van een onzer verslaggeefsters [Coby Floor, politieagente];
Het Parool, 16-11-1963 Coby Floor ... kwakwa roepen ... 21 vrijwilligers naar Kameroen [Coby Floor, politieagente / huishoudkundige + foto];
Nieuwsblad van het Noorden, 14-08-1965 Eerste vrijwilligers terug uit Kameroen [Theo Huber, Hellevoetsluis; Joekie Floor, Soest];
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 14-08-1965 Vrijwilligers terug uit Kameroen [T. Huber, Hellevoetsluis, landbouwkundige; J. Floor, Soest, huishoudkundige];
Trouw, 19-08-1965 PALET der Lage Landen Vrijwilliger Van Hilst: naar Kameroen terug als directeur [T. Huber, Hellevoetsluis, landbouwkundige; J. Floor, Soest, huishoudkundige];
NRC Handelsblad, 20-02-1985 Familiebericht [Th. Huber en J. Huber-Floor, Stellendam];
De Volkskrant, 03-02-1992 Geachte Redactie Boycot [Floor Huber, Stellendam];
Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland, 17-07-1993 Scheepskost [Floor Huber];
Trouw, 31-07-1993 Koken op het water / Janny de Moor [Floor Huber];
Archieven.nl:
Nieuwe Brielsche Courant, 1960-03-18; p. 1 Door zolder gezakt [Theo (17) breekt zijn pols];
Utrechtsch Nieuwsblad, 1963-11-14; p. 8 Ned. vrijwilligers scheep naar taak vol onzekerheid / Van een onzer verslaggevers [Coby Floor, politieagente / huishoudkundige + foto instructieklas];
Haagsche Courant, 1965-08-13; p. 0021 Eerste JVP-ers zijn terug uit Kameroen / Van een onzer verslaggevers [foto terugkomst, met Joekie en Theo, die haar hand toont];
Historische kranten - Archief Eemland:
Soester Courant | 31 augustus 1965 | pagina 3 Burgelijke Stand Ondertrouw [Theodorus Huber, Oostzanddijk 30 Hellevoetsluis en Jacoba Floor, Soesterbergsestraat 74 Soest];
Soester Courant | 21 september 1965 | pagina 7 Burgelijke Stand Gehuwd [Theodorus Huber, Oostzanddijk 30 Hellevoetsluis en Jacoba Floor, Soesterbergsestraat 74 Soest];
Soester Courant | 18 maart 1992 | pagina 6 Familiebericht Alida Floor-Legemaat [Cobie en Theo Huber, Stellendam];
Telebaba Jaargang 17, nr. 62, oktober 2000, p. 2;
Volkrant, 27 december 2000 Hardhorend / Theo Huber;
Online Begraafplaatsen Jacoba Floor 9-9-2011;
facebook Stellendam / Petra Roon mevr. Huber / Petra Roon;
54.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 oktober 2001 | pagina 10 advertentie Van Veen;
59.
facebook Stellendam van toen Voorstraat 90 Ineke Loef;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 november 1974 | pagina 2 advertentie Joh. Loef;
facebook Stellendam van toen deuren garage / Nelly Keijzer, mda tante.;
Delpher:
Trouw, 11-04-1963 Familieberichten;
Jaarboek ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland, jrg 42, 1959 Stellendam;
60.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 januari 1967 | pagina 4 Familie-berichten;
62.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1955 | pagina 1 Terugblik over 1955 Augustus 1955;
65.
Zuid-Holland / Tom Bouws (redactie); Kees Scherer, Rob Meeder, E.F. Voogel (fotografie); R. Nieman (inleiding). - Kijk op Nederland. - Amsterdam : Elsevier, 1980. - ISBN 90-10-01645-5. - afb. 329;
66.
Landschappen in Zuid-Holland / Hans Oerlemans. - Den Haag : Provincie Zuid-Holland / Sdu Uitgeverij Plantijnstraat, 1992. - ISBN 90-399-0187-2. - p. 203;
67.
Op het informatiebord wordt een foto getoond dat is terug te vinden op de voorpagina van Eilanden-nieuws:
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 mei 1984 | pagina 1 Op 30 april 1909 reed de tram voor het eerst op Flakkee;
Spoorzoeken ... naar het bedrijvig verleden van Goeree-Overflakkee;
Langs de rails : Uit de archieven van Nico Spilt / Nico Spilt De Rotterdamsche Tramweg Maatschappij op GoereeOverflakkee / J.C. Both. - 2014. - p. 6;
68.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 september 1958 | pagina 3 Er komt een muziektent op het Raadhuisplein;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 mei 1959 | pagina 3 Overdracht muziektent te Stellendam;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 augustus 1984 | pagina 5 Fanfare-orkesten in Stellendam;
facebook Stellendam / Petra Roon foto muziektent en verdwijning muziektent;
74.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 februari 1937 | pagina 5 Ouddorp.;
75.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 november 1959 | pagina 5 Burgelijke Stand Ouddorp
M.M.A. Posthuma (22) (±1937) x M.J. van Damme (18) (±1941);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 november 1959 | pagina 4 Dankbetuiging;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 juni 1984 | pagina 2 Expositie werk van amateurschilders in Ouddorps museum;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 november 1986 | pagina 5 Janny Posthuma exposeert aquarellen in Zierikzee [met foto aquarel];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 augustus 1987 | pagina 2 Expositie van Janny Posthuma-van Damme [met foto aquarel];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 juli 1988 | pagina 2 Atelier "'t Ooilam" in Ouddorp een kostbaar kleinood [met foto Janny Posthuma-van Damme];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 februari 1989 | pagina 14 Vrijstelling bestemmingsplan Gemeente Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 juli 1991 | pagina 6 In gesprek met .... Janny Posthuma-van Damme te Ouddorp / T.K. [met foto Janny Posthuma-van Damme];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 januari 1992 | pagina 2 Expositie van Janny Posthuma-van Damme [met foto aquarel];
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 18-06-1986 Exposities;
Eilanden-nieuws, 31 mei 2018, 16:16 Janny van Damme jubileert in galerie-atelier 't Ooilam / Jaap Ruizeveld [lezer 680];
83.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 augustus 1985 | pagina 2 Vijftig jaar Landinrichtingsdienst (1935-1985) (II) / A.D. Smits;
86.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 juni 1976 | pagina 3 flinke werkster;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 november 1978 | pagina 6 Gemeente Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 maart 1985 | pagina 3 gediplomeerd Apothekersassistente;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 oktober 1989 | pagina 3 R. P. van Rijswijk;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 december 1991 | pagina 23 R. P. van Rijswijk;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 januari 1995 | pagina 6 nieuwjaarswens;
86.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 januari 1997 | pagina 4 Familiebericht;
89.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 september 1996 | pagina 3 advertentie;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 januari 1997 | pagina 4 Familiebericht;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 mei 1997 | pagina 5 advertentie;
95.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 6 april 1907 | pagina 3 Stellendam.;
Maas- en Scheldebode | 6 april 1907 | pagina 4 Verslag Spoedeischend Goedereede;
Maas- en Scheldebode | 5 september 1908 | pagina 3 Stellendam.;
Maas- en Scheldebode | 24 oktober 1908 | pagina 3 Stellendam.;
Maas- en Scheldebode | 28 oktober 1908 | pagina 2 Verslag Stellendam;
96.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 23 december 1904 | pagina 4 Stellendam.;
97.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 28 oktober 1904 | pagina 3 Stellendam.;
Delpher:
Algemeen Handelsblad, 27-05-1899 Onderwijs. Akademische examens.;
Het Nederlandsche dagblad, 05-03-1900 Onderwijs. Akad. examens.;
openarchieven Huwelijk op 6 juni 1902 te Stellendam;
AlleFriezen Overledene Gerbert Henry Kaiser;
98.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 28 september 1894 | pagina 2 Stellendam.;
99.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 april 1993 | pagina 6 Verse garnalen;
106.
Wikipedia RVS Verzekeringen;
Het reclamebord met echtpaar, parasol en hond van RVS is in 1905 ontworpen door Tjeerd Bottema en was nagenoeg zichtbaar in elk dorp.
We zien op dit pand nog het oude logo. Dit kan ons twee dingen vertellen. Afhankelijk van de verspreiding van het nieuwe logo zo de foto mogelijk eerder dan de gestelde ± 1910 genomen kunnen zijn. Of dit gebouw heeft geen of later een nieuwe logo ontvangen;
107.
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 6 februari 1875 | pagina 3 Openbare Verkoopingen woensdag 17 Februari 1875;
108.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 17 augustus 1888 | pagina 3 Vrijwillige verkooping.;
109.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 27 maart 1896 | pagina 3 Stellendam.;
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 25-03-1896 Mishandeling;
111.
Delpher:
Rotterdamsch nieuwsblad, 05-04-1899 Diverse feiten.;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 2 maart 1900 | pagina 4 hartelijken dank;
Maas- en Scheldebode | 15 juni 1900 | pagina 4 Dienstbode.;
Maas- en Scheldebode | 28 oktober 1902 | pagina 5 hartelijken dank;
113.
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 7 juni 1905 | pagina 2 Zijn vergunninghouders staatsburgers?;
Maas- en Scheldebode | 25 november 1908 | pagina 1 Plaatselijk Nieuws.;
Maas- en Scheldebode | 1 januari 1908 | pagina 3 Nieuwjaarsgroet;
128.
Digibron: Eilanden-Nieuws, 26/05/2023, Reguliere editie, p. 16-17 Het vandalisme-spook kost de gemeenschap veel geld / Kees van Rixoort;
129.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 11 januari 1919 | pagina 5 Algemeene Vergadering Schuttevaêr op 3 Januari te Sommelsdijk.;
Friesland uit het veen / Weiko Piebes Dag 10 Grou Museum “Hert fan Fryslân” / "Hart van Friesland";
De Ommelanden : band 1 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-59-6. - p. 31, 349;
130. Het havenlicht van Stellendam / Peter Kouwenhoven (in: De Vuurboet, jaargang 30, nummer 2, zomer 2021, p. 24-25);
Delpher:
Algemeen Handelsblad, 19-01-1892 Nederland. Verlichting van het Zuiderdiep, 4e district;
Beschrijving der Nederlandsche zeegaten / C.J. de Jong Pzn. - 's-Gravenhage : Ministerie van Marine, afd. Hydrographie, 1903-1905 p. 7;
Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker:
Nieuwe Schiedamsche Courant | 25 augustus 1932 | pagina 2 Bericht aan zeevarenden Nederland.;
134.
Langs de rails : Uit de archieven van Nico Spilt / Nico Spilt Een wandeling door Stellendam : De Paddestoel in 1970 en 2015 / Nico Split. - versie 4, 2016. - p. 16;
architectuurgids Recreatieterrein en Motel Stellendam;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 juni 1966 | pagina 1 Restaurant "De witte Paddestoel" te Stellendam geopend : Prachtig panorama over landschap en deltawerk
In dit artikel wordt "de Vlaardingse kunstenaar Anton Heijmans" genoemd als maker van de "kleurige plastic vissen en planten" in De Witte Paddestoel. Een kunstenaar met die naam uit Vlaardingen wordt niet gevonden. Mogelijk wordt hiermee bedoeld Toon Heijmans, voluit Antonius Arnoldus Maria Heijmans (1926-2018) uit Nijmegen. Hij is glazenier en werd onder andere schepper van glasapplicaties, muurdecoraties en wandschilderingen. Echter het kunstwerk blijkt verder nergens beschreven te worden, dus echt bewijs is hiervoor niet te vinden.
bron: Ad Lansink's Website Toon Heijmans;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 juli 1969 | pagina 2 "De witte Paddestoel" ingezet voor ƒ 80.000,-
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 juli 1969 | pagina 1 ƒ 125.000,- voor de "Witte Paddestoel" te Stellendam
135.
Het Nieuwe Instituut Brinkman, Willem Jan;
Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker:
Schiedamsche Courant | 5 februari 1931 | pagina 3 Burgerlijke Stand Vlaardingen;
Delpher:
De luistervink, 02-07-1945 Familiebericht Jan Brinkman;
Nieuwe Vlaardingsche courant, 17-05-1963 Expositie brengt tweemaal Brinkman
Middelharnisse architect Willem Brinkman is neef van Vlaardingse schilder Willem Brinkman
Den Haag Gemeentemuseum maquettes 24 mei - 15 juni 1963 Al-Veka Denneweg 56;
Nieuwe Vlaardingsche courant, 08-02-1954 Burgerlijke Stand Getrouwd;
Het Rotterdamsch parool, 05-06-1954 Burgelijke Stand van Rotterdam Aangifte Geboorte d.d. 4 juni 1954;
Het Rotterdamsch parool, 22-06-1968 'Op Voorne en Putten zal in de toekomst geen grashalm meer te vinden zijn' / Jan Vroegindeweij [met foto Willem Brinkman en maquettes];
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 juni 1960 | pagina 3 advertentie Gevraagd;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 september 1962 | pagina 6 Flakkeese padvinders reden hun rally;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 februari 1971 | pagina 1 Hartransplantatie voor winkelcentrum Middelharnis?;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 december 1974 | pagina 7 advertentie helpen bij het huishouden;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 januari 1980 | pagina 1 Weer een jong leven in het verkeer geëindigd;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 januari 1980 | pagina 4 jerôme;
Provinciale Zeeuwse Courant | 17 januari 1989 | pagina 26 Nieuwe oprit boulevard is kwestie van wennen [opererend vanuit Rotterdam];
Provinciale Zeeuwse Courant | 24 oktober 1989 | pagina 10 'De stad moest bij het water betrokken blijven' [met foto Willem Brinkman / W.J. Brinkman; opererend vanuit Rotterdam];
Myheritage Willem Jan Brinkman;
136.
Krantenbank Zeeland:
de Stem | 2 januari 1969 | pagina 5 Stichting Nieuwe Woonvormen aktief Opnieuw leren wonen : Inspraak burgers woningbouw gewenst / Henk Egbers;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 juli 1972 | pagina 9 Ingezonden / Willem Brinkman architect HBO BMA;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 november 1972 | pagina 1 Ingezonden / Willem Brinkman architect HBO-BNA
HBO-BNA staat voor Hooger Bouwkunst Onderricht en Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus, voluit Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten:
Wikipedia Academie van Bouwkunst - Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 februari 1973 | pagina 1 Actie-comité heeft plan voor Waterwegwoningen gereed;
Delpher:
Het Rotterdamsch parool, 15-10-1969 Een experiment in Berkel / Jan Gerritsen;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 16-05-1970 'Geef ieder mens zijn eigen rommeltje' / Ruud Brouwers;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 11-06-1976 Brandweerauto voor ƒ 999,99 / Jeroen van Berkel;
De Volkskrant, 02-08-1969 Schepping van architect Brinkman Kostbaar piramidehuis doorbreekt woonsleur / Wim Ellenbroek [foto woonkamer];
138.
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 11-07-1956 Burgelijke Stand Aangiften op 10 juli;
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 27-07-1956 Burgelijke Stand Aangiften op 26 juli;
Het Rotterdamsch parool, 28-11-1960 Burgelijke Stand van Rotterdam Aangiften van geboorten 26-11-60;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 juni 1982 | pagina 12 Gemeente Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 april 1993 | pagina 4 Familiebericht Dirk Fok;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 juli 1996 | pagina 6 Gemeente Goedereede;
Schouwen's Badcourant | 1 augustus 1996 | pagina 18 Eiland Culinair oktober-verbouwing;
140.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 31 oktober 1917 | pagina 3 Verkoopingen;
Maas- en Scheldebode | 3 november 1917 | pagina 1 Verkoopingen;
Maas- en Scheldebode | 20 augustus 1924 | pagina 4 Verkoopingen;
141.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Stellendam, Zuid-Holland, sectie B, blad 01 MIN08197B01;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Stellendam, Zuid-Holland, sectie B, blad 003 OAT08197B003;
142.
De Nederlandse Molendatabase Stellendam, Zuid-Holland Standerdmolen voorganger Korenlust [tekstversiedatum: 08-06-2023; gebruikte bron:]
Bijzonderheden over de Stellendamse korenmolen Korenlust / Jan van Wezel [et al.]; Ilse Louis (tekeningen); Cathy Westdorp (redactie). - [S.l.] : Rabobank West-Flakkee, 2000. - ISBN 90-90-13869-2;
143.
De Nederlandse Molendatabase Stellendam, Zuid-Holland Standerdmolen voorganger Korenlust [tekstversiedatum: 08-06-2023; gebruikte bron:]
Bijzonderheden over de Stellendamse korenmolen Korenlust / Jan van Wezel [et al.]; Ilse Louis (tekeningen); Cathy Westdorp (redactie). - [S.l.] : Rabobank West-Flakkee, 2000. - ISBN 90-90-13869-2;
openarchieven Doop op 12 april 1807 te Stavenisse Sara Joanna Klippel;
openarchieven Overlijden op 25 september 1825 te Stavenisse Pieter Marinusse Klippel;
openarchieven Overlijden op 16 februari 1860 te Stavenisse Sara Stoutjesdijk;
147.
De Nederlandse Molendatabase Stellendam, Zuid-Holland Standerdmolen voorganger Korenlust [tekstversiedatum: 08-06-2023; gebruikte bron:]
Bijzonderheden over de Stellendamse korenmolen Korenlust / Jan van Wezel [et al.]; Ilse Louis (tekeningen); Cathy Westdorp (redactie). - [S.l.] : Rabobank West-Flakkee, 2000. - ISBN 90-90-13869-2;
De Nederlandse Molendatabase Stellendam, Zuid-Holland Korenlust;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1124 Registers van de burgerlijke stand Dirksland, 1812-1965, 28-01-1870 - No. 3;
openarchieven Geboorte op 9 mei 1850 te Dirksland Leendert Buth;
openarchieven Overlijden op 8 mei 1876 te Dirksland Leendert Buth;
148.
De Nederlandse Molendatabase Stellendam, Zuid-Holland Korenlust;
openarchieven Huwelijk op 19 november 1885 te Ouddorp Johannes Nagtegaal en Arjaantje Witte;
openarchieven Overlijden op 10 december 1932 te Stellendam Johannes Nagtegaal;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1132-2115 Overlijdensakten Stellendam 1932, Stellendam, 12-12-1932 - No. 26;
WieWasWie BS Geboorte met Johannes Nagtegaal
WieWasWie BS Geboorte met Maria Huijzer
WieWasWie BS Huwelijk met Stoffel Jansen
WieWasWie BS Huwelijk met Willem Krijn Huijser
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1124-1069 Huwelijksakten Dirksland 1880, Dirksland, 16-09-1880 - No. 18;
openarchieven Geboorte op 18 juli 1886 te Stellendam Jacob Nagtegaal;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1132 Registers van de burgerlijke stand Stellendam, 1818-1965, Stellendam, 20-07-1886 - No. 29;
Delpher:
Algemeen adresboek van Nederland en Nederlandsch-Indië ten dienste van handel, nijverheid, landbouw en verkeer : Algemeene naamlijst van beroepen en bedrijven van alle gemeenten. - Rotterdam : Nijgh & Van Ditmar, 1918. - p. 183;
De vriend van oud en jong; christelijk en wetenschappelijk weekblad, jrg 11, 1889-1890, no. 18, 22-01-1890. - Gevraagd;
De vriend van oud en jong; christelijk en wetenschappelijk weekblad, jrg 11, 1889-1890, no. 39, 18-06-1890
18-06-1890. - Terstond gevraagd;
De vriend van oud en jong; christelijk en wetenschappelijk weekblad, jrg 13, 1891-1892, no. 31, 20-04-1892
20-04-1892. - Molenroede;
Rotterdamsch nieuwsblad, 22-08-1914. - Molenaarsknecht;
Nederlandsche staatscourant, 03-05-1937. - Benoemingen, ontslag, enz.;
openarchieven Onderscheiding (uit de periode 1815-1993) Willlem Krijn Huyser;
nationaal archief Huyser, W. K.;
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 28 mei 1881 | pagina 2 Koornmolenaarsknecht;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 12 augustus 1882 | pagina 2 Jachthond;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 6 november 1886 | pagina 2 Korenmolenaarsknecht;
Zierikzeesche Nieuwsbode | 19 september 1903 | pagina 1 Stellendam;
Maas- en Scheldebode | 10 oktober 1906 | pagina 2 Stellendam;
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 23 september 1911 | pagina 3 Stellendam
korenmolenaar Nagtegaal krijgt een vergunning om een petroleum motor te plaatsen in het perceel Sectie B. No. 497;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1958 | pagina 12 S. de Later;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 december 1962 | pagina 11 S. de Later;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 april 1965 | pagina 2 Vertrokken S. J. de Later;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 november 1979 | pagina 4 Cornelia de Later;
genealogieonline Stamboom Van Gelder / Maarten van Mourik Simon Johannis de Later;
openarchieven Huwelijk op 18 oktober 1901 te Stellendam Cornelis Adrianus de Later en Pieternella de Geus;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 11 juli 1925 | pagina 4 Stellendam. Geboren Simon Johannes vóór 11-7-1925;
Oorlogsbronnen: Stellendam. Geboren 3-7-1925;
Oorlogsbronnen: 's-Gravenhage overleden 6-10-2005;
Nationaal Archief 2.19.323 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Arbeidsinzet NL-HaNA_2.19.323_483_0026;
149.
De Nederlandse Molendatabase Stellendam, Zuid-Holland Korenlust;
150.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus Gelede boerderijen;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Begrippenkader: Cultuurhistorische Thesaurus kameeldakboerderijen;
Joost de Vree Kameeldak;
153.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 december 2010 | pagina 10 Presentatie van belevingspunten op Goeree-Overflakkee;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 april 2011 | pagina 1 Feestelijke onthullingen kunstwerken in havens Ooltgensplaat en Stellendam;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 april 2011 | pagina 1 Kunstwerken markeren twee eilandelijke havenkanalen / Adri van der Laan | Harry Groenenboom;
De kunst van het kijken : Perspectieven van Krijn de Koning / Frank van der Ploeg, p. 43 (in: Ons Erfdeel, jaargang 56, 2013. - p. 38-47);
De Ommelanden : band 2 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-60-2. - p. 747-748; Van haven naar zee, havenkanalen op Goeree-Overflakkee : Lerarenhandleiding / Karen de Moor, Pia Westgren (samenstelling). - Goeree-Overflakkee : Streekmuseum Goeree-Overflakkee, 2020. - p. 29;
mailcontact 24-3-2025 Krijn de Koning;
154.
De kunst van het kijken : Perspectieven van Krijn de Koning / Frank van der Ploeg, p. 38, 43 [citaat], 46 (in: Ons Erfdeel, jaargang 56, 2013. - p. 38-47);
158.
Delpher:
Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 23-05-1861 Overleden;
Algemeen Handelsblad, 28-04-1862 Stellendam;
Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage, 18-04-1871 J. H. A. v. d. Sant;
Het vaderland, 18-04-1871 J. H. A. v. d. Santheuvel;
WieWasWie BS Overlijden met Johanna Helena Adolphina van den Santheuvel;
Het Binnenhof, 11-02-1953 Pastoor van Goedereede werd enige Nederlandse paus : Stellendam op slib gebouwd in 1782, nu door water verzwolgen;
De vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw tot 1795 / P.D. de Vos. - Middelburg : Den Boer, 1931 p. 627
citaat steen overgenomen uit:
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Tiende deel: S. - 1847. - p. 726-728;
162.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 juni 1950 | pagina 5 Kavel Elf lijkt veel op de Sahara;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 september 1951 | pagina 6 De Statendam (1751-1951);
We beginnen op deze vijfde dag bij de Spuisluis Zuiderdiep, waar we gisteren eindigden. Vandaag rijden via het Havenhoofd naar De Kwade Hoek voor een strandbezoek. Vervolgens rijden we via Goedereede naar Ouddorp, waar we op het strand dit bezoek aan Goeree-Overflakkee besluiten.
Havenhoofd
Op deze laatste dag rijden we over de Meester Snijderweg van de Spuisluis Zuiderdiep, parallel langs het water dat hierlangs wordt afgevoerd naar de haven van Stellendam. We bemerken dat we nu door ander groen rijden, dat we herkennen van oudere duingebieden. Na de bocht wordt de straat dan ook de Haveneind genoemd.
In de weg Haveneind is een snelheidsbeperkend obstakel van vier meerpalen aangebracht. We parkeren de wagen net voor dit obstakel aan de waterkant van de straat en gaan aan de wandel.
De bocht in het water en de vele bosschages ontnemen het zicht.
Aan de andere kant maakt een dam met stuw in het water een doorvaart onmogelijk.
De elf meerpalen aan de noordwestzijde van de haven hebben een monumentenstatus gekregen
1.
De genoemde bocht, met afwatering via het Spui, hoort bij de jongste geschiedenis.
De Haven van Goedereede liep hier daarvoor en - zoals te zien op de Kadastrale kaart 1811-1832 - twee eeuwen geleden nog gewoon bij Het Goedereedsche Hoofd de zee in. De zee werd toen, zoals wij het nu nog aanduiden als Haringvliet, nog Het Goedereedsche Diep genoemd.
detail uit: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Goedereede, Zuid-Holland, sectie A, blad 01
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed MIN08043A01 (CC BY-SA 3.0)
Deze bocht zal vanaf de haven in de nieuwe aanwas worden gegraven.
De Meester Snijderweg komt dan ook, vanuit Stellendam gezien, uit op het oudste deel van dit terrein.
Ter hoogte van de wegversmalling met meerpalen komen we op de Kadastrale kaart 1811-1832 de oudste en enige bewoning van dat moment tegen. Inmiddels is het allemaal verdwenen.
De jongste historie van dit buurtschap zal een bizarre wending geven aan de bewoning.
We wandelen langs deze niet meer bestaande eerste bouw naar de het pleintje dat de naam Duinroosplein draagt.
Eigenaren van deze drie bebouwingen 3, 5 en 6 - dat de naam Lazareth droeg - waren Jannetje van Oostvoorn (huisvrouw van Johannes Degenaar) en Adriaan de Vogel (aannemer van publieke werken). Het huis Lazareth was van het Rijk onder opperbeheer van het Departement van Binnenlandsche Zaken.
De buurtschap het Havenhoofd of 't Hoad en het Hood is later ontstaan in de Gorspolder, dat gevormd werd door de Korten Nieuwen Dijk, Noord Haven Dijk en Zeeduinen. Dit wordt tegenwoordig de Korte Nieuwedijk, Noordhavendijk en Breenstraat genoemd.
Het huis Lazareth is een quarantaineplek voor zeelieden die leden aan een besmettelijke ziekte. De naam Lazareth of lazaret is afkomstig van Lazarus, de patroon van de melaatsen of leprozen. In de volksmond werd het ook het pesthuis of de pesthaogte en het leprozenhuisje genoemd. Ook had de periode van veertig dagen dat men in quarantaine moest blijven volgens sommigen een Bijbelse oorsprong. Jezus zou op de Berg der Verzoeking - een niet gelokaliseerde plek - in de woestijn hebben doorgebracht om te vasten.
Anderen houden het erop dat de handelsstad Venetië in 1403, met in het Italiaans quaranta giorni, een medische poging deed om verspreiding van ziektes te voorkomen
2,
door de mogelijke besmette goederen en mensen (zeelieden, bemanning, reizigers) te isoleren (isolara) op een eiland (isola) voor de stad
3.
In deze periode ontstond ook de papieren bewijslast voor degenen die van buiten naar binnen wilden: gezondheidscertificaten, uitreisvergunningen, paspoorten, visa en ten slotte persoonlijke aanbevelingsbrieven als de andere papieren niets uithaalden om naar binnen te mogen. Zonder papieren die aantoonden dat je geen gevaar was of kon zijn, kwam je niet binnen
4.
Tot de bouw van dit stenen lazaret - ter vervanging van een in de eerste kwart van de achttiende eeuw gebouwde versie - gaf de Staten in 1737 de opdracht. Het kreeg een langwerpig grondplan van ruim 36 meter lengte en een breedte van ongeveer 10 meter. Aan beide lange zijden kreeg het zes vensters met afsluitbare luiken. Ook was er een pakhuisdeel voor de (mogelijk) besmettelijke goederen. Deze kreeg vier toegangen met dubbele deuren.
In de lengte is het pand in tweeën verdeeld, waarbij zo'n 12½ meter voor de mensen was en 23½ meter voor de goederen. Het deel voor de mens was weer verdeeld in 4 ruimtes. Een portaal met trap naar de zolderverdieping en deur naar de keuken met haardpartij. Verder had het een deur naar het eerste bedsteevertrek. Via dit vertrek kon men toegang krijgen naar het tweede bedsteevertrek. De bedsteevertrekken hadden ongeveer een lengte van 7½ meter bij 5 meter. In elk vertrek zaten drie bedstedes. Ook was er een haard aanwezig
5.
In het portaal was verder ook de trap naar het keldergewelf
6.
De eerste opzichter was vanaf 1737 Gerrit Goekoop uit Goedereede.
Wapen Goekoop, dat in achttiende eeuw werd gevoerd.
In zilver een stappend schaap op grond, alles van natuurlijke kleur
bronnen: Het geslacht Goekoop / M.G. Wildeman (in: De wapenheraut, maandblad gewijd aan geschiedenis, geslachts-, wapen-, oudheidkunde enz., 16e/17e jaargang, 1913, tussen p. 452 - 453),
CBG Familiewapens;
Hij komt uit een familie dat hier, in Goedereede, al sinds het begin van de vijftiende eeuw gevestigd is. Het zal dan ook geen verrassing zijn dat leden uit deze familie vele gewichtige en bestuurlijke ambten hadden in deze eeuwen.
Zo was deze Gerrit Goekoop (~3-12-1683 - < 21-3-1746, de rechtgelden zijn op deze datum betaald) naast opzichter, tevens strandvonder, collecteur grafelijkheidstollen, penningmeester van diverse polders, subsituut baljuw en schout. Hij trouwde twee keer. Met zijn eerste vrouw Jacomijntje de Zutter, waarmee hij op 22 december 1746 trouwde, kreeg hij vier kinderen. Jacomijntje de Zutter was een dochter van David de Zutter en Jannetje Kievit.
Hij trouwde met zijn tweede vrouw Nela van Leeuwen in Ouddorp op 4 september 1723. Met haar kreeg hij drie kinderen
7.
Gerrit Goekoop werd in 1746 opgevolgd door zijn zoon David Goekoop (Oostdam, 24-10-1718 - 20-4-1770). Voor dit toezichthouden ontving hij jaarlijks 50 gulden. Met al zijn andere ambten als secretaris van Goedereede, substituut-strandvonder over Goedereede en Westvoorne, baljuw en schout van Goedereede en Westvoorne, collecteur van de grafelijkheidstol van Geervliet, opzichter over de gemeen landszeewerken der 7 eilanden, 1e dijkgraaf van Stellendam (6 september 1768) enzovoorts, toonde hij aan dat de welvaart en vooruitgang van zijn geboorteplek hem aan het hart ging. Hij trouwde op 12 augustus 1742 met Pieternella Emaus (28-1-1720 - 5-9-1802), de dochter van Cornelis Emaus en Lyntje van Phernambucq
8.
Naar verluidt werden degenen die in deze lazaret overleden "in den grond gelegt zonder kist, en zonder hangmat of zonder iets over 't gezigt, maar met de aarde zo maar opgegooit en bedekt"
9.
In de eerste helft van de twintigste eeuw is het dat ook meer dan eens voorgekomen dat spelende kinderen op de Pesthaogte menselijk botten of geraamtes vonden
10.
Op 5 juli 1781 vertrokken vanaf hier twintig manschappen, die zich moesten melden bij kapitein Andries de Bruijn, commandant van het eskader van de Maas en bevelhebber van het linieschip de Prins Willem.
De Bruijn had - tijdens de op 20 december 1780 uitgebroken "Vierde Engelse Oorlog" - namelijk de opdracht gekregen van stadhouder Willem V, viceadmiraal Hartsinck en kapitein Van Kinsbergen om een konvooi naar de Oostzee te begeleiden
11.
In de Franse periode - van 1806-1812 - werd het pand verbouwd en gebruikt als kazerne, waarna het door de strandvonder, de ambtenaar bij de strandvonderij, werd gebruikt
12.
In 1846 werd het ter afbraak verkocht. In 1854 was het pand uiteindelijk helemaal afgebroken
13.
Rond 1800 worden er enkele strandhoofden in zee gebouwd, met als doel het smalle strand te beschermen tegen uitschuring.
detail Kaart van de Zuidhollandse Zeegaten met het Brouwershavense zeegat, aangelegen stranden, rivieren naar boven, platen, droogten en diepten / I. Blanken Iz. - 1792.
bron: Nationaal Archief NL-HaNA_4.VTHR_4421 - CCO
De steenzetters die dit werk verrichten werden de nieuwe bewoners aan het havenhoofd, dat de buurtschap de naam Goedereede Havenhoofd zou opleveren. Regelmatig onderhoud aan de dammen maakte bewoning dichtbij het werk aantrekkelijk. Dit deel van de kustlijn stond namelijk bekend onder de naam De Kwade Hoek. De noordwesterstormen zorgden voor veel schade aan de strandhoofden en dienden daarom zo snel mogelijk herstelt te worden. Kortom, voldoende werk om je te vestigen
14.
We zien dat er in deze periode - naast diverse kustverdedigingswerken en een enkele Steene Baak - ook een aantal Zeijn wagten langs de kustlijn staan. Zo'n zeijn stond ook bij de monding van haven van Goedereede
15.
Hieraan was te herkennen waar men zich op zee bevond, zodat de juiste koers aangehouden kon worden.
In de periodes dat er wat minder werk was, vulden de steenzetters hun inkomsten aan met vissen. Bij de dammen wordt er paling gevangen. Met grote roeiboten trokken ze het Goereese Gat op, om steur te vangen.
De bewoners worden aangevuld met bewoners uit Goedereede, die vanaf midden negentiende eeuw vanuit hier gaan vissen op garnalen en in de zomermaanden op platvis als schol, schar, tong, tarbot en griet. De schepen krijgen hier hun standplaats. Daarnaast trekken ze met hun boomkor het water op om pietermannen, bolk en rog te vangen.
De bewoners worden in het Flakkees Hoatekikkers en Hôôtenaers genoemd
16.
Tot ongeveer 1950 losten de visser hun vangst met een mand op de schouder. Daarom zien we hier ook het beeld van De Visserman staan
17.
Het beeld werd gemaakt door het kunstenaarsechtpaar JeanMarianne Bremers in 2001. Op hoop van zegen uitgevaren
Gezwoegd, gezweet op wilde baren
De vis wordt "duur betaald"
Door d'visserman aan wal gehaald
kunnen we lezen aan de voeten van deze visserman. De tekst op de plaquette is uitgeschreven door Jean Bremers
18.
Het beeld is zaterdagmiddag 14 juli 2001 onthuld door twee vissers. De 81-jarige Toon Redert - bijna 82 - en de 11-jarige Hans Tanis Jzn., die bijna 12 wordt, hadden de eer om als oudste en jongste inwoner de onthulling te doen. Het initiatief voor de realisering van het beeld kwam van Dirk Pijl en de zoon van notaris Riseeuw, Iek Riseeuw. Na een gesprek met wethouder Visser , waarbij zij aan hem de vraag stelden, wat ze voor het Havenhoofd konden doen, kwam zijn voor de hand liggend antwoord: "Goedereede, Ouddorp en Stellendam hadden al een beeldje, 't Hoofd moet nu ook maar eens zoiets krijgen." De gemeenteraad ging akkoord met dit voorstel en zodoende werd wederom contact gezocht met JeanMarianne Bremers om iets te maken voor deze visserijkern. De opvolger van Visser - die eind 2000 overleed - wethouder Van Oosterom, volbracht het ingestart project met een vijftal anderen tot een goed einde.
Iek Riseeuw nam tijdens de onthullingsceremonie als laatste het woord en sprak daarbij de gedachten en gevoelens van zijn vader uit: "Mijn vader had een diep respect voor jullie, vissers. Zulke heldere en krachtig denkende mensen, daar kun je mee vooruit, zei hij regelmatig. Jonge vissers, ik weet zeker dat jullie 't ook redden. Een behouden vaart!"
19
Deze Toon Redert betreft de Anthony Redert, die dus geboren is op 18 oktober 1919 als zoon van Pieter Redert en Helena Jannetje 't Mannetje, trouwde met Cornelia Klein en als 89-jarige op 28 augustus 2009 overleed. Ze woonden toen aan het Haveneind 6. (Er is namelijk ook nog een naamgenoot Anthony Redert die met Pleuntje Dubbeld was gehuwd. Hij werd op 24 juli 1921 geboren en overleed op 13 maart 2005 als 84-jarige. Zij woonden op de Breenstraat 8.)
Schipper Toon Redert van de GO-8, de kotter Eben Haëzer kwam aan het eind van 1972 in het nieuws, omdat hij met zijn schip en bemanning, de bemanning van de onder Somalische vlag varende kustvaarder South Cliff hadden gered, tijdens een storm waarbij het in de problemen was geraakt. Het was slagzij komen te liggen met 35 graden over bakboord en met de kop voorover. De kapitein, Hughi Glover uit Rainham (Kent), was nog aan boord. De vijf bemanningsleden dreven in de buurt op een rubbervlot. Alle zes werden met de GO-8 naar de wal gebracht.
Toon blijkt een gastvrij en hartelijke man te zijn. Hij had veel gevoel voor humor, zo laat Johan Mulder, De bottenboer uit Zwolle weten. Mulder bezocht tussen 1 juli 1970 en 27 maart 1987 zo mogelijk maandelijks het vissersdorp.
Hij kwam daar - altijd op een vrijdag, want dan liepen de vissersschepen binnen - niet als de bottenvangstkoper of eigenlijk wel - maar dan van een geheel andere orde.
Mulder is namelijk een gepassioneerd amateur-geoloog en een van de oprichters van de Werkgroep Pleistocene Zoogdieren (WPZ). Hij werd in die periode - vanwege zijn kennis - ingehuurd door het Rijks Inkoop Bureau (RIB), die op hun buurt van het Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie (RGM) de opdracht had gekregen om het bottenmateriaal van schippers te kopen.
De vissers vingen namelijk met enige regelmaat mammoetkiezen en botmateriaal van pleistocene zoogdieren in hun netten.
Mulder had dit rond 1968 in een krant gelezen en ging contact zoeken. Als eerste kreeg hij dit met Wouter 't Mannetje uit Goedereede. Na een eerste bezoek aan het gastvrije gezin, kreeg hij enkele mammoetkiezen mee, want die had hij nog niet in zijn collectie. Dankzij Wouter 't Mannetje werden de contacten met andere vissers snel uitgebreid. Ook hielp de dominee mee, door de vissers te motiveren de oude botten en kiezen voortaan niet meer overboord te zetten - zogezegd niet meer 'over de muur' te gooien - maar ze ter ontzilting in zoetwater te bewaren, voor wetenschappelijk onderzoek. Voor onderzoekers en musea waren ze van grote waarde en was het belangrijk voor de instandhouding van dit soort natuurhistorisch erfgoed.
Ook ontmoette Mulder de visser Hans Tanis (1939-2007), voor zover bekend die eerst boomkorvisser die zelf een verzameling van zijn pleistocene vangsten op de GO-30 en later de GO-7 (Jacob) had aangelegd.
Soms reed Mulder met enkele medewerkers van het RGM mee, die dan met een bestelbus met aanhanger naar deze haven reden. De vissers wisten inmiddels dat deze bijvangst, zogezegd niet meer 'over de muur' gezet moest worden, maar dat dit natuurhistorisch erfgoed in zoet water ontzilt en bewaard moest worden, waarna ze er bij de overdracht een kleine vergoeding voor kregen.
Wanneer Mulder op de GO-8 kwam, werd er altijd eerst koffiegedronken in de kombuis. De zoon van Toon, Pieter was in die periode de Kofjekoker, want hij schonk de koffie in.
Mulder wijst er nog maar eens op welk groot belang deze vissers hebben gediend voor de wetenschap: "Dat er bij het smelten van de bevroren permafrost in Siberië enorm veel stoffelijke resten van IJstijdzoogdieren worden gevonden, is vrij algemeen bekend. Dat na Siberië op onze planeet de bodem van de Noordzee de belangrijkste vindplaats is van tientallen uitgestorven soorten pleistocene dieren, weten maar weinig mensen.
Het zijn de boomkorvissers van de Deltahaven die door hun medewerking hebben gezorgd voor de instandhouding van vele tienduizenden fossiele resten van die dieren en daarmee de wetenschappelijke bestudering daarvan mogelijk hebben gemaakt. Dankzij hun medewerking zijn er zelfs totaal onbekende soorten ontdekt."
Toon Redert was naast werkgever met zijn GO-8, ook jarenlang ouderling, tussen 22 december 1983 en 24 april 1986 lid van de raad van de gemeente Goedereede voor de Visserijbelangen. Ook was hij lid van de P.V. De Trekvogels Ouddorp, waarmee hij met de overnachtfondvluchten mooie resultaten bereikte
20.
Hierbij moeten de duiven een afstand tussen 700 tot 1300 km weten te overbruggen, waarbij ze moeten overnachten
21.
Tijdens de jongste geschiedenis werd alle bebouwing uit het landschap geveegd. De vissers van Goeree werden al vroeg tijdens de bezetting gedwongen om in de duinen bunkers te bouwen. Deze zouden onderdeel uit gaan maken van de Atlantikwall.
De Duitse bezetter achtte het echter noodzakelijk om na de voltooiing van de bunkerbouw het hele gebied te ontruimen. De burgemeester van Goedereede stuurde de zeventig bewoners 20 februari 1943 een ontruimingsbriefje, waarop stond dat ze vóór 28 februari 1943 de woonplek moesten verlaten. De buurtschap werd vervolgens met de grond gelijk gemaakt. "Men kan zich het leed en de haat van al de geëvacueerden voorstellen."
22
Watersnoodramp 1953. Luchtfoto van Havenhoofd / Marine Luchtvaartdienst (MLD). - 1953-02-05
bron: Ministerie van Defensie - Nederlands Instituut voor Militaire Historie - Luchtfotonegatieven Marine Luchtvaartdienst 2109_P101-C41_005 - gebruikersvoorwaarden
Direct na de beëindiging van WOII ging de Stichting Herbouw Havenhoofd aan de slag. De oude funderingen werden opgeruimd en vanaf 1947 werden de eerste nieuwe woningen gezet, voor de dan geldende architectuur en stedenbouwkundige opzet. Vervolgens komen de vissersfamilies weer terug
23.
Een aantal jaren later worden ze geconfronteerd met het volgende drama, de Watersnoodramp.
De burgemeester van Ouddorp is vanaf zondagmorgen bezig gegaan om berichten uit te zenden om de rest van het land te alarmeren, maar 's nachts vallen de telefoonlijnen al uit. Omdat hij weet dat de schippers in het Havenhoofd zenders aan boord van hun schepen hebben, stuurt hij een politieman door de duinen naar het Havenhoofd. Daar aangekomen weet hij de schipper van GO-8 te bereiken. "De GO 8 maakt als eerste omstreeks halfnegen contact met Radio Scheveningen met een noodsein uit Ouddorp."
24
Het kan echter ook om de GO 9 Bertha Johanna van G. Groenendijk gaan, dat het bericht namens de burgemeester van Ouddorp radiotelefonisch zond
25.
De vissers waren die zondag zelf ook al in actie gekomen. Er liep namelijk zout water door een kapotte duiker vanuit het naastgelegen Bokkepolder naar hun Gorspolder waar ook deels hun huizen staan. Met zandzakken hebben ze de duiker gebarricadeerd
26.
Maar ook het Havenhoofd zal overstromen, waarbij de bewoners de duinen in zijn gevlucht
27.
Na de storm wil dijkgraaf Goedkoop zo snel mogelijk zijn ondergelopen Bokkepolder verlossen van het zoute water om de schade te beperken. Om dit te bereiken wil hij de zandzakken die vissers bij de duiker verwijderen om het water via de relatief droog gebleven Gorspolder naar zee te laten afvloeien. De vissers moeten nu in actie komen tegen de dijkgraaf. Na 'een dreigende houding' worden de boeren op andere gedachten gebracht
28.
Op het Duinroosplein we treffen nog een ander scheepvaartherinnering aan. Het is een gele betonning, dat normaal gesproken fungeert als een bijzondere markering
29.
Of het daarbij nu ook de bedoeling is, dat we aan het al besproken lazaret moeten denken, wordt ons niet duidelijk.
De naamgeving van het Duinroosplein (en trouwens ook van Haveneinde) werd pas eind 1958 in de raad voorgesteld en goedgekeurd
30.
We wandelen nog een stukje verder en gaan over de dam in het Havenkanaal van Goedereede. Op het kruispuntje van dijken - de Zuid Havendijk met de Zandgorsweg (de buitendijk van weleer) - staan we oog in oog met het smalle deel van de Adrianapolder , de eerste polder dat Stellendam zou gaan vormen.
Tweehonderdvijftig meter verderop - net iets verder dan de peekaai - komen we bij het zitbankje uit, waarbij de rugleuning bestaat uit drie vissermannensilhouetten.
De onthulling van dit bijzonder bankje werd op woensdagavond 22 mei 2019 onder begeleiding van tromgeroffel van eilands eigen muzikaal orakel Gert Zweerus, gedaan door de kernwethouder Tea Both. Het gold ook als feestelijk afsluiting van het Erfgoedlijnproject Goedereede-Havenhoofd. De bijeenkomst startte met een muzikale inleiding door de Koninklijke Fanfare Apollo op het plateau, de peekaai, aan de Zuidhavendijk. Hieropvolgend sprak Inge Hameeteman namens de buurtvereniging ’t Hôôd een woord
31.
Het idee voor en ontwerp van dit bankje is van bewoner Quintus Blok. Hij reageerde hiermee op een oproep om een rustelement te bedenken voor bewoners en de langswandelende en -fietsende recreanten.
De drie silhouetten verbeelden de drie-eenheid van de visserman: de grootvader, vader, zoon. Maar ook is de drie-eenheid terug te vinden in het gebruikte materiaal: zand, hout en steen
32.
Nadat we uitgekeken zijn lopen we de halve kilometer rondom de haven weer terug naar de auto. Dezelfde terugweg is net zo boeiend als de heenweg, we hebben immers geen ogen in ons achterhoofd.
In de auto rijden we de straat verder uit en rijden de Breenstraat in, om richting Goedereede te rijden.
4.
Aan de rand van de wereld : hoe de Noordzee ons vormde / Michael Pye; Arthur de Smet, Pon Ruiter en Frits van der Waa. - Antwerpen : De Bezige Bij Antwerpen, 2014. - ISBN 978-90-8542-573-1. - p. 335;
7. Het Goereese lazaret en het Ouddorpse leprozenhuisje / J.C. Both m.d.a. Gerbrand Hoek. - p. 2;
Delpher:
Het geslacht Goekoop / M.G. Wildeman. - p. 450, p. 457 (in: De wapenheraut, maandblad gewijd aan geschiedenis, geslachts-, wapen-, oudheidkunde enz., 16e/17e jaargang, 1913, p. 449-544);
8. Het Goereese lazaret en het Ouddorpse leprozenhuisje / J.C. Both m.d.a. Gerbrand Hoek. - p. 2;
Delpher:
Het geslacht Goekoop / M.G. Wildeman. - p. 450, p. 460 (in: De wapenheraut, maandblad gewijd aan geschiedenis, geslachts-, wapen-, oudheidkunde enz., 16e/17e jaargang, 1913, p. 449-544);
10.
Krantenbank Zeeland
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 maart 1963 | pagina 9 Folklore en taal 2 2e serie nr. 89 't Goereese Havenhoofd / F. den Eerzamen;
18.
Het gedichtje wordt toegeschreven aan Herman Heijermans
bron: de Bibliotheek Herman Heijermans Erfenis
Het gedichtje kunnen we echter niet terugvinden in een werk van Heijermans, zodat we deze toeschrijving (nog) niet kunnen bevestigen;
Met dank Liesbeth voor de beantwoording, mailcontact Jean Bremers 14-01-2025;
20.
openarchieven Huwelijk op 9 juli 1910 te Goedereede Pieter Redert x Helena Jannetje 't Mannetje;
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 8 november 1919 | pagina 2 Burgerlijke Stand. Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 maart 2005 | pagina 3 Familieberichten Anthony Redert (1921-2005);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 september 2009 | pagina 3 Familieberichten Anthony Redert (1919-2009);
Online Begraafplaatsen 515479 - 132;
Delpher:
Algemeen Dagblad, 13-12-1972 Reddende vissers [foto];
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 december 1972 | pagina 1 Goedereede: Kotter G.O. 8 brengt zes Engelse zeelui aan wal;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 maart 1978 | pagina 1 Goereese vissers zeiden "tot ziens" tot de Rechtbank Hoge geldboetes in 30-voud; De prehistorie van de WPZ / Johan Mulder. - p. 31-40 (in: Cranium 37-1, zomer 2020);
Met dank aan Johan Mulder voor het aangeleverde verhaal, de tekstcorrecties en de toestemming om zijn beide foto's te mogen herpubliceren, mailcontacten 12 - 15-1-2025;
22.
informatiebord "Goedereede Havenhoofd", Haveneind;
Omringd door water : De geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden / Jan Bank, Doeko Bosscher. - Amsterdam : Prometheus, 2021. - ISBN 978-90-446-3797-7. - p. 614
refererend aan:
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - p. 47-48 (in: Neerlands volksleven, jrg. 16 (1966), afl. 2-3);
24.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 242 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
26.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 426 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
27.
Krantenbank Zeeland:
Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2 februari 1953 | pagina 3 Vlucht over geteisterd gebied;
28.
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 426-427 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
30.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 november 1958 | pagina 1 Ander geluid in de raad van Goedereede : Naamgeving van straten;
zitbank met silhouetten | 2019 | Quintus Blok, Havenhoofd
zittend uitzicht over de haven, Havenhoofd
De Kwade Hoek
Vanuit het Havenhoofd willen we met een grote bocht via Oostdijk proberen naar Goedereede te rijden. Immers, over dit gebied zijn we in het Streekmuseum Goeree-Overflakkee in Sommelsdijk al het een en ander over de Oude Wereld te weten gekomen.
Zodoende rijden we opeens op de Helmweg. Rond 1700 werd dit Den Helm Dyck genoemd en was het Den Hoy Dyck tusschen Goedereede en den Ouden Wegh. Aan de linkerkant van de weg rijden we langs het nog steeds herkenbare Onlant.
Langs de rechterkant van de weg is een strook van 75 meter breed beplant met bomen en bosschages. Ook de linkerkant komt nu midden in de zomer als een groene strook over, zodat we het idee hebben dat we door een bos aan het rijden zijn.
Het laatste stukje weg is vernoemd naar het Kleyne Plaatje en werd Korte Dykje genoemd. Het heet nu Het Plaatje.
We ontdekken hier een parkeerplaats dat de naam Kwade Hoek draagt. En dit verleidt ons om hier de wagen te parkeren om te kijken wat hier te zien is.
Op de kaart van drie eeuwen geleden treffen we twee panden aan op het kruispunt waar we nu staan. Er staat nog steeds bebouwing. Nu echter twee huisnummers in een lang gebouw.
Ernaast ligt het verharde pad - het Middelduinpad - dat door of langs de oude duinen loopt.
Wanneer we hier onze wandeling starten blijkt naast dit pad een smaller pad te liggen. Deze volgen wij. De oude duinenrij blijkt maar kort te duren. Na het bereiken van een top lopen we alweer naar beneden, het natuurreservaat De Kwade Hoek in.
Wij bewandelen het pad door de smalle reeks natte duinvalleien gevormd door nieuwe duinen, waarover ons al tienduizenden zijn voorgegaan. De valleien dragen namen als Muntvallei, Bunkervallei en Parnassiavallei. De laatste moet het vanwege het steeds zouter worden van dit deel door de aanleg van de Haringvlietdam het inmiddels doen zonder de parnassia. We zullen deze dus niet meer tegenkomen tijdens onze wandeling over het pad dat ons rechtstreeks naar zee zal leiden. Tijd om het te hernoemen naar zilt torkruid en echt lepelblad, bijvoorbeeld Zilte Torvallei of Lepelvallei, voor zolang het duurt. Deze - ook op de Rode Lijst voor vaatplanten staande soorten - doen het momenteel hier goed
1.
Voorheen had dit aan het strand liggende zandplaat zich in de jaren '80 van de negentiende eeuw juist van het strand losgemaakt. Uitschuring van het strand had gezorgd voor de vorming van Het Goedereesche Diep, dat direct langs het strand liep
2.
detail 2224 - Kaart van het eiland Goeree met een gedeelte van het Brouwershavensche en Goereesche zeegat en de daarin gelegene platen. - 1728.
bron: Nationaal Archief NL-HaNA_4.VTH_2224 - CCO
Gezien het feit dat de vaargeulen continue aan verandering onderhevig zijn werden de plaatsen van de vele tonnen en boeien ook regelmatig verplaatst. Veelal werd de scheepvaart hiervan keurig op de hoogte gehouden.
Zo werd begin november 1897 de volgende zeilaanwijzing gepubliceerd:
"Van uit zee komende, wordt van af de lichtboei No. 4 aangestuurd naar de lichtboei No. 7, dwars van deze laatste zijnde wordt ZO. gestuurd, totdat het licht Goeree inéén is met de lichtboei Kwade Hoek, op welk merk met den koers ZZO. naar binnengeloopen kan worden.
NB. Alle lichtboeien in en voor de Ned. zeegaten toonen draailichten als volgt: iedere 10 sec. eene witte schittering van ongeveer 7 sec. en een verduistering van ongeveer 3 sec., uitgenomen de Thortonbank, welke een wit vast licht toont."
3
De naam Kwade Hoek had het te danken aan het onrustige en zich verplaatsende vaarwater dat veel schade toebracht aan de scheepvaart.
Zo strandde er bijvoorbeeld op woensdagavond 20 december 1911 het Duitse stoomschip Franz Horn. met een lading haver voor Dordrecht. Donderdagmiddag werd het bij vloed door sleepboten vlot gemaakt, zodat het zijn reis kon voorzetten.
Op zaterdagmiddag 28 augustus 1915 tracht men bij hoogwater de op de Garnalenplaat bij de Kwade Hoek gestrand S.S. Rollon vlot te laten komen. Het schip was op weg van Goole naar Rotterdam.
Een Duitse stoomschip Rose Marie Holke strandde hier donderdagmiddag 28 september 1922 rond vier uur tijdens hoog water in het Goedereesche Gat. Het was met een lading hout gekomen uit de Oostzee en op weg naar Dordrecht. 's Nachts werd door berger Dirkzwager uit Maassluis een deel van de lading overgeladen in tien blazerschuiten, waarna de Ursus, Meermin en Waterweg het schip vlot trokken, zodat het verder kon varen
4.
In de zomer van 1934 waren volgens een veehouder van Goeree twee kano's met elk twee jongelui van plan geweest om vanaf het strand naar Oostvoorne over te steken. Hij had getracht ze van dit plan af te brengen, aangezien de stroming sterk is. De jongelui hadden zijn advies in de wind geslagen. Later zag hij ze - als enige getuige - in de ruwe zee van de Kwade Hoek kapseizen.
Er zijn echter geen kano's of lichamen aangetroffen.
De volgende dag bleken de kanovaarders A. v.d. Mark, C.A.A. van Luttervelt, B. van Gelder en G. Rietdijk - die inderdaad met de boer hadden gesproken - in levenden lijve in Rockanje zijn aangekomen, waarna ze via Hellevoetsluis weer zijn teruggekeerd naar Schiedam, waar de kanohaven al had aangeven geen kano's te missen.
De veehouder zal de kano's vermoedelijk uit het oog zijn verloren door de hoogte van de golven en zodoende tot zijn (verkeerde) conclusie zijn gekomen - met verkeerde berichtgevingen in vele kranten tot gevolg
5.
Ook de eigen schepen ondervinden regelmatig hinder van de zandplaten. Zo had de G.O. 18 op vrijdagmiddag 31 juli 1959 hulp nodig van de reddingsboot koningin "Wilhelmina" onder commando van kapitein M. van Ours, om weer vlot komen
6.
In de jaren '60 van de twintigste eeuw bleek de Kwade Hoek zelfs bij hoog water nog voor problemen te zorgen voor de vissers van Stellendam. Ze liepen regelmatig vast in het Zuiderdiep en bij de Kwade Hoek. Door de aanleg van de Deltawerkdammen verzandt de vaargeul in een snel tempo, al geeft de Voorlichtingsdienst van Rijkswaterstaat aan dat er een verschil zit tussen de aanzanding, een proces dat al jaren gaande is en de aanslibbing, dat afkomstig door het de opspuiten van de dijk.
Mogelijk slaat een deel hiervan neer aan de monding van het Zuiderdiep. Daarom wijken de weekvissers veelal uit naar een ligplaats aan de steigers van de bouwputten Deltawerken.
Met het aanleggen van de nieuwe Stellendamse haven wordt dan ook haast gemaakt
7.
De locatie van de afsluiting van de Haringvliet met een dijk is mede gekozen op grond van de grens waar het ruwe water van de Kwade Hoek overging in rustiger water
8.
In de tussentijd bleven er schepen vastlopen. Zo was zaterdag 25 juni 1960 een schip geladen met grasmeel van de grasdrogerij van Van Oostenbrugge vertrokken vanuit Stelledam, waarna het zich op de Kwade Hoek omhoog had gevaren. Om weer verder te kunnen varen, werd na talloze mislukte pogingen maandagmiddag eerst de lading overgenomen door beurtschipper Waling en fa. de Korte van Herkingen. Weer vlot gekomen voeren ze gedrieën terug naar de haven van Stellendam, om opnieuw de lading over te laden.
De lijst met vastgelopen vissersschepen, plezierjachtjes en van de beroepsvaart werd steeds sneller langer
9.
Het natuurgebied werd eind 1958 door de Dienst der Domeinen in beheer gegeven aan de Stichting Natuurmonument De Beer.
Onder een echt natuurgebied - zoals de Kwade Hoek - moeten we verstaan "een omgeving, gevormd door de zon, wind, lucht en water".
De wijzigingen die hier daardoor plaatsvinden, bijvoorbeeld de snelle verlanding, is "een sprekend voorbeeld van de wijze waarop de Lage Landen zijn ontstaan, waarbij in het prille begin dat één Bies-tarwegrasje de start gaat inzetten en het struweel-bos een voorlopig einde te zien geeft", zo geeft men in 1981 aan
10.
We komen er al gauw achter dat de mens het moeilijk vindt om te trachten bepaalde stadia te behouden, dan wel te creëren. Zo worden er Charolais runderen uitgezet om een deel van het gebied te begrazen. Dat gebeurde immers eeuwen geleden ook in de gemeenschappelijk weidegronden. Ook wordt er geplagd, gekapt en struiken verwijderd. Daarnaast worden ook ongewenste waterplanten als de exoot watercrassula weggehaald
11.
Een bijzonderheid aan dit gebied is de aanwezige slufter. Slufters van betekenis zijn een zeldzaamheid in Nederland, maar de Kwade Hoek heeft er een. Bij springtij of storm stroomt het zeewater de door geul dat door de duinen loopt. Hier vloeit het zoute water uit over de aanwezig strandvlakte. Later stroomt het meeste water weer terug naar zee, maar een deel blijft als een plas liggen of zakt naar de bodem. Zodoende is dit het terrein van zoutminnende planten als zoutmelde, kwelderzegge en strandduizendguldenkruid.
Ook geldt het als broedgebied voor kluten, stern en plevieren.
Goeree : paradijs voor bloemen, vogels en mensen / Kees Hana. - 's-Gravenhage : Stichting Natuurmonument de Beer, 1963
Later ontdekken ook de kievit, tureluur, bergeend, bruine kiekendief, grutto, visdief, dwergstern, ransuil, braamsluiper, kleine karekiet en vele zangvogels als de nachtegaal het gebied als broedgebied. Trekvogels als groenpootruiter, bosruiter, witgatje, overloper, watersnip en regenwulp komen hier op hun moment even langs om bij te tanken
12.
In 1963 liet de Stichting Kees Hana een brochure van 46 pagina's schrijven over dit gebied, dat de titel Goeree : paradijs voor bloemen, vogels en mensen kreeg.
Hierin vertelt Hana naast een korte historische setting vol passie over bijzonderheden die hier aan de kuststrook te zien zijn. Om te beginnen met het strand. Zoals over de agger, ook wel agger-eb en elders achterebbetje genoemd, veroorzaakt door de wisselwerking van het noorder- en zuidertij
13.
Of het spel dat twee vervormbare media als wind, water en zand onderling in verschillende combinaties met elkaar telkens in een mooi aanschouwbaar verschijnsel met elkaar uitvoeren
14.
Vol overgave licht hij een tipje van sluier op van de kennis van de ervaren ribbelkijker
15.
Om vervolgens alle planten en dieren iets verder landinwaarts in hun natuurlijke habitat te laten passeren.
In 1972 wordt het gebied door de Contactcommissie voor natuur- en landschapsbescherming bij de presentatie van de Milieu-atlas voor Zuidwest-Nederland, een lijvig boekwerk dat planologen en overheid dient te ondersteunen bij het maken van nieuwe plannen, aangewezen als meest waardevolle natuurgebied dat te allen tijde behouden moet blijven
16.
Dat ook het natuurgebied levensbedreigend kan zijn of worden, blijkt begin 1976. De Rotterdamse huisarts Bart van der Lugt (33), zijn zwangere vrouw Manee (29) en hun twee zoontjes Manu (9) en Remko (7) waren zaterdagochtend 3 januari naar het natuurreservaat gekomen om tijdens de storm naar de opgezweepte zee te kijken.
Ze waren het gebied ingelopen tijdens laag water. Ze zagen zich op de terugweg ingesloten, doordat het inmiddels vloed was geworden. In de trog steeg het water snel, maar ze dachten nog wel wadend de overkant te kunnen bereiken. Dit bleek een vergissing. Ze waren genoodzaakt om een wat hoger gelegen met doornstruiken begroeid eilandje op te klimmen, want verder konden ze niet meer.
Gelukkig werd hun hulp-geschreeuw opgevangen door vissers, die een poging deden om hun van het eilandje te halen met een roeibootje.
Echter, de vissers kwamen zelf in de problemen, door het snelstromende water in de trog, waarbij ze zelf bijna verdronken. De Stellendamse reddingsboot Zeemanspot was inmiddels ook gearriveerd, maar kon niet over de drempel van de trog komen. Ze hadden inmiddels nog zo'n vier meter ruimte en stonden bijna tot hun enkels in het water. Nadat de reddingsboot Griend uit Ouddorp was gearriveerd kon het gezin - dat inmiddels bijna drie uur lang met de dood in de ogen, verkleumd op het eilandje had doorgebracht - gered worden.
Later zullen deze landbreukelingen een bedankbrief sturen naar de redders "Een voortreffelijk stel mensen!", dat is opgenomen in het jaarverslag 1976 van het Z.H.R.M.
In de 21e eeuw zal het ook nog voorkomen, dat je tot je middel in het water komt te staan. Maar met de komst de mobiele telefoons - als je die tenminste nog droog hebt weten te houden - wordt het een kwestie van even bellen en je wordt hopelijk gered door een helikopter
17.
Vanaf 1994 wordt het natuurgebied en de verdere ontwikkeling daarvan onverenigbaar geacht met bepaalde vormen van visserij. Het gebied wordt daarom gesloten voor mosselzaad- en kokkelvisserij, bodemvisserij met wekkerkettingen en fuikenvisserij
18.
De natuur in de Kwade Hoek blijkt zich in 2003 te manifesteren als graadmeter en thermometer. Plantentaxonoom van het Nationaal Herbarium te Leiden en bekend van het boek Heukels' Flora van Nederland, Ruud van der Meijden (1945-2007) doet hier namelijk een belangwekkende ontdekking op floristisch-wetenschappelijk gebied. Hij ontdekt hier namelijk twee nieuwe planten. De zeevenkel en de .... Voor deze laatste moet hij eerst een Nederlandstalige naam verzinnen, aangezien het de eerste is in Nederland. Het betreft een Noord-Amerikaanse plant, dat hij herkende als Baccharis halimifolia. In overleg met collega's van de Nationale Plantentuin in Meise, België - waar de plant eerst op sommige plaatsen was aangeplant en later verwilderd was gaan zwerven - kwamen ze op de naam struikaster19.
Twee jaar later wordt de Inula crithmoides oftewel de Zeealant hier voor het eerst in Nederland aangetroffen. Voor zover bekend is het zuidwesten van Engeland de dichtstbijzijnde plek waar ze ook groeien. Mogelijk is er een zaadje of wortelstok vanaf daar hier beland
20.
Wanneer we door het fraaie afwisselend gebied zijn gelopen, treffen we een zo goed als leeg strand aan, voor wat betreft het om mensen gaat. Het weer is rustig, er is weinig golfslag en het lijkt erop dat de zee zich terugtrekt. Na een waterwandelingetje lopen we terug naar waar we vandaan kwamen en laten we het warme zand onze voeten drogen.
Wanneer bij zeer hoog water de kreken vollopen met zeewater, ontstaat er na het wegvloeien van het water een vloedmerk of een zogenoemd veekzone. In deze aanspoelselzone hoopt zich dood organisch materiaal op. Deze zone blijkt een groeiplaats te zijn van een zeldzaam grote populatie Althaea officinalis, de Heemst. Maar ook de blauwe zeedistel, zeeraket, strandbiet en gelobde melde kun je er dan aantreffen in kleine aantallen
21.
Vlak voordat we het zogenoemde Groene Strand Goeree-Overflakkee verlaten, zien we voor de bomen het Licht van moisje.
In het laatste kwartaal van 1923 werd hier een nieuw licht geplaatst. Dit was toen voorzien van een Blaugasgloeilicht-installatie.
Het betonhuisje, vierkant, grijs met rode lantaarn had een hoogte van 3,8 meter en werd gebouwd op 51 gr. 50 min. 14 sec. N.b. en 0 gr. 53 min. 59 sec. W.l.
Het licht werd op 1 januari 1924 voor het eerst ontstoken en zal een wit en rood onderbroken licht tonen: "zichtbaar wit van onder den wal tot in 126 gr., rood tot in 136 gr., wit door Z. tot in 231 gr. rood tot in 241 gr. overigens wit. Lichtbron G.G. sterkte wit 0.2 en rood 0.05 eenheden. Zichtbaarheid 50% wit 6 en rood 3.9 z.m.; 90% wit 2.9 en rood 2.2 zm., 9.7 M. boven H.W."
22.
Vanaf 4 november 1924 wordt het licht voor enkele dagen gedoofd. Dit gebeurde wel vaker. Afgezien van WOII was dit ook eind september 1947 het geval. Begin oktober is het weer - maar nu elektrisch - ontstoken
23.
Lichtopstand Kwade Hoek wordt ook wel "Licht van moisje" genoemd, een vernoeming in lokaal dialect van een voormalige beheerder van het licht Mozes Hoek
24.
Het had voorheen een isophase lichtkarakter 4 seconden, met de lichtkleuren wit, rood en groen die een lichthoogte van 8 meter bereikten
25.
Nadat het licht in 2001 werd gedoofd bleef het staan als herinneringspunt
26.
Zo kwam er einde aan langdurige vuurtorengeschiedenis op deze plek.
Een voorganger op het strand van Goedereede stond hier tot 1862. Deze werd vervangen door een ijzeren vuurtoren op een stenen fundering, waarbij ook een lichtwaterswoning werd gebouwd. De bouwer diende ook de oude af te breken. Bij de aanbesteding hiervoor werd de laagste inschrijving gedaan door W. Galman te Amsterdam à ƒ 4749 voor het metselwerk. Voor het ijzerwerk waren dit Neven en Beugel, eveneens uit Amsterdam à ƒ 8451. Het zou ook worden aangeduid als ijzeren opstand te Goedereede of kleine verlichting Goedereede27.
Wij bereiken even later alweer de wagen en zetten onze tocht voort naar Goedereede.
noten:
1.
beheerplan bijzondere natuurwaarden : Duinen Goeree & Kwade Hoek. - provincie Zuid-Holland | Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2015. - p. 20;
Natuurmonumenten Wandelroute door de Kwade Hoek in de Duinen van Goeree. - punt 4;
Wikipedia Nederlandse Rode Lijst 2012 (planten);
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 juli 1984 | pagina 5 De Kwade Hoek / J. v. P.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 maart 1998 | pagina 5 De Kwade Hoek een natuurterrein boordevol dynamiek! / Henk Koppelaar;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 mei 1998 | pagina 9 Een valleientocht in het vroege voorjaar / Henk Koppelaar;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 juli 1998 | pagina 10 De Kwade Hoek onder de loep / Henk Koppelaar;
3.
Delpher:
Nieuwe Vlaardingsche courant, 03-11-1897 Zeilaanwijzing;
4.
Delpher:
Zeeuwsch landbouwblad, 18-06-1960 Afsluiting Haringvliet, p. 465;
Schuttevaêr; weekblad gewijd aan de belangen van den handel en de binnenlandsche scheepvaart, jrg 34, 1922, no. 2, 30-09-1922 Gestrand;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 23 december 1911 | pagina 3 Stellendam;
Middelburgsche Courant | 28 augustus 1915 | pagina 2 Schip gestrand;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 november 1981 | pagina 1 De Kwade Hoek;
9.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juni 1960 | pagina 1 Stellendam - Omhoog gevaren;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1962 | pagina 3 Weer visserschip op "Kwade Hoek";
10.
Delpher: Uit de natuurbescherming / Peter Nijhoff, p. 128 (in: Amoeba; orgaan van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, jrg 35, 1959, no. 4, 01-09-1959, p. 127-128);
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 16 november 1979 | pagina 5 Stichting Natuur- en Landschapsbeheer Zuid Holland;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 november 1981 | pagina 1 De Kwade Hoek;
11.
beheerplan bijzondere natuurwaarden : Duinen Goeree & Kwade Hoek. - provincie Zuid-Holland | Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2015. - p. 105;
13.
Goeree : paradijs voor bloemen, vogels en mensen / Kees Hana. - 's-=Gravenhage : Stichting Natuurmonument de Beer, 1963. - p. 8;
14.
Goeree : paradijs voor bloemen, vogels en mensen / Kees Hana. - 's-=Gravenhage : Stichting Natuurmonument de Beer, 1963. - p. 10;
15.
Goeree : paradijs voor bloemen, vogels en mensen / Kees Hana. - 's-=Gravenhage : Stichting Natuurmonument de Beer, 1963. - p. 11;
16.
Delpher:
Algemeen Dagblad, 19-05-1972 "Overheid moet afsluiting Oosterschelde nader bezien" / Van onze Haagse redactie;
Trouw, 19-05-1972 Milieu-atlas kan grote steun zijn voor planologen / Van een onzer verslaggevers;
Het betreft de presentatie van: De kleuren van Zuidwest-Nederland : visie op milieu en ruimte / J.W. Tesch, M.J. Adriani, J.A. Bourdrez, T. Westra. - Amsterdam | 's-Gravenhage : Contact-commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming, Recreatie en Maatschappelijk Werk Ministerie van Cultuur, 1972;
17.
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 05-01-1976 Doktersgezin oog in oog met dood : "Water sloot ons van alle kanten in" / Van een onzer verslaggevers;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 juni 1977 | pagina 6 Z.H.R.M. redde schip-, visboot- en landbreukelingen;
Provinciale Zeeuwse Courant | 21 januari 2002 | pagina 25 Helikopter redt mannen;
18.
Delpher:
Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden, 1994, no. 41-60, 01-01-1994 - 42 Besluit van 22 december 1993, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing zeegebeid en kustwateren 1970 Nota van toelichting p. 3;
20.
Bloeiende duinen : Van Delta naar Wadden : Van zuid naar noord langs de mooiste plekken / Theo Baas, Kees Bruin, Nils van Rooijen, Rolf Roos, Rienk Slings, Kees Vertegaal, Nico van der Wel; Rolf Roos (redactie). - Goedereede : Natuurmedia, 2019. - ISBN 978-90-824336-4-7. - p. 100;
Faunistische mededelingen / Maurice Jansen, p. 8-9 (in: Franje Jaargang 13 (25), 1 februari 2010. - ISSN 1388-4409);
22.
Delpher:
Jaarboek van de Koninklijke Marine, 1923-1924, 1923 - Verslag omtrent de werkzaamheden verricht aan en door het Proefstation van 'Rijks Kunstverlichting te Scheveningen gedurende het tijdvak van 1 october 1923 en 1 october 1924 p. 150;
Schuttevaêr; weekblad gewijd aan de belangen van den handel en de binnenlandsche scheepvaart, jrg 35, 1923, no. 3, 29-12-1923 Zeegat van Goeree, Kwade Hoek, Licht ontstoken;
23.
Delpher:
Schuttevaêr; weekblad gewijd aan de belangen van den handel en de binnenlandsche scheepvaart, jrg 36, 1924, no. 3, 08-11-1924 Berichten omtrent verlichting, betonning en bebakening. [een reden wordt echt niet genoemd];
Weekblad Schuttevaêr, 04-10-1947 Licht Kwade Hoek. [een reden wordt echt niet genoemd];
Weekblad Schuttevaêr, 11-10-1947 Goeree. Kwade Hoek.;
27.
Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad, 13-12-1861 Goedereede, 11 December;
Nederlandsche staatscourant, 31-05-1864 Ministerie van Marine Aanbesteding Patentolie;
Nederlandsche staatscourant, 24-06-1873 Berigt aan Zeevarenden;
internetraadpleging: 27-1 - 7-2-2025, 20-4-2025
Helmweg, De Kwade Hoek
naar de top, De Kwade Hoek
op de top, De Kwade Hoek
Charolais runderen, De Kwade Hoek
duindoorn, De Kwade Hoek
Parnassiavallei, De Kwade Hoek
Parnassiavallei, De Kwade Hoek
Parnassiavallei, De Kwade Hoek
Zeewolfsmelk, De Kwade Hoek
geboorte van een nieuwe duin, De Kwade Hoek
strand zee lucht, De Kwade Hoek
waterlijn, De Kwade Hoek
jongste duinen, De Kwade Hoek
waterlijn, De Kwade Hoek
ongerept strandzand na regenbui, De Kwade Hoek
"Licht van moisje", De Kwade Hoek
Goedereede
Gezicht op het eiland Goeree / Mathias de Sallieth (prentmaker) naar tekening van Dirk de Jong. - ca. 1781-1787
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed RP-P-AO-14-60A (CC0 1.0)
We rijden vanaf het parkeerterrein Kwade Hoek een stukje over de Oostdijkseweg en slaan af naar de Kafhoekweg. Deze rechte weg maakte rond 1700 deel uit van Den Oostersen Wegh en brengt ons naar de weg die nu de Romeinseweg wordt genoemd.
Deze weg bestond rond 1700 nog niet, maar splijt nu de polders - die toen Den Grooten Kerk Hoek en Den Kleynen Kerk Hoek werden genoemd - in tweeën. Den Grooten Kerk Hoek en Den Kleynen Kerk Hoek werden later samen de Oude Oostdijksche polder en weer later Polder Oude Oostdijk genoemd.
De weg wordt vanaf 1962 ingetekend op de kaart en wordt tien jaar later ingetekend als Romeinse Weg
1.
De gemeenteraad Ouddorp had er in het najaar van 1958 mee ingestemd om het Romeinse weg te noemen, omdat het R.O.B. daar aan het opgraven is en een romeinse nederzetting - later bekend geworden onder de naam de Oude Wereld - heeft gevonden
2.
De Kafhoekweg gaat in 1972 nog als Plaatweg door het leven, om vanaf 1998 Kafhoekweg genoemd te worden, al staat er het eerste jaar nog even foutief als Kalfhoekweg geschreven
3.
De Rijksdienst van het Oudheidkundig Bodemonderzoek (R.O.B.) in Amersfoort ging hier in het najaar van 1958 aan de slag tijdens ruilverkavelingswerkzaamheden
4.
De opgravingsite in 1958 - Jasper de Bruin, Universiteit Leiden/Faculteit der Archeologie vertelt. Beeldfragment 47:31
bron: YouTube: Vergeten archeologie opnieuw onderzocht | NWO-onderzoeksprogramma Odyssee De Romeinse haven van Goedereede ± 70-270 nOJ 5
Tijdens een door het R.O.B. in september 1957 te Middelharnis gehouden symposium waren hierover al afspraken gemaakt
6.
Aanleiding hiervoor waren eerdere vondsten van stukjes terra sigillata en terra nigra, die tijdens het ploegen naar boven waren gekomen
7.
Ook aan het begin van de twintigste eeuw zijn bij het omzetten van grond, nabij de Klaverseweg, interessante aanwijzingen naar boven gekomen
8.
De opgravingen in het voorjaar van 1958, op een stuk grond van P.C. Breen uit Ouddorp, resulteerde in vele vondsten.
Bij een eerste check van de nieuw aangelegde sloten ten behoeve van de ruilverkavelingswerkzaamheden, trof ROB-archeoloog ir. Jan Adriaan Trimpe Burger (1923-2008) een eerste aanwijzing naar sporen uit de Romeinse tijd: een Romeinse dakpan
9.
Verder kwam er een scherf naar boven met daarop het stempel LVPERCVSF (zie de lijst van alle gevonden stempels), een pottenbakker uit Oost Gallië
10.
In het najaar werden nog meer vondsten gedaan, waardoor een beter beeld ontstond
11.
Aan een noodzakelijk gevonden doorstart naar deze zeer interessante site kwam een eind in mei 1959, omdat het budget ontoereikend was.
De gevonden objecten leverde echter voor jaren onderzoek op, dat ook van over de grenzen de aandacht kreeg.
Andere opgravingen door Trimpe Burger zorgden voor het doodbloeden van dit onderzoek
12.
Een beschermde monumentenstatus (45428) voor het gebied in 1976 zorgde voor de benodigde bescherming. Een tweede opgravingscampagne tussen 1982 en 1983 door Trimpe Burger zorgde voor nog meer vondsten. Echter, tot een uitgewerkt rapport zal het nooit komen
13.
Het zou tot 2012 duren voordat we de impact van al deze opgravingen en vondsten geduid tot ons kunnen nemen na het onderzoek dat tussen september 2010 en winter van 2011 plaatsvond. De duiding werd in dat jaar gepubliceerd in het al eerder getoonde boekwerk Goedereede-Oude Oostdijk: een Romeinse handelsplaats14.
Hieruit blijkt dat er in het onderzochte stuk grond mogelijk zo'n zes behuizingen stonden, die in sommige gevallen op huisterpen stonden. Van een podium werd de hoogte zichtbaar, namelijk 90 cm hoger dan de basis grondlaag van dat moment. De ophoging bestond uit plaggen of zoden, waarbij eventueel een rietmat als ondergrond werd gebruikt. Ook werd het podium verstrekt door een beschoeiing
15.
Uit deze periode zijn meer van dit soort huisterpen gevonden rond het gebied van het Helinium en de zuidelijker gelegen natte delen die we tegenwoordig aanduiden als Walcheren en Vlaamse kustvlakte
16.
In de zogenoemde romeinse periode, de periode van 100 vOJ tot 300 nOJ - toen de Romeinen dit gebied bezette - werd het door de bezetter aangeduid als civitas Menapiorum17.
De zes plekken waar bewoning stond kan gesplitst worden in twee bouwtradities. Een eigen en een Romeinse
18.
Op een plek werd veelal op ongeveer dezelfde plek - na afbraak van de oude bewoning - een nieuwe geplaatst.
De onderzoekers hebben een poging gedaan om de bewoonde periode van circa 70 tot 225 nOJ de daadwerkelijke bewoning in welke traditie te duiden.
Bij vijf van de zes plekken is dit aardig gelukt. Hieruit blijkt dat Romeinse bouwtraditie pas vanaf en na het jaarblok 150-175 voorkwam op 3 plekken. Tot het jaarblok 150 waren alle vier van eigen makelij. De vijfde kwam pas daarna en was vanaf de eerste (en enige) bouw Romeins. Dit betreft plek 2.
Op plek 1 stonden eerst vier keer een in eigen traditie gebouwd pand. Dit werd tenslotte vervangen door een Romeins variant.
Ook plek 4 was de eerste twee keer van traditionele bouw, gevolgd door een Romeins variant.
Plek 3 en 5 waren telkens traditionele bouw
20.
Elk gebouw had ook beschikking over een eigen waterput, waarbij een houten wand de grondinvloeden van buiten diende te beperken
21.
De oudst - in het voorjaar van 1983 - gevonden versie van het pand op terrein 1 had een minimale omvang 19,8 meter lang en had een breedte van 3,95 meter
22.
De opvolger meet maximaal 20,5 bij 6,4 meter
23.
De derde versie blijkt weer een ander vorm te hebben, namelijk 24,1 meter en minimaal 6,2 meter breed. Langs de wanden werden vier dakdragende wandlijsten aangetroffen. Gezien de plekken waar ze gevonden zijn lijkt het erop dat het gebouw eenbeukig is geweest. Deze versie wordt gedateerd zo tussen 70 en 120 nOJ.
Gevonden kenmerken van dit gebouw doet denken aan andere in land aangetroffen bouwsels te Den Haag, Katwijk, Rockanje, Tinte, Rijswijk, Heilo en Haamstede.
24.
Hieruit kan dus afgeleid worden dat de twee eerdere bouwwerken van daarvoor zijn.
De vierde versie had een maximale grootte van 30,1 bij 7,2 meter. Hier werden vijftien dakdragende stijlen herkend. Twaalf hiervan vormden binnenstijlparen. Dit gebouw zal driebeukig geweest zijn en had aan de oostzijde een zadeldak in plaats van een schilddak
25.
Misschien zal toekomstige nieuwsgierigheid en bijbehorende financiën ervoor zorgdragen om het eens helemaal zichtbaar te maken en te houden, inclusief de gedachte bouwsels in de verschillende varianten, zodat we een aanschouwelijk historisch verleden kunnen beleven.
Misschien liggen er nog veel meer verrassingen onder 1 à 2 meter grond, dat ons veel kennis zal opleveren, bijvoorbeeld over de loop van kreken én de vaarroute als vervolg van het Kanaal van Corbulo.
Wanneer even een stukje de Klaverseweg oprijden is er uiteraard niets meer terug te vinden van deze opgravingen, al verraadt iets in het veld wel dat het om een bijzondere historische locatie gaat.
opgravingssite, Goedereede
Intussen doet onze nieuwsgierigheid ons trekken naar de gebouwen die we aan de andere kant van de voormalige opgravingsite zien lonken.
Maar voordat we vervolgen de route over de Romeinseweg naar de Goereeseweg, rijden we nog even de andere kant van de Klaverseweg op.
Op de hoek met de Hofdijksweg treffen we een "Infopaneel" aan, dat op vrijdag 1 juli 2011 onthuld, over de Colonel Arman Peterson die hier in het veld met grote snelheid neerkwam.
Arman Peterson voor zijn school in Flagstaff, Arizona.
trouwfoto Arman Peterson en Juliet Osborn
Arman Peterson met zijn vrouw Juliet Peterson-Osborn
Colonel Arman Peterson
Arman Peterson noemde zijn Republic P-47-D Thunderbolt (42-7948/MX-P) Flagari, dat staat voor Flagstaff, Arizona.
Arman Peterson, geboren in het aan de rivier Gila liggende dorp Thatcher, Arizona, Verenigde Staten op 20 mei 1915 was een zoon van Andrew Christian en Eleanor Post Peterson. Vanuit Flagstaff, Arizona - waar hij opgroeit - komt hij na zijn studie bij het Army Air Corps. Hij trouwde in 1938 met Juliet Osborn, die hij tijdens zijn opleiding aan de ASTC in Flagstaff had ontmoet.
Julie had als een bekwame naaister haar eigen trouwjurk gemaakt. In deze crisisperiode lag de zijde echter niet voor het oprapen. Ze had voor haar jurk dan ook de zijde gebruikt die Arman had gered van oude of onbruikbare parachutes.
In 1942 kregen ze een dochtertje, die ze Susan noemden.
Tijdens de WOII wordt hij gestationeerd in Engeland. Wanneer hij met zijn vliegers de P-47 Thunderbolt krijgt toegewezen, vliegt hij als Group Commander bijna elke missie mee, terwijl hij als Colonel en commander van Duxford Field met 1.700 personeelsleden ook achter zijn bureau had kunnen blijven zitten.
Met zijn 28 jaar maakte hem dat tot een van de jongste maar vooral ook geliefdste kolonels van de VS.
Op 1 juli 1943 vertrekken onder zijn leiding 129 P-47 Thunderbolt richting de Nederlandse, Belgische en Franse kust voor een verkenning en om eventuele vliegtuigen van de Luftwaffe onschadelijk te maken.
Arman Peterson komt ook in gevecht. Na een eerste Focke Wulf te hebben neergehaald - zo is de gedachte - stijgt hij weer naar de hoogte en verdwijnt in de wolken. Na nog wat radiocontact met zijn wingman, blijft het vervolgens stil aan zijn kant.
Even later zien inwoners van het buurtschap Oostdijk een parachutist van grote hoogte langzaam hun richting opkomen.
De Duitse militairen die hier in de buurt in bunkers zitten, is dat ook niet ontgaan.
Voordat - wat later zou blijken - Arman Peterson voet aan grond heeft gezet, begint een Duitser te schieten op de parachutist. Inwoners - er was een trouwerij gaande - zien de parachute schuren en een hevig zwaaiende man met grote snelheid uit de lucht vallen.
Wanneer ze als eerste de man bereiken, blijkt hij te zijn overleden. De arts die hem onderzocht, noteert vanwege een gebroken nek.
Achteraf blijkt er geen enkele Fw 190 te zijn neergehaald. Alleen het toestel van Petersen werd door Fw. Martin Lacha neergeschoten en stortte bij Brielscheweg in Oostvoorne neer.
Op 5 juli 1943 zal hij worden begraven op de Algemene Begraafplaats van Goedereede.
In Engeland weten ze hiervan nog niets. Arman Peterson wordt vermist en de manschappen blijven hopen. Een krant in Mansfield, Ohio, de Mansfield News-Journal meldt op 6 juli het bericht van correspondent Hugh Baillie: "You folks back home might not get the full impact of what it meant when Pete didn't come back unless you knew him and the way he ran his fighter station."
Zijn vrouw Julie kreeg echter pas na vijf weken op 6 augustus 1943 te horen, dat haar man niet meer vermist was tijdens zijn 43e missie. Op 13 augustus maakte de Coconino Sun het nieuws bekend.
Na de oorlog zal hij op 15 maart 1946 worden herbegraven op de Amerikaanse begraafplaats in Neuville-en-Condroz, België. Later, op 18 juli 1949 is hij naar zijn laatste rustplaats in zijn geboortedorp Thatcher gebracht.
We zullen op de Algemene Begraafplaats van Goedereede nog zijn herdenkingsplaat tegenkomen, dat eveneens in het bijzijn van zijn familie op vrijdag 1 juli 2011 is onthuld. De onthullingsceremonie werd afgerond door een fly by van historische vliegtuigen
26.
Na een blik op de Hofdijksweg rijden we weer terug naar de Romeinseweg. Deze rijden we uit naar de Goereeseweg.
Omdat we begrijpen dat er op het kruispunt Hondsweg - Goedereeseweg met de Hofdijksweg ook nog iets te zien is, rijden we ook nog hier even naar toe. Echter, we kunnen niets ontdekken.
En dus rijden we over de Goedereeseweg terug naar het stadje. Deze weg laat ons over een niet rechttoe rechtaan watergang rijden. Of het gegraven, deels vergraven of nog gedeeltelijk van oorsprong natuurlijk is, is niet meteen duidelijk.
Wanneer we de bestaande kaarten van de situaties van 1961 vergelijken met die van 1962 worden een aantal dingen duidelijk.
De Goereeseweg heette in deze periode de Molenweg - als vervolg op de Molenstraat die we straks in het dorp meteen bij het binnenrijden gaan tegenkomen.
Ook wordt dan duidelijk dat de verkaveling voor deze watergang heeft gezorgd, waarbij wel nog gebruik is gemaakt van bestaande onderdelen
27.
De Goereeseweg brengt ons bij de molen (16192), waar we meteen ook de wagen kunnen parkeren op een parkeerhaven.
De molen is duidelijk op een terp gebouwd
28.
Tussen de draaiende wieken door lezen we dat het om de Windvang gaat dat anno 1791 is gebouwd.
Op het informatiebord lezen we echter dat het bouwjaar rond 1720 zou hebben gelegen.
Bijzonder, om niet te zeggen uniek, aan deze molen zijn de twee trappen aan weerszijden om op de maalzolder te kunnen komen. Er waren er met de molens in Rockanje (1718) en Heenvliet (1743) ooit drie. Dit is nu de laatste. Door de trappen buitenom te leiden, bleef er meer ruimte over voor de woning die ooit ook nog in deze niet al te grote molen te vinden was
29.
Gevelsteen in ronde stenen grondzeiler : Molen De Windvang / W.A. Korpershoek (fotograaf). - 10-1979
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 210.065 (CC BY-SA 3.0)
De naam van molen is waarschijnlijk pas na de restauratie van 1971-1972 aan de tot dan toe naamloze molen gegeven.
Het historisch verleden van de molen blijkt ook nog iets verder terug te gaan, volgens de Molendatabase. Het is aannemelijk dat het jaar 1791 een verschrijving is van 1719
30.
De voorganger van deze molen was op 1 september 1717 - net als vele anderen in Zeeland, Brabant, Holland en de andere delen van het land - door een storm omgewaaid
31.
De storm werd ook wel omschreven als "een geweldige orkaan deed gantsch Holland, Zeeland en andere nabuurige Provintien schudden en beven. Veele ingezetenen leden groote schade, dog den zeeman wel het meeste."
32
Ter vervanging van deze en die van Ouddorp, die ook was omgewaaid, mochten beide molenaars Harren Jansz. Cramer en Steven Ongeraan hier een stenen variant bouwen. Ook kregen ze van de Domeinen om niet de resten van de omgewaaide molens. Zodra ze de molen gereed hadden en weer gingen malen dienden ze jaarlijks 200 pond aan erfpacht en windrecht te betalen. Dit gebeurde in februari 1719.
Stads- en Dorpsgezichten Ex art. 20 monumentenwet: Begrenzingskaart aanwijzing Goedereede Gem. Goedereede
bron: Cultureel Erfgoed
Toen in 2022 de boktor in het bovenwiel werd gevonden moest deze vervangen worden. Toen werd duidelijk dat deze bovenwiel later geplaatst moest zijn. Er stond namelijk in sierlijke cijfers het jaar 1788
33.
De molen is - zoals al vermeld - in 1971-1972 ingrijpend gerestaureerd. Dit werd toen gedaan door de fa. A. Doornbosch en Zoons, molenbouw en restauratiewerken, uit het Groningse Adorp. Inmiddels heeft kleinzoon Anne de zaak overgenomen van zijn vader Klaas en A.D.H. Molenbouw & Constructies genoemd
34.
We lopen weer terug langs de geparkeerde wagen en lopen het stadje in. Het oude deel is dan ook in zijn geheel Beschermd Gezicht
35.
Dye cronijcke van Zeelandt / Jan Reygersbergh, [1551]
bron: Internet Archive page n111
Goedereede zal zijn naam te danken hebben aan het zijn van een goede ankerplaats voor schepen, zoals we nog kunnen zien op het kaart van halverwege de zestiende eeuw.
Ze konden hier aan de loef- of lijzijde van het voormalige eiland West-Voorne liggen. Dit zorgde voor de nodige luwte en dus bescherming
36.
Gezicht op Goeree-Overflakkee / Gaspar Bouttats (prentmaker) naar tekening van Jan Peeters (1624-1678). - 1679
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed RP-P-1907-2093 (CC0 1.0)
De bewoning begon als dijkdorp op een dijk dat voor 1065 is aangelegd, ten tijde dat Graaf Herman van Veringen leefde. Deze graafzoon werd monnik en bekend onder de naam Hermannus Contractus (1013-1054). Hij was een van de geleerdste en vermaardste geschiedschrijver van de elfde eeuw. Hij was in zijn tijd een van de belangrijkste figuren voor wat betreft de overdracht van kennis op het gebied van wiskunde en astronomie. Dit gebeurde tot dan toe uitsluitend in het Arabisch. Hij werd ook Hermann der Lahme genoemd omdat hij gehandicapt was, hij kon niet lopen, en heeft zodoende na de kloostergeloften waarschijnlijk nooit het klooster Reichenau verlaten.
Ten tijde van de Sint Elisabethsvloed stond het inmiddels bekend als een ommuurde stad
37.
Detail van "Goeree, ca. 1550" / Jacob van Deventer
bron: Nationaal Archief: 4.DEF .. plattegronden en kaarten door of naar Jacob van Deventer, 16e eeuw-1941. - NL-HaNA_4.DEF_1.3 - (CC0)
Rond 1680 bezong men Goedereedes ouderdom al als volgt: Als m'al d'oude Schrift en Boecken
Gaet doorzoecken,
Vindt men niet Goerees begin,
Maer voor zes mael hondert Jaren
Sagh m'hier varen,
Veele Schepen uyt en in.38
De oudste historie blijft - zoals zo vaak - in nevelen gehuld. Een Arabische schrijver uit de twaalfde eeuw zou - volgens Hugo de Groot (Delft, 10-4-1583 - Rostock , 28-8-1645) - het een en ander hierover geschreven hebben. Deze schrijver zou vanaf deze kust zijn overgestoken naar Engeland. Of De Groot hiermee op de schrijver Edrisi duidde is ook niet duidelijk. Van Edrisi is weer bekend dat deze alleen sprak over plaatsen die lagen in het niet Friese deel van dit gebied. 's Gravezande of Goederede lagen - zo wordt gesteld - in het Friesland in het Noordwestelijk deel. Daarnaast wordt sterk getwijfeld aan het idee dat Edrisi bekend was met Goederede
39.
Het is sowieso niet aannemelijk dat cartografen alleen datgene tekenen waar ze zijn geweest.
De Tabula Rogeriana, getekend door al-Idrisi voor Roger II van Sicily in 1154
Met Edrisi wordt Muhammad al-Idrisi oftewel Ash-Sharīf al-Idrīsī (Ceuta, 1100 – Sicilië, 1165 of 1166) bedoeld. Voluit heet hij Aboe Abdallah Mohammed ibn Mohammed Ibn Abdallah Ibn Idriss al-Qurtubi al-Hassani (أبو عبد الله محمد الإدريسي). Hij was een Maghrebijnse cartograaf, geograaf en botanicus. Op zijn wereldkaart worden Vlaamse steden genoemd.
De kaart staat ook om die reden in de Canon van Vlaanderen. We herkennen dan ook in Kent onze huidige Gent, in Abrugs natuurlijk Brugge en in Sant Mir onze huidige Saint-Omer.
De gebieden ard aflandris al afrang kunnen dan lezen als Vlaanderen, ard afrizia alamanin als Friesland en ard sasunia alamanin als Saksen. Astrik zou Utrecht kunnen zijn, barna Bremen en akarlinga Groningen
40.
We sluiten echter ook op suggesties waaruit zou moeten blijken dat het ontstaan al rond 1050 zou zijn. Dit bewijs werd door J. Reigersbergen in Cronijck van Zeelandt genoteerd: "Men bevindt in sommige oude handvesten oft privilegien, bij diversche Graven ende Heeren van Zeelandt der steden ofte dorpen over vijf honderd jaren gegont ende ghegheven (dus in het jaar 1050, want Reigersbergen gaf zijn kroniek uit in 1551), in de welke handvesten en privilegien van Maaswater ende Heydenzee gementioneert (vermeld) wordt, 't welcke van geleerde en ondersochte mannen van Zeelandt gheinterpreteert (verklaard) wordt, dat als die handvesten en privilegien te dien tijde gegont ende ghegeven zijn, gheene sonderlinge groote schepen in Zeelandt en quamen, dan ter Goeree, in den Briele ofte in Noortgouwe."
41.
Een ander terugkomend verhaal over de status van Goedereede is dat het al bijzondere voorrechten genoot in het jaar 1152, geschonken door de Graven van Holland
42.
Ook komen we telkens de bewering tegen dat Goedereede vóór 1248 een afzonderlijk graafschap is geweest. Dit wordt genoteerd in de historische jaarboeken van Holland en Zeeland door Mattheus Vossius. De Graaf van Goereede was een tijdgenoot van de Graaf van Holland, Willem II, nadat deze tot Roomsch koning te Aken gekroond was. Willem II vestigde zich vervolgens in Den Haag.
Tijdens deze verhuizing komt zijn oom Otho, de Bisschop van Uijtrecht, bij Willem klagen over het leed dat hem door de Graaf van Goeree wordt aangedaan. Willem pakte vervolgens de Graafschap af, wierp de Goereese graaf in het gevang en gaf het graafschap aan zijn oom Otho
43.
Deze 'ontgraving' staat ook vermeld in de Chronijcke van Holland, deel I, dat is vermeerderd door W. van Gouthoeven: "In deze tijden claegde bisschop Otte, van Utrecht metter ghemeen Ecclesie, den Roomschen Coninck over de Grave van Goer, dat hij hem onrecht dede ende vercorte in sijne landen en de luyden, waarom die Coninck dede desen Grave van Goer voor heur citeren ende daeghen te regt te komen en verantwoorden sijne saken, maar de grave veracht des Coninx bode; ende en woude, overmits onweerdigheydt ende hartgeijdt niet comen, ende waeckte sijn reijze swaer. Doe de Coninck dit vernam, die op die tijt binnen Utrecht was, liet hem sijne wapen ende harnasch aen doen door Sinte Martijns outaer, ende reet sonder merren ende vingh den Grave, ende verwoeste sijn lant, verdrijvende sijne luijden ende lantsaten, ende is met grooter seghe weder binnen der stad Utrecht ghecomen, ende gaf den Bisschop den gevangenen Grave en benam hem met recht en vonnisse de weerdicheyt sijn naems, dat men hem geen Grave meer noemen en soude".
44
Laurent Philippe Charles van den Bergh doet in zijn Handboek uit 1852 ook enkele suggesties, waaronder de herkomst van Voorn dat we ook in Westvoorn zien terugkomen: "Welligt heeft deze oudtijds den naam van Forum .... gedragen en is daaruit bij verbastering de naam van Voorn ontstaan."
De ontdekking van de overblijfselen van de Romeinse stad werd pas in 1618 gedaan. Dit zou inhouden dat deze kennis ook in de elfde of twaalfde eeuw bekend was.
Pas "in 1108 treden de heeren Van Voorn in de geschiedenis op, en zij ware reeds vroeg burggraven in Zeeland", vertelt ons dat de burggraven er dus nog niet in 1050 waren
45.
In deze periode komen we in de archieven voor het eerst in 1108 een Hugo tegen als heer van Voorne, als burggraaf
46.
Om deze verhalen te duiden, kijken we even naar de hedendaagse geschetste beelden hierover, waarbij we instappen bij de gebeurtenis in 985.
In dat jaar schonk de Duitse koning Otto III (983-1002) aan Dirk II (±932-988) van graafschap West-Friesland de villa Sunnimeri in volle eigendom. Gezien de leeftijd van Otto zal dit 'in zijn naam' gedaan zijn. Dit koninklijk domein zal aan weerszijden van het water Zonnemare hebben gelegen.
Van den Bergh noteert [als inkadering van bovenstaande en medeverklaring van onderstaande] in zijn Handboek: "Op de kaart bij Van de Wall, vertonende de loop van de Maas en Merwede vóór den Elisabethsvloed van 1421, welke gevolgd is naar die van den landmeter [Nicolaas] Diert in 1565 opgemaakt en die dus nog al veel geloof verdient, wordt het land Oost- en Westvoorne of Goedereede als twee eilanden voorgesteld, door een breeden rivieram gescheiden.
Kaart van de Zuidhollandsche zeegaten en de rivieren de Merwede en de Maas. z.j.
Kopie naar een oude kaart, beschreven bij P.H. v.d. Wall. Handvesten van Dordrecht.
bron: Nationaal Archief NL-HaNA_4.VTHR_574 - CCO
Dit land, laag en moerassig, schijnt reeds vroeg grootendeels verdronken te zijn, misschien wel bij de grooten aandrang van bovenwater, na het sluiten des Rijns bij Dorestad . Daar beide eilanden denzelfden naam dragen, is het niet onwaarschijnlijk dat zij oudtijds verbonden geweest zijn en alleen door eene kreek gescheiden."
Ook laat Van den Bergh in zijn Handboek een wildernis tussen de Merwede en de Oude Maas, een moerassig gebied dat door een enkeling bewoond is en in gemeenschap aan de Luiksche en Utrechtsche bisschoppen behoorde, door de Frieschen graaf Dirk in bezit nemen. Dirk III (±982/993 – 27-05-1039) zou er een vesting op plaatsen en tol gaan vorderen op eigen gezag.
Van den Bergh vult deze wederrechtelijk verkregen bezit aan met het volgende: De Tielsche kooplieden waren niet blij met deze tolheffing en gingen klagen, "waarop de keizer den Lorreinschen hertog Godfried beval den stroom te vrijen, doch deze deels door verraad, deels door ongeschiktheid zijner benden in verwarring gebragt, wer geslagen en de graaf bleef in het onwettig bezit. Deze vesting gaf den oorsprong aan de stad Dordrecht, die in 1064 het eerst onder den naam van Thuredrecht in eene oorkonde optreedt."
Dit zal waarschijnlijk het begin geweest zijn van de uitbreiding van bestuurlijke macht en gezag over Voorne en de delen van Zeeland Beoosten Schelde.
In 1012 zag de Duitse koning Hendrik II (±973/8-1024) zich gedwongen om graaf Boudewijn IV van Vlaanderen met de villa Walcheren te belenen.
In 1063 trouwde tot dan Vlaamse graaf Robrecht de Fries , tegenwoordig geschreven als Robert de Fries (±1029/32-1093), met Geertruid, de weduwe van graaf Floris I van het West-Friese graafschap, vanouds een onderdeel van Frisia.
Geertruida van Saksen was een Billunger en leefde tussen ±1033/5 en 03/04-08-1113. Floris I leefde tussen ±1025 en 28-06-1061, toen hij te Nederhemert overleed. Ze waren rond 1050 met elkaar getrouwd.
Door het huwelijk van Robert met Geertruid ontstond er weer voor even een dynastieke én politieke band in dit leefgebied (Vlaanderen - West-Friesland), die nadien nooit meer zo nauw is geweest.
In 1070 veroverden de hertog van Neder-Lotharingen (Brabant) en de bisschop van Utrecht West-Friesland. Robert vluchtte met zijn vrouw Geertruid en haar zoon Dirk naar Vlaanderen, Gent op precies te zijn. Mogelijk beleende Robert zijn stiefzoon Dirk vanaf 1071 het gebied Bewesten Schelde.
In 1076 heroverde Dirk V samen met zijn stiefvader Robert de Fries het voorvaderlijk graafschap, West-Friesland, dat sindsdien Holland genoemd wordt of nadien werd genoemd.
Dirk V leefde tussen ±1054 en 17-07-1091.
We komen zoon en opvolger van Dirk V, Floris II (±1085/1091 - 02-03-1122) als eerste tegen, die "van Holland" is
47.
Na enkele opvolgers Dirken en Florissen komen we uit bij Willem II. Hij werd in Leiden geboren in februari 1227. En zoals bekend sneuvelde hij te Hoogwoud tijdens een strijd met Friezen - die niets ophadden met zijn uitbreidingsdriften - op 28-01-1256
48.
Het Zeegat van Goedereede was voor lange tijd - eeuwen - van groot belang voor deze omgeving. Voor de zeevaart en handel, voor vorming van de gebieden, het opslibben en afkalven van gronden.
Gevormd door de stroomkrachten en strijd van eb en vloed en afvloeiing van rivierwater rondom de eilanden die zorgden voor een continue verandering in stroomrichtingen en momenten. En tussendoor probeerden de bewoners het enigszins naar hun hand te zetten of te beïnvloeden.
In een poging een goede verbinding te creëren dat te allen tijde bevaarbaarheid zou garanderen schreef het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte in 1840 een prijsvraag uit, om te komen tot een beschrijving.
De opdracht "P 94" luidde:
"Eene volkomene en zeer juiste omschrijving van het Zeegat van Goedereede en van het vaarwater tot aan de ingang van het Voornsche Kanaal; mitsgaders een voldoend ontwerp, om dat zeegat in eenen zoodanigen staat te brengen en te behouden, dat het ten allen tijde bevaarbaar zijn zal en blijven voor schepen, die het Voornsche Kanaal kunnen bevaren."
Kaart van het beneden-rivierengebied ten zuiden van het Scheur en de Nieuwe Maas.
bron: Stadsarchief Rotterdam NL-RtSA_4001_XXX-35-02 - Vrij van auteursrechten
Kaart van een gedeelte van de rivier het Haringvliet tussen de haven van Middelharnis en het zeegat van Goedereede.
bron: Stadsarchief Rotterdam
NL-RtSA_4014_L-81 - Public Domain Mark 1.0
Antoine Greve (1796-1857) zond zijn inzending in onder de spreuk Audaces fortuna juvat - zodat de jury de anonieme inzendingen onbevooroordeeld kon beoordelen en waarderen.
Het werd in 1850 beloond met de gouden medaille en een premie van honderd gulden.
Deze spreuk, veelal geschreven als "audentes fortuna juvat", betekent "de fortuin helpt" - als verwijzend naar hoofdstuk 5 van deze verhandeling, maar wordt meestal bedoeld als "het geluk is met de stoutmoedigen of dapperen".
Greve was ingenieur van de eerste klasse bij Rijkswaterstaat. Hij won met zijn inzending, aangezien hij "niet alleen het verlangde antwoorde bood, maar ook andere middelen tot verbetering van den geheelen vaarweg van Rotterdam tot in zee" opgaf. Hij leverde hierbij ook drie gekleurde kaarten aan
49.
Voordat we het stadje in kunnen, moeten we door iets dat doet denken aan een poort of waterkering. Gezien de uitstekende bakstenen lijkt het erop dat er onlangs iets aan beide zijden is weggehaald, met de bedoeling dit opnieuw op te metselen.
Dit is dus een van de zeven poorten - waarvan er zes landpoorten waren - die toegang boden tot Goedereede.
Detail van "Caarte der Stadt Goedereede en haar onderhoorende polders" / H. v.d. Dyck
2218 - Kaart van de stad Goeree en onderhoorige polders. - 2-6-1698
bron: Nationaal Archief: 4.VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870). - NL-HaNA_4.VTH_2218 - (CC0)
Detail van "Caarte vande polder vanden Ouden Oost Dyck in West Voorn" / H. v.d. Dyck
2219 Kaart van den polder den Ouden Oostdijk. - 2-6-1698. A. Coomans
bron: Nationaal Archief: 4.VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870). - NL-HaNA_4.VTH_2219 - (CC0)
Het droeg de naam Molenpoort, oudtijds én in ieder geval al in 1680 geschreven als Moolepoordt. Voordien werd deze poort aangeduid als Koepoordt, wat dus duidt op het feit dat de standerdmolen hiervoor ontbrak
50.
De andere vijf waren de Hooftpoort, Hoofdpoort - men ging hierdoor naar 't Hooft. Later zou dit ook de Katharinapoort genoemd worden, bij de Catharinastraat, de Doelpoort bij de Doelweg, de Mariapoort, aan de Mariadijk - eertijds Den vrouw Marie dyck geheten en in de volksmond Maorsdiek genoemd - aan de zuidkant van de ommuurde stad waar ook nog een poort zat bij wat toen Beckaf heette en nu Bekaf genoemd wordt.
Daarnaast was er nog de Waterpoort, om de haven te kunnen afsluiten
51.
De naam Bekaf zou een vernoeming zijn van de plaats die uit Goedereede naar Ouddorp leidde. Hier liep - tijdens een aanval van Jacob Jacobsz. Boey (ook wel Boekeres genoemd) in 1604 - een jongen nog met vork in plaats van een musket op de schouder. De jongen riep de net gewaarschuwde bevolking toe, toen hij de vijand zag: "Hier zijn ze, haast je wat, of we zijn allemaal bekaf."
52
Hiermee zal de jongen 'dood' hebben bedoeld
53.
Verder was er nog een kleinere poort in de muur. Aan de Speuydijck was een poort dat door de ouderen Stanketsel werd genoemd
54. Op de het kaartje van Van Deventer kunnen we deze lokaliseren over het Spui dat toegang vanaf de huidige Spuidijk aan de Nieuwstraat en De Pad gaf.
Gesteld wordt dat de ommuring pas na het jaar 1428, het jaar dat het in oorlog was met Zevenbergen, tot stand is gekomen
55.
Beter is het om te stellen dat het opnieuw werd vernieuwd en versterkt met aanleg van poorten en valbruggen over diep gegraven grachten. Meerdere vijandigheden hadden de afgelopen drie decennia namelijk hun tol geëist.
Hieraan herinnert het volgende versje:
"Beroemde Goedereers, ick wil U niet vergeten,
En preise dese daedt, een yder mocht 't wel weten,
Hoe uw heldmoedigh Hert, der Helden oorloghs Held,
Weerstond der Zevenberghs haer uytterste Geweldt,
Haer aanloop, en veel storms kon u gants niet verschrecken,
Den Aenval was vergeefs, sij moesten weer vertrecken,
Het platte Landt alleen dat diende haer tot Roof,
Vervult met Brand en Moordt. O, wat een kleyn geloof,
Dat d'eene Broeder aan den anderen komt ontrecken
't Geen hem in d'oude Dagh tot Levens noot kon strecken
Vernielen Huis en Hof, en alles wat hij heeft;
Ik schrick van sulken daedt, wie is er die niet beeft?
Dit alles is gebeurt, doen 't jaergetal in bragth,
(De Goereers tot verdriet) veertienhondert en acht."
56
De met bogen gemetselde muren waren dusdanig breed, dat de bewoners er met gemak met twee of drie personen naast elkaar over konden wandelen. Sommigen legden in de bogen een houtvoorraad aan. Anderen sloten de bogen af om er bijvoorbeeld vlas in te braken
57.
De muren waarnaar we nu kijken staan er echter nog niet zo lang. De raad van Goedereede had in de zomer van 1987 besproken om een stukje van de Molenpoort weer op te metselen.
In het wegdek zal voor de poort ook de brug - dat over de stadsgracht lag - zichtbaar gemaakt worden
58.
Een jaar later, vanaf 19 september 1988 werd er met de werkzaamheden begonnen. Op 8 oktober wordt deze straat alweer vrijgegeven voor het verkeer. Op de nog aanwezige fundering van de oude stadmuur zal tot een hoogte van zo'n 1,40 meter de muur weer zichtbaar gemaakt worden
59.
Wij zien dat de teerweg Goereeseweg zo'n vier meter voor de poort is bestraat met een rode klinker, deze valbrug voorstellende.
Wanneer deze Molenpoort-functie is verdwenen is niet duidelijk. In 1800 wordt het in ieder geval nog genoemd. Gesteld wordt dat Molenpoort rond 1856 is afgebroken
60.
De stadsmuur die vanaf de Molenpoort naar de Spuidijk liep en aan de andere zijde richting de Doelpoort is al eerder grotendeels afgebroken. Tijdens de raadvergadering van 7 augustus 1844 heeft men dit besloten. De stenen zijn gebruikt voor de bestrating.
Het laatste restje is verdwenen door de watervloed van 1953
61.
Wanneer we de Molenstraat inlopen en bij het ommuurde kerkterrein zijn aangekomen, zien en horen we een "Schlüter DS 15" aan komen rijden. De eigenaar van deze oldtimer tractor is lid van de "Barrel club" . Deze tussen
februari 1950 en maart 1954 geproduceerde tractoren zijn gemaakt een oplage van 4212 stuks. Ze onderscheiden zich naast de vele verschillende 'accessoires' ook in leverancier van de versnellingsbak. Met de eerste letter van de producent onderscheiden we drie varianten van de DS 15: F voor Zahnradfabrik Friedrichshafen (ZF), H voor Hurth en R voor Zahnradfabrik Augsburg (ZA voorheen Renk). Om welke het in dit geval gaat kunnen we niet zien
62.
De volgende opgemetselde muur met steunberen wil ons de oorspronkelijke omvang van de aan de heilige Elisabeth of Elizabeth gewijde en in 1453 gebouwde kerk doen ervaren. In plaats van Elisabeth wordt ook de naam van de Heilige Maagd Maria genoemd en de martelares Catharina, maar men verwijst voor deze naam naar het kleine kerkje dat - voordat de grote kerk werd gebouwd - aan de Katharina-straat stond. Dit kerkje dat in 1315 werd gebouwd, had een spits torentje. Het is als Catharinakepel dus gewijd aan de Heilige Catharina, de beschermheilige van de drenkelingen. Het zal in de grote stadbrand van 1482 zijn verwoest
63.
Al in 1695 werd besloten om het gebouw, waarbij we nu staan, af te breken en nieuwe te bouwen. De benodigde financiering zou echter nog enige jaren in beslag nemen.
In 1705 stortte door verval het dak van het schip in en zodoende bleef eigenlijk alleen het koor staan. Geld om het schip te herstellen was er in het in verval geraakte eens glorieuze stad niet meer. Vanaf 1706 was men genoodzaakt om de godsdienstoefeningen te verplaatsen. In het Raadhuis werd een tijdelijk onderkomen gevonden. Het koor werd verbouwd en is dan ook sinds 1708 de huidige kerk.
De herinneringssteen boven de toegangsdeur - waarlangs we zo lopen - vertelt dan ook: "Bastiaan Coomans heeft den eersten steen tot herbouwing dezer kercke gelegt op den 28 juny Anno 1708
64.
Bastiaan Coomans is als Sebastiaan gedoopt op 12 juni 1701 in Goedereede.
Bastiaan was dus net zeven jaar geworden, tijdens deze steenlegging. Op zijn 31ste woont hij in Oud Beijerland.
Hij was een van de acht of (volgens Cock Rijerkerk zelfs) negen kinderen die Andries Comans en Cornelia Beens kregen.
65
Andries was in Oud Beijerland gedoopt op 23 maart 1670. Hij overleed in Goedereede, waar hij op 15 november 1716 werd begraven.
Cornelia werd rond ±1673 in Terheide geboren en haar overlijdensaangifte in Goedereede werd gedaan op 28 december 1729. Ze was toen 56 jaar.
Andries was eerst landmeter in Numansdorp, hij krijgt admissie voor het Hof van Holland op 2 mei 1692 na het afleggen van het examen. Vanaf 1698 doet hij de taxaties van de 20e penning. Vervolgens wordt hij schout en opperdijkgraaf van Westvoorne. Vanaf 1697 wordt hij baljuw en stadhouder van Goedereede.
Dit verklaart waarom zijn zevenjarig zoontje deze eerste steen kon gaan leggen.
Andries en Cornelia waren getrouwd in Numansdorp op 12 september 1694. Zij was toen 21 jaar.
Ze vertrekken rond 24 juli 1695 naar Goeree. Op zijn attestatie stond vermeld dat hij zijn belijdenis op 10 december 1694 had gedaan. Cornelia was aangenomen op 15 december 1694 op een attestatie van Numansdorp van den 18 oktober 1694, getekend door Petrus Hamer.
De grootvader van Bastiaan en vader van Andries was Bastiaan Andriesse of Andries Coomans. Hij was notaris te Oude Beijerland, schout en rentmeester te Numansdorp enz. en getrouwd met Cornelia Heyndricks Hoogerwerff, Cornelia Hendricksd Hoogerwerf, Cornelia Hendriks Hoogerwerf of Cornelia Heyndricx Hoogerwerf. Zij kregen zeven kinderen waarvan er zes zijn gedoopt in Oud Beijerland en een in Numansdorp.
Deze grootvader Bastiaan Andries Coomans (1635-1689) en zijn mede-plaatsvervanger van Cornelis de Witt als ruaard van Putten en baljuw van Beijerland, werd door Andries Hessel van Dinther omschreven als "onwetende boeren en meer geschikt voor afpersing dan voor rechtmatigheid." Hij zou "een ongemanierd heerschap" zijn.
Er zijn ook andere gedragsproblemen over hem bekend. Zo zou een schepen Coomans hebben beschuldigd "van het eisen van een te hoog salaris en daggeld, aangezien hij slechts recht zou hebben op de helft van het door hem geëiste bedrag". Ook het uiten van dreigementen was hem niet vreemd. "Tijdens een andere aanvaring zou Cooman de secretaris in de vierschaar in de aanwezigheid van de schepenen van Oud-Beijerland hebben uitgescholden en gedreigd hem te slaan, omdat de secretaris niet bereid was Coomans zijn zin te geven."
66
In de kerk is een preekstoel in Louis XVI-stijl te vinden.
Tijdens de restauratie van de kerk in 1983 zijn de funderingen van de voormalige tweebeukige kerk opgemetseld
67.
Kapelletje voor restauratie: zijgevel / G.J. Dukker, Gerard (fotograaf). - 09-1978
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 198.084 (CC BY-SA 3.0)
In januari 1983 had de renovatie van het kapelletje mogelijk weer zijn oorspronkelijk vorm gekregen. Het door architect A. Koole uit Middelharnis gerestaureerde pand werd vrijdagavond 15 juli 1983 weer overgedragen aan de Hervormde gemeente. Na Pinksteren (30 en 31 mei) 1982 was het aan Koole om het pand weer betrouwbaar te maken. Over de noodzaak van een restauratie werd al sinds 1976 gesproken. De kosten hiervoor à ƒ 1,7 miljoen werd grotendeels door de kerkelijke gemeente zelf opgebracht. Het Rijk betaalde ƒ 300.000, de burgerlijke gemeente bijna ƒ 300.000 en de provincie ƒ 64.000
68.
Deze Noordkapel, De Ouwe Schole of sacristie (16160) - dat na restauratie dienst is gaan doen als consistorie - heeft nog een authentiek onderdeel van de in 1453 gebouwde oorspronkelijk kerk. Het betreft het stuk muur, waarin nog de zogenoemde vases acoustiques ingemetseld zijn, ten behoeve van een betere akoestiek in de kerk. Het daarmee dan ook het oudste onderdeel van dit gebouwencomplex
69.
De weg verandert vervolgens in een steegje. Het voormalige koor staat tegenover De Ark (uit 1982) en portaal van het naastgelegen gebouw uit 1915
70.
Het betreft een verenigingsgebouw waarin onder andere catechese, jeugdwerk, clubs, zondagsschool, contactmiddag- en kringwerkbijeenkomsten georganiseerd worden
71.
Bij de officiële ingebruikname op zaterdagmiddag 9 juli 1983 van het pand, werd het door twee representanten samen geopend. De jongste was de 4-jarige Jantina Tanis die er naar de zondagsschool zou gaan en de oudste A. de Reus (83) was lid van de mannenvereniging "Tolle Lege". Hiervoor moest Jantina eerst de sleutel tevoorschijn halen uit een miniatuur orgeltje, dat dienst zou gaan doen als collectebus voor het orgelfonds.
Burgemeester Van Velzen van de burgerlijke gemeente droeg symbolisch het naambord over als geschenk
72.
Naast het gebouw treffen in de Kerkpad dat naar de Kerkstraat loopt een lantaarn op twee pilaren aan. De monumentale smeedijzeren boog (16164) heeft voluten, dit zijn krulvormige versieringen. Het is vermoedelijk gemaakt rond 1800.
Of de lokale smid het gemaakt heeft, is niet bekend.
We wandelen verder over het Kerkpad langs de kerk naar de toren. Hier treffen we een beeld aan.
Kerkelijke historie en outheden der zeven Vereenigde Provincien : Volume 2 / Hugo Franciscus Heussen. - Te Leiden, : by Dirk Haak, Samuel Luchtmans, en Johannes Arnoldus Langerak, 1726. - beeldplaat tussen p. 124-125
In 2020 draagt het de tekst:
Adrianus VI
1459-1523
Pastoor in Goedereede
1492-1507
Paus
1522-1523
Wanneer we in de winter van februari 2025 er nogmaals langs lopen lezen we:
Paus Adrianus VI
Adriaan Floriszoon Boeyens 1459-1523
Pastoor in Goedereede 1492-1507
Paus 1522-1523
De vorige plaat verdween eind 2021 van de sokkel, zodat er een nieuwe - ditmaal van steen - op de sokkel werd bevestigd
73.
Het beeld werd gemaakt door Jaap Hartman in het kader van Goedereede 700 en 500 jaar Toren van Goedereede.
Het werd op zaterdag 8 september 2012 onthuld.
Gastheer André Kastelein verwelkomde de gasten met een drankje en hapje in de benedenzaal van de toren.
Onder de gasten waren naast beeldhouwer en bronsgieter Jaap Hartman onder andere de burgemeester van Goedereede Ger van der Velde-de Wilde, pastoor van der Meer, Rob Louis (1933-2019) - schrijver van een boekje over Adrianus, een wandelgids "Korte historische wandeling door Goedereede" en medeoprichter Stichting Goereese Gemeenschap en leden van Sociëteit Rethorica .
De pastoor sprak tijdens zijn toespraak over Adrianus in een karakteriserende zin zijn wezen uit: "Rijken kochten kardinaalsstoelen. Adrianus bood daarvoor zijn excuses aan, wat uniek was."
74
De leden van "Rethorica" droegen het volgende gedicht, een acrostichon dat ADRIANUS vormt, voor:
Adrianus Florisz., regent voor koning Karel in Spanje, toen onze Kamer werd gesticht.
Daarvóór, hoogleraar in Leuven, knap meester in de theologie.
Raadsheer tevens in Mechelen voor het Huis van Bourgondië.
In Goedereede toen ook pastoor en hij verrichtte ernstig zijn plicht.
Aangenomen moet worden dat dit meest geschiedde per adviserende brief.
Nu zijn wij allen hier om te gedenken, dat hij ons enige Nederlandse paus was,
Uit geschriften is bekend dat hij te Rome dagelijks meerdere malen de heilige mis las.
Spijtig is het dan, dat hij als hervormer van de Heilige kerk moest zuchten onder menig grief.75
"Als initiator van veel activiteiten in Goedereede en de verpersoonlijking van zo’n beetje alles wat in Goedereede met cultuur te maken heeft", werd een rood laken tergend langzaam van het beeld afgeschoven door André Kastelein, waarmee het beeld onthuld was.
Vervolgens werd André Kastelein door de burgemeester in het zonnetje gezet, omdat zijn lijst met vrijwilligersactiviteiten best wel lang is:
organisatie Klapstoelconcert (2011-2023),
trainer Ouders & Coo (2007-2022),
lid commissie cultureel erfgoed van de gemeente Goedereede (2002-2011),
stadsgids in Goedereede voor VVV Ouddorp aan Zee (1990-),
penningmeester Stichting Paul van Hessenfonds (2000-),
secretaris Stichting Vrienden Goereese Beiaard (1997-1999),
lid van de Lions Club Goeree-Overflakkee (1994-),
commissaris 110 CW (2004-2010),
organisatie Sinterklaasintocht Goedereede (1989-2014),
Stichting Open Monumentendag Goedereede Stad (2000-2014),
lid/voorzitter van dam- en schaakvereniging Ontspanning (2010-2012),
auteur Groot Dictee van Goeree-Overflakkee (2008-2016),
secretaris Stichting Vluchtelingenwerk Goeree-Overflakkee (2001-2006),
voorzitter Stichting Goereese Gemeenschap (1979-)
en zodoende museumbeheerder Toren in Goedereede.
Zij reikte aan André Kastelein een Koninklijke Onderscheiding uit, zodat hij per 20 augustus 2012 Lid in de Orde van Oranje-Nassau is.
Sindsdien is zijn lijst nog langer geworden met:
Lid Klachtencommissie van de Gemeente Goeree-Overflakkee (2019-)
Columnist Eilanden-Nieuws (2012-)
redacteur van de Lions Club Goeree-Overflakkee (2015-),
Lid cultuurwerkgroep (2018-)
76.
Beeldhouwer Jaap of Jacques Hartman (Woudrichem, 27 mei 1950) gaf op zijn kenmerkende manier, met zoals hij het zelf noemt klodders, vorm aan deze historische middeleeuwse man. Dezelfde kenmerkende handtekening is te herkennen in bijvoorbeeld het beeld van andere historische figuren als Hugo de Groot (1986) en Jacoba van Beieren (1984). Bijzonder is dat hij naast het beeldhouwen ook nog een bronsgieterij heeft dat de naam Myron draagt, een verwijzing naar Myron van Eleutherae (480-440 vOJ), bekend van zijn werk de discuswerper. Als bronsgieter maakte hij onder andere de bronzen kopie van Jacob Cats.
Op een zomerkamp met slecht weer ontdekte Jaap dat hij tekenen, boetseren en kunst maken leuk vond. Hij had zijn levensdoel gevonden. Met doorzettingsvermogen lukte het om in Rotterdam op de academie van Beeldende Kunsten te komen. Hier legden voornamelijk Arie Teeuwissen (1919-1993) en Gijs Voskuyl (1915-2004), die respectievelijk beeldhouwen en tekenen gaven, de basis om figuratief te gaan werken.
Vervolgens ging hij naar de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, waar Paul Gregoire (1915-1988) hem de principes van de beeldhouwkunst bewust maakte. Piet Esser (1914-2004) vervolmaakte het werken, zodat hij meer zelfstandigheid kreeg.
Sinds 1978 is hij weer terug in zijn geboorteplaats Woudrichem waar hij sindsdien woont en werkt.
De bronsgieterij fungeerde als inkomensbron. Hij richtte deze samen met vrouw Els Pellikaan op in 1983
77.
Adrianus VI (1459-1523) was hier pastoor van 1492-1507 en paus van 1522-1523.
ADRIANVS VI PONT. MAX. - ca.1522-1523
Dubbele dukaat, paus Adriaan VI / Adriaan van Dam (fotograaf). - 2016
Collectie Centraal Museum Utrecht 61
De pastoor Adrianus Floriszoon zou op dinsdag 9 januari 1522 tot Paus Adriaan VI gekozen worden. Op 14 september 1523 - zo'n 21 maanden later - overleed hij. Op zijn praalgraf in de St. Pieterskerk te Rome kunnen we lezen: "Hier rust Adriaan VI, die het voor het grootste ongeluk zijns levens rekende, dat hij regeerde."
78
Adrianus Floriszoon werd geboren in Utrecht op donderdag 1 maart 1459 in een gezin van geringe burgerlieden. Zijn vader was een eenvoudige scheepstimmerman, schuitenmaker en houtkoper, maar deed daarnaast ook weleens ander timmerwerk.
Zoals we al lazen wordt hij ook Adriaan Floriszoon Boyens of Boeyens genoemd. De familienaam Boeyens blijkt echter ook een patroniem te zijn. Adriaans vader was Floris Boeyens, vandaar dat Adriaan Floriszoon als patroniem heeft. Zijn vader droeg Boeyens als patroniem, waarbij we moeten weten dat Boeyen ook wel Boudewijn is. De vader van Floris was Boudewijn Janszoon. We hebben bij Adriaan dus te maken met een dubbel patroniem
79.
De reformatie, gestart met de 95 stellingen van Luther in 1517 , was in zijn tijd al goed op stoom gekomen.
Adrianus was toen onder meer professor aan de universiteit te Leuven.
Breue Adriani VI in pontificem electi ad Senatum Populumq[ue] Romanum
[Texto impreso]
Iglesia Católica. Papa. (1522-1523: Adriano VI) - Libro - 1522
bron: Biblioteca Digital Hispánica - Biblioteca Nacional de España
Zelf was hij er ook al student geweest. Hij werd op 1 juni 1476 als 17-jarige ingeschreven in de toen nog enige universiteit in de Nederlanden. Hij had er als 32-jarige op 18-21 juni 1491 de graad van doctor in de Godgeleerdheid gehaald. De plechtigheden duurden toen drie dagen.
Daarnaast was hij proost te Utrecht en tevens pastoor te Goedereede, waarbij dat laatste was uitbesteed. We kunnen ons dan ook goed voorstellen, dat zijn aanwezig hier beperkt was. Hij zal hier dan ook geen vaste verblijfplaats hebben gehad
80.
De pastoor logeerde tijdens de enkele bezoeken aan Goedereede in de herberg op de Markt.
Hij was hier aangesteld als pastoor extra locum, dus zonder er te wonen - na het behalen van zijn graad - door Margaretha van Engeland, de weduwe van Karel de Stoute, Hertog van Bourgondië. Ze gaf hem hiervoor jaarlijks 39 Rijnlandse guldens.
Een Rijnse goudgulden woog zo'n 3,3 gram bij een goudgehalte van 18½ karaat, dat echter steeds verder daalde. Het goudgewicht was dus 2,54 gram. De 99,2 gram zuiver goud vertegenwoordig vandaag een goudprijswaarde van ongeveer € 9000,-.
Hij was opgevallen door zijn grote kennis en nauwgezet leven.
Vanwege zijn kennis werd hij tijdens zijn pastoorschap ook benoemd tot Kannunik van St. Pieter, tot Deken en later tot kanselier van de Leuvense Universiteit.
De levensloop van Adriaan 1459 - 1523 : van pastoor in Goedereede tot paus in Rome / Rob Louis; André Kastelein (naschrift). - Ouddorp : Stichting Stad Goedereede, 2012
Zodoende werd hij ook de leermeester van Aartshertog Karel, de kleinzoon van keizer Maximiliaan - die later zijn grootvader zou opvolgen en keizer Karel V genoemd zou worden.
Hij stopte met zijn Leuvense activiteiten aan het einde van de zomer van 1515. Door Paus Leo X werd hij aangesteld tot pauselijk commissaris (toezichthouder) op de handel in dijkaflaten. Deze aflaten was een innovatie van de jonge landsheer Karel V. Tijdens zijn rondreis had Karel geconstateerd, dat de dijken na de vele stormvloeden onderhoud nodig hadden. Hij bedacht de combinatievorm om inkomsten te generen om het herstel van deze publieke werken te financieren.
En zo kwam twee derde van de aflaat voor het gebruikelijk zielenheil terecht in de schatkist van Karel V, het ander deel ging naar het Vaticaan om de bouw van de Sint-Pieterbasiliek te financieren. Taak van Adriaan was om te zorgen dat dit ook gebeurde. Op 7 september 1515 werd hiervoor toestemming verleend door Paus Leo X tot 1518 in de Nederlanden pro reparatione agerum, ne mare inundet loca maritima dominiorum dicti archiducis, ten behoeve van het herstel van de dijken om te voorkomen dat de zee kustplaatsen in de gebieden van genoemde aartshertog overspoelt.
Naast Desiderius Erasmus (1466-1536) - een tijdgenoot, leermakker en vriend van Adriaan - twijfelde ook anderen of het opgehaalde geld - zo'n 128.346 gouden dukaten - ook daadwerkelijk is besteed aan de dijkverbeteringen.
De waarde van 128.346 gouden dukaten - een gewicht van bijna 448½ kilo, waarvan zo'n 440,8 kilo zuiver goud - vertegenwoordig vandaag een goudprijswaarde van € 40.150.400.
In die periode kreeg Adriaan dan ook door Karel V het bisdom Tortosa in Spanje toegewezen.
Hierna lag de weg open voor Paus Leo X om Adriaan op 1 juli 1517 te verheven tot kardinaal.
En eenmaal als kardinaal kon je tot Paus gekozen worden, wat in geval van Adriaan dan ook gebeurde, na zo'n viereneenhalf jaar kardinaal te zijn geweest, op 9 januari 1522. Hij werd gekroond tot 218e paus op 31 augustus 1522.
Uiteindelijk kan gesteld worden dat Adrianus telkens op posities kwam, die hij niet ambieerde, maar uit loyaliteit aanvaarde
81.
Het duurde wel even voordat het nieuws over zijn benoeming ook was overgebracht in ons leefgebied. Hoewel we tegenwoordig het regelmatig hebben over don't shoot the messenger bij de overdracht van slecht nieuws, werd deze koerier uit Rome genaamd Willem Hermen Korsvenesse evenwel rijkelijk beloond
82.
Eenmaal paus trachtte hij Luther de wind uit de zeilen te halen - om mogelijk een poging te doen om een kerkschuring tegen te gaan - door feitelijk de door Luther aangekaarte zaken aan te pakken. Op de Rijksdag in Neurenberg liet hij in januari 1523 het volgende voorlezen:
Martin Luther onthult het bedrog van de katholieke geestelijkheid en neergang van de katholieke kerk - Het driekoppige Volk (Vulgus) staat voor de paus, die op een troon zit / Adriaen de Weerdt (1510-1590)
Herzog Anton Ulrich-Museum 95711 | 00001 - Copyright Notice Rights Reserved - Free Access (RR-F)
Beken openhartig, dat God dezen afval (van Luther) en deze vervolging gedoogt, uit hoofde van de zonde der menschen en vooral der priesters en prelaten der kerk ... want wij weten, dat op dezen stoel vele afschuwelijke daden gepleegd zijn, dat er misbruik van de geestelijke zaken gemaakt is, en dat er onbehoorlijkheden in het uitgeven der voorschriften en dekreten, welke van de Heiligen Stoel zijn uitgegaan, hebben plaats gehad.
Eindelijk was alles zoo veranderd, dat de besmettende krankheid eerst van het hoofd tot de leden, van de Pausen tot de minder prelaten was voortgekropen en nu reeds lang was doorgedrongen tot de andere leden, zoodat er nauwelijks iemand werd gevonden, die recht deed en van de kwaal vrij was; en naardien hij van zelf, en ook ambtshalve, gehouden was zijn best te doen, om dat kwaad te geneezen, zoo wilde hij alle vlijt aanwenden, om de genezing ook weder van Rome te doen afdalen.
Het moest nogtans niemand vreemd voorkomen, dat de dwalingen en gebreken zoo terstond niet verbeterd werden; want dit had hij alleen nagelaten, omdat de ziekten niet slechts verouderd en ingekankerd, maar ook van velerlei soort waren en derhalve noodig hadden zacht en langzaam behandeld te worden, omdat alle haastige verandering zeer gevaarlijk zijn, zodat men te vreezen had, dat men door eene ontijdige drift om tot genezing te komen alles in verwarring bracht en overhoop wierp.
Zijn vriend Erasmus stemde trouwens volledig in met de inhoud van deze brief.
Nieuw was deze gedachte van Adriaan dan ook niet, want in zijn Quaestiones et Expositiones, dat hij al in Leuven als hoogleraar had geschreven stond zijn stelling: het staat vast, dat een paus dwalen kan, ook in zaken des geloofs, door eene ketterij staande te houden, want onderscheidene Roomsche kerkvoogden zijn ketters geweest.83
Wanneer we in winter van 2025 langs de torendeur lopen, staat deze op een kier. Ons vermoeden dat de Torenmuseum open zal zijn schijnt niet te kloppen wanneer we hier André Kastelein aantreffen, die samen met iemand voorbereidingen aan het treffen is voor jeugdelijk ontvangst. Maar kijk rustig even rond, was zijn reactie.
Van een enkel object kunnen we zonder verteld verhaal nog iets zelf maken. Van andere objecten is het raden vanwaar ze komen.
Als eerste tonen we een wit (geschilderd) gevelsteen met daarop drie onleesbare wapens waarboven het jaartal 1613 vermeld staat.
Aan een muur treffen we een fors modelschip aan.
Ook aan de muur zien het opengewerkt pand aan dat ons in de "Gouden Leeuw" de Pauskamer toont.
Enigszins verstopt staat op de grond een hardstenen reliëfversiering uit een boogtrommel of timpaan.
De steen is in 1976 ontdekt door J.C. Sieliakus, de eigenaar van de dierenspeciaalzaak "Natura" te Stellendam die met zijn gezin in maart 1971 vanuit Zwijndrecht naar Goedereede waren verhuisd, in nota bene de Grevelingen. Op dat moment stond het waterpeil in de afgesloten Grevelingen extreem laag, zodat de steen in het dijktalud zichtbaar werd.
In de periode tussen 1400-1800 heeft men telkens dijkverzwaringen aangebracht. Het zal op enig moment zijn toegevoegd.
Wanneer hij later met een journalist de vindplaats van "de mannenfiguur met muts, jack met pofmouwen" wordt bezocht, treffen ze op weg er naartoe nog een soortgelijk, maar kleinere steen aan. Deze blijkt een afbeelding te tonen die ook al sinds jaar en dag als stoepsteen voor het huis van de familie Tanis in de Achterstraat ligt. De afbeelding daarop vertoont het Bijbelse verhaal dat Kaïn Abel vermoordt. Blijkbaar waren er twee exemplaren van
84.
Welk verhaal de man op de steen met wambuis - waarvan de mouwen duidelijk zichtbaar zijn ingesneden waardoor de (veelal) witte voering te zien is - wil vertellen, is niet duidelijk. Misschien duidt de ronde steen, ter grootte van een bowlingbal, tussen beide handen op een militaire activiteit en verbeeldt de desbetreffende man een geus. We zagen eerder de geus Entens ook met zo'n wambuis geschilderd
85.
Het doet wel het vermoeden rijzen dat beide stenen boven een deur hebben gezeten. De ene steen kwam mogelijk uit het afgebroken schip van de kerk en deze, hier getoond, heeft misschien in deze toren of in een van poorten gezeten - een gedachte dat algemeen wordt gedeeld
86.
Ook treffen we een schilderij aan met daarop de inmiddels besproken Adriaan. Dit is een kopie naar een origineel van Jan van Scorel (1495-1562) dat gemaakt werd op 25-05-1523. De maker van dit exemplaar heeft zijn werk niet gesigneerd, zodat we niet kunnen zien wie het gemaakt heeft of wanneer het gemaakt is.
In de vitrinekast staat een model van de kerk en toren, zodat we een beeld kunnen krijgen van het gebouw toen het nog in volle glorie er stond.
Het grootzegel van de stad kunnen we hier ook bekijken. Het museum kreeg het van de gemeente Goeree-Overflakkee - naast andere objecten - in bruikleen
87.
Deze grootzegel vormde tevens de basis voor het nieuwe gemeentewapen per 1992. De toegevoegde kroon - om mogelijke verwarring met het wapen van het voormalige Waterschap Goeree-Overflakkee - is ontleend aan Caarte der stadt Goede Reede en haar onderhoorende polders. Bij Koninklijk Besluit van 17 oktober 1991, nr. 91.008039 is dit vastgesteld
88.
Het miniatuurbeeldje van de pekwerpende Amasone van JeanMarianne Bremers zullen we straks als Vrouwelijke verdedigers nog vele malen in het groot tegenkomen
89.
De raad had - mogelijk met dit beeldje in de zaal - in augustus 1995 besloten om het beeldje de geduchte Amasone voor ƒ 15.000 te laten maken.
Dhr. Van Oosterom (CDA) gaf bij zijn goedkeuring zelfs een gedichtje:
hoe een vrouwenstoet,
zeer dapper in het strijden,
zich van 's vijands macht een euvelmoed
wist te bevrijden.
Het beeld zal immers onlosmakelijk met Goerees' geschiedenis verbonden blijven, zo is de gedachte
90.
Door vele bewoners wordt ze gewoon Keetje of Keetje van Bekaf genoemd.
Eveneens in de vitrinekast komen we twee stempels tegen, waarmee de oude wapens van de stad gedrukt kunnen worden.
We zien verder ook diverse objecten die we mogelijk kunnen koppelen aan de opgravingen en de daarna gehouden tentoonstelling, ook hier in de toren.
De tentoonstelling "Romeinen langs de Rijn" werd vrijdagmiddag 3 mei 1985 hier in de toren geopend door de provinciaal archeoloog van Zeeland Ir. J.A. Trimpe Burger. Zijn vondsten die hier even verderop zijn gevonden maakten deel uit van deze reizende tentoonstelling. Het zou - tot met mei 1986 - de plaatsen Voorschoten, Goedereede, Dordrecht, Den Haag, Lisse, Rijsburg, Zoeterwoude, Leiden, Katwijk/Valkenburg, Bodegraven, Amsterdam en Rijswijk aandoen
91.
We danken de heren en wensen ze succes met de installatie, waarna we nog even een blik op de toren zelf werpen.
Deze toren, een vuurtoren, kwam in 1512 gereed. De start van de bouw begon in 1472 onder leiding van mogelijk Mechelse bouwmeesters.
Oude rekeningen vertellen dat de toren - net als die van Brielle - "gemaect ende gemetselt bij een mr. genaempt mr. Harman, weesende van Delft ende wordt sulcur noch bevonden in seekere oude reekeninghen, berustent in de secretarie van Den Briel."
De 39½ meter hoge toren wordt gedragen door grote ruwe stukken steen, die op een diepte van 3½ meter op zand liggen
92.
In de toren werd in 1519 een klok van 1850 kilo gehangen. Deze kon gemaakt worden door de oude klokken om te smelten. In het Latijns werd er "Mijn stem is lieflijk, daarom ben ik Maria genaamd. En George Waghevens maakte mij in 't jaar des Heren 1519" op de klok gezet:
Est mea vox grata, quia sum Maria vocata.
Et Georgius Waghevens
Me fecit Anno Domini MCCCCCXVIIII"
Er hangt daarnaast ook nog een kleine klok à 560 kilo van Cornelis Ouderogge (±1599-1672) . Deze is in 1647 te Rotterdam gemaakt.
Hierop staat het volgende te lezen:
Soli Deo Gloria
Cornelis Ovderogge fecit en
D.I.O. Rotterdam 1647
oftewel "Gode alleen de eere, Cornelis Ouderogge maakt mij te Rotterdam in 1647.
Beide klokken kwamen weer terug na de roof door bezetter tijdens de WOII na de gedenkwaardige daden van enkele personen
93.
De toren wordt door niet-dorpelingen ook wel aangeduid als de Goereese Dom94.
We kijken nu naar een gerestaureerde toren, dat tussen 1973 en 1978 plaatsvond. Het Rijk had de toren enkele jaren eerder overgenomen, zodat het Rijk en niet de gemeente de kosten betaalden. Begin oktober 1973 werd de toren in de steigers gezet. De restauratie is uitgevoerd door de firma Huurman uit Delft en stond onder leiding van Ing. J.W.C. Besemer, architect en Hoofd van de afdeling bureau landelijke monumenten van de Rijksgebouwendienst.
Bij de restauratie zijn de 21.000 IJsselssteentjes hergebruikt die waren vrijgekomen bij de afbraak van de boerderij die aan het eind van de Koolweg heeft gestaan en waar sindsdien twee nieuwe dokterswoningen staan
95.
Over de restauratie tussen 1894 en 1895 waren de bewoners ontevreden. Op last van het departement van Waterstaat waren de sierlijke gotische contreforts afgebroken. Men sprak zelfs van vandalisme, wandaad en een "wreed verminkt" monument. Drie van de vier steunberen waren vervangen rechte vierkante pijlers
96.
Voordat het ging dienen als vuurtoren, in het Goerees viertoren, stond er op de toren nog een spits. In deze periode werd de kustlijn gemarkeerd door vuren in de duinen.
In die periode heeft de toren ook al eens in de steigers gestaan. Het werd namelijk ook in 1655 gerestaureerd.
Vervolgens werd de spits verwijderd, zodat een kolenvuur gemaakt kon worden. Hiervoor had men op de plaats van de spits een huisje gebouwd met aan de zeezijde glazen, zodat het vanaf zee door schippers gezien kon worden. Feitelijk had men een soort smidse op de toren gebouwd, inclusief een blaasbalg om het vuur flink aan te kunnen wakkeren
97.
In 1833 werd deze kolenvuur vervangen door een grote lantaarn.
Deze vervanging zorgde ervoor dat er tussen 1 mei en tot mogelijk halverwege het najaar geen licht zal branden op de toren.
De werkzaamheden vielen schijnbaar tegen, want pas op dinsdag 10 december 1833 werd er een lamp ontstoken.
Het kolenvuur die vervangen zou worden door een stilstaand lenticulair lamplicht, werd er een van de tweede grootte. En dit was niet de gewenste bedoeling.
De lens van deze lamp was een uitvinding van Augustin Jean Fresnel (1788-1827).
Pas in de zomer van 1879 werd deze lantaarn vervangen door een licht der 1ste grootte. Om deze werkzaamheden te kunnen uitvoeren, zal de oude worden gedoofd op 4 juni 1879 en vanaf die datum tijdelijk worden vervangen door, iets lager op de toren, een hulplicht.
Op 14 augustus wordt de hulplicht weer gedoofd en zal het nieuwe licht de taak overnemen.
Aan het eind van 1911 zal het door petroleum gevoede gloeilicht worden vervangen door een gaslicht. In de toren zal dan ook een gasketel aangebracht worden
98.
Een voordeel van de vuurtoren was dat schippers op zee zich konden oriënteren. Van de ander kant kon men vanaf de toren ook de scheepvaartbewegingen waarnemen. In tijden van vijandigheden, werden dan ook regelmatig vanaf de toren oorlogsschepen waargenomen, waartegen dan eventueel actie op ondernomen kon worden
99.
Na de restauratie van 1978 werd overeengekomen met het Streekmuseum, dat er in de toren een dependance van het museum zou komen. Die zou echter wel op zondag gesloten blijven. Om namelijk bij de toren te kunnen komen moet iedereen over pad dat in bezit is van de kerk. Zodoende kon de kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente bedingen, dat het museum en torenbeklimming op zondag gesloten zou blijven
100.
Ing. J.W.C. Besemer zou op vrijdag 21 april 1978 nog een keer terugkomen om een causerie, een luchtige uiteenzetting te houden over de historie van toren. Met behulp van dia's zal hij iets over de vormgeving en de restauratie uit de doeken doen
101.
De officiële opening van de toren vond pas plaats op zaterdagmiddag 24 juni 1978 door Prinses Beatrix, Prins Claus en hun jongste zoon Constantijn. Ze waren met de Groene Draeck naar de Deltahaven komen varen.
Ir. F.C. Faber, directeur Hoofdafdeling Bouw Rijksgebouwendienst gaf als openingsritueel de sleutel van de toren aan burgemeester Van Velzen.
In de toren, waar de officiële opening plaatsvond, was vanzelfsprekend geen plaats voor de alle honderden geïnteresseerden. Slechts de direct betrokkenen gingen naar binnen.
Burgemeester Van Velzen uitte zijn blijdschap over de restauratie van de toren, dat zo'n 6 miljoen gulden had gekost. Maar ook de restauratie van de andere panden als onderdeel van het sinds 1974 beschermde stadsgebied werden benoemd. "Restauratie bedoelt niet alleen het opknappen van oude gebouwen. Monumenten mogen geen stoffelijke resten zijn uit het verleden maar moeten vitale onderdelen zijn van de huidige maatschappij", zo citeerde hij uit de doelstellingen van de Stichting Stad Goedereede - een stichting die hij zeer waardeert.
Zilveren gedenkpenning (ø 50 mm) t.g.v. de restauratie van toren te Goedereede.
Goedereede | Zingend herrezen - In schoonheid geprezen | 1467-1978
Prinses Beatrix opende de toren door een druk op een knop, waarmee het carillon het openingslied ging spelen en de melodieën van het klokkenspel over stad deed galmen. Na een rondleiding kreeg de Prinses uit handen van A. v.d. Windt een zilveren gedenkpenning aangeboden, die was geslagen ter gelegenheid van torenrestauratie.
De ontwerper van deze penning is A. van der Windt. AW. kunnen we als initialen terugvinden op de penning. De medailleur is H. van Bommel.
De penning is met een oplage van 1000 stuks geslagen bij Koninklijke Begeer bv in toen nog Voorschoten.
De jaartallen geven het startjaar van de bouw van de toren en het eindjaar van de restauratie aan. Op de keerzijde staat het wapen van Goedereede dat wordt omringd door vroegere wapens van de gemeenten Ouddorp, Goedereede en Stellendam. Tussen deze wapens worden de huidige bronnen van inkomsten verbeeld: visserij, veeteelt, recreatie.
De verkoopprijs van deze penning met een doorsnede van 50 mm en 925/1000 zilvergehalte is gesteld op ƒ 76 (nu € 34,50 - met een zilverprijs inkoopwaarde à € 27,50). Uiteraard bepaald niet de zilverprijs de waarde, maar de artistieke uiting van dit dubbelzijdig kunstwerkje van H. van Bommel
102.
Henk van Bommel is beeldhouwer, stempelsnijder en medailleur, waarbij hij monogrammeert als HVB en werd als Hendrikus Johannes Hubertus Bommel in Den Haag op 1 januari 1938 geboren. Hij genoot zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten Den Haag. Hij werkte als zodanig dan ook bij Koninklijke Begeer B.V.
103
We vervolgen de wandeling door Het Klooster naar de Nieuwstraat. Klôoster is al een heel oud straatje, al is dat niet meer aan de gebouwen aan de straat te zien, deze zijn allemaal vervangen door nieuwe
104.
Het Kadaster gaat er echter vanuit dat het pand op nummer 1 - waarbij opgemerkt wordt dat nummering niet oploopt vanaf de toren gezien, maar juist afloopt - oorspronkelijk uit het jaar 1730 komt
105.
Nummer 6 in de straat maant de wandelaar op ook iets te doen aan de (plastic) troep die we tegenkomen, door het simpelweg op te rapen.
Aan einde (en voor wat betreft de nummering aan het begin) van de straat krijgen we bijna volledig zicht op de toren.
Aan het einde (en numeriek gezien nu ook weer aan het begin) van de Nieuwstraat zien we op het pand graffiti aangebracht. Het oogt als een kat en vrouw, dus we gaan het even van dichtbij bekijken.
Het blijkt inderdaad zoiets te zijn en zo goed als in een beweging aangebracht.
De zichtbaarheid van deze kunstuiting zal van korte duur zijn. Het was namelijk speciaal aangebracht ter gelegenheid van de Kunstroute Goedereede 2020 door Roesja Trimbos (Noordwijk, 1983) op haar woning.
Haar handtekening "de afmeting van de doeken is een onderdeel van de uitdaging die zij zoekt en die nodig is om het proces van schilderen in een van 'flow' te kunnen uitvoeren" kunnen we hierin dus ook terugvinden.
Ze werkte onder meer samen met Krijn de Koning 106.
Wanneer we haar ander werk doornemen komen we de werken Trudy, Trudy 2 en Oorzaak tegen, die in die volgorde steeds abstracter worden of lijken te worden, misschien verduidelijkt door het in het Engels vertaalde Nederlandse begrip samenvatting, abstract.
De aangebrachte graffiti zal mogelijk een soortgelijke (voor ons onbekend blijvende) voorgeschiedenis hebben.
Bij Oorzaak geeft iemand een commentaar met een zin vrij naar Bert Schierbeek: "Dit is niet leuk maar wel heel mooi. Als je het begrijpt is het nog mooier." Dit maakt bijna de cirkel rond naar het gedicht van Schierbeek dat we in Ooltgensplaat bespraken
107.
Op haar "aan het werk"-pagina komen we erachter hoe het werk, waarna we kijken, is ontstaan. Het blijkt niet om uit de hand gespoten graffiti te gaan. Het beeld is ontstaan uit een stuk stevig papier of karton, waaruit het aan te brengen beeld is weggehaald, zodat als een sjabloon kan dienen
108.
De Nieuwstraat moeten we natuurlijk in historisch perspectief plaatsen, want vanuit ons leefmoment is er weinig nieuw aan de straat. Het staat als weg op de oudst bekende kaart van Jacob van Deventer ca. 1550 ingetekend. Maar zal ten opzichte van de toren en kerk (iets) later - dus nieuw - aangelegd zijn.
Gezien de bouw van de muren en grachten, lijkt het een ideaal moment om er net als elders afgesloten ruimtes of opslag et cetera in de muren te maken.
De kaarten aan het einde van de zeventiende eeuw geven geen eenduidig beeld van de aanwezigheid en ontbreken van de straat. De straten aan weerszijden van de haven waren er toen echter wel al, waardoor we enigszins kunnen duiden waaraan we moeten denken bij nieuw in de Nieuwstraat.
De oudste panden aan de huidige Nieuwstraat staan aan de even zijde van nummering van de straat. Aan de andere zijde stond immers de stadsmuur.
Aan de oneven zijde staat het oudste pand (rond 1800) naast de Molenpoort. De drie anderen zijn van ongeveer een eeuw later. Ze staan tegenover de Vroane en naast de Spuidijk. De voorlaatste bij de Spuidijk is dus het pand van Roesja Trimbos.
Aan deze zijde zal ook het poortje - Staeketsel - gestaan hebben in de stadsmuur dat door de ouderen Stanketsel werd genoemd, dat een vernoeming is naar een versperring van houten palen die vroeger als palissade op een stadswal werden gebruik.
Tot 1579 blijkt dat Goedereede een stem had in de Statenregering: een afvaardiging van een der burgemeesters met een lid uit de raad nam deel aan de vergadering. Daarna lukte dat niet meer en in 1609 werd voor het laatst een afgevaardigde gezonden. Dit was dan ook een belangrijke vergadering, het Twaalfjarig Bestand werd behandeld.
Vervolgens verdween 'de goede reede' door aanslibbingen en plaatvorming en daarmee ook de aantrekkelijkheid voor (rijke) kooplui. De haven werd - zoals we inmiddels weten - steeds langer. Langzamerhand werd de stad een landbouwdorp. Het verval trad in.
De verdediging van het eiland werd vanaf de achttiende eeuw geregeld met behulp van kustbatterijen. Tot 1894 stond er nog een aan de havenzijde bij de Kinderdijk. De restanten werden gebruikt voor het verhogen deze dijk in de strijd tegen het hoge water
109.
In de jaren 30 van de twintigste eeuw werd Goedereede onomwonden in verval gezien. Sic transit gloria mundi mocht er bij de toegangen op borden geschreven worden: zo gaat de heerlijkheid der wereld voorbij
110.
Begin jaren zeventig had de burgemeester van Goedereede, H.J. Smith (1922-1987) er nog weinig fiducie in, dat het met deplorabele staat van vele panden in sommige straten nog goed zou komen. Hij pleitte voor nieuwbouw. "Mooie frisse nieuwbouw, daar komen jonge mensen op af, die vieze schuren in de Nieuwstraat en de Molenstraat kunnen dan meteen tegen de vlakte. Nieuwbouw! Dan pas spelen er weer kinderen in deze straat."
111
Dit zwaard van Damocles was een doorn in het oog van vele inventieve mensen, zowel autochtone bewoners als de nieuwe bewoners - in deze tijd aangeduid als 'import' - dat de koppen bij elkaar staken in een zeer lange nachtelijke bespreking in de Pausenkamer in de Gouden Leeuw. Dit leidde tot de oprichting van de Stichting Goereese Gemeenschap in 1971. De stichting bereikte onder meer de bescherming van stads- en dorpsgezichten, waarmee de nieuwbouwplannen bij voorbaat in de koelkast gezet moest worden. En waar het absoluut nodig was, werd in het straatbeeld passende nieuwbouw gemaakt. Verder er gezorgd dat de panden weer opgeknapt werden, met het uiterlijk van voorheen, maar met het comfort dat in die jaren gold
112.
In de Pieterstraat, waarin we verder wandelen, is de situatie ook fijn opgeknapt, fleurig zelfs. De panden werden, voor zover mogelijk, door de jaren heen door de mensen zelf, met subsidiehulp of door de Stichting opgeknapt. Halverwege de jaren '70 van de twintigste eeuw, toen het eerste pand van import was opgeknapt, kwamen er bloembakken aan de gevel. Vervolgens plaatste iemand anders potten op de stoep. Langzaam groeide de fleurigheid in zijn vele variatie. Franse hanggeraniums, geurende rozen, grootbloemige kleurige begonia's, fuchsia's. Ook de grauwe gevels kregen her en der naast baksteenkleur ook witte gevel - in een middagje gedaan. "Moge Goedereede nog eens zo beroemd worden als 't dorp Thorn in Limburg met zijn witte geveltjes en zijn vele bloemen." De toon is in ieder gezet in deze Pieterstraat.
Wanneer we er zo'n halve eeuw later doorlopen treffen we nog vele potten met vele soorten planten en bloemen aan. Ook staat op de stoepen een bankje in vele vormen en groottes, waarop de bewoners buiten kunnen leven en keuvelen
113.
De Pieterstraat brengt ons naar de Markt. We kunnen hier zelfs aan het water op terras zitten van De Gouden Leeuw en wat drinken. Dat gaan we dan ook zo doen, maar eerst nog even onze blikken rond dit pleintje laten gaan.
Onze blikken worden als eerste getrokken door een fascinerend dieptespel aan de overzijde van het bruggetje richting Z.Z. Haven. Fraai herstelde panden staan hier, waarbij de straatnaambordjes Toepad en De Pad tot de verbeelding spreken wanneer we op het bruggetje staan.
Opgemerkt wordt dat De Pad op de Kadastrale kaart 1811-1832 nog "Het Pad" of "Korte Zuid Zijde" genoemd wordt
114.
Z.Z. Haven 2 (16252) is een huis met zadeldak tussen puntgevels, waarvan die aan de voorzijde gepleisterd is. Het is gebouwd tussen de zeventiende en achttiende eeuw. Het heeft een stoep met palen. De stoep wordt aan de zijkanten met sierlijk ijzerwerk afgescheiden van de openbare weg. Aan de straatzijde gebeurt dit door twee lagen horizontaal geplaatst ijzerwerk.
Het pand op Z.Z. Haven 1 (16248) staat aan het water, bij de Spuisluis. Beide pandjes lijken oud, ze zijn oorspronkelijk dan ook gebouwd in achttiende eeuw. De brugwachtershuisjes zijn echter in 1958 herbouwd. Vanwege hun belangrijke ligging naast de brug toch erfgoed. Beide pandjes hebben zadeldaken en puntgevels met vlechtingen.
Het huisje had in 1958 het adres Haven 143
115.
Op de splitsing Toepad en De Pad staat een van de oudste panden op Toepad 1 (16247). Het is gebouwd in 1482, direct na de grote stadbrand in datzelfde jaar. Het pand heeft moer- en kinderbinten, waarbij de moederbalken van muur tot muur gaan en de kleinere kinderbalken dwars over de moederbalken liggen, waarop vervolgens de vloerplanken weer (van muur tot muur) dwars gelegd zijn. Ook dit pand heeft een zadeldak tussen puntgevels.
Burgemeester Smith vond ook deze panden aan het Toepad en De Pad als een molensteen om de nek van de gemeente hangen. Restauratie, zou immers huurstijging betekenen, zodat de kapitaaldienst van de gemeente extra zwaar zou worden belast. Het pand was weliswaar in 1964 aangekocht, omdat het samen met het buurpand aan De Pad zijn bestemd voor restauratie. De koop van het laatste pand was echter nog niet gelukt. Toepad 1 werd onbewoonbaar verklaard, zodat verdere bewoning werd uitgesloten. Tien jaar later verkocht de gemeente het onbewoonbaar verklaarde pand aan de Stichting Stad Goedereede voor ƒ 6200.
In maart 1977 was het pand opgeknapt en van binnen gemoderniseerd. De Stichting biedt het vervolgens te koop aan - bij voorkeur aan een inwoner - voor eigen bewoning. Hetzelfde geldt voor het buurpand. Aanmelding kunnen gericht worden aan de Stichting, dat gevestigd is in het pand De Pad 3
116.
Vanaf de sluisbrug krijgen we ook zicht op het Spui. Een lichte knik en bosschages belemmeren ons het zicht op deze waterbuffer, dat de Haven kan ontslibben. Deze Spui was gelegen tussen de Spuidijk (dat aansluit op de Nieuwstraat) en de Mariadijk, waarover we zo meteen nog zullen gaan wandelen.
Vergelijking Spui 1698 met 2025
Detail van "Caarte der Stadt Goedereede en haar onderhoorende polders" / H. v.d. Dyck
2218 - Kaart van de stad Goeree en onderhoorige polders. - 2-6-1698
bron: Nationaal Archief: 4.VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870). - NL-HaNA_4.VTH_2218 - (CC0)
en GoogleMaps
Opmerkelijk genoeg ligt - of actueler gezegd, lag - de echte Spui, oudtijds 't Speuye, aan het einde van de Mariadijk, in de volksmond Moarsdiek en oudtijds Den Vrouw Marie Dyck.
Ter hoogte van de Middeldijk, oudtijds Den Middel Dyck lag een brug tussen Den Speuy Dyck en Den Vrouw Marie Dyck.
Deze brug droeg de naam De Roo Huys Brugge. Wij zullen hier straks het Gemaal Witte Brug uit 1955
117
aantreffen, maar hebben geen erg in een brug.
De oorspronkelijke Witte Brugge, die later Plasbrug werd genoemd, werd in 1730 tussen de opnieuw verstevigde dijken over het spui gelegd
118.
Het spui was is in deze periode, door de vele inpolderingen, verworden tot een voorraadspui van polderwater, dat hiernaartoe werd geleid. Dit polderwater werd gebruikt om op het juiste moment de haven en buitengeul op diepte te houden
119.
De gorzen en slikken rondom Goedereede werden vanaf de zestiende eeuw ingepolderd. Aan deze west- en zuidzijde werd een eerste poging van de Plas (De Groote Plas) gedaan in 1546, waarna het in 1555 succesvol werd bedijkt. In 1591 volgde Oud-Westerloo (Out Wester Loo). Dit werd in 1611 uitgebreid met Nieuw-Westerloo (Nieuw Wester Loo). Het deel van de oude stadgracht werd onder de naam Altena (Alte Naa) in 1631 drooggelegd. Verder naar het zuiden volgde in 1653 de Grote Zuiderpolder (Den Suyder Polder).
Zowel Nieuw Wester Loo als Den Suyder Polder zorgden voor een verlening van de oorspronkelijke binnen de Waterpoort gegraven haven. De nieuwe polders - aangelegd na 1591 - spuiden direct op de verlengde haven
120.
De historisch naam De Roo Huys Brugge verwijst naar 't Roo Huys, dat tussen Den Vrouw Marie Dyck en Den Jonckers Dyck en zodoende aan 't Speuye stond. 't Speuye maakt tegenwoordig deel uit van het grotere Natuurreservaat Koudenhoek.
Van 't Roo Huys is geen spoor meer te vinden. Zou deze (deels) onder de Parallelweg en Provincialeweg N57 zijn verdwenen? Ook Den Craling Dyck lijkt geslecht te zijn.
Daarentegen kunnen we Den Jonckers Dyck, of ook wel Koedijk genoemd, nog goed in het landschap terugvinden.
Volgens A.J. van der Aa, dat zijn Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden in 1847 uitgaf, zou het Roohuis "voor eenige jaren gesloopt" zijn. Echter de "Kadastrale kaart 1811-1832" toont ook al geen boerderij meer. De boerderij hoorde toen bij de Plas-Polder, dat merkwaardig genoeg "voorheen eene afzonderlijke heerlijkheid uitmaakte, werd eerst in het jaar 1546 bedijkt, vloeide onder den 14 Januarij 1551, werd voorts op nieuw ter bedijking uitgegeven door Keizer Karel aan Sebastiaan Theems en consorten, op den 2 December 1553, om toen binnen twee jaren te worden bedijkt." [...] Het "heeft geen bestuur, als wordende door de Ingelanden zelve geadministreerd, en wordt door eenen sluis, op de haven van het overtollige water ontlast."
De genoemde Sebastiaan Theems en consorten blijken Govert en Mercelis van Doern en Sebastiaan Gheens - zoals door G. Jongejan in zijn in 1823 uitgegeven boek Beschrijving van het eiland Westvoorn, meest bekend onder den naam van: Eiland Goedereede al aangaf - te heten. De eerste bedijking in 1546 leverde een polder op van 217 gemeten. De latere herbedijking van vermoedelijk 1554 bedroeg slechts ongeveer 62 gemeten
121.
Wie deze Sebastiaan Gheens, Govert van Doern en Mercelis van Doern zijn, waar ze vandaan komen en hoe het mogelijk is om er afzonderlijke heerlijkheid van te kunnen maken, kunnen we niet achterhalen
122.
Er is echter al eerder sprake van inpoldering dat we nu Polder De Plas noemen, namelijk in 1395, 1409, 1462 en 1473, maar tot daadwerkelijke inpoldering kwam het niet
123.
Aan de andere kant van het Spui staat de oude smederij, dat - samen met op Markt 6 geadresseerde pand (16185) - tegelijkertijd is gerestaureerd met het sluishuisje in 1958. In de voorgevel treffen we de jaarankers aan, waarop we 1794 kunnen lezen.
Ernaast staat het bijbehorend pand dat oorspronkelijk stamt uit het eerste kwart van de zestiende eeuw. In de achttiende eeuw is het inwendig verbouwd met gotische sleutelstukken, muurstijlen en korbelen. Het heeft een zadeldak tussen puntgevels, waarvan die aan de voorzijde is gewijzigd, eveneens in de achttiende eeuw. Het heeft een geprofileerde waterlijst, gemaakt van een harde en zeer weervaste kalkhoudende zandsteen dat nabij Gobertange gewonnen wordt. Het heeft een gesneden deurkalf
124.
Tot 1794 werd de smederij gebruikt als woonhuis. Het is in dat jaar omgebouwd tot werkplaats voor het smidsbedrijf. Het pand stamt al uit de vijftiende eeuw, waarbij de bouw na de stadsbrand van 1482 mogelijk een goede indicatie zou kunnen zijn
125.
Voor de smederij treffen we een travaille aan.
De geschiedenis van deze smederij gaat al enige tijd terug.
Voor 1900 was dit het terrein van de familie Kuijper. Smid Kuijper vond het toen tijd om te stoppen, horen we uit de mond van Jaap van Wijk oftewel Jaop de Kluute tijdens het eeuwfeest van smederij Van Wijk.
Zijn knecht, Cornelis van Wijk wilde de zaak wel voorzetten. Na het overlijden van de smid wilde zijn vrouw, weduwe C. Kuijper de smederij en flink woonhuis verhuren of verkopen. Cornelis van Wijk huurde aanvankelijk het pand voor ƒ 1,50 per week, om het later te kopen.
Cornelis van Wijk (Goedereede, 3-3-1873 - Dirksland, 3-10-1969) huwde op 8 september 1905 in Goedereede met Klaasje Bakelaar, waarmee hij acht dochters, een zoon, een dochter en nog een zoon kreeg.
Zoals bekend werkten ook veelal de kinderen mee. Van dochter Jans is bekend dat zij zelfs even goed de paarden besloeg, maar ook met gemak de hoogste ladders bekom om goten te solderen.
Van Cornelis is ook bekend dat hij een kundig schaatsenmaker was. Hij maakt de schaats van driesporenstaal. Hij gebruikte hiervoor staal dat uit Zweden komt.
Het ijzer wordt in dit geval eerst gekloofd, zodat het staal erin geplaatst kan worden. Daarna wordt het geheel geweld in smidsevuur.
Hij maakte en verkocht er jaarlijks zo'n 15 tot 20 paar op het hele eiland.
Dit waren eerst vooral zogenoemde krulschaatsen, met rechte stapel - het (veelal houten) deel waarop de voetzool op rust - en twee riemgaten. De ijzers lopen iets door bij de hak.
Na 1925 komen de schoonrijschaatsen in de mode. De stapel wordt dan meer voetvormig aan het ijzer gezet.
Omdat beide zoons, Jan en Chris, samen het bedrijf na de oorlog voorzette, blijk dat twee kapiteins op een schip voor hun niet werkt. Chris trad daarom uit.
Jan van Wijk (1922-) trouwde op 12 december 1946 - na tien jaar verkering - met Jans van Heest en kreeg twee zonen en twee dochters. Zoon Jaap kwam, naast al eerder aangenomen personeel, op 16-jarige leeftijd in het bedrijf werken. Maar ook zoon Kees werkt er, waaruit blijkt dat het kennelijk toch mogelijk is.
Wanneer Jan terugkijkt op zijn werkzame leven spreekt hij over het 'echte smeedhandwerk'. Op deze manier heeft hij het gemeentewapen gemaakt, dat nog op het gemeentehuis van Goedereede prijkt. Dit had hij eigenhandig in de avonduren in de kelder van de smederij gemaakt en kwam om niets in handen van de gemeente. Ook het wapen van het Waterschap Goeree-Overflakkee komt uit zijn handen.
De uitdijende werkzaamheden noodzaakte het bedrijf om te verhuizen. Ze kochten in 1977 de ouwe schole.
Toen Jaap van Wijk - met net als zijn voorgangers 'De Kluute' als 'familiebijnaam' - de touwtjes in handen had gekregen, moest er opnieuw verhuisd worden, vanwege de uitbreidingen. Ze waren in staat om het terrein van het stoppende appelteeltbedrijf Van Holten aan de Provincialeweg over te nemen en de boomgaard om te zetten tot industrieterrein, waarop ze sinds 1995 floreren.
Jan van Wijk weet te vertellen hoe de familie aan hun familiebijnaam is gekomen: "Mijn vader [dit is Cornelis van Wijk] had een oom die wat meer verdiende en daarom ook nette pakken had waar hij mee uitging. Dat wilde mijn vader ook wel en toen die oom niet thuis was deed hij deze nette kleren van hem aan. Dat gaf wel problemen toen die oom plotseling thuiskwam en vroeg waar de kleren gebleven waren. Mijn oma [dit is Cornelia Sperling, de vrouw van opa Krijn van Wijk] antwoordde toen: 'Die zullen wel door dat kleine kluutje zijn meegenomen.' En zo is mijn vader aan die bijnaam gekomen."
Mogelijk wordt met oom, de oom van Jan bedoeld, tenzij de broer van Jan zijn oma ook in hetzelfde huis woonde.
Jan van Wijk zijn opa en oma zijn van vaders kant smid Krijn van Wijk en Cornelia Sperling en van moederszijde Jan Bakelaar en Dina Hoogmoed.
Krijn en Cornelia trouwen op 29 juli 1864 te Ouddorp krijgen zes kinderen:
Christianus (1864-1888),
Arentje (1867-),
Arnoldus (1869-) x1896,
Adrianus (1871-) x1902,
Cornelis (1873-1969) x1905,
Gertrui (1875-).
Hieruit blijkt dat Jan van Wijk drie ooms aan de Van Wijk-kant had. Cornelis zijn twee andere broers trouwden beiden ook en zullen dus niet in aanmerking komen.
Jan Bakelaar en Dina Hoogmoed trouwden op 27 mei 1880 in Goedereede en kregen ook zes kinderen:
Marinus (1880-) x1903,
Maria (1882-),
Klaasje (1885-),
Neeltje (1888-),
Pieter (1891-) x1912,
Cornelis (1894-) x1916.
Hieruit blijkt dat Jan van Wijk ook drie ooms aan de Bakelaarszijde had, die allen trouwden.
Samengevat blijft er geen oom over, die mogelijk bij zijn (schoon)zus Klaasje Bakelaar ging wonen toen Klaasje Bakelaar met Jaap van Wijk getrouwd was. In deze redenatie gaan we er wel vanuit dat getrouwde stellen in hun eigen onderkomen woonden
126.
Sinds 2008 heeft de zoon van Jaap van Wijk, Martin van Wijk de zaak overgenomen, waarbij zijn broer Arie als werktuigkundige in de constructiepoot van het bedrijf actief is en leiding heeft over de ontwerpafdeling voor innovatieve ontwikkelingen, vooral in de visserij. De vrouw van Martin, Marianne doet de financiële zaken van het bedrijf.
127.
Nadat het installatiebedrijf Vroegh & Hobbel in Oostvoorne zich in 2018 aansloot bij Van Wijk, komt op 11 september 2021 het moment om groter te groeien onder de vlag van Hoppenbrouwers Techniek. Ook Hoppenbrouwers Techniek startte ook zo'n eeuw geleden als eenmanszaak
128.
Groeien naar een nationale grote heeft uiteraard gevolgen voor de informatiehuishouding van zo'n bedrijf en de organisatie daarvan, immers de inhoud van de hoofden van de enkele hoofdrolspelers zijn niet beschikbaar voor de beoogde duizenden medewerkers. Dit dient wel verzorgd te worden!
Feitelijk komt hiermee ook binnen vier generaties Van Wijk: Cornelis van Wijk, Jan en Chris van Wijk, Jaap van Wijk, Martin en Arie van Wijk een einde aan het familiebedrijf.
Meester Smid C. Kuijper zocht - vanwege toevallige omstandigheden met spoed - in de zomer van 1894 een smidsknecht. In februari van dat jaar, had hij ook al een advertentie geplaatst, waarin hij een aankomend Smidsknecht (P.G.) zocht, die bekend is met boerenwerk en hoefbeslag. Hierop zal Cornelis van Wijk toen gereageerd hebben, waardoor het familiebedrijf Van Wijk uiteindelijk kon starten
129.
Smid Cornelis Kuijper overleed echter al kort daarop, namelijk op 14 november 1894 's ochtends vroeg rond vier uur in huis numero twee. Cornelis Kuijper werd 63 jaar en was getrouwd met Pietertje Tanis.
Hij was een zoon Joost Kuijper en Jacoba Goedknegt
130.
Cornelis Kuijper werd in Goedereede geboren op 1 januari 1831. Zijn vader was toen 46 jaar en smidsknegt
131.
Joost Kuijper en Jakobaa Goedknegt - met deze namen tekenen ze hun akte - trouwden op 28 mei 1813 te Goedereede. Joost was toen 28 jaar en smidsknegt.
De grootouders van Cornelis Kuijper en ouders van Joost Kuijper waren Jacob Kuiper en Pieternella Roos. Zij waren in Goedereede op 12 februari 1783 met elkaar getrouwd.
Joost Kuijper is op 13 februari 1785 te Goedereede geboren zijn. Hij overleed op 28 februari 1862
132.
Laten we ook nog even kijken naar het gezin van onze meestersmid Cornelis Kuijper.
Cornelis Kuijper en Pietertje Tanis trouwden op 26 februari 1869 in Goedereede.
Ze kregen negen kinderen:
Jacoba (1869-1872) x1899,
Teuntje (1871-1963) x1896,
Jacoba (1873-1952) x1899 - de moeder van Cornelis Iman Holleman ,
Joost (1875-1875),
Jannetje (1876-1963) x1905,
Joost (1879-1908) x1901,
Cornelia (1881-) x1904,
Jacob (1883-1921) x1912,
Maartje (1886-1887).
Pieterje Tanis, die het pand en smederij uiteindelijk aan de knecht Cornelis van Wijk verkoopt, komt op 82-jarige leeftijd te overlijden in Rotterdam op 7 juni 1926
133.
In de Kadastrale kaarten 1811-1832 komen we tegen dat Bastiaan Schrick hier hoefsmid was
134.
Ook was hij in de periode 1811-1813 een kiesgerechtigde burger te Goedereede
135.
Bastiaan Schriek, zoon van Jan Schriek en Maijke de Wit, (Nederduits gereformeerde gemeente) gedoopt op 29 maart 1767 te Meeuwen (N-B), trouwde op 14 november 1828 in Goedereede met de te Middelharnis op 26 maart 1798 geboren Adriaantje Tiebout.
Hij was toen weduwnaar van Pieternella Roos, die op 2 mei 1825 te Goedereede was overleden in het huis no 108 aan de markt.
Zij was een dochter van Jan Roos en Neeltje Bakelaar en geboren op 17 februari 1762 en werd tien dagen later gedoopt.
Ze is 63 jaar geworden.
Bastiaan Schriek was bij het overlijden van Pieternella 57 jaar en smit. Hij deed samen aangifte met smitsknegt Joost Kuijper (39), de zoon van Pieternella
136.
De vader van Joost Kuijper en man van Pieternella Roos is Jacob Kuiper. Jacob is in Nieuw-Beijerland geboren. Hij is Goedereede begraven op 18 mei 1801 en op 15 mei overleden. Hierna hertrouwde Pieternella Roos met Bastiaan Schriek. Na het overlijden in 1825 van Pieternella hertrouwde Bastiaan Schriek - zoals al gezegd - op 14 november 1828 met Adriaantje Tiebout. De volgende dag kreeg ze een kind, maar deze overleed nog voordat het was ingeschreven in het geboorteregister. Op 16 november werd het kind als overledene geregistreerd
137.
Met deze gegevens en wetenswaardigheden kunnen we geen conclusie trekken wie in 1794 het woonhuis ombouwde tot smederij.
Ook is niet duidelijk geworden wanneer het grotere woonhuis ernaast samenvoegt tot een geheel.
Op 22 april 1840 verkoopt Bastiaan Schriek land aan Adrianus Goekoop.
Zelf overleed Bastiaan Schriek op 19 juni 1853 te Goedereede, 86 jaren oud
138.
Vanaf de brug laten we onze blik verder glijden over het plein. Aan de overkant vallen meteen Markt 7, het voormalig Stadhuis (16178) en Markt 11, het Hotel "De Gouden Leeuw" (16180) op. We zullen dit straks van dichtbij gaan bekijken.
Dit zal ook voor de fraaie havenkom en haven gaan gelden, maar eerst gaan we aan het water op het terras zitten, om iets te drinken, te eten en van het uitzicht genieten.
Na dit rustmomentje vervolgen we onze ontdekkingstocht door het stadje en lopen weer naar de sluisbrug.
Zoals we inmiddels weten waren de panden naast deze sluis in 1958 gered van de ondergang.
De spuisluis uit 1593 werd vanwege de nieuwe polders in 1719 vernieuwd. De kosten voor dit werk, dat tevens het meerwerk van uitdieping van de spuikom en verlegging en verzwaring van de Spuidijk, werden geraamd op ƒ 45.000. Het werk zou uiteindelijk tussen 1727 en '28 worden uitgevoerd. Het was voorzien van drie paar deuren, de zogenoemde vloei-, midden- en springdeuren
139.
Later zou deze spuisluis gerestaureerd worden, het was in verval geraakt, nadat het in de jaren vijftig van de twintigste eeuw zijn functie was kwijtgeraakt.
In 1985 ging de raad van Goedereede akkoord om de Spuisluis op de lijst van beschermde monumenten te plaatsen aangezien het een uniek of in ieder geval zeer zeldzaam historisch monument is.
Bij besluit van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 17 september 1993 wordt de spuisluis, gelegen tussen de Markt en de Zuidzijde Haven te Goedereede, kad. bek. gem. te Goedereede, sectie A, nr. 1626 (ged.), 1939 (ged.) en 2279, aangewezen als beschermd monument
140.
Dit leidde al snel tot een restauratie van het kunstwerk. Het geraamde bedrag is ƒ 570.000, waarvan de gemeente ƒ 110.000 voor haar rekening moet nemen
141.
Het restauratieplan werd ontworpen door architectenbureau Walraad en Van der Stoep uit Woerden/Brielle.
Sinds april 1996 zijn medewerkers van Aannemingsbedrijf Dijker en Pijl b.v. uit Midddelharnis bezig om dit plan uit te voeren
142.
De spuisluis werd op Open Monumentendag zaterdagochtend 14 september 1996 weer in gebruik genomen, nadat het degelijk en mooi is gerestaureerd.
De overdracht werd officieel gedaan. Hiervoor werd door burgemeester C. Slinke de sluis in werking te stellen.
Om het water hierbij eenmalig door de sluis te laten kolken, had men het waterpeil in de Achterhaven even tijdelijk verhoogd.
De oudere Goereeërs 'misten' alleen nog geplons van de inhoud van de emmers waarop de gezinnen hun behoefte hadden gedaan. De inhoud van deze emmers werden namelijk bij het spuien - in het donker - ook in het water gekiept, zodat dit meteen de zee in kon stromen
143.
Detail Mariapoort van "Caarte vande polder vanden Ouden Oost Dyck in West Voorn" / H. v.d. Dyck
2219 Kaart van den polder den Ouden Oostdijk. - 2-6-1698. A. Coomans
bron: Nationaal Archief: 4.VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870). - NL-HaNA_4.VTH_2219 - (CC0)
We wandelen verder de sluisburg af en gaan via het steegje Toepad, Achterom naar de Mariadijk.
Op het kruispunt met de voormalige Zeedijk die nu de namen Mariadijk en Groenmarkt dragen en Achterom gevolgd door de Tramlijnweg, vertellen de straatnamen de historische verhalen.
Maar allereerst het kruispunt zelf. In het wegdek is met kleuren en legwijze van de wegdekstenen aangegeven waar de Mariapoort heeft gestaan.
Deze - ook wel aangeduid als Vrouw Mary-poort - was zo hoog, dat men wanneer men hier bovenop stond, zelfs over de klingen, de duinen, de oceaan kon zien.
Tussen deze poort liep via het Bekaf een zware stenen muur naar de Waterpoort. Van deze muur bestaat nog steeds een stukje - de Vest (16153 - 16158) - dat alleen van de buitenkant is te zien. Er zijn namelijk huizen tegenaan gebouwd vanaf de Groenmarkt-zijde en de rest zit onder de grond.
In deze van merendeels negentiende-eeuwse woningen - voorheen zonder verdiepingen onder dwarsgeplaatst pannen zadeldak - zijn oude gewelven en kelders.
achtergevels / G.J. Dukker, Gerard (fotograaf). - 02-1980
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 211.361 (CC BY-SA 3.0)
Deze muren hebben een sterke overeenkomst met die van het stadje Buren.
Er zaten de bekende kijksleuven in, waardoor de verdedigers naar buiten konden kijken en schieten. De spaarbogen waren aangebracht om materiaal te besparen en toch hoogte te kunnen maken.
Door onderzoek van restauratie-architect A. van der Zwan in 1980 tijdens werkzaamheden aan het pand Groenmarkt 1, weten we dat er in 1465 144.000 bakstenen uit Moordrecht zijn gekocht en herduun (arduin) steen uit Antwerpen is gekomen om een muur met fundament bij de Mariapoort te maken. De bakstenen hebben de maat 20 x 10 x 6 cm en zijn daarmee beduidend kleiner dan de zogenoemde kloostermop à 30 x 15 x 8 cm . Ze komen daarmee het dichtst bij in de buurt van een huidige straatbaksteen à 20 x 10 x 6½ cm.
Het fundament was aan de buitenzijde vanaf ca 85 cm onder het maaiveld nog volledig bekleed met Gobertanger natuursteen met maat 29-52½ x 30 x 12-12½ cm. Zowel de bekleding van gobertingensteen - dat voorheen waarschijnlijk de hele muur beklede - als de mortelfundering waren nog geheel intact.
Verder werd er vanuit Dordrecht nog kalk aangevoerd.
Onder de fundering werd nog een laag riet aangetroffen. Het was onder andere Gherit Piersz - toen al aardig op leeftijd en woonachtig achter de Aghterstraet - die dit deel van de werkzaamheden voor zijn rekening had genomen. Anderen als Wouter Jansz, Cornlis Heyne, Clays en Adriaen Vodt, Jan Hugesz en de broers Floris Piersz en Gherit Piersz waren bezig met stenen sjouwen en met het fundament bouwen bezig.
stadsgezicht op Goedereede 1512-1591 / onbekend
In de korte periode dat de ommuurde stad 'af' was maakte iemand een fraaie vogelvlucht-tekening van stad waarop we de muur in volle glorie kunnen aanschouwen. Er staat ook een Latijnse tekst, van schijnbaar Cicero, "Nihil semper florent, nihil in sno statu permanento" te lezen dat vertaalt de vergankelijkheid aankondigt: "Niets bloeit eeuwig, niets blijft in zijn permanente staat."
Toen de polders er nog niet waren, stroomde hier langs de buitenkant van de stadsmuur nog het water. In deze muur zaten dan ook stenen ringen waaraan de schepen konden afmeren.
Het restant van de muur is in 1981 aan de ontwerplijst van de beschermde monumenten toegevoegd
144.
Sinds 1591 is de zeezijde ingepolderd onder de naam Out Wester Loo, Oud-Westerloo.
Het zou eeuwen later ook ruimte bieden voor de RTM trambaan, waarop nu de N57 is aangelegd.
Op het driehoekig pleintje - dat de Groenmarkt is - stonden in de jaren twintig van de twintigste eeuw minder bomen dan nu. Zodoende was er toen voldoende ruimte om er voor een paar dagen een schouwburgtent neer te zetten. En zo kon het gebeuren dat de bewoners van Goedereede op zaterdag 4 april 1925 de eerste buitengewone voorstelling van het overbekende toneelspel en drama in vier bedrijven, getiteld De Fabrieksbaas konden aanschouwen, waarna nog een kluchtspel gespeeld werd. De Fabrieksbaas is de Nederlandse vertaling van het door Henry Arthur Jones (1851-1929) in 1889 geschreven stuk The middleman : play in four acts145.
Op nummer 1 van de Groenmarkt wordt vanaf eind 1980 een postkantoor gevestigd. De bouwvergunning hiertoe is op 5 augustus 1980 verleend. Er werd toen tijdens de verbouwing - zoals we hebben gezien - onderzoek gedaan naar de stadsmuur
146.
We wandelen verder de Mariadijk op, dat voorheen het water scheidde van zee en het spui. Zoals net aangegeven, wordt eerst Oud-Westerloo ingepolderd. Het smalle deel tussen De Pad en verderop Spui en de Mariadijk, dat we nu als laagliggend grasland terugzien, zal als Altena in 1631 worden drooggelegd.
Opvallend hierbij is dat de kavellijn van het fraaie dertiger jaren pand met het grasland als een rechte lijn loopt naar de brug van de Spuisluis.
Aan de andere kant van de Mariadijk komen we in de polder Oud-Westerloo inmiddels de Algemene Begraafplaats Goedereede tegen.
Zo goed als volledig overwoekerd door een klimop (het symbool van eeuwigheid en onsterfelijkheid
147) staat er een gebouw op het terrein, waarvan de deur openstaat. De vorm van het gebouw doet denken aan een bunker, dus nieuwsgierig geworden, gaan we een kijkje nemen.
De pilaren van het toegangshek tot de begraafplaats zijn voorzien van bekende zandloper met twee vleugels. In dit geval lijken de vleugels van de funeraire symboliek dezelfde te zijn. Ze duiden op de dagvogel, de duif en refereert daarmee aan psalm 90.
De zandloper is het teken van tijd: het leven komt, het leven gaat, bij dag en bij nacht. Vaak treffen we ook twee verschillende vleugels aan, die van de nachtvogel, de uil of vleermuis en de dagvogel, de duif.
De pilaren van toegangshek - gegoten door de Haagse ijzergieterij De Prins van Oranje - zijn nog steeds de oorspronkelijke uit de tijd dat deze begraafplaats in 1874 is aangelegd. Het verving vanaf dat moment het kerkhof.
Na inspectie blijkt de begraafplaats echter nog steeds niet gebruikt te worden. Het oude kerkhof werd nog steeds gebruikt om te begraven. Gedeputeerde Staten besloot en beviel daarop om het kerkhof per 1 januari 1877 gesloten moest zijn.
De pilaren zijn wel verplaatst naar deze locatie, omdat de begraafplaats tot nu toe tweemaal is uitgebreid. In 1949 kwam dit in de raad ter sprake, al vond men de kosten, zo'n 16.000 gulden op een inwonertal van 1200 wel veel, zeker wanneer er uitgegaan wordt van een uitbreiding van 600 graven voor de komende 30 jaren, terwijl er gemiddeld slechts zo'n 12 begrafenissen per jaar plaatsvinden.
Zo'n 30 jaar later, in 1978, is weer sprake van een uitbreiding. Om deze uitbreiding mogelijk te maken werd begin 1980 een grondruil aangegaan met dhr. M. Witte om in bezit te komen van het naastgelegen perceel. Hierdoor ontstaat er ook ruimte om met de begrafeniswagen het terrein op te komen, wat voor die tijd niet mogelijk was omdat de toegangspoort daarvoor te smal was
148.
Met deze uitbreiding werd het terrein van de begraafplaats tweemaal zo groot.
In 2002 vindt er nog een opmerkelijke verandering plaats op de begraafplaats. Raadslid George Moerkerk uit dat jaar de wens om de begraafplaats rolstoelvriendelijk te maken. Tot dan lag er grint op de paden. Anderen hadden ook geconstateerd dat het met twee man nauwelijks mogelijk was om rolstoel er overheen te rollen. Voor iemand alleen die zichzelf in een rolstoel vervoerd is het onmogelijk om het gewenste graf te bezoeken. Aangezien iedereen het voorstel steunde
149, zien we nu teerpaden op de begraafplaats.
Eenmaal door de toegangspoort bereiken we al snel het gebouwtje. Het doet blijkbaar dienst als attributenopslag van dingen die er nodig zijn bij een begrafenis. Het gebouwtje staat ook te boek als rijtuigschuur. Hierachter staat nog een gebouw, de aula, dat begin 1978 gereedkwam. Het is ontworpen door de dienst Gemeentewerken en gebouwd door de firma v.d. Veer uit Herkingen.
Nu we hier toch zijn, lopen we ook nog even langs de - naar verluidt - oudste graven
150. Hoewel rondom de rotonde voor de rijtuigschuur nu alleen nog bestaat uit gras, liggen binnenin de rotonde nog volop - zoals we snel zullen zien - familiegraven.
De eerste die ons opvalt - we komen uit de Zwijndrechtse Waard - is de zerk van Johannes Coert, die in Ambacht, Hendrik Ido Ambacht op 10 augustus 1829 is geboren. Hij werkte hier in Goedereede als notaris en overleed op 3 februari 1882.
Hij zal hier als een van de eersten begraven worden, zo lijkt het.
Zijn ouders waren Henricus Coert en Neeltje Heinoort. Hij trouwde als 37-jarige notaris op 16 mei 1867 te Nieuwe-Tonge met de 23-jarige Maatje Zaaijer, de dochter van Anthonij Zaaijer en Dingena Vreeswijk. Bij zijn huwelijk waren zijn broers Johan Hendrik, 55 jaar en geneesheer en Jacob 51 jaar en Rafactiemeester (een visitateur van tabak) aanwezig.
Na het overlijden van Johannes Coert, vertrok zijn vrouw Maatje Zaaijer naar Leiden en Den Haag
151.
Het echtpaar kreeg acht kinderen, waarvan er twee zeer jong overleden. De volwassen geworden kinderen huwden allen:
Dingena Cornelia Coert (1868-1947) x
Hendrik Jan Coert (1869-1958) arts x
Cornelia Coert (1870-1872)
Arendina Jacomina Coert (1871-1872)
Anthonij Coert (1872 - Sousse te Tunis, 1939) kunstschilder, directeur Museum De Lakenhal, Leiden x 1908 Annie Cornelia de Jong toonkunstenares ( - Oswiecim te Polen, 1943)
Cornelia Coert (1874-1950) x
Arendina Jacomina Coert (1877-1959) x
Johannes Coert (1878-1962) commies-redacteur x
152.
Er vlak naast liggen de graven van familieleden uit de familie Goekoop.
Het geslacht Goekoop / M.G. Wildeman. - 's-Gravenhage : Centraal Bureau voor Genealogie en Heraldiek, 1914
Het boek behandelt de periode vanaf 1600
De familie is inmiddels al zo'n vier eeuwen stempeldrukkend aanwezig op het eiland Goeree. In die eeuwen vinden we altijd wel leden van familie in bestuurlijke, organisatorische of andere openbare ambten terugkomen.
De oudste familienaam, die bekend is, duidt op wat we tegenwoordig grondverzetter noemen. Hij stond echter bekend om zaken die daaruit voortkomen. Jacob Janse Goekoopsant was onder andere rijsman. Maar hij hield zich ook bezig met het "maken van dammen, het aanaarden van bruggen en ander aardwerk." In een rekening voor werkzaamheden voor de haven uit 1646 komt hij voor als Jacob Jansz. Goekoop. Gedacht wordt dat Goekoopsant een bijnaam zal zijn. Ook treffen we in een rekening zijn huismerk aan, een naar rechts gewende 4
153.
Bijnamen - die later als familienaam zijn gaan gelden - zijn in dit gebied veel voorkomend. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Comtebedde (die we al tegenkwamen als Kom te bedde), Den Eersamen (die we al tegenkwamen als Den Eerzamen), Heerschap (komt ook nu nog voor), De Quaeysteniet, Phinantie en Schijtboter
154.
Familiegraven Goekoop / Armstrong gerelateerd
Deze zerken dragen de namen:
Gerardus Jacobus Goekoop (Goedereede, 21-6-1869 - Goedereede, 29-5-1951)
Anna Gerdina Goekoop (Goedereede, 25-5-1867 - Goedereede, 2-10-1894)
Anna Gerdina Goekoop (Goedereede, 2-8-1817 - Goedereede, 23-1-1895)
Jacomina Arendina Goekoop (Goedereede, 7-8-1861 - Goedereede, 1-7-1940) x Abraham Beijerinck
Cornelia Renetta Armstrong (Sommelsdijk, 21-1-1843 - Goedereede, 1-7-1915)
Hubertha Jacoba Armstrong (Sommelsdijk, 19-12-1837 - Goedereede, 26-7-1922) x David Goekoop
David Goekoop (Goedereede, 16-12-1835 - Goedereede, 25-6-1887) x Hubertha Jacoba Armstrong
155.
Wanneer we genoemde personen op de zerken in een stamboom hebben gevisualiseerd, zien we dat het echtpaar David Goekoop en Hubertha Jacoba Armstrong hier liggen met drie van hun kinderen en dat er van beide een zus begraven ligt.
David Goekoop (1835-1887) werd grossier in dranken
156.
Schuin linksachter de zerken van Goekoop-Armstrong zien we de zerken van twee echtparen, waarbij de begraafplaatsen zijn omringd door een hekwerk.
Ook valt op dat zerken zijn ingelegd met witmarmeren platen, waarin de gegevens zijn weergegeven.
Het eerste echtpaar betreft de burgemeester van Goedereede (van 1879-1904) en Stellendam (van 1880-1904) Marinus Breen en Geertrui Zaaijer.
Hun hekwerk is voorzien van een bijzonder fraai opengewerkte sierknop. De zerk toont boven de marmeren plaat de zandloper met twee verschillende vleugels.
Marinus Breen is geboren in Goedereede op 21 maart 1839. Hij overleed als 65-jarige, ook in Goedereede, op 30 juli 1904.
Zijn vrouw Geertrui, ook Geertruij Zaaijer, waarmee hij op 21 maart 1862 te Melissant trouwde, is geboren in Melissant op 8 october 1836 en overleed als 76-jarige in Goedereede op 7 april 1912.
Zijn ouders waren Dimmen Breen en Adriaantje Hollaar. Haar ouders waren Gerbrand Zaaijer en Maria Vreeswijk.
Ze kregen op 23 december 1862 Dimmen Breen. Dimmen werd slechts vijf jaar, hij overleed op 12 mei 1868.
Boer en dijkgraaf M. Breen werd als wethouder van gemeente Goedereede - na eervol ontslag van mr. G.J. Goekoop als burgemeester - op 15 october 1879 burgemeester van Goedereede. De opvolger van Goekoop voor Stellendam werd C. Kievit Mz., tot dat moment ook wethouder te Stellendam.
Breen zou ook deze functie gaan uitoefenen, vanaf eind 1880. Door zijn overlijden in juli 1904 zou hij net niet 25 jaar burgemeester van Goedereede zijn
157.
Als liberaal wordt hij medebestuurder van het voorlopig bestuur van liberale kiesvereeniging voor Overflakkee en Goedereede, dat ze halverwege 1885 hebben opgericht
158.
Tijdens de tweede jaarlijksche algemeene vergadering van de "Vereeniging ter bevordering van de Nederlandsche Visscherij" dat in 1888 in Diergaarde te Rotterdam werd gehouden, werd Breen benoemd tot commissaris van de Onderlinge Nederlandsche Waarborgmaatschappij voor stoom- en zeilschepen ten dienste der visscherij. Een onderlinge waarborgmaatschappij (owm) is Nederlandse rechtsvorm. De maatschappij treedt op 1 januari 1889 in werking. Een jaar eerder was hiervan een lokale afdeling opgericht, waarvan hij de voorzitter was
159.
In 1900 werd Breen als lid van het bestuur van de Vereeniging "Landbouw-onderwijs" gekozen tijdens de vergadering in Hotel "Spee" te Sommelsdijk
160.
Ook was Breen voorzitter van de Afdeeling "Goedereede en Omstreken" van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw
161.
Zijn begrafenis vond plaats onder grote deelneming, echter zoals de wens was, zonder bloemen, kransen of toespraken. Slechts de vlag op de vuurtoren werd halfstok gehangen - deze hing uit vanwege de verjaardag van H.M. de Koningin-Moeder
162.
We verlaten dit oude deel en komen daarbij nog een voorbeeld van de al genoemde bijnamen als familienaam tegen: Komttebed.
De oudste variant en mogelijk de oorsprong van deze bijnaam komt uit het naastgelegen dorp Ouddorp. Volgens het familieverhaal zou de vrouw tegen haar talmende man gezegd hebben: "Comt te bedde". De man werd als Cornelis Thonisz Comt te Bedde vermeld. Deze Cornelis Thonisz was van 1562-1582 pachter van tienden in het Oude Nieuwland: "... vroon landen gelegen in de Groede genaempt 't Oude Nieuwelandt in Westvoirne, van 8 gem. lant die gepacht heeft 1562-1582 Cornlis Thonisz. Comt te Bedde...".
Nazaten zijn met de spellingstijd meegegaan, immers "Kom naar bed!" zal nu als zinwoord Komttebed worden geschreven.
We zien hier naast de bedstee een koperen beddepan hangen.
Binnenkamer met een moeder die het haar van haar kind reinigt, bekend als 'Moedertaak' / Pieter de Hooch. - ca. 1660 - ca. 1661
bron: Rijksmuseum te Amsterdam - Publiek domein
In de familie zou ook nog een oude speld aanwezig zijn, waarop dit moment is afgebeeld: een vrouw staat dreigend met een beddepan tegenover haar man.
Waarschijnlijk is de beeldvorming van het speldje onjuist, want aangezien de man het "Comt te bedde" als bijnaam heeft, is het aannemelijker te stellen dat juist hij dit telkens moest zeggen tegen zijn vrouw!
163
Een bedpan werd trouwens in koude tijden gebruikt om het bed voor te verwarmen. Er werd gloeiende kolen of houtskool in de pan (met deksel) gedaan. Om brandgaten te voorkomen werd de pan met lange steel in een munnik, een open tenen korf, geplaatst. Dit laatste had als voordeel dat een grotere oppervlakte voorverwarmd kon worden
164.
Vermoedelijk raakte deze Leendert Komttebed, geboren op 8 maart 1886 en als veldarbeider op 18 juni 1920 te Goedereede gehuwd met Wendelina Catharina van Veen, een jaar na zijn huwelijk tijdens het werk zijn horloge kwijt.
Negen jaar later lezen we in de krant dat een kameraad van hem zijn horloge heeft teruggevonden. Na ontvangst heeft Leendert zijn horloge direct opgewonden... en het liep nog als voorheen
165.
Ter herinnering
aan
mijn lieve moeder
Cornelia Arnolda Heijl-van Duinen
geboren 24 september 1873 te Zwijndrecht
overleden 13 augustus 1952
Zij ruste in vrede
Adriana Verhoeven geb. Heijl
Op een volgende zerk die we opmerken staat het volgende te lezen:
Opvallend is dat er een afzender op de zerk staat.
Cornelia was op 18 mei 1905 in Zwijndrecht getrouwd met een landbouwer, de op 19 augustus 1866 te Zwaluwe geboren Jan Pieter Heijl. Het werd een gezin met twee gezindten, hij was Nederlands Hervormd en zij Gereformeerd. Ze kregen in Zwaluwe ook hun dochter Adriana Heijl, die Gereformeerd werd opgevoed. Op 6 mei 1906 werd ze geboren.
Cornelia Arnolda van Duinen is een dochter van Jan Hendrik van Duinen en Cornelia Hendrika Leeuwenhaag.
Cornelia Arnolda van Duinen heeft voor haar huwelijk ook nog een jaartje in Dordt gewoond, zo tussen juni 1904 en mei 1905.
Tussen 7 februari 1911 en 7 december 1916 heeft het gezin Heijl-van Duinen met dochter Adriana in het geboortedorp van Cornelia, Zwijndrecht vertoefd.
Een jaar naar haar overlijden komt ook Jan Pieter Heijl te overlijden op 4 januari 1953. Ook haar vader heeft ze een soortgelijke steen met tekst gegeven.
Adriana Heijl zal zelf trouwen met landbouwer Bastiaan Verhoeven, die ook weer Nederlands Hervormd was. Bastiaan was net iets jonger dan Adriana, hij is namelijk geboren op 20 september 1906 te Made c.a.
Hun huwelijk vond plaats op 7 maart 1928 te Lage Zwaluwe. Een jaar later wordt hun zoon N. geboren, halverwege 1931 volgt zoon J.P. Tien jaar later in mei 1941 krijgen ze in Dubbeldam nog een zoon Arie Leendert
166.
Adriana komt zelf in 1975 te overlijden
167.
Zoals we al bij binnenkomst van Goedereede na het lezen van een "Infopaneel" te weten kwamen, treffen we op deze begraafplaats ook een enkele steen aan van de Commonwealth War Graves Commission. We komen echter eerst een steen tegen van de Oorlogsgraven Stichting.
Het betreft het graf van de landarbeider Dimmen Orgers, die als dwangarbeider in Hagen-Haspe, Stadtkreis Hagen op 19 april 1945 kwam te overlijden vanwege een beklemde breuk.
Hagen was in die periode een belangrijke productielocatie voor de wapenindustrie, vooral apparaten en montageonderdelen als batterijen voor de onderzeeboten en V2 en raket A4, kwamen er vandaan.
Tussen 1939 en 1945 zijn er meer dan 35.000 buitenlandse arbeiders en krijgsgevangenen te werk gesteld geweest.
Van 13 tot 17 april 1945 bevonden eenheden van de 86e en 8e Amerikaanse Infanteriedivisie zich in het stadsgebied van Hagen. Op 18 april 1945 trokken de gevechtstroepen verder Beieren in, richting de denkbeeldige "Alpenvesting".
Dimmen was opgenomen in het "Hospital zum Heiligen Geist" (1903-2006) te Hagen aan wat nu de Heilig-Geist-Straße genoemd wordt, waar hij is overleden. Nadat hij in Hagen begraven is, is hij op 27 juni 1951 overgebracht naar Nederland en hier - op verzoek van zijn ouders, in overleg met zijn inmiddels hertrouwde vrouw - op 30 augustus 1951 herbegraven. Er is eind 1979 een nieuwe steen met omlijsting geplaatst.
Dimmen Orgers werd op 15-07-1916 in Goedereede geboren. Zijn ouders waren landarbeider Johannes Orgers (1890-1971) en Kaatje Luime (1889-1974), die op 30 december 1911 met elkaar trouwden.
In januari 1942 kunnen we in de krant lezen dat Dimmen Orgers met Maartje van Hoven in ondertrouw is gegaan.
Maartje en Dimmen woonden in Dirksland en kregen daar twee kinderen: Johannes (Hans) (1942) en Cornelia (Corrie) (1943).
Eiland in nood / C.W.C. van Beekom. - 's-Gravenhage : Leopold, 1945 [2e druk]
Op de omslag staat tevens: Een gedurende de Duitsche bezetting geschreven verslag omtrent deportatie van landgenooten dat tenvolle op feiten berust, hoe ontstellend en soms bijna ongeloofwaardig deze ook mogen blijken
Tijdens de razzia van 20 december 1944 werd hij meegenomen en vervolgens gedeporteerd. Sindsdien moest Maartje zichzelf zien te redden.
Het was een meedogenloos-harde razzia, die plaatsvindt op de 21e december. Stond op de 20e nog alleen maar de doodstraf op het meenemen van wapens, de toon in het slecht geschreven Nederlandstalige bevel daarna was beduidend anders. Werd er in het Stellings-bevel van de 20e nog gesproken, dat alle mannen van 17 - 40 jaren geëvacueerd werden om elders te gaan werken, blijkt dat hierop maar weinigen - zo'n 45 procent - gehoor aan hebben gegeven. Op de 21e krijgt men alsnog een laatste kans zich te melden. Daarna wordt het hele eiland doorzocht en iedere 10e man, die daarna wordt aangetroffen, wordt doodgeschoten en diens huis wordt verbrand. Alle overige mannen worden geplaatst in concentratiekampen. Ook wordt de welwillende bevolking de gelegenheid gegeven om te helpen zoeken en opsporen van onderduikers.
C.W.C. van Beekom (1913-2005) doet met een aantal anderen een poging om enkele mannen naar Flakkee terug te brengen.
Na de oorlog, in 1946 gaf weduwe Maartje van Hoven aan van ƒ 23,04 met zijn drieën te moeten rondkomen. "In tegenwoordigen tijd is dat ook niet te veel." Ze woonde toen in de Gasthuissteeg 351 te Dirksland.
Zij zou later hertrouwen met Leendert Witvliet, waarvan ze op 5 maart 1993 ook weer weduwe werd.
Maartje, geboren op 13 september 1919, zou als 80-jarige op 18 september 1999 te Dirksland overlijden
168.
Leed van een andere orde, die van de Watersnood van 1953, komen we tegen bij de zerk waarop Liesje v. d. Veer staat geschreven, waarbij de "Leerlingen en personeel op lag. school" de afzender zijn.
Lies van der Veer, zoals hij eigenlijk heet, was een zoon van Elizabeth van der Veer
169.
Zoals zijn zerk vermeld is hij 19 juni 1940 geboren en in de beruchte nacht van 1 februari 1953 omgekomen.
Lies (12) woonde toen met zijn moeder Elizabeth en haar andere vijf kinderen in een klein huisje Ooievaar 293 op de Ooievaarsdijk op het oostelijk randje van Goedereede. Die andere kinderen waren Wernar (26), Jannetje (24), Jacob (22), Willem / Wim (20) en Jan (17).
De Ooievaarsdijk heette eigenlijk Groote Zuiderpolderse dijk, maar werd hier ook Ooievaarsdijk genoemd omdat hun woning De Ooievaar heette.
In de nacht van 31 januari op 1 februari stroomde de Groote Zuiderpolder - aan de andere zijde van hun dijk - zowel vanuit het zuiden door de Schaddelee, als vanuit het noorden via de haven van Goedereede vol. De Adrianapolder - aan wiens kant hun woning De Ooievaar stond - was rond kwart voor vier nog droog. Toen klotste het water wel al gevaarlijk tegen hun Ooievaarsdijk.
Het gezin was inmiddels wel op zolder gaan zitten.
Zoals we intussen ook van elders weten, doet lopen over de dijk een (kleine) laagte ontstaan. Hierover ging het water als eerste lopen van de ene naar de andere polder. De stroming zat dus recht voor het huis, waarna er een gat in de dijk ontstond.
Nog geen kwartier later stroomde de Adriannapolder vol. Via de polders Schaddelee en Nieuw Stellendam stroomde nog meer water de Adrianapolder binnen. Het waterpeil stond hier op een gegeven moment op maximaal 4.00 +N.A.P. Het water vond het gat bij De Ooievaar om - de andere kant op - naar de Groote Zuiderpolder te stromen.
Het gevolg was dat het huis door het storm- en watergeweld instortte en door het gat wegstroomde.
Van het zevenkoppige gezin overleefde alleen Wim de ramp. Hij spoelde aan op een stuk dak tegen de dijk in de omgeving - zo'n 1500 meter verderop. Hier voegde hij zich op het kruispunt bij Hameeteman, die daar met zijn gezin achter de bosjes schuilde. "Wist ik maar waar moeder was", was het enige wat hij kon uitbrengen.
De leden van dit gezin waren ook de enige slachtoffers in Goedereede
170.
Elizabeth Jacoba van der Veer, werd als dochter van Cornelis van der Veer en Maria Korteweg op 15 maart 1896 in Ooltgensplaat geboren. Ze trouwde op 7 september 1918 in Ooltgensplaat met Corstiaan Matsinger, een zoon van Leendert Matsinger en Sophia Bestman.
Corstiaan Matsinger komt echter binnen twee jaar op 28 juni 1920 te Melissant te overlijden.
Elizabeth hertrouwt met veldarbeider Willem van Veen, een zoon van Wernar van Veen en Arentje Breederveld, op 31 mei 1923 te Goedereede.
Willem van Veen, geboren op 25 april 1885 te Goedereede, was zelf weduwnaar geworden na het overlijden op 14 mei 1919 van zijn vrouw Dina Temmink, waarmee hij op 10 september 1914 te Goedereede was getrouwd.
Willem van Veen overleed, kort na de geboorte van Jan, als 50-jarige op 10 november 1935
171.
Willem en Elizabeth kregen dus vijf kinderen:
Wernar, (8-11-1926 - 1-2-1953)
172
Jannetje Bouwdewina, (19-1-1929 - 1-2-1953)
173
Jacob Thomas, (1-1-1931 - 1-2-1953)
174
Willem Jan / Wim (± 1-1933 - )
175
Jan Hendrik, (12-9-1935 - 1-2-1953)
176
Ook Elizabeth komt die nacht op 1 februari 1953 te overlijden.
Het huisje Den Ooijevaar, zoals het op de Kadastrale kaarten 1811-1832 genoemd wordt, stond ruim 100 meter uit het kruispunt Vissersweg / Grote Zuidpoldersdijk of Ooievaarsdijk. Bouwman Antonie Korteweg woonde er toen. In 1904 wordt de Ooievaar per inzet en afslag in de "Gouden Leeuw" van de hand gedaan.
Begin oktober 1917 koopt W. van Veen voor ƒ 650 de boerenwoning De Ooievaar onderhands van A. v.d. Vlugt
177.
Er vlakbij treffen we een tot nu toe onbekend gebleven Canadese vliegenier van de "Royal Canadian Air Force". De vliegenier stierf op 8 mei 1943.
Ernaast lag Arman Peterson, die - zoals we inmiddels weten - hier op 5 juli 1943 werd begraven. Met een tijdelijke rustplaats in België tussen 1946 en 1949, zal hij op 18 juli 1949 zijn laatste rustplaats vinden in zijn geboortedorp.
Vanwege zijn begraafplaats dat hij hier heeft gehad is er nu een gedenksteen - ter herinnering hieraan - geplaatst.
Naast een foto van hem kunnen we het volgende lezen:
Colonel Arman Peterson
20 June 1915 - 1 July 1943
Tussen twee wapens staat: Commanding Officer
78th Fighter Group
8th US Army Air Forces
en daaronder over de volle breedte: was burried here from 5 July 1943 until 16 October 1946 and now rest in
peace with his father, mother and sister on the Thatcher Cemetery, Arizona
Deze herdenkingsplaat is 68 jaar na zijn overlijden, op 1 juli 2011 geplaatst.
High Flight / John Gillespie Magee jr.
In origineel handschrift geschreven op dun luchtbriefpapier. Gedateerd op 3 September 1941.
Ontdaan [door WP] van bibliotheek-stempel en doorgedrukte ommezijde tekst
bron: Library of Congress, August 29, 2013 “High Flight”, donated to the Library by Magee’s parents on April 14, 1943. - (Public Domain)
Bij de onthullingsplechtigheid waren ook familieleden van Arman Peterson aanwezig, waaronder een neef, Brian Ellsworth. Hij droeg tijdens deze bijeenkomst het gedicht High Flight voor.
President van de VS Ronald Reagan, gebruikte - na de ontploffing van de Challenger in 1986 (dat we ook in Ooltgensplaat tegenkwamen) - ook een zin uit dit gedicht. Het zou een van de gedenkwaardigste zinnen van zijn toespraak worden. Het beschreef volgens Christopher Thomas in De Volkskrant "de astronauten die 'de bokkige banden met de aarde verbraken om aan het gelaat van God te raken'."
Deze eerste en laatste zin van deze sonnet staan dan ook op de grafsteen van de auteur. Oh! I have slipped
the surly bonds of Earth
Put out my hand,
and touched the face of God.
Dit bekende en ontroerende sonnet is geschreven door de jong gesneuvelde RAF-piloot John Gillespie Magee jr.:
"Oh! I have slipped the surly bonds of Earth
And danced the skies on laughter-silvered wings;
Sunward I’ve climbed, and joined the tumbling mirth
of sun-split clouds, — and done a hundred things
You have not dreamed of – wheeled and soared and swung
High in the sunlit silence. Hov’ring there,
I’ve chased the shouting wind along, and flung
My eager craft through footless halls of air....
Up, up the long, delirious, burning blue
I’ve topped the wind-swept heights with easy grace.
Where never lark, or even eagle flew —
And, while with silent, lifting mind I've trod
The high untrespassed sanctity of space,
– Put out my hand, and touched the face of God."
Vervolgens ging het gezelschap met historische militaire voertuigen van de vereniging Keep Them Rolling naar het informatiepaneel over het verhaal over Arman Peterson , om ook deze te onthullen
178.
Wij wandelen nog even over nieuwste gedeelte waar de bijzondere 'zerk' van "Niek" en "Mies" staat. De zerk verbeeldt de Waterpoort van Goedereede.
Niek is Nicolaas Adrianus Luciën van Doorn. Hij is op 5 maart 1933 geboren en nog maar kortgeleden overleden, op 11 juli 2019.
Mies is Maria Theresia Lucia Grasso. Zij is zo'n anderhalf jaar later geboren op 12 augustus 1934, maar tien jaar eerder overleden op 17 mei 2009.
Ze trouwden in het voorjaar van 1956 in hun geboorteplaats Utrecht, waarna ze vertrokken naar de Catharinastraat 61 te Goedereede. Mies overleed toen ze aan de Charbonstraat 12 woonden.
Ze kregen vier kinderen. De oudste, Lucas werd in januari 1956 in Goedereede geboren.
Lucas van Doorn aan de slag met de huisjes
bron: Internet Archive Waybackmachine LucasvanDoorn.nl YouTube a trip down KLM lane
Lucas van Doorn is de maker van de zerk die we nu aanschouwen.
Lucas werd - na onder meer een opleiding aan de Academie voor beeldende kunsten en technische wetenschappen Rotterdam - kunstenaar: om wat specifieker te zijn, toegepast kunstenaar - modelmaker. Hij noemde zichzelf een driedimensioneel illustrator, een meester in het vertalen van twee dimensies naar drie.
Hij werkte vanuit de Amsterdamse Jordaan, Bloemgracht 126 hs. Zodoende blijken we, door tijd heen, allemaal wel werk van hem te kennen, zonder te weten dat hij de maker was. Bijvoorbeeld de wereldbol uit de campagne Een Beter Milieu Begint Bij Jezelf of in een bepaalde periode 'KLM-huisjes', waarvan de eerste in 1952 werd uitgegeven.
Na het overlijden van zijn moeder, maakte hij 'de Waterpoort'
179.
Niek werd meester Niek of meester Van Doorn in Goedereede. In het schooljaar 1970-'71 draaide hij klas drie en vier. In plaats handenarbeid laat hij de jongens, wegens geldgebrek voor handenarbeidmateriaal, schaken. Het blijkt een succes, ze organiseren zelfs competities.
In het poëziealbum liet hij naast een gedicht in een prachtig handschrift een paginagrote tekening achter. Muzikaal was hij ook, hij introduceerde de gitaar en mandoline op school. Maar vooral zijn (spannende) vertelkunst blijkt bij menigeen - een halve eeuw later - in het geheugen te zijn gegrift. Later komen we hem ook tegen als het hoofd der school op de nieuwe openbare school "Buten de Poorte", waarbij de naam duidelijk aangeeft dat het niet in de oude stad ligt maar in de "Nieuwe Oostdijk".
Op zijn 55ste, wanneer ze hier 32 jaar wonen en werken, stopt hij als directeur van de school. Uiteraard krijgt een eervol ontslag verleend en wordt er op 30 juni 1988 een afscheidsreceptie georganiseerd. Tijdens receptie werd het woord gevoerd door de wethouder van onderwijszaken van de gemeente Goedereede, de heer L. Visser . Hij had tijdens toespraak aandacht voor de carrière en buitenschoolse activiteiten van Van Doorn. Ook droeg hij een deel van het gezamenlijk cadeau aan, een complete homecomputer installatie.
Mogelijk moeten we bij de andere hobby's denken aan bijvoorbeeld zijn deelname aan de tentoonstelling van "de Kladders", zoals een aantal Flakkeese schilder- en tekentalenten zich hadden genoemd, in de galerie "de Welle" in Sommelsdijk.
De tentoonstelling bleek van korte duur, want de zondagsopening gooide roet in het eten.
Ook vond hij de tijd om een rijk geïllustreerd artikel te schrijven over de raadhuizen van Goedereede en de vele gezichten van de laatste versie dat er nog steeds staat, dat vervolgens in het Jaarverslag van "de Motte" verscheen. Uiteraard zijn de tekeningen van zijn hand.
Aan de buitenschoolse activiteiten komen voorlopig nog een geen eind. In 2010, hij is inmiddels 77, leidt hij de kinderen van de school rond in de oude stad, met als resultaat dat je voortaan op een andere manier naar je woonplaats kijkt
180.
Wij verlaten de begraafplaats en krijgen het vroege voorjaarsgevoel wanneer we weer op de Mariadijk staan. Wanneer nog even verder het stadje uitwandelen worden we getrakteerd op een veld van krokussen met op de achtergrond een bemost theehuis.
Driehonderd meter verderop stuiten we onverwachts op nog een begraafplaats. Hoewel er geen zerk meer staat, betreft het overduidelijk een Joodse begraafplaats.
Het terrein is wel omheind. Boven een laag toegangspoortje staat in het Hebreews
בית החיים - Beth hachajieen, Huis des levens geschreven
181.
Na het onderzoek van de opperrabbijnen in 1905 naar onbeheerde Joodsche begraafplaatsen, blijkt deze begraafplaats daarbij te horen. Er blijken al sinds 1877 geen Israëlieten in Goedereede, Ouddorp of Stellendam te wonen. Volgens Flip den Eerzamen (1882-1968) woonden de laatste Joden die er begraven zijn, in het huisje bij de Spui. In zijn kindertijd ging hij er bramen plukken of verstoppertje spelen. Toen was de jeugd ook al vernielzuchtig, waardoor grafstenen sneuvelden en meerdere malen het toegangshek.
Het is echter wel de oudste Beth kewarot, plaats van het begraven, op Goeree-Overflakkee. Het is in 1812 in gebruik genomen
182.
In 1924 blijkt de verlaten Joodse begraafplaats in verwaarloosde toestand te verkeren. De Centrale Commissie tot de Algemeene Zaken van het Nederlandsch-Israëlitisch Kerkgenootschap blijkt hiervan op de hoogte te zijn en laat weten dat de gemeente Middelharnis niet in staat blijkt het herstel te bekostigen
183.
In 1926 blijkt dat het bestuur van de polder Westerloo het eigendomsrecht van de oude Israëlische begraafplaats te Goedereede heeft overgedragen voor het symbolische bedrag van ƒ 1 aan de Israëlische gemeente van Goedereede. De begraafplaats zal binnenkort worden voorzien van een deugdelijke omheining. In 1927 blijkt er een financiële bijdrage te zijn gekomen uit de Kerkgenootschappelijk kas. Tijdens een bezoek van Opperrabbijn Davids op zondag 16 juli 1933, 22 Tamoez 5693 aan de begraafplaats, bleek deze tevreden te zijn, omdat het er naar behoren uitzag
184.
Zo'n 400 meter verderop, aan het einde van de Mariadijk, zouden we de brug over het spui moeten aantreffen. De brug, die in de loop van de tijd diverse namen heeft gedragen: De Roo Huys Brugge, Witte Brugge (vanwege de witte leuningen die het had) en Plasbrug is in geen velden of wegen meer te bekennen.
Een dam in het spui laat het verkeer nu ongezien langs deze historie rijden. Slechts het Gemaal Witte Brug uit 1956 laat nog iets doorschemeren van wat ooit was.
De eerste machinist van dit gemaal was D. Bruggeman.
Omdat de watergangen van hoge gronden rondom Ouddorp later - wegens het afsluiten van de Grevelingendam - ook door dit gemaal moest worden bemaald, is de capaciteit in 1972 uitgebreid. De vernieuwde Stork-pomp werd op 23 juni in gebruik gesteld.
De achter het gemaal gelegen loods - de Werf Goedereede - stamt uit 1991 en gebouwd door Aannemingsbedrijf Bloemfontein bv uit Stellendam
185.
En omdat we hier nu toch zijn, lopen we nog even 200 meter verder, waar we zicht krijgen op een watergang dat meandert als een kreek.
Detail kreek / waterloop van "Caarte vande polder vanden Ouden Oost Dyck in West Voorn" / H. v.d. Dyck
2219 Kaart van den polder den Ouden Oostdijk. - 2-6-1698. A. Coomans
bron: Nationaal Archief: 4.VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870). - NL-HaNA_4.VTH_2219 - (CC0)
Een originele kreek is het niet, constateerden we al eerder, vanwege de ruilverkaveling in de jaren '50 van de twintigste eeuw. Men maakte gebruik van bestaande stukken.
Gezien de vondsten - hier even verderop gedaan, liggende aan dit water - is gemakkelijk om de fantasie de vrije loop te laten gaan en je in te beelden dat hier mogelijk het Kanaal van Corbulo zo door het landschap heeft gelopen.
We hebben immers in de provincie Groningen gezien hoe een 'recht' gegraven kanaal, de Delf (later Damsterdiep genoemd) tussen Winneweer en Delfzijl er na eeuwen eb en vloed werking er zo uit kan gaan zien
186.
We zien nu ook het fraaie spel dat de molen en toren met elkaar spelen en vanaf hier een andere positie innemen, dan we eerder zagen toen we ze vanaf de Romeinseweg vastlegde. We zoeken op ons loopje terug naar het centrum een mooie plek om een soort van gespiegeld beeld vast te leggen.
Via het steegje Toepad komen we terug op het plein Markt. Bovenop de sluisbrug zien we nu dat het wapen Goedereede in diverse kleuren stenen is uitgebeeld op het plein.
Dat we dit hier zien is de uitkomst van de herinrichtingsvoorstellen van eind 2018. De uitwerking laat echter even op zich wachten. En... er blijken tijdens de werkzaamheden altijd weer verrassingen in de grond te zitten die - vanzelfsprekend - onderzocht moeten worden.
Zo wordt tijdens de activiteiten in november 2019 die de bomen een nieuwe ondergrond dienen te geven en bij het graven van een gat voor een nieuwe boom, een stuk muur uit de achttiende of negentiende eeuw aangetroffen.
Het werkt allemaal vertragend, maar tijdens ons bezoek in augustus 2020, zag het gehele plaatje eruit alsof het altijd zo was geweest
187.
Net boven het wapen treffen we de befaamde blauwe steen aan, omringd door een enkele rollaag die gevormd wordt door een mix van bakstenen, in de verschillende kleuren die bakstenen kunnen hebben.
Deze zogenoemde heksensteen is tijdens de herinrichting van de Markt en Noordzijde Haven opgegraven om op betere plek terug te laten komen. Het lag tot dan, omringd door een dubbele rollaag van voornamelijk gele en rode baksteen, op hoekje van een parkeerplek, dat tevens als terrasruimte werd gebruikt. Zodoende was het niet altijd zichtbaar.
Het was kennelijk even geleden dat de steen is onderzocht. De steen blijkt namelijk helemaal geen steen te zijn, maar de kop van een paal met een lengte van 1,42 meter
188.
"Anno 1586 hebben de Gerechten van Goeree de
Tooverye seer strengelijck doen straffen en hebben tot
een openbaer Exempel een oude Vrouwe uyt het Graf
doen halen die na't Overlijden en Begravinge met
Tooverije beschuldight wierde en voort aen 't Gal-
gevelt gestelt; oock twee Vrouwen levendigh voor 't
Stadthuys verbrandt mede over Tooverye volgens
de overgeblevene Geschriften ter Secretarie van Goe-
ree berustende."
"citaat op p. 98" uit: Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede / kortelijck by een versameldt, door H. V. Dam. - Tot Rotterdam : gedruckt by Henricus Goddaeus, 1680
bron: KB Nationale Bibliotheek Raadpleging via Early European Books (Dutch IP-addresses only) - p. 98
In hoeverre deze steen of paal iets met de heksenverbranding te maken heeft, is niet te achterhalen.
Tegenwoordig symboliseert de steen in ieder geval de herinnering aan het levend verbranden van twee vrouwen voor het stadhuis - waarvan we de gevel zien - in 1586.
Hendrick van Dam neemt de gebeurtenis over in zijn beschrijving van Westvoorn, dat een eeuw na de verbranding in boekvorm in 1680 verscheen, nadat hij - zoals hij schrijft - de toen nog bestaande geschriften heeft kunnen inzien
189.
Wel is bekend om welke vrouwen het ging.
Een van de bekendste was Ninge Dimmens , die ook wel Ningetje werd genoemd. Naar verluidt was zij de laatste die hier levend werd verbrand op de brandstapel.
Onder andere Balthasar Bekker stond aan de wieg, met zijn wereldberoemd geworden boek De Betoverde Wereld, om het bijgeloof en heksenwaan te bestrijden.
Een ander zus besloot het vonnis niet af te wachten en maakte zelf een einde aan haar leven. Nog een andere zus werd door tussenkomst van Jacob Cats vrijgesproken
190.
Lumme Drents, Wobke Holschemaekers en Henrich Smit | ? | Ludmilla van der Spoel
Levend verbrand op 17-09-1589 op de Giezelbaarg in Westerwolde.
Gezien op tentoonstelling "De heksen van de Ruiten Aa" van 24 maart tot 5 november 2023 in Museum Klooster Ter Apel.
Dat de schuld van crises op anderen afschuiven nog steeds actueel is, zien we dagelijks om ons heen.
Jacob Cats schrijft daarover in zijn Tachtigjarig leven:
Daar rees om desen tijt verschil in onse landen
Of heks of toovenaar sijn weerdig om te branden
En dit ging wonder ver tot Goeree en Schiedam,
En 'scheen, dat dit gespook aldaar sijn woonplaats nam,
En dit is naderhand zoo dapper opgesteecken,
Dat yeder een begon van dit bedrijf te spreecken,
Ik werd juist even toen versocht van zek're vrouw,
Dat ik tot haar behulp te Goeree komen wou.
Ik ging op dit versoek mij nader overpeijzen,
En vond ten leste goed tot daar te willen reijzen,
En schoon al dit gespoock al naar en seldsaam scheen,
Het was maar schrale wint en al het stuck verdween.
De drie zusters Eewout, Nynge en Lene Dimmensdochter waren niet de enige drie waarvan uit deze periode en omgeving een procesbeschrijving bewaard is gebleven. Ook van de vrouwen met de namen van Adriana Jansdochter en Willem Jansdochter, alias mette buyle, zijn bekend.
In deze berichtgeving worden echter Lene Dimmens en Willem Jans geëxecuteerd, terwijl Nynge zichzelf bevrijdde uit de gevangenis.
Nynge verdronk zich in de haven. "Sij heefft leggen drijven op het waeter gelijck een garnaele, hetwelcke alle christelijcke menschen verdrenckende, niet meugelijk en is te doen, noch noyt entgelijke gheboirt en is, hetwelcke niet en sijn menschelijcke wisen ofte ghelijck meer, dat erger is, dat duvels heks ende boven alle menschen verstand te boven gaet". Oftewel ze bevestigde daarmee dat ze dus inderdaad een heks geweest moet zijn.
Ook Eeuwout en Adriana werden verdacht van tovenarij, dus ook zij zullen na pijnlijke kwellingen een gewisse dood te wachten staan.
Tegen Willem Jans zijn vele getuigenissen genoteerd die, zo te lezen, over ontstaande ziektes en situatie gingen die ontstaan zouden zijn nadat zij iets had gezegd. Ze werd ter torture veroordeeld op 15 juli 1585. Ze bleef alles ontkennen. Aangezien ze na haar mishandeling niet bloedde, werd dit als een bevestiging van haar heks zijn gezien. Ook in de gevangenis zou ze bezocht zijn door de duivel.
Op 1 januari 1586 werd ze weer verhoord, maar ze bleef ontkennen. Toen kwam de baljuw met de belofte dat ze zou worden vrijgelaten bij een bekentenis. En nu verklaarde ze alles, ze vertelde wie de duivel was - een in het rood gekleed manspersoon uit Leiden, genaamd Jan. Van hem had een smeersel gekregen waardoor ze als zwarte kraai kon vliegen, samen met Jacomijne Cleijn Arensdochter en Diele Claes. Ze had het potje thuis nog staan en dat werd gehaald. Ook verklaarde ze met twee vrouwen uit den Briel en drie vrouwen uit Zwartewaal, die ze allen bij naam noemde, "twee boots heeft helpe om hals brengen, wesende in den soomer."
De verhoorders namen niet de moeite om het smeersel het uit te proberen, toen het binnengebracht werd. Wel vroegen ze de beweringen na bij Jacomijne Cleijn, die echter alles ontkende.
Toen Willem Jans hiermee op 5 januari mee geconfronteerd werd - ze zat nog steeds vast - ontkende ze alle bekentenissen weer. Immers, haar was beloofd dat ze naar huis mocht, nadat ze bekend had.
Ze voelde zich zo bezwaard van haar ontboezemingen en het noemen van namen, dat ze de vijf vrouwen ontschuldigde en de rest weer bekende, met het verzoek om haar eerst te wurgen voordat ze om de brandstapel zou worden gezet.
Aan dit verzoek werd voldaan door de religieuze uitspraak door de burgemeester en schepenen, waarbij "alle Uwe goederen gheconfisqueert te 's Heeren profijtte."
191
In het proces tegen Nigne Dimmens werd zelf een inwonend kleinzoon van 5 à 6 jaar ingezet om te getuigen, met beloning een koek of straf de roe. Op 25 december 1581 werd een eerzaam schoenlapper Leendert Jacobsen, ook wel Lerecop genoemd, gehoord. Deze Leendert wist van tovenaressen op het eiland niet af, maar hij wist wel hoe je moest bezweren wanneer je zelf geen boter meer kunt karnen, omdat je melk betoverd is. Ook bleek hij nog een persoonlijk akkefietje met haar te hebben, omdat ze zijn varken had weggejaagd met een stok. Nadat hij vervolgens een steen naar haar had gegooid, kreeg hij last van zijn werparm, waaraan Nigne natuurlijk schuldig was
192.
Het stadhuis waarvoor het allemaal gebeurde, staat nu onder nummer 7 aan de Markt.
Het huidige gebouw waarin het stadhuis zat, heeft nog steeds een monumentstatus (16178). Hoewel het pand volgens de gevelsteen uit 1749 stamt, heeft het in 1852 een nieuwe bakstenen gevel in neoclassicistische stijl gekregen. Het heeft hoeklisenen, dit zijn de verticale, iets uit de muur springende stroken zonder voetstuk of basement en zonder kopstuk, de bekroning of kapiteel. Daartussen bevindt zich een middenrisaliet, waarin - zoals gebruikelijk - de ingangspartij van het gebouw zit. De middenrisaliet heeft een houten fronton, de driehoekige bekroning.
De vensters hebben naar verluidt nog hun originele schuiframen.
Een burgermeester - die nog in het oude pand werkzaam geweest zal zijn - is Job Krijnse Bakker. Hij was daarvoor meester-kuiper en bode.
Hij was getrouwd met Jannetje Kievit, waarmee hij onder meer de later bekende zoon Cornelis Bakker kreeg.
Van Job Bakker komen we verder niets te weten, behalve dat het echtpaar beide in Goedereede zijn overleden.
Cornelis Bakker werd op 5 juni 1771 in Goedereede (Goeree) geboren.
Als 13-jarige ging hij bij zijn leermeester Augustus Christian Hauck (1742-1801) in Rotterdam wonen. Hier werd hij verliefd op diens dochter Susanna Eva Hauck, waarmee hij op 15 november 1795 trouwde.
Ze kregen vijf kinderen, waaronder Job Augustus Bakker (1796-1876) en Arend of Aren Bakker (1806-1843) die in vaders kunstvoetsporen traden.
Hij was onder meer stempelsnijder, tekenleraar en schilder. Voor dat laatste probeerde hij voldoende tijd te vinden om 'vrij' werk te kunnen maken.
Cornelis Bakker overleed als 77-jarige op 9 januari 1849.
De historie van het pand en van deze plek gaat echter veel verder terug.
Achter Markt 7 werd tussen 27 augustus 1977 en 29 april 1978 bij opgravingen een laag plaggen gevonden op een diepte van 4.50 meter. Hierover lag een opslibbingslaag waarop scherven gevonden zijn, die dateren uit de periode 1350-1400. De terp of huisterp werd dus door de stormvloed van 1374 of 1375 overspoeld, zo wordt gedacht. In 1374 was er een stormvloed dat over den Oesdijc kwam. Een jaar later, op 9 oktober was er weer een stormvloed. Met de schade aan de dijk, die toen ontstond, was men tot 1378 bezig om dit te herstellen.
Men is nog dieper gaan graven. Onder de laag met plaggen, ligt eerst grijze klei, gevolgd door een veenpakket, het zogenoemde Hollandveen. Op een diepte van 5.60 meter trof men een zandlaag aan, de afzetting Calais
193.
De ontstaansgeschiedenis en bestaansgeschiedenis van Goeree klinkt dan ook bekend, alleen de aanduidingen veranderen steeds en de jaartallen schuiven telkens op:
"De geschiedenis van [plaatsnaam] gaat terug tot in de Romeinse tijd. Toen woonden er al mensen op de plek waar nu [een gebouw] staat. [Plaatsnaam] is ontstaan op terpen die werden opgeworpen aan een inham van de [zeenaam] die in de [..e] eeuw dichtslibde en werd ingepolderd. De [waternamen] mondden bij deze terpen uit in zee."
194
De handelaren - die vastliepen - zochten telkens weer naar nieuwe plekken , waar ze zich konden vestigen. Op een gegeven moment was deze plek - gezien de omstandigheden elders - een geschikte locatie. Aangezien de plaggen van de terp rond 1375 werden overspoeld, moet de vestiging dus eerder hebben plaatsgevonden. Het werd immers ook al in 1312 genoemd. En als oudste jaar komen we 1065 tegen, de dijk waarmee het begon is al dat jaar aangelegd.
Het wapen van Goeree zoals Hendrick van Dam het op de titelpagina van zijn Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede in 1680 liet afdrukken.
bron: KB Nationale Bibliotheek Raadpleging via Early European Books (Dutch IP-addresses only) - titelpagina
De oudste vorm van het stadhuis, het Stedehuus wordt door archiefonderzoek van Adriaan van der Zwan uit Middelharnis gedateerd rond 1467. Door de verwoestende brand van 1482 moest ook dit pand weer opnieuw opgebouwd worden.
Opgebouwd, want de bakstenen werden tijdens de opgraving nog wel teruggevonden. Op de bakstenen, met maat 21 x 10,5 x 5 cm, werd een brandlaag gevonden, dat door andere vondsten gedateerd wordt op 1482.
Dit fundament begon op een diepte van 2.40 meter onder het maaiveld. In deze verdieping was toendertijd het Vleeshal gevestigd.
Het nieuwe Raadhuis werd in 1530 gebouwd. Dit pand stond op het rechter perceel van het huidige pand. Het Raadhuis werd dan ook in 1852 gesloopt, het jaar dat de voorgevel werd geplaatst. Hieruit kunnen we dus concluderen dat toen ook op het rechterdeel nieuwbouw is geplaatst
195.
De inmiddels bekende en voormalige schoolhoofd Niek van Doorn deed uitgebreid onderzoek naar en verslag van het stadhuis en zijn voorgangers. Zijn gedachte en vondsten, die een jaar eerder - rijkelijk door hem geïllustreerd met pentekeningen - in het jaarverslag van de Motte verscheen, wordt dan ook bevestigd door de archeologische opgraving.
Boven het Vleeshal was de Vierschaar gevestigd, zij sprak recht en ook waren er de kamers van de burgemeester, schepenen en de secretarie. Daar weer boven waren de "Gijevanghenhuysen", de gevangenishuizen.
Op de peuyge van het stadhuis uit 1530 zag Van Dam, toen hij Goeree bezocht, de wapens op de gevel staan: "Ghij hebt in Goeree oock een fraeje Marckt daer het Stadthuys staet, dat een heerlijck Gebouw in die tijdt is geweest; [...] boven op de peuye hebben de Wapens gestaen van de Stadt, gelijck vertrouwe die tegenwoordigh noch staen."
196
Een van de gevangenishuizen werd later 'bewoond' door de schoonzoon van Johan van Oldenbarnevelt.
Goedereede werd bij besluit van 16 januari 1620 van de Algemene Staten het verbanningsoord van de schoonzoon van Johan van Oldenbarnevelt genaamd Van der Mijle. Hij had zich namelijk negatief uitgelaten over de Staten en de stadhouder Maurits
197.
wapens raadshuis, Markt, Goedereede
Tot 1966 deed het pand dienst als gemeentehuis. Tegenwoordig kun je in het Boekiek hotel onder andere overnachten.
Markt 9 (16179) is een pand uit de zestiende eeuw.
Het pand ernaast met - voor deze omgeving - zeer hoge kap, is dan ook het hoogste pand aan de Markt. Ook Hotel "De Gouden Leeuw" op nummer 11 is een monument (16180).
Het is een belangrijk gotisch huis dat na stadsbrand van 1482 is herbouwd. Het voorste deel is vervolgens vernieuwd rond 1545 en heeft moerbalken op houten muurstijlen en gotische sleutelstukken.
De voorgevel is nog een keer gewijzigd in achttiende eeuw en is gepleisterd. De vensters hebben een roedenverdeling in de stijl van die periode.
Tussen 1961-'62 is het pand van W. L. van Beek gerestaureerd nadat er op zondag 1 februari 1959 brand was geweest, dat rond half drie 's middags uit was gebroken en voor flinke schade had gezorgd. Vermoedelijk is het begonnen als een schoorsteenbrand op de eerste verdieping.
Burgemeester Baron van Knobelsdorff was er niet gerust op, en liet de grote motorspuit uit Stellendam ook komen. Beide brandweren waren na een uur blussen het vuur meester. Door tactisch optreden was er bij de buren nauwelijks schade. Ook de voorgevel van het pand had slechts ruit- en kozijnschade. Binnen daarentegen was de schade aanzienlijk
198.
De bovenvoorkamer heeft een schouw met gotische wangen, die afkomstig is uit Brussel. De achterzijde heeft een puntgevel met vlechtingen.
Tussen de ramen van bovenvoorkamer is een zonnewijzer bevestigd dat tevens dienstdoet als vlaggenmastdrager. Deze zonnewijzer en vlaggenstok zijn trouwens geheel ongeschonden uit de brand van 1959 gekomen.
In dit pand zal Adriaan Florisz. - de latere Paus Adriaan VI - enkele keren verbleven zijn.
Volgens de Commissaris der Koningin mr Klaasesz, die in de zomer van 1962 het volledig gerestaureerde hotel opende, ligt de ontstane opgezwollen van de pauselijk-pastorale legendevorming toch - zoals meestal - iets genuanceerder. De reformatie was in zijn tijd al goed op stoom gekomen. Adrianus was toen onder meer professor aan de universiteit te Leuven, proost te Utrecht en tevens pastoor te Goedereede. We kunnen ons dan ook goed voorstellen, dat zijn aanwezig hier beperkt was. Hij zal hier dan ook geen vaste verblijfplaats hebben gehad.
Wegens het ontbreken van een aanwezige herder, kreeg de reformatie hier ook snel voet aan de grond
199.
Tijdens de opening van het hotel waren naast de Commissaris der Koningin ook zijn vrouw, de burgemeester Kleijnenberg en zijn vrouw, de hele raad, de oud-burgemeester Van Knobelsdorff en mevrouw Bosschieter, en natuurlijk de architect De Wilde en aannemer Woudenberg, de heer Bordet van Monumentenzorg en daarnaast vele anderen aanwezig.
Eigenaar W.L. van Beek had in overleg met initiatiefnemer Monumentenzorg de restauratie zo'n 3½ jaar geleden gestart en vervolgens ondergebracht bij architect J. de Wilde, een oud Flakkeeënaar die toen in Breda woonde. De restauratie zelf nam anderhalf jaar in beslag. Van Beek zette de schilder Bakker nog even in het zonnetje vanwege de mooie combinaties van de aangebrachte kleuren
200.
Per toeval stuit notaris J. de Vries in Dirksland tijdens een genealogisch onderzoek in 1960 op een ander bewoner-eigenaar herbergier van "De Gouden Leeuw".
Het betreft Cornelis van Leeuwen, die na zijn carrière als beroepsmilitair, hier de kastelein werd.
Cornelis van Leeuwen trouwt op 4 december 1784 te Ouddorp met Geertrui Witte. Ze hadden echter al een dochter Jannetje van Leeuwen, die ze 8 juni 1783 te Ouddorp gedoopt hadden. Later kregen ze nog een dochter Beatrix Maria van Leeuwen. Zij werd op 1 augustus 1792 te Bergen op Zoom gedoopt.
Cornelis van Leeuwen komt 28 mei 1817 te overlijden in Rotterdam. Hij was een zoon van wijnkoper Wilhelmus Antoniuszoon van Leeuwen en Beatrix Mestecker. Hij werd in Zaltbommel geboren en daar op 25 mei 1760 gedoopt. Zijn ouders waren daar een kleine vier jaar eerder, op 25 oktober 1756 getrouwd.
Geertrui Witte blijft na de dood van Cornelis als herbergierster "De Gouden Leeuw" runnen, dat toen nog nummer 4 droeg.
Geertrui overlijdt echter ook na ruim zeven jaar op 28 januari 1825.
Dochter Beatrix komt, op 22 augustus 1818 getrouwd met bouwman Pieter van der Wende, als 57-jarige op 7 maart 1850 te overlijden.
Dochter Jannetje van Leeuwen trouwt met Krijn Koek en zij krijgen een aantal kinderen, waaronder Cornelia Koek, die ze op 2 januari 1807 te Goedereede dopen.
Cornelia Koek zal op 16 mei 1828 trouwen met Jan van der Wende (~16-8-1808 - 14-1-1883 en zoon van Jan van der Wende x Leuntje Noorman). Cornelia komt op 17 juni 1855 te overlijden.
Het blijkt dat Jan van der Wende (later) ook woonde in "De Gouden Leeuw"
201.
In een schrijven, dd 16 april 1814 in de Nederlandsche staatscourant van 18 april 1814 van Ocker Repelaer van Driel, de directeur-generaal van den waterstaat treffen we voor het eerst in de pers de naam den Gouden Leeuw van Van Leeuwen aan. Echter, het bestaat al langer. In de Rotterdamse Courant van 11 september 1802 schrijft men over de Goude Leeuw.
De aanduiding die er gebruikt wordt, is veelal het logement
202.
De man van Beatrix van Leeuwen, bouwman Pieter van der Wende staat inmiddels in de aanwijzende tafels van de Kadastrale kaart 1811-1832 als kastelein genoteerd.
Eind 1843 wil hij af van de onlangs, in 1842, nieuw gebouwde tabaksschuur met broeibakken en andere benodigde materialen en gereedschappen. Ook heeft hij nog 10.000 Ned. ponden goede inlandsche tabak, dat in 1842 en 1843 verbouwd is.
Pieter, een zoon van Jan van der Wende en Jannetje Komttebedde, overlijdt op 13 februari 1865 als 67-jarige
203.
Wie er tot 1888 eigenaar was de herberg, logement of hotel is niet duidelijk.
204.
In 1888 zoekt de heer A. Oreille van Logement de Gouden Leeuw te Goedereede een huishoudster.
Aren Orielle is de op 2 augustus 1855 te Goedereede geboren zoon van timmerman Pieter Oreille en Pieternella Soeteman.
Hij gaat als 34-jarige logementhouder op 12 september 1889 in Goedereede trouwen met Willemina Antonia Elbrink, de 30-jarige dochter van Gerrit Jan Lambertus Elbrink en Catharina Arnolda Bennink.
Een kleine vijf maanden later wordt op 2 februari 1890 te Goedereede Pietje Oreille geboren. Zijn moeder overleefd deze geboorte slechts 20 dagen en overlijdt op 22 februari 1890.
Nogmaals gaat hij in mei 1890, maar nu "door sterfgeval der Vrouw", op zoek naar een huishoudster.
In 1892 schrijft Aren Oreille een brief aan de gedeputeerde-Staten van de provincie, waarin hij protesteert tegen drankvergunning die gemeente heeft gegeven aan de grossier in sterke dranken en likeuren F.C. Goekoop, zodat deze in het klein deze kan verkopen. Volgens Oreille zijn de aantal vergunning al boven het gestelde maximum. Hij verwacht een vernietiging van deze vergunning.
Aren hertrouwt als 39-jarige logementhouder op 5 juli 1895 te Goedereede, nu met de 45-jarige Josina Catharina Wilhelmina Bruil, de te Gendringen geboren dochter van Berendje Bruil.
Als getuigen zijn hierbij aanwezig:
timmerman Cornelis Job Oreille (37) Rotterdam, broer bruidegom;
slager Krijn Soeteman (50) Goedereede, neef bruidegom;
logementhouder Willem Adriaan Bruil (36) Wisch, broer bruid;
schilder Pieter Fonkert (31) Oud-Beijerland, neef bruidegom.
Ruim een maand na de bruiloft wordt Jannetje Berendje Oreille op 13 augustus 1895 te Goedereede geboren.
Na wat omzwervingen van het gezin door het land komt Aren als 44-jarige op 7 maart 1899 in Amsterdam te overlijden en Josina in Apeldoorn als 66-jarige op 10 juni 1916
205.
De neef van Aren Orielle, Pieter Fonkert is op 9 november 1892 te Oud-Beijerland gehuwd met Alida Hendrika Wiebes. Ze zijn hier beide geboren.
Pieter nam wegens stilleven van Aren de zaak waar, hij huurde het. Eind 1897 wordt het Logement en Koffiehuis, dat meer dan 150 bestaat, uit de hand te koop aangeboden. Inlichtingen zijn te verkrijgen bij zowel Pieter in Goedereede, als bij Aren in Voorschoten. De koopsom is ƒ 10.500 inclusief drie moestuinen.
Pieter Fonkert zocht echter al begin januari 1897 een flinke dienstbode om tegen mei in dienst te komen. Dit maakt aannemelijk dat hij er al voor 1897 de zaken waarnam.
Pieter is 33 jaar, wanneer hij op 8 januari 1898 van zijn dochter Willemijntje Pieternella Jacomijntje, die twee dagen eerder was geboren, in laat schrijven.
Hij is dan hotelhouder te Goedereede.
Tot 1 mei 1898 is het verhuurd aan Pieter.
Tot welk jaar hij het blijft huren is onduidelijk.
Ze zullen echter maar kort verblijven in Goedereede, want op 11 augustus 1901 wordt hun volgende geboren in Apeldoorn
206.
Wie tussen 1901 en 1905 de eigenaar was, is niet bekend
207.
Adriaan Kaashoek was tot 1919 de eigenaar. Hij verkocht het in september onderhands aan P. Nederveld, die uit Stellendam kwam
208.
In 1919 koopt P. Nederveld uit Stellendam het Hotel de Gouden Leeuw onderhands.
In 1948 verkoopt Nederveld zijn café hotel aan de volgende eigenaar. Hij wordt ook Pauw Nederveld genoemd, een verkorting van Poulus.
Poules trouwde op 27 april te Goedereede met Klaasje Bruggeman en ze kregen twee dochters: Jannetje (die met Leonardus van Breemen huwde) en Johanna Leuntje (die trouwde met Flip Soeteman). Hun ouders waren Leendert Nederveld en Jannetje de Jonge en Dimmen Bruggeman en Johanna Bakelaar. Hij is op 16 juli 1888 geboren en overleed op 15 oktober 1966. Klaasje is op 29 april 1890 geboren en overleed als 100-jarige op 29 juli 1990. Ze zijn aan de Mariadijk begraven
209.
In september 1948 koopt H. Ellart café hotel de Gouden Leeuw.
Hotel-Café-Restaurant de Gouden Leeuw van H.J. Ellart Jr. zat toen inmiddels gevestigd op nummer 6. Aan het eind van 1949 doet de heer Ellard het alweer van de hand
210.
De 24-jarige kantoorbediende Hendrik Ellart, geboren op 23 september 1893 te Amsterdam, zal op 14 juni 1918 in Arnhem trouwen met de 31-jarige Maria Hendrika Catharina Boymans (ook Boijmans en Booijmans).
Zijn ouders waren Hendrik Ellart en Berendina van der Elst.
Maria werd op 13 januari 1887 geboren in Arnhem.
Ze kregen op 27 december 1919 een zoon Hendrik te Amsterdam en op 2 juni 1921 een zoon Alexander Hendrik te Den Haag.
Hendrik overlijdt in Dieren op 26 juli 1958 als 64-jarige.
Maria zou als 75-jarige enkele dagen na 27 oktober 1962 door haar buren als vermist opgegeven worden. Ze woonde toen bij haar zoon in Vlissingen - die op dat moment in Engeland verbleef.
Op 7 november wordt ze dood aangetroffen in de gemeente Vlissingen en wordt haar gehele inboedel geveild
211.
W.L. van Beek uit Rotterdam neemt het pand in december van 1949 over. Een eerste nieuwjaarsgroet voor 1950 van hem komen we meteen al tegen.
Van Beek gaat in 1958 met een 'proefproces' de openingstijden op zondag aankaarten.
Nog geen jaar later, 1 februari 1959 treft het hotel de brand in de schoorsteen.
In september 1962 werd het hotel - dat na drieënhalf jaar voorbereiding en uitvoering - volledig gerestaureerd geopend door de Commissaris der Koningin. De restauratie was uitgevoerd onder leiding van de oud-Flakkeeënaar architect J. de Wilde.
De hotelkamers zijn zeer luxe geworden met de voorziening van badcellen en telefoon. Het café doet ondanks het modern interieur denken aan een oude taveerne. De zogenoemde pastoorskamer heeft een prachtige schouw en eiken lambriseringen.
Voor de brand had van Beek weleens een bod gekregen van ƒ 70.000 voor het antieke hout dat in het pand verwerkt was. Daarop was hij echter niet ingegaan, hij wil de historie van het pand niet laten verliezen.
De Commissaris wilde - net als de burgemeester eerder in de raadszaal had gedaan - aan het einde van de openingsceremonie ook iets dichterlijks doen en lyrisch zijn en kwam met het afsluitende puntdicht: Men rust in deze moderne eeuw
bij voorkeur in de "Gouden Leeuw".
Het pand met de zogenaamde Pausenkamer, 10 logeerkamers en aparte woongelegenheid, erf en grond wordt in januari 1967 bij inzet en afslag geveild
212.
Wie W.L. van Beek is blijft onduidelijk
213.
Na W.L. van Beek neemt A. Wageveld het hotel enkele jaren onder zijn hoede.
In mei 1967 presenteert Aart Wageveld zich als eigenaar van Hotel-Café-Restaurant "De Gouden Leeuw" op Markt 11 te Goedereede.
Hij - Aart en zelfs Aert - adverteert landelijk in het Algemeen Dagblad met "De Gouden Leeuw" Rustpunt tijdens uw vakantie en Bolwerk van Gastvrijheid. Immers, door de opening van de Haringvlietbrug in 1964 is ook Goedereede gemakkelijk met de wagen te bereiken.
Wageveld verwerft vanaf 1967 in de horeca - met name in de 're' van horeca - een goede naam. In 1970 koopt hij in Middelharnis op het Vingerling het café "Havenzicht" om de focus op plateservice te leggen
214.
Na de koop van "De Gouden Leeuw" in 1971 runnen Joop Termaaten (1939) en zijn vrouw Toby het tot 2001. De geuzenfeesten werden in de beginperiode nog flink gevierd door de inwoners. In 1972 schonken ze dan ook 85 vaten bier.
Twee jaar later was zondagmiddag 17 februari 1974 al spelend hun 8-jarige dochter Saskia in de haven gevallen. Ze zag geen kans om zelf eruit te klimmen, maar wist zich wel vast te houden aan de wal. De 18-jarige Wout Bakelaar uit Ouddorp liet zich langs een haak langs de havenwand zakken. Hij wist haar zo te grijpen en weer op het droge te krijgen.
In hun tijd wordt de film Op Hoop van Zegen in 1986 opgenomen. En zo kon gebeuren dat de acteurs als Rijk de Gooyer, Albert Mol, Willeke van Ammelrooy, Ramses Shaffy, Luc Lutz, Dorijn Curvers en Kitty Courbois met Joop en Toby aan de bar zaten. En net als vele andere bewoners werd ook Saskia figurant in de film.
De acteurs en figuranten waren blij met 'De Gouden Leeuw' en Joop en Toby, want ze bleven een hele nacht open om ze op te vangen en zorgden voor een warme maaltijd. Tijdens deze nachtopname vroor het zo'n 5 graden.
Ben de Cocq bezoekt begin 1991 het hotel en laat weten dat het "een van de beste hotels in Nederland" is. Het "is spotgoedkoop, mooi, zeer gehorig, allervriendelijst, doodgewoon hotel. [...] Je kamer is proper, de wastafel 'de eeuwig mooiste wastafel' doet precies wat er van een wastafel wordt verlangd." Op de foto's zien we de wastafel, voor het kattenwasje en de fraaie houten balken en plafond uit vroegere tijden
215.
pandbewoning
van
tot
door
1695
1771
familie Kole
De Gouden Leeuw
van
tot
door
1802
1817
Cornelis van Leeuwen / Geertrui Witte
1817
1825
Geertrui Witte
1825
1865
Pieter van der Wende
1888
1898
Aren Oreille
1896
1901
Pieter Fonkert
1905
1919
Adriaan Kaashoek
1919
1948
Poules Nederveld
1948
1949
Hendrik Ellart
1949
1967
W.L. van Beek
1967
1971
Aart Wageveld
1971
2001
Joop Termaaten
2001
2019
Christoph Röder
2019
De Gouden Leeuw Goeree B.V.
In 2001 nam Christoph Röder, zoon van kunstenaar Helmut Röder (1938-2012), het restaurant over, om er achttien jaar lang "als een bewaarder van een instituut" - doelend op het historische pand - mee om te gaan. Hij noemt het pand uit 1482 dan ook "een symbool van continuïteit. Röder gaat zich richten op B&B Röderhaus, een paar panden verderop
216.
Sinds 1 oktober 2019 heeft het restaurant De Gouden Leeuw een nieuwe eigenaar en wordt het omgedoopt tot een bar bistro De Gouden Leeuw217.
Voordat Cornelis van Leeuwen hier zijn intrek nam, bestond het pand ook al drie eeuwen en naar verluidt altijd als herberg, logement of andere aanduiding. Sporen hiervan kunnen we echter niet vinden
218.
Enkele jaren voordat Cornelis van Leeuwen het pand overnam leefde Pietronella of Pieternella Kole er als laatste uit een gezin van zes.
Haar ouders hadden vier kinderen gekregen waaronder Pieternella. Ze werd bij wijze van spreken klokslag 24:00/0:00 geboren tussen 24 en 25 september 1702. Haar ouders Aren Kole (3 februari 1661 - 30 september 1730, zoon van Cornelis Ariensze Kole en Isabella Eduards Sandifort) en Elisabeth Kouwelaer (1664 - 21 maart 1733, dochter van Pieter Kouwelaer en Catharina Leenderds Moelaert) waren overleden.
Ook haar eveneens ongehuwd gebleven broer Cornelis (3 maart 1695 - 21 juli 1759) en zus Maria (21 September 1699 - 22 November 1767) waren al enige jaren overleden. Zus Catharina (1697-) trouwde wel en kreeg een dochter, maar ook dit gezin was overleden. Ze woonde er met haar dienstbode tot ze op 10 december 1771 overleed. Ze werd op 16 december 1771 net als de andere familieleden in de kerk begraven.
Na haar overlijden volgde uiteraard een ingewikkelde en lange zoektocht naar de erven.
Er wordt een lijst van de inboedel gemaakt en alle goederen zullen vanaf maandag 23 maart 1772 tijdens openbare veilingen verkocht worden.
Dit verhaal suggereert dat de ouders hier ook gewoond hebben en zodoende in ieder geval van 1695 tot 1771 bewoning was door de familie Kole, ervan uitgaande dat de kinderen in de pand zijn geboren
219.
Wanneer we zelf een kijkje binnen gaan nemen, treffen we een wand aan, waarvan de historie spat. Een mooie vorm hoe de canon van Goedereede over het voetlicht kan worden gebracht.
We wandelen gauw verder om te zien wat we daarvan zelf nog gaan tegenkomen.
Het volgende pand (16199), eveneens op een nummer 11, waarbij we stilstaan, valt op vanwege zijn witte en in verhouding met de buurpanden grote steen, waarmee in ieder geval de voorgevel is opgebouwd. De witte steen, zogenoemde Gobertangesteen of Gobertange-blokken, blijkt kalksteen te zijn dat oorspronkelijk uit de buurt van Jodoigne in Wallonië komt. Naar verluidt gaat het om hergebruikt materiaal, dat in het eerste deel van de negentiende eeuw is aangebracht. Waarin de stenen eerst werden gebruikt, is niet duidelijk. Het pand is oorspronkelijk in het eerste deel van de zestiende eeuw gebouwd.
In het eerste deel van de negentiende eeuw werd het pand - volgens de Kadastrale kaarten 1811-1832 - bewoond door Rachel Davids, Weduwe van Jacob Valk.
220.
Mocht de huisnummering in 1911 en 1936 al hetzelfde zijn als nu, dan woonde op Haven 11 in 1919 C.J. Lodder Jz. en in 1936 mevrouw N.C.A. Lodder
221.
Mocht de huisnummering in 1957 al hetzelfde zijn als nu,
Hotel Faber / H.B. Reininga m.m.v. G.J. Stuut, W. Bakema, W. de Haan. - Groningen : Uitgeverij Noordboek, 2004. - ISBN 90-330-1182-4
Ook dit hotel Faber heeft een lange historie. De geschiedenis start in 1726. In juni 1823 bezochten onze voorgangers, de reizigers schrijver Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp de herberg, waar ze thee dronken. In 1901 kwam het in handen van de familie Faber. Wij verbleven er begin mei 2024 enkele nachten.
en Haven 11 gezien kan worden als Noordzijde Haven 11, dan treffen we in dit pand vanaf juni 1957 het pasgetrouwde stel Arent van Linge en Anna Jantje Nijlaan (uit Hoogezand) aan als nieuwe bewoners. Ze hadden zich op 15 februari 1953 verloofd.
Arent was in Goedereede begin 1957 "ingekomen" vanuit Haarlemmermeer.
Vervolgens trouwden ze op vrijdagmiddag 31 mei 1957 op 14.00 in Hoogezand en om 14.30 werd dit kerkelijk ingezegend in de NH-kerk.
Vervolgens zou er tussen 16.30 en 18.00 in Hotel Faber te Hoogezand de receptie plaatsvinden.
Ze zullen er slechts kort wonen, want in december 1959 neemt een nieuw pasgetrouwd stel hun plaats in.
Wel zullen ze in Goedereede drie kinderen krijgen
222.
M.M. Meyer en J. Breen Jr. gaan er wonen. Per 1 december 1968 zoekt mevr. Breen van Haven N.Z. 11 een hulp in de huishouding.
In 1981 wonen ze elders
223.
In mei 1988 krijgt J.L. van Splunter, Noordzijde Haven 11 te Goedereede een bouwvergunning voor een woning in Ouddorp
224.
Eind 1989 wordt het monumentenpand NZ-haven 11 met koetshuis en tuin te koop aangeboden voor ƒ 325.000
225.
In juni 1994 vraagt A. Schefer, Noordzijde Haven 11 te Goedereede een bouwvergunning aan om de woning te veranderen
226.
Direct aan de haven aan de N.Z. Haven 2 staat wederom een monumentaal pand (16212).
Het betreft een Dwarshuis van rond 1800 met oorspronkelijk alleen een begane-grond met zadeldak tussen puntgevels. Het heeft - pas later ook aan havenzijde aangebrachte - dakkapellen met vleugelstukken. Het ontbreken van lichtinval doet een nu zolderverdieping vermoeden. De ramen zijn met oude kozijnen en luiken.
Een huifpan te Ezinge
bron: De Ommelanden : band 1 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-59-6. - p. 110 (foto 164)
Nummer 4 (16213) heeft aan havenzijde geen dakkapellen, maar nog steeds de twee steeds zeldzamer wordende originele huif- of kappannen, zoals we ze ook in Ezinge zagen, die zonder glas ook wel uilenpan genoemd. Zonder glasruitje was de pan veelal bedoeld als ventilatie voor de berg- en bewaarruimte die de donkere zolder toen veelal was. Wanneer de huif of kap groter was, maakten de uilen er graag gebruik van.
Bij nummer 2 ligt voor de (inmiddels voormalige) deur van de zijingang een molensteen. Het heeft een stenen schuurtje onder lessenaarsdak aan de waterzijde.
Ter hoogte van erfscheiding met nummer 4 zien we inmiddels een boom, die rond 1960 geplant zal zijn en dus dik 60 jaar oud is. Het is echter de enige die overgebleven is van het rijtje bomen dat toendertijd geplant is. De kronen van het rijtje - nog in 1986 aanwezig - kwamen dat jaar al ruim boven de huistoppen uit.
In de haven zien ook de meerpalen met monumentenstatus (16193). De houten dukdalven zijn van belang vanwege de oudheidkundige waarde
227.
We lopen weer verder en slaan een aantal panden over waarover waarschijnlijk ook een boeiend (bewoners en bewonings)verhaal valt te vertellen.
En zo treffen we een groot herenhuis (16211), waarbij wij ons slechts richten op een ons boeiend stukje aanbouw. Met het uit het ontwerp weghalen van een hoek en dit bovenin als zodanig duidelijk maken, dat de hoek is weggelaten door de aandacht te trekken met bakstenen piramidevormige (draag)constructie, is dit zeker gelukt.
Het dak van deze uitbouw diende voorheen als een soort balkon. Er stond namelijk in 1963 nog een hekwerk met gemetselde hoekpalen op. Deze was in 1976 verdwenen.
Met zo'n hoekpaal precies in dit hoek, tergt het spanningsveld dat het creëert met de draagkracht van deze constructie.
228.
Op de hoek van dit pand kunnen we ons wentelen in nostalgische sferen van weleer met een blik in de Catharinastraat.
De blik vooruit verleidt ons echter om rechtdoor te lopen. Kinderdijk, we zijn we benieuwd.
Bij de naam Kinderdijk of 't Kinderdiekje moeten we waarschijnlijk denken aan een laag dijkje.
t.g.o. N.Z.Haven / G.J. Dukker, Gerard (fotograaf). - 1963
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 86.948 (CC BY-SA 3.0)
Veel wijzigingen zijn weer ongedaan gemaakt.
Het beschermt een driehoekig gebiedje van zo'n 100 x 100 x 100 meter dat binnen de stadsmuren lag en zo'n 4.500 m² groot is. Op oudere kaarten zien we het als dusdanig liggen. Op een kaart van Coomans van ± 1700 is het dijkje ook fraai ingetekend.
Op de Kadastrale kaarten 1811-1832 wordt de dijk Noord Haven Dijk genoemd.
Na de hoge vloed van 1894 werd Batterieje - een batterije uit de tijd van de vierde Engelse oorlog van 1780-1784 - afgebroken en het dijkje ermee verhoogd.
In 1937 wordt wederom besloten het dijkje te verhogen. De bomen die er staan dienen daarom verwijderd te worden.
Na de Watersnood van februari '53 constateerde een raadslid in de vergadering van juni dat het Melkdijkje onderhand een meter lager ligt dan de Kinderdijk.
Tegenwoordig wordt dit vroege poldertje omringd door de Kinderdijk, Melkdijkje en Catharinastraat.
Het pand Kinderdijk 1-2 (16173 / 16174) is in 1976 door de gemeente verkocht aan de Stichting i.o. "Eigen Huis" voor ƒ 1350. We zien dat ze het pand weer in 'oude' glorie hebben gerestaureerd.
Beide pandjes hebben een zadeldak en de puntgevels van IJsselstenen hebben vlechtingen
229.
Op de Kinderdijk kijken we op de daken van panden die hier staan.
Meekrap vroeger en nu / Anneke van Dijk-van der Peijl. - [Tholen] : Vereniging van Zeeuwse Musea, 1998. - ISBN 90-70417-01-4
Op de plek waar de meestoof stond - hier werd de geoogste meekrap gedroogd - staat nu een even grote pand met twee kleuren dakpannen. De rode vormt een ruit en de zwarte een X.
Aan het einde van de Kinderdijk treffen we 't Stamphuus aan. Hier werd de gedroogde meekrap gestampt tot er een fijne poeder overbleef en rode kleurstof ontstond. Deze poeder werd veelal gebruikt voor de creatie van meekrapverf.
In zo'n meestoof werkten veelal acht personen. De leiding was veelal in handen van de droger. Daarnaast was er een onderman, de stamper, de drijver en enkele op- en afdoeners voor diverse werkzaamheden, als het verplaatsen van het materiaal in en tussen de panden.
De stamper stamt met veelal met zes verschillende maten verticale houten stampers die waren voorzien van ijzeren stampblokken. Het stampsysteem werd aangedreven door drie paarden (later gemalen tussen twee molenstenen door de stoommachine) die werden geleid door drijver (later machinist).
stamphuis
bron: Archieven.nl Volledige beschrijving van alle konsten, ambachten, handwerken, fabrieken, trafieken, derzelver werkhuizen, gereedschappen, enz. / J. de Kanter. - Zeventiende stuk. De teling en bereiding der meekrap. - Dordrecht : A. Blussé en zoon. 1802 Pl. V. tussen p. 30-31
De eerste meestoof, ook geschreven als meestoove, mocht hier tussen de Catharina Poort en het Kinderdijkje gebouwd worden door een compagnie, zo werd gesteld in een resolutie van 12 maart 1685. De deelnemers waren Petrus van der Poel, Cornelis Koole, Gerrit en Cornelis Janse den Eerzaamen, Pieter Emaus, Arent Klaasz en Teunis Lodder.
Vanaf 18 februari 1696 zullen Petrus van der Poel, Cornelis Kole, Pieter Cornelisz Emaus en Teunis Lodder gevieren verdergaan.
Het zal ons niet verbazen wanneer deze Cornelis Kole de genoemde grootvader, Cornelis Ariensze Kole, van Pieternella Kole is, die we eerder tegenkwamen in het pand dat nu De Gouden Leeuw wordt genoemd.
In de nacht van 12 op dinsdag 13 september 1859 ontstond er brand in de Heerlijkheid van de meestoof, dat is droogtoren waarin meestal ook een woonhuis te vinden is. De brand kon spoedig geblust worden. Naar verluidt zou een hoeveelheid mee ten prooi zijn gevallen aan de vlammen. Ook toren is geheel uitgebrand. Men is verzekerd tegen de brandschade. D. Zaaijer Dz is op dit moment een van de deelnemers.
De herinneringssteen aan de eerstesteenlegging, in het pand waarbij we nu staan, laat ons weten dat dit op 14 maart 1866 is gedaan door Dn As Breen. Het stamphuis is geheel van brandvrije bouwstoffen gemaakt, namelijk ijzer en steen. De bouw nadert eind mei zijn voltooiing. De meekrapcultuur kon hier tot ± 1875 standhouden, waarna ook deze eeuwenoude kleurstofwinning hier tot een einde kwam.
Aangezien Aren Breen, landbouwer en de boekhouder van de meestoof is, lijkt het aannemelijk te stellen dat de eerste steenlegger zijn eerstgeborene zoon Dimmen Adrianus Breen van vier is. Dimmen is op 28 april 1862 te Goedereede geboren. Zijn moeder is Leuntje Zaaijer.
Zij waren op 18 mei 1860 in Goedereede gehuwd. Hun ouders waren Dimmen Breen en Adriaantje Hollaar, voor dit huwelijk al overleden en David Zaaijer en Grietje Emaus.
De bouw van dit pand was mogelijk noodzakelijk geworden, omdat op zaterdag 28 oktober 1865 er wederom brand in het pand was ontstaan. Of er schade was en hoe groot de schade naar aanleiding van deze brand was, werd echter niet vermeld.
Door de boekhouding van een boerderij in Goedereede - van wie wordt niet vermeld - krijgen een inkijkje over de opbrengst van de kleurstof.
De blom werd verpakt in vaten van 500 kilo. Per vat leverde dit ruim ƒ 335 op. Voor zo'n vat moest er ruim 1428 kilo mee gedolven - het opgraven van de wortel - worden van het land.
De vaten werden vervolgens vanuit de haven vervoerd naar een garancinefabriek, met een tussenstop in de stapelmarkt Rotterdam, bijvoorbeeld naar de grootste van Nederland, die van M.H. Salomonson in Kapelle aan de IJssel bij het Kralingse Veer. Dit pand werd uiteindelijk rond 1970 gesloopt. Het Franse woord voor meekrap is trouwens la garancine, vandaar dus garancinefabriek.
Van A. Breen weten we verder nog dat hij in 1887 werd herkozen tot Dijkgraaf van de polder Ouden Oostdijk.
Aren komt op 12 april 1904 te Delft te overlijden.
Dimmen zal als 48-jarige Rijksontvanger trouwen op 7 juli 1910 te Lekkerkerk met de 41-jarige Annigje Cornelia Kersbergen.
Hij zal op 4 februari 1927 in 's-Gravenhage komen te overlijden, waar ze sinds 7 mei 1915 woonden aan de Willem III straat 117, een nog wel bestaande pand
230.
In de Kadastrale kaarten 1811-1832 staat de meestoof op naam van bouwman Antonie Korteweg en consorten
231.
Aan de havenkant van de Kinderdijk staan twee kanonnen gepositioneerd die verdedigingswerken wil accentueren. Hier stond namelijk de waterpoort en stadsmuur. Beiden zijn afgebroken, maar inmiddels weer enigszins opgebouwd om de historie zichtbaar in het landschap terug te laten komen.
Aan de overkant van de haven krijgen we de achterzijde van een historisch gegeven voorgesteld. We zullen dit nog van dichtbij gaan bekijken .
De waterpoort kunnen we in gedachte verbeelden, met het wapen van Goedereede als voorbeeld is dat geen probleem. Ook in het wegdek kunnen we zien waar de stadsmuur gestaan heeft. Overwelft aan de bovenzijde van de muur kun je hierover zeker naast elkaar een wandeling maken.
Deze waterpoort was - zoals we aan de nieuwe opbouw kunnen zien - een stuk dieper dan de stadsmuur. Ook deze poort was in zijn geheel overwelft, zodat er ook op gewoond kon worden. Hoe zoiets eruit zou kunnen zien zagen we onder meer in Hoorn op de Oosterpoort .
De doorgang onder de poort was zodanig hoog, dat zelfs grote schepen er (met gestreken masten) onderdoor konden.
De doorvaart werd hier voorkomen door een boom in het water te leggen.
De stadmuur liep vanaf de Waterpoort naar de Hoofdpoort
232.
Wij lopen zonder aanwezige muur ook die kant op over het Melkdijkje.
Op de muur van een aangebouwde schuur bij het voormalige Stamphuus treffen we onder het straatnaambordje "MELKDIJKJE" een tegeltableau van zes tegels aan, met daarop een koe en vrouw met op de achtergrond een kerktoren.
Even verderop treffen we het gebouw met de X en 'ruit' in de dakpannen. Van deze zijde lijken ze met elkaar vervlochten te zijn.
Ansichtkaart van de Kinderdijk die overloopt in het Melkdijkje met daarop de vijfklassige gangschool. - fotodatering tussen 1897-1907 234.
bron: archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 8000 Collectie ansichtkaarten 32 8000-12-032-GR_Kinderdijk01
Onder het dak bevinden zich nu woningen. Na de bouw als meestoof in 1685 en afbraak in 1887
233, kwam er op het terrein een school (dat later - Meester Van Doorn maakte deze transitie mee - de ouwe schole ging heten) en vervolgens trok het bedrijf van Van Wijk er in het 1977 in om er in 1995 weer uit te vertrekken.
Het pand is - zoals eerder gesteld - in 1897 gebouwd. De schoolbouw (inclusief enige meubilair en onderwijzerswoning) is gegund aan de laagste inschrijver, Martinus Oostdijk uit Heenvliet voor het bedrag van ƒ 31.890.
Aan het eind van het jaar was het al gereed en werd op maandag 6 december 1897 geopend door schoolhoofd S. de Jong
235.
Timmerman Martinus Oostdijk, geboren op 30 december 1855 te Heenvliet en zoon van sluisknecht Jacob Oostdijk en Kaatje Jutte, trouwde als 27-jarige op 21 juni 1883 te Heenvliet met de 42-jarige weduwe en logementhoudster Klaasje van der Graaf
236.
Restant van de voormalige Hoofdpoort. - 08-1897
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 14.904 (CC BY-SA 3.0)
Van de bouw zelf bestaat zelfs nog een foto, al is dat op deze foto bijzaak.
Aan het einde van het Melkdijkje komen we weer uit bij de Catharinastraat. Op dit kruispunt vinden we met een andere kleur steen nog de plek waar de Hoofdpoort heeft gestaan. De laatste toren van deze Hoofdpoort was het doel van de foto. We zien echter ook de metselaars en timmerlieden die even rustig poseren voor het maken van deze foto in 1897.
De zijmuur is nog niet dichtgemetseld. We zien dat aan weerszijden de dakkapelletjes al in het hout zijn aangebracht.
Deze kapelletjes zullen met schoorstenen voor een fraai schouwspel zorgen.
Restant van de voormalige Hoofdpoort. - 08-1897
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 14.902 (CC BY-SA 3.0)
Voordat de poort in diverse perioden werd afgebroken bestond het uit twee ronde gebouwen van twee etages. Hiertussen was de eigenlijke poort aangebracht. Tijdens de gemeentevergadering van Goedereede van 7 augustus 1844 besloot men om de westelijke toren te slopen
237.
Het hierbij vrijkomende puin werd gebruikt voor de verharding van de modderige wegen
238.
Deze Hoofdpoort kon men aan zuidzijde met veel trappen opklimmen, zodat men vanaf boven over zee kon kijken.
De andere toren van deze poort was boven en onder voorzien van sterke gevangenissen die ijzeren tralies hadden
239.
Een van de gevangene die hier heeft gezeten was Ninge Dimmens, ook wel Ningetje genoemd. Zij was de laatste vrouw die hier heeft vastgezeten wegens een beschuldiging van hekserij, waarna ze levend werd verbrand op de brandstapel 240.
Restant van de voormalige Hoofdpoort. - 08-1897
bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 14.903 (CC BY-SA 3.0)
Vreemd genoeg besluit de raad van Goedereede in het voorjaar van 1905 met algemene stemmen de zogenoemde "Oude Hoofdpoort" opnieuw te hernieuwen en haar in oorspronkelijke staat terug te brengen. De raming van de kosten zijn ƒ 1110. De gemeente is bereid hiervan ƒ 200 voor zijn rekening te nemen
241.
In de zomer weet de burgemeester de raad mede te delen dat het Ministerie bereid te resterende kosten te dragen, mits de gemeente ƒ 300 betaald. De gemeenteraad besluit tot het financieren van ƒ 245. Particulieren dragen ƒ 55 bij
242.
Naar verluidt werd de Hoofdpoort, dat lokaal werd aangeduid als Hoorpoorte, in 1903 gesloopt.
Dit strookt echter niet met het bericht van het voorjaar van 1907, dat meldt dat de laatste overblijfselen van de Oude Hoofdpoort voor ƒ 106,26 zijn gegund aan C. Tieleman te Melissant om dit af te breken
243.
Vanaf het Hoofdpoort liep zowel een Stadsmuur als Stadsgracht, dat rond 1700 De Stads Gracht en De Kleyne Waal genoemd werd. Tussen de stadsgracht en het kleine wiel was nog een poort gebouwd, de Doelpoort of Doelepoort. De valbrug hierin liet de schutters hierover naar de Doelen gaan, waar ze konden oefenen. De straatnamen Doeleweegje, nu Doelweg, en Kleyne Wael zijn hieraan nog een herinnering
244.
Tijdens welke dijkdoorbraak dit wiel trouwens is ontstaan, wordt niet duidelijk.
We wandelen verder, de Catharinastraat in. Ook hier treffen we diverse bijzondere panden aan.
De eerste, op nummer 14 (16150) was een pandje met een gecementeerde trapgevel ten tijde dat het de monumentstatus kreeg. Tegenwoordig zien we gewoon weer de bakstenen en voegen, waarin jaarankers 1613 staan, in het pand dat in het bovenlicht de naam De Kapoenhoeck draagt. Deze naam refereert aan het Catharinaklooster dat hier ooit stond, waarbij de Kapoenen voor de kloosterlingen staan - als zijnde de gecastreerde haantjes 245.
Ook de buren hebben in het bovenlicht een naam staan, maar dan van een poëtisch wonderlijke aard: Het huisje waar Margo 'tje slaapt.
Dieke Schippers-Vaarzon Morel - inderdaad uit het bekende schildersgeslacht met deze naam - doet het ontstaan van deze "naam" in 1985 uit de doeken.
Dieke is een dochter van Willem Vaarzon Morel (1901-1982) en portretschilder Sophia Eriks (1898-1993). En dus ook de kleindochter van Willem Ferdinand Abraham Isaac Vaarzon Morel (1868-1955) en Pietertje Hendrika de Jong.
Het echtpaar Kees Schippers (1927-2008) en Dieke Vaarzon Morel (1929-2006) - die in 1951 trouwden, toen ze 23 en 21 jaren waren - hadden voor hun dochter Marjolein en schoonzoon Bram dit pandje gehuurd van een familie in Goedereede.
Cornelis Pieter Menheer die hier met zijn vrouw Arjaantje Menheer-Hoogmoed woonde, overleed op 17 november 1970.
Zij (Dieke) was in die periode werkzaam op de school, dat hier om de hoek staat en waren zelf woonachtig in het monumentale pand (16237) in de Pieterstraat dat uitkijkt op de Markt. Zij had naast Marjolein (1951) nog andere kinderen waaronder zoontje Rogier (1962). Rogier was toen nog tien jaar en zat dus bij zijn moeder op school. Marjolein en Bram hadden net een dochtertje gekregen, Margootje.
In de schoolpauzes vond Rogier het heerlijk om bij zijn grote zus op bezoek te gaan. En dat gebeurde niet geruisloos, maar op de manier zoals kinderen van tien jaar zich kunnen gedragen. In Rogiers geval met zeer veel lawaai. Dit leidde tot grote zus correctie: "Rogier, ssst, Margootje slaapt."
Maar aangezien dat niet in Rogiers geheugen beklijfde, hing de wanhopig geworden Marjolein op een gegeven moment een groot bord op, waarop Rogier kon lezen: "Ssst, Margootje slaapt". En dat hielp, voortaan sloop Rogier naar binnen en sprak hij fluisterend.
Toen het jonge stel hiervandaan verhuisden, bleef het bord hangen.
De volgende eigenaar, notaris S. Klein, die het pand kocht, vond het "lief en frappant".
S. Klein haalde in 1962 zijn doctoraalexamen Nederlands recht aan de rijksuniversiteit te Leiden.
In augustus 1973 liep Klein verwondingen op, toen hij tijdens een kelderbrand uit de woning probeerde te redden wat er te redden was. De brand bleef beperkt tot de kelder, maar er was wel veel waterschade.
Hij liet de tekst, na een kostelijke restauratie van het pand, als 't Huisje, waar Margootje slaapt op het raam in het bovenlicht schilderen
246.
Het verhaal van het tekstje startte dus zo rond 1972.
Tegenwoordig hangt het weer als "Het huisje waar Margo 'tje slaapt" op een omlijst bord geschreven, voor hetzelfde raam.
Catharinastraat 12 (16149) werd in 1991 wederom te koop aangeboden. Nu was de vraagprijs ƒ 165.000 k.k.
De volgende bewoners zullen het in 1992 getrouwde stel Edwin Molenaar en Margo van Erkelens worden. Hij gaat in 1993 de gevels van de woning restaureren en het jaar erop een berging toevoegen.
Matthijs Mijnders (±1953), klavecimbelbouwer sinds 1979 - die hij zelf ook beschildert - met een atelier op Markt 13, heeft in dit pand - zo gaat het verhaal - enkele eigen aanpassingen toegevoegd, waarbij we moeten denken aan een deurschilderingetje en openhaard-constructie.
Hij tekende trouwens ook de reconstructie van Goedereede zoals het er aan het begin van de zestiende eeuw uitgezien zou kunnen hebben. Hij woonde in de jaren '80 op nummer 4.
Een architect kocht de twee naastgelegen panden van nummer 10 en 8 erbij en maakte er een geheel van.
Nummer 10 was een schuur. Bouwbedrijf J. Kleijn, van nummer 6, wilde in 1980 op nummer 10 een materiaalloods bouwen voor zijn timmerbedrijf.
Leendert Kleijn woonde in 1978 op nummer 8. Hij overleed op 27 juni 1986 toen hij er met zijn vrouw Geertrui van Wijk woonde.
Later zat op nummer 8 Arensman uitvaarverzorging - in ieder geval tussen 1994 en 2002 - gevestigd. Op zolder werd de voorraad lijkkisten bewaard, die naar verluidt gemaakt zijn door de timmermanszaak. Door het geschuif van de kisten, zitten er tegenwoordig nog steeds krassen in de houten zoldervloer.
Arensman vraagt in 1994 een vergunning aan om de schuurdeur (van nummer 10) te wijzigen.
In 2003 ontvangt de gemeente een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning om de woning op de percelen nummer 8-10 te verbouwen.
Dit wekt de suggestie dat dit het werk is van de eerdergenoemde architect.
In 2021 kochten Mariska en haar vriend het complex en hebben van de zolder op nummer 8 hun slaapkamer gemaakt
247.
Ze kijken uit op de Achterstraat, dat met plaveisel van basalten "kinderkopje" bestraat is, zoals vroeger alle straten van Goedereede bestraat waren, voordat de klinkers hun intrede deden
248.
We lopen dan ook langs de Catharinastraat 9 (16146), het pand op de hoek met de Achterstraat, de straat in.
Het laatste huis van deze straat is een relatief modern huis en staat dan ook niet op de monumentenlijst. De bijbehorende schuur (16138) uit begin negentiende eeuw wel.
De opengeslagen schuurdeuren en de wagen en aanhanger geven een hint wat de functie momenteel is. Het is de wereld van PreWar PostWar Publishing B.V., die de websites PreWarCar.com / PostWarCar.com beheerd.
Zij is versteend - Goedereede
De Achterstraat laat een tijdloos beeld zien, met schuren die zwart "geteerde"
249
brede houten planken tonen.
Halverwege de straat komen we het atelier tegen van Ellen van der Bok, glas en steen bewerking. We zagen haar naam al eerder voorbijkomen in Middelharnis, Dirksland en Stellendam.
Aan het begin van de Achterstraat, op nummer 1 komen we de Stadsschuur (16136) tegen. Nadat de handelspositie van Goedereede teloor was gegaan, ging men zich richten op de landbouw. Men bleef echter wel de statige panden bewonen, en bouwden daarom aan de rand van de stad deze schuren. Naar verluidt bestond de bouwmaterialen deels uit aangespoeld scheepshout, waarvan de dek- en huidplanken
250
werden gebruikt.
Via de Varkensmarkt, dat voorheen de helft kleiner was omdat er toen aan de Kerkstraatzijde nog een schuur stond met erf van Tona van Someren en Consorten
251, komen we weer bij de Molenstraat.
De leibomen op de huidige Varkensmarkt zijn in 1980 geplaatst, toen ze slechts een stamdikte hadden van slechts vijf centimeter
252.
Tegenover deze 'verdwenen schuur' stond voorheen ook de inmiddels verdwenen gasthuis of Gasthuus. Er was al in 1477 sprake van een gasthuis. Het had ook als een van de weinige panden de stadsbrand van 1482 overleefd. Ten tijde dat Benjamin Boers zijn beschrijving maakte bewoonden "4 onvermogenden huisgezinnen" het Gasthuis
253.
Aan de zijmuur in de Molenstraat van het huidige pand staat nog een herstelde herinnering hieraan, de Gasthuuswelle. Hier haalde iedereen uit de omgeving voorheen het heldere welwater
254.
We vervolgen de wandeling in de Molenstraat, weer langs de kerk, en komen bij weer aan bij ons startpunt, de voormalige Molenpoort. 't Maggezien dat tegen Molenpoort stond aangebouwd, maakte onderdeel uit van de Stadsmuur. In dit gebouw zit het laatste stuk van dit deel van de Stadsmuur
255.
Zijn dikke muren waren ook hier wel nodig omdat het tevens dienstdeed als kruithuis
256.
Wanneer we door de "poort" weer teruglopen naar de wagen, zien we nog het opmerkelijke hek waarop Het Zwanen Gebroed staat te lezen en daaronder twee naar elkaar toe gewende zwanen te zien zijn.
Met de auto rijden we naar de Hoofdpoortstraat om daar over de "nieuwe brug" te rijden.
Voor de brug over de haven in de Hoofdpoortstraat werd vrijdagmorgen 28 april 1978 door burgermeester G. van Velzen de eerste paal geheid. Ook de firma G. van Herk uit Nieuwerkerk aan den IJssel - die de brug gaat bouwen - was hierbij aanwezig.
Hoewel de brug van beton wordt gemaakt, zal het bekleed worden met waalstenen, zodat het in het historisch beeld past
257.
Vanaf de brug rijden we over Bekaf naar de plek waar ooit de Waterpoort stond. Hier treffen we - zoals we al op het Kinderdijkje zagen - een stuk herstelde Stadsmuur met beeld.
Het verhaal dat dit beeld wil vertellen, gaat ruim een half millennium terug in de tijd.
Tijdens een aanval van jonker Frans van Brederode, zijn broer François, Reinier van Broekhuizen, Jan van Naaldwijk en anderen - die daarvoor hadden huisgehouden in Sluis en vervolgens in Rotterdam - op Mariamaghdelenedagh, 22 juli 1490, lagen ze met 26 schepen voor de stad. Frans van Brederode liet een monnik als boodschapper de stad opeisen voor hertog Filips. De stad ging er niet op in en stuurde monnik terug met de boodschap dat als ze het wilden hebben, ze het maar moesten proberen het te krijgen.
En zo brak een van de vele Hoeksche en Kabeljauwsche twisten uit, in dit geval de Jonker-Franschen Oorlog genoemd.
En dus vielen de aanvallers aan met geschut en werden de ladders, stormkatten en stormrammen gereedgelegd.
De meeste mannen van de stad waren op zee om haring te vangen - hiervoor hadden ze als niet ommuurde stad rond 1330 van Heer Gerrit van Voorn al de rechten gekregen - en zodoende lag de verdediging in handen van hun vrouwen en wat koopluyden en anderen Borgeren.
Om de stad het beste te kunnen verdedigen en de aanvallers zo weinig mogelijk bescherming te bieden, trokken ze zich terug achter de muren, nadat ze eerst alle verschuilplekken als de lijnbanen, de taanhuizen en woonhuizen (inclusief inboedel) in de brand hadden gestoken en de sluizen in de polders werden geopend zodat de velden onder water kwamen te staan. Inundatie werd toen dus ook al ingezet als verdedigingsmiddel.
Toen de aanvallers de muren bereikten troffen ze de vrouwen aan op de muur. Ze gooiden gloeiende pek en kokende teer naar beneden, maar ook brandende hoepels en pekkransen. Uiteindelijke trokken de aanvallers zich terug.
Binnen de stad werd een vrouw dodelijk getroffen door een serpentijn, toen ze over de sluis liep.
Een Goereesche 'Noorweegvaarder' die net kwam binnenzeilen had pech. Hij werd door de terugtrekkende mannen van Van Brederode als wraak aangevallen.
De vrouwe van Voorne ondersteunde de verdedigers van de stad met geld, zodat de muren en poorten hersteld konden worden. Ook schafte de graaf van Holland de vlastienden voor hun af
258.
Er zou Goedereede nog van divers aard vele malen rampspoed overkomen, zodat het volgende over de bewoners kon worden gezegd:
Zoo ooit hier eenig Stad soo dikwijls wordt bezocht
Van vijanden geplaagd, van water, vuur gezocht.
Goeree, gij hebt uw deel van al dies zware plagen;
Wie kan er meer dan gij, dien last soo hard, verdragen?
259.
Het beeld van Jean en Marianne Bremers is op Open Monumentendag zaterdagochtend 14 september 1996 rond 10.15 uur onthuld door de 91-jarige Tanis-Bruggeman, de oudste inwoner, met wat hulp van wethouder Visser. Burgemeester Sinke sprak met trots dat er twee mooie parels aan Goerees' kroon waren toegevoegd. Ook de gerestaureerde spuisluis was even daarvoor weer in gebruik genomen.
Ook wethouder Visser hield een spraakmakend verhaal, alsof hij er zelf bij was geweest tijdens de verdediging in 1490
260.
Het beeld wordt ook aangeduid als geduchte Amasone en daaraan komt natuurlijk niemand zomaar voorbij
261.
Op het plakkaat dat onder haar aan de muur bevestigd is kunnen we het verhaal lezen:
Verdediging van Goedereede op 22 juli 1490
ten tijde van de Hoekse en Kabeljauwse twisten.
Door afwezigheid van de mannen, die ter visserij
op zee waren verdedigden de vrouwen de stad tegen
de Hoeksen met kokende pek en teer.
De vijand moest na een gevecht van 7 uren aftrekken.
Aan het eind van 1999 werd gestart om de muur die hier verdedigd wordt, flink te verlengen. Het deel dat in het wegdek valt wordt uiteraard niet opgebouwd, maar is wel terug te zien in het wegdek. Zodoende zien we ook - wanneer we dit in gedachte overwelven - een mogelijkheid ontstaan waarover je met twee of drie personen naast elkaar kunt lopen. En eventueel de genoemde (afgesloten) opslagmogelijkheden kunt voorstellen
262.
Met een laatste blik op de haven, Markt en toren verlaten we Goedereede om naar Ouddorp te gaan.
8. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 17-18;
Mogelijk moet hierbij gedacht worden aan de vondst waarvan 13 maart 1902 melding wordt gemaakt:
twee fraaie Frankische en twee grovere Germaansche potten, een gedeelte van een maliënkolder waarvan de plaatjes voorheen verguld waren geweest met een netwerk van fijne koperen ringetjes uit de periode van de Merovingers, tweede helft van de achtste eeuw (750-800).
Krantenbank Zeeland:
Middelburgsche Courant | 13 maart 1902 | pagina 2 Verschillende Berichten. Ouddorp (Flakkee);
Mogelijk kan ook gedoeld worden op een vondst in de polder "Het Oudeland": 2 pullen, 3 kruikjes, 2 schalen, 2 urnen, klein lampje en een voetenkruik uit de Romeinse tijd (± 100 nOJ) welke door mr. A.E. Goekoop te 's-Gravenhage werd geschonken aan het einde van de lente van 1911.
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 12 juli 1911 | pagina 2 Nieuwstijdingen. Nederland. Ouddorp, 10 juli;
Op 12 maart 1932 wordt er nog een melding gedaan van het vinden van 2 antieke potjes op een paar meten diepte in Ouddorp. Dit achtten we echter niet meer tot 'het begin van de twintigste eeuw' horen.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 12 maart 1932 | pagina 5 Ouddorp.;
9. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 18;
12. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 19;
13. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 20;
14. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 9;
15. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 42;
16. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 42;
18. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 45-46;
19. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 33, 37-41, 45-46, 87-88;
20. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 45-46, 87-88;
21. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 83, Bijlage 1 p. 165-168;
22. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 51-52;
23. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 52-53;
24. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 53-55;
24. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 89 noot 69;
25. Goedereede-Oude Oostdijk : Een havenplaats uit de Romeinse tijd / J. de Bruin, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen. - Leiden : Sidestone Press, 2012. - ISBN 978-90-8890-083-9. - p. 55-56;
Joost de Vree dakvormen Schilddak;
Joost de Vree dakvormen Zadeldak;
28.
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 191;
29.
Informatiebord Molen 'De Windvang';
De korenmolen van Goedereede / A. Bicker Caarten, p. 201 (in: Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 199-202);
32.
De Nederlandse Molendatabase Goedereede, Zuid-Holland Onderwaterarcheologie op de Rede van Texel : Waardestellende onderzoeken in de westelijke Waddenzee (Burgzand) / Arent D. Vos; Esther Bánki (voorwoord). - Nederlandse Archeologische Rapporten 041. - Amersfoort : Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2012 . - ISBN : 978-90-5799-194-3. - p. 53;
37. Toelichting;
Delpher:
Nederland als polderland / A.A. Beekman. - Zutphen : Thieme, 1932 (3e druk). - kaart V d. Zuidholland in 1421 tijdens den St. Elizabethsvloed; Goedereede. / F.E.M., p. 278 (in: Het Nederlandsche zeewezen : officieel orgaan van de Vereeniging "Het Nederlandsche Zeewezen", jrg 6, 1907, 15-08-1907);
De geschiedenis der wereld, aan het volk verhaald : deel 3 / Adolf Streckfuss; B. ter Haar (Bz.). - Rotterdam : Bolle, [1900]. - p. 322;
Wikipedia Hermann von Reichenau;
38.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 24 februari 1934 | pagina 6 De grave van Gouree en coninck Wilhelm;
Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede kortelijck by een versameldt / door H.V. Dam. - Rotterdam : Henricus Goddaeus in den Oppert, 1680 p. 16;
39.
Byvoegsels en aanmerkingen op het Negende Deel der Vaderlandsche historie van Jan Wagenaar / H. van Wyn, N.C. Lambrechtsen, Ant. Martini, E.M. Engelberts e.a.. - Amsterdam : Johannes Allart, 1793 p. 58-63;
Wikipedia Hugo de Groot (rechtsgeleerde);
45.
Handboek der Middel-Nederlandsche geographie naar de bronnen bewerkt / L. Ph. C. van den Bergh. - Leiden : E.J. Brill, 1852. - Holtland en Forne, p. 218-220;
47.
Geschiedenis van Zeeland : Deel 1 Prehistorie - 1550 / Paul Brusse, Peter Henderikx (redactie). - Zwolle : WBOOKS, 2012. - ISBN 978-90-400-0752-1. - p. 107-108;
Ontdekking van de Vrije Friezen : Geschiedenis van hun route / Weiko Piebes: Friese heerschappen van Holland - Bijnamen - Friese heren;
Geschiedenis van Holland p. 72;
Een in zichzelf verdeeld rijk : Politiek en besuur van de tiende tot het gegin van de vijftiende eeuw / Antheun Janse, p. 72 (in: Geschiedenis van Holland : Deel 1 tot 1572 / Thimo de Nijs, Eelco Beukers (redactie). - Hilversum : Verloren, 2002. - ISBN 90-6550-682-9. - p. 69-102;
Wikipedia Keizer Hendrik II de Heilige;
Wikipedia Robrecht I de Fries;
Handboek der Middel-Nederlandsche geographie naar de bronnen bewerkt / L. Ph. C. van den Bergh. - Leiden : E.J. Brill, 1852. - Holtland en Forne, p. 219-220;
De Goote : een merkwaardige indijking op het eiland Voorne / D.L. de Jong (in: Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap, 1934, 01-01-1934 p. 842);
De Goote : een merkwaardige indijking op het eiland Voorne / D.L. de Jong (in: Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap, 1934, 01-01-Dordrecht-Eiland Plattegronden Dordrecht 1420 studie in 1565;
48.
Ontdekking van de Vrije Friezen : Geschiedenis van hun route / Weiko Piebes: Bijnamen - Friese heren;
49. Verhandeling over het zeegat van Goedereede / A. Greve. - Nieuwe Verhandelingen van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte, ISSN 0369-6618; 11 : 1. - Rotterdam : J. van Baalen en Zonen, 1852. - ƒ 6; Het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam (1769-1984) : Een bibliografisch en documenterend overzicht / M.J. van Lieburg. - Nieuwe Nederlandse bijdragen tot de geschiedenis der geneeskunde en der natuurwetenschappen, ISSN 0168-9827; no. 18. - Amsterdam : Editions Rodopi, 1985. - ISBN 90-6203-568-X. - p. 134-135 - P 94;
Groot woordenboek der Nederlandse taal : Derde deel S-Z / Van Dale. - Utrecht : Van Dale Lexicografie, 1984. - ISBN 90-6648-404-7. - p. 3610-3611;
Wikipedia Antonie Greve;
Delpher:
Rotterdamsche Courant, 17-09-1850 ROTTERDAM den 16 september.;
Algemeen Handelsblad, 05-05-1852 Advertentie;
50. Toelichting
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 september 1988 | pagina 2 Opmetselen Molenpoort te Goedereede;
Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede kortelijck by een versameldt / door H.V. Dam. - Rotterdam : Henricus Goddaeus in den Oppert, 1680 p. 18;
51. Toelichting
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 17 maart 1934 | pagina 3 Zeeschuimers en listige Goeree-ers;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 september 1988 | pagina 2 Opmetselen Molenpoort te Goedereede;
Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede kortelijck by een versameldt / door H.V. Dam. - Rotterdam : Henricus Goddaeus in den Oppert, 1680 p. 17;
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 24;
53.
Historische woordenboeken / instituut voor de Nederlandse taal Bekaf in deze context liggen betekenis 3 en 4: 'dood' voor de hand;
54.
Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede kortelijck by een versameldt / door H.V. Dam. - Rotterdam : Henricus Goddaeus in den Oppert, 1680 p. 17;
57.
Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede kortelijck by een versameldt / door H.V. Dam. - Rotterdam : Henricus Goddaeus in den Oppert, 1680 p. 18;
59.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 september 1988 | pagina 2 Opmetselen Molenpoort te Goedereede;
60.
Delpher:
Besluiten van de Tweede Kamer en decreeten van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen volks : XXII Deel, Mey 1800. - 's-Gravenhage : 's Lands Drukkerij, 1795-1806 p. 278;
ANWB Informatiebord "'t Maggezien";
61.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1962 | pagina 10 Folklore en Taal 2 : De "stad" Goedereede III / F. den Eerzamen;
64.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 april 1954 | pagina 3 Folklore en taal 72 : De kèrreke (I.) / F. den Eerzamen;
Schouwen's Badcourant | 28 juni 1985 | pagina 19 Stadswandeling door historisch Goedereede;
Hervormde gemeente Goedereede - Over ons - Gebouwen - Kerk - Brochure kerk - 2006 Goedereede / Hubert J. van Heest. - 2006. - p. 8/16;
Hervormde gemeente Goedereede - Over ons - Gebouwen - Kerk - Brochure kerk - 2017 De Goereedse kerk / Aad den Hertog m.m.v. Leon van der Ham. - 2017. - p. 19;
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 53;
65.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 september 1958 | pagina 5 Hervormde kerk te Goedereede [foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1959 | pagina 10 De Ned. Herv. Kerk te Goedereede (anno 1708) [foto];
Beide bronnen hierboven zijn niet correct, volgens de volgende bron:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 april 1961 | pagina 5 De naam "Coomans" te Goedereede;
genealogieonline Genealogie Rijerkerk - Bronner / Cock Rijerkerk » Andries Bastiaans COMANS (1670-1716);
Hoe het leven van Bastiaan Coomans er verder uit ziet is onduidelijk. Een Cebastiaan, Cebastiaen, Sebastiaan, Bastiaan Coomans wordt goud- en zilversmid te Goes. Hij doet in 1737 zijn proeve als zilversmid. Deze persoon overlijdt in 1740 en wordt begraven in het koor (dus belangrijk bevonden) van de Grote Kerk (of Maria Magdalenakerk) te Goes begraven.
Deze persoon was getrouwd met Johanna Palding. Ze hadden de zilver- en goudsmidwinkel in het huis 'de Gouden Croone' aan de Papegaaystraat nummer 9.
Johanna Palding wilde hertrouwen met Francois de Wind.
bron:
historie van goes 1734 - 1739 > Economische bedrijvigheid Smederijen;
historie van goes 1740 - 1746 > Orde en veiligheid Burgerlijke stand;
historie van goes 1747 - 1750 > Economische bedrijvigheid Smederijen;
openarchieven Begrafenis (in het jaar 1740) te Goes Cebastiaen Coomans;
66.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 september 1958 | pagina 5 Hervormde kerk te Goedereede [foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1959 | pagina 10 De Ned. Herv. Kerk te Goedereede (anno 1708) [foto];
Beide bronnen hierboven zijn niet correct, volgens de volgende bron:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 april 1961 | pagina 5 De naam "Coomans" te Goedereede;
genealogieonline Genealogie Rijerkerk - Bronner / Cock Rijerkerk » Andries Bastiaans COMANS (1670-1716);
genealogieonline Regio Goeree Overflakkee / Rene Luijkenaar » Andries COOMANS Bzn (1670-1716);
genealogieonline Genealogie Post-Oost / J. Post » Andries Bastaens Coomans (± 1670-1716);
genealogieonline Genealogie Van Pelt Van Leeuwen / Leen van Pelt » Andries Bastaensz Coomans (1670-1716);
genealogieonline Stamboom Wim Westphaal / Wim Westphaal » Andries Bastiaansz Coomans (1670-1716)
&
genealogieonline Quaero / Louis de Wit » Andries Bastiaansz Coomans (1670-1716)
Met een citaat uit de bron: Jaarboek De Achttiende Eeuw 2018;
(Dit laatste blijkt Jaarboek De Zeventiende Eeuw 2018 te zijn, met het artikel Corruptie in de Republiek. Andries Hessel van Dinther, baljuw van Beijerland van Michel Hoenderboom op p. 83-96.)
Waarbij in eigen tekst wel de ontstane verwarring tussen Andries Bastaens Coomans en zijn vader Bastiaan Andries Coomans is gecorrigeerd volgens bron: Scandal, politics and patronage: Corruption and Public Values in The Netherlands (1650-1747) / Michel Petrus Hoenderboom. - Amsterdam : Vrije Universiteit, 2013 (proefschrift). - ISBN 978-90-5335-689-0. - p. 62-67
De vervolgcarrière van Coomans: "schout en rentmeester in 1673" geeft aan dat het niet om Andries Bastaens Coomans (1670-1716) kan gaan.
zie ook: ‘Briefwisseling van Johan de Witt’ van het Huygens Instituut op de site van www.johandewitt.nl: Coomans, Bastiaan Andriesz.;
genealogieonline Genealogie Rijerkerk - Bronner / Cock Rijerkerk » Cornelia Pieters BEENS (± 1673-1729);
genealogieonline Dinteloord en omliggende gemeenten / Hans Prince » Cornelia Pieters Beens (1673-1729);
genealogieonline Genealogie Rijerkerk - Bronner / Cock Rijerkerk » Sebastiaan Andriesse COMANS (1701-????);
Delpher:
De oudste Protestantsche lidmatenregisters van Oosterhout (N.B.) / Carl Köffler, kolom 275 en 276 (in: Maandblad van het Genealogisch-heraldiek Genootschap "De Nederlandsche Leeuw", jrg 34, 1916, no. 11, 01-11-1916);
Vragen en Antwoorden / Steendam, kolom 157 Coomans. (in: Maandblad van het Genealogisch-heraldiek Genootschap "De Nederlandsche Leeuw", jrg 46, 1928, no. 5, 01-05-1928);
68.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Hervormde Kerk - Catharinakerk / G.J. Dukker (Gerard)(fotograaf). - 01-1983 241.486;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 juli 1983 | pagina 1 Herv. Goedereede nam dankbaar gerestaureerde kerk in gebruik;
69.
Krantenbank Zeeland:
Schouwen's Badcourant | 28 juni 1985 | pagina 19 Stadswandeling door historisch Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 juni 1962 | pagina 3 Folklore en taal 2 2e serie nr. 74 : De "stad" Goedereede V / F. den Eerzamen;
78.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1959 | pagina 10 De Stad Goedereede in het verleden : Plaats met rijke historie;
Krantenviewer Noord-Hollands Archief:
Nieuwe Haarlemsche Courant | 7 januari 1877 | pagina 3 Almanak der Week;
79.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1959 | pagina 10 De Stad Goedereede in het verleden : Plaats met rijke historie;
Delpher:
Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 03-07-1871 Groote namen. : Paus Adriaan. / t. B.;
Het Binnenhof, 11-02-1953 Pastoor van Goedereede werd enige Nederlandse paus : Stellendam op slib gebouwd in 1782, nu door water verzwolgen;
Wikipedia Paus Adrianus VI;
De levensloop van Adriaan 1459 - 1523 : van pastoor in Goedereede tot paus in Rome / Rob Louis; André Kastelein (naschrift). - Ouddorp : Stichting Stad Goedereede, 2012. - p. 2-3: dit betreft een correctie op de veelal op 2 maart genoteerde geboortedatum van Adriaan;
80.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1959 | pagina 10 De Stad Goedereede in het verleden : Plaats met rijke historie;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 september 1962 | pagina 5 Commissaris der Koningin opende gerestaureerde "Gouden Leeuw" : Anno 1500 woonde hier Adriaan Floriszoon, later Paus te Rome;
De levensloop van Adriaan 1459 - 1523 : van pastoor in Goedereede tot paus in Rome / Rob Louis; André Kastelein (naschrift). - Ouddorp : Stichting Stad Goedereede, 2012. - p. 7, 9, 13;
81.
De levensloop van Adriaan 1459 - 1523 : van pastoor in Goedereede tot paus in Rome / Rob Louis; André Kastelein (naschrift). - Ouddorp : Stichting Stad Goedereede, 2012. - p. [1];
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1959 | pagina 10 De Stad Goedereede in het verleden : Plaats met rijke historie;
Wikipedia Paus Adrianus VI;
Wikipedia Papa Adriano VI;
Wikipedia Dijkaflaat van 1515;
Wikipedia Dukaat;
Wikipedia Rijnse gulden;
Wikipedia Karaat (gehalte); Goudprijs van vandaag 11-4-2025: € 91.081,70;
Delpher:
Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 03-07-1871 Groote namen. : Paus Adriaan. / t. B.;
83. Paus Adrianus VI : Een Utrechtse timmermanszoon op de Heilige Stoel : Rondwandeling door de Utrechtse binnenstad / René de Kam. - Utrecht : Gemeente Utrecht, 2009 -StadsOntwikkeling. - p. 7;
Delpher:
Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 03-07-1871 Groote namen. : Paus Adriaan. / t. B.;
91.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 mei 1985 | pagina 1 Tentoonstelling "Romeinen langs de Rijn";
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 21-02-1985 Romeinen langs de Rijn;
Trouw, 11-07-1985 EXPOSITIES Romeinse Rijn-forten kleurrijk in beeld;
De Volkskrant, 01-03-1986 EXPOSITIES Romeinse Rijn-forten kleurrijk in beeld;
Bij deze tentoonstelling verscheen ook nummer 3 van de Archeologische cahiers, ISSN 0924-2783:
De Romeinen langs de Rijn / Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland. - Amersfoort : Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 1985;
93.
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 52
hierin wordt het gewicht van klok 2200 gegeven;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 juli 1999 | pagina 11 Bij de ingebruikname van Goerees' carillon;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 juni 1976 | pagina 6 Zingende torens (slot) : De toren van Goedereede.
hier wordt het gewicht van de klok 1850 kilo gegegen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 7 augustus 1943 | pagina 2 Goereeërs en Ouddorpers;
94.
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 32;
95.
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 32;
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 24-01-1973 Goedereede krijgt opgeknapte toren;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 oktober 1973 | pagina 5 De troen van Goedereed in de steigers [foto];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 juni 1976 | pagina 6 Zingende torens (slot) : De toren van Goedereede.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 april 1977 | pagina 9 Historie Goeree's gemeentehuis in Jaarverslag "de Motte";
96.
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 32;
Delpher:
Duizend jaar bouwen in Nederland : Deel 1. De bouwkunst van de middeleeuwen / S.J. Fockema Andreae, E.H. ter Kuile. - Amsterdam : Allert de Lange, 1948. - p. 251;
Sloopend herboren-Nederland : VI. De kleinere steden en het platte land van Zuid-Holland (slot) / J.C. Overvoorde, p. 265-266 (in: Buiten : geïllustreerd weekblad aan het buitenleven gewijd, jrg 8, 1914, no. 22, 30-05-1914, p. 26.-266);
Opzoeken:
Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee, zijne wording en zijn voortbestaan tot op heden / J. v.d. Waal en F.O. Vervoorn. - Sommelsdijk : Boekhoven. - p. 106;
97.
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 33-34, 35; Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
85;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 juni 1976 | pagina 6 Zingende torens (slot) : De toren van Goedereede.;
100.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 april 1977 | pagina 1 Museum in Goeree's gerestaureerde Dom;
102.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 mei 1978 | pagina 9 Zilveren Gedenkpenning Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 27 juni 1978 | pagina 1 Gerestaureerde dom van Goeree werd Koninklijk geopend;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 juni 1978 | pagina 3 Zilveren Gedenkpenning;
bron afbeeldingen gedenkpenning: munthandel reekers Goedereede. Restauratie kerktoren.;
109.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 mei 1962 | pagina 9 Folklore en Taal 2 De "stad" Goedereede IV / F. den Eerzamen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 oktober 1996 | pagina 6 Stadsmuren rond Goedereede;
Wikipedia Staketsel;
112.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 september 1996 | pagina 6 In de Pieterstraat zet men de bloemetjes buiten / Diek Schippers-Vaarzon Morel;
113.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 13 september 1996 | pagina 6 In de Pieterstraat zet men de bloemetjes buiten / Diek Schippers-Vaarzon Morel;
114.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Goedereede, Zuid-Holland, sectie A, blad 03 MIN08043A03;
115.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 juli 1958 | pagina 3 Monumenten op Goeree-Overflakkee : Restauratie stagneert door beperkte subsidies;
117.
De Nederlandse Gemalen Stichting Gemaal Witte Brug;
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 59;
118.
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 36;
119.
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 36;
120.
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 35;
121. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee / Benjamin Boers. - Sommelsdijk : J. Jongejan, 1843. - p.
23;
Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden / A.J. van der Aa. - 13 delen. - Gorinchem : Jacobus Noorduyn, 1839-1851. - Negende deel: P. R. - 1847. - p. 196 Plas-polder (de);
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 3095 De polder De Plas, 1722, 1781, 1788, 1792, 1848-1956 4. De geschiedenis van de polder De Plas 1545 - 1551/1554-1956
De genoemde Sebastiaan Theems blijkt Sebastiaan Gheens te zijn;
Beschrijving van het eiland Westvoorn, meest bekend onder den naam van: Eiland Goedereede / G. Jongejan. - Sommelsdijk : G. Jongejan, 1823. - p. 27;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Goedereede, Zuid-Holland, sectie B, blad 03 MIN08043B03;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Goedereede, Zuid-Holland, sectie B, blad 009 OAT08043B009;
122.
We blijven hier achter met enkele onbeantwoorde vragen. #Raadsel;
123.
Delpher:
Beschrijving van de provincie Zuidholland, behoorende bij de waterstaatskaart / Algemeenen Dienst van den Rijkswaterstaat. - 's-Gravenhage : Algemeene Landsdrukkerij, 1937. - p. 51 Polder De Plas;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 3095 De polder De Plas, 1722, 1781, 1788, 1792, 1848-1956 4. De geschiedenis van de polder De Plas 1545 - 1551/1554-1956;
124.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 juli 1958 | pagina 3 Monumenten op Goeree-Overflakkee : Restauratie stagneert door beperkte subsidies;
125.
Schaatshistorie.nl Cornelis van Wijk
uit: Van Glis tot Klapschaats : schaatsen en schaatsenmakers in Nederland, 1200 tot heden / Wiebe Blauw. - Franeker : Van Wijnen, 2001. - ISBN 90-5194-213-3;
126.
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 27 januari 1900 | pagina 3 Een Smederij;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 augustus 2000 | pagina 1 3 generaties 'De Kluute' : 100 jaar smederij en loodgietersbedrijf in Goedereede!;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 december 2006 | pagina 1 Jan en Jans van Wijk zestig jaar met elkaar in het huwelijk verbonden / Adri van der Laan [met foto];
openarchieven Huwelijk op 8 september 1905 te Goedereede Cornelis van Wijk en Klaasje Bakelaar;
openarchieven Zoekresultaten gezin Cornelis van Wijk en Klaasje Bakelaar;
openarchieven Huwelijk op 27 mei 1880 te Goedereede Jan Bakelaar en Dina Hoogmoed;
openarchieven Zoekresultaten gezin Jan Bakelaar en Dina Hoogmoed;
Staatshistorie.nl Cornelis van Wijk
uit: Van Glis tot Klapschaats : schaatsen en schaatsenmakers in Nederland, 1200 tot heden / Wiebe Blauw. - Franeker : Van Wijnen, 2001. - ISBN 90-5194-213-3;
129
Delpher:
De vriend van oud en jong; christelijk en wetenschappelijk weekblad, jrg 15, 1893-1894, no. 21, 07-02-1894 Smidsknecht;
De vriend van oud en jong; christelijk en wetenschappelijk weekblad, jrg 15, 1893-1894, no. 44, 18-07-1894 Smidsknecht;
139.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 juni 1962 | pagina 6 Folkore en Taal 2, 2e serie 76 De "stad" Goedereede VI / F. den Eerzamen;
Beschrijving van het eiland Westvoorn, meest bekend onder den naam van: Eiland Goedereede / G. Jongejan. - Sommelsdijk : G. Jongejan, 1823. - p. 38;
140.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 oktober 1985 | pagina 2 Raad Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 oktober 1993 | pagina 11 Gemeente Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 september 1996 | pagina 1 Restuaratie spuisluis te Goedereede;
144.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 17 maart 1934 | pagina 3 Zeeschuimers en listige Goederee-ers;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1962 | pagina 10 Folklore en Taal 2 : De "stad" Goedereede III / F. den Eerzamen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 september 1980 | pagina 2 Stadsmuur uit 15e eeuw te Goedereede opgegraven : Onderzoek "De Motte" maakt reconstructie mogelijk;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 oktober 1980 | pagina 5 De oude stadsmuren van Goedereede / A. van der Zwan;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 december 1983 | pagina 6 Boeiend jaarverslag van "De Motte" / A. van der Zwan;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 oktober 1996 | pagina 6 Stadsmuren rond Goedereede;
Bodemvondsten uit Goeree-Overflakkee in bodemvondsten : 25 jaar archeologisch en historisch onderzoek door De Motte / Rias Olivier (samensteller). - Ouddorp : De Motte, 1994. - ISBN 90-90-06867-8. - p. 35;
Joost de Vree baksteenformaten Klinkerkei 65;
Delpher:
Algemeen Dagblad, 25-09-1981 Beschermde monumenten;
145.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 4 april 1925 | pagina 3 De Fabrieksbaas;
146.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 augustus 1980 | pagina 3 Gemeente Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 september 1980 | pagina 2 Stadsmuur uit 15e eeuw te Goedereede opgegraven : Onderzoek "De Motte" maakt reconstructie mogelijk;
148.
Online Begraafplaatsen Algemene Begraafplaats, Mariadijk, Goedereede;
Delpher:
Verslag aan den Koning van de bevindingen en handelingen van het Geneeskundig Staatstoezigt in het jaar 1876. - 's Gravenhage : Van Weelden en Mingelen, 1877 p. 281, Goedereede;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 maart 1949 | pagina 2 De begraafplaats te Goedereede wordt uitgebreid;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 januari 1978 | pagina 5 Nieuwe aula op begraafplaats te Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 maart 1980 | pagina 1 Grondruil en -verkoop;
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 173 Begraafplaatsen;
160.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 25 mei 1900 | pagina 3 Sommelsdijk, 23 Mei.;
161.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 2 september 1904 | pagina 4 Goedereede;
162.
Krantenbank Zeeland:
Zierikzeesche Nieuwsbode | 6 augustus 1904 | pagina 2 Goedereede;
163.
Meertens Instituut: Nederlandse Familienamenbank Komttebed;
Meertens Instituut: Nederlandse Familienamenbank Komtebedde analyse en verklaring
'Komtebedde' / Leendert Brouwer (in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen. - Amsterdam/Den Haag: Meertens Instituut / CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000);
Het Feyne Kwartier 16e jaargang, nr.2, Augustus 2011: 7 Herkomst van Ouddorpse Familienamen (3). - p. 39;
165.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 14 mei 1930 | pagina 2 Goedereede.;
openarchieven Huwelijk op 18 juni 1920 te Goedereede Leendert Komttebed en Wendelina Catharina van Veen;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1133 Registers van de burgerlijke stand Goedereede, 1812-1965 - Goedereede, 18-06-1920 No 4;
166.
openarchieven Registratie op 24 september 1873 te Zwijndrecht;
Regionaal Archief Tilburg, Bevolkingsregister Hooge en Lage Zwaluwe - Boek 646, 1900-1910 folio 114;
Regionaal Archief Tilburg, Bevolkingsregister Hooge en Lage Zwaluwe - Boek 652, 1910-1920 folio 138;
Regionaal Archief Tilburg, Bevolkingsregister Hooge en Lage Zwaluwe - Boek 659, 1920-1930 folio 4;
regionaal archief dordrecht, 627 Burgerlijke Stand en Bevolking van Zwijndrecht, 1903-1909 85/282 Huwelijk Jan Pieter Heijl en Cornelia Arnolda van Duinen, 18-05-1905;
openarchieven Huwelijk op 7 maart 1928 te Hooge en Lage Zwaluwe - Bastiaan Verhoeven en Adriana Heijl;
Delpher:
Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, 26-03-1928 Burgerlijke Stand. Lage Zwaluwe. Gehuwd;
Dagblad van Noord-Brabant, 19-03-1929 Burgerlijke Stand. Hooge en Lage Zwaluwe. Geboren;
Dagblad van Noord-Brabant, 06-06-1931 Burgerlijke Stand. Hooge Zwaluwe. Geboren;
Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard en IJselmonde, 13-06-1941 Burgerlijke Stand. Dubbeldam. Geboren;
genealogieonline Stamboom Van Britsom en Bax / M. van Britsom Jan Pieter Heijl (1866-1953);
Online Begraafplaatsen Cornelia Arnolda van Duinen (1873-1952) Graf id-nummer: 63744;
Online Begraafplaatsen Jan Pieter Heijl (1866-1953) Graf id-nummer: 63742;
169.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 juli 1940 | pagina 2 Burg. Stand.;
170.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 maart 1953 | pagina 2 Officiële dodenlijst : Stellendam (vervolg);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 februari 2004 | pagina 8 Gemeente Goedereede maakt verzuim uit verleden weer goed met nabestaanden en betrokkenen : Graven van familie Van Veen kregen gedenksteen;
De ramp : een reconstructie van de watersnood van 1953 / Kees Slager. - [Amsterdam] : Olympus, 2023. - ISBN 978-90-467-0796-8. - Vijftiende druk. - p. 195 [oorspronkelijke uitgever: Goes : De Koperen Tuin, 1992];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 december 1999 | pagina 18 Wat er op Stellendam gebeurde tijden de stormramp van 31 Januari - 1 Februari 1953 / A.M. Blokland;
Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | 8 januari 1954 pagina 227-pagina 228;
174.
Online Begraafplaatsen Jacob Thomas van Veen;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 7 februari 1931 | pagina 5 Burgerlijke Stand geboorte Jacob van Veen;
Onze Eilanden | 18 februari 1931 | pagina 3 Burgerlijke Stand geboorte Jacob Thomas van Veen;
175.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 8 februari 1933 | pagina 3 Burgerlijke Stand geboorte Willem Jan van Veen;
176.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 9 oktober 1935 | pagina 2 Burgerlijke Stand geboorte Jan Hendrik van Veen;
177.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Goedereede, Zuid-Holland, sectie B, blad 01 MIN08043B01 - 352;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Goedereede, Zuid-Holland, sectie B, blad 001 OAT08043B001;
Nationaal Archief: 4.VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870). - NL-HaNA_4.VTH_2218;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 15 januari 1904 | pagina 3 Verkoopingen;
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 6 oktober 1917 | pagina 5 Goedereede;
Maas- en Scheldebode | 10 oktober 1917 | pagina 2 Goedereede;
179.
Delpher:
Nieuw Utrechtsch dagblad, 05-04-1956 Burgerlijke Stand Getrouwd;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 februari 1957 | pagina 2 Goedereede Burgerlijke Stand;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 mei 1961 | pagina 3 Goedereede Burgerlijke Stand;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 maart 1963 | pagina 10 Goedereede Burgerlijke Stand;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 mei 2009 | pagina 3 Familiebericht Mies;
Met dank aan Rik van Doorn op facebook Messenger 23-5-2025 voor antwoord op de vraag;
facebook-pagina Lucas Van Doorn;
Internet Archive Waybackmachine Lucas Van Doorn Lucas;
Algemeen Dagblad, 25-05-25, 14:11 Mysterie opgelost: dit heeft de Rozijnkorf te maken met KLM / Roel Diender;
180.
Delpher: Bedankt, juf! / Rogier van Aerde, Boudewijn Weehuizen (foto), p. 87 (in: Margriet, 1971, no. 25, 18-06-1971, p. 82-87);
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 oktober 1972 | pagina 1 Flakkeese kunst in "de Welle" / Schrijver.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 december 1972 | pagina 5 Expositie van "de kladders" 'n 'uitzonderlijke zaak';
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 januari 1973 | pagina 1 a propos ....;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 april 1976 | pagina 8 Gemeente Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 april 1977 | pagina 9 Historie Goeree's gemeentehuis in Jaarverslag "de Motte";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 september 1996 | pagina 4 Het stedehuus van Goedereede : Met De Motte op stap in het verleden (13);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 mei 1978 | pagina 1 Eerste paal voor nieuwe brug over de haven te Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 juni 1988 | pagina 8 Afscheidsreceptie;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 juli 1988 | pagina 2 Afscheid van de heer N. A. L. van Doorn;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 november 2010 | pagina 6 'Werk in uitvoering' op OBS Buten de Poorte in Goedereede;
Met dank aan Rik van Doorn op facebook Messenger 23-5-2025 voor antwoord op de vraag;
Met dank aan Rik van Doorn en de vele leerlingreacties op facebook-pagina Je bent n Goereeër als je. ............. Meester van Doorn, vol fijne herinneringen 16-7-2019;
181.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 januari 1978 | pagina 5 Begraven in Middelharnis (4) Joodse begraafplaats(en);
182.
Delpher:
Land en volk, 14-06-1905 Onbeheerde begraafplaats;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 januari 1978 | pagina 5 Begraven in Middelharnis (4) Joodse begraafplaats(en);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 juni 1985 | pagina 10 Aantekening:;
Provinciale Zeeuwse Courant | 10 januari 2001 | pagina 45 Joden verdwijnen uit Goeree Begraafplaatsen;
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 28;
183.
Delpher:
Handelingen der Centrale Commissie tot de Algemeene Zaken van het Nederlandsch-Israëlitisch Kerkgenootschap, 1924, 22-06-1924 p. 46, punt 25;
184.
Delpher:
Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen, jrg 57, 1926, no. 7, 12-02-1926 Middelharnis;
Nieuw Israelietisch weekblad, 01-07-1927 Herstel der oude begraafplaats.;
Nieuw Israelietisch weekblad, 21-07-1933 Middelharnis.;
195.
Bodemvondsten uit Goeree-Overflakkee in bodemvondsten : 25 jaar archeologisch en historisch onderzoek door De Motte / Rias Olivier (samensteller). - Ouddorp : De Motte, 1994. - ISBN 90-90-06867-8. - p. 31;
196.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 22 april 1977 | pagina 9 Historie Goeree's gemeentehuis in Jaarverslag "de Motte";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 september 1996 | pagina 4 Het stedehuus van Goedereede : Met De Motte op stap in het verleden (13); Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede / kortelijck by een versameldt, door H. V. Dam. - Tot Rotterdam : gedruckt by Henricus Goddaeus, 1680. - p. 18;
197.
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 31-03-1966 Goedereede: Komt dat zien, komt dat! : Sfeer van eeuwen her leeft er nog / (Van een onzer verslaggevers);
199.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 september 1962 | pagina 5 Commissaris der Koningin opende gerestaureerde "Gouden Leeuw" : Anno 1500 woonde hier Adriaan Floriszoon, later Paus te Rome;
200.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1959 | pagina 10 De Stad Goedereede in het verleden : Plaats met rijke historie;
203.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Goedereede, Zuid-Holland, sectie A, blad 009 OAT08043A009 perceelno. 270;
openarchieven Overlijden op 13 februari 1865 te Goedereede Pieter van der Wende;
Delpher:
Algemeen Handelsblad, 12-12-1843 Inlandsche tabak!;
204.
Een kleine 30 jaar is het onduidelijk wat er in het pand gebeurd en door wie;
205.
Delpher:
Het nieuws van den dag : kleine courant, 03-02-1888 Huishoudster.;
Het nieuws van den dag : kleine courant, 24-05-1890 Huishoudster.;
Het nieuws van den dag : kleine courant, 21-12-1897 Logement "de Gouden Leeuw";
Het nieuws van den dag : kleine courant, 06-01-1898 "Vergunning.";
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 11 maart 1892 | pagina 2 Goedereede;
openarchieven Geboorte op 2 augustus 1855 te Goedereede Aren Oreille;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1133 Registers van de burgerlijke stand Goedereede, 1812-1965 - 44 1855 No. 30;
openarchieven Huwelijk op 12 september 1889 te Goedereede Aren Oreille x Willemina Antonia Elbrink;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1133 Registers van de burgerlijke stand Goedereede, 1812-1965 - 1078 1889 No. 10;
openarchieven Geboorte op 2 februari 1890 te Goedereede Pietje Oreille;
openarchieven Huwelijk op 5 juli 1895 te Goedereede Aren Oreille x Josina Catharina Wilhelmina Bruil;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1133 Registers van de burgerlijke stand Goedereede, 1812-1965 - 1084 1895 No. 6;
openarchieven Geboorte op 13 augustus 1895 te Goedereede Jannetje Berendje Oreille;
Op 31-3-1898 komt hij vanuit Voorschoten naar Amsterdam met zijn vrouw Josina Catha Wilhelmina Bruil (Gendringen, 9-9-1949), Pietje en Jannetje Berendje (Goedereede 13-8-1995). Ook zus Leentje Oreille gaat mee.
Stadsarchief Amsterdam, Deel 37, Periode 1918-1919, 2 augustus 1855 Aren Orielle;
openarchieven Overlijden op 10 juni 1916 te Apeldoorn Josina Catharina Wilhelmina Bruil;
207.
Wat de situatie tussen 1901 en 1905 was is onbekend;
208.
Delpher:
Algemeen adresboek van Nederland en Nederlandsch-Indië ten dienste van handel, nijverheid, landbouw en verkeer, 2018 - Provincie Zuid-Holland Goedereede p. 110;
Krantenbank Zeeland:
“Vooruit!” Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 11 oktober 1905 | pagina 6 Advertentie Dienstbode;
Onze Eilanden | 27 september 1919 | pagina 5 Goedereede. Het hotel;
209.
Krantenbank Zeeland:
Onze Eilanden | 27 september 1919 | pagina 5 Goedereede. Het hotel;
Onze Eilanden | 30 december 1933 | pagina 4 Bewoners van het pand "De Gouden Leeuw" Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 september 1948 | pagina 6 De Gouden Leeuw veranderd van eigenaar.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 5 februari 1974 | pagina 4 Familiebericht Flip Soeteman;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 augustus 1978 | pagina 4 Familiebericht Leonardus van Breemen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 oktober 2005 | pagina 5 Ingezonden De hoofdprijs...! / Mevrouw Nederveld-Klepper;
openarchieven Huwelijk op 27 april 1911 te Goedereede Poulus Nederveld x Klaasje Bruggeman;
Online Begraafplaatsen Nederveld - Bruggeman;
210.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 september 1948 | pagina 6 De Gouden Leeuw veranderd van eigenaar.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 december 1949 | pagina 3 In andere handen;
Delpher:
Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1950, Jan.1950, dl.1: A-G p. 678;
212.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 december 1949 | pagina 3 In andere handen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 december 1949 | pagina 10 Advertentie Nieuwjaarsgroet;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 september 1958 | pagina 2 Raad van Goedereede besloot tot overname van wegen : Café open op zondag;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 februari 1959 | pagina 3 Brand in "De Gouden Leeuw" te Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1959 | pagina 10 De Stad Goedereede in het verleden : Plaats met rijke historie;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 september 1962 | pagina 5 Commissaris der Koningin opende gerestaureerde "Gouden Leeuw";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 januari 1967 | pagina 6 Openbare Verkoping;
213.
We komen W.L. van Beek diverse keren tegen in het nieuws of advertenties. Lastiger is het om vast stellen waar zijn initialen voor staan.
Een feitelijke bevestiging wordt dan ook niet gevonden, zodat de volgende analyse slechts tot een mogelijk kandidaat leidt.
We komen het Stadsarchief ene Wouter Leendert van Beek tegen, die 20-12-1939 te Rotterdam als 31-jarige monteur gaat trouwen met de 23-jarige Neeltje Tanis. Zij blijkt in Goedereede rond 1916 te zijn geboren als dochter van Kommer Tanis en Neeltje de Keizer. Hij is rond 1908 te Schiedam geboren als zoon van Krijn van Beek en Alida Florina Verhoeven.
bron: Stadsarchief Rotterdam: Huwelijksakte Wouter Leendert van Beek en Neeltje Tanis;
Dit klinkt aannemelijk, omdat de koper uit Rotterdam zou komen. De bruid komt uit Goedereede.
In 1983 woont dit stel te nog steeds Goedereede.
bron: Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 25 maart 1983 | pagina 3 Familiebericht Kommer Tanis;
In 1950 rijdt een stomdronken bezoeker aan Van Beeks Gouden Leeuw er met de wagen van getuige K. Tanis vandoor. Zijn zuster roept dat naar hem. En zoals we kunnen zien tijdens het overlijden van Kommer Tanis is een zuster van K. Tanis dus N. van Beek-Tanis, de man van W.L. van Beek
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 17 december 1949 | pagina 3 Een rare sinjeur;
Twee onderdelen van stambomen geven nauwelijks meer info:
p. 118: zoon Krijn van Beek, geboren Rotterdam 16-9-1943; dit past bij hun trouwdatum; WikiTree;
215.
Geschiedeniswand "De Gouden Leeuw";
Delpher:
Mevrouw De Leeuw ziet geslachten komen en gaan / Ben de Cocq (in: Vrij Nederland, jrg 52, no. 15, 13-04-1991, p. 47) met foto's hotelkamer;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 februari 1974 | pagina 1 Meisje uit de haven gered;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 februari 1986 | pagina 10 Rondom Kniertje (2) / Dieke Schippers-Vaarzon Morel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 oktober 1991 | pagina 14 advertentie ervaren serveerster of kelner;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 september 2007 | pagina 4 Joop Termaaten exposeert in Torenmuseum;
Digibron.nl:
Eilanden-nieuws, 7 december 2018 Oud & Wijs / Pauline Hof. - Joop Termaaten "Als je eens een keer uit eten ging, dan moest het luxe, overdadig en royaal, p. 10-11;
facebook Je bent n Goereeër als je. ............. Saskia Termaaten in Op Hoop Van Zegen. / Toby Termaaten (foto);
Conclusie: in de pers is er geen informatie te vinden over voorgangers van 'de Gouden Leeuw;
219.
Het Feyne Kwartier 22e jaargang, nr.2, oktober 2017: 4 Een erfenis met haken en ogen / E. Lassing. - p. 11-16;
Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken:
Leydse Courant | 25 december 1771 | pagina 2 Pietronella Kole;
Leydse Courant | 29 januari 1772 | pagina 2 Pietronella Kole;
Leydse Courant | 6 maart 1772 | pagina 2 Pietronella Kole;
Leydse Courant | 18 maart 1772 | pagina 2 Pietronella Kole;
Leydse Courant | 6 mei 1772 | pagina 2 Pietronella Kole ouders;
Leydse Courant | 24 juni 1772 | pagina 2 Pietronella Kole ouders;
The Graves in Goedereede Church / T. N. Schelhaas Den HARTOG to KRIJGER;
220.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Goedereede, Zuid-Holland, sectie A, blad 009 OAT08043A009 perceelno. 256;
221.
Delpher:
De veldbode; geïllustreerd weekblad voor land- en tuinbouw, pluimvee- en konijnenfokkerij en bijenteelt enz, jrg 17, 1919, no. 838, 25-01-1919 Dragon II de Vieux-Genappe, B 956;
De Vuurslag; vrijzinnig christelijk jeugdblad-maandblad voor jongens en meisjes vanaf 15 jaar, jrg 1, 1936, no. 9-10, 15-07-1936 Kamp B 14;
222.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 maart 1957 | pagina 2 Goedereede Ingekomen;
Delpher:
Nieuwsblad van het Noorden, 10-02-1953 Familiebericht Anna J. Nijlaan en Arent van Linge;
Nieuwsblad van het Noorden, 25-05-1957 Familiebericht Arent van Linge en Anna J. Nijlaan;
Ons Noorden, 15-06-1957 Burgelijke Stand;
Nieuwsblad van het Noorden, 18-03-1965 Familiebericht Jan Bos;
De Ommelanden : band 3 / Heleen van Baalen, Weiko Piebes. - Veendam : Staalboek, 2022. - ISBN 978-90-72938-61-9. - p. 1010-1012;
Hotel Faber / H.B. Reininga m.m.v. G.J. Stuut, W. Bakema, W. de Haan. - Groningen : Uitgeverij Noordboek, 2004. - ISBN 90-330-1182-4. - p. 13, 17, 21;
223.
Delpher:
Algemeen Handelsblad, 12-12-1959 Familiebericht M. M. Meyer en J. Breen Jr.;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 november 1968 | pagina 4 Hulp in de huishouding;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 oktober 1981 | pagina 3 Siamees;
224.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 mei 1988 | pagina 12 Gemeente Goedereede Voorgenomen bouwvergunningen;
225.
Delpher:
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, 14-12-1989 Advertentie;
226.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 juni 1994 | pagina 8 Gemeente Goedereede Bouwaanvragen en meldingen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 21 juni 1994 | pagina 9 Gemeente Goedereede Monumentenwet 1988;
227.
Joost de Vree Het pannendak in historisch perspectief Gaatpan, huifpan, kappan;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Artikelen Pannendaken Gaatpan en klokpan;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Haven N.Z. 2-4 : vanaf zuid-zijde / (Gerard) G.J. Dukker (Fotograaf). - 1963 86.922;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: NOORDZIJDE HAVEN : Overzicht / (Gerard) G.J. Dukker (Fotograaf). - 06-1986 263.510;
228.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Haven N.Z. 41 : voorgevel / (Gerard) G.J. Dukker (Fotograaf). - 1963 86.931;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Haven N.Z. 41 : voorgevel / (Gerard) G.J. Dukker (Fotograaf). - 09-1976 178.739;
229.
Nationaal Archief: 4.VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870). - NL-HaNA_4.VTH_2219: 2219 Kaart van den polder den Ouden Oostdijk. - 2-6-1698. A. Coomans;
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Goedereede, Zuid-Holland, sectie A, blad 03 MIN08043A03;
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 6 oktober 1937 | pagina 4 Gemeenteraad Goedereede punt 11;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 10 mei 1952 | pagina 2 Folklore en Taal ! 38 / F. den Eerzamen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 31 mei 1952 | pagina 1 Folklore en Taal ! 41 / F. den Eerzamen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 juni 1953 | pagina 3 Te Goedereede besloot men tot aankoop van nieuwe vloedplanken;
230.
Archieven Streekarchief Goeree-Overflakkee 5133 Stukken betreffende de meekrapteelt14 Afschrift van een resolutie van 12 maart 1685 uit het register der resolutiën van burgemeester en schepenen van Goedereede, houdende toestemming van het stadsbestuur om een meestoof op te richten tussen de Catharinapoort en het Kinderdijkje. Afschrift geaccordeerd door Jan Muller, secretaris van Goedereede;
Archieven Streekarchief Goeree-Overflakkee 5133 Stukken betreffende de meekrapteelt13 Afschrift van een resolutie van 12 maart 1685 uit het register der resolutiën van burgemeester en schepenen van Goedereede, houdende toestemming van het stadsbestuur om een meestoof op te richten tussen de Catharinapoort en het Kinderdijkje. Afschrift geaccordeerd door A. Grinwis, secretaris van Goedereede;
Archieven Streekarchief Goeree-Overflakkee 5133 Stukken betreffende de meekrapteelt12 Statuten van de meestoof te Goedereede. Afschrift van een notariële akte;
Delpher:
Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad, 16-09-1859 Middelharnis, 13 Sept;
Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad, 16-09-1859 Binnenland [p2k2a2];
Rotterdamsche courant, 17-09-1859 Ll. dingsdag nacht;
Landbouw-courant, 28-05-1863 Meekrap / A. Breen, landbouwer te Goedereede;
Landbouw-courant, 28-05-1863 Meekrap / D. Zaaijer Dz, landbouwer te Goedereede;
Nieuwe Rotterdamsche courant : staats-, handels-, nieuws- en advertentieblad, 29-10-1865 Binnenland [p2k2a2];
Nieuwe Utrechtsche courant, 26-05-1866 Goedereede, 25 Mei.;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 6 mei 1887 | pagina 2 Binnenland [p3k2a5-4];
De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 26 november 1896 | pagina 2 Ongeregeldheden te Goedereede burgeropstand wegens (verplichte) vertrek gemeentegeneesheer Zijlstra. Dit zal om de sinds 1894 als tijdelijk aangestelde gemeente-Arts Zielstra gaan, die toen B. ter Cock waarnam.;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 maart 1950 | pagina 7 Meekrap, een verdwenen product I. / J. Verseput (overdruk van bijdrage uit Jaarboek 1948-1949 van het Wetenschappelijk Genootschap voor Goeree en Overflakkee.);
openarchieven Geboorte op 28 april 1862 te Goedereede Dimmen Adrianus Breen;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1133 Registers van de burgerlijke stand Goedereede, 1812-1965 - Goedereede, 29-04-1862 No 21;
openarchieven Huwelijk op 18 mei 1860 te Goedereede Aren Breen en Leuntje Zaaijer;
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 1133 Registers van de burgerlijke stand Goedereede, 1812-1965 - Goedereede, 29-04-1862 No 3;
openarchieven Overlijden op 12 april 1904 te Delft Aren Breen;
openarchieven Huwelijk op 7 juli 1910 te Lekkerkerk Dimmen Adrianus Breen en Annigje Cornelia Kersbergen;
Streekarchief Midden-Holland BS Huwelijksregister, archiefnummer 0962, inventarisnummer 20, aktenummer 36;
dbnl Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890 / M.S.C. Bakker, E. Homburg, Dick van Lente, H.W. Lintsen, J.W. Schot, G.P.J. Verbong. - Deel IV: Delfstoffen, machine- en scheepsbouw; stoom; chemie; telegrafie en telefonie. -
['s-Gravenhage]/Zutphen : Stichting Historie der Techniek / Walburg Pers, 1993. - p. 222, 224;
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 163-165;
231.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Goedereede, Zuid-Holland, sectie A, blad 011 OAT08043A011 333 en 334;
232.
Delpher:
Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede kortelijck by een versameldt / door H.V. Dam. - Rotterdam : Henricus Goddaeus in den Oppert, 1680 p. 17;
233.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 8 april 1887 | pagina 3 Afbraak.;
234.
archief Streekarchief Goeree-Overflakkee 8000 Collectie ansichtkaarten 8000-12-032-GR_Kinderdijk01
32 Ansichtkaart van de Kinderdijk die overloopt in het Melkdijkje.
Op deze ansicht staat nog de poorttoren, dat in 1907 is afgebroken. De school is rond 1897 gebouwd
bron:
Zuid-Holland / Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Rommes, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert. - Monumenten in Nederland, 10. - Zeist/Zwolle : Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders, 2004. - ISBN 90-400-9034-3 p. 172 Scholen.;
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 17 mei 1907 | pagina 2 Goedereede;
235.
Krantenbank Zeeland:
Rotterdamsch nieuwsblad, 09-06-1897 - Het bouwen [k4a8];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 december 1954 | pagina 6 Folklore en taal Het "ongerwies" (III.) / F. den Eerzamen;
237.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1962 | pagina 10 Folklore en Taal 2 : De "stad" Goedereede III / F. den Eerzamen;
239.
Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede kortelijck by een versameldt / door H.V. Dam. - Rotterdam : Henricus Goddaeus in den Oppert, 1680 p. 17;
240.
Krantenbank Zeeland:
Provinciale Zeeuwse Courant | 7 augustus 2001 | pagina 29 noorderburen Laatste heks van Goedereede / Margreet van den Broek;
242.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 30 december 1959 | pagina 10 De oude Hoofdpoort afgebroken;
Delpher:
Het nieuws van den dag : kleine courant, 31-08-1905 jongstgehouden Raadsvergadering [k3a2];
243.
Krantenbank Zeeland:
Maas- en Scheldebode | 17 mei 1907 | pagina 2 Goedereede;
244.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1962 | pagina 10 Folklore en Taal 2 : De "stad" Goedereede III / F. den Eerzamen;
245.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1962 | pagina 10 What's in a name? / Dieke Schippers-Vaarzon Morel;
F. den Eerzamen spreekt echter over de Pompoenhoek i.p.v. De Kapoenhoeck of Kapoenhoek
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 4 december 1954 | pagina 6 Folklore en taal Het "ongerwies" (III.) / F. den Eerzamen;
Het eiland Goeree : geschiedenis, volksleven, taal / F. den Eerzamen. - Meppel : Neerlandia, 1966. - p. 24;
246.
Krantenbank Zeeland:
Zeeuwsch Dagblad | 13 januari 1951 | pagina 5 Burgelijke Stand Veere.;
Provinciale Zeeuwse Courant | 12 juni 1951 | pagina 4 Familiebericht Marioleintje Sophia;
Provinciale Zeeuwse Courant | 21 april 1953 | pagina 6 Familiebericht Cateleine Catharina;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1962 | pagina 10 What's in a name? / Dieke Schippers-Vaarzon Morel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 augustus 1973 | pagina 1 Notaris Klein bij brand gewond;
Provinciale Zeeuwse Courant | 24 juni 1983 | pagina 13 Negen schilders uit één familie exposeren in Veere [+ Roos Marijn Schipper (1957)];
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 15 mei 1987 | pagina 5 In gesprek met .... mevr. D. Schippers-Vaarzon Morel te Goedereede [+ zoon (1962)] / Teunie Knöps;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 8 september 1987 | pagina 10 Het wonen in een monument / Dieke Schippers-Vaarzon Morel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 11 september 1998 | pagina 9 Een heel apart Monument / Dieke Schippers-Vaarzon Morel;
Provinciale Zeeuwse Courant | 13 september 2006 | pagina 10 Familieberichten Dieke Schippers-Vaarzon Morel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 september 2006 | pagina 3 Afscheid van Dieke Vaarzon Morel / Aart Grinwis;
Provinciale Zeeuwse Courant | 26 november 2008 | pagina 28 Familieberichten Kees Schippers;
Delpher:
Algemeen Handelsblad, 27-01-1955 Familieberichten W. F. A. I. Vaarzon Morel;
Trouw, 03-12-1962 Onderwijs;
NRC Handelsblad, 29-12-1982 Familiebericht Willem Vaarzon Morel;
NRC Handelsblad, 05-01-1993 Familiebericht Sophia Vaarzon Morel-Eriks;
Online Begraafplaatsen Everdina (Dieke) Vaarzon Morel;
Zeeuwse Ankers Vaarzon Morel Drie generaties Veerse kunstschilders;
247.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 november 1970 | pagina 4 Familiebericht Cornelis Pieter Menheer;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 mei 1978 | pagina 4 Dankbetuiging L. Kleijn;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 februari 1980 | pagina 3 Gemeente Goedereede bouw materialenloods nr 10;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 december 1980 | pagina 11 advertentie bouwen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 november 1982 | pagina 11 Gemeente Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 14 september 1984 | pagina 10 Retorica-cursus in Goeree;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 20 november 1984 | pagina 1 Mini-cursus Duits voor wintersporters in Goedereede;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 juli 1986 | pagina 4 Familiebericht Leendert Kleijn;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 24 mei 1991 | pagina 14 Goedereede, Catharinastraat 12;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 april 1992 | pagina 3 Familiebericht Edwin Molenaar en Margo van Erkelens;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 9 april 1993 | pagina 8 Gemeente Goedereede bouwvergunning gevels;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 3 juni 1994 | pagina 8 Gemeente Goedereede bouwvergunning berging;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2 december 1994 | pagina 8 Gemeente Goedereede bouwvergunning wijziging schuurdeur;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 28 juli 1995 | pagina 4 advertentie Arensman;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 29 oktober 1996 | pagina 3 Stadsmuren rond Goedereede (pentekening);
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 26 november 1996 | pagina 3 V.V.O. houdt klavecimbelmiddag;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 juli 2002 | pagina 3 advertentie Arensman;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 23 juli 2002 | pagina 4 De opmars van de heldere, krachtige verfijnde klank van het klavecimbel;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 augustus 2003 | pagina 8 Gemeente Goedereede verbouwing Catharinastraat 8-10;
Leven en werk van Prof. dr. J.M.G. Leune / Han Leune Mijn klavecimbel (Laatst bijgewerkt: 13 februari 2025);
binnenste buiten, 15 april 2025 Kijk binnen in het kleurrijke huis van Mariska / Elisa Bakker;
248.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 juni 1962 | pagina 3 Folklore en taal 2 2e serie nr. 74 : De "stad" Goedereede V / F. den Eerzamen;
249.
Bodemvondsten uit Goeree-Overflakkee in bodemvondsten : 25 jaar archeologisch en historisch onderzoek door De Motte / Rias Olivier (samensteller). - Ouddorp : De Motte, 1994. - ISBN 90-90-06867-8. - p. 25;
250.
Bodemvondsten uit Goeree-Overflakkee in bodemvondsten : 25 jaar archeologisch en historisch onderzoek door De Motte / Rias Olivier (samensteller). - Ouddorp : De Motte, 1994. - ISBN 90-90-06867-8. - p. 25;
251.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Goedereede, Zuid-Holland, sectie A, blad 008 OAT08043A008 255;
254.
ANWB informatiebord "Gasthuuswelle";
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 12 maart 1952 | pagina 2 Folklore en taal! 37 / F. den Eerzamen;
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1 juni 1962 | pagina 3 Folklore en taal 2 2e serie nr. 74 : De "stad" Goedereede V / F. den Eerzamen;
255.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1962 | pagina 10 Folklore en Taal 2 : De "stad" Goedereede III / F. den Eerzamen;
256.
Krantenbank Zeeland:
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 18 mei 1962 | pagina 10 Folklore en Taal 2 : De "stad" Goedereede III / F. den Eerzamen;
ANWB Informatiebord "'t Maggezien";
Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 19 september 2003 | pagina 8 Grote topics uit vaderlandse geschiedenis zijn zichtbaar in het kleine Goedereede;
De (beperking van de betaling van de) tiende penning werd vaker ingezet, zoals in 1571, had Goedereede op last van Alva te horen gekregen, dat zij geen tiende penning hoefden te betalen op rogge en gerst. André Kastelein, gemeentearchiefonderzoeker, had voor dit merkwaardig besluit een reden gevonden in het archief. In die tijd kwam het meeste graan uit de landen rond de Oostzee. Echter, op dat moment was er een oorlog gaande tussen Zweden en Denemarken, met het gevolg dat de Sont was afgesloten. Om te zorgen dat de lasten niet te hoog werden, werd de tiende penning geschrapt;